NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
26e Jaargang. No. 7833
Verschijnt dagelijks, behalve op Zoti- en Feestdagen.
DONDERDAG 7 JANUARI 1809 A
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIB MAANDBNl
Voof Haarlem 1.29
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)1-30
Franco per post door Nederland1.65
Afzonderlijke nummers0.02 H
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem037 M
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennootschap Lonrens Coster. Directeur J> G. PEEREBOORt
ADVERTENTIËNi
Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels L— elke regel meer ƒ0.2C Reclames 30 Cent per regeL
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
Advertentlën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing|
50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant
Redactie tn Administraties Groote Houtstraat 55.
IdtercommunaaB Telefoonnummer der Redactie 600 eo der Administratie 724.
Drukkerij: Zolder Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem 2n dit blad is uitsluitend gemachtigd het Alge.neen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ACHT BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
AGENDA
VRIJDAG 8 JANUARL
Sociëteit Vereeniging: Bioscoopvoor
stelling, 8 uur.
fiuitenlandsch Overzicht
't Nieuws uit de
ZWAAR GETEISTERDE STREKEN
VAN ITALIë
bepaalt zich thans tot verhalen van
personen, die de ramp meemaakten
en tot het opsommen van eenige ge
lukkige reddingen.
Alle verhalen van ooggetuigen zijn
even droevig. Zoo b.v. de lotgevallen
van een vrouw, een moeder.... Ze ont
waakte 's morgens, toen de eerste
aardschok 't huis deed daveren. De
woning leek een schip, dat door de
golven op en neer geslingerd werd.
Buiten was het een gekraak en een
geraas alsof de aarde zou vergaan. De
muren kraakten angstwekkend. De
vrouw werd uit haar bed geslingerd
ze voelde een doffe, stekende pijn in
bet hoofd. Goed tot bezinning kwam
ze pas, toen ze haar kinderen hoorde
jammeren, terwijl buiten aller we ge
angstkreten weerklonken. Ze wilde
opspringen, maar voelde, dat ze als 't
ware geketend was. „Moeder, een
aarbeving, een aardbeving", jammer
de haar oudste jongen, een knaap van
12 jaren. Hij had lucifers gevonden en
licht gemaakt en was vervolgens naar
«de kamer zijner moeder geloopen.
Doch hij vond die versperd door de
ingestorte verdieping er boven. Met
zijn kleine handen, die nog de sporen
er van dragen, wist lüj zijn moeder
te bevrijden. Alle kinderen waren on
gedeerd slechts van den vader was
er geen spoor. In koortsachtige haast
met zijn moeder naar zijn vader zoe
kende, duwde hij balken en steen en
op zij, tot een nieuwe schok het huis
deed sidderen. Toen ontwaakte inde
vrouw het instinct der moedei-, die
haar kinderen boven alles wilde red
denTwee harer kleine kinderen in
-de armen nemend en twee aan den
knaap toevertrouwend, baande ze
zich een pad over het puin naai- bui
ten in den stikdonkéren nacht. Met
hun zessen strompelden ze voort.
Geen woord werd gewisseld, de vrees
dreef hen voort... De vrouw dacht,
dat zij wel eenige uren werk had om
een afstand van nog geen duizend
schreden af te leggen. Bij de via le
Principe Amadeo kon ze niet verder,
haar krachten begaven haar. Plotse
ling zag ze zich en hare kinderen be
dreigd door de vlammen, terwijl daar
achter de zee brulde. De regen viel bij
stroomen. Het leek of het einde der
wereld gekomen was. Eindelijk begon
't dag te worden, zagen de vluchtelin
gen om zich heen en ontwaarden tal
van lotgenooten.... Eensklaps dacht ze
aan haar man, dien ze achter hadden
gelaten.... De oudste jongen wilde hem
weer gaan zoeken. De moeder sidder
de voor het leven van haar jongen,
maar liet hem gaan. liet gelukte den
knaap werkelijk zijn vader te vinden.
Hij was zwaar gewond en gesteund
op zijn kind, kon hij zich bij de zijnen
voegen. De kleine iield was er ten
tweeden male op uit gegaan, om
brood en wijn uit het verlaten huis te
halen, maar men had hem het on
derweg afgenomen.
't Zevental werd met een stoomboot
naar Napels vervoerd. Onderweg is
do man evenwel aan z'n wonden be
zweken
We schreven gisteren al iets over
de redding door bemiddeling van een
papagaai. De juiste toedracht hier
van is
Ben troep matrozen loopt over de
puinhoopeu, over omgevallen muren,
over wankelende steenmassa's. Op een
plek klaagt een zwakke stem „Ma
ria, Maria 1" Dadelijk worden de hou-
weeien in het puin gezet en na een
half uur arbeldens opent zich een
diepe kuil. Men zag een groene pape
gaai uit de kuil opvliegen, uogmaaJs
„Maria, Maria!" roepende. Maria las
naast het goede dier, bewusteloos,
maar nog levend. Een jong meisje
met doodsbleek gelaat. Men heeft haar
op een schip gebracht en mogelijk zal
ze in het leven behouden blijven.
De reddende papegaai ig aan boord
van de Regina Elena en de officieren
willen het dier aan boord houden.
Niet altijd worden de pogingen met
evenveel succes beloond.
Een regiment, dat uitgeput van
Vermoeienis te Ganzirri aankwam,
."Vergat zijn vermoeidheid en begon on
middellijk met pogingen tot redding.
Toen den soldaten door boeren een
plek werd aangewezen, waar men
'duidelijk gekerm hoorde begonnen
zij dadelijk te graven. Den geheelen
nacht werkten zij door en tegen den
ochtend haalden zij... een hond on
der het puin te voorschijn. Het beest
werd onmiddellijk tot regimentshond
gepromoveerd.
De pogingen tot redding worden nog
steeds voortgezet
Dit zal duren, totdat men zeker is,
dat geen levend wezen meer onder de
puinhoopen ligt.
Nog zeven dagen na de ontploffing
van liet buskruitdepót, onlangs te
Palermo, vond men een meisje levend
onder het puin, en bij vroegere aard
bevingen is 't wel voorgekomen, dat
men zelfs op den 20sten dag na het
onlieil nog iemand kon redden. En al
mogen de meesten der bedolvenen nu
wel óf gered óf omgekomen zijn, zoo
lang nog de kans bestaat, dat zelfs
maar één persoon misschien te red
den is, gebiedt de plicht van mensche-
lijkheid alles te doen wat in men-
schenmacht is om hem te bevrijden.
Ook nu worden nog van deze zeld
zame en wonderbare reddingen ge
meld.
Nog acht dagen na de aardbeving
heeft men tientallen gewonden uit de
puinhoopen te Messina bevrijd. De
meesten hunner zijn er ellendag aan
loe. In een soort roes stamelen zij ver
warde woorden, lachen en weenen....
Velen sterven eenige oogenblikkeri
nadat men ze bevrijd heeft. Bijna al
len hebben gezwollen, met bloed be-
ïoopen oogen en den mond vol bloe
dig speeksel. En allen zuchten met
heesche stem: „ik heb dorst 1" De
■dorst is de grootste marteling voor
de levend begravenen. Een, wien men
den arm moest afzetten., riep maar
niets andere dan„water, water 1"
't Lot der overlevenden wordt nu
wat dragelijker. De gewonden zijn
zooveel mogelijk in de ziekenhuizen
gebracht en worden daar door de
vriendelijke verpleegsters (verschil
lende dames uit den gegoeden stand
hebben zich voor deze hulp aange
meld) liefderijk verpleegd.
De gezonden hulp uit bijna alle lan
den heeft gemaakt, dat ook de gezon
den een dragelijk lot krijgen. De mees
ten worden naar Rome en Napels ver
voerd, en voor de anderen worden ten
ten gebouwd, waar ze kampeeren. Er
is nu voedsel en drinken, al is de
weelde nog niet groot.
Nog steeds is 't een vraag, hoeveel
inenschen bij de ramp zijn omgeko
men. 't Cijfer 200,000 wordt algemeen
als minimum aangenomen, maar zal
zeker wel aanmerkelijk stijgen.
Te Messina worden de omgekome
nen op 60.000 tot 110.000 geschat, wat.
zeker een onzekere raming is.
Ook de plunderingen duren nog
voort, ook al treedt de overheid hier
zeer streng legen op.
Volgens een bericht was er een Ita-
liaausch onderofficier doodgeschoten,
omdat men hem had gesnapt, terwijl
hij tusschcai de puinhoopen geld stal.
Het is nu gebleken, zegt een telegram
in de Matin, dat het geen onderoffi
cier was. maar een ontsnapte misda
diger, die de uniform van een onder
officier was machtig geworden.
De aardbevingen houden neg steeds
aan.
Dinsdag zijn te Messina weer twee
geweldige schokken gevoeld, die de
nog staande muren deden ineenstor
ten en onder de raenschen een paniek
deden ontstaan.
In een officieus© nota wordt mede
gedeeld, dat het de wensch van den
koning en de koningin is, dat van
alle plannen tot beto o gin gen voor het
Quirinaal ter gelegenheid van den
verjaardag van de koningin zal wor
den afgezien, daar alle krachten uit
sluitend dienstbaar gemaakt behoo-
ren te worden aan verzachting van 't
lot der slachtoffers.
Na een rustkuur van eenige maan
den doet
DE DülTSCHE KEIZER
weer van zich hooren.
Op Nieuwsjaarsdag heeft hij de gene
raals bij zich ontvangen en met hen
do manoeuvres in Elzas Lotharingen
besproken. De Keizer bleek een gron
dige studie van zijn onderwerp ge
maakt te hebben, waartoe zijne af
zondering van de laatste weken hem
vermoedelijk de gelegenheid verschaft
had. Toen hij klaar was met zijne
zuiver academische en objectieve uit
eenzetting, zeide de Keizer nog, dat
hij het niet noodig vond, zich over
den militairen toestand van Duitsch-
land aan het begin van het nieuwe
jaar uit te laten, daar een ongetee-
kend opstel, dat in het Januari-num-
mer van de Deutsche Revue versche
nen Is, zijne opvattingen op dit stuk
volkomen weergaf (een soort inter
view
De voorstelling, die de Revue van
den toestand geeft, klopt trouwens
wel mot die van den Keizer in zijne
bekend» rede in het kaniD van Döbe-
ritz. („Het ziet er naar udt, of men
ons wil insluiten.... Laat hen maar
opkomen
't Bewuste artikel wordt toege
schreven aan den vroegeren chef van
den generalen staf, generaal Schlief-
fen. Het handelt over den oorlog in
onzen tijd en bevat een beschrijving
van do inrichting en bewapening der
voornaamste legers en van de tacti
sche voorschriften, die bij een oorlog
in Europa zouden moeten worden in
acht genomen. Aan het slot van zijn
artikel gaat de schrijver do politieke
toes tain deal na en zegt daarin
„Frankrijk heeft de revanche-idée
nog steeds niet opgegeven. Do gewel
dige uitbreiding van zijn handel en
industrie heeft Duitschland bovendien
nog een on verzoen! ijken vijand be
zorgd. Do haat tegen den vroeger ver
achten concurrent, wordt niet ver
minderd door verzekeringen van op
rechte vriendschap en hartelijke sym
pathieën evenmin verscherpt door op
ruiende woorden, want niet het ge
voel, maar het debet en credit zijn
van invloed bij de bepaling van dien
haat.
„Rusland wordt door de overgeërf
de antipathie der Slaven tegen de
Germanen en door de overgeërfde
sympathie voor de Romanen, zoowel
aJs door zijn behoefte aan leeningen
vastgeketend aan zijn Franschen
bondgenoot, en werpt zich thans ook
Ln de armen van de mogendheid, die
het het meest kan benadeelen.
„Italië, belet zich naar het Westen
uit te breiden, acht de verdrijving der
vreemdelingen, die eens over de Al
pen in de vruchtbare landstreken van
Lombard!je vielen, nog niet volbracht.
Het wil hen noch aan de zuidelijke hei-
tingen van het gebergte, noch aan de
kusten der Adriatische Zee dulden".
De schrijver acht het mogelijk, dat
al die mogendheden zich vereeuigen
tot een aanval op het midden van
Euro-pa, maar dat gevaar wordt klei
ner als mee het van dichterbij be
schouwt. Want feitelijk is elkeen be
vreesd, den talrijken goedgewapen-
den tegenstander aan te vallen, en
deze is niet voornemens zelf zijn
verderfbrengende kracht aan te wen
den. De generaal twijfelt, of de coali
tie tot gewapende daden zal over
gaan maar hij acht dat ook voorloo-
pig niet noodig. Want de positie der
verbonden mogendheden is zoo voor-
deelig, Gat reeds het aanwezig zijn
van die coalitie een voortdurende be
dreiging is. Eu die positie is nog
voordeel'ger geworden, sedert helden
tegenstanders gelukt is door de jong
ste gebeurtenissen op het Balkan-
schiereiland Oostenrijk voor gerui-
men tijd bezig te houden. Thans moet
Oostenrijk front naar het zuiden,
Duitschland naar het westen maken.
Het artikel besluit met deze woor
den
„Ondanks de zooveel gunstiger ge
worden positie schijnen de vijanden
rondom ons nog niet naar de wapens
te willen grijpen. De talliooze bezwa
ren zijn nog niet overwonnen. Ook na
do scheiding zijn Oostenrijk e«
Duitschland nog te sterk. Zij moeten
nu nog eerst door binnenlundschen
tweespalt worden verzwakt. In Oos
tenrijk wordt de national!teitenstrijd
door do diplomatie en door de pers
ijverig aangewakkerd. In Duitsch
land wordt hetzelfde beproefd door
dagbladartikelen, met listig saamge-
steide verjaarde klachten hoe men
dit doet ls nog onlangs gebleken (het
keizer-in tor view En toch is voor
den strijd, hij moge don gevoerd wor
den met de wapenen in de hand of
met andere middelen, ten minste naar
buiten, een eeoiig volk van broeders
noodig, en teveus een groot, sterk,
machtig leger, dat aangevoerd wordt
door een krachtige hand en dat ver
vuld is door onbeperkt vertrouwen."
De Keizer eindigde met den wensch,
dat het leger de Oud-Prulslsche eigen
schappen van eenvoud en zuinigheid,
ook ln de levenswijze van den enke
ling, ln eere zou houden.
De generaal-veldmaarscfialk v.
Hohnke bedankte den Keizer met een
voudige en toch grooten indruk ma
kende woorden en verzekerde hem
van de onwankelbare trouw en aan
hankelijkheid van het leger.
De wijze, waarop de Keizer de be
velvoerende generaals deze maal ont
ving, maakte dus vertelde een der
gasten op allen een diepen indruk.
De Keizer was Iets anders dan ge
woonlijk, maar volstrekt niet In dien
zin, dat er lets van neerslachtigheid,
waarover mon verzinsels heeft rond
gestrooid, bij hem te bespeuren viel.
Zijn optreden was majestueus, zelfbe
wust, maar eenvoudig en kenmerkte
zich door een zeer voomamel kalme
zekerheid.
Wat zal er over deze rede eü dit
artikel ln de bultenlandsche pers vgqx
veel geschreven wordenl
Eigenaardig Is, wat 't Engelsche
blad Daily Graphic schrijft over de
reis die koning Edward en zijn ge
malin over enkele maanden naar Ber
lijn zullen ondernemen.
Deze aanstaande reis geeft aanlei
ding tot de volgende ontboezeming:
„De reis wijst er beslist op, dat de of-
ficieele betrekkingen tusschen
DUITSCHLAND EN ENGELAND
van hartelijken aard zijn en dat de
staatslieden van beide rijken door be
vordering dier hartelijkheid de mis
verstanden uit den weg hopen te rui
men, die hen Ln de laatste jaren van
elkander gescheiden hielden. Een
soortgelijke reis leidde tot het aan-
knoopen van aangename betrekkingen
tusschen het Engelsche en het Fran-
sche volk en er is geen enkele reden,
waarom ook deze niet eenzelfde gevolg
zoude hebben. In de entente cor
diale van Engeland met Rusland
steekt voor verstandige en politiek
denkende Engelschen niets, waardoor
vriendschap met andere landen zou
worden buitengesloten. Integendeel!
De oude staatkunde, nl. de bondge
noot te zijn van elk land, dat den vre
de wil, is nog heden ten dage de po
litiek van Engeland en wij zijn bereid,
zulks ieder oogenblik te toonen door
een Engelsch-Duitsch© entente, die
even hartelijk kan zijn als die, welke
ons met Frankrijk en Rusland ver
bindt."
Wie gelooft nu nog aan zoo Iets?
De ongunstige en angstige verhou
ding tusschen Servië en Oostenrijk-
Hongarije duurt voort. Ook Montene
gro doet weer flink mee.
Gemeld wordt, dat wanneer er Ser
vische benden in Bosnië en Herzego-
wina binnendringen, de Oostenrijk-
sche troepen ze niet alleen met allo
kracht terugwerpen, maar ze tot op
Servisch gebied vervolgen zullen. Dat
zou dus een casus belli wezen.
Volgens een telegram, hebben de
Oostearijksche wachtposten aan de
Montenegrijnsche grens vreeslijk van
de felle koude te lijden. Eiken nacht
komen er gevallen van bevriezen voor.
Men beweert, dat er zeventien solda
ten en een officier krankzinnig zijn
geworden van wat zij te lijden had
den.
MOULAY IIA FID ERKEND.
Uit Tanger wordt geseind: De ge
zant van Portugal alhier stelde gis
teren aan den vertegenwoordiger van
den Sultan de nota der mogendheden
ter hand, waarbij Moulay Hafid offi
cieel als Sultan wordt erkend.
ONLUSTEN IN CHINA.
De onlusten duren voort.
Ook in eigenlijk Chiaia is een revo
lutionair comité opgestaun, dat met
vlugschriften werkt en oproept tot da
den.
Bijzonderheden ontbreken evenwel
nog.
SCHEEPSRAMP.
De te Feodosia verwachte Russische
vrachtboot Swjateslaw is bij Odessa
in aanvaring gekomen met het Griek-
sche stoomschip „Poseidon" en ge
zonken.
Vier personen werden gered en 34
vonden den dood in de golven.
Stadsnieuws
Om Ons Heen.
In het Tweede Blad van dit num
mer vinden onze lezers een artikel
„Nabetrachting van deu Gemeente
raad", in de rubriek Om Ons Heen.
Men schrijft ons:
Op veler verlangen zal bij genoeg
zame deelneming Vrijdag, 15 Januari
a. s., eene 2de opvoering gegeven
worden van „De Dochter van Me
vrouw Angot".
De woorden van den heer Philip
Loots In uw blad, werkten mede tot
het nemen van dit besluit. Zijne zeer
gewaardeerde beoordeeling vangt hij
aan met de volgende woorden
„De opvoering van De Dochter van
„Madame Angot door leden van den
„Amsterdamsehen Kunstkring moei
„voor allen, die ze bijwoonden, een
„waar feest zijn geweest. Deze ope
rette van Charles Lecocq la zoo-
„ala de ouderen onder ons wel weten
overrijk aan aardige, pakkende
„melodieën en zij bleek ook voor de
„jongeren groote aantrekkelijkheid te
TEEKEN-COLLEGE „KUNST ZIJ
ONS DOEL'.
Op 6 Januari j.l. hield het College
zijn tweede kunstbeschouwingzij
was gewijd aan de ..Portefeuille" der
Academie van Beeldende Kunsten en
Technische Wetenschappen te Rotter
dam.
De Maasstad telt vele beoefenaren
der picturale kunst en daarbij schil
ders en teekenaars van erkend talent
en bekwaamheid.
Helaas, de meesten dier bekende
kunstenaars ontbraken, in de Porte
feuille voormeld, op het appèl. De
verzameling, in het Brongebouw ge-
etaleerd, was zeer middelmatig, en
geen enkele inzending kwam in het
bijzonder naar voren. Opmerkens
waard was de groote voorliefde voor
„het landschap" aan den dag gelegd,
immers, met uitzondering van een
5-tal figuurstukken en een enkel stil
leven, was al hot overige ongeveer
bosch of wei, plas of hei.
liet aantrekkelijkst landschap dach
ten wij „het wegje te Overschie" door
Altman, een aquarel met mooie en
blonde partijen.
Verdienstelijk ook wared de beide
zonnige inzendingen d-oor Van Ree-
kum. (Het „Deninenboscli" werd aan
gekocht voor de verloting).
De landelijke tafreelen door Weins
vertoonden terdege aquarel- en schil-
ders-qualiteiten.
Doeleman was te prewterig, al leek
ons de lucht lm zijn „Noord-Hol-
landsch Kanaal" mooi geslaagd.
Vereerders van de groote en roman
tisch geconstrueerde Bosch- en Veld
gezichten van Schipperus zijn wc
niet; intusschen hebben we toch ont
zag voor de groote vakkennis, die uit
vele zijner composities spreekt. In
zijn groote aquarel „De grintscliep-
per" zat veel ruimte en vooral dos
avonds deed het werk 't hoogst voor
deel» g.
Knap werk waren de kleinere land
schappen, meer teekeningen in water
verf, door Pouderoyen, vooral ver
melden we zijn „Achter de boerderij"
en „Grijs weer".
De kleine aquareilistische wei- en
lucht-impressies door onzen stadge
noot Boot dachten ons wat te schots-
matig. Veel hooger stelden we zijn
ver doorgevoerde en mooie krijttee-
kening „Lezende jude man".
En waar wij thans bij het figurale
werk zijn beland, jnemoreeren we nog
even de teekening „Bootwerkers
door Hardenberg, >>in te eindigen niet
het stilleven door J. Gidding, in grij
zen toon goed en flink gedaan, en
daarnevens diens beide artistieke
hüutskoolscheisen.
Het teekencollege neme een \olgend
maal revanche met eea meer kern
achtige expositie. Ditmaal was de
collectie wel wat suf.
G. KERKHOFF.
Gevaarlijke knaapjes.
Woensdagavond kwamen bij een
winkelier in de Barteljorisstraat twee
jongens, van tien A twaalf jaar en
vroegen om een stukje gummi van een
cent. Daar zij ditzelfde al eens meer
Itadden gehaaid, was de eigenaar
daarover oenigszins verwonderd en
zijn zoon lette scherp op en zag, dat
een van de jongens Iets weggreep en
in den zak stak.
Op de vraag, wat hij daar wegnam,
ontkende de knaap en haalde ten be
wijze daarvan zijn zakken uit, waar
uit dan ook werkelijk niets te voor
schijn kwam, dat uit den winkel ont
vreemd kon zijn. Toch vertrouwde
men de zaak niet en riep de hulp der
politie in, waarbij bleek, dat de jon
gen een opening had in de voering en
daarin een zoogenaamd „wedren-hor
loge" had laten glijden, dat uit den
winkel afkomstig was.
Maar bij deze fouilleering werden
tevens nog tal van andere dingen ge
vonden, sigaren, cigoretten, stukken
goed en dergelijke meer, waarvan de
afkomst niet twijfelachtig wezen kan.
Blijkbaar heeft men hier dus meteen
paar gevaarlijke knaapjes te doen.
Looddieven.
Woensdagavond omstreeks tien uur
bemerkte de Heemsteedsche pol'tie be
weging op het dak van een onbewoon
de villa aan de Wilhelminalaan, in
den Haarlemmerhout, vroeger be
woond door den heer Van Dobben. Bij
onderzoek bleek, dat er vijf personen
trachtten, liet lood van 't dak te ka
pen, waaraan de komst der politie
weldra een einde maakte. Het vroren
de rijksveldwachter Van Zeelt, de
meenteveldwachter Bouman en de
beide piantsoenwachters Mol en Vis
ser te Haarlem, die het vijftal ten
slotte ln bewaring namen.
Militaire Zaken.
De kapitein A. S. de Jongh, van het
10e regiment infanterie, te den Hel
der, wordt met ingang van 1 Februa
ri e. k. overgeplaatst naar het korps
alhier loi garn'zoen, terwijl de luite
nant-kolonel Jhr. Van Spengler met
ingang van 1 Februari a. s. eervol
wordt ontheven van zijn functie als
hoofd-officier voor speciale diensten
en belast met het bevel over het 3e
bataljon van het korps alhier. De
luit.-kolonel P. Giel wordt eervol ont
heven van het bevel over laatstge
noemd bataljon en belast met de func
tie van hoofd-officier voor speciale
diensten.
Uit de Rechtszaal
EEN' BRUTALE SCHULD
EISCHER.
Schulden hebben is onaangenaam
maar schuldeischer ti- zijn, heeft ook
z'n onaangenaamheden.
Dit bleek nu 1
Een Amsterdammer moest al
thans volgens zijn bewering geld
hebben van een inwoner van Scho
ten.
Gok na lang wachten bleef de beta
ling uit.
Op 20 Juli is de schuldeischer naar
Schoten gespoord, om den schulde
naar op z'n werk <e manen.
De schuldenaar ontkende zijne ver
plichting tot betalen, waarop de Am
sterdammer zei „als je me niet be
taalt, ben je een afzetter en een op
lichter".
De schuldenaar diende een klacht
in wegens beleediging, en niettegen
staande de Amsterdammer niet ver
schenen was om zich te verdedigen,
werd hij onlangs door de rechtbank
veroordeeld tot 3 gulden boete of drie
da,gen hechtenis.
'legen dit vonnis had de veroor
deelde verzet aangeteekend en heden
werd zijn zaak opnieuw behandeld.
Het Ojienbaar Ministerie vorderde
bevestiging van het vonnis.
De beklaagde vond dit niet recht.
Geen geld van z'n schuldenaar ont
vangen en dan nog moeten offeren
voor 's rijks schatkist, is wel wat erg
bar.
ONDANKBAAR.
Een zwerver is s avonds in eene
schuur van den landbouwer A. Groe-
nenberg te Haarlemmermeer geslo
pen, om daar lekker te slapen.
Wie zal hem dit Kwalijk nemen
Wel is het niet mooi, dat hij eea
deken uit zijn nachtverblijf meenam.
Het Openbaar Ministerie nam het
hem zoo kwalijk, Jat het 4 maanden
gevangenisstraf onder aftrek der pre
ventieve hechtenis eischte.
De verdediger, Mr. Slothouwer,
drong aan op een lichtere straf, om
dat het de eerste keer is, dat de be
klaagde tegen de wet van „mijn eu
dijn" zondigde.
NOG EEN DIEFACHTIGE
LANDLOOPER.
Die wet heeft een collegazwerver op
25 November onder Haarlemmerliede
vergeten, want toen kaapte hij een
hemd, dat vrouw Hoenderdos op een
haag te drogen had gehangen.
Tegen dezen zwerver deed het O. M.
denzelfden eisch hooren.
Mr. Thöne, als verdediger optre
dende, achtte het bewijs niet gele
verd, daar de verdediging van den
beklaagde, dat hij het hemd gevondeji
heeft, niet voldoende Is tegengespro
ken.
Subsidiair pleitte Mr. Thöne cle
mentie.
HA VERDIEFSTAL.
Een Purmeronder arbeider bezon
digde zich aan den diefstal van een
vijftal zokken haver, die door een boot
gelost waren.
Hij bekende en hoorde zeven maan
den gevangenisstraf tegen zich
eischen.
BEDELAARS.
Tegen een tweetal zwervers, die te
Edojn gebedeld hadden, werd gevor
derd respectievelijk 5 dagen hechte
nis en 2 jaar en 6 maanden opzending
naar Veenhuizen.
Ze w'lden liever niei naar Veen-
huizen.
Een was er al geweest en toen was
het hem zoo slecht bevallen, dat hij
wegliep.
BELEEDIGING.
Een man had de brutaliteit om den
veldwachter Knipper van Beverwijk
uit te schelden.
Tegen den loslipplgen man werd 3
gulden boete of 3 dagen hechtenis ge
vorderd.
ONEERLIJKE BEDIENDE.
De colporteur A. W. alhier had een
knecht in dvenst, die ook bij hem in
den kost was.
Op 26 November moest de knecht
een postwissel van 15 gulden naar het
postkantoor zenden, maar verdween
met de noorderzon naar Apeldoorn,
om daar een nieuwen hoed te koopen
en z'n meisje te bezoeken.
Toen de knecht aangehouden werd,
was hij nog 6.55 rijk.
Tegen hem werd 5 maanden gevan
genisstraf onder aftrek der preventie
ve hechtenis, geëischt
Mr. Stheeman, de verdediger, drong
aan op een geringer straf.
EEN ZAKKENROLLER.
't Was kermis ln Pui-merend.
Een boerenarbeider ging feesthou-
den en stak een Dortefeullle met 15Ö