NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 26a Jaargang, No. 7811 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon* en Feestdagen. ZATEHDAG 11 DECEMBEB 1908 ABONHEWEHTEB PER DRIB HAANDBNl Voof Haarlem l I 1.29 Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der gemeente)9 1.30 Franco per post door Nederland 1*65 Afzonderlijke nummers0.02H Oöllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0,37^ de omstreken en franco per post B 0.45 Uitgave der Vennootschap Lonrens Coster. Directeur J. PEERBBGOBi ADVERTENTIËNi Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels ft—, elke regel meer ƒ0.18 Reclames 30 Cent per regeL By Abonnement aanzienlijk rabat Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing j 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant Redactie eo Administraties Groote Houtstraat 55. Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij! Znider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. DIT NUMMER BESTAAT UIT VEERTIEN BLADZIJDEN. EERSTE BLAD. AGENDA ZONDAG 13 DECEMBER. Schouwburg: Volksvoorstelling: „De Negerhut van Oom Tom", 8 uur. De Kroon: Tournée E. PoonsVan Biene: „Duitsch Greetje", 8 uur. KI. Vereeniging: Specialiteiten-voor stelling, 8 uur. MAANDAG 14 DECEMBEB. Soc. Vereeniging: 2e Liederenavond Zalsman, 8 uur. OM ONS HEEN No. 852. Progressieve Het is toch wel jammer, dat wij zoo dikwijls vreemde woorden gebruiken voor wat we evengoed in heit Neder- landsch kunnen zeggen. Progrès be- teekent vooruitgang, progressief wil dus zeggen vooruitgaand of, gevoegd bij het begrip belasting, stijgende be lasting. Met dien verstande, dat de stijging slaat op het percentage. Wan neer ik dus mededeel, dat de heeren Middelkoop, Modoo, Schram, Van Rossum, Seignette en De Braai eene motie hebben ingediend, die ten.doel heeft de invoering van de progressie in de belasting naar het inkomen, dan beteekent dit dat, wanneer de Raad zich met dai denkbeeld veree rd personen d>e een groot inkomen hebben, daarvan een hooger percen- als belasting zullen hebben te betalen, dan die met een klein inko men. Dat bijvoorbeeld iemand met een belastbaar iLhomen van f 2000 zal betalen eeai percentage van 4.2 of f 80.40, die met een inkomen van 20.000 5.207 of 1041.55. Tot dusver betalen deze beiden even- Jveel, de eerste naar een percentage van 4.5, dus 90, de tweede 900. Vol gens de nieuwe bedeeling zou dus de eerste 9.60 minder betalen, de twee de 104 meer. Waarom dienen nu de heeren Mid delkoop c. s. dit voorstel in Merkwaardig genoeg blijkt dat niet U't hun voorstel. Hun motie luidt letterlijk als volgt Raad der gemeente Haarlem, overwegende, dat het noodzakelijk is, om de verordening op de heffing eener plaatselijke directe belasting naar het inkomen opnieuw te wijzi gen, spreekt als zijn oordeel uit, dat deze wijziging zal behooren te bevatten eene zoodanige regeling van bet ta rief, dat overeenkomstig art. 243 der gemeentewet een stijgend percentage worde geheven van toenemingen van het belastbaar inkomen, verzoekt B. en W. om voorstellen in dien geest te doen. Dat is alles. En weliswaar is hier aan' een toelichting toegevoegd, maar wat daarin, ook worde vermeld (ik kr'—i daarop straks terug), de zedelij ke ondergrond van het voorstel wordt met geen enkel woord aangeroerd. Blijkbaar zijn de voorstellers uitge gaan van de veronderstelling, dat zoodanige verklaring niet meer noo- dig was. Hun beweegreden is onge twijfeld deze geweest, dat de belas- tin? meer naar draagkracht dient te worden opgelegd, en dat een gelijk percentage voor kleine en groote in komens noodzakelijk tot ongelijkheid voeren moet. Het spreekt toch van zelf, dat naar het bovengenoemde voorbeeld iemand met een belastbaar inkomen van 20.000 veel gemakke lijker ƒ900 betalen kan, dan iemand met 2000 90. En het beginsel van stijging in het percentage is dan ook zóó eenvoudig, dat in de theorie nie mand er tegen kan wezen. Er is even wel naast de theorie ook nog een practïjk van het leven en op grond daarvan zijn alvast Burgemeester en Wethouders tegenstanders van het voorstel, dat nu door de zes Raads leden gedaan is. Waarom, zal ik aanstonds aandui den. Eerst nog een enkele opmerking over de stijging zelf. Onze gemeentewet beeft de moge lijkheid tot inyoering daarvan zeer beperkt. Meer dan 7.55 is niet geoor loofd. Het spreekt dus van zelf, dat waar een zoo geringe stijging over het geheele belastingveld moet worden verdeeld, de stijging tusschen de klas sen onderling klein moet wezen. Nu hebben de heeren Middelkoop c. s. zich gelukkig niet bepaald tot het bloots indienen van de motie, maar daaraan toegevoegd een tabel, die tot voorbeeld dienen kan. Wilde ik die hier afdrukken, dan zou daarmee een halve pagina van de courant gemoeid wezen, 't Is ook met noodig. Met en kele grepen daaruit kan ik de bedoe ling weergeven en die met enkele Cijfers toelichten. Op dit oogenblik is het percentage van onze plaatselijke inkomstenbelas: tin" 4.5, de opbrengst daarvan ruim 526.000. Volgens de bedoelde tabel zou de opbrengst zijn ruim ƒ535.000, derhal ve 9000 meer. Dit bedrag wordt verkregen door een percentage, dat in de laagste of eerste klasse begint met 3.4 en lang zaam stijgt, totdat het in de hoogste of 124ste klasse 5.364 bedraagt, dus beneden het maximum blijft, dat de wet toelaat. Bij een belast: aar Inkomen van 150 wordt nu aan belasting betaald f 6.75, volgens de tabel zou betaald moeten worden 5..10, of 1'.65 min der. De arbeider, die in de belasting valt, zou dus een voor hem niet onbelang- r:>k bedrag besparen. Een belastbaar inkomen van f 1000, waarvoor nu 45 moet worden opge bracht, zou volgens de tabel slechts 37.40 verschuldigd zijn. Wie naar een belastbaar Inkomen van 2000 betalen moet, brengt nu 90 naar den ontvanger, zou volgens de tabel met 80.40 kunnen volstaan. Maar hier hebben we ook het groot ste voordeelig verschil aangetroffen. Wel heeft iemand, die in eenige klas sen boven 2000 behoort, nog eenig voordeel, maar het wordt al geringer, Menschen bijvoorbeeld met een be lastbaar inkomen van 3100, doe nu ƒ139.50 betalen, zouden volgens de tabel 133 verschuldigd zijn en dus 6.50 profiteeren, menschen van 3500 4.50, van 3900 2.10. En hier houdt het voordeelig ver schil op. Bij een belastbaar inkomen van 4300 is het percentage niet meer 4.5 of daaronder, maar 4.515, zoodat de daarvoor aangeslagene 0.70 meer betaalt volgens de tabel, dan hij thans verplicht is te doen. Derhalve kan men zeggen, dat het in de tabel becijferde percentage de inkomens tot 2000 belangrijk, die boven 2000 tof 4000 eenigszins ont last en het verlies op inkomens boven 4000 'inhaalt. Ntet met schokken evenwel, maar zeer geleidelijk. Zoo maakt het voor don gelukkigen bezitter van 6000 een nadeeJig verschil van 15.55, of hij wordt aangeslagen naar de bestaande verordening of naar de tabel voor een inkomen van ƒ10.000 scheelt het 51.55, voor 15000 96.55, voor ƒ20.000 naar ik hierboven reeds bere kende 141.55, voor 25.000 186.55, enz., totdat ten slotte in de hoogste of 124ste klasse de eigenaar van een inkomen van 108.000 niet meer zoo als nu ƒ4860, maar 5793.55, of 933.55 meer zou hebben te betalen. Weliswaar moeten we niet vergeten, dat de voorstellers de tabel geven als een voorbeeld, maar toch mochten ook bij eventueele aanneming van het beginsel de cijfers eenigszins anders uitvallen ze zouden altijd geba seerd zijn op verhooging der belas ting op die boogere inkomens ter ver lichting van de lagere. En hierbij doet zich de vraag der nuchtere prac- tijk voor, die B. en W. aanleiding ga.f, reeds vóór de motie was inge diend, ziich er tegen te verklaren, deze vraag namelijk Zullen de ingezetenen, die deze groote inkomens bezitten, zich die verhoo ging van lasten laten wel gevallen? Doen zij dat wel, dan is het goede doel, om den weinig of niet bemid delde te ontlasten, bereikt. Doen. zij dat niet, dan is de toe stand van den weinig of niet bemid delde verslechterd. Dan moet hij im mers helpen opbrengen, wat door den rijkere niet meer wordt betaald. Zekerheid is hierover vooraf nooit te krijgen. B. en W. kunnen toch nieit bij de hoogst aangeslagenen laten rondvragen, of zij de stad denken uit te gaan, wanneer een progressie in 't percentage wordt aangenomen? Even min kan het gemeentebestuur zich er een denkbeeld van maken, of de toe passing van een dergelijken maatree gel bemiddelde personen voortaan zal weerhouden oni zich in Haarlem te komen vestigen, ja of neen. Dat zijn alle veronderstellingen, waarvoor de beide partijen, de zwart- galïigen en de blijgeestigen, niets dan aanwijzingen hebben. Ik kom daarop nog wel eens terug, maar ik wil nu alvast er op wijzen, dat de onzeker heid over de uitwerking van een maatregel een goeden wetgever altijd tot de uiterste voorzichtigheid dient te nopen. Het is een uiterst teere zaak. Toen in 1898 onze plaatselijke inkomsten belasting werd ingesteld, zonder stij ging van bet percentage, waren de kiezers zoo verontwaardigd, dat zij het volgende jaar verschillende Raadsleden niet herkozen en in hun plaats volksmannen afvaardigden. Anders bemoeit het publiek zich weinig met het bestuur van de ge meente. De zomer van 1899 aan schouwde in ons kalme Haarlem zoo- u; een kleine revolutie. Mag die al lang zijn uitgewoed, het zou mij niet verwonderen, wanneer opnieuw een belangstelling van de kiezers in deze aangelegenheid ontstond, zooals we die zeldeD zien. Des te beter, wan neer de menschen zich dan maar de moeite willen geven, de zaak van haar verschillende kanten te bezien. J. C. P. duïtenlandsch Overzicht President of m'nheer Castro. Met een gedurfde beeldspraak kan men zeggen: „Frankrijk zit met Cas tro in de maagMen beeft hem in 't land toegelaten, omdat.... weigeren te gevaarlijk werd geacht; want, ook al lijdt de president aan een serie onge makken peesknoop-tuberculose, een nierkwaal en huidziekte gelijk ge zegd wordt, maar hetgeen wij niet hebben geconstateerdals presi dent van Venezuela wordt hij nog steeds gevreesd, ook al loopt, hij z.g. „met den dood in de schoenen". Na lang weifelen hebben de regeer ders van de republiek hun houding tegen Castro bepaald. Hoe deze pre cies is, blijft nog een geheim (flauw, de Sint Nicolaas is al lang voorbij een ondoorgrondelijk staatsgeheim. De collega's in 't Frankenland zijn daarom natuurliik ijverig aan 't werk gegaan, om dit zaaitje uit te zoeken. Nu zegt de een dit, de ander dat, een derde zus, een vierde zoo... waaruit voldoende blijkt, dat er geen een ach ter de waarheid is kunnen komen 1 Aan 't departement van buitenland se he zaken scheept men de lui af, met een verklaring, die... geen ver klaring is, een listig gedraai met groo te woorden, die nauwkeurig be schouwd niets zeggen. Ziehier de vertaling van de voor naamste passages „Castro heeft aan den boodschapper van den minister van buitenlandsche zaken gezegd, dat hij als eenvoudig particulier kwam men denkt echter, dat hij van zijn verblijf gebruik zal maken om te trachten met de verschillende ringen, die geen gezanten meer Venezuela geaccrediteerd hebben, de zaken te regelen." Houvast heeft men In 't geheel niet aan deze verklaring. We begrijpen heusch niet, hoe aan een departement gezegd wordt: „men denkt echter"... Komt die onpersoonlijke derde per soon nu ook al in officieele stukken spoken 'l Dat kan goed worden 1 We kunnen enkel eenige gissingen omtrent de houding der Franschere gearing maken. Allereerst valt dan op, dat die „men" .waar achter of ficieel Frankrijk verstoppertje speelt de mogelijkheid heeft opengelaten voor een schikking met Castro. Wil Castro gunstige voorwaarden aanbie. den, dan wil Frankrijk luisteren, an ders houdt „men" en c. s. zich Oost- Indisch doof 1 Politiek is politiek I Is nu maar do vraag, óf Castro voordeeüge voorwaarden aan Frank rijk wil bieder Toen hit nog od de boot was. heeft men hem gezegd President, ga toch niet naar Frankrijk, want men zal u niet toe laten. Waarom de gelegenheid gebo den om Venezuela te vernederen Castro zei„Ik ga toch Indien men mij een vuistslag wil geven, zal ik dien in ontvangst nemen, om hem te. rug te kunnen geven". De Fransche pers is heelemaal niet ingenomen met de houding der regee ring. Ziehier eenige staaltjes van cri- tiek Do Libre Parole zegt, dat het een schande is, dat men Castro niet de deur gewezen heeft, en het blad spot aldusHet is prachtig» Castro Frank rijk binnenkomend onder bescher ming van Merlou (den gezant in Pe ru). De beschermer is den bescher meling waardig. De ironie zal volko men zijn, als Castro's zoogenaamd uitgestrekte hand uitgestrekt blijkt, om geld te leen te krijgen. Ook de Liberté vindt de houding der regeering onbegrijpelijk. Men acht het een dwaling; men zou het niet begriipen als de regeering daar in volhardde. Castro is iniusschen van Bordeaux naar Parijs gespoord. Heel fijn sa lonwagen, extra trein, bijzonder ge leide.... En dat alles voor „mijnheer" Castro Of heeft de regeer in g nu al weer den president voor den „mijn heer" in de plaats gesteld Zoolang Castro in Parijs blijft er wordt dus geen haast gemaakt met de zoo dringende operatiezal een bijzondere politiedienst ingesteld wor den. Is men in Frankrijk bang, dat men den president-mijnheer zal ontvoeren of schaken? Heusch, van ons Neder landers behoeft men zoo'n onderne ming niet te vreezen 1 Of is men nog altijd bang voor de twee zonderlinge Syriërs, die Castro blijven volgen. Ze zeggen ronduit vij anden van Castro te zijn, omdat deze hen voor 100.000 heeft opgelicht, (Wie geloof 't.... niet?) Geen hunner heeft echter wapens bij zich en ze verkla ren plechtig geen moordplannen te hebben. Eenige conclusieook president Castro wordt... „gepost"! Beierland en Venezuela. Castro is geïnterviewd over de Neder- Een persoon uit de omgeving van lauviscne quae sue. Deze zei aeu cor- respoiiiueiiL, uaL alles, wat Nederland. ooü aoeii zou, Casiro ongeroerd zou laten. Vvüae Neueriand. bombardee- ren, Castro zou a© havens, aie eutiel au or vreemde landen geschapen zijn, laten vermengen, iudien een expedi tie in het binnenland van Venezuela beproefd zou worden, zou het gehee le land opstaan om de onafhankelijk heid te verdedigen. We weten 't dus 1 Een Reu ter-bericht uit New-York meldt, „dat volgens meldingen uit Willemstad de Nederlandscüe oor logsschepen „Jacob van Heems- kerek" en „Gelderland" des morgens naar de Venezolaansche wateren zijn vert.roKK.en, geheel gereed voor on middellijk optreden. Men meent, dat de scnepen een betooging zullen hou den ter hoogte van La Guy ara, dat het doel is handelsschepen voor de Venezolaansche havens bestemd, aan te houden en het scheepvaartverkeer met Venezuela te beletten." la verband hiermee verwijzen we naar een brief uit Curacao, elders in dit blad opgenomen, waarin betoogd wordt, dat, wil Nederland met wapen- geweld optreden, dit n u de geschik- ste tijd is, omdat Venezuela koffie-oogst gaat uitvoeren. Van dezen uitvoer moet Venezuela bestaan. Wordt de uitvoer belet, dan lijdt Venezuela veel schade, zoodat Nederland een goede pressie kan uit oefenen. Blijkens de in den pas verschenen Staats-Almanak voor 1909 opgeno men lijst, vermeldende de personen, die in den loop des jaars de vereisch- to vergunning verlangden tot het aannemen van vreemde ridderorden, komen onder de met de orde van den Bevrijder van Venezuela begiftigde Nederlanders voor als ridders 3e ld. (commandeurs) kapitein ter zee W. D. H. baron van Asbeck, laatstelijk commandant van de „Gelderland", ge- stationneerd te Curacao, en J. II. de Reus, laatstelijk minister-resident te Caracas. 't Kan raar loopen in de wereld 1 De Grisls In den Balkan. Het nieuws is weer bijzonder schaars. Dit bewijst, dat we weer in een overgangstijdperk verkeeron, de afwachting der houding van de Do- nau-monarchie, ten opzichte van het antwoord aan Rusland omtrent de conferentie-alarmen en de onderhan delingen met Turkije over de herope ning der conferentie om tot een min nelijke schikking te komen. Alleen kunneu deze feiten geconsta teerd worden. De verdere betoogen, die er op geborduurd worden, hebben weinig waarde, 't Zijn gissingen of verzinsels. Daarom alleen geconstateerd, dat de houding van het O.-H. rijk in de laatste dagen veranderd is ten gun ste van een minnelijke schikking. Dit is al veel gewonnen I Servië blijft nog altijd even onrus tig en oorlogszuchtig. De kroonprins houdt weer van bloed druipende redevoeringen, die 't volk zoo gaarne hc-ort Toch houden de Serviërs de oorlogs daden nog thuis, en hebben de ern stige waarschuwing der mogendhe den dus wel overwogen Of beginnen de Serviërs te vreezen voor den steun van Rusland, waarop ze zoo vast rekenden DE TOESTAND IN TURKIJE. De „Pol. Korr." verneemt uit Kon- stantinopel, dat het Jong-Turksche comité feitelijk van den Sultan het ontslag van Kiamil-pasja als grootvi zier heeft g e i s c h t, doch ten ant woord kreegt dat vóór het bijeenko men van het parlement zulk een ern stige beslissing niet meer kon worden genomen. Het was reeds lang bekend, dat ernstige verschillen van meening bestonden tusschen Kiamil-pasja en het comité; het verwijt den grootvi zier zwakheid in de internationale politiek, doch de oorzaak van den strijd is, dat Kiamil zijn eigen weg gaat en de bevelen van bet comité niet blindelings gehoorzaamt. De hou ding, door den grootvizier tegenover den boycot aangenomen, heeft hem de ongenade der Jong-Turken op den hals gehaald. Dat Kiamil-pasja zal heengaan, is buiten twijfel, nu hij verklaard heeft, dat hij kort na de opening van het parlement zijn ambt zal neerleggen. Het parlement zal op 17 December bijeenkomende Sultan zal persoonlijk de troonrede uitspre ken. HET TWEEDE KEIZER-1NTERVIEW. Deze zaak is weer eens in den Rijks dag besproken. Op een vraag van den Centrums- afgevaardigde Erzberger verklaarde staatssecretaris v. Schön, dat voor de onderdrukking en inhouding van het zoogenaamde Keizer-interview van den schrijver Hale geen „groschen" uit de schatkist ter beschikking was gesteld. De heer Hale had het artikel uit eigen beweging ingetrokken. Daar op ging de Rijksdag met deze zoete geruststelling 1 op Kerstreces. EEN RUSSISCHE LEENING. De Rijksdoema heeft met een groo te meerderheid een door den minister van financiën ingediend wetsontwerp waarbij de minister wordt gemachtigd een leening van 450 millioen Rbl. te sluiten, aangenomen. De geldschieter van Europa Frankrijk mag weer dokken EEN HEVIGE STORM heeft Donderdag gewoed op de Engel- sclie en Fransche kusten, zoodat de oorlogsschepen, die uit de haven van Portsmouth tot het houden van ma noeuvres zouden wegstoomen, stil in de haven moesten blijven liggen. Een aantal schepen zag zich genoodzaakt een schuilplaats te zoeken in de ha vens, eenige andere, welke die havens niet snel genoeg konden bereiken, werden op het strand geworpen. De storm heeft ook weder een aan tal slachtoffers geëischt. Drie matro zen van visschersschuiten werden door een rukwind van boord geslagen en vonden hun dood in de golven. Dicht bij Portland is een bark ge strand en twee leden van de beman ning zijn verdronken. Uit verschillen, de havens zijn reddingssloepen ver trokken tot verleening van hulp aan in nood verkeerende schepen. REVOLUTIE IN PERZIë. Berichten deelen mede, dat er een omwenteling is uitgebroken te Askar bad, doordat de gouverneur het volk een adres van dankbetuiging voor de ontbinding der Kamer wilde doen tee- kenen. UIT ENGELSCH-INDIë. In zijn rede tot sluiting van de be sprekingen over het wetsontwerp tot snellere berechting van anarchisten en. opruiers verklaarde de onderko ning Minto, dat de thans geldende wetten niet voldoende zijn om het dreigende gevaar te keer en. De ontr dekking van verborgen wapenmaga zijnen, gevolgd door den aanslag op den luitenant-gouverneur van Benga len en de moord op den inspecteur van politie zijn bet begin van een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis der oproerige beweging en hebben be. wezen het bestaan van een wijdver takte moorddadige samenzwering. welker kennelijke wapens zijn stelsel matige moord op xegeeringsambtena- ren en verdrijving van de Britsche regeering uit Indië. De onderkoning deed een beroep op de leden van alle rassen en elke kaste om zich aaneen te sluiten, met het doel een einde ta maken aan de samenzweringen en verborgen gevaren, die dagelijks liet leven der bevolking bedreigen. Stadsnieuws FONDS TEGEN WERKLOOSHEID. In verband met de debatten in de Raadsvergadering van Woensdag aangaande steun van gemeentewege voor de bestrijding der werkloosheid, komen B. en W. met een voorstel, dat wij hieronder laten volgen. Daardoor zal het reglement geheel van kracht kunnen blijven en noch de uitkeering van het lenigingscomi té door de kas'der aangesloten veree- nigingen gaan, noch de gemeentelij ke bijdrage door het verzekerings- fonds loopen. Wei wordt eene afzon derlijke rekening en verantwoording noodig, doch daartegen zal wel geen bedenking zijn. Tot de verzekeringsvereenigingen zullen nu tal van contribueerende le den moeten toetreden, die niettegen staande hun verzuim om vroeger lid te worden, toch onmiddellijk de voor deel en van verzekering zullen deel achtig worden en de vereenigingen zullen daaronder niet lijden omdat de kosten door het lenigingscomité en de gemeente worden betaald. B. en W. doen opmerken, dat zulk een buitengewone maatregel niet kan worden herhaald. Den volgenden winter kunnen zij, die niet tot een vereeniging zijn toegetreden of de ver plichtingen, aan bet lidmaatschap verbonden, niet hebben nageleefd, ou der geene omstandigheden hulp van de gemeente verwachten. Het voorstel dan luidt aldus: Ter beschikking van het Bestuur van het gemeentefonds ter bevorde ring van de verzekering tegen de gel delijke gevolgen van werkloosheid wordt gesteld een bijzonder crcdiet van 3400, onder de navolgende voor waarden: het genoemde bestuur is be voegd, tot aan 1 Maart 1909 uit dat ere diet een bijzonderen toeslag te ver kenen aan werklooze personen, wel ke, lid zijnde eener bij het gemeente fonds aangesloten vereeniging, door tusschenkomst van die vereeniging eene uitkeering wegens gedwongen werkloosheid ontvangen, zonder aan spraak te kunnen maken op een bij slag. Op dezen bijzonderen toeslag zijn niet toepasselijk de bepalingen, bij dat huishoudelijk reglement op den bijslag vastgesteld. b. het bestuur van het gemeente fonds voornoemd zal, zoo spoedig doenlijk na 1 Maart 1909, aan den ge meenteraad verslag doen van de wij ze, waarop over het genoemde bedrog geheel of gedeeltelijk is beschikt. ARBEIDSBEURS. In druk verschenen zijn de amen dementen, die door de heeren Breda Kleijnenberg en Modoo, elk afzonder lijk, op het voorstel van B. en W. tot stichting van een definitieve arbeids beurs zijn ingediend. Die van den heer Kleijnenberg ko men hierop neer, dat de Raad den di recteur, den voorzitter en. de leden! van het bestuur benoemt, de instruc tie des directeurs vaststelt, het nader vast te stellen reglement goedkeurt; voorts, dat de directeur de vergade ringen van het bestuur bijwoont, dat de beurs gedurende een arbeidsgeschil voor de door eene staking of uitslui ting getroffen onderneming hare werkzaamheid opschort en dat het Bestuur (niet B. en W.) jaarlijks ven slag uitbrengt aan den gemeenteraad. Verder wenscht de heer Kleijnen berg te doen vervallen, dat wanneer een lid-werkgever niet ter vergade ring aanwezig is, een lid-werknemer buiten stemming blijft, of omgekeerd.! De amendementen van den heer Mo doo betreffen de ook door den heer Kleijnenberg voorgestelde wijzigin gen tot het bovengenoemde woordje voorts. In hoofdzaak bedoelen dus beiden, den Raad grooter invloed te geven op den gang der zaken. De heer Modod kan veilig zijn amendementen intrek ken, daar die van den heer Kleinen- 1 berg verder gaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 1