NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
26b Jaargang. Ho. 7818
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon» en Feestdagen.
DINSDAG 28 JANUARI 1909
1.29
ABONNEMENTEN
PER DRIB MAANDBNl
Voor Haarlem I I
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kora der
gemeente),1.30
Franco per post door Nederland„1.65
Afzonderlijke nummers0.02
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37^
de omstreken en franco per post 0.45
Öitgave der Vennootschap Locrens Coster. Directeur J. C. PEEREB90NI
Toè de plaatsing van advertentiön en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem Jn dit blad is uitsluitend gemachtigd hst Algeuieen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
ADVERTENTSÊNi
Van 1—5 regels 5C Cts.: Iedere regel meer 10 Cis, Bulten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels /k~, elke regel meer ƒ0.Reclames 3C Cent psr regel.
Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
AdverteniiSn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels. 25 Cts per plaatsingj
50 Cts. voor 3 plaatsingen contant
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
lEtcfComaianaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Adminlstraüe724»
Drukkeriji Zuider Buitenspaarce 6. Telefoonnummer 122.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
AGENDA
WOENSDAG 27 JANUARI.
Schouwburg: Compagnie Théatrale
André Calmettes: Samson, 8 uur.
Soc. Vereenieing: Bioscoopvoorstel
ling, 8 uur.
Gebouw der H. J. V.: Ned. Ver. tot
Afsch. v. Alc. Dranken: Openbare ver
gadering. Spreker Ds. J. L. Klein van
Edam, 8 uur.
Ijsbaan a. d. Klever laan: IJsfeest,
en 7 uur.
OM ONS HEEN
No. 872.
Nederzetting in Brazilië.
Het toeval wil, dat liet laatste num
mer van de Gartenlaube een arti
kel bevat over nederzettingen in Bra
zilië. Hoewel de emigratie naar dit
land van Duilsch standpunt bekeken
ls, levert het artikel genoeg wetens
waardigs op voor hen, die er aan
mochten denken daarheen te verhui
zen.
Naast Argentinië kunnen, zoo meent
da schrijver, Dr. Fried! Martin, de
Braziliaansohe provinciën SL Catha-
rina en Rio Grande do Sul het eerst
in aanmerking komen voor Europea
nen, die in hun eigen land geen be
vredigend bestaan meer vinden.
Vaa Porto Alegre, de meest Duitr
sehe handelsstad van Zuid Brazilië,
tot aan de bronnen van de grootsche
Uruguay-rivier, strekt zich de neder
zetting uit over laagland en de hoog
ten der Sierra. Len groot aantal
Duitschers vonden hier een nieuw va
derland, verschillende nederzettingen
hebben zich reeds tot gemeenten ont
wikkeld en leveren voor den bezoeker
weinig belangwekkends meer op. Dat
moet hij verder op, bij de pioniers in
het woud en op de hoogten der Sierra
zoeken.
Met stoomboot of spoorbaantje gaat
de reis daarheen aanvankelijk, zij het
dan ook in oud materieel, nog gemak
kelijk, Maar is eenmaal het laatste
station bereikt, dan beginnen do moei
lijkheden. Rijdier of wagen moeten
dan te baat worden genomen. Het
kleine plaatsje waar de reiziger is
aanland, kan nauwelijks meer een
dorp heeten. De straten zijn verlaten
en leeg, een verzamelplaats alleen
voor allerlei huisdieren. In kleine
winkeltjes zijn artikelen van dage
lij ksche behoeften te koop. Alleen te
gen den avond komt er ecnig leven.
Dan overwinnen de vrouwen haar
apathie en gaan wat wandelenen ver
schijnt te paard de boer, die metvroo-
lijke gezellen een deel van don nacht
In do herberg doorbrengen wil. Zadel,
toom, pistolen en geweer legt hij in
do gelagkamer bij de hand. 't Is moge
lijk, dat hel zadel straks nog, wan
neer hij vóór den terugrit naar huis
eon slaapje zal willen doen, voor
hoofdkussen zal moeten dienert
En toch is dat nog een samenleving,
die de reiziger don volgenden dag
vaarwel moet zeggen. Dan gaat het
In oen wagen zonder veenon over we
gen die soms de wijsheid van een
spoorzoeker vorderen. Over wilde ri
vieren of modderige beddingen zijn
zelfs geen bruggen moer gelogd en bij
hoog water is zelfs de doorwaadbare
plaats onbruikbaar. Niemand zorgt
na of gedurende den regentijd voor
herstel der paden. Krakend tuimelt
nu en dan een rad van den wagen in
een gat. Eindeloos strekt zich de weg
uit. Eerst na een rit van uren wordt
het blaffen van een hond gehoord. Er
komen een paar lage, met stroo ge
dekte woningen in 't gezicht, die aan
duiden, dat hier nog menschen wo
nen. Daar heeft de gaucho zijn te
huis. Kinderen en varkens spelen
voor de deur, de vrouw is bezig met
de huishouding en de man zelf zwerft
met de buks op den rug door bosch
on veld, ais een vrije zoon der onme
telijke vlakten.
Eindelijk rijzen in de verte mot
«licht bosch begroeide heuvels op. Dat
is liet doe] van de reLs. De afgematte
paarden of muilezels worden met de
zware, uit riemen bestaande, zweep
tot een Laatsten, scherpen draf aan
gezet. De weg, die tot dusver alleen
aan wagensporen te herkennen was,
gaat nu over in een goeden straat
weg.
Een wijde, door bosch omgeven
open ruimte ligt voor ons, wij zijn op
het yStadsplein". In een lang, met
zink gedekt gebouw, waarin tal van
kamers zijn aangebracht, vinden voor
de eerste dagen nieuw aangekomenem
een vriendelijke ontvangst. Daar
naast ligt de B e n d a, de bazar zou
den we kunnen zeggen, die alles op
levert voor de levensbehoeften van de
boeren en hun bescheiden weelde.
Nog een paar andere huizen zijn op de
grasvlakte gebouwd, daarin wonen de
ambtenaren der kolonie. Zelfs eenige
ambachtslieden hebben er zich neer
gezet. Een molen wordt door een beek
in beweging gebracht. Daar worden
koren en maïs garnalen en tevens
planken gezaagd uit de reuzen van
het woud.
Voor den vlijtige bestaat hier de
gelegenheid tot goede belooning van
zijn arbeid. Is eerst liet bosch, voor
zooveel noodig, verwijderd, dan kan
do rijke humus het gelreele jaar door
vruchten dragen. De winter is zeer
zacht en heeft maar enkele nachten,
waarin liet vriest. Zelfs volgen daar
op wed zomerachtige dagen. Europee-
sche tuin- en veldvruchten, die vorst
verdragen, kunnen er dan ook zeer1
goed verbouwd werden. En in den
Heeten zomer met zijn tropische re
gens komen rijst, katoen, tabak,
maïs, noten enz. tot grooten wasdom.
Daar de regenval vrij gelijkmatig
over hot geheele Jaar is verdeeld, be-
hooren perioden van droogte tot de
zeldzaamheden. Nooit zijn ze zoo
noodlottig als in Afrika en de schade,
die zij soms aanrichten, is daarom
ook kleiner, daar het geheele jaar
door geoogst wordt, zoodat slechts
een van de oogsten er door getroffen
wordt. Bovendien heeft het geheele
land kleine en gToote wateraderen,
die, wanneer de oorsprong voor ver
stoppen wordt gevrijwaard, ook in
den zomer grootendeels blijven vloei
en. De belangrijkste voorwaarden
voor een rijkelijk gedijen van land
en tuinbouw zijn derhalve hier aan
wezig.
Bruikbaar land is te krijgen voor
f 1G0 tot 400 vpor een stuk van 25
hectaren, onder gemakkelijke voor
waarden van afbetaling.
Behalve in het plantenrijk vindt
hier de kolonist allerlei middelen van
bestaan in de dierenwereld. De teelt
van zijdewormen en de bijenteelt mo
gen niet worden onderschat en de
uitgestrekte velden leveren goede wei
den op voor veeteelt In het groot. De
ze berust tot nu toe evenwel nog ge
heel in de handen der Brazilianen
zelf, de kolonist bezit meestal niet
meer, dan een paar ïnlandsche var
kens van het slechtste ras en koeien
van dezelfde hoedanigheid, buiten de
rijdieren, die hij niet missen kan.
Hier ligt dus nog een groot arbeids
veld braak, dat evenwel alleen door
emigranten van kapitaal kan worden
benuttigd.
Hij zoovele lichtzijden ontbreekt het
natuurlijk ook aan zware schaduwen
niet. Vóór alles ontbreekt het aan ver
keersmiddelen, om de producten in
den handel te brengen, want voor uit
breiding van bedrijf is het natuurlijk
niet voldoende, wanneer men. zooveel
voortbrengt, als voor eigen gebruik
voldoende is. Er moet ook geld ontr
vangen worden, dat omgezet moet in
dingen, die op andere wijze niet te
krijgen zijn en toch ook onmisbaar
mogen heeten voor 's menschen be
staan.
Hier behoort de regeering in te grij
pen, die tot dusver wel mooie woor
den en beloften, maar geen daden
voor de kolonisten heeft over gehad.
Straten en bruggen zijn daarbij niet
voldoende, spoorwegen moeten er
worden aangelegd en zoodra de zeker
heid bestaat, dat de kolonisten in vol.
doende hoeveelheid allerlei produc
ten kunnen telen, is door de vrachten
tevens het bestaan van den spoorweg
verzekerd.
Behalve deze misstanden, die door
de openbare besturen kunnen worden
verholpen, levert de natuur moeilijk
heden op in den vorm van veel mieren
en sprinkhanen. De eersten bijten de
kleine teedere plantenkiemen af en de
laatsten richten bij zwermen even
eens groote schade aan. Tot dusver is
vergeefs getracht, deze dieren te be
strijden.
Zijn grootste vijand is hier, zooals
dikwijls in het leven, de mensch zelf,
door traagheid en zucht naar genot.
Toch zou hij hier een vrij en onge
dwongen leven hebben, wanneer hij
maar ijver aan eenvoud wil verbin
den. Gezelligheid behoeft niet te ont
breken. 's Avonds kan hij in de
B e n d a met de buren een praatje
maken en een zaugvoreeniging, zelfs
een sportclub kunnen zeer goed bloeL
Waar zou de sport afwisselender
kunnen zijn, dan in een land, waar
zelfs kleine afstanden te paard afge
legd worden en zelfs de kinderen op
die manier naar school gaan I
Aan spijs en drank ontbreekt het
niet en voor geestelijk voedsel wordt
eveneens gezorgd. Wel is noch de
school, noch de schoolmeester bijzon
der in tel, maar dat kan, behalve aan
het vrije leven, ook hieraan worden
toegeschreven, dat menigeen zich dan
pas voor onderwijzer opwerpt, wan
neer het hem niet is gelukt, op een an
dere manier zijn brood te verdienen.
En Dij de school staat gewoonlijk
ook een eenvoudig, van hout opge
trokken kerkgebouw, waarheen zich
ds kolonisten begeven, wanneer de
metalen klank van het klokje hen
daartoe roept. Daar ziet men dan me
nigeen te paard komen aangereden in
de oude, vreemd gemaakte Zondags
dracht, waarin vader, soms wel groot
vader, vroeger in het oude vaderland
ter kerke is gegaan.
Ziedaar een en ander uit het arti
kel van den Duitschen schrijver, die
den indruk geeft, dat hij getracht
heeft, voor en tegen eerlijk naast el
kander te plaatsen.
J. C. P.
Juitenlandsch Overzien.
Het is wel merkwaardig, dai een
groot deel van het nieuws heden be
trekking heeft op
LEGERAANGELEGENHEDEN.
Helaas een treffend beeld onzer
hooggeroemde 20e oeuwsche bescha
ving 1
Natuurlijk hebben we eerst de
Balkangeschillenl Gisteren
wezen we er al op, dat de stemming
oorlogszuchtiger wordt en een wa
pengeweld weer als een dreigend
spook onrust komt brengen. AJ mogen
de „off'cieele kringen" in Sofia ook
ontkennen, dat er een mobilisatie is
gelast, feit is toch, dat de reservisten,
iie nog bij moeders pappot zaten, op
geroepen zijn zoo 't heet ter oefe
ning Nu is het Bulgaarsche leger
vrijwel op oorlogssterkte gekomen,
wat zeker niet zoo geheel zonder re
den is geschied. Hei land van Tsaar
Ferdinand is „zoo arm als de mie
ren", waaruit duidelijk blijkt, dat
voor aardigheid geen millioentjes ver
morst zullen worden voor wat parade-
vertoon. Neen, zoo'n excuus is.... een
bevestiging I
Het is moeilijk te controleeren, of
de bewering van Bulgaarsche zijde
dat Turkije in het geheim vele oor-
logstoebereidselen heeft gemaakt en
nóg maakt juist is. Geheel on waai'
lijkt het niet, want dan moest van drie
of vier konten tegelijk gejokt zijn.
.Misschien is de oorlogszuchtige hou
ding van Turkije wat al te sterk opge
nomen, wat vooral waarschijnlijk is,
omdat de Turk van den beginne af al
een oorlog gemeden heeft Of moet
Bulgarije nu ook voor Oostenrijk-
Hongarïje boeten
De vredelievende vertoogen van de
bevriende en vredelievende mogendhe
den aan het adres van Tsaar Ferdi
nand hebben dus nog bitter weinig
succes geliad. Het ziet er ook niet
naar uit, dat tusschen Konstantlnopel
en Sofia spoedig oen roerende over
eenstemming zal komen. Konstanti-
nopel vraagt te veel en Sofia biedt, te
weinig.
Het oorlogsgevaar van de zijde van
Servië is ook nog lang niet bedwon
gen. Dit begint nu eeret pas in volle
actie.
In den Jongsten ministerraad te
Belgrado moet besloten zijn de krijgs
toerustingen krachtig voort te setten
en in het voorjaar den oorlog te ver
klaren, als do mogendheden niet gun
stig beschikken op de te verzenden
nota, waarin oeconomische tegemoet-
komingen en volledig zelfbestuur voor
Bosnië en Herzegowina geëischt wor
den.
De onderdanen van koning Peter,
of misschien Juister gezegd de aan
hangers van den oorlogszuchtigen
kroonprins-avonturier, willen dus
ook zonder den steun van Engeland
en Rusland welke mogendheden
via Londen door den mond van mi
nister Grey hebben laten weten, dat
daadwerkelijke 6teun bij een even-
tueelen oorlog niet verwacht mag
worden den oorlog aanvangen
den oorlog die met een zelfmoord ge-
tijk staat, want liet groote ei> machti
ge Oostenrïjk-Hongarïje staat als een
reus tegenover het Kleine Servië, het
dwergje Maar Montenegro 't nóg
kleiner dwergje I zal helpen
De Vorst van Montenegro heeft aan
alle gezanten te Cettinje behalve
3an dien der Donau-monarchie
eene nota doen toekomen, waarin hij
aandringt op de bijeeuxoeping eener
conferentie en waarin hij verzekert,
dat Montenegro zich met geen finan
cieel e schadeloosstellingen zal tevre
den stellen.
Men zal zich herinneren, dat de
Montenegrijnsche minister van bui
ten! andsche zaken in de Skoepsjtina
een zeer opgeschroefde redevoering
heeft afgestoken, waarvan het slót-
refrein was, dait Montenegro geen an
dere oplossing der Bosnische quaestie
kon toelaten dan de vereeniging van
Bosnië en Herzegowina met de Servi
sche landen, óf hun volledige autono
mie. Volgens berichten uit Konstanti-
nopel is men in negeer in gs- en diplo
matieke kringen hoogst onaangenaam
door die al te .geestdriftige uitlatingen
van den Montenegrijnschen minister
getroffen. De Turken moeten er over
ontstemd zijn
Een teleurstelling dus voor de Mon-
tenegrijnen, die Juist gehoopt hadden
bij de Turken Lu 't gevlei te komen 1
Het is dus altijd nog onzeker, of we
oorlog krijgen of vrede. Ja, ook de
vrede moeien we in het allergunstig
ste geval nog k r ij g e n en met be
houden, want wie nu van vrede in den
Balkan spreekt, bespot zichzelf.
Waar blijft toch de conferentie
Andere legerquaesties slaan op den
grooten Europeeschen oor
log, die in de toekomst gezien en ge
vreesd wordt. Over de gegrondhe:d
van deze vrees hebben we al meerma
len geschreven, zoodat we er nu
overheen glippen en alleen constatee-
ren, dat de vrees er is en niet geheel
van grond ontbloot. Nu 's het wel op
merkelijk, dat de kleine landen zich
mot de quaestie gaan bezig houden.
Van ons eigen land behoeven we niet
ta spreken, het is voldoende bekend,
dat onze weermacht zich voornamelijk
beperkt tot een eventueele handha
ving der neutraliteit. De onlangs ge
publiceerde „Vaderland-onthullin
gen hebben weer opnieuw de aandacht
op deze zaak gevestigd, helaas zonder
nu voldoende l'cht te brengen. Het is
voor den burger nog vrijwel een
raadsel, welke de macht van ons le
ger is, hoe de stand onzer weermid
delen, en dit is wel het voornaam
ste of er inderdaad geheime over
eenkom stem gesloten zijn. Officieel
wordt dit laatste ontkend, manr En-
gelsche bladen hebben onlangs nog op
een verbond gezinspeeld.
Da.n hebben we B e 1 g 1
De „Indépendance" wijst op eene
militaire studie vau den heer Regi
nald Kami, opgenomen ui den Temps,
waarin deze üe mogelijkheid en waar
schijn! ij khe'd bespreekt van de
schending van hel Belgisch grondge
bied ingeval van een nieuwen
Franscli-Duitschen oorlog
De schrijver van dut artikel komt
tot de slotsom, dat Duitschland zoo
goed als zeker in dat geval bijna zijn
geheele leger naar zijn westelijke
grens zal dirigeer en de verdedi
gingslinies van Maas :-n Moezel, ge
steund door Verdun en Toul, Belfast
en Epinal sluiten de Fransche grens
aldaar vrijwel af. Gezien den uitslag
vaai de pogingen van het Japansche
leger om Port Arthur dadelijk bij
stormloop te nemen, gelooft Reginald
Kann er niet aan tem eventueel sla
gen vau de Duitsche legers in een
dergelijken aanval op de Fransche
stellingen. Duitschland is dus aange
wezen op de uitnemende toegangswe
gen tot Frankrijk door Luxemburg en
België. Op deze wijze komen de Duüt-
schers zonder slag of stoot im den rug
en de flank der Fransche verdedi
gingslinie, waardoor de Fransche le
gere, ter bescherming van den weg
naar Parijs, gedwongen worden een
wellicht beelissenden veldslag aan te
nemen.
De Indépendance grijpt dit artikel
met belde handen aan, om wederom
met krachit aan te dringen op het
verlaten van de tot heden aangeno
men laksche houding wat betreft de
legerquaestie, en te zorgen, dat België
niet tot dergelijke doeleinden ge
bruikt kan worden.
Het moet zich wapenen, niet alleen
tegen een inval, maar ook tegen be
zetting, welke zonder twijfel het
volg zal zijn van de onmacht van het
Belgische volk, om te beletten, dat
zijn gebied door een der beide mach
tige buren tegen den ander gebruikt
wordt.
„Men zou werkelijk moeten gaan
gelooven, dat voor zekere Belgen neu
traliteit defcelfde beteekenis heeft als
ploertige lafheid („neutre" is „pleu-
tre"). Lieden, die blindelings vertrou
wen stellen in verdragen, willen geen
rekening houden met de lessen der
geschiedenis. Zij zullen uit hun rust
worden wakker geschopt door de
laars van de ulanen en zij zullen den
vreemdeling moeten dienen, omdat zij
weigerden hun vaderland te dienen."
De tegenwoordige minister van oor
log is voorstander van den algemee-
nen dienstplicht. Onder doze omstan
digheden kan hij misschien succes
hebben.
Zoc denkt de Deensche oor
logsminister er ook over. Hij heeft
plannen tot uitbreiding van het leger
ingediend en aanbevolen onder den
druk der omstandigheden. Hier wordt
aeschermd met do mogelijkheid van
schending der neutraliteit bij een oor
log tusschen Engeland en Duitsch
land en ook (net als hij ons wordt
beweerd, dat Engeland een geheime
wenk heeft gegeven.
Wat dit alles beteekent Och, voor-
loopig zullen we ons nog maar niet
al te ongerust maken, maar doze actie
op militair gebied is wel teekenend.
Ja, en om de serie te eompleteceron,
komt er Frankrijk nog bij
De oud-Kamervoorzitter Boumer
(een der toonaangevende leden van dp
inarine-commissio 'rit do Kamer) velt
in de Matin" eon over het algemeen
vrij scherpe critiek i.ver de heerschen-
de toestanden bij de Fransche
marine, welke ongetwijfeld In
haar materieels en moreele kracht
verzwakt is.
Frankrijk, schrijft Doumer, dat
nauwelijks tien jaar geleden den
tweeden rang innam onder de zee
machten, ls thans iezonkon tot den
vierden, ja zelfsden vijfden rang.
Wat het personeel Letreft, moet men
wel, gezien de voortdurend plaats heb
bende ongelukken, aannemen, dat
zijn technische kennis, zijn zeeman
schap en zijn geoefendheid gedurig
verminderen zeer zeker is dit het g*.
val met sommige commandanten van
oorlogsschepen en chefs van arsena
len. Maar nog ernstiger is het feit,
dat bij de oorlogsvloot de samenwer
king en het wederzijdsch vertrouwen
onder het personeel verdwijnt.
Al deze misstanden zijn volgens den
heer Doumer te verhelpen door me
thodisch en consequent optreden. Men
moet ieder jaar twee groepen oorlogs
schepen van G of 8 stuks op stapel zet
ten en de credieten hiervoor zoo rege-
leo, dat de bodems hi drie jaar ge
reed zijn voor den iienst.
De schrijver eindigt.
„En wanneer men dan een einde
maakt aan de onderlinge tegenwer
king en kuiperijen, dan zal de Fran
sche marine spoedig weer de plaats
innemen, welke haar toekomt."
Het „Journal", van Parijs, bevat
een artikel over de Fransche vloot,
waarin scheiding wordt gemaakt tus
schen de schepen met werkelijke ge-
vechtswaarde en schepen, die ze niet
meer hebben, en dan komt de schrij
ver tot de slotsom, dat Frankrijk be
zit1! linieschepen In plaats van 15,
als op de officieele lijst staan, 1 linie
schip voor de kustverdediging in-
plaais van 5, 17 kruisers in plaats van
21, 34 torpedobooten in plaats van 162
en 50 onderzeesclie of duikbooten.
Ja, er hapert wel veel aan de Fran
sche marine. Nu Ls er weer ojj de sche
pen van de Middollandsche Zee-vloot
Kruit gevonden, dat verknoeid was,
zoodat de schepen onverwacht in de
lucht hadden kunnen vliegen. „Men"
zegt, dat matrozen dit kiuit met op
zet verknoeid moeten hebbeneen
soort sabotage dus, maar een van
zeer gevaarlijk gehalte 1
Bij de Russische marine is het ook
al lang eeu echt rommeltje. Men weet
dait admiraal Alexaf, die onthullin
gen over knoeierijen heeft geschreven,
zelf veroordeeld iswegens knoeie
rij, door een bestelling te begunstigen
eu van een leverancier een ly.500 roe
bel op te strijken.
Nu heeft Alexef aangekondigd, dat
hij nog greater onthullingen zal doen.
De oude historie van den twistenden
kok eai de keukenmeid....
Bij de Russische Doem a is het voor
stel ingediend, om den post op de be
grooting voor het keizerlijk Russische
hofballet aan de opera te Petersburg
te doen vervallen, wijl de vier mill,
roebels, die voor dit corps choregrafi-
que worden uitgetrokken, beter be
steed kunnen worden voor het aan
bouwen van nieuwe oorlogs
schepen. Zoo wordt zelfs de dienst
van Terpsichore verwaarloosd In het
groote Russische Rijk voor die van
den on verbiddel ij keu Mars.
Is er 'n Rusland alleen behoefte aan
oorlogsschepen?.
Ten slotte een verblijdend feit. Dit
komt uit... Japant
In antwoord op de hun gestelde vra
gen omtrent inkrimping van de oor
logstoerustingen verklaarden de mi
nisters Katsoara, Komoera en Tera.u-
ch', dat Japan's betrekkingen tot an
dere groote mogendheden In die mate
zijn verbeterd, dat verminde
ring der oorlogslas ten ten
volle gewettigd is. De heer Komoera
voegde daaraan nog toe, dat hij ver
trouwt in de oprechtheid van de Arno-
rikaansche regeering en dat hij geens
zins van meening ls, dat de door de
wetgevende vergadering van Califor-
nïé aangenomen anti-Japansche wet
ten op eenigerlei wijze afbreuk zul
len doen aan de goede betrekkingen
tusschen Japan en Amerika.
Met de vermelding van deze leger
quaesties, hebben we zoo goed als "t
geheele bultenlandsche nieuws ver
teld. Over de verhouding tusschen
TURKIJE EN BULGARIJE
nog een nadere toelichting. In de Bul
gaarsche Sobranje was aan de orde de
bespreking der Interpellatie over de
mobilisatie van de 8ste divisie. De
minister van buitenlandshe zaken
verklaarde, dat er geen mobilisatie
heeft plaats gehad, maar dat de re
servisten zijn opgeroepen ter verster
king van de divisie, met het oog op
de oefeningen. „Wij zijn tot dezen
maatregel niet met aanvallende be
doelingen overgegaan," zeide de mi
nister, „daar wij geenszins van plan
zijn den vrede te verstoren, zooals wij
immers reeds hebben getoond. De
maatregel was noodig om eventua
liteiten te voorkomen, die hadden
kunnen leiden tot een botsing tus
schen Turkije en Bulgarije. Onlangs,
zoo vervolgde de minister, hebben wij
verklaard, dat de besprekingen met
Turkije flink vorderden en dat wij
binnenkort hoopten te zien, dat de
Bulgaarsche gedelegeerde naar Kon-
stantinopel zou worden geroepen. Op
liet einde der vorige maand echter
stelde het Ottomaansche commissa
riaat de regeering in kennis met een
telegram van den groot-vizier, waarin
wij werden verzocht een gedelegeer
de te zenden, ten einde de onderhan
delingen ten einde te brengen.
Voordat hij Konstantlnopel ver
liet, had onze. gedelegeerde den
grondslag, waarop een over-
de den grondslag, waarop een over
eenkomst mogelijk was, definitief
vastgesteld, en dezen aan de Turk-
sche regeering medegedeeld. Wij
achtten het dus noodig om, alvorens
den gedelegeerde weder naar Kon-
stantinopel te zenden, te informeeren
of die grondslag was aanvaard, daar
in het tegenovergestelde geval de toe
stand. slechts verergeren zoude. Het
daarop ontvangen antwoord was vaag
en wij zonden dus geen gedelegeer
de. Intusschen was de quaestie van de
grensregeling op het tapijt gebracht
en wel in den geest van afstand van
grondgebied, een eisch, die tot dusver
re nog niet was opgeworpen. Wij had
den daaraan in het begin geen aan
dacht geschonken, daar wij dachten
dat men te Konstantlnopel de gevol
gen van dien eisch wel zou hebl>en
overwogen, maar uit later ingewon
nen inlichtingen bleek ons, dat men
daar ter stede stappen had gedaan
bij de ambassades en dat men tot ze
kere daden zou overgaan in Adriano-
pel, het district van het tweede Heger-
corps. Wij moesten toen aannemen,
dat wij stonden voor bovenbedoelde
eventualiteit en dat wij onzen plicht
zouden verzuimen, zoo wij geen 'maat
regelen namen. De regeering, die
volharden blijft bij hare staatkunde
om de geschillen in der minne te wil
len schikken, beschouwt den gedanen
stap als een eenvoudigeu voorzichtig
heidsmaatregel. De afgevaardigden
moeten nu de beteekenis van den ge
nomen maatregel nagaan en dezen
goedkeuren om door het daardoor uit
gesproken vertrouwen In de regeering
deze aan te moedigen om voort te
gaan op den weg van beveiliging der
nationale belangen."
Bij acclamatie nam de Kamer daar
op een motie van vertrouwen in da
regeering aan.
Volgens een telegram uit Weenen
heeft de Bulgaarsche minister van
binnenlandsche zaken daar gezegd,
dat de 85,000,000 frank, die Bulgarije
aan Turkije heeft aanseboden. hei