NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 26b Jaargang. Ho. 7818 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon» en Feestdagen. DINSDAG 28 JANUARI 1909 1.29 ABONNEMENTEN PER DRIB MAANDBNl Voor Haarlem I I Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kora der gemeente),1.30 Franco per post door Nederland„1.65 Afzonderlijke nummers0.02 Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37^ de omstreken en franco per post 0.45 Öitgave der Vennootschap Locrens Coster. Directeur J. C. PEEREB90NI Toè de plaatsing van advertentiön en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem Jn dit blad is uitsluitend gemachtigd hst Algeuieen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229. ADVERTENTSÊNi Van 1—5 regels 5C Cts.: Iedere regel meer 10 Cis, Bulten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels /k~, elke regel meer ƒ0.Reclames 3C Cent psr regel. Bij Abonnement aanzienlijk rabat. AdverteniiSn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels. 25 Cts per plaatsingj 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55. lEtcfComaianaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Adminlstraüe724» Drukkeriji Zuider Buitenspaarce 6. Telefoonnummer 122. DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADZIJDEN. EERSTE BLAD. AGENDA WOENSDAG 27 JANUARI. Schouwburg: Compagnie Théatrale André Calmettes: Samson, 8 uur. Soc. Vereenieing: Bioscoopvoorstel ling, 8 uur. Gebouw der H. J. V.: Ned. Ver. tot Afsch. v. Alc. Dranken: Openbare ver gadering. Spreker Ds. J. L. Klein van Edam, 8 uur. Ijsbaan a. d. Klever laan: IJsfeest, en 7 uur. OM ONS HEEN No. 872. Nederzetting in Brazilië. Het toeval wil, dat liet laatste num mer van de Gartenlaube een arti kel bevat over nederzettingen in Bra zilië. Hoewel de emigratie naar dit land van Duilsch standpunt bekeken ls, levert het artikel genoeg wetens waardigs op voor hen, die er aan mochten denken daarheen te verhui zen. Naast Argentinië kunnen, zoo meent da schrijver, Dr. Fried! Martin, de Braziliaansohe provinciën SL Catha- rina en Rio Grande do Sul het eerst in aanmerking komen voor Europea nen, die in hun eigen land geen be vredigend bestaan meer vinden. Vaa Porto Alegre, de meest Duitr sehe handelsstad van Zuid Brazilië, tot aan de bronnen van de grootsche Uruguay-rivier, strekt zich de neder zetting uit over laagland en de hoog ten der Sierra. Len groot aantal Duitschers vonden hier een nieuw va derland, verschillende nederzettingen hebben zich reeds tot gemeenten ont wikkeld en leveren voor den bezoeker weinig belangwekkends meer op. Dat moet hij verder op, bij de pioniers in het woud en op de hoogten der Sierra zoeken. Met stoomboot of spoorbaantje gaat de reis daarheen aanvankelijk, zij het dan ook in oud materieel, nog gemak kelijk, Maar is eenmaal het laatste station bereikt, dan beginnen do moei lijkheden. Rijdier of wagen moeten dan te baat worden genomen. Het kleine plaatsje waar de reiziger is aanland, kan nauwelijks meer een dorp heeten. De straten zijn verlaten en leeg, een verzamelplaats alleen voor allerlei huisdieren. In kleine winkeltjes zijn artikelen van dage lij ksche behoeften te koop. Alleen te gen den avond komt er ecnig leven. Dan overwinnen de vrouwen haar apathie en gaan wat wandelenen ver schijnt te paard de boer, die metvroo- lijke gezellen een deel van don nacht In do herberg doorbrengen wil. Zadel, toom, pistolen en geweer legt hij in do gelagkamer bij de hand. 't Is moge lijk, dat hel zadel straks nog, wan neer hij vóór den terugrit naar huis eon slaapje zal willen doen, voor hoofdkussen zal moeten dienert En toch is dat nog een samenleving, die de reiziger don volgenden dag vaarwel moet zeggen. Dan gaat het In oen wagen zonder veenon over we gen die soms de wijsheid van een spoorzoeker vorderen. Over wilde ri vieren of modderige beddingen zijn zelfs geen bruggen moer gelogd en bij hoog water is zelfs de doorwaadbare plaats onbruikbaar. Niemand zorgt na of gedurende den regentijd voor herstel der paden. Krakend tuimelt nu en dan een rad van den wagen in een gat. Eindeloos strekt zich de weg uit. Eerst na een rit van uren wordt het blaffen van een hond gehoord. Er komen een paar lage, met stroo ge dekte woningen in 't gezicht, die aan duiden, dat hier nog menschen wo nen. Daar heeft de gaucho zijn te huis. Kinderen en varkens spelen voor de deur, de vrouw is bezig met de huishouding en de man zelf zwerft met de buks op den rug door bosch on veld, ais een vrije zoon der onme telijke vlakten. Eindelijk rijzen in de verte mot «licht bosch begroeide heuvels op. Dat is liet doe] van de reLs. De afgematte paarden of muilezels worden met de zware, uit riemen bestaande, zweep tot een Laatsten, scherpen draf aan gezet. De weg, die tot dusver alleen aan wagensporen te herkennen was, gaat nu over in een goeden straat weg. Een wijde, door bosch omgeven open ruimte ligt voor ons, wij zijn op het yStadsplein". In een lang, met zink gedekt gebouw, waarin tal van kamers zijn aangebracht, vinden voor de eerste dagen nieuw aangekomenem een vriendelijke ontvangst. Daar naast ligt de B e n d a, de bazar zou den we kunnen zeggen, die alles op levert voor de levensbehoeften van de boeren en hun bescheiden weelde. Nog een paar andere huizen zijn op de grasvlakte gebouwd, daarin wonen de ambtenaren der kolonie. Zelfs eenige ambachtslieden hebben er zich neer gezet. Een molen wordt door een beek in beweging gebracht. Daar worden koren en maïs garnalen en tevens planken gezaagd uit de reuzen van het woud. Voor den vlijtige bestaat hier de gelegenheid tot goede belooning van zijn arbeid. Is eerst liet bosch, voor zooveel noodig, verwijderd, dan kan do rijke humus het gelreele jaar door vruchten dragen. De winter is zeer zacht en heeft maar enkele nachten, waarin liet vriest. Zelfs volgen daar op wed zomerachtige dagen. Europee- sche tuin- en veldvruchten, die vorst verdragen, kunnen er dan ook zeer1 goed verbouwd werden. En in den Heeten zomer met zijn tropische re gens komen rijst, katoen, tabak, maïs, noten enz. tot grooten wasdom. Daar de regenval vrij gelijkmatig over hot geheele Jaar is verdeeld, be- hooren perioden van droogte tot de zeldzaamheden. Nooit zijn ze zoo noodlottig als in Afrika en de schade, die zij soms aanrichten, is daarom ook kleiner, daar het geheele jaar door geoogst wordt, zoodat slechts een van de oogsten er door getroffen wordt. Bovendien heeft het geheele land kleine en gToote wateraderen, die, wanneer de oorsprong voor ver stoppen wordt gevrijwaard, ook in den zomer grootendeels blijven vloei en. De belangrijkste voorwaarden voor een rijkelijk gedijen van land en tuinbouw zijn derhalve hier aan wezig. Bruikbaar land is te krijgen voor f 1G0 tot 400 vpor een stuk van 25 hectaren, onder gemakkelijke voor waarden van afbetaling. Behalve in het plantenrijk vindt hier de kolonist allerlei middelen van bestaan in de dierenwereld. De teelt van zijdewormen en de bijenteelt mo gen niet worden onderschat en de uitgestrekte velden leveren goede wei den op voor veeteelt In het groot. De ze berust tot nu toe evenwel nog ge heel in de handen der Brazilianen zelf, de kolonist bezit meestal niet meer, dan een paar ïnlandsche var kens van het slechtste ras en koeien van dezelfde hoedanigheid, buiten de rijdieren, die hij niet missen kan. Hier ligt dus nog een groot arbeids veld braak, dat evenwel alleen door emigranten van kapitaal kan worden benuttigd. Hij zoovele lichtzijden ontbreekt het natuurlijk ook aan zware schaduwen niet. Vóór alles ontbreekt het aan ver keersmiddelen, om de producten in den handel te brengen, want voor uit breiding van bedrijf is het natuurlijk niet voldoende, wanneer men. zooveel voortbrengt, als voor eigen gebruik voldoende is. Er moet ook geld ontr vangen worden, dat omgezet moet in dingen, die op andere wijze niet te krijgen zijn en toch ook onmisbaar mogen heeten voor 's menschen be staan. Hier behoort de regeering in te grij pen, die tot dusver wel mooie woor den en beloften, maar geen daden voor de kolonisten heeft over gehad. Straten en bruggen zijn daarbij niet voldoende, spoorwegen moeten er worden aangelegd en zoodra de zeker heid bestaat, dat de kolonisten in vol. doende hoeveelheid allerlei produc ten kunnen telen, is door de vrachten tevens het bestaan van den spoorweg verzekerd. Behalve deze misstanden, die door de openbare besturen kunnen worden verholpen, levert de natuur moeilijk heden op in den vorm van veel mieren en sprinkhanen. De eersten bijten de kleine teedere plantenkiemen af en de laatsten richten bij zwermen even eens groote schade aan. Tot dusver is vergeefs getracht, deze dieren te be strijden. Zijn grootste vijand is hier, zooals dikwijls in het leven, de mensch zelf, door traagheid en zucht naar genot. Toch zou hij hier een vrij en onge dwongen leven hebben, wanneer hij maar ijver aan eenvoud wil verbin den. Gezelligheid behoeft niet te ont breken. 's Avonds kan hij in de B e n d a met de buren een praatje maken en een zaugvoreeniging, zelfs een sportclub kunnen zeer goed bloeL Waar zou de sport afwisselender kunnen zijn, dan in een land, waar zelfs kleine afstanden te paard afge legd worden en zelfs de kinderen op die manier naar school gaan I Aan spijs en drank ontbreekt het niet en voor geestelijk voedsel wordt eveneens gezorgd. Wel is noch de school, noch de schoolmeester bijzon der in tel, maar dat kan, behalve aan het vrije leven, ook hieraan worden toegeschreven, dat menigeen zich dan pas voor onderwijzer opwerpt, wan neer het hem niet is gelukt, op een an dere manier zijn brood te verdienen. En Dij de school staat gewoonlijk ook een eenvoudig, van hout opge trokken kerkgebouw, waarheen zich ds kolonisten begeven, wanneer de metalen klank van het klokje hen daartoe roept. Daar ziet men dan me nigeen te paard komen aangereden in de oude, vreemd gemaakte Zondags dracht, waarin vader, soms wel groot vader, vroeger in het oude vaderland ter kerke is gegaan. Ziedaar een en ander uit het arti kel van den Duitschen schrijver, die den indruk geeft, dat hij getracht heeft, voor en tegen eerlijk naast el kander te plaatsen. J. C. P. Juitenlandsch Overzien. Het is wel merkwaardig, dai een groot deel van het nieuws heden be trekking heeft op LEGERAANGELEGENHEDEN. Helaas een treffend beeld onzer hooggeroemde 20e oeuwsche bescha ving 1 Natuurlijk hebben we eerst de Balkangeschillenl Gisteren wezen we er al op, dat de stemming oorlogszuchtiger wordt en een wa pengeweld weer als een dreigend spook onrust komt brengen. AJ mogen de „off'cieele kringen" in Sofia ook ontkennen, dat er een mobilisatie is gelast, feit is toch, dat de reservisten, iie nog bij moeders pappot zaten, op geroepen zijn zoo 't heet ter oefe ning Nu is het Bulgaarsche leger vrijwel op oorlogssterkte gekomen, wat zeker niet zoo geheel zonder re den is geschied. Hei land van Tsaar Ferdinand is „zoo arm als de mie ren", waaruit duidelijk blijkt, dat voor aardigheid geen millioentjes ver morst zullen worden voor wat parade- vertoon. Neen, zoo'n excuus is.... een bevestiging I Het is moeilijk te controleeren, of de bewering van Bulgaarsche zijde dat Turkije in het geheim vele oor- logstoebereidselen heeft gemaakt en nóg maakt juist is. Geheel on waai' lijkt het niet, want dan moest van drie of vier konten tegelijk gejokt zijn. .Misschien is de oorlogszuchtige hou ding van Turkije wat al te sterk opge nomen, wat vooral waarschijnlijk is, omdat de Turk van den beginne af al een oorlog gemeden heeft Of moet Bulgarije nu ook voor Oostenrijk- Hongarïje boeten De vredelievende vertoogen van de bevriende en vredelievende mogendhe den aan het adres van Tsaar Ferdi nand hebben dus nog bitter weinig succes geliad. Het ziet er ook niet naar uit, dat tusschen Konstantlnopel en Sofia spoedig oen roerende over eenstemming zal komen. Konstanti- nopel vraagt te veel en Sofia biedt, te weinig. Het oorlogsgevaar van de zijde van Servië is ook nog lang niet bedwon gen. Dit begint nu eeret pas in volle actie. In den Jongsten ministerraad te Belgrado moet besloten zijn de krijgs toerustingen krachtig voort te setten en in het voorjaar den oorlog te ver klaren, als do mogendheden niet gun stig beschikken op de te verzenden nota, waarin oeconomische tegemoet- komingen en volledig zelfbestuur voor Bosnië en Herzegowina geëischt wor den. De onderdanen van koning Peter, of misschien Juister gezegd de aan hangers van den oorlogszuchtigen kroonprins-avonturier, willen dus ook zonder den steun van Engeland en Rusland welke mogendheden via Londen door den mond van mi nister Grey hebben laten weten, dat daadwerkelijke 6teun bij een even- tueelen oorlog niet verwacht mag worden den oorlog aanvangen den oorlog die met een zelfmoord ge- tijk staat, want liet groote ei> machti ge Oostenrïjk-Hongarïje staat als een reus tegenover het Kleine Servië, het dwergje Maar Montenegro 't nóg kleiner dwergje I zal helpen De Vorst van Montenegro heeft aan alle gezanten te Cettinje behalve 3an dien der Donau-monarchie eene nota doen toekomen, waarin hij aandringt op de bijeeuxoeping eener conferentie en waarin hij verzekert, dat Montenegro zich met geen finan cieel e schadeloosstellingen zal tevre den stellen. Men zal zich herinneren, dat de Montenegrijnsche minister van bui ten! andsche zaken in de Skoepsjtina een zeer opgeschroefde redevoering heeft afgestoken, waarvan het slót- refrein was, dait Montenegro geen an dere oplossing der Bosnische quaestie kon toelaten dan de vereeniging van Bosnië en Herzegowina met de Servi sche landen, óf hun volledige autono mie. Volgens berichten uit Konstanti- nopel is men in negeer in gs- en diplo matieke kringen hoogst onaangenaam door die al te .geestdriftige uitlatingen van den Montenegrijnschen minister getroffen. De Turken moeten er over ontstemd zijn Een teleurstelling dus voor de Mon- tenegrijnen, die Juist gehoopt hadden bij de Turken Lu 't gevlei te komen 1 Het is dus altijd nog onzeker, of we oorlog krijgen of vrede. Ja, ook de vrede moeien we in het allergunstig ste geval nog k r ij g e n en met be houden, want wie nu van vrede in den Balkan spreekt, bespot zichzelf. Waar blijft toch de conferentie Andere legerquaesties slaan op den grooten Europeeschen oor log, die in de toekomst gezien en ge vreesd wordt. Over de gegrondhe:d van deze vrees hebben we al meerma len geschreven, zoodat we er nu overheen glippen en alleen constatee- ren, dat de vrees er is en niet geheel van grond ontbloot. Nu 's het wel op merkelijk, dat de kleine landen zich mot de quaestie gaan bezig houden. Van ons eigen land behoeven we niet ta spreken, het is voldoende bekend, dat onze weermacht zich voornamelijk beperkt tot een eventueele handha ving der neutraliteit. De onlangs ge publiceerde „Vaderland-onthullin gen hebben weer opnieuw de aandacht op deze zaak gevestigd, helaas zonder nu voldoende l'cht te brengen. Het is voor den burger nog vrijwel een raadsel, welke de macht van ons le ger is, hoe de stand onzer weermid delen, en dit is wel het voornaam ste of er inderdaad geheime over eenkom stem gesloten zijn. Officieel wordt dit laatste ontkend, manr En- gelsche bladen hebben onlangs nog op een verbond gezinspeeld. Da.n hebben we B e 1 g 1 De „Indépendance" wijst op eene militaire studie vau den heer Regi nald Kami, opgenomen ui den Temps, waarin deze üe mogelijkheid en waar schijn! ij khe'd bespreekt van de schending van hel Belgisch grondge bied ingeval van een nieuwen Franscli-Duitschen oorlog De schrijver van dut artikel komt tot de slotsom, dat Duitschland zoo goed als zeker in dat geval bijna zijn geheele leger naar zijn westelijke grens zal dirigeer en de verdedi gingslinies van Maas :-n Moezel, ge steund door Verdun en Toul, Belfast en Epinal sluiten de Fransche grens aldaar vrijwel af. Gezien den uitslag vaai de pogingen van het Japansche leger om Port Arthur dadelijk bij stormloop te nemen, gelooft Reginald Kann er niet aan tem eventueel sla gen vau de Duitsche legers in een dergelijken aanval op de Fransche stellingen. Duitschland is dus aange wezen op de uitnemende toegangswe gen tot Frankrijk door Luxemburg en België. Op deze wijze komen de Duüt- schers zonder slag of stoot im den rug en de flank der Fransche verdedi gingslinie, waardoor de Fransche le gere, ter bescherming van den weg naar Parijs, gedwongen worden een wellicht beelissenden veldslag aan te nemen. De Indépendance grijpt dit artikel met belde handen aan, om wederom met krachit aan te dringen op het verlaten van de tot heden aangeno men laksche houding wat betreft de legerquaestie, en te zorgen, dat België niet tot dergelijke doeleinden ge bruikt kan worden. Het moet zich wapenen, niet alleen tegen een inval, maar ook tegen be zetting, welke zonder twijfel het volg zal zijn van de onmacht van het Belgische volk, om te beletten, dat zijn gebied door een der beide mach tige buren tegen den ander gebruikt wordt. „Men zou werkelijk moeten gaan gelooven, dat voor zekere Belgen neu traliteit defcelfde beteekenis heeft als ploertige lafheid („neutre" is „pleu- tre"). Lieden, die blindelings vertrou wen stellen in verdragen, willen geen rekening houden met de lessen der geschiedenis. Zij zullen uit hun rust worden wakker geschopt door de laars van de ulanen en zij zullen den vreemdeling moeten dienen, omdat zij weigerden hun vaderland te dienen." De tegenwoordige minister van oor log is voorstander van den algemee- nen dienstplicht. Onder doze omstan digheden kan hij misschien succes hebben. Zoc denkt de Deensche oor logsminister er ook over. Hij heeft plannen tot uitbreiding van het leger ingediend en aanbevolen onder den druk der omstandigheden. Hier wordt aeschermd met do mogelijkheid van schending der neutraliteit bij een oor log tusschen Engeland en Duitsch land en ook (net als hij ons wordt beweerd, dat Engeland een geheime wenk heeft gegeven. Wat dit alles beteekent Och, voor- loopig zullen we ons nog maar niet al te ongerust maken, maar doze actie op militair gebied is wel teekenend. Ja, en om de serie te eompleteceron, komt er Frankrijk nog bij De oud-Kamervoorzitter Boumer (een der toonaangevende leden van dp inarine-commissio 'rit do Kamer) velt in de Matin" eon over het algemeen vrij scherpe critiek i.ver de heerschen- de toestanden bij de Fransche marine, welke ongetwijfeld In haar materieels en moreele kracht verzwakt is. Frankrijk, schrijft Doumer, dat nauwelijks tien jaar geleden den tweeden rang innam onder de zee machten, ls thans iezonkon tot den vierden, ja zelfsden vijfden rang. Wat het personeel Letreft, moet men wel, gezien de voortdurend plaats heb bende ongelukken, aannemen, dat zijn technische kennis, zijn zeeman schap en zijn geoefendheid gedurig verminderen zeer zeker is dit het g*. val met sommige commandanten van oorlogsschepen en chefs van arsena len. Maar nog ernstiger is het feit, dat bij de oorlogsvloot de samenwer king en het wederzijdsch vertrouwen onder het personeel verdwijnt. Al deze misstanden zijn volgens den heer Doumer te verhelpen door me thodisch en consequent optreden. Men moet ieder jaar twee groepen oorlogs schepen van G of 8 stuks op stapel zet ten en de credieten hiervoor zoo rege- leo, dat de bodems hi drie jaar ge reed zijn voor den iienst. De schrijver eindigt. „En wanneer men dan een einde maakt aan de onderlinge tegenwer king en kuiperijen, dan zal de Fran sche marine spoedig weer de plaats innemen, welke haar toekomt." Het „Journal", van Parijs, bevat een artikel over de Fransche vloot, waarin scheiding wordt gemaakt tus schen de schepen met werkelijke ge- vechtswaarde en schepen, die ze niet meer hebben, en dan komt de schrij ver tot de slotsom, dat Frankrijk be zit1! linieschepen In plaats van 15, als op de officieele lijst staan, 1 linie schip voor de kustverdediging in- plaais van 5, 17 kruisers in plaats van 21, 34 torpedobooten in plaats van 162 en 50 onderzeesclie of duikbooten. Ja, er hapert wel veel aan de Fran sche marine. Nu Ls er weer ojj de sche pen van de Middollandsche Zee-vloot Kruit gevonden, dat verknoeid was, zoodat de schepen onverwacht in de lucht hadden kunnen vliegen. „Men" zegt, dat matrozen dit kiuit met op zet verknoeid moeten hebbeneen soort sabotage dus, maar een van zeer gevaarlijk gehalte 1 Bij de Russische marine is het ook al lang eeu echt rommeltje. Men weet dait admiraal Alexaf, die onthullin gen over knoeierijen heeft geschreven, zelf veroordeeld iswegens knoeie rij, door een bestelling te begunstigen eu van een leverancier een ly.500 roe bel op te strijken. Nu heeft Alexef aangekondigd, dat hij nog greater onthullingen zal doen. De oude historie van den twistenden kok eai de keukenmeid.... Bij de Russische Doem a is het voor stel ingediend, om den post op de be grooting voor het keizerlijk Russische hofballet aan de opera te Petersburg te doen vervallen, wijl de vier mill, roebels, die voor dit corps choregrafi- que worden uitgetrokken, beter be steed kunnen worden voor het aan bouwen van nieuwe oorlogs schepen. Zoo wordt zelfs de dienst van Terpsichore verwaarloosd In het groote Russische Rijk voor die van den on verbiddel ij keu Mars. Is er 'n Rusland alleen behoefte aan oorlogsschepen?. Ten slotte een verblijdend feit. Dit komt uit... Japant In antwoord op de hun gestelde vra gen omtrent inkrimping van de oor logstoerustingen verklaarden de mi nisters Katsoara, Komoera en Tera.u- ch', dat Japan's betrekkingen tot an dere groote mogendheden In die mate zijn verbeterd, dat verminde ring der oorlogslas ten ten volle gewettigd is. De heer Komoera voegde daaraan nog toe, dat hij ver trouwt in de oprechtheid van de Arno- rikaansche regeering en dat hij geens zins van meening ls, dat de door de wetgevende vergadering van Califor- nïé aangenomen anti-Japansche wet ten op eenigerlei wijze afbreuk zul len doen aan de goede betrekkingen tusschen Japan en Amerika. Met de vermelding van deze leger quaesties, hebben we zoo goed als "t geheele bultenlandsche nieuws ver teld. Over de verhouding tusschen TURKIJE EN BULGARIJE nog een nadere toelichting. In de Bul gaarsche Sobranje was aan de orde de bespreking der Interpellatie over de mobilisatie van de 8ste divisie. De minister van buitenlandshe zaken verklaarde, dat er geen mobilisatie heeft plaats gehad, maar dat de re servisten zijn opgeroepen ter verster king van de divisie, met het oog op de oefeningen. „Wij zijn tot dezen maatregel niet met aanvallende be doelingen overgegaan," zeide de mi nister, „daar wij geenszins van plan zijn den vrede te verstoren, zooals wij immers reeds hebben getoond. De maatregel was noodig om eventua liteiten te voorkomen, die hadden kunnen leiden tot een botsing tus schen Turkije en Bulgarije. Onlangs, zoo vervolgde de minister, hebben wij verklaard, dat de besprekingen met Turkije flink vorderden en dat wij binnenkort hoopten te zien, dat de Bulgaarsche gedelegeerde naar Kon- stantinopel zou worden geroepen. Op liet einde der vorige maand echter stelde het Ottomaansche commissa riaat de regeering in kennis met een telegram van den groot-vizier, waarin wij werden verzocht een gedelegeer de te zenden, ten einde de onderhan delingen ten einde te brengen. Voordat hij Konstantlnopel ver liet, had onze. gedelegeerde den grondslag, waarop een over- de den grondslag, waarop een over eenkomst mogelijk was, definitief vastgesteld, en dezen aan de Turk- sche regeering medegedeeld. Wij achtten het dus noodig om, alvorens den gedelegeerde weder naar Kon- stantinopel te zenden, te informeeren of die grondslag was aanvaard, daar in het tegenovergestelde geval de toe stand. slechts verergeren zoude. Het daarop ontvangen antwoord was vaag en wij zonden dus geen gedelegeer de. Intusschen was de quaestie van de grensregeling op het tapijt gebracht en wel in den geest van afstand van grondgebied, een eisch, die tot dusver re nog niet was opgeworpen. Wij had den daaraan in het begin geen aan dacht geschonken, daar wij dachten dat men te Konstantlnopel de gevol gen van dien eisch wel zou hebl>en overwogen, maar uit later ingewon nen inlichtingen bleek ons, dat men daar ter stede stappen had gedaan bij de ambassades en dat men tot ze kere daden zou overgaan in Adriano- pel, het district van het tweede Heger- corps. Wij moesten toen aannemen, dat wij stonden voor bovenbedoelde eventualiteit en dat wij onzen plicht zouden verzuimen, zoo wij geen 'maat regelen namen. De regeering, die volharden blijft bij hare staatkunde om de geschillen in der minne te wil len schikken, beschouwt den gedanen stap als een eenvoudigeu voorzichtig heidsmaatregel. De afgevaardigden moeten nu de beteekenis van den ge nomen maatregel nagaan en dezen goedkeuren om door het daardoor uit gesproken vertrouwen In de regeering deze aan te moedigen om voort te gaan op den weg van beveiliging der nationale belangen." Bij acclamatie nam de Kamer daar op een motie van vertrouwen in da regeering aan. Volgens een telegram uit Weenen heeft de Bulgaarsche minister van binnenlandsche zaken daar gezegd, dat de 85,000,000 frank, die Bulgarije aan Turkije heeft aanseboden. hei

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 1