HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. PARIJSCHE BRIEVEN. Stadsnieuws Onze Lachhoek. FEUILLETON De Roode Pimpernel MAANDAG 1 FEBRUARI 1909 LXVI. Neen, ditmaal wil ik alle veraclirlk- Jdngen, of ze „topics of the day" zijn of niet, onbesproken laten. Men kan xijn bekomst hebben van lawaaierige en bloedige onderwerpen. In de ge schiedenis der Journalistiek is de kro niekschrijver meestentijds schrij vende over onderwerpen van bliiven- ien aard te allen tijde een belang rijker element geweest dan de repor ter geregeld schrijvende over de voorbijgaande dingen van den dag. En al is het dan ook waar, dat mede ten opzichte der dagbladschrij verij „the American style" burger recht tracht, ja, dreigt te erlangen, en dat de chroniqueur tegenwoordig niet zelden plaatsruimte moet afstaan aan den inktwellustigen reporter, al- wie beider werk over een voldoende tijdruimte waarneemt, komt ontegen zeggelijk tot de gevolgtrekking, dat aan den arbeid van eerstgenoemde een langer leven Is beschoren dan aan dien van laatstgenoemde, vooral in een stad als Parijs het groots, woe lige Parijs, dat niet ten onrechte „la ville de 1 oubli", de srtaxi der vergetel heid, is genoemd. Of de rechter van instructie André al dan niet met de Steinheil-zaak op schiet: of Jeanne Gilbert, „ï'am poison- neuse" van Saint-Amand inderdaad een giftmengster is of nietof het mysterie van Vitry al dan niet opge lost zal worden of de opbrengst van elke liefdadigheids-voorstelling ten bate der verongelukte Siciliërs al dan niet over de grens komt oh, la, la of de oorlogsgeruchten al dan niet verzinsels zijn van buitenlandsch- overzichtschrijvers, die hun rubriek belangrijk wenschen te maken dat ook de royalisten te Marseille lawaai hebben gemaakt bij een opvoering van „Le Foyer" dat „Monsieur de Paris" oftewel de beul wederom, dit maal te Carpentras de guillotine met een rondreisbiljet! iemand een kopje kleiner heeft gemaakt enz., enz. op het oogenblik lokt geen dier onderwerpen mij aan. Vanochtend nog kreeg ik een geweldigen schok in mijn zedelijkheidsgevoel, toe® ik een straatzanger hoorde galmen II faut sur une place Supprimer la race (bis). Leurs têtes jusqu' au gosier Iront au panier (bis). rAllons, dame Justice, Prés de la prison Montez l'édifioe Eit point de pardon J Que Deibier s' avance. Vers so.n échafaud, Et qu' il crie vengeance Pour tous les tombeaux. Alle drommels met al die Del- bleriana tegenwoordig raak je je hoofd kwijt In figuurlijken zrt®, asjeblieft. Laat mij nu mijn hoofd behouden om andere, vrediger artiesten van het...... hoofd te behandelen, met na me de.... kappers. Ik las laatst, dat er te Parijs onge veer 2100 kapperswinkels zijn. Voor waar een eerbiedwaardig aantal, dat, met betrekking tot de behaagzucht der Fransche® en vooral der Fran§aises, .speaks volumes", zooals de veren- gelschte Fransche journalist reeds pleegt te schrijven. Artiesten van het hoofd Ik kan u de verzekering geven, dat geen enkele Fransche kapper zich géén ar tiest acht. Alle coiffeurs, zonder uit zondering, beweren, dat hun beroep bestaat in 't praktisch beoefenen- en kweeken van „1* art capillaire". Mij wel. Op het punt van opkammerij zijn ze in elk geval geen leeken. Mijn eerste coiffeur is een levendig mannetje, dat onder zijn bedrijf druk babbelt en daarbij hij komt uit Toulouse de r's errg laat rrollen. Zijn babbelen is niet bepaald verve lend te noemen, wellicht omdat hij on der zijn vasrte klanten grootendeele kunstenaars telit en van dezen een vernisje van artistieke beschaving heeft opgedaan. Den eersten keer, dat ik mij door hem het haar Liet knippen, vroeg hij mij, na behoorlijken afloop van die verrichting „Nu nog even een aangename haar- wassching, meneer Ik had weinig tijd en weigerde. ,,'t Is erg goed voor uw roos, me neer", hernam hij Ik verzeker u, dat ik niet den min sten last van roos >ftewel „pellicules" heb en de revers van mijn jas nooit, zelfs voor geen schijntje, witbepoe- derd Is. Dus weigerde ik nogmaals, kort en krachtig. Te laatDe kwie ke haarkunstenaar iad al een fijne kam uit de lade gehaald en 6treek eenige malen met kracht door mijn opstaand haar. „Kijk eens, meneer, wat 'n rooe. Weet u wel, dat dat goedje den haar groei erg belet en de kaalhoofdigheid bevordert Ik word, tussohen twee haakjes, nimmer kaal ras- en familie-eigen schap maar enfinIk keek op de fijne kam, een zwarte ja, waarach tig, het ding was witbepooderd. Toen geloofde ik sapristi I er waren mar ter ieeie bewijzen. De Toulousain streek door, met grooten ijver en nog grootar kracht. Mijn hoofd maakte nu méégaande, da® weêr tegenstribbelen de bewegingen. Toen de strijkerij af- geloopen was, kwam natuurlijk de wasscherij. „Een nieuw water, meneer, beter dan alle vorige". Daarna heb ik me nog een paar ma len door den Toulousain laten ont- rozen oftewel depelHculiseeren. Dat tijdperk is nu voorbij. Want kort na mijn laatste ontrozing vertel de een van des kappers helpers, die ruzie met den patroon had gekregen, mij „sub rosa" de haas was uitge gaan dat mijn pellicules niets an ders waren geweest dan walt rijstpoe der, gestrooid op één der zijden van de fijne kam. De andere zijde, die, welke de patient te zien krijgt vóór de rozige bewerking, is steeds onbepoe- derd. Het stuk van overtuiging werd mij vertoond. Die helper Is sedert een paar maan den zelf patroon hij heeft een eigen barbiers- en kapperszaakje opgericht. Ik behoor tot zijnhm.... vereerde klanten. En veel van hetgeen ik om trent het kappersbedrijf weet en hier onder In het kort ga vertellen, heb Ik aan zijn inlichtingen en zijn tus- schenkomst te danken. Er zijn, patroons en ondergeschik ten bijeen gerekend, drie soorten van kappers de „coiffeurs d' hommes" of „salonnders", die slechts heeren coif- feeren en, uiteraard, ook het scheer mes hanteeren de „coiffeurs de da mes", die zich alleen maar met den ha ar opschik van de leden der schoo- ne sekse bezighouden en de kappers, die de „cheveux postiches" of valsch haar en pruiken maken, welke laat ste categorie van coiffeurs gewoonlijk ook eenigermate in staat zijn om èn heeren èn dames te coiffeeren, frisee ren en wat dies meer zij. Een bediende bij een salonnier ver dient 15 30 francs vast salaris per week. Een schijntje, zal men zeggen, doch te het zoon bediende na eenigen tijd gelukt, zich een vaste clièntèie te vórmen, klanten, wier hebbelijkheden en zwakheden hij heeft loeien ken nen, en die slechts of liefst door heni behandeld willen worden, dan kan hd licht rekenen op gemiddeld 10 tot 15 francs fooi per dag. Daar komt de rekening anders meê te staan I En menige nog onberoemde artiest zou zijn inkomsten willen ruilen met die van een kappersbediende eener welbe kende zaak. De bediende, die intern werkzaam is in een winkel, waar pruiken en ander valsch haar worden gefabri ceerd, ontvangt, oehalve kost en in woning, 80 tot 100 francs per maand. De externe bedienden verdienen 4 5 francs per dag, benevens hun aandeel in den inhoud van ,1e tronc", de zoo genaamde fooienbus, waarin de be zoekers en bezoeksters hunne giften storten. Zijn die externe bedienden geen vaste geëmployeerden, maar zoo genaamde „extra's werkzaam ge steld i® gevallen van overdrukte, tij delijke vervanging of anderszins dan hebben zij, behalve op hun dag loon, slechts recht op hun aandeel Ln de koperen geldstukken der bus; naar de zilveren penningen kunnen ze fluiten". Aangezien de extra's doorgaans een joyeus volkje zijn, dat ook op andere wijzen den kost pleegt op te halen, zetten zij zich in de meeste ge vallen goedsmoeds over die busselijke acnteruitzetting heen. Nu de afdeellLng damesBehoef ik nog te zeggen, dat de „coiffeur cLe da mes" een hoogst belangrijke persoon lijkheid in het wereldsche leven van het schoons geslacht i6, en dat hij, als hij zijin vak goed verstaat, veel gau wer „binnen" is dan bijvoorbeeld een journalist of een letterkundige in Hol land, aangenomen, dat publicistische verrichtingen in het kleine land der Bataven de mogelijkheid insluiten, dat men er rijkdom meê verwerft De dameskapper moge nu niet zulke schitterende verdiensten hebben als gedurende de regeering van Napo leon III, toen de haartooi zijn hoogte punt bereikte, toch is zijn bedrijf nog eeds zeer winstgevend. De dameskapper meestal een ake lig verwijfd en kletserig mannetje rekent 5 francs voor een „coiffure ordinaire de ville ou te diner", waar- bij slechts lintjes, strikjes, crêpous of vlechten benoodigd zijn. Voor bal- kapsels, die het gebruik van bloemen j en veêren in den haardos vereischen, brengt hij 15 tot 20 francs in rekening. Het bepoederd kapsel kost 20 k francs, het historisch kapsel 30 k 40 francs, en een zeer bewerkelijk kap sel, bijvoorbeeld bij gelegenheid van een gemaskerd bal, iO tot 50 francs. Hij verdeelt zijn tijd ln halve uren en rijdt Ioopen doet de man bijna niet van klant tot klant. In min der dan een half uur is hij, dank zij zijn enorme handigheid en zijn voor bereidende maatregelen, zelfs met de ingewikkeldste coiffure klaar. Hij is niet alleen kapper hij gri meert ook. Brengt harmonie tusscnen kapsel en gelaatstrekken. Hier eene lichte krijtstreep om do wenkbrauwen wat aan te dikken of het oog wat grooter te doen schijnen daar een. drupje „extrait fle roses" voor de wan gen en de Lippen -ilders een beetje ..poudre de Pyromrne" de hemel weet, waaruit het bestaat I voor de wimpers. En zelfs de ooren en de neusvleugels worden soms door den dames-Figaro bewerkt. Een knappe kerel, en in zlin genre een aestheticus, waarachtig De snaak kan er zeker van zijin, dat elke zijner vrouwelijke klanten zich stelselmatig meer aan bom onder werpt dan aan haar echtgenoot. De leerschool van zoon' „coiffeur de dames" Een cursus, die van medio October tot medio November looptwaarin de lessen driemaal per week plaats hebben waarvoor de leerling 7 francs per seteoen of 50 cen times per keer betaalt, met het recht van gebruikmaking der verschillende benoodigdheden. De vrouwen, op wier hoofden de „professeura" aanschouwelijk onder richt geven en de leerlingen hun na bootsende proeven hebben af te leg gen, ontvangen 2 francs loon per séance. Men kan dus niet zeggen, dat de hoogeschoolstudièn van een dames kapper in den dop duur zijn. En dan te moeten erkennen, dat een „coiffeur de dames" van eenigen naam meer verdient dan menige geneesheer, me nige advokaat Ik heb altijd ervaren, dat de kunst van op Kam men zeer winstgevend is. OTTO KNAAP. GEMEENTERAAD. Vergadering van den Raad der ge meente Haarlem, op Woensdag 3 Fe bruari 1909 des namiddags te 11/2 uur, in de Statenzaal (Prinsenhof). De volgende zaken zullen aan de orde worden gesteld 1. Beëediging en installatie nieuw inkomende leden. 2. Mededeelingen en ingekomen stukken. 3. Voorstel B. en W.W. vaststelling verordeningen heffing en invordering rechten ontsmetting van gemeente wege, met nader voorstel B. en W.W. 4. Voortzetting behandeling voor stel B. en W.W. reorganisatie M. O. 5. Voorstel B. en W.W. opheffing twee herhalingsscholen. 6. Id. id. verzoekschrift stichting „Noorderkerk en school", afwijking art. 7, la, Bouwverordening, bouw school Kleverpark. 7. Id. id. vergunning aanlegsteiger- tje Noorder Buiten Spaarne. 8. Aanbeveling Gezondheidscom missie benoeming lid. 9. Voordracht B. en W.W. benoe ming onderwijzer school no. 11. 10. Id. id. id. id. school no. 5. 11. Id. id. id. onderwijzeres school no. 1. STUKKEN VAN DEN RAAD. SCHOOLGELDEN H. B. S. De heer E. Levert heeft nu een toe lichting gegeven van zijn amendemen ten op de door B. en W. voorgestelde schoo 1 geld regeling. Hetgeen de heer Levert schrijft, heeft hij voor een belangrijk deel reeds medegedeeld ia de vergadering van de Haarlemsche HandeJsvereeni- ging en de Hanze, waar de heer J. C. Pee neboom sprak over de progressie in onze belasting. Hij merkt allereerst op, dat eene H. B. S. met 250 leerlingen aan de gemeente elk jaar CO.OOO kost, en het gewenscht is, dat de gemeente, nu de oprichting van een tvveede H. B. S. noodig is, een deel Jur meerdere kos ten dekt door eere gewijzigde schoolgeldregeiing. Van de voorstellen van B. en W. heeft de heer Levert weinig verwachtingen. Tegenover een onzekere vermeerdering van inkom sten van 20.000 staan voor de naaste toekomst eene verhooging van uitga ven van 8000 aan salarissen, eene credietaanvraag voor de eerste Inrich ting der nieuw te bouwen school, ter wijl een plan van verbouwing van de bestaande school binnenkort zal wor den aangeboden. Daarna vervolgt de heer Levert Onnoodlg ln het licht te stellen, dat, de zaak uitsluitend van finan cieel standpunt boschouwend, bij niet toeneming van 't belastbaar Inkomen der gemeentenaren, van de Haarlem sche ingezetenen, die hunne kinderen van het middelbaar onderwijs op de H. B. S. laten gebruik maken, eene hoogere tegemoetkoming in de kosten moet worden gevraagd. Blijft toch, zooals in de laatste jaren het gevaJ was, het belastbaar inkomen een zeer geringe opgaande beweging maken, dan za! de toelating van meerdere leerlingen tot bedoeid onderwijs, zon der verhooging van schoolgelden, niet aJIeen eene verhooging van het per centage der inkomstenbelasting ten gevolge hebben, maar tevens do tot standkoming van andere, voor de ge meente zeer noodzakelijke verbeterin gen, in don weg staan. Onder deze omstandigheden meent de heer Levert verplicht te zijn een voorstel te doen tot het verkrijgen van een schoolgeld, waarbij de gemeente lijke toelage meer in overeenstemming gebracht zou worden met de draag kracht der ouders, doch kwam hij, bij de uitwerking van dit donkbeeld, tot eene ontdekking, die hij voor de ge- meente-flnancaën niet anders dan te leurstellend kan noemen. Er bleek hem namelijk, dat de ge woonlijk verkondigde stelling, dat het gemeentegeld aan middelbaar onder wijs besteed, indirect weer wordt te- rugverkregen door de belastingbedra gen der ouders, z. i. ten eenenmale onjuist is, althans ten opzichte van onze stad. Ten bewijze hiervan laat hij hieronder een staat volgen van de inkomens van de 251 Haarlemsche in gezetenen, wier 281 kinderen de H. B. S. aan Zijlvest en Jacobijnestraat be zoeken Belastbaar inkomen. Aan- Percen tal. tage. f 10.000.en hooger. 18 7 7.500.— tot 10.000.— 4 1 1/2 5.000.— 7.500.— 17 7 4.000.— 5.000.— 8 3 3.500.— 4.000.— 2 5 3.000.— 3.500.— 15 6 2.500.— „3.000.— 12 5 2.000.— 2.500.— 25 10 1.500.— 2.000.— 23 9 1.000.— 1.500.— 30 12 500.— 1.000.— 38 15 500.en minder. 50 20 Heit percentage der inkomstenbelas ting op 4 1/2 jict. stellende, waardoor de gemeentelijke toelage van 240. slechts bij een belastbaar inkomen van 5.3Ó0.door den aanslag in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen wordt gedekt, concludeert de heer Levert hieruit, dat dit slechts met 16 pet. van het totaal het geval is, terwijl de overige 84 pet. numeriek sterker worden naarmate hunne bij dragen ln de belastingen verminde- :n. De hieruit te maken gevolgtrekking ligt z. i. voor de hand de door de gemeente tot dusver verleende steun zal moeten worden ingekrompen, waarbij de heer Levert meent, dat de aan de ouders te verleeneu tegemoet koming voorloopig van 80 pet. op 75 pet. behoort te worden teruggebracht met eene geleidelijke vermindering der tegemoetkoming naarmate de in komens stijgen. De toelating van on- en minvermo genden acht de heer Levert een eisch van sociale rechtvaardigheid, die ln de rtieuwe schoolgeldregeling tot zijn recht behoort te komen. Zoolang de gemeente aanzienlijke offers brengt ten bate der gemeen tenaren, behoort aan allen een kans te worden gegeven van deze offers mede te profiteeren en sluit hij zich te dien opzichte geheel aan bij de woorden, door den wethouder van onderwijs aan dit onderwerp gewijd. Deze toelating behoort eenter ver band te houden met het financieel op zet en zou naar de meening van den lieer Levert tot 20 pet. van het totaal cijfer voorloopig dienen te worden be perkt. GEMEENTELIJKE ONTSMET- TINGSDIENST. Ofschoon B. en W. de aannemdng van het amendement Kleijnenberg niet kunnen aanbevelen, zijn ze het met den voorsteller eens. dat bevorde ring van vrijwillige ontsmetting in het belang dér gemeente is te achten. Daarom wijzigen B. en W. hun voor stel en stellen voor de bewoners van huizen van hoogstens 200 huurwaar de van betaling vrij te stellen. Een afzonderlijk tarief voor minvermogen den lijkt hun bij nader inzien minder aanbevelenswaard en het laten ver- Vallen daarvan zal te minder worden gevoeld, waar de burgemeester, aan wien de beoordeellng is opgedragen, van meening is, dat in grensgevallen of bij twijfel, het onvermogea moet worden aangenomen. NOORDERKERK EN SCHOOL. De stichting „Noorderkerk en school" verzoekt afwijking toe te staan van art 7 la van de Bouwverordening om op een afstand van 60 meter van den openbaren weg op een terrein in het Kleverpark een school voor woon lager onderwijs te bouwen. B. en W. hebben geen bezwaren en stellen voor de vergunning te verlee- AANLEGSTEIGERTJE. B. en W. stellen voor aan A. Brou wer en F. van Dijk vergunning te verleenen voor het maken van een aanlegsteigertje in het Noorder Bui ten Spaarne, ongeveer 255 meter ten noorden van de brug over 't Spaansch Vaartje. Voor 1909 zal een recognitie van ƒ2.50 betaald moeten worden en voorts ƒ1 per jaar. BENOEMING ONDERWIJZERES. B. en W. hebben de volgende voor dracht ingediend voor onderwijzeres aan school 1 1. Mej. C. H. Koopman, te Haar lem, 675. 2. Mej. M. Francken, te Haarlem, 600. 3. Mej J. M. van Santé, te Haarlem, ƒ600. MUSEUM VAN KUNSTNIJVERHEID In 't Museum van Kunstnijverheid is thans een tentoon stelling geopend van Keramische producten. De ver vaardiger van deze werkstukken, de kunstpottenbakker de heer C. J. La- nooy te Gouda, h.eld Zaterdagmid dag voor eenige genood.gde e*m le zing, waarin hij verteluv? hoe do pot ten gebakken worden, en hot uitko men, hoe in zijn inrichting gewerkt wordt. Hierna bezichtigden de aanwezi gen niet veel belangstelling de ten toongestelde potten, die terecht be wonderd werden om de keurige be werking en sierlijke modellen. Gevonden voorwerpen (te bevra gen aan onderstaande adressen): Een nikkelen horloge met ketting, bij J. P. v. Marton, Westergracht 113- Een kinderportemonnaie Lnh, geld bij Kappers, Gr. Houtstraat 35. Een zwartharig smoushondje, bij J. H Govers, Grebberstx. 49. Een schaats, bij Jhr. J. v. Suchtelen, Wilhelminastraat 21. Een portemonnaie, lnh. eenig geld, bij H. van Doorn. Holsteynstr. 2. Een portemonnaie inh. eenig geld, en een medaillon, bij G. Bulter, Ursu lastraat 2. Een rozenkrans bij G. We ij ers, Olie slagerslaan 18. Een ring waaraan 8 sleutels en 3 sleutels aan een touwtje, aan het Po litiebureau. Een marmot (kinderspeelgoed), bij P. Harren, Leidschevaart 22. Een schaats, bij N. Veldhuizen, Gierstraat 74. Een kinderschoentje, bij H. Schef- fer, Lange Raamstraat 28. Een bril bij W. Korte, Oranjesr. 31. Een zwart bruin hondje, bij C. Ko ker, Tetterodestr. 9. Aangifte is gedaan van het verlie zen van een gouden manchetknoop, gemerkt J. C. Brood en Koffie. Deelnemers wanen Zaterdagmorgen 1049 kinderen en 362 volwassenen. Ingekomen giften: Bij den heer H. London: J. L. 5. Bij den heer M. v. Ommeren: B. 2.50, N.N. J 5, Mevr. N. f 2.50, N.N. 2, N.N. 2, M. S. 1, H. S. 10, N.N. 5, Onderlinge Touw 5, mej. V. 1 speelclubje 0.75, A. en K. 5, N.N. 25, N.N. 2.50. Bij den heer A. F. H. v. d. Vaart: V. T. 2.50, Mevr. B. 5, T. C. A. 10. Bij den heer W. B. Guskens: Mej. C. ƒ2, S. L. 1, verjaardagpartijtje 1.25. Bij den heer H. van Niel Hz.: O. f 2.50, Mevr. A. P. 40, J. G. 10, B. 10, N. N. 2.50, mevr. G. f 5, N. N. f 5. Militaire zaken. I>e le luit. F. H. W. de Quartel is overgeplaatst van het le reg. infan terie te Deventer naar het 10e reg. van dat wapen te Haarlem. Wat 1 Moet Je vijftig gulden voor je vrouw betalen in den muziekwin kel Ja, en allee van één maand. Ja kunt nagaan, wat ik geleden heb. Maak wat voort, Jacob heb je Je schoenen al uit? Ja, ma, allemaal, op één na. Heer (tot bedelaar, wien hij kort te voren een goed pak heeft gegeven) „Nu zie jo or weer zoo schunnig uit I Wat heb je met het pak gedaan, dat ik je onlangs heb gegeven V Bedelaar„Maar, mijnheertje, ln dat pak kon ik toch onmogelijk uit be delen gaan." KareitjeMag ik nog een stukje tulband hebben, pa? PaDat inoet je aan ma vragen. KaïreltjeHebt u dan heelemaal niets te zeggen, pa? Heer Waarom huil je jongetje Jongen Hi-hi-hJ I 'n Schilder heit me 'n guide gegeve, en toen most ik op de heining goan zitten, en toe lieit-ie me afgeteekend HeerEn is dat zoo om te huilen Jongen: Joa zeker; de heining wasvan prikkeidraod. Boer (door zijn vrouw aan het spoorwegstation afgehaald)Als ze mij maar niet bekeuren, oudje I Boerin Hoe dat zoo, vader BoerOmdat ik in een rookwagen iieb gezeten en niet gerookt heb Jongeheer (tot een boer. die een os naar de markt brengt) Je domme oe wil mij bijten. Boer: Ja, ziet, u, jongeheer, als mijn os iets groens ziet, hapt hij er altijd naar. Kapitein Wat verstaat gij uit stra tegie van den oorlog l Geef mij een oorbeeld. Sergeant Strategie bijvoorbeeld is wanneer je den vijand niet laat mer- Ken, dat je geen ammunitie meer nebi en maar blijft doorvuren. VEILING in liet verkooplokaal „de Gouden Leeuw" te Haarlem, op Zaterdag 30 Januari 1909, des avonds ten 5 ure. Nos. 19. Negen Huizen en erven aan de noordzijde van de Rustenbur- ;erlaan, als volgt: No. 1. Get. No. 59. No. 2. Get. No. 61. No. 3. Get. No. 63. No. 4. Get. No. 65. No. 5. Get. No. 67. No. 6. Get. No. 69. No. 7. Get. No. 71. No. 8. Get. No. 73. No. 9. Get. No. 75. De pereeelen No. 1 tot en met 9 ge combineerd, A. Vasen, 15995. No. 10. Een gebouw, ingericht als broodfabriek en erve met bovenwo ning en kantoor aan de Nieuwe Groen markt Get. No. 13 en No. 15. Opgehouden f 13905. No. 11. Een winkelhuis en erve met afzonderlijk opgaande bovenwoning en daarachter gelegen pakhuis aan de Nieuwe Groenmarkt, Get. No. 17 zw. en rood. Opgehouden f 8005. No. 12. Een villa en erve met voor- en achtertuin te Bloemendaal, aan den Bloemendaalsche® straatweg, Get. no. 211 E. Alg. N. H. Mij. v. Leveusvtorz. 10775. No. 13. Een heerenhuis met erve en tuin ten noorden van het vorige per ceel. Get No. 211 d. W. Bosman q.q., 6400. No. 14. Een Heerenhuis met erve en tuin ten noorden van het vorige per ceel. Get No. 211 c.. W. Bosman q.q., 6400. No. 15. Een heerenhuis met erve en tuin ten noorden van hset vorige perceel, Get. No. 211 b. W. Bosman q.q., 6400. No. 16. Een gebouw ingericht tot Timmermanswerkplaats met erve, ten noorden van het vorige perceel, get. No. 211 a. W. Bosmui q.q., 4000. No. 17. ïten werkplaats met afzon derlijk opgaande bovenwoning en er ve aan de R.dderstraat. Get No. 12. J. C. Burkens q.q., f 4905. Naar het Engelsch door Barones Orczy. Gelukkig werd dit voetpad zoo als gewoonlijk in dit deel van Frank, rijk begrensd door een lage heg, waarachter een droge sloot begroeid met ruw gras. Daarin zorgde Margue rite een schuilplaats te vindenzij was nu totaal voor het gezicht verbor. gen, en kon toch tot op een paar me ters afstand komen van de plek. waar Chauvelin zijn bevelen qtond uit te Nu, zei hij zacht en op dringen den toon, waar is de hut van Vader Rian chord Omstreeks acht honderd meters van hier, langs het voetpad, zei de sol daat, die hen den weg gewezen had, »n half weg de helling naar de rots. Heel goed. Jij moot ons den weg wijzen. Vóórdat wij beginnen de hel ling naar de rots af te dalen, moet jij ®oo stil mogelijk naar de hut krui- Pèn en je verzekeren, dat de verra derlijke royalisten daar aanwezig *ljn Begrepen Becreoen. burner. Luister nu allemaal heel aan dachtig naar mij, ging Chauvelin me nadruk voort en zich tot alle soldater wendend, want het is mogelijk, dal wij geen gelegenheid meer hebben eer woord met elkaar te wisselen, pront daarom alles wat ik te zeggen heb, goed in jelui geheugen, alsof je leven daarvan afhing. Misschien doet het dat ook wel, voegde hij er droogjes bij. Wij luisteren, burger, zei Desgas en een soldaat van de republiek ver geet nooit een bevel. Jij daar, die al bij de hul boni geweest, moet trachten naar binnen te kijken. Als daar een Engelschmnn is bij die verraders, een man, die groot is boven het middelmatige of die gebogen loopt alsof hij zijn lengte vvü verborgen, iaat dan vlug een scherp gefluit hooron als signaal vocu je kaïneraden. Dan, voegde hij er ook tot de overigen bij moeten jelui de hut vlug omsingelen en binnensnel len en ieder grijpt een der aanwezi gen. vóordut zij tijd hebben hun wa pens te gebruiken, maar doodt in geen geval den langen man. Begre pen Ja. burger. De man, die zoo reusachtig groot is, is waarschijnlijk ook reusachtig sterk er zullen wel vier of vijf man noodig zijn. om hem te overmees teren. Er volgde een oogenblik pauze, toen ging Chauvelin voort Als de royalistische verraders nog alleen zijn, wat heel waarschijn lijk is, waarschuw dan je kameraden, die daar op wacht Liggen en dan kruipen jelui allemaal achter uit steeksels van de rots om de hut heen, en wachten daar in doodelijke stilte tot de lange Engelschman komtsnel le hut binnen, zoodra hij veilig en wel binnen is. Maar denk er aan, dat jelui even stil moet zijn als de wolf 's nachts, als hij op zijn prooi loert. Die royalisten moeten niets merken - het afvuren van een pistool, een schreeuwen of roepen van hun kant /ou misschien voldoende zijn, om dien .aiigen Eiugelsclmiun te waarschuwen .liet naderbij te komen, en, v oegde hij er met kiem by, hem moeten wij juist vannacht te pakken zien te krij gen. U zal woordelijk gehoorzaamd worden, burger. Ga dan zoo stil mogelijk verder, en ik zal u volgen. Wat moeten wij met onzen voer man beginnen burger vroeg Des- gas, terwijl de soldaten een voor een zonder eenig gerucht te maken langs het hobbelige en smalle voetpad naar boven kropen. O, ja 1 Ik had hem vergeten, zei Chauvelin en zich tot den koopman wendende, riep hij hem op bevelenden toon toe: Benjamin Rosenbaum, om u te dienen, antwoordde hij nederig. Ik heb er geen behagen Ln je stem te hooren, maar het behaagt mij je eenige bevelen te geven, die je ver standig zult doen te gehoorzamen. Om u te dienen. Excellentie... Houd je mond. Je moet hier blij ven, hoor je? met je paard en wa gen tot wij terugkoeren. In geen ge val en onder geen enkel voorwendsel moet je eenig geluld laten hooren, zelfs niet luider ademhalen dan noo dig is, ook mag je om geen enkelen reden je post verlaten, totdat ik je orders geef dat te doen. Begrepen Maar Excellentie bracht de voddenkoopman hier op meelijwek- kenden toon tegen in. Neen, er Is geen quaes tie van „maren" of van eenige tegenwer ping, zei Chauvelin, op een toon, die den ouden man van het hoofd tot de voeten deed beven. Als ik je bij mijn terugkeer hier niet vind, dan verze ker ik je plechtig, dat ik je zal vin den, waar jij je ook hebt trachten te verschuilen en dat je heel spoedig, zeker en verschrikkelijk gestraftxull worden. Heb je mij gehoord? Maar Excellentie.... Heb je mij gehoord Do soldaten waren nu allen heen gekropen, de drie mannen stonden met elkaar in de duisternis op den eenzamen weg, terwijl Marguerite daar achter de heg luisterde naar de bevelen van Chauvelin. alsof zij haar eigen doodvonnis hoorde. Ik heb uw Excellentie gehoord, zei de koopman nu weer, terwijl hij dichten* naar Chauvelin toekwam, en ik zweer, dat ik uw Excellentie abso luut zal gehoorzamen, en dat ik niet hier vandaan zal gaan, vóórdat uw Excellentie weer uw aandacht op uw nederigen dienaar wil laten vallen maar denk er aan, Excellentie, ik ben een arm, oud manmijn zenuwen zijn niet zoo sterk als die van een jong soldaat. Als er hier vannacht spoken ronddwalen op dezen eenza men weg, dan zou ik in mijn angst wel kunnen schreeuwen en weghol len I moet mijn leven dan in gevaar komen, moet er dan een of andere zware straf op mijn arm, oud hoofd neerdalen zonder dat ik er iets aan doen kan De voddenkoopman scheen werke lijk wanhopig; hij beefde van het hoofd tot de voeten. Blijkbaar was hij niet de rechte man om hier op de zen eenzamen weg aan zichzelf over gelaten te worden. De man sprak de waarheid; hij kon wei eens onwille, keurig van louter schrik een kreet uitbrengen, die voor den slim men Rooden Pimjvernel een waarschuwing be tee kende. Chauvelin dacht een oogenblik na. Zouden je paard en kar hier al leen veilig kunnen wachten, denk je? vroeg hij ruw. Ik denk, burger, kwam nu De»- gas tusschenbeiden, dat het spulle tje veiliger zal zijn zonder dien vul len, laffon voddenkoopman, dan met hem. Ongetwijfeld zou hij n-'ots be ters weten te doen dan hord schreeu wen als hij werkelijk aan 't schrik ken werd gebracht. Maar wat moet ik met hem be ginnen Wil u hem naar Calais terugzen. den, burger Neen, want wij hebben hem straks noodig, om de gewonden te ver/oenen, zei Chauvelin veeibeteeke nend. Weer volgde er een pauze. Deegaa wachtende op het besluit van zijn chef, en <ie oude koopman temende naast zijn hit. Luie, vervelende lafaard, die je bent, zei Chauvelin eindelijk, je deedi verstandiger met achter ons aan te komen. Hier, burger Deegos, bind de zen zakdoek stijf om zijn mond. Gewillig liet Benjamin Roeenbaum den doek ombinden blijkbaar wilde hij dat liever dan alleen gelaten te worden op den donkeren St. Martin weg. Toen stapten de drie mannen achter elkaar de rots op. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5