Onze Kalender.
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
£6e Jaargang. No, 7807
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
VRIJDAG 4 DEOEMEER 1808 A
HAARLEM'S DAGBLAD
ABOHNEBIENTEH
PER DRIB HAANDBNl
Voor Haarlem i 129
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der
gemeente)„130
Franco per post door Nederland„1.65
Afzonderlijke nummers0.02 K
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem027H
„de omstreken en franco per pest 0.45
Uitgave der Vennootschap Lonrens Coster. Directeur i. 0. FEEREBÖOifL
ADVERTENTIË Ni
Vtfi 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts, Sulten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels /L—elke regel meer/Q.E£ Reclames 30 Cent per regel
Bij x .ament aanzienlijk rabat
Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsingj
50 Cts, voor 3 plaatsingen k contant
Redactie en Administraties Groot© Houtstraat 55.
lateeemmunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
Drukkerij! Zolder Buitenspaams 6. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem Jn dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Teiephoon interc. 6229.
EERSTE BLAD.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN.
AGENDA
ZATERDAG 5 DECEMBER.
Brongebouw: St. Nicolaasfeest, 15
Uur.
De Kalenders zijn aange
komen en weder op vertoon
van den bon en betaling van
16 cent, verkrijgbaar aan ons
bureau Grooie Houtstraat 53,
DE ADMINISTRATIE.
Balteiiïaiidscïi Overzicht
De positie van Oosteni'ijk-HongarUe
u f f i c i e e'l moet liet feest zijn
In Oostenrijk ©n Hongarije, want de
keizer viert immers zijn zestigjarig
jubilé Maar de feeststemming
ontbreekt I natuurlijk, want van
buiten dreigt een alies-verwoestende
oorlog (waardoor ook de vriend
schapsbanden der bondgenooten in
gevaar komen) en van binnen woeden
de volkshartstochten, zich uitend in
rassenhaat.
De grijze keizer treft 't wel slecht I
Laten we even den toestand inden
ken
Oostenrijk-Hongarije heeft de Turk
se provincies Bosnië en Herzegowi-
na geannexeerd, en vindt nu verzet
van Turkije, Servië en Montenegro.
Ook Rusland (en achter dit land na
tuurlijk de „gezworen kameradeu"
Engeland en Frankrijk i) spreekt een
woordje mee en weigert de annexatie
goed te keuven.
Zoo keert alles zich tegen de Donau-
monarchie. 't Gaat nu „er op of er
onder". Blijft het O.-H. rijk bij zijn
eisch, dat rie annexatie door de confe
rentie als een feit erkend moet wor
den dan is een wapengeweld, een
Europeesche oorlog, zoo goed als
onvermijdelijk.
Nu is dus de vraag r'wat zal de dub-
bel-monarchie doen
Tot voor enkele dagen werd bet
onomstootelijk aangenomen, dat Oos
tenrijk-Hongarije van geen wijken
wilde weten.
Nu is t echter anders.
Gelukkig
Eindelijk wordt ingezien, waartoe
de politiek van den minister van bui-
tenlandsche zaken Aerenthal geleid
beeft een oorlog in 't vooruitzicht
verkoeling der bondgenooten, voor
al van 't reeds wankelende Italië
verloop va.n den handel door den
Turkschen boycot binnenlandsche
rassentwisten
Thans is men bet volk in de
allereerste plaats ontstemd over de
drijf-politiek van dezen imperiaïisti-
schen minister.
Hem wordt den ongunstigen toe
stand verweten.
Hij had de verwikkelingen moeten
voorzien daarom de annexatie na
laten, of.... na de annexatie flinker
opgetreden zijn.
Achteraf beschouwd heeft 't O.-H.
rïïk erg on-dip!omatiek gehandeld.
In de eerste dagen stond de zaak er
prachtig voor Wel had de annexatie
verrassing gebracht, maar Turkije
wilde in het verlies berusten, Rusland
was (herinner u het eerste conferen
tie-program van minister Iswolsky
niet tegen goedkeuring, en het verzet
van Servië en Montenegro was eene
Ia w aai-mak en de volksbeweging.
Toen kwamen andere conferentie-
programma's, voor Oostenrijk-Hon
garije minder gunstig gestemd. De
Donau-monarchie begon ziich zwak te
toonen, wilde de zaak met vredelie
vende onderhandelingen regelen....
In dien tijd vonden Turkije en Ser
vië en Montenegro gelegenheid, om
hun verweermiddelen le versterken,
zoodat ze nu geheel ten oorlog be
reid veel zwaardere eiscben stellen
dan in de eerste dagen der annexatie,
toen onvoorbereidheid hen dwong in
schikkelijk te zijn: Nu staan deze lan
den scherp togen Oostenrijk en
Rusland stookt het vuurtje op, om
Engeland gelegenheid te geven de
Donau-monarchie te benauwen.
Zoo heeft baron Aerenthal het getij
laten verloopen.
In de eerste dagen had de Donau-
•monarchie desnoods met legerdemon-
straties kracht bij zijn eischen moe
ten zetten. Dan zou Rusland er niet
aan gedacht hebben om Servië te steu-
Jnen en was de zaak zeker geheel an
ders geloopen.
Men zal ons misschien voor oorlogs
zuchtig houden. Neen. heusch. dit
zijn we niet, maarDie „maar"
doet hier alles. Het O.-H. rijk was
eenmaal tot de annexatie overge
gaan en na a gezegd te hebben moest
het ook b durven zeggen. Voor een
imperialistisch optredenden staat is
dreigen met wapens onvermijdelijk.
Niets is zoo slecht, dan onder die om
standigheden "een weifelende houding
aan te nemen, want dan zien de vijan
den, dat ge zwak bent, of althans een
oorlog vreest. Een imperialistische
staat moet uitgaan met de leuze „ik
zal maken, dat mijn vijanden mij
vreezen, want daardoor wordt hun
haat ongevaarlijk".
Baron Aerenthal is teruggedeinsd
voor deze consequenties hij heeft a
gezegd, maar waagde het niet de b
daaraan toe te voegen.
Dit was z'n fout
Nu heeft hij zijn land in een lastig
parket gestoken.
Wat nu
Thans nog b zeggen, daarvoor is 't
te laat.
Nu zit er niets anders op, dan oor
log of ongelijk bekennen.
Een van twee.
De thans ontvangen berichten doen
vermoeden, dat men in Oostenrijk het
laatste zal doen.
Ook keizer Franz Joseph moet ein
delijk het gevaarlijke van de politiek
van Aerenthal ingezien en gezegd
hebben halt! Ik wil niet, dat
voortgegaan wordt, dit roekelooze
hooge spel te spelen, want dan zou
mijn jubeljaar verduisterd worden
door een oorlog. Daarom moet baron
Aerenthal te kennen zijn gegeven, dat
er met opoffering van de zijde van 't
O.-H. rijk een schikking gevonden
moet worden met Turkije, Servië,
Montenegro en Rusland.
Blijkt dit inderdaad juist, dan is de
conferentie gered, en mogen we ver
wachten, dat de diplomatie de zaak
zal afwikkelen zonder dat de kanon
nen moeten meespreken.
't Zal voor de Donau-monarchie een
heele opoffering zijn, maar.... een
oorlog, vernietiging van den driebond
etc. is nóg erger 1
Een thans uit Weenen ontvangen
telegram bevestigt onze verwachtin
gen. 't Luidt
„De bladen zeggen, dat volgens in
lichtingen, in goed op de hoogte zijn
de kringen ingewonnen, in de laatste
dagen een .merkbare verbetering is
waargenomen in de betrekkingen tus-
schen de iegeeringen te Weenen en
te CoKstantinopel in verband hier
mede heeft de Oostenrijksche gezant,
graaf Pallaviciwi, besloten zijn verlof
tot later uit te stellen."
Moge 't waar blijken
'T MAROKKO-GESCHIL.
De Fransche regeering heeft zich
tot sir Edward Grey, den Engelschen
staatssecretaris voor Buitenlandsche
Zaken, gericht met het verzoek, een
der scheidsrechters te willen zijn in
het Casablanca-incident.
Verder komt uit Parijs het bericht,
dat de Fransche regeering als twee
den scheidsrechter heeft aangewezen
Louis Renault, den rechtskundigen
raadsman aan het ministerie van
Buitenlandsche Zaken.
Van haar kant heeft de Duitsche re
geering Kriege aangewezen, die zich
te Berlijn reeds met Renault had be
zig gehouden met de juridieke zijde
van de kwestie.
De naam van den buitenlandsch en
scheidsrechter, door Duitschland ge
kozen, is nog niet bekend. Wat den
v"fden arbiter betreft, die door de 4
anderen moet worden benoemd, deze
wordt gezegd Yan Zweedsche natio
naliteit te zijn.
UIT DE OOSTENRIJKSCHE
KAMER.
De Kamer vervolgde de beraadsla
gingen over de voorloopige begroo
ting. De radicale Tsjechen poogden
ongeregeldheden te veroorzaken, door
te eischen, dat de interpellaties woor
delijk zonden worden voorgelezen.
ONLUSTEN TE PRAAG.
Na de afkondiging van den staat,
van beleg zijn er geen ernstige inci
denten meer voorgekomen. Wel wer
den eenige vrouwen opgebracht, om
dat ze tegen 't verbod Servische co-
carden droegen.
Het oproer ja, zoo mag deze
volksbeweging wel genoemd worden
is echter nog lang niiet bezworen.
REGEERINGSCRISIS IN
DUITSCHLAND.
Gisteren zijn de debatten over de
ministerieele verantwoordelijkheid
weer voortgezet, 't Was een eigenaar
dig debat I
De heer Singer, socialist, pleitte
voor het voorstel om aan den Rijks
dag medezeggingsschap te geven bij
een oorlogsverklaring, ten waarborge
dat de monarch het volk niet eigen
machtig in verwikkelingen kan bren
gen. Hij spoorde verder de vergade
ring aan, om hare toestemming tot
hervorming van de rijksfinanciën af
hankelijk te stellen van grondwette
lijke waarborgen, daar anders de ge-
heele aktie weder niets dan een kome
die zou zitn.
Dit voorstel werd door anderen on
aannemelijk verklaard, met het oog
op de mogelijkheid, dat er misschien
eens een sociaal-democratische meer
derheid kon komen.
Het vrijzinnige lid Naumann leidde
de achterlijkheid van het Duitsche
parlementarisme af uit het ontbre
ken van een grootsche traditie, zooals
de. volksvertegenwoordigingen van
Frankrijk en Engeland die bezitten.
De vertegenwoordiger der conserva
tieven verklaarde, dat millioenen
Duitschers de herinnering aan den
tijd van den ouden Keizer en Bis
marck niet zouden willen ruilen te
gen de traditie van de macht der En
gelsche en Fransche parlementen.
(Toejuichingen rechts, ironische uit
roepen bij het Centrum).
Daarna worden de verschillende
voorstellen in handen gesteld van een
commissie van voorbereiding, welker
ledental tot 28 is uitgebreid.
UIT DE BELGISCHE KAMER.
De Kamer ging voort met de be
handeling van de militaire quaestie.
De heer Lorand, radicaal, verweet
de regeering, dat zij slechts aan ver-
kiezingspoiitiek doet, zonder te letten
op de hoofdbelangen van het land.
Spreker vroeg meer in het bijzon
der, of de regeering van buitenland
sche zijde een wenk gekregen had
omtrent de noodzakelijkheid van ver
betering der weermacht, zooals dit
met Nederland het geval is geweest
(wii weten hier niets van en hij
eindigde zijn rede met een betoog ten
gunste van verkorting van den dienst
tijd.
De heeren Janson c.s. hadden een
motie ingediend, in hoofdzaak neer
komende op het volgende
„De Kamer, overtuigd, dat de in
diening van een wetsvoorstel, berus
tende op de beginselen, door den mi
nister van oorlog aangegeven (alge:,
meene dienstplicht.) zal leiden tot een
oplossing, door welke de onafhanke
lijkheid van het land gewaarborgd
zal worden, gaat over tot de orde van
den dag."
DE PAUS HERSTELD.
Een telegram uit Rorne meldt
De Paus is volkomen hersteld.
REVOLUTIE IN PERZIë.
De geschiedenis van de grondwet in
Perzië is tot dusver een ware lijdens
geschiedenis. Het eene oogenblik beet
het. dat de Shah bereid is zijn onder
danen de zegeningen van een grond
wet ten deel te doen vallen, het ande
re oogenblik blijkt het weer, dat de
Perzische beerscher van meening is,
of althans verklaart te zijn, dat het
meerendeel zijner onderdanen van die
zegeningen niet gediend is. Eenige
dagen geleden maakten wij melding
van een te Bagestan gehouden verga-
derin~ die ook door den Sjah werd
bijgewoond, en waar vertegenwoordi
gers der priesters en van den han
delsstand, blijkbaar tot genoegen van
dien Sjah, betoogden, dat het verlee-
nen van een grondwet in strijd zou
zijn met de voorschriften van den
Koran. Woensdag nu werden op de
muren te Teheran officieele biljetten
aangeplakt, geheel in den geest van
de tegenstanders eener constitutie.
Het Engelsche en het Russische ge
zantschap teekenden protest aan te
gen de openbaar gemaakte verklarin
gen, daar deze in flagranten strijd
waren met de vroeger door den Sjah
afgelegde beloften, waarop hun na
mens dezen werd medegedeeld, dat
genoemde bekendmaking niet van
hem was uitgegaan en dat hij den
gouverneur had gelast de schuldige
ambtenaren te straffen.
Het schijnt bovendien, dat het ver
zet van de geestelijkheid tegen de
grondwet niet zoo algemeen is, als
men het wel wil doen voorkomen. In
het kerkelijke centrum van Mesjed
althans zijn betoogingen gehouden
ten gunste" van een grondwet.
DE TOESTAND OP HAÏTI.
Op de ongeregeldheden van Woens
dag. die uitliepen op de verdrijving
uit de hoofdstad van president Alexis
die een schuilplaats moest zoeken
aan boord van het Fransche oefe
ningsschip „Duquay-Trouin", volgde
des nachts een plundering, waarbij
twaalf personen werden gedood. De
soldaten rukten daarna op naar het
to one el van de ongeregeldheden en
openden net vuur op het gepeupel,
waardoor acht mensehen werden ge
dood.
Te elf uur Donderdagochtend was
de rust geheel en al hersteld. Een
aantal plunderaars zijn in hechtenis
genomen.
BERGSTORTING IN ITALIë.
Door een bergstorting te San Luca-
no werd veel schade geleden in het
dorp Pra. Dertig huizen werden ge
deeltelijk vernield, terwijl zeven en
twintig menschen gedood en negen
gewond werden.
STRANDING VAN 35 VISSCHERS-
BOOTEN.
Woensdag zijn 35 visschersbooten
tengevolge van een vreeselijken
storm verongelukt in de Kawatsu-
baai bij Japan. Men bericht, dart. 350
personen zijn omgekomen.
Stadsnieuws
Om Ons Heen.
In het Tweede Blad van dit nummer
vinden onze lezers een artikel „Do
verzekering tegen Werkloosheid" in
de rubriek Om O us Heen.
HET TÖÖNEEL
„FATSOEN" EN HET „RUSTIGE
DONKER".
Haarlem heeft in zijn schouwburg
Donderdagavond twee premières ge
had. Er gingen hier namelijk twee
nieuwe tooneelwerken van twee
stadganooten, te weten van den heer
J. B. Schuil en van mevrouw Anna
van GoghKaulbach.
Luitenant Schuil, die sinds eenigen
tüd Haarlemmer is, heeft als tooneel-
schrijver in de Spaarnestad gedebu
teerd 't was de letterlievende veree-
nigin."- „Cremer", die op een van haar
bekende avonden zijn eerste twee
stukjes opvoerde en hem een gunstige
entree in de wereld der planken be
zorgde. Sinds dien heeft hij zich van
het liefhebberij-tooueel geëmanci
peerd en is hij met zijn werk naar het
„heusche" toon eel overgegaan. En
men zal zich van hem mogelijk nog
wel „Mésalliance" herinneren, een
zedenspel uit het Indische leven, dat
door de Rotterdammers onder Van
Eijsden is gegeven, en een gunstigen
indruk aangaande de talenten van
den heer Schuil heeft achtergelaten.
Het talent van dezen tooneelschrij-
ver schijnt ln de richting van het
zedenspel te liggen, want ook zijn
nieuwe spel „Fatsoen" heeft zijn stof
ontleend aan de zeden van dezen tijd,
of liever van alle tijden.
Het is een satirisch-humoristisch
stuk, waarvan de titel ook satiriek is
bedoeld, want het „Fatsoen", dat
Schuil op het oog heeft, is niet het
ware fatsoen, maar een huichelach
tig nadoen van wat fatsoen had kun
nen zijn.
De schrijver brengt ons in een klein
Hollandsch provinciestadje Buurdam,
welks naam er reeds op schijnt te
duiden, dat het een plaats van buur
praatjes is. Het is een stadje, waar
men elkaar achter de horretjes be
spiedt en bekonkelt, en waar men
bang is voor elkanders kwade tong
men doet of laat daar iets, niet om
dat men het zelf goed of kwaad vindt,
maar omdat „men" er zoo over oor
deelt. De huichelarij viert daar hoog
tij. En men doet daar allerlei leelijke
dingen, doet er zijn menschelijke na
tuur, zijn eigen begrippen en opvat
tingen onrecht aan, alleen om maar
door de anderen voor fatsoenlijk te
worden gehouden.
Het fatsoen van „men" is er een
dwingeland, die de Buurdammers
langmenschel ijke daden laat verrich
ten en leelijke oordeelvellingen laat
uitspreken uit vrees voor de opinie
van anderen.
En de heer Schuil brengt ons nu in
dat Buurdam met twee gezinnen, fa
milie van elkaar, in kennis, waar dart.
achter-horretjes-fatsoen bijzonder in
eere is en waar men.zich op het hui
chelen van fatsoen toelegt. Zoo mag
een meisje niet blijven inwonen bij de
ouders van haar aanstaande, omdat
„men" dat niet fatsoenlijk vindt, en
schreeuwt „men" er moord en brand
over als dat meisje haar aanstaande
„aait oppassen, wanneer deze zonder
goede verpleging ernstig ziek ligt.
Maai' diezelfde „mem" is niet boos op
een zoon uit datzelfde gezin, wanneer
hij de dienstbode van ziine ouders
heeft bedrogen, om het feit op zich
zelf. maar wel omdat hij geen zorg
heeft gedragen zijn kwade handelin
gen ergens anders te plegen, waar
„men" te Buurdam er niet achter had
kunnen komen. En diezelfde fatsoen
lijke „men" laat dan later die onge
lukkige dienstbode in den steek, als 't
door een toevalligan loop der omstan-
"igheden blijkt, dart zij het jonge-
mensch niet meer compromitteeren
kan.
De intrige van het stuk concentreert
zich om dit geval met de dienstbode,
hetwelk „mep" een gelegenheid geeft
zich op zijn leelijkst, huichelachtigst
en wreedst te la.ten kennen.
Het „fatsoen" is in de kringen der
menschen te Buurdam een geweldig,
wreed, geniepig, en eigenlijk gemeen
ding geworden, dat de menschen
slechter in plaats van beter maakt.
De heer Schuil heeft de menschen
een spiegel willen voorhouden, waar
in dezen zich zelf nu eens konden zien.
Maar flatteerend was het beeld niet,
dat ze te zien hebben gekregen.
Dikwijls was de satire raak in het
stuk, zelfs menigmaal scherp en pun
tig, op het sarkastische af. De auteur
heeft de kleine menschen laten zien
in hun zotheid om zich druk te maken
en hun „fatsoen" voorop te zetten,
wanneer 't zaken van betrekkelijk wei
nig beteekenis geldt zooals over de
kwestie, dat geëngageerde jongenlui
niet onder een dak mogen logeeren, of
het meisje haar aanstaande gaat
oppassen t terwijl zij veel ernstiger
dingen, waar het leven en het geluk
van een vrouw en haar geheele familie
bij op 't spel staan we denken hier
aan de verleide dienstbode, baar
kind en haar familie geheel
léger" nemen, alleen angstig voor een
benauwd fatsoensgevoeltje. Hij heeft
hier die lieden met bun scbïjnfatsoen
ferm en lekker te pakken gehad, ze
liier en daar gestriemd en gegeeseld.
maar hij heeft ook om hun zotheid la
ten lachen.
Als zedenspel is „Fatsoen" dan ook
wel gelukt.
De bedrijven zaten goed ln elkaar,
de scènes waren handig bedacht; er
zat ook climax in, zoodat de aandacht
van het publiek gespannen bleef, -of
schoon de oplossing op het einde wel
wat te gewild, te expresselijk en te
gemakkelijk, om er af te komen, was.
„Fatsoen" is ook een zeer speelbaar
stuk.
Dat hebben de leden van de Neder-
landsche Tooneelvereeniging bewezen
die er een, over 't algemeen goede en
vlotte vertolking van gaven; het ging
als gesneden koek en 't pakte van het
begin af aan; alleen was Temooy
Apel, die voortdurend op den souf
fleur hengeld© en er van alles bij
maakte, wat niet ln zijn rol stond,
niet rolvast.
Behalve de heer Schuil zal ook de
Tooneelvereeniging wel genoegen van
dit stuk beleven.
Alleen willen we een 'opmerking
maken over den toon, die over de ver
tolking hing, De leden der „Tooneel
vereeniging" schenen te vergeten, dat
ze met een zedens p e 1 te doen
hadden. Toen ze in het begin zagen,
dat eenige gezegden er bij het publiek
smakelijk lachend ingingen, vervie
len zij dadelijk in den blijspeltoon, en
de heer Holkers, die 't er, in jacht op
lachsucces, dik op legde, kwam zelfs
de klucht nabij.
Dat mag niet. Niet komiekerig maar
satiriek moet 't gespeeld worden. Het
spel moet scherper, puntiger en bit
terder wezen; meer pijn veroorzaken;
men dient te laten voelen, dat Schuil
harde waarheden te zeggen had, en
die moet men van het tooneel af laten
voelen. Men mag van „Fatsoen" geen
Van Maurikje gaan maken.
Na elk bedrijf moest druk gehaald
worden, drie en vier maal, en ten
slotte moest de heer Schuil ten too-
neele verschijnen, waar hij behalve
een hartelijk applaus ook een groote
lauwerkrans in ontvangst had te ne
men.
Als voorstuk was gegaan een een
akter van Anna van GoghKaulbach,
bekend o.m. als schrijfster van den
roman „Rika" en van het tooneelstuk
Eigen Haard".
Haar nieuwe werk heet „Het Rustig
Donker". Het behandelt een tragische
levensperiode: twee jonge artisten, die
hun geluk vinden in hun liefde en
hun gezamenlijk werken, zijn gehuwd,
als hij, na een operatie, blijkt te lij
den aan een ongeneeslijke kwaal; hij
moet sterven. Maar dan besluiten zij,
dat hij vrijwillig den dood zal zoeken
vóórdat 't lijden en de doodstrijd ko
men waarvoor hij een slaappoeder
inneemt terwijl zij zal blijven le
ven om hun gezamenlijk begon
nen werk af te maken.
De zoo in enkele koude woorden
weergegeven inhoud moge hier barok
klinken, het stuk is van een gevoels-
idealisme, dat uitweg zoekt in een
dialoog vol wisselende emoties, die,
om mooi te blijven, in een bijzondere
stemming moet gezegd en gehouden
worden.
En die stemming ontbrak juist ge
heel en al.
De actrice, die de hoofdrol had te
vertolken en het stuk dragen moet,
was in 't geheel niet opgewassen te
gen haar taak en vermoordde bet
stuk. We durven dus nu nog geen oor
deel over het „Rustig Donker" uitspre
ken. Alleen zouden we de dialoog wat
compacter, meer ineengedrongen wen-
schen.
Van de zijde van het publiek viel 't
een hartelijk applaus ten deel.
FRANS NETSCHER.
Verplaatsing.
Wii verwijzen naar de advertenties,
waar men kan lezen, dat de beer F.
Willem Tegeler .zijn rijwielzaak van
de Zijlstraat verplaatst heeft naar t
perceel Nieuwe Groenmarkt 24.
Ons Middelbaar en
Handelsonderwijs.
Indertijd heb bon wij over de pla»
nen tot reorganisatie van ons middel'
baar onderwijs mededeelingen ge
daan, die thans in een uitvoerig voor»
stel van B. en W., een stuk van nie?
minder dan 4b bladzijden druks vol»
komen worden bevestigd. Hoewel hert
niet mcgeJijk is al de bijzonderhedem
na reeds te overzien, zullen wij döi
hoofdzaken mededeelen uit deze pal.
ingekomen voorstellen, die naar on
ze overtuiging voor ons middelbaar
onderwijs een belangrijke verbetering
inhouden.
Er op wijzende, dat op dit oogenblik
de H. B. S. met 5-j. c. 435 leerlingen
telt., verdeeld over 19 klassen, waar
van 13 in het nieuwe en 6 in het oude;
gebouw aan de Jacobynestraat zijn
gevestigd, doen B. en W. opmerken*
dat op den duur de eischen van een
heid en organisatie hieronder zou
den lijden en dat het feit, dat dik
tot heden althans nog niet in belang
rijke mate, het geval was, toe Ui
schrijven is aan de loffelijke wijze»
waarop de directie over de school ia
gevoerd en de over het algemeen zeer
goede qualitciton van het leeraars-
personeel.
B. en W. stellen niet voor, een twee
de H. B. S. met 5-j. c, te stichten, daar
vele leerlingen niet meer dan 3 jaar
voortgezet onderwijs wenschen te ont
vangen. Vandaar dat B. en W. in
overweging geven
EEN II. B. S. MET 3-J. C. TE
STICHTEN.
Aan deze school kan dan worden
verbonden een
TWEEJARIGE CURSUS VOOR
MIDDELBAAR HANDELSONDER
WIJS.
In dezen 3-jarigen cursus zal, naar
B. en W. zich voorstellen, hetzelfde
onderwijs worden gegeven als in de
eerste drie klassen van den 5-jarigen
cursus, opdat een uitwisseliug van
leerlingen mogelijk blijve. Het. eind
diploma van den 3-j. c. moet toegang
ge\ en tot de 4<ie klasse der H. B. S.
met 5-j. c. en zij, die de eerste drie
klassen van de laatstgenoemde met
vrucht hebben doorloopen. moeten op
deu liandelscursus kunnen overgaan.
B. en W. verwachten daarvan goe
de vruchten, vooral wanneer de leer
tijd van de opleidingsscholen tot ze
ven jaar zal zijn uitgebreid, zoo dat
de toevloed van onrijpe leerlingen
naar de middelbare scholen zal wor
den beperkt.
Voor de toekomst ware, in verband
met de H. B. S. met 3-j. cursus, een
daarbij aansluitende 2- of 3-jarige
cursus voor middelbaar technisch on
derwijs nog te overwegen.
Daarnaast stellen B. en W. voor,
over to gaan tot stichting van een
AVONDSCHOOL VOOR HAN
DELSONDERWIJS,
bestemd voor talrijke jongelieden, die
na het verlaten van de lagere school
een plaats zoeken op kantoor of win
kel en slechts in de avonduren gele
genheid vinden voor verdere ontwik
keling. Hoe groot de behoefte aan
onderwijs, vooral in vreemde talen,
voor de/e jongelieden is, bewijst da
omvang, dien de taalcursus aan da
burgeravondschool in korten tijdver-
kregen heeft. De avondschool zoudaii
ook een reorganisatie van dien taal
cursus worden, zoodat deze laatste
kan worden opgeheven.
B. en W. stenen zich deze avond
school voor als een vijfjarige cursus
voor jongens en meisjes, waar onder
wijs wordt gegeven iu de Nederland-
sche taal en handelscorrespondentie,
de Engelsche, Fransche, Duitsche
tulen en hunne handelscorresponden.
tie, boekhouden, handelsrekenen,
handelsaardrijkskunde en handelsge
schiedenis, beginselen van handels
recht en van handels-staathuishoud*
kunde, en schoonschrijven. Bovendien)
kan onderwijs gegeven worden in ste-
nographie. Het volgen van de lessen
Ln dat vak is facultatief.
De leerlingen zullen in den regel
onderwijs in slechts één der vreemde
talen ontvangen, het volgen der les
sen ook in de andere vreemde talen
kan door de Comm. van toezicht, den1
directeur gehoord, worden toege
staan.
De jaarlijksche cursus vangt aaii
den eersten Maandag in Sept. en ein
digt den laatsten Vrijdag in April.-
Er wordt per week hoogstens 12 uuti
les gegeven (van Maandag tot en met
Vrijdag). Elke klasse telt in den re
gel niet meer dan 24 leerlingen.
Voor de toelating wordt gevorderd:
een examen in liet lezen, schrijven, de
beginselen van de rekenkunde en de
eerste beginselen van de Nederl. taal
en die der aardrijkskunde, tenzij het
hoofd der school, welke de leerling
het laatst bezocht, hem geschikt ver
klaart om het ondei-wijs aan de
avondschool met vrucht te volgen.
In den regel worden tot de eerste.