ft DO UW1 TT DOCIOT KCÜ* USST ■1JII TW* CA daar zag hij een kort stukje ket ting aan heit knoopsgat hangen. De duivel hole dien vent, riep hij spijtig uit, hij moet het hebben geno men, toen hij mij aangeraakt heeft én mü \Vtelde, dot wij hem jong moes- ,ton vangen. Kom binnen, lieveling. Ik moet Je een buitengewoon vreemde goschiedenis vertellen en onder de ge geven omstandigheden gun ik het den vent, die het gestolen heeft. SP. cj De gestoorde uitvoering Hot was er recht gezellig In de kof fiekamer van de boerenherberg „Het vette varken" te Achterburg. De groo- te petroleumlamp, net snorrende ka cheltje, de ronde tafel met ouderwet- schen pijpenstandaard, die zelfvolda ne gezichten van ile boerenzoon* en boerenknechts, dat alles gaf aan het geheel een beeld van gezelligheid, dal in schril contrast was met den guren wind en de koude regenvlagen, die bulten hoogtij vierden en duidelijk bewezen, dat November in aantocht was. De kastelein had druk werk met zijn klanten van bier, „grenadden" of „klaore" te voorzien en hoe langer hoe meer geraakte het gezelschap in een feestelijke stemming. Er was dan ook wel reden om ver blijd te zijn. Reeds lang hadden de dorpsbewoners geklaagd, dat er in het dorp nooit iets te doen was ter wijl In andere dorpen in de buurt nog eens variaosi© is. In Polderburg hebben ze een „mesuekvereeniging", in Kamperoord heeft meester een zangclub opgericht, in Vetkamp „speulen ze af en toe kemedi"maar hier in Achterberg is niets van dien aard „nooit gewèst". Vooral „de deerns" vonden „'t bar vervelend", en hoog tijd werd het, dat in dien toestand eens verandering werd gebracht. Die verandering zou nu komen. De schoolmeestert edn man, die niet alleen liefde voor zijn kinderen had, doch ook de oudere be woners van het dorp graag ter wille was, had het plan opgevat, een too- neelclub op te richten, waardoor hij ook In Achterburg meer gezelligheid hoopte te brengen. In „Het vette varken" had hij heden een twintigtal jongelingen bijeen la ten komen, om tot oprichting over te gaan en nu wachtten zij de komst van „meester" af, den tijd doodend met een of ander „spulletje". Daar laat de oude Friesche klok zeven slagen hooren en op hetzelfde oogenblik gaat de buitendeur opei en treedt de dorpsgeleerde de gelagkamer binnen. De jongelingen, die op zijn komst gewacht hebben, werpen een laatsten blik op de kaarters, die, na meester gegroet te hebben, rustig doorspelen, terwijl eerstgenoemden den onderwijzer volgen naar een zoo genaamd opkamertje. Hier is zaakje gauw beslist. Allen zijn het mei den meester eens, dat het tot stand bren- Èen van een tooneelclub voor Achter- urg wenschelijk zou zijn, en ieder is gaarne bereid zijne medewerking te verleenen. De club wordt dus opgericht, en op voorstel van den meester gedoopt met den deftigen naam van „Concordia Inter Nos". Eerst voelde men niet veel voor zoo'n vreemden naam, maar toen meester de betsekenis verklaard had en op de noodzakelijkheid had gewezen, dat er „Eensgezindheid on der ons" moest zijn, wilde men tot goede resultaten komen, had nie- "nand meer eenig bezwaar, te meer, daar men in het dagelijksch leven al- een maar de beginletters behoefde te noemen, om te weten wat bedoeld werd. De vereeniglng „Concordia inter nos" of kortweg „Cin" of „Kin", was dus opgericht. Aanvankelijk telde zij 20 leden, doch de nfcester had zich al spoedig genoodzaakt gezien, een vijf tal hun congé te geven, daar uit hen met den besten wil van de wereld geen fatsoenlijke corned!anten te maken waren. Enkele blijspelen waren ln studie genomen. In den Vasten avond-tijd zou „Kin" voor de eerste maal een uitvoering geven en Achter burg zou niet langer bij Polderburg, Kampoord en Vetkamp behoeven ach ter te staan. Hoe deze tooneei vereeni- ging bij de Achterburgers ontvangen werd Gedeeltelijk goed, gedeeltelijk met wantrouwen en gedeeltelijk met le ede oogen. De eersten waren vooral de familie leden en de comedian ten en zij, die wel van een lolletje hielden, de twee den waren de meer bejaarden, d'ie alles wat nieuwerwetsch is, met wan trouwen gadeslaan, dus ook deze uit vinding van den onderwijzer uit „den booze" achtten, en de derde categorie bestond uit jongelieden, die meenden, dat meester ook hen zou vragen, doch niet gevraagd werden. Dat de veree- riiging bij haar plannen voor de toe komst met de beide laatste soorten van menschen moest rekening houden behoeft geen betoog. Alles wat moge lijk was om de jonge verceniging te dwarsboomen, werd natuurlijk ge daan, doch moedig doorstond „K:n" die tegenkanting en het scheen of zij geen vait op haar had. De ergste vijanden waren de jonge lieden, die vast gehoopt hadden, dat meester ook hen op de planken zou voeren, doch tn die meening bedrogen waren. Onder aanvoering van den zoon van een welgestelden boer, Dirk Harmsen genaamd, hadden zij zich vereenigd. en besloten, de eerste uitvoering var> „Concordia" te doen mislukken, het mocht kosten wat het wilde. Vooral Ilarmsen was over de bestaande ver eeniging vrceselijk gebelgd, hij toch had gehoopt, dat meester hem zeker er bij nemen zou, hij, de zoon van don eersten boer van Achterburg. Hij had voorzitter er van moeten zijn in plaats van weggejaagd te wor den. „Neen, Harmsen, jou kan ik niet gebruiken, 't Spijt mij wel, jongen, maar van jou is niets te maken", had meester gezegd, toen hij zich aan meldde. Hoe durfde meester zoo iets te zeggen tegen hom! 't Was schande. Jongens, we zullen dat dien schoolvos betaald zetten. Hij zal er van lusten. Geen steek mag er van de nitvoering terecht komen, of mijn naam Is geen Dirk Harmsen meer, Beide hij op zekeren lag, toen hij zijn geheel complotje bijeen had. je new goea praten, Dlrfc, maar hoe dat aan te leggen antwoordde er een uit het groepje, een noon van een d agio oner, die niet bij de club kan komen, omdat hij niet lezen kon. Ja, daar moet ik eerst nog eens over nadenken. Zoo iets sghudt men maar niet in eens uit zijn mouw. Mij dunkt,meende een ander, als wij eens bij* de uitvoering kabaal gingen maken, dal w niet dooi kon den spelen Om don door den veldwachter er uitgezet te worden en een proces-ver baal op te loepen. Ik dank je, ant woordde een vierde. Als wij dan eens.... Neen, jongen, onderbrak Dirk den spreker, dat moetan wij niet doen Ik geloof, dal ii een beter plan heb Ho* hot in elkaar zit, zal je later wel zien. Ik moet er eerst zelf nog eens goed over nadenken of het wel gaat, zonder de politie er in te betrekken want die moeien, wij er buiten houden natuurlijk. W$ hebben ook nog tijd genoeg. Over twee maanden is het pas vastenavond en dan zal „Kin" van den aardbodem verdwijnen. Na deze met groote beweging, ge- spi oken woorden van hun Leider, gin gen de „samenzweerders" uiteen, el kaar belovende, dat zij na acht dagen in Hei velt© Varken" wederom zouden saroenkonien, om verder meer vaste re, pianme© Vs beramen. Het Is acht dagen later. Wederom staan in „Het vette Varken"' eeaiige toeschouwers bij de tafeltjes der kaartspelende boeren te kijken. Het zijn nu niet de ledeD van „Concordia' doch hare heftigste vijanden, die de komst van hun aanvoerder afwach ten, om straks haar doodvonnis te teekenen Precies 7 uur treedt Dirk de herberg binnen en. ©en zestal perse nen scheiden zich van de overigs be zoekers af en volgen hun voorman naar het opkamertje, waar Concor dia twee maanden geleden was op gericht. Nauwelijks waren zij gezeten, of Dirk Harmsen neemt het woord en zegt ongeveer het volgende: „Mannen, ik heb er ernstig over na gedacht, hoe wij ons kunnen wreken op de tooneelvereeniging, waarvan we geen lid kunnen worden. Dat wre ken moet zóó geschieden, dat de eer ste uitvoering geheel in duigen valt. De Achterburgers moeten nog lang na die uitvoering er niet aan kunnen danken, zonder in een lach te schie ten over de mislukking er van. We moeten echter zorgen, dat wij niet in aanraking komen met de politie. Ik heb daarom een plan gevormd, dat ons zeker de zegepraal bezorgen zal, doch dat ik u op het oogenblik nog niet kan mee doelen, daar de minste ruchtbaarheid het plan in duigen kan doen vallen. Maai" een en ander kost geld. Na ingewonnen inlichtingen is mij gebleken, dat het geheele zaakje vijftien gulden kosten zal. Zelf zal ik daarvan tien gulden betalen. Geven jelui samen de rest." Deze reae, die met horten en stooter werd uitgesproKon, werd mei groote belangstelling gevolgd, doch bij liet slot klonk een ontevreden gemompel door het vertrek. Na een poosje vatte een hunner het woord: Ja, maar Dirk, da's toch al te gek, geld geven en niet eens weten wal er gebeurt. Her moet toch, Hendrik. Als ik hier zeg, wat ik van plan ben, dan komt misschien „Kin" er achter en dan neemt zij L_,ar maatregelen. ijetpmaansche, noowet vrfamSeo eft vijanden heeft. De vrienden dankte hij voor den steun en de medewer king en de vijanden hoopte hij heden avond tot vrienden te maken. Na en kele korte mededeelingen verliet meester het tooneei en een opgewekt stukje shwieoMiaek opende dt bijeen komst. Harmsen, die mei zijn kornuiten achter tn de zaal zat, merkte wel, dat meester, toen hij over vijanden sprak, hem aankeek een toen meester uitge sproken was, wendde hij zich tot een hunner en zeide: Hij zal toch leelijk op zijn neus kijken, straks met zijn vrienden en vijanden. Ja, maar wat moet er straks ei genlijk gebeuren? Nou, ja, dat zal je zoo wel zien. 't- Zal je best meevallen. Dat zaakje marcheert... Een herhaald bellen onderbrak hun gesprek en voor de tweede maal ging het scherm op. Het blijspel begon met een monoloog van een student, die een echt studentenleven geleid had, en nu Inziet dat dit op den duur niet is vol te houden. Hij maakt het vaste voornemen, ernstig aan de studie te gaan. Terwijl hij zijn half dramati sche alleenspraak voordraagt, wor den plotseling ln de zaal verwarde klanken gehoord en ieder doet zijn best al luisterend de herkomst er van op te jporen. Het schijnt een root' muziek te zijn. dai. .-ri nadar en na der komt. De toeschouwers word er. ©enigszins onrustig, doch met vastheid blijft de student in zijn rol on voltooit zijn scè ne tot het ©inde toe. De vreemde to nen hebben opgehouden <m het pu bliek begint te m?cnen dat dit bij het spel hoorde. Daar verschijnt zijn huis knecht, die hem zijn ontbijt brengt, doch op hetzelfde oogenblik word' ook de muziek weer gehoord, nu ech ter niet van verre, doch in de onmid dellijke nabijheid en met volle kracht geaccompagneerd door groote en klei ne trom en pauken. Maat rit er ech ter geheel niet ln, ook schijnen het geen speciale „stukjes te zijn. Het lijkt veel op draai orgelmuziek, doch niet van één, maar minsten? van drie orgels, die elk verschalend* melodieën speelden, 't Was een lever ,dat hoorer en zien verging" en door spelen onder deze om stand 'gheder was onmogelijk. Hei scherm viel da?' ook en ieder spoedde zich naar buiten om te zien, waar die vreemd soartigif muziek vandaan kwam. Het spel had opgehouden en overal heerschte eer doodsche stilts als bij een diepe du:s ternis. Voor de deur op den weg, ner gens zag men :ets, waf op een draai orgel geleek. Brommend over deze stoornis Inspecteerde de onderwijzer nogmaals den weg en den berm maar niets bijzonders bemerkend, verzocht hij het publiek wear binnen te komen, opdat de uitvoering kon voortgezet worden. Niet lang behoefde men te wachten of -daar ging het belletje weer, het scherm werd opgetrokken en het onderbroken spel werd voort gezet. Nauwelijks echter had de bediende het ontbijt klaargezet én wilde hij een gezellig samenspraakje met zijn meester beginnen, of hetzelfde orkest van den eersten keer viel met helsch - Je tót ons toch „tot 'voor klap- laWaal ia' Eot,dat w0?rd. Tf pers aan? verstaanbaar was. Daar vliegt plot- Neen. Maar toch Is voorzichtig heid hier de aangewezen weg. Hier zijn de tien gulden, een van jelui mag ze gerust bewaren, als je mij niet ver trouwt, maar de rest betalen jelui. Hoewel met tegenzin, werden de ontbrekende vijf gulden voor de wraak geofferd. Harmsen deelde nog mede, dat hij gehoord had., dat de uitvoering zou plaats hebben op Vastenavond- Zondag en hij verzocht alle aanwezi gen naar die uitvoering te gaan, waarna de bondgenooten elkander verlieten. Onder het heengaan wipt© Harm sen nog even naar een daggelder en fluisterde hem in het oor: 't Blijft dus afgesproken, Kool man, voor vastenavond-Zondag huur ;k je schuurtje voor vijf gulden. Langzaam, zooals dat alleen op het platteland geschiedt, kroop de i&nge winter voorbij en eindelijk brak het vroege voorjaar en daarmede de vas- ten-avondtijd aan. Concordia inter •ios had Ln de wintermaanden flink bestudeerd en gerust kon de avond van de uitvoering verwacht worden. Mie spelers kenden hun rollen op een reeling de meester, rood van kwaad heid, van achter de schermen het toocneel op en schreeuwt boven het lawaai uit, dat ieder rustig op zijn plaats moet blijven; hij zelf zal alleen naar buiten gaan en zien, waar dit speotake! vandaan komt. Met een paar sprongen is hij van het tooneei af en buiten en nu is 't geheim opge helderd. Uit een klein schuurtje, toe- behoorend aan een daggelder klinken lustig de tonen van een wals, een marsch en een ouverture door elkaar. Do meester vliegt er heen en voor de deur staan Harmsen met zijn vrien den, die na de eerste onderbreking niet teruggekeerd waren, op post. Nu begrijpt de leider van Concordia al les. Bulderend roept hij Dirk toe: Wat beteekent dat, zeg, wat is dat? Muziek, antwoordde deze droog- les. Dat merk ik voor den drommel ook. 't Is het muziekje wel. Heb jij dat hier besteld? Ja Dan wil je dat zeker wel even stop zetten, nietwaar? prikje, «n van zenmven Mluwn mm I 01 ln, 'et ««N61 °let iet vee! last te hebben. De verkoop GOOdI d? ï®rder Iien' van kaarten Ring onk uitstekend. Het No« b') tg"** scheen dus, alsof niets de uitvoering i paat h,) weeI de harberg om storen zou. Zoo brak eindelijk de langverwach te Zondag aan. Ieder was er vol over wat men des avonds zou te zien krij- ren. De koffiekamer van „Het vette Varken" was tot concertzaal inge richt, terwijl in den hoek een klein 'ooneeltje was opgeslagen, 't Liep al aardig naar zes uur en langzaam aan vulde de zaal zich met bezoekers. Vooral het jonge volkje was flink opgekomen en menige deem was ln even later met den veldwachter terug te keeren. Harmsen, zegt deze, hebt jij or der gegeven tot die mooie muziek? Dat zal de meester wel reed6 voor mij gezegd hebben. Ja, ik heb die drie orgels hier besteld. En weet de eigenaar van het schuurtje dat? Ik heb het hem niet gezegd. Maar dat behoeft ook niet. Ik ben de huur der. Alsjeblief. Harmsen liet den verwonderden ifwachting, hoe „haor joeng" die veldwachter een huurcontract zien, „kemediespeelderij" er zou afbron- waaruit bleek, dat hij dat schuurtje '«mi. voor een dag gehuurd had. Juist had de Friesche klok aan ge-j Nu men langs wettelijken weg de kondigd, dat het zes uur was of een 1 muziek niet kon doen ophouden, pro- mzichtbaar belletje rinkelde, het beerde men tot een vergelijk te ko- tooneelscherm werd opgetrokken en men, doch de eenige voorwaarde, meester zelf verscheen op de planken, waarop Harmsen de orgelmuziek wil- Tn een keurige rede schetste hij, 1 de doen ophouden was, aanneming waarom Concordia inter nos was op-van hem en zijn vrienden bij de too- gericht en toonde tevens aan, hoe neelvereeniging. Wilt u dit toestaan? deze vereeniglng, evenals al bet an-'vroeg Harmsen. De* nooit! En nu Je *00 begint, JüS geen geval I Ook goed, dan laat Ik nog eens opnieuw draalen. Vooruit Jongens, wie het 't langste volhoudU Met vernieuwd© kracht begonnen de orgelmannen te draalen en dezelf de verwarde muziek van eerst ver brak weer de stilte, die een oogenblik was Ingetreden. Van doorgaan der tooneei uitvoe ring kon natuurlijk geen sprake zijn; deze werd tot nader orde uitgesteld. „Concordia inter nos" le door dit incident niet „over den kop" gegaan, doch een bloeiende vereeniglng ge worden. Alleen Harmsen en de zij nen zijn veel in de algemeene achting gedaald. ^Centr.) DE BEIDE GROOTSTE LEUGENAARS. Gedurende den in het jaar 1898 tus- schen Spanje en Amerika gevoerden oorlog diende ook de Ier Michaels in het Amerikaansche leger Het beviel hem daar volstrekt niet en hij koester de daarom den innigen wensch vrij van dienst te worden en naar huis te kunnen gaan. Eindelijk viel hem eep reddende gedachte in en hij nam de vrijheid met zijn overste te spreken. Nu, wat heb je op Je hart, Mi chaels vroeg de overste. Ja, overste, de kwestie is deze. Ik heb er thans bitter berouw over, Jat ik mij heb laten aanwerven, be gon Michaels. Ik had een glas te veel ■/©dronken en liet mij overhalen, zon der aan de mijnen thuis te denken, foon ik wegtrok, moest ik vrouw en kinderen, bijna zonder een dak boven liet hoofd, achterlaten. Vandaag kreeg ik een brief van mijn vrouw, waarin /.ij klaagt, dat het haar slecht gaat. Zij, zoowél als de kinderen, moeten longer lijden. En daar zij niets ver liet 11 kan en ook niet geleerd heeft, schrijft zij, dat het mijn plicht is te rug te komen. Maar mijn goede Michaels, dat 'ladt je eerder moeten bedenken. Ik kan je echter misschien wel eenigen :ijd verlof geven. Neen, overste, dat is niet vol doende, ik nioet mijn ontslag hebben, erzekerde Michaels. De overste dacht eeaige oogenblik- ken na en zei toen Je zegtt dus dat je vrouw wenscht lat je naar huis terugkeert Ja, overste, zoo is het, en boven dien is zij ernstig ziek en als ze nu sterft voor ik terugkeer, dan zal ik iet nooit te boven komen Toen nam de overste een brief uit rijn zak, opende hem en zei Het spijt mij, Michaels, dat je nij om den tuin tracht te leiden. Ik had nooit kunnen denken, dat je me 7,00 zoudt bedriegen. Hier heb ik na- nelijk een brief van je vrouw ze schrijft mij, dat je haar verzocht hebt nij te willen schrijven om je vrij te sten. Zij schrijft, dat je haar, toen je thuis waart, slecht behandeld hebt, en lat ze blij was, dat ze je kwijt was. Het gaat haar zeer goed en ze meent, lat het voor haar en de kinderen het beste is, als ik je hier in de compagnie houdt en een ordelievend mensch van ie maak Schrijft mijne vrouw dat werke- ijk vroeg Michaels. Ja, dat schrijft ze, antwoordde de overste streng. In gedachten zijn muts tusschen de handen draaiend, stond daar de sol daat. Eindelijk zeide hij Overste, zou u mij veroorloven, eens iets te zeggen, alsof u mijns ge lijke waart en niet mijn meerdere Nu, vooruit, schiet op 1 Wat heb je op het hart Toen haalde Michael diep adem en antwoordde, terwijl er een lachje over zijn gezicht trok Overste, ik wilde alleen zeggen, dat de beide grootste leugenaars ter wereld hier in deze tent staan. Ik heb in 't geheel geen vrouw. ONGELOOFLIJK PLICHTSBESEF. Een bijna ongelooflijk staaltje van starre opvatting van het nakomen van schildwacht-consignes leest men in het „Berl. Tgbl." Den 23en Decem ber van liet vorig jaar was de land eigenaar Bromkowen gaan schaatsen rijden op het meer hij Sensburg. Op een gegeven oogenblik brak het ijs en viel hij er door. In de onmiddellijke nabijheid daarvan siond een schild wacht, die te hulp geroepen werd De schildwacht, die van de gedachte uitging, dat hij zijn post onder geen voorwaarde mocht verlaten, bleef waar hij was en liet hem maar roe pen. De ongelukkige bood hem toen 300 later 1000 M. aan. Vergeefs, de schild wacht bleef waar hij stond. .Te man verdronk Natuurlijk dat het blad hetwelk dit verhaal van geloofwaardige zijde heeft, den handschoen opneemt voor een minder star, menschelijker opvat ting van het naiomen der consignes. IS HET PAARD AANGEWEZEN OM TB VERDWIJNEN We lezen in de „N. S." Dikwijls Leest men nog allerlei vrij dwaze verhalen over het paard, dat als aangewezen schijnt, om van onze aarde te verdwijnen. Juist die al ar mee ren de berichten zijn aanleiding geweest, dat men het standpunt van het paard wat nader is gaan beschou wen. Professor Nelson, in Amerika, een specialiteit op landbouwgebied, schrijft, dat van 1887 tot 1903 een pe riode op onzen wereldbol Intrad, waarbij het vervaardigen van omni bussen en tramwagens, door mecha nische kracht in beweging gebracht, zich zeer ontwikkelde en het aantal rijwielen, motorrijwielen en automo bielen stérk vermeerderde, terwijl het aantal paarden voor dit tijdvak over een gelijk aantal jaren van 12,-496,744 op 16,081,130 is gekomen, waaruit valt af te leiden, dat, hoewel het ge bruik van paarden verminderde, het aantal niettemin vrii sterk is vooruit gegaan. Gedurende bovenbedoeld tijd. vak is do waarde van paarden echter wel verminderdde gemiddelde ver- koopswaarde werd teruggebracht tot 240 a 360 francs per stuk. Toch bracht deze waardevermindering niet minder paarden op de jaarmarkten, hoewel door eleotxiciteit voor tramwagens, 't gebruik van rijwielen, motorrijwielen en automobielen minder paarden be- noodigd waren. De waardeverminde ring is eigenlijk een gevolg van alge meene omstandigheden, daar toch ook ander© dieren, als muilezels, muil dieren en koeien bijvoorbeeld, 30 tot 40 in prijs verm Lu ierden. Het is oen onomstootelijk feit, dat de vraag in België naar goede raspaarden niet afneemt, doch vermeerdert. Bij de laatst gehouden publieke verlioopin- gen van paarden constateerde men een goeden afzet. De automobiel schijnt dus geen tegenstander van het paard te worden, al volt er minder gebruik van paarden te constateeren dan vóór de spoorwegen en het rij wiel er waren. Hoewel dus verscheide ne automobilisten als het ware den dood van het paard voorspelden, ge looft professor Nelson, dat de auto's integendeel het aantal paarden eer der zullen doen toenemen. Het auto mobilisme gewent ons aam veelvuldi ge en snelle verplaatsing en dit leidt tot aankoop van ©ok zeer vlug ge paarden. De statistiek toont aan, dat het aantal in België geboren en opgevoede paarden gedurende de laatste jaren aanmerkelijk is toegeno men, terwijl de prijs op de Brussel» sche paardenmarkten eerder hoogey is geworden, en dat in een land, waar ook de automobielen een zeer belang rijke rol spelen. Goede raspaarden worden er thans 15 A 25 hooger ver kocht dan 10 jaar geleden. Londen is een van de eerste steden, die zich op mechanische vervoermid delen hebban geworpen, door het aan schaffen van automobielen en motor- omnibussen voor personen- en goede, renvervoer, en hot 'aantal paarden, voor enkele jaren 10,000 A 12,000 is nu meer dan 15,000. In Parijs was het aantal paarden 10 jaar vóór do op richting van den bekenden Métropoii- tain (ondergrondschen electrischen spoorweg) van de gezamenlijke ornni- bus-maatschappijon 100,000 thans cir» ca 14,000. DAMRUBRIEK- HAARLEMSCHE DAMCLUB. PROBLEEM No. 23 VAN MlèGE. §1 Jl -f m m. m if m -- m W.t. §1 JË s ifl HP §gg S- f ÉS //rnt h-x iSlf m 1 J 47 43 4» ÓU "Wit xwart schijven op 2, 7, 8, 9, 11, 13, 14, 19, 23, 24, 28. 29, 33 en 34. Wit schijven op: 21, 25, 27, 31, 32, 35, 37, 38, 41, 42, 43, 44, 45 en 4y. Oplossingen worden ingewacht uiterlijk Woensdag 10 Februari 1909 aan het adres van den heer J. Meyer, Kruisstraat 34, alhier. Oplossing van Probleem No. 20 van den auteur A. D. Querido Wit 44 - 39, 27 - 32, 47 - 42, 39 - 34, 25 23, 46 - 41, 16 - 11, 11 4 Wij maken den auteur ons compli ment voor dit in ieder opzicht zeer schoon probleem. Goede oplossingen ontvangen van de heeren *R. Bouw. J. Jacobson Azn., W. j. A. Matla, W. J. Boli/inendo 46 47 Wit Stand uit een gespeelde partij tus- schem de heeren B. en K. Zwart schijven op6, 9, 10, 12, 13, 14, 16, 17, 18, 19, 20, 23, 24 en 25. Wit schijven op 26, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 38, 39, 40, 43, 44 en 45. ln dezen stand speelt wit 32 - 27, waarop zwart ondoordacht 17 - 22 laat volgen en wit de partij a. v. beslistewit 23 - 29, 43 - 38, 39 8, 27 - 21, 31 131 HET RECHT VAN SLAAN. Bij het slaan heeft de dam meer recht dan de schijf, de laatste mag slechts éen open ruit passeeren, ter wijl de eerste er zoovele tegelijk mag overslaan, ais zijn ingenomen lijn dit toelaat. Hierdoor krijgt de dam steeds gelegenheid om nieuwe slaglijnen in te nemen en stukken te slaan, welke met een slagschijf niet kunnen bereikt worden. Wij zulien dit met een prac- tisch voorbeeld nader uiteenzetten. Plaats op het bord Zwairt schijven op11, 12, 18, 38, en 'i3 Wit schijven op 9, 14, 21, 24, 28 en 31. Wij nemen aan, dat zwart moet spelen en ais len zet 43 - 48 laat, daar hiermede de witte schijven terstond in gevaar gebracht worden. Immers, indien wit zijn schijf 31 tracht te be waren, door haar op 26 te brengen, zou zwart zijn twee onderste schijven ook spoedig op de damlijri brengen en weldra in staat zijn een enorme kracht op het tegensjoel te ontwikke len. Laten wij nu het damhalen op 48 eens aandachtig beschouwen, om te zien, wat daaruit voortvloeit. Na zwart 43 - 48 komt de beurt aan wit. Echter, voor dat deze speelt on derzoekt hij nauwkeurig den stand van het spel, en hij bemerkt dan, dat zijn schijf 31 juist voordeel kan aan brengen, indien hij deze laat staan. Ook komt hij tot de ontdekking, dat op de ruit 3 een best veld wordt inge nomen; hij speelt dus den zet 9 - 3. Zwart moet hierna slaan en is ver plicht, elk los staand vijandelijk stuk, dat door zijn dam kan bestreken wor den, weg te slaan; hij slaat dus 48 26, daarna 26 17 en 17 33. I-lierna bevindt zich nog een slaan- baar stuk op de thans ingenomen slaglijn, hetwelk eveneens moet ge slagen worden, terwijl de dam zich daarna zou kunnen plaatsen op de ruit 15, Indien het damreglement hem niet verplichtte, de meeste stukken te slaan. Hij moet dus met denzelfden slagzet ook over de schijf 24 op de ruit 20 en van daar nogmaals over de schijf 14 slaan, en zich daarna plaatr sen op de ruit 9, waarna de geslagen schijven worden weggenomen. Indien zwart zich nu eens had ver gist en b.v, zijn dom op 15 had neerge zet en losgelaten, wat zou er dan moe ten gebeuren Wel, d.e tegenspeler zou liem spoedig wijzen op het dam reglement, dat zegt: „de meeste stuk ken moeten geslagen worden". Maar, indien deze vergissing nu eens in het voordeel van wit ware ge weest, wat moest dan geschieden? Wit zou hem dan gewoonweg dwin gen, zijn dam op 15 te laten staan, want art. 6 van datzelfde damroyle- rnent zegt ook„siaat de speler bij Vergissing minder stukken, dan kan de tegenspeler vorderen, dat dit zoo blijve". Hij kan dus vorderen, maar is er niet toe verplicht, terwijl de speler v er p 1 i c h t is de meeste stukken te slaan. De tegenspeler heeft alzoo het recht om in dergelijke gevallen zijn eigen belang op den voorgrond testel len. En dit is billijk, want war© hij verplicht het eenmaal losgelaten stuk te moeten laten staan, en kon hij de fout niet doen herstellen, er zou den-helaas maar al te veel vergissin gen plaats vinden. Na herplaatsing van den zwarten dam op ruit 9, komt de beurt weder aan wit, en deze is nu in de gelegen heid om op twee manieren een ge lijk aantal stukken te slaan. Hij kan zoowel over de lijn 3 - 25 als over die van 3-26 vier stukken slaan, en is hierom verplicht vooraf goed te onder zoeken welke siagzet hem het beste resultaat oplevert. Om op de snelste manier te kun nen winnen, moet de lijn 3 - 25 inge slagen worden, daar na den slag 3 13, het tegenspel vrijwel krachte loos is gemaakt, en bijna niets meer kan uitrichten. Toch is de winst ook te bekomen langs de lijn 3 - 26, maar dan blijft er nog een min of meer las tig naspel over, waarbij menig pas- beginnende van den goeden weg zou kunnen geraken. Wij zullen dit naspel niet veraer ontleden, maar ter beoefening aanbie den. Zij, die met een weinig studied© winststelling langs dien moeilijken weg tot stand brengen, zullen daar van ook een zeker genot hebben. Het vervolg op onze gewone Cause rie kan wegens plaatsgebrek deze week niet opgenomen worden-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 12