HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
PARIJSCHE BRIEVEN.
Stadsnieuws
Onze Lachhoek.
FEUILLETON
De Roode Pimpernel
MAANDAG 1 FEBRUARI 1909
LXVI.
Neen, ditmaal wil ik alle veraclirlk-
Jdngen, of ze „topics of the day" zijn
of niet, onbesproken laten. Men kan
xijn bekomst hebben van lawaaierige
en bloedige onderwerpen. In de ge
schiedenis der Journalistiek is de kro
niekschrijver meestentijds schrij
vende over onderwerpen van bliiven-
ien aard te allen tijde een belang
rijker element geweest dan de repor
ter geregeld schrijvende over de
voorbijgaande dingen van den dag.
En al is het dan ook waar, dat
mede ten opzichte der dagbladschrij
verij „the American style" burger
recht tracht, ja, dreigt te erlangen,
en dat de chroniqueur tegenwoordig
niet zelden plaatsruimte moet afstaan
aan den inktwellustigen reporter, al-
wie beider werk over een voldoende
tijdruimte waarneemt, komt ontegen
zeggelijk tot de gevolgtrekking, dat
aan den arbeid van eerstgenoemde
een langer leven Is beschoren dan aan
dien van laatstgenoemde, vooral in
een stad als Parijs het groots, woe
lige Parijs, dat niet ten onrechte „la
ville de 1 oubli", de srtaxi der vergetel
heid, is genoemd.
Of de rechter van instructie André
al dan niet met de Steinheil-zaak op
schiet: of Jeanne Gilbert, „ï'am poison-
neuse" van Saint-Amand inderdaad
een giftmengster is of nietof het
mysterie van Vitry al dan niet opge
lost zal worden of de opbrengst van
elke liefdadigheids-voorstelling ten
bate der verongelukte Siciliërs al dan
niet over de grens komt oh, la, la
of de oorlogsgeruchten al dan niet
verzinsels zijn van buitenlandsch-
overzichtschrijvers, die hun rubriek
belangrijk wenschen te maken dat
ook de royalisten te Marseille lawaai
hebben gemaakt bij een opvoering
van „Le Foyer" dat „Monsieur de
Paris" oftewel de beul wederom, dit
maal te Carpentras de guillotine
met een rondreisbiljet! iemand een
kopje kleiner heeft gemaakt enz.,
enz. op het oogenblik lokt geen dier
onderwerpen mij aan. Vanochtend
nog kreeg ik een geweldigen schok in
mijn zedelijkheidsgevoel, toe® ik een
straatzanger hoorde galmen
II faut sur une place
Supprimer la race (bis).
Leurs têtes jusqu' au gosier
Iront au panier (bis).
rAllons, dame Justice,
Prés de la prison
Montez l'édifioe
Eit point de pardon J
Que Deibier s' avance.
Vers so.n échafaud,
Et qu' il crie vengeance
Pour tous les tombeaux.
Alle drommels met al die Del-
bleriana tegenwoordig raak je je
hoofd kwijt In figuurlijken zrt®,
asjeblieft.
Laat mij nu mijn hoofd behouden
om andere, vrediger artiesten van
het...... hoofd te behandelen, met na
me de.... kappers.
Ik las laatst, dat er te Parijs onge
veer 2100 kapperswinkels zijn. Voor
waar een eerbiedwaardig aantal, dat,
met betrekking tot de behaagzucht der
Fransche® en vooral der Fran§aises,
.speaks volumes", zooals de veren-
gelschte Fransche journalist reeds
pleegt te schrijven.
Artiesten van het hoofd Ik kan
u de verzekering geven, dat geen
enkele Fransche kapper zich géén ar
tiest acht. Alle coiffeurs, zonder uit
zondering, beweren, dat hun beroep
bestaat in 't praktisch beoefenen- en
kweeken van „1* art capillaire". Mij
wel. Op het punt van opkammerij zijn
ze in elk geval geen leeken.
Mijn eerste coiffeur is een levendig
mannetje, dat onder zijn bedrijf druk
babbelt en daarbij hij komt uit
Toulouse de r's errg laat rrollen.
Zijn babbelen is niet bepaald verve
lend te noemen, wellicht omdat hij on
der zijn vasrte klanten grootendeele
kunstenaars telit en van dezen een
vernisje van artistieke beschaving
heeft opgedaan.
Den eersten keer, dat ik mij door
hem het haar Liet knippen, vroeg hij
mij, na behoorlijken afloop van die
verrichting
„Nu nog even een aangename haar-
wassching, meneer
Ik had weinig tijd en weigerde.
,,'t Is erg goed voor uw roos, me
neer", hernam hij
Ik verzeker u, dat ik niet den min
sten last van roos >ftewel „pellicules"
heb en de revers van mijn jas nooit,
zelfs voor geen schijntje, witbepoe-
derd Is. Dus weigerde ik nogmaals,
kort en krachtig. Te laatDe kwie
ke haarkunstenaar iad al een fijne
kam uit de lade gehaald en 6treek
eenige malen met kracht door mijn
opstaand haar.
„Kijk eens, meneer, wat 'n rooe.
Weet u wel, dat dat goedje den haar
groei erg belet en de kaalhoofdigheid
bevordert
Ik word, tussohen twee haakjes,
nimmer kaal ras- en familie-eigen
schap maar enfinIk keek op de
fijne kam, een zwarte ja, waarach
tig, het ding was witbepooderd. Toen
geloofde ik sapristi I er waren mar
ter ieeie bewijzen. De Toulousain
streek door, met grooten ijver en nog
grootar kracht. Mijn hoofd maakte nu
méégaande, da® weêr tegenstribbelen
de bewegingen. Toen de strijkerij af-
geloopen was, kwam natuurlijk de
wasscherij.
„Een nieuw water, meneer, beter
dan alle vorige".
Daarna heb ik me nog een paar ma
len door den Toulousain laten ont-
rozen oftewel depelHculiseeren.
Dat tijdperk is nu voorbij. Want
kort na mijn laatste ontrozing vertel
de een van des kappers helpers, die
ruzie met den patroon had gekregen,
mij „sub rosa" de haas was uitge
gaan dat mijn pellicules niets an
ders waren geweest dan walt rijstpoe
der, gestrooid op één der zijden van
de fijne kam. De andere zijde, die,
welke de patient te zien krijgt vóór de
rozige bewerking, is steeds onbepoe-
derd. Het stuk van overtuiging werd
mij vertoond.
Die helper Is sedert een paar maan
den zelf patroon hij heeft een eigen
barbiers- en kapperszaakje opgericht.
Ik behoor tot zijnhm.... vereerde
klanten. En veel van hetgeen ik om
trent het kappersbedrijf weet en hier
onder In het kort ga vertellen, heb Ik
aan zijn inlichtingen en zijn tus-
schenkomst te danken.
Er zijn, patroons en ondergeschik
ten bijeen gerekend, drie soorten van
kappers de „coiffeurs d' hommes" of
„salonnders", die slechts heeren coif-
feeren en, uiteraard, ook het scheer
mes hanteeren de „coiffeurs de da
mes", die zich alleen maar met den
ha ar opschik van de leden der schoo-
ne sekse bezighouden en de kappers,
die de „cheveux postiches" of valsch
haar en pruiken maken, welke laat
ste categorie van coiffeurs gewoonlijk
ook eenigermate in staat zijn om èn
heeren èn dames te coiffeeren, frisee
ren en wat dies meer zij.
Een bediende bij een salonnier ver
dient 15 30 francs vast salaris per
week. Een schijntje, zal men zeggen,
doch te het zoon bediende na eenigen
tijd gelukt, zich een vaste clièntèie te
vórmen, klanten, wier hebbelijkheden
en zwakheden hij heeft loeien ken
nen, en die slechts of liefst door heni
behandeld willen worden, dan kan hd
licht rekenen op gemiddeld 10 tot 15
francs fooi per dag. Daar komt de
rekening anders meê te staan I En
menige nog onberoemde artiest zou
zijn inkomsten willen ruilen met die
van een kappersbediende eener welbe
kende zaak.
De bediende, die intern werkzaam
is in een winkel, waar pruiken en
ander valsch haar worden gefabri
ceerd, ontvangt, oehalve kost en in
woning, 80 tot 100 francs per maand.
De externe bedienden verdienen 4 5
francs per dag, benevens hun aandeel
in den inhoud van ,1e tronc", de zoo
genaamde fooienbus, waarin de be
zoekers en bezoeksters hunne giften
storten. Zijn die externe bedienden
geen vaste geëmployeerden, maar zoo
genaamde „extra's werkzaam ge
steld i® gevallen van overdrukte, tij
delijke vervanging of anderszins
dan hebben zij, behalve op hun dag
loon, slechts recht op hun aandeel Ln
de koperen geldstukken der bus; naar
de zilveren penningen kunnen ze
fluiten".
Aangezien de extra's doorgaans
een joyeus volkje zijn, dat ook op
andere wijzen den kost pleegt op te
halen, zetten zij zich in de meeste ge
vallen goedsmoeds over die busselijke
acnteruitzetting heen.
Nu de afdeellLng damesBehoef ik
nog te zeggen, dat de „coiffeur cLe da
mes" een hoogst belangrijke persoon
lijkheid in het wereldsche leven van
het schoons geslacht i6, en dat hij, als
hij zijin vak goed verstaat, veel gau
wer „binnen" is dan bijvoorbeeld een
journalist of een letterkundige in Hol
land, aangenomen, dat publicistische
verrichtingen in het kleine land der
Bataven de mogelijkheid insluiten,
dat men er rijkdom meê verwerft
De dameskapper moge nu niet zulke
schitterende verdiensten hebben als
gedurende de regeering van Napo
leon III, toen de haartooi zijn hoogte
punt bereikte, toch is zijn bedrijf nog
eeds zeer winstgevend.
De dameskapper meestal een ake
lig verwijfd en kletserig mannetje
rekent 5 francs voor een „coiffure
ordinaire de ville ou te diner", waar-
bij slechts lintjes, strikjes, crêpous of
vlechten benoodigd zijn. Voor bal-
kapsels, die het gebruik van bloemen j
en veêren in den haardos vereischen,
brengt hij 15 tot 20 francs in rekening.
Het bepoederd kapsel kost 20 k
francs, het historisch kapsel 30 k 40
francs, en een zeer bewerkelijk kap
sel, bijvoorbeeld bij gelegenheid van
een gemaskerd bal, iO tot 50 francs.
Hij verdeelt zijn tijd ln halve uren
en rijdt Ioopen doet de man bijna
niet van klant tot klant. In min
der dan een half uur is hij, dank zij
zijn enorme handigheid en zijn voor
bereidende maatregelen, zelfs met de
ingewikkeldste coiffure klaar.
Hij is niet alleen kapper hij gri
meert ook. Brengt harmonie tusscnen
kapsel en gelaatstrekken. Hier eene
lichte krijtstreep om do wenkbrauwen
wat aan te dikken of het oog wat
grooter te doen schijnen daar een.
drupje „extrait fle roses" voor de wan
gen en de Lippen -ilders een beetje
..poudre de Pyromrne" de hemel
weet, waaruit het bestaat I voor de
wimpers. En zelfs de ooren en de
neusvleugels worden soms door den
dames-Figaro bewerkt.
Een knappe kerel, en in zlin genre
een aestheticus, waarachtig
De snaak kan er zeker van zijin, dat
elke zijner vrouwelijke klanten zich
stelselmatig meer aan bom onder
werpt dan aan haar echtgenoot.
De leerschool van zoon' „coiffeur
de dames" Een cursus, die van
medio October tot medio November
looptwaarin de lessen driemaal per
week plaats hebben waarvoor de
leerling 7 francs per seteoen of 50 cen
times per keer betaalt, met het recht
van gebruikmaking der verschillende
benoodigdheden.
De vrouwen, op wier hoofden de
„professeura" aanschouwelijk onder
richt geven en de leerlingen hun na
bootsende proeven hebben af te leg
gen, ontvangen 2 francs loon per
séance.
Men kan dus niet zeggen, dat de
hoogeschoolstudièn van een dames
kapper in den dop duur zijn. En dan
te moeten erkennen, dat een „coiffeur
de dames" van eenigen naam meer
verdient dan menige geneesheer, me
nige advokaat
Ik heb altijd ervaren, dat de kunst
van op Kam men zeer winstgevend is.
OTTO KNAAP.
GEMEENTERAAD.
Vergadering van den Raad der ge
meente Haarlem, op Woensdag 3 Fe
bruari 1909 des namiddags te 11/2
uur, in de Statenzaal (Prinsenhof).
De volgende zaken zullen aan de
orde worden gesteld
1. Beëediging en installatie nieuw
inkomende leden.
2. Mededeelingen en ingekomen
stukken.
3. Voorstel B. en W.W. vaststelling
verordeningen heffing en invordering
rechten ontsmetting van gemeente
wege, met nader voorstel B. en W.W.
4. Voortzetting behandeling voor
stel B. en W.W. reorganisatie M. O.
5. Voorstel B. en W.W. opheffing
twee herhalingsscholen.
6. Id. id. verzoekschrift stichting
„Noorderkerk en school", afwijking
art. 7, la, Bouwverordening, bouw
school Kleverpark.
7. Id. id. vergunning aanlegsteiger-
tje Noorder Buiten Spaarne.
8. Aanbeveling Gezondheidscom
missie benoeming lid.
9. Voordracht B. en W.W. benoe
ming onderwijzer school no. 11.
10. Id. id. id. id. school no. 5.
11. Id. id. id. onderwijzeres school
no. 1.
STUKKEN VAN DEN RAAD.
SCHOOLGELDEN H. B. S.
De heer E. Levert heeft nu een toe
lichting gegeven van zijn amendemen
ten op de door B. en W. voorgestelde
schoo 1 geld regeling.
Hetgeen de heer Levert schrijft,
heeft hij voor een belangrijk deel
reeds medegedeeld ia de vergadering
van de Haarlemsche HandeJsvereeni-
ging en de Hanze, waar de heer J. C.
Pee neboom sprak over de progressie
in onze belasting.
Hij merkt allereerst op, dat eene
H. B. S. met 250 leerlingen aan de
gemeente elk jaar CO.OOO kost, en het
gewenscht is, dat de gemeente, nu de
oprichting van een tvveede H. B. S.
noodig is, een deel Jur meerdere kos
ten dekt door eere gewijzigde
schoolgeldregeiing. Van de voorstellen
van B. en W. heeft de heer Levert
weinig verwachtingen. Tegenover een
onzekere vermeerdering van inkom
sten van 20.000 staan voor de naaste
toekomst eene verhooging van uitga
ven van 8000 aan salarissen, eene
credietaanvraag voor de eerste Inrich
ting der nieuw te bouwen school, ter
wijl een plan van verbouwing van de
bestaande school binnenkort zal wor
den aangeboden.
Daarna vervolgt de heer Levert
Onnoodlg ln het licht te stellen,
dat, de zaak uitsluitend van finan
cieel standpunt boschouwend, bij niet
toeneming van 't belastbaar Inkomen
der gemeentenaren, van de Haarlem
sche ingezetenen, die hunne kinderen
van het middelbaar onderwijs op de
H. B. S. laten gebruik maken, eene
hoogere tegemoetkoming in de kosten
moet worden gevraagd. Blijft toch,
zooals in de laatste jaren het gevaJ
was, het belastbaar inkomen een zeer
geringe opgaande beweging maken,
dan za! de toelating van meerdere
leerlingen tot bedoeid onderwijs, zon
der verhooging van schoolgelden, niet
aJIeen eene verhooging van het per
centage der inkomstenbelasting ten
gevolge hebben, maar tevens do tot
standkoming van andere, voor de ge
meente zeer noodzakelijke verbeterin
gen, in don weg staan.
Onder deze omstandigheden meent
de heer Levert verplicht te zijn een
voorstel te doen tot het verkrijgen van
een schoolgeld, waarbij de gemeente
lijke toelage meer in overeenstemming
gebracht zou worden met de draag
kracht der ouders, doch kwam hij, bij
de uitwerking van dit donkbeeld, tot
eene ontdekking, die hij voor de ge-
meente-flnancaën niet anders dan te
leurstellend kan noemen.
Er bleek hem namelijk, dat de ge
woonlijk verkondigde stelling, dat het
gemeentegeld aan middelbaar onder
wijs besteed, indirect weer wordt te-
rugverkregen door de belastingbedra
gen der ouders, z. i. ten eenenmale
onjuist is, althans ten opzichte van
onze stad. Ten bewijze hiervan laat
hij hieronder een staat volgen van de
inkomens van de 251 Haarlemsche in
gezetenen, wier 281 kinderen de H. B.
S. aan Zijlvest en Jacobijnestraat be
zoeken
Belastbaar inkomen. Aan- Percen
tal. tage.
f 10.000.en hooger. 18 7
7.500.— tot 10.000.— 4 1 1/2
5.000.— 7.500.— 17 7
4.000.— 5.000.— 8 3
3.500.— 4.000.— 2 5
3.000.— 3.500.— 15 6
2.500.— „3.000.— 12 5
2.000.— 2.500.— 25 10
1.500.— 2.000.— 23 9
1.000.— 1.500.— 30 12
500.— 1.000.— 38 15
500.en minder. 50 20
Heit percentage der inkomstenbelas
ting op 4 1/2 jict. stellende, waardoor
de gemeentelijke toelage van 240.
slechts bij een belastbaar inkomen
van 5.3Ó0.door den aanslag in de
plaatselijke directe belasting naar het
inkomen wordt gedekt, concludeert de
heer Levert hieruit, dat dit slechts
met 16 pet. van het totaal het geval
is, terwijl de overige 84 pet. numeriek
sterker worden naarmate hunne bij
dragen ln de belastingen verminde-
:n.
De hieruit te maken gevolgtrekking
ligt z. i. voor de hand de door de
gemeente tot dusver verleende steun
zal moeten worden ingekrompen,
waarbij de heer Levert meent, dat de
aan de ouders te verleeneu tegemoet
koming voorloopig van 80 pet. op 75
pet. behoort te worden teruggebracht
met eene geleidelijke vermindering
der tegemoetkoming naarmate de in
komens stijgen.
De toelating van on- en minvermo
genden acht de heer Levert een eisch
van sociale rechtvaardigheid, die ln
de rtieuwe schoolgeldregeling tot zijn
recht behoort te komen.
Zoolang de gemeente aanzienlijke
offers brengt ten bate der gemeen
tenaren, behoort aan allen een kans
te worden gegeven van deze offers
mede te profiteeren en sluit hij zich
te dien opzichte geheel aan bij de
woorden, door den wethouder van
onderwijs aan dit onderwerp gewijd.
Deze toelating behoort eenter ver
band te houden met het financieel op
zet en zou naar de meening van den
lieer Levert tot 20 pet. van het totaal
cijfer voorloopig dienen te worden be
perkt.
GEMEENTELIJKE ONTSMET-
TINGSDIENST.
Ofschoon B. en W. de aannemdng
van het amendement Kleijnenberg
niet kunnen aanbevelen, zijn ze het
met den voorsteller eens. dat bevorde
ring van vrijwillige ontsmetting in
het belang dér gemeente is te achten.
Daarom wijzigen B. en W. hun voor
stel en stellen voor de bewoners van
huizen van hoogstens 200 huurwaar
de van betaling vrij te stellen. Een
afzonderlijk tarief voor minvermogen
den lijkt hun bij nader inzien minder
aanbevelenswaard en het laten ver-
Vallen daarvan zal te minder worden
gevoeld, waar de burgemeester, aan
wien de beoordeellng is opgedragen,
van meening is, dat in grensgevallen
of bij twijfel, het onvermogea moet
worden aangenomen.
NOORDERKERK EN SCHOOL.
De stichting „Noorderkerk en
school" verzoekt afwijking toe te staan
van art 7 la van de Bouwverordening
om op een afstand van 60 meter van
den openbaren weg op een terrein in
het Kleverpark een school voor
woon lager onderwijs te bouwen.
B. en W. hebben geen bezwaren en
stellen voor de vergunning te verlee-
AANLEGSTEIGERTJE.
B. en W. stellen voor aan A. Brou
wer en F. van Dijk vergunning te
verleenen voor het maken van een
aanlegsteigertje in het Noorder Bui
ten Spaarne, ongeveer 255 meter ten
noorden van de brug over 't Spaansch
Vaartje.
Voor 1909 zal een recognitie van
ƒ2.50 betaald moeten worden en voorts
ƒ1 per jaar.
BENOEMING ONDERWIJZERES.
B. en W. hebben de volgende voor
dracht ingediend voor onderwijzeres
aan school 1
1. Mej. C. H. Koopman, te Haar
lem, 675.
2. Mej. M. Francken, te Haarlem,
600.
3. Mej J. M. van Santé, te Haarlem,
ƒ600.
MUSEUM VAN KUNSTNIJVERHEID
In 't Museum van Kunstnijverheid
is thans een tentoon stelling geopend
van Keramische producten. De ver
vaardiger van deze werkstukken, de
kunstpottenbakker de heer C. J. La-
nooy te Gouda, h.eld Zaterdagmid
dag voor eenige genood.gde e*m le
zing, waarin hij verteluv? hoe do pot
ten gebakken worden, en hot uitko
men, hoe in zijn inrichting gewerkt
wordt.
Hierna bezichtigden de aanwezi
gen niet veel belangstelling de ten
toongestelde potten, die terecht be
wonderd werden om de keurige be
werking en sierlijke modellen.
Gevonden voorwerpen (te bevra
gen aan onderstaande adressen):
Een nikkelen horloge met ketting,
bij J. P. v. Marton, Westergracht 113-
Een kinderportemonnaie Lnh, geld
bij Kappers, Gr. Houtstraat 35.
Een zwartharig smoushondje, bij J.
H Govers, Grebberstx. 49.
Een schaats, bij Jhr. J. v. Suchtelen,
Wilhelminastraat 21.
Een portemonnaie, lnh. eenig geld,
bij H. van Doorn. Holsteynstr. 2.
Een portemonnaie inh. eenig geld,
en een medaillon, bij G. Bulter, Ursu
lastraat 2.
Een rozenkrans bij G. We ij ers, Olie
slagerslaan 18.
Een ring waaraan 8 sleutels en 3
sleutels aan een touwtje, aan het Po
litiebureau.
Een marmot (kinderspeelgoed), bij
P. Harren, Leidschevaart 22.
Een schaats, bij N. Veldhuizen,
Gierstraat 74.
Een kinderschoentje, bij H. Schef-
fer, Lange Raamstraat 28.
Een bril bij W. Korte, Oranjesr. 31.
Een zwart bruin hondje, bij C. Ko
ker, Tetterodestr. 9.
Aangifte is gedaan van het verlie
zen van een gouden manchetknoop,
gemerkt J. C.
Brood en Koffie.
Deelnemers wanen Zaterdagmorgen
1049 kinderen en 362 volwassenen.
Ingekomen giften:
Bij den heer H. London: J. L. 5.
Bij den heer M. v. Ommeren: B.
2.50, N.N. J 5, Mevr. N. f 2.50, N.N.
2, N.N. 2, M. S. 1, H. S. 10, N.N.
5, Onderlinge Touw 5, mej. V. 1
speelclubje 0.75, A. en K. 5, N.N.
25, N.N. 2.50.
Bij den heer A. F. H. v. d. Vaart:
V. T. 2.50, Mevr. B. 5, T. C. A.
10.
Bij den heer W. B. Guskens: Mej. C.
ƒ2, S. L. 1, verjaardagpartijtje 1.25.
Bij den heer H. van Niel Hz.: O.
f 2.50, Mevr. A. P. 40, J. G. 10, B.
10, N. N. 2.50, mevr. G. f 5, N. N.
f 5.
Militaire zaken.
I>e le luit. F. H. W. de Quartel is
overgeplaatst van het le reg. infan
terie te Deventer naar het 10e reg.
van dat wapen te Haarlem.
Wat 1 Moet Je vijftig gulden voor
je vrouw betalen in den muziekwin
kel
Ja, en allee van één maand. Ja
kunt nagaan, wat ik geleden heb.
Maak wat voort, Jacob heb je Je
schoenen al uit?
Ja, ma, allemaal, op één na.
Heer (tot bedelaar, wien hij kort te
voren een goed pak heeft gegeven)
„Nu zie jo or weer zoo schunnig uit I
Wat heb je met het pak gedaan, dat
ik je onlangs heb gegeven V
Bedelaar„Maar, mijnheertje, ln
dat pak kon ik toch onmogelijk uit be
delen gaan."
KareitjeMag ik nog een stukje
tulband hebben, pa?
PaDat inoet je aan ma vragen.
KaïreltjeHebt u dan heelemaal
niets te zeggen, pa?
Heer Waarom huil je jongetje
Jongen Hi-hi-hJ I 'n Schilder heit
me 'n guide gegeve, en toen most ik
op de heining goan zitten, en toe
lieit-ie me afgeteekend
HeerEn is dat zoo om te huilen
Jongen: Joa zeker; de heining
wasvan prikkeidraod.
Boer (door zijn vrouw aan het
spoorwegstation afgehaald)Als ze
mij maar niet bekeuren, oudje I
Boerin Hoe dat zoo, vader
BoerOmdat ik in een rookwagen
iieb gezeten en niet gerookt heb
Jongeheer (tot een boer. die een os
naar de markt brengt) Je domme oe
wil mij bijten.
Boer: Ja, ziet, u, jongeheer, als
mijn os iets groens ziet, hapt hij er
altijd naar.
Kapitein Wat verstaat gij uit stra
tegie van den oorlog l Geef mij een
oorbeeld.
Sergeant Strategie bijvoorbeeld is
wanneer je den vijand niet laat mer-
Ken, dat je geen ammunitie meer
nebi en maar blijft doorvuren.
VEILING
in liet verkooplokaal „de Gouden
Leeuw" te Haarlem, op Zaterdag 30
Januari 1909, des avonds ten 5 ure.
Nos. 19. Negen Huizen en erven
aan de noordzijde van de Rustenbur-
;erlaan, als volgt:
No. 1. Get. No. 59.
No. 2. Get. No. 61.
No. 3. Get. No. 63.
No. 4. Get. No. 65.
No. 5. Get. No. 67.
No. 6. Get. No. 69.
No. 7. Get. No. 71.
No. 8. Get. No. 73.
No. 9. Get. No. 75.
De pereeelen No. 1 tot en met 9 ge
combineerd, A. Vasen, 15995.
No. 10. Een gebouw, ingericht als
broodfabriek en erve met bovenwo
ning en kantoor aan de Nieuwe Groen
markt Get. No. 13 en No. 15.
Opgehouden f 13905.
No. 11. Een winkelhuis en erve met
afzonderlijk opgaande bovenwoning
en daarachter gelegen pakhuis aan de
Nieuwe Groenmarkt, Get. No. 17 zw.
en rood.
Opgehouden f 8005.
No. 12. Een villa en erve met voor-
en achtertuin te Bloemendaal, aan
den Bloemendaalsche® straatweg,
Get. no. 211 E.
Alg. N. H. Mij. v. Leveusvtorz. 10775.
No. 13. Een heerenhuis met erve en
tuin ten noorden van het vorige per
ceel. Get No. 211 d.
W. Bosman q.q., 6400.
No. 14. Een Heerenhuis met erve en
tuin ten noorden van het vorige per
ceel. Get No. 211 c..
W. Bosman q.q., 6400.
No. 15. Een heerenhuis met erve
en tuin ten noorden van hset vorige
perceel, Get. No. 211 b.
W. Bosman q.q., 6400.
No. 16. Een gebouw ingericht tot
Timmermanswerkplaats met erve,
ten noorden van het vorige perceel,
get. No. 211 a.
W. Bosmui q.q., 4000.
No. 17. ïten werkplaats met afzon
derlijk opgaande bovenwoning en er
ve aan de R.dderstraat. Get No. 12.
J. C. Burkens q.q., f 4905.
Naar het Engelsch door
Barones Orczy.
Gelukkig werd dit voetpad zoo
als gewoonlijk in dit deel van Frank,
rijk begrensd door een lage heg,
waarachter een droge sloot begroeid
met ruw gras. Daarin zorgde Margue
rite een schuilplaats te vindenzij
was nu totaal voor het gezicht verbor.
gen, en kon toch tot op een paar me
ters afstand komen van de plek. waar
Chauvelin zijn bevelen qtond uit te
Nu, zei hij zacht en op dringen
den toon, waar is de hut van Vader
Rian chord
Omstreeks acht honderd meters
van hier, langs het voetpad, zei de sol
daat, die hen den weg gewezen had,
»n half weg de helling naar de rots.
Heel goed. Jij moot ons den weg
wijzen. Vóórdat wij beginnen de hel
ling naar de rots af te dalen, moet jij
®oo stil mogelijk naar de hut krui-
Pèn en je verzekeren, dat de verra
derlijke royalisten daar aanwezig
*ljn Begrepen
Becreoen. burner.
Luister nu allemaal heel aan
dachtig naar mij, ging Chauvelin me
nadruk voort en zich tot alle soldater
wendend, want het is mogelijk, dal
wij geen gelegenheid meer hebben eer
woord met elkaar te wisselen, pront
daarom alles wat ik te zeggen heb,
goed in jelui geheugen, alsof je leven
daarvan afhing. Misschien doet het
dat ook wel, voegde hij er droogjes
bij.
Wij luisteren, burger, zei Desgas
en een soldaat van de republiek ver
geet nooit een bevel.
Jij daar, die al bij de hul boni
geweest, moet trachten naar binnen
te kijken. Als daar een Engelschmnn
is bij die verraders, een man, die
groot is boven het middelmatige of
die gebogen loopt alsof hij zijn lengte
vvü verborgen, iaat dan vlug een
scherp gefluit hooron als signaal vocu
je kaïneraden. Dan, voegde hij er ook
tot de overigen bij moeten jelui de
hut vlug omsingelen en binnensnel
len en ieder grijpt een der aanwezi
gen. vóordut zij tijd hebben hun wa
pens te gebruiken, maar doodt in
geen geval den langen man. Begre
pen
Ja. burger.
De man, die zoo reusachtig groot
is, is waarschijnlijk ook reusachtig
sterk er zullen wel vier of vijf man
noodig zijn. om hem te overmees
teren.
Er volgde een oogenblik pauze, toen
ging Chauvelin voort
Als de royalistische verraders
nog alleen zijn, wat heel waarschijn
lijk is, waarschuw dan je kameraden,
die daar op wacht Liggen en dan
kruipen jelui allemaal achter uit
steeksels van de rots om de hut heen,
en wachten daar in doodelijke stilte
tot de lange Engelschman komtsnel
le hut binnen, zoodra hij veilig en wel
binnen is. Maar denk er aan, dat jelui
even stil moet zijn als de wolf
's nachts, als hij op zijn prooi loert.
Die royalisten moeten niets merken
- het afvuren van een pistool, een
schreeuwen of roepen van hun kant
/ou misschien voldoende zijn, om dien
.aiigen Eiugelsclmiun te waarschuwen
.liet naderbij te komen, en, v oegde hij
er met kiem by, hem moeten wij
juist vannacht te pakken zien te krij
gen.
U zal woordelijk gehoorzaamd
worden, burger.
Ga dan zoo stil mogelijk verder,
en ik zal u volgen.
Wat moeten wij met onzen voer
man beginnen burger vroeg Des-
gas, terwijl de soldaten een voor een
zonder eenig gerucht te maken langs
het hobbelige en smalle voetpad naar
boven kropen.
O, ja 1 Ik had hem vergeten, zei
Chauvelin en zich tot den koopman
wendende, riep hij hem op bevelenden
toon toe:
Benjamin Rosenbaum, om u te
dienen, antwoordde hij nederig.
Ik heb er geen behagen Ln je
stem te hooren, maar het behaagt mij
je eenige bevelen te geven, die je ver
standig zult doen te gehoorzamen.
Om u te dienen. Excellentie...
Houd je mond. Je moet hier blij
ven, hoor je? met je paard en wa
gen tot wij terugkoeren. In geen ge
val en onder geen enkel voorwendsel
moet je eenig geluld laten hooren,
zelfs niet luider ademhalen dan noo
dig is, ook mag je om geen enkelen
reden je post verlaten, totdat ik je
orders geef dat te doen. Begrepen
Maar Excellentie bracht de
voddenkoopman hier op meelijwek-
kenden toon tegen in.
Neen, er Is geen quaes tie van
„maren" of van eenige tegenwer
ping, zei Chauvelin, op een toon, die
den ouden man van het hoofd tot de
voeten deed beven. Als ik je bij mijn
terugkeer hier niet vind, dan verze
ker ik je plechtig, dat ik je zal vin
den, waar jij je ook hebt trachten te
verschuilen en dat je heel spoedig,
zeker en verschrikkelijk gestraftxull
worden. Heb je mij gehoord?
Maar Excellentie....
Heb je mij gehoord
Do soldaten waren nu allen heen
gekropen, de drie mannen stonden
met elkaar in de duisternis op den
eenzamen weg, terwijl Marguerite
daar achter de heg luisterde naar de
bevelen van Chauvelin. alsof zij haar
eigen doodvonnis hoorde.
Ik heb uw Excellentie gehoord,
zei de koopman nu weer, terwijl hij
dichten* naar Chauvelin toekwam, en
ik zweer, dat ik uw Excellentie abso
luut zal gehoorzamen, en dat ik niet
hier vandaan zal gaan, vóórdat uw
Excellentie weer uw aandacht op uw
nederigen dienaar wil laten vallen
maar denk er aan, Excellentie, ik ben
een arm, oud manmijn zenuwen
zijn niet zoo sterk als die van een
jong soldaat. Als er hier vannacht
spoken ronddwalen op dezen eenza
men weg, dan zou ik in mijn angst
wel kunnen schreeuwen en weghol
len I moet mijn leven dan in gevaar
komen, moet er dan een of andere
zware straf op mijn arm, oud hoofd
neerdalen zonder dat ik er iets aan
doen kan
De voddenkoopman scheen werke
lijk wanhopig; hij beefde van het
hoofd tot de voeten. Blijkbaar was
hij niet de rechte man om hier op de
zen eenzamen weg aan zichzelf over
gelaten te worden. De man sprak de
waarheid; hij kon wei eens onwille,
keurig van louter schrik een kreet
uitbrengen, die voor den slim men
Rooden Pimjvernel een waarschuwing
be tee kende.
Chauvelin dacht een oogenblik na.
Zouden je paard en kar hier al
leen veilig kunnen wachten, denk
je? vroeg hij ruw.
Ik denk, burger, kwam nu De»-
gas tusschenbeiden, dat het spulle
tje veiliger zal zijn zonder dien vul
len, laffon voddenkoopman, dan met
hem. Ongetwijfeld zou hij n-'ots be
ters weten te doen dan hord schreeu
wen als hij werkelijk aan 't schrik
ken werd gebracht.
Maar wat moet ik met hem be
ginnen
Wil u hem naar Calais terugzen.
den, burger
Neen, want wij hebben hem
straks noodig, om de gewonden te
ver/oenen, zei Chauvelin veeibeteeke
nend.
Weer volgde er een pauze. Deegaa
wachtende op het besluit van zijn
chef, en <ie oude koopman temende
naast zijn hit.
Luie, vervelende lafaard, die je
bent, zei Chauvelin eindelijk, je deedi
verstandiger met achter ons aan te
komen. Hier, burger Deegos, bind de
zen zakdoek stijf om zijn mond.
Gewillig liet Benjamin Roeenbaum
den doek ombinden blijkbaar wilde
hij dat liever dan alleen gelaten te
worden op den donkeren St. Martin
weg. Toen stapten de drie mannen
achter elkaar de rots op.
(Wordt vervolgd).