HAARLEM'S DAGBLAD. Binnenland FEUILLETON De Roode Pimpernel OM ONS HEEN No. 853. Een klacht van buiten. Toen een dag of tien geleden be kend werd, dat B. en W. van Haarlem voorstelden, heen en weer reizende leerlingen van buiten op de scholen voor middelbaar onderwijs voortaan een veel liooger schoolgeld te laten be talen. en dan nog alleen wanneer er plaats is, toen heb ik gedacht„daar zullen we wel gauw wat van hooreni' Ik verbeeldde me, dat vaders en voogden, ontroerd bij de tijding dat ze voortaan misschien wei 250 gulden schoolgeld zouden moeten betalen, per leerling, in ieder geval véél meer, dan ze tot dusver gewend waren, naar de pen zouden grijpen en vliegens vlug een request zouden opstellen, een ingezonden stuk zouden schrij ven, ja misschien een vergadering zouden beleggen, om gezamenlijk te overleggen, wat er moest worden ge daan. Maar ik had me vergist. Hoe ik mijn oor ook te luisteren lei, er klonk geen noodkreet van over de grenzen. „Slapen de buren heb ik me af gevraagd. En zullen ze, op z'n Hol- iandsch, pas uit den dut raken, wan neer t te laat is? Gelukk'g is er nu dan toch een eer. «te teeken van leven gegeven. Het Bloemendaalsch Weekblad van Zater dag brengt een ingezonden stuk van W. B. v. B. over de zaak en een com mentaar daarop van de redactie, die ons tot een paar opmerkingen aan leiding geven. Terecht ziet de heer van B. de ernst Van den maatregel in. „Wat moeten de ouders doen, -e niet weg kunnen en ook het exorbi tante schoolgeld Yan ƒ250.niet kun nen opbrengen?' vraagt hij, en doet daarbij een weinig onrecht aan B. en W., die immers geen ƒ250 zullen ver langen van ouders, die dat niet kun nen betalen 1 Waarom, zoo vraagt hij verder, heeft het Rijk zoo weinig toegevend-" heid betracht in deze hoogst belang rijke zaak Waarom? Waarom laat men al sinds jaren de groote gemeenten spar telen aan de haak der hooge belastin gen Uit gebrek aan initiatief, uit on verschilligheid. De Nederlandsche wetgever, onverschillig van links of van recht3, is een traag wezen, dat zich druk maakt over militaire futi liteiten en belangrijke dingen laat loopen, zooals ze loopen willen. Dat wil don zeggenmis. En zoo ver zijn we nu in Haarlem. Wij kun nen niet maar opnieuw schatten gelds aan ons middelbaar onderwijs uitge ven, we moeten dus het aantal leer lingen beperken. Maar de heer v. B. heeft nog een derde vraag of hier geen overleg tus. schen Haarlem en de buitengemeen ten gepleegd had kunnen worden Wel zeer zeker. Indien de gemeen tebesturen bij Haarlem aankomen, zullen ze stellig een willig oor vinden. Dat Haarlem niet al vroeger met die besturen heeft overlegd (aangenomen dat het niet gebeurd ia) komt mis schien daar vandaan, dat B. en W. van Haarlem zich daarvan toen niet veel voorstelden. De gemeenteraden zijn voor zulke aangelegenheden niet altijd erg scheutig. Juist een paar da gen geleden heeft de Commissie van rapporteurs uit de Prov. Staten haar verwondering er over te kennen ge geven, dat de besturen van die buiten gemeenten zoo weinig doen voor de liaarlemsciie Huishoud- en Industrie school, waarbij hun ingezetenen toch zooveel belang hebben. „Inderdaad is de maatregel, zooals „deze door B. en W. wordt voorge- „steld onredelijk en onbillijkonrede lijk, omdat de buitengemeenten als ,,'t ware met Haarlem samenvloeien „en zij aan Haarlems middenstand „groote voordeelen bezorgen; önbil- „lijk in hooge mate, wegens het ont vettende klasse-verschil, dat een ge- ^volg zal zijn van het buitensporig „hooge schoolgeld." Aldus toornt nu de heer B. v. B. tegen B. en W. van Haarlem. Ten onrechte, want het College zou, daar ben ik zeker van, veel liever een anderen weg zijn gegaan. Het weet zeer goed, welke voordeelen de mid dienstand in dé stad geniet van de be woners in de dorpen, en het slot van don heer B. „misschien zijn er com mercieel aangelegde Haarlemmers, die er in de verre toekomst reeds een belastingverlaging in meenen te zien", ia een vergissing. Niemand Haarlem heeft daaraan, gedacht inte gendeel iedereen betreurt het, dat de mooie onderwijsplannen van B. en W. met een dergelijken aanval op de beurs van onze goede naburen ge paard moet gaan. Wanneer de maat regel niet noodig fs, zal ledereen het toejuichen, indien hij ingetrokken wordt De redacteur van het Bloemen daalsch Weekblad toont in zijn bij schrift verklaarbare ontstemming. Toch komt hij zeker tot een verkeer de conclusie, waar hij schrijft „Onze slotsom is, dat Haarlem zich „blijkbaar voorstelt, op deze wijze de „ouders van te Hiilegom tot Bever- „wijk schoolgaande kinderen te dwin gen, ter wille van hunne kinderen „in Haarlem te komen wonen.' Dit is een dwaling. Langs dergelijke omwegen wenscht ons gemeentebe stuur zelfs de verloren schaapjes, de Haarlemsche forensen, niet terug halen om van de menschen, die we gens hun beroep in de dorpen moeten blijven wonen, nog maar niet eens te spreken. 'Men moet inderdaad in de voorgestelde maatregelen niet méér zien, dan er In ligt een poging om het noodzakelijk financieel evenwicht to herstellen, dat door de geweldige uitbreiding van Haarlems middel baar onderwijs en het groote aantal leerlingen van buiten, In ernstig ge vaar is geraakt. En nu vraag ik u, mijnheer van B. en mijnheer de redacteur van *t Bloe mendaalsch Weekblad, die critiek oefent op B. en W. van Haarlem, meent gij dan, dat Haarlem maar uit den treure voort moet gaan, met duur onderwijs aan kinderen uit andere gemeen tón to geven voor een vijfde van den prijs? Terwijl wij in Haar lem nu al 41/2 procent betalen en in de toekomst zeker nog meer aan den fiscus zullen moeten offeren? Op mijn woord, het is niet nood'g, dat wij uitgenoodigd worden eens uit te rekenen, wat die 160 leerlingen, be halve hun schoolgeld, jaarlijks in de gemeente brengen. Dat zijn alle over wegingen naast de quaestïe, waar 't om gaat en die ik zoo kort mogelijk stellen zal aldus HAARLEM WIL WEL, MAAR KAN NIET LANGER VOOR ƒ60 'S JAARS MIDDELBAAR ONDERWIJS GEVEN AAN LEERLINGEN VAN BUITEN. Voor de ouders wordt het met de nieuwe tarieven te duur. Dat wil ik aannemen. Maar Is er dan geen derde mogelijk heid Wanneer nu de omliggende gemeen ten tot een offer bere;d waren en daartoe ook zochten te bewegen de Provinciale Staten van Noordholland en zij gezamenlijk de medewerking inriepen van de Regeering, zou het dan onmogelijk zijn, gezamenlijk bij een te brengen een extra subsidie aan Haarlem van laat ons zeggen 25000 'k Wed, dat daarmee Haarlems ge meentebestuur niets liever zou doen, dan al zijn verhoogingsplannen laten varen, in het belang van Haarlem, dat het inderdaad ook wel kent. Maar dan de handen uit de mou wen gestoken, belanghebbenden en be. langst/ellenden I Dan ook bijeen geroe pen de ouders en voogden van de buJ- j tenleerlingen. Dan ook met frissche] energie gewerkt om de gemeentebe sturen warm te krijgen, om Ged. Sta- ten vast voor 't plan te winnen, om de Regeering uit haar laksheid op te schrikken. Voor 1909 kan het niet meer, klaagt de redacteur van het Bloemendaalsch Weekblad. Neen, voor 1909 is 't te laat. Maar alg het Haarlemsche ge meentebestuur den ernstigen wil zag en begreep dat er kans op slagen was, zou het, denk ik, niet afkeerig er van wezen, om het althans met de school- geldverhooging nog een jaartje aan te zien. J. C. P. Stadsnieuws Naar aanleiding van de advertentie voorkomende in ons nummer van he den van Maison Art et Modes, hebben wij eens een kijkje genomen in de eta lage van het perceel van den heer Scheer, Groote Houtstraat 100. Daar vonden wij een prachtige col lectie damestoiletten, waaronder van echte Cluny- en Venetiaansche kant, benevens eenige 'mooie Brusselsche kanten en zijden chiffon met gebor duurde fluweelen bloemen. Een ware prachtcollectie. De dames zullen dan ook zeker deze tentoonstel ling zou men haast zeggen niet voor bij gaan. Er zijn costuums bij die kant en klaar te bekomen zijn voor duizend gulden. Ook het costuum systeem Dr. Th. v. d. Velde is in deze etalage te bezichtigen. WILLEM ROBERT Jr. Wij lezen in de „Tilburgsche Cou rant" Het eerste abonnemenls-concert gis teravond door onzen stadgenoot Wil lem Robert Jr. gegeven, is in allen deele schitterend geslaagd. De belangstelling van het publiek was goed te noemen, ofschoon de be trekkelijk hooge toegangsprijs waar schijnlijk velen had doen. terugschrik ken. Die echter tegenwoordig waren, zullen waarlijk geen spijt gehad heb ben.. Op de eerste plaats moeten we ver melden de sonate Opus 30 (c. kl. terts)- van Von Beethoven, die op artistieke en schitterende matu-er werd uitge voerd door de heeren Gebrs. Robert. ZooweJ Willem als Louis, respectieve lijk als violist en pianist, deden zich kennen als artisten van groote betee- kenis. Mej. Mien Scholten, die wegens on gesteldheid van mevrouw Kubbinga- Burg optrad, zong een vijftal liederen van Schumann en Schubert, en ook deze begaafde zangeres oogstte zeer veel bijval. Het „Vorspiel und Adagio uit het lste Concert" (G. kl. terts) van Max. Bruch, was een waar reuzensucces voor den heer W. Robert. Hoe gaarne hadden we het geheele concert ge hoord. Misschien een volgende maal. Na de pauze zong mej. S "holten nog een drietal liederen van Andriessen, Zweers en Loots, en behield hare hoog staande reputatie ten volle. Wat een lieve, beschaafde voor dracht. Hoe innig mooi zong ze voor al „Mijn Eerste" van B. Zweers. De „Sonate op. 45" (C. kl. terts) van E. Grieg, was een waardig slot aan dezen goed geslaagden kunstavond. Vooral het allegretto werd prachtig voorgedragen. We hopen nog meermalen in de ge legenheid te zijn, concerten, door den heer Robert te geven, te kunnen bij wonen. We twijfelen niet, of ieder Tilburgsch muziekliefhebber zal de moeite van den energieken musicus op hoogen prijs stollen. Rubriek voor Vragen Geabonneerden hebben het voorrecht vragen op verschillend gebied, mits voor beantwoording vatbaar, in te zonden bij de Reductie van- Haarleih's. Dagblad,-Groote Houtstraat 63. Alle antwoorden worden geheel kosteloos gegeven en, voor zooveel mogelijk is, den dag na de inzending. VRAAG: Verkort. Ik heb 10 kuikens broed Mei 1908, die nog niet leggen, nu wilde ik ze gaan voeren met Leg- poeder van O. J. van Aken te Ant werpen, is dit aan te bevelen? Gebeurt het meermalen, dat kuikens zoo laat leggen en wat moet ik ze voeren om spoedig en veel eieren te krijgen? ANTWOORD: Volgens deskundi gen in Avicultura zijn alle middelen die voor het leggen worden aanbevo len, uit den booze, dus ook het z.g. legpoeder. Dat kippen op den leeftijd van 7 maanden nog niet leggen is niet zoo erg als u wel denkt, indien u ze niet overvoert, ('s morgens ochtendvoeder, 's middags groen en voor het op stok gaan graanveeder met weinig of geen mais) en de beesten van een goeden logstam afkomen, zullen ze wel spoe dig beginnen. Geef hun, indien u twij felt of ze niet te vet zijn, (want vet heid houdt de eierproductie tegen) ge durende een 6 tal weken om den an deren dag per kip 1/2 theelepel En- gelsch purgeerzout (Sulfas Magneisa) en 1/2 theelepel Glauberzout (Sulfas Natricus) door liet zachte ochtendvoer en stel hen gedurende dien tijd op half r ante oen, doch groen voèr geve u volop. Met ijzervitriool in hun drinkwater moet u niet doorgaan, dat is goed als ze last hebben van de snot. VRAAG. Eenige perceelen zijn 15 jaar geleden gekocht voor f 20.000. Er is ƒ16.000 hypotheek op gegeven, waarvan de rente steeds geregeld is botaald. Deze perceelen komen nu in veiling1 en zullen hoogstens 13,000 opbrengen, wegens achteruitgang van stand. Kan men nu den eigenaar, die niet in staat is het tekort te betalen, hierover lastig vallen of hem in staat van. faillissement verklaren ANTWOORD. Zonder twijfel, hij heeft immers een schuld aangegaan en kan die nu niet volledig betalen. Of dat met of zonder zijn schuld is, doet ter zake niet af. Althans niet voor de wet. De schuldeischer zal wellicht in zijn eigen belang eene schikking willen treffen. Probeer dat. VRAAG. Zoudit u mij ook kunnen zeggen, óf er aan de nieuwe scheeps- bouwwérf, aan het Noorder B. Spaar- no gebouwd wordende, ook werkvo'k geplaatst kan worden en bij wien 'k mij moet vervoegen? ANTWOORD. Of er aan de werf „Nee-rlandia" werkvolk kan worden geplaatst, kunnen wij u niet zeggen. Wend u daarvoor tot de eigenaren, de heeren Brouwer Van Dijk. Eerstgenoemde woont te Bloemen- daai, Zutder Stationsweg, en laatst- te Schoten, Spionkopstr. 13. Uit de Omstreken ZANDVOORT. Door de H. IJ. S. M. werd aanbe steed Bestek 1128. Het maken, laveren, opstellen en volledig afwerken van de metalen perron-overkapping op het station ZaudYOort. Raming ƒ48.500. Minste inschrijver de heer Van Eg- mond en Co., Zoeterwoude, 42.840. VRAAG. Zoudt u mij ook kunnen zeggen, wat ik doen moet aan een jongen hond die geregeld op verschil lende plaatsen zijn haar verliest ANTWOORD. U moet u wenden tot een veearts. Dit ontstaat veel door huidziekten, en daaraan kuut u zelf meestentijds met dokteren. VRAAG. Kunt U mij ook inlichten, waar ik Pijnboomharst kan krijgen Ik heb hij verschillende drogisten al gevraagd. ANTWOORD. Dit kunt u verkrijgen, in elke flinke drogistzaak. CORRESPONDENTIE. Den Heer S. Op uw vraag kan geen antwoord gegeven worden. Iedereen is gelijk voor de wet, maar bij de verzeker mg tegen ongelukken zijn de gevallen vaak zéér verschil lend, Wij vermoeden, dat dit ook nner zoo is. lien van onze lezers raadt tegen kaalhoofdigheid brillantine aan, zoo als de kappers in den knevel smeren. Wij raden het niet aan we zija geen dokters. Deal Heer R. D. te Heemskerk. Uw vraag hopen wij binnen enkele dagen te kunnen beantwoorden, daar deze wordt onderzocht. Verkiezing. Gemeen ter aal Do Burgemeester (gelet op art. 51 al. 1 der Kieswet) maakt bekend, dat op Maandag 4 Januari 19D9, van des .voormiddaga negen tot des namid dags v.ier. uur bij hem .ter Secretarie der gemeente kunnen worden-ingele verd de opgaven van candidaten ter tusschentijdsche verkiezing van twee leden van den Gemeenteraad, één m het eerste en ééu in het derde kies district der gemeente Haarlem (va caturen Stolp, en Groot), en dat van 20 December a. s. tot en met. voren genoemden dag ter gemeente-secreta rie (aan de le Afdeeling) de formule ren voor aio opgaven kosteloos voor de kiezers verkriïgbaar zijn. TWEEDE KAMER. De algemeene beraadslagingen over „Oorlog"' werden geopend door den heer Ter Laan, die trachtte aan te toonen, dat de Minister allerminst vooruitstrevend kon heeten, blijkende uit 's ministers houding inzake de Mi litie wet 1901 (militair'stitsch optreden; verzwaring van lasten blijvend ge deelte). Naar 's ministers plannen zouden niet alleen zonen etn vaders, maar grootvaders moeten dienen (landstorm). Met "s ministers denk beelden om den diensttijd terug te brengen en de herhalingsoefeningen te bekorten, zou spreker kunnen me degaan dan was men op zijn 30ste jaar van alle verplichtingen af. Doch sterk gekant was de afgevaardigde tegen het opvoeren van het contin gent tot 22.000 man dat zou 2 mü- lioen méér kosten dan thans. Stond er nog verkorting van eersten dienst tijd tegenover, maar neen De voor genomen afschaffing van de vergoe ding aan kostwinners, met vrijstel ling van dezen, keurde spreker af ieder burger moest zijn dienstplicht kunnen vervullen. Van de beginselen van het volksleger week de minister dus af, ook ten aanzien van het wer ven van zooveel mogelijk vrijwilli gersdie hij toch niet kreeg, om dat de behandeling der m'liciens niet deugde. Evenmin was de positie van het kader in orde. Bij de manoeuvres werd het onmogelijke van de jon gens gevraagd. Spreker vestigde de aandacht op misbruiken bij de keuring, waardoor menschen tegen betaling zouden vrij gesteld worden van dienst. Hij meen de. dat de minister bij deze begroo tte g enkele eischen had gesteld, door gelden te vragen, die veilig konden worden uit- of afgesteld, met het oog op de ongunstige financieele omstan digheden. Er was verkwisting cn op dien weg kwamen we met de defensie- uitgaven tot over de 30 millioen. Het Nederlandsche volk moest in 1909 zich duïdelük uitspreken tegen verzwaring van militaire lasten. Na deze rede, die vijf kwartier had geduurd, verklaarde de heer Arts de redenen van zijn volkomen vertrou wen in don bewindsman van Oorlog, die ons uit het moeras weer op vasten bodem zou brengen, 's Ministers plan nen tot vrijlating van de kostwinners verhouding van het leger tot het de- parlement. Hij deelde In dit opzicht de meening van generaal Staal in de Eerste Kamer. In het bijzonder vroeg hij meerdere zelfstandigheid voor de regimentscommandanten. Het leger moest volkomen zelfstandig georga.nl- soerd staan niet onder, maar tegen over het departementdan kon de taak Yan den Minister beperkt blijven tot legislatieven arbeid. De Raad van Defensie moest rlieuon om de advie zen der actief dienende legerautori- teiteai te corrigeeren. De tegenwoor dige Raad had geen reden van be staan. Tegen den „papierkanker" in het leger kwam spreker met na druk op. Vervolgeus verzette spreker zich te gen het gebruiken van het leger voor politie-doeleindendaarvoor was het niet bestemd en met die gedachte moest worden gebroken. Een goed ge organiseerd Rijks-politiekorps was noodig, met inbegrip van de maré- ohaussée, naast voorschriften betref fende de regeling der gemeente-poli- tie. Spreker had dus bedenking tegen do benoeming van sergeants tot onbe zoldigd rijksveldwachter, doch nog veel sterker tegen 's ministers poging om de maréchaussée bij het leger tl houden. Daarop kwam hij nog terug. Eindelijk de conduitestaten, wj erkende verbeteringen, maar was niet geheel tevreden. De commissie van beroep was niet goed georgani seerd. Het oordeel der commissie had effect moeten hebben, en dat heeft het thans niethet bleef een advies. De voorzitter behoorde een burger te wezen het advies behoorde door bur gerlijke rechtsopvattingen te worden boheerscht. De beoordeelingslijstem waren niet noodzakelijk, doch in elk geval deugde de inrichting niet. Spreker maakte vervolgens bezwaar tegen de wijze waarop het departe ment tegenover officieren optrad de heer Thomson deed er wèl aan zijn eigen zaak, als illustratie, ter sprake te brengen. Deze minister was nog niot tot de juiste opvatting bekeerd dat bleek uit de behandeling van overste Romerde minister nam laakbare handelingen van chefs in bescherming, terwijl die chefs had den behooren te zijn gestraft. Spreker opperde nog eenige bezwa ren tegen de opvatting des ministers inzake de rechten der officieren, daar bij speciaal uitgaande van het geval- Römer. Men onderwierp een officier aan een smadelijk onderzoek, maar onthield hem de kennisneming van een voor hem gunstig rapport. Da lie de spuigaten uit en was in strijd met alle begrippen van recht en fat soen. Spreker kon den minister niet con aniore steunen. De heer Van Veen besprak een be paald geval van z. i. onjuiste toepas sing van liet artikel der militiewet betreffende broederdiensL In de avondvergadering betoogde de heer Eland, dat vele van zijn wen- zouden tengevolge hebben, dat 2000 andere lotellngen hun plaatsen moes-schen liggen in de lijn van hetgeen de ten innemen, en dit leidde meer en Minister voorstelt, meer tot alsremeenen dlenstohcht. Dit achtte spreker minder democratisch spr* am °P ^gen s Minis- dan het bohoud der schadeloosstelling ters weigering tot verkorting van den aan de kostwinners. In het algemeen eersten oefentijd en tegan diens plan zou spreker geen bezwaar maken te- tot verhooging van het contingent, Plannen, indien zij wat tot grooter uitgaven zal leiden. met tengevolge hadden verzwaring van financieele en persoonlijke las- aanzien van de zaak-Romer, ten. 's Ministers streven naar verbe- bet<>ogde Spr. dat de Minister in zijn tering van de soldijen Yan minderen optreden tegenover dezen voor bevor- en minder kader werd door hern ge- dering herhaaldelijk ongeschikt ver- vvaardeerd. Maar hij drong op betere klaarden hoofdofficier binnen zijn be- beroep "aan*111 ondert»fIict°r voegdheid was gebleven. De heer Passtoors vereenigde sich Nadat da ha,r had l*»pleit voor een groot deel met het door den heer Arts 'gezegde. Op 's ministers plannen zou gelegenheid zijn terug te komen. Spreker maakte eemge opmerkin gen in verhand met de op handen zijnde herziening der wet op de in kwartiering en drong aan op bekor ting of afschaffing van den nachtar beid der militaire bakkers. De heer Van Idsinga kon zich niet geheel vereenigen met het beleid Yan den minister. Hij vond te loven en zou voor de begrooting stemmen, doch niet als blijk van volledige instem ming. Spreker was teleurgesteld, dat de minister niet gekomen was met een voorstel tot opheffing van het blijvend gedeelte. Hij had gehoopt op een politiek van grooter middelen en op een burger-minister van oorlog in dit- Christelijk Kabinet. De ma.n, die d it ambt bekleedde', moest geen mili tair zijn die deelnam aan de Regee ring, niet iemand die behoorde tot het beroêpscadrement van het leger. Nam men een militair, dan diende deze ontslag te neineu uit het leger. Spreker uitte andermaal teleurstel ling. dat deze minister niet toezegde afschaffing van het blijvend gedeelte. Die teleur stelling gold ook de rege- afschaffing van het verstrekken van versch brood op Zondag aan het Haar lemsche garnizoen, betoogde de heer Van Karnebeek, dat door opvoering van het contingent tot 22000 man met verkorting van'den diensttijd en af schaffing van de derde herhalings oefening bij de militie en van de twee de bij de landweer, de persoonlijke lasten zullen worden verminderd. Af schaffing van de vierrnaanders en hun vervanging door zesmaanders is mede goed te keureu. Inlusschen be pleitte spr. in geval van uitbreiding van het contingent tot 22000 man, op komst der lichting in drie ploegen, opdat de Regeering in het geheele jaar, voor het geval van mobilisatie de beschikking krijge over voldoend geoefende manschappen. Hoe het zij, spr. meende dat de plannen des Mi nisters niet vèr genoeg reikten. Hij achtte noodig een macht van 300.000 weerbare mannen; invoering van ai- gemeenen dienstplicht ook door den heer Eland verdedigd met in lijving van 27000 man :s jaars. De Mi- hng der hoogea-e bevelvoering en de nister deinst voor verder reikende le- Naar het Engelsch door Barones Orczy. 291 Terwijl hij sprak, keek hij Mar guerite snel en scherp aan, maar zij Verraadde geen aandoening, en haar oogen. ontmoetten zonder vrees de zijne. Neen, mijnheer, antwoordde de Prins, mijn lippen zijn verzegeld en de leden "an den bond bewaren zorg vuldig hét geheim van hun leiders daarom moeten zijn schoone bewon deraarsters zich tevreden stellen met een schaduw. Hier in Engeland, mijn heer, voegde hij er mot ongeëvenaar de hoffelijkheid en waardigheid bij, behoeven wij slechts den naam van den Rooden Pimpernel te noemen, of iedere mooie wang wordt overtogen met een blos van enthousiasme. Nie mand hoeft hem gezien behalve zijn getrouwe volgelingen. Wij weten niet of hij groot of klein, blond of donker, knap of mismaakt is. maar wij weten dat hij de dapperste gentleman''-'ih de geheels wereld is, en wij zijn er allen een beetje trotsch op, mijnheer, als Wil bedenken, dat hij een Engelsch- man is. O, Monsieur Chauvelin, voegde Marguerite er bij, terwijl zij bijna met wantrouwen keek haar het kal me, sphinx-achtige gelaat van. den Pranschman,- Zijn Koninklijke Hoogheid mócht er nog wel bijvoegen, dat wij dames aan hem denken als aan een held uit den ouden tijd.... wij vereeren hem.,., wij dragen zijn kleu ren.... wij beven voor hem als hij in gevaar is en genieten met hem als hij overwint. Chauvelin bepaalde zich tot een bui ging voor den Prins en voor Margue rite; hij voelde dat deze woorden, niet zonder bedoeling gezegd waren ieder op hun manier om minach ting zoowel als wantrouwen uit te drukken. Den genotzuchtige*!, ledig loopenden Prins minachtte hij, de schoone vrouw, die in haar goud blond haar een tuiltje kleine roode bloemen uit robijnen en diamanten samengesteld, droeg had hij in zijn macht.hij kon haar dwingen te zwijgen en alles stil af te wachten. Een lange, joviale onnoozele lach verbrak plotseling het stilzwijgen, dat op die woorden volgde. En wij arme echtgenooten, klonk nu langzaam en gemaakt uit den mond van Sir Percy, wij mogen er maar bij staan.... terwijl zij een scha duw vereeren. Iedereen lachte do Prins luider dan ieder ander. De gespannen toe stand was verbroken, en het volgend oogenblik verspreidde het gezeisehap zich iacliend en pratend in de aan grenzends vertrekken. HOOFDSTUK XIL Het Stukje Papier. Marguerite bracht ondraaglijke uren door. Ofschoon zij lachte en bab. belde, ofschoon zij meer bewonde raars om zich heen had dan iedere andere vrouw, voelde zij zich als iemand, die ter dood veroordeeld was en nog maar één dag te leven had. Haar zenuwen waren tot op liet uiterste gespannen, wat er niet beter op geworden was in het uur, dat zij samen met haar echtgenoot had door. gebracht tusschen de opera en het bal. Het vonkje hoop dat zij in de zen goêdhartigen, kalmen man mis schien een kostbaren vriend en raad gever zou blijken te hebben was even snel verdwenen als het gekomen was. Een gevoel van goedige minach- tiug deed haar den rug toedraaien aan den man, die haar zedelijke steun had moeten zijn in deze moeilijke cri sis die haar verstandige raadgever had moeten zijn, nu vrouwelijke sym pathie en gevoel haar heen en weer slingerden tusschen haar liefde voor haar broeder, die ver weg was lm doodsgevaar en afschuw voor den akeligen dienst, die Chauvelin van haai- vergde in ruil voor de veiligheid van Armand. Daar stond hij, de zedelijke steun, do verstandige raadgever omringd door een gezelschap hersonlooze, leeg hoofdige jonge fatten, die op dit oogenblik vol genot een dwaas cou pletje van mond tot mond lieten gaan, dat hij hen juist had voorgezongen. Overal vervolgde haar dat dwaze, onbeteekenende versje; men scheen over weinig anders meer te willen spreken, zelfs de Prins had haar la chend gevraagd, of zij de laatste dichterlijke ontboezemingen van haar echtgenoot wel op prijs stelde. Dat heb ik in elkaar gezet, ter wijl ik mijn das vastknoopte, had Sir Percy tot zijn rij van bewonderaars gezegd. „Men zoekt hem hier, men zoekt hem daar, En Frankrijk komt er niet mee klaar. Is hij er niet, of is hij er wel. Die niet te vinden Pimpernel Dat. onnoozele versje van Six Percy deed overal door de schitterende ont vangzalen de ronde. De Prins was verrukt Hij beweerde, dat het leven zonder BLakeney niets dan een verla ten woestijn zou wezen- Daarop nam hij hem bij den arm en bracht hem naar de speelzaal, waar hij zich met hem in eon of ander hazardspel mengde. Sir Percy, wiens grootste belang stelling in avondpartijen zich scheen te concentreeren om de speeltafel, was gewoon zijn vrouw toestemming te geven om te flirten, te dansen en zich te vermaken zooveel zij dat ver koos. En dezen avond, nadat hij zijn grapje te berde had gebracht, liet hij ook Marguerite weer in een kring van bewonderaars van alle leeftijden ach ter, die zonder uitzondering verlan gend waren haar te helpen vergeten, dat daar ergens in die groote receptie zalen, een lang, lui wezen was, dat zoo dwaas geweest was te veronder stellen, dat de talentvolste vrouw uit Europa zich zou kunnen schikken in een prozaïsch Engelsch huwelijk. Haar overspannen zenuwen, haar opgewondenheid en aandoening zet ten haar bekoorlijkheid nog meer luister bijen terwijl zij met haar gevolg bestaande uit mannen van verschillende nationaliteiten door de zalen ging wekte zij ieders bewonde ring op. Zij wilde zichzelf niet meer toe stemmen na te denken. Haar vroege re, ietwat eigenaardige opvoeding had haar iets fatalistisch gegeven. Zij voelde, dat alles moest gaan zooals het ging, dat het niet in haar hand lag. Zij wist, dat zij van Chauvelin geen genade kou verwachten. Hij had •-•en prijs gesteld op het hoofd van Ar mand, en nu tiet hij het verder aan haar over, wat te kiezen. - Later op don avond kreeg zij Six Andrew Moulkes en Lord Antony Dewhurst in het oog, die blijkbaar juist waren aangekomen'. Zij zag hoe Sir Andrew dadelijk de kleine Suzan ne do Tournay ging opzoeken, en. hoa de beide jongelieden spoedig samen op een der breede versterbuuken van de talrijke vensters gingen zilien, waarop zij in een zeer ernstig, maar zeer aangenaam onderhoud verdiept schenen Le zijn. Beide jongelieden zagen er een beet je mager en zenuwachtig uil, maar overigens zagen zij er onberispelijk gekleod uit en aan de hoffelijke wij ze, waarop zij zich gedroegen was niets te hespeuren van de ernstige ca tastrophe, die voor hen eu hun Lei- dor waarschijnlijk niet zonder ge vol. gen zou blijven. Dat do Bond van den Rooden Pim pernel geen plan had zijn werk op te geven, had zij wei aan de kleine Su zanne begrepen, die er openlijk over sprak, dat zij en haar moedor de ver zekering gekregen hadden, dat da Graaf de Tournay binnen eenige da. gen door den Bond geholpen zouwori den om naar Engeland te vluchten; (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1908 | | pagina 5