HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
Stadsnieuws
Uit de Rechtszaal
Rubriek voor Vragen
Binnenland
Onze Lachhosk.
FHU1LLUION
De Rootle Pimpernel
VBIJDAG 6 FEBRUARI 1909
Hinderwet
B. en W. van Haarlem maken be
kend, dat van beden op alle werkda
gen, van des voormiddags 9 tot des
namiddags 2 uur, tot 16 Februari e.k.
's namiddags ten 1 ure, ter gemeente
secretarie (7e afdeellng) ter inzage is
nedergelegd het ingekomen verzoek
schrift met de bijlagen van de firma
Prins en Co., om vergunning tot uit
breiding van hare inrichting tot het
pasteurlseeren van melk en bet be
reiden van boter, door gedeeltelijken
ver- en bijbouw en het plaatsen van
tonen stoomketel van 7 vlerk. M. ver
warmend oppervlak en het verplaat
sen van den bestaanden stoomketel
van 7 vlerk. M. verwarmend opper
vlak met machine van 5 paardekrach-
ten In de perceelen aan het Leid-
*che plein nos. 42, 44, 46, 48, 60, De
Clercqatraat no. 80, en de Oranje
boomstraat Nos. 129 en 131, en dat op
den veertienden dag na heden, zijn
de 16 Februari e.k., en wel des nam.
ten 1 ure op het Raadhuis der ge
meente de gelegenheid zal wor.den
gegeven, om ten overstaan van hiet
gemeentebestuur of een of meer zij
ner leden, bezwaren tegen het uit
breiden der inrichting in te brengen,
wordend» de aandacht er op geves
tigd, dat volgens de bestaande juris
prudentie niet tot beroep gerechtigd
zijn zij, die niet overeenkomstig ar-
tigel 7 der Hinderwet vóór het ge
meentebestuur of een of meer zijner
leden zijn verschenen, ten einde
hunne bezwaren mondeling toe te
lichten.
MELKVERVALSCHING.
Een boer uit Haarlemmermeer le
verde eiken dag ongeveer 90 liter
melk aan den melkhandelaar'J. F. A.
Jongeneeien. Lang ging dit goed,
maar op zekeren dag kwam 't uit, dat
de boer met de melk knoeide en....
ze waschtel
Thans stond de melkvervalscher
voor de rechtbank en bekende open
hartig, zeggende, dat hij 't niet zoo
ernstig had opgenomen, hij spoelde
de emmers en Het er dan wat water
in. De melk was van zeer goed gehal
te, zoodat ze nde spoeling nog aan
de eischen van goede melk voldeed.
De deskundige, de heer N. van der
Sleen, had de melk onderzocht en ge
constateerd, dat er ongeveer 7 wa
ter in was gedaan.
Het Opeinbaar Ministerie gaf gaarne
toe, dat de beklaagde in de soort geen
ernstige melkvervalsching gepleegd
heeft, want er wordt vaker heel wat
erger geknoeid. Waar een naburige
rechtbank een melkvervalsching met
5 maanden gevangenisstraf heeft ge
vonnist, waaruit blijkt, dat 't een
ernstig misdrijf is, eischte spreker
een betrekkelijk zware straf, nl. 10
dagen gevangenisstraf.
De verdediger, Mr. Willekes Mac-
donald, drong op een clemente straf
aanook wijzend op den minder ern-
stigen aard der vervalsching, en het
gunstig verledeai van dezen" jongen
beklaagde.
DIEFSTAL VAN 230.
Een schipper was naai- Duitschland
gegaan, om daar te wei-ken. Na eeni-
gen tijd kwam hij met een spaarpot
je van ongeveer ƒ240 naar Haarlem
terug.
Heiaag heeft hij niet veel plezier
van dat geld gehad I Hij gingt toen
hij hier aankwam, in een café op de
Botermarkt een paar borrels drinken
en heeft daar royaal getrakteerd. Hij
ging met eenige „vrienden" op stap
en was toen al smoordronken. In een
speeigoedmagazijn in de Barrevoete-
straat werden eenige popjes gekocht
voor de kleinkinderen van den be
schonken©. In dezen winkel is de zak
doek, waarin het geld een bank
biljet van 2ÜÜ en vier muntbiljetten
van 10 gepakt was, op de proppen
gekomen, en hebben de „vrienden"
Uem bij de betaling geholpen.
Na déze poppenkooperij is liet drie
tal naar een herberg in de Wolstraat
getrokkein, waar ook weer gedronken
werd.
Toen de beschonkene even later bij
z'ü zuster werd gebracht, was hij al
z'n geld kwijt.
aar was 't gebleven
Nu stond een van de „vrienden" te
recht, om zich op de beschuldiging,
het geld uit den zak van den be
schonkene gestolen te hebben, te ver
antwoorden. Eén der getuigen heeft
gezien, dat deze beklaagde den zak
doek (waarin het geld was) in de hand
heeft gehad, en daarna weer ln den
zak van den beschonkene gestopt
heeft.
PresidentWat moest je met dien
zakdoek doen
BeklaagdeDe man had dien laten
vallen. Ik heb den doek opgeraapt en
teruggegeven, zonder evenwel gezien
te hebben, dat er geld in was.
Dit klopt echter niet met de getui-
ge-verklarlng, omdat de caféhoud
ster zei, dat de zakdoek ln den zak
van den beschonkene zat, en beklaag
de toen z'n hand in den zak stak, om
den doek er uit te halen. Van vinden
of op den grond vallen was dus geen
sprake. Beklaagde heeft toen den doek
weer in den zak gestopt, terwijl de
beschonkene zonder zakdoek thuis
kwam.
Later is de beklaagde in 't café van
Van Boekhoven gekomen, waar hij
met een briefje van f 10 betaalde en
togen de bezoekers pochte over zijn
rijkdom. De kasteleines had een bank
biljet in zijn hand gezien, waarop 2
nullen stonden.
De beklaagde beweerde, dat dat een
briefje van 100 was, dat hij met den
handel verdiend hod.
PresidentNeem je dit geld altijd
bij je?
BeklaagdeOch. als mijn vrouw
uitgaat weL (Gelach).
De andere „vriend", die met den
beklaagde op stap geweest is, werd
als getuige gehoord. Hij verklaarde
niets van den diefstal gezien en de
zen zelf ook niet gepleegd te hebben.
Een getuige a décharge, fruit
koopman, verklaarde, dat hom bekend
is, dat de beklaagde nog al veel geld
bezat, en ook voor den bewusten dag
wel eens meer dan 100 in zijn zak
had.
Hetzelfde werd ook door een ande
ren frultverkooper verteld.
Na dit getuigenverhoor hield de
beklaagde nogmaals vol. dat hij on
schuldig is.
Het Openbaar Ministerie achtte
toch het bewijs geleverd. Beklaagde
is met den schipper, die 't geld bij
zich had, uitgeweestgetuigen heb
ben gezien, dat hij den zakdoek in
de handen heeft gehad, terwijl hij
even na den diefstal blufte op zijn
rijkdom.
De diefstal is zeer belangrijk, den
werkman al zijn zuur verdiend geld
afnemen, is laag. Spreker eischte 2
jaar gevangenisstraf met de gevan
genneming van den beklaagde.
Als verdediger trad op Mr. Bruch;.
Deze erkende, dat de aanwijzingen in
rechten het bewijs kunnén leveren.
Toch heeft pleiter niet de overtuiging
dat beklaagde het feit gepleegd heeft.
Er is veel twijfel. Waar is het bank
biljet van 200 gebleven? De politie
heeft veel moeite gedaan, om dit uit
te vinden, evenwel zonder succes.
Waar is de zakdoek gebleven Heeft
de schipper het geld niet verloren
Nu er reden is. om te twijfelen, acht
pleiter een veroordeeling niet gerech
tigd.
Subsidiair pleitte Mr. BrucX een
lichtere straf. De beklaagde staat
gunstig bekend en moet, zoo hij den
diefstal gepleegd heeft, in dronken
schap gehandeld hebben.
Pleiter meende, dat er geen reden
is, om den beklaagde onmiddellijk in
hechtenis te nemen
Het Openbaar Ministerie repliceer
de, dat deze gevangenneming noodig'
is, omdat het gevaar bestaat, dat de
beklaagde zich aan herhaling van
een misdrijf zal schuldig maken.
De rechtbank, na in raadkanier ver
gaderd te hebben, besliste, dat er ge
gronde vrees bestaat voor ontvluch
ting van den beklaagde en gelastte
zijne gevangenneming en overbren
ging naar liet huis van bewaring.
Uitspraken Donderdag a. s.
Geabonneerden hebben het voorrecht
vragen op verschillend gebied, mits voor
beantwoording vatbaar, in te zenden bij de
Uedactie van Haarlem's Dagblad, Groote
Houtstraat 63.
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
gegeven en, voor zooveel mogelylc is, deD
dag na de inzending.
VRAAG. Wat is het hoogste num
mer, dat goedgekeurd is voor de Na
tionale Militie (lichting 1909).
ANTWOORD. Dit is nog niet op te
geven, aangezien verschillende om
standigheden nog niet bekend zijn.
VRAAG. Wat is hooger, de titel
van doctor of arts?
ANTWOORD. De examens, die een
medicina© doctor en een aria afleg
gen, zijn geheel dezelfde.
Volgens de wet kan evenwel tot
doctor alleen hij promeveeren, die
een klassieke (gymnasiale) opleiding
genoten heeft
Daar de studie van Latijn en
Grieksch voor den medicus evenwel
geen praetisch nut oplevert, zijn er
velen, die dit onderscheid t usee hen
doctor en ar tg onjuist achten, omdat
blijkens uw vraag een deel van
het publiek verschil vindt tusschen
een doctor en een arts.
VRAAG. Kunt u mij het adres me-
dedeelen van de Correspondentieclub,
welker leden over de geheele wereld
verspreid zijn, en die elkaar onder
ling in staat stellen om postzegels, an
sichten, enz., te verzamelen?
ANTWOORD. Wend u tot den heer
G. L. F. Sarlet, Zuider Buiten Spaar-
ne 76 A, voorzitter van de Haarlem-
sche afdeellng van „Hollandia".
VRAAG. Wanneer een man vrouw
en kind verlaat, zonder verder iets
van zich te laten hooren, verbeurt hij
dan zijn rechten op vrouw en kind
ANTWOORD. Neen, zeker niet.
Reohten op een vrouw heeft de man
eigenlijk niet, maar op een kind wel
degelijk en zoolang hij de ouderlijke
macht uitoefent, is hij bevoegd, om
persoonlijk voor de opvoeding en het
onderhoud van bet kind te zorgen en
daartoe zelfs verplichtmaar dan be
hoeft hij ook niet toe te laten, dat het
kind bij de vrouw blijft, als dat kind
tenminste de noodzakelijkste moeder
zorgen ontberen kan.
VRAAG. Heeft de man nog eenig
recht op den inboedel, wanneer hij
bij ziin vertrek heeft gezegd houd jij
dien boel maar
ANTWOORD. WIJ zouden dat
losse gezegde meer als een voorloopi-
ge regeling beschouwen. De man
blijft beheerder der gemeenschap en
hij behoudt het recht om met de goe
deren der gemeenschap te doen, wat
de wet hem in gewone gevallen toe
staat. Van yerlies van rechten kan
geen sprake wezen.
VRAAG. Is die verlating van den
man een wettige reden voor de vrouw,
om de samenleving met dien man
niet meer aan te va.ngen Kan men
dien man verplichten, voor vrouw en
kind iets af te staan voor onder
houd
ANTWOORD. De vrouw is wel
verplicht met den man samen te wo
nen, maar als zij dat niet w»I, is er
niets aan te doen. De vader moet na
tuurlijk voor het onderhoud van zijn
kind zorgen en zijn vrouw al het noo-
dige volgens zijn stand en vermogen
verschaffen. Zorgt hij voor zijn kind
niet, dan kan ontzetting uit de ouder
lijke macht worden gevraagd. Verder
kan de vrouw na verloop van 5 jaar
tot echtscheiding prooedeeren.
VRAAG: Ik ben 1 Aug. in betrek
king gekomen en ontving teen 5 als
godspennjng. Nu ben ik niet behoor
lijke opzegging 31 Januari vertrok
ken en hield mevrouw van mijn loon
5 af. Ik kreeg geen nieuwjaarsfooi.
Heeft mevrouw daar recht op?
ANTWOORD: Dat u geen nieuw
jaarsfooi hebt gekregen spreekt van
zelf; maar de ƒ5.godspenning had
mevrouw beslist niet mogen afhou
den.
VRAAG: Ik heb een achterkamer
verhuurd, maar wegens vertrek uit
mijn woning heb ik mijn onderhuur
ders binnen 14 dagen opgezegd. Nu
zeggen zij, dat zij met de 14 dagen
willen vertrekken, daar ik inet de
week verhuurd heb, hoe moet ik
daarmede handelen?
ANTWOORD: Als men een kamer
per week verhuurd heeft, dan kan
men die huur ook per week opzeg
gen. Uw onderhuurder zal dus moe
ten vertrekken.
VRAAG: Een meisje dat per maand
gehuurd is en met 14 dagen haar be
trekking opgezegd is, kan die nog
14 dagen daarbuiten eischen en moet
zij dan haar nieuwjaarsfooi terug
geven?
ANTWOORD: Tot dit laatste is zij
niet verplicht. Wanneer u per maand
gehuurd zijt, zonder dat de duur der
dienstbetrekking is bepaald, dan is
dat een huur voor onbepaalden tijd
en moet mevrouw den opzeggingster
mijn in acht nemen. Wordt u per
maand betaald, dan moet mevrouw
u per maand opzeggen. Houdt me
vrouw zich daar niet aan, dan moei
mevrouw u een schadeloosstelling
betalen gelijk staande met een maand
huur,
VRAAG: Welk zegel moet worden
gebruikt bij de overname van een
zaak van 750, kan men dat zonder
notaris doen en wie betaalt de zegel-
kosten?
ANTWOORD: U kunt volstaan met
een zegel van 0.87$. U kunt de akte
van overdracht zelf schrijven. De ze
gel kosten komen voor rekening van
een kooper.
CORRESPONDENTIE.
Den Heer W. alhier. Uw vraag
in zak» het arbeidscontract kunnen
wij niet beantwoorden. U heeft een
wetboekje eoi meent u nu dat u on
billijk behandeld is, wend u dan eens
om advies tot den Heer Mr. J. H.
Thiel, zitting houdende in het ge
bouw der Toyoibee-vereenlging Don
kere Spaarae, Zaterdagsavonds om
8 uur.
Den heer W. J. K. te S. Uw belas-
tingvragen zijn te onduidelijk om te
beantwoorden. Vervoeg u om inlich
tingen aan het kantoor Kleine Hout
straat No. 13, Haarlem.
EERSTE KAMER.
Na eenige replieken is de beraadsla
ging over de Staatsbegroottng in het
algemeen gisteren vrij spoedig ten
einde gebracht.
De beraadslaging over hoofdstuk
III (Buitenlandsche Zaken) zou zich
nagenoeg uitsluitend bepaald hebben
tusschen een verschil van gevoelen
van don heer Rahusen met minister
Van Swinderen, over de goedkeuring
van tractaten door de Sta ten-Gene raai
ware bet u'et, dat de Minister
scherp en afwijzend had geantwoord
op de nota van het Kamerlid-gezant
Van Heeckeren, die inlichting had ge
vraagd omtrent de heteekenis der
Noord zee-overeenkomst.
De heeren Reekers en Hovy gingen
op de zaak zelve niet in, doch betoog
den, dat de heer Van Ileeckeren zijn
vragen gesteld had, krachtens zijn
recht als Kamerlid en niet als ambte
naar tegenover zijn chef. Ging de r©-
deneering op, dat een gezant geen
Kamerl'id kon wezen, dan zou een
officier-Kamerlid zijn chef, den minis
ter, ntet kunnen aanvallen in de
Kamer.
De Minister betoogde evenwel, dat
and ore ambtenaren niet in gelijke
verhouding stonden als diplomaten,
namelijk Dog tot de mogendheid, bij
welke zij geaccrediteerd zijn. Hun op
tredenals volksvertegenwoordiger
ion hen dus als gezant schaden.
De Minister had overigens mets on
welwillends bedoeld en wenschte den
heer Van Ileeckenen, die ziek is, een
spoedig herstel toe, opdat hij zelf de
discussie zou kunnen voeren. Maar
de Minister was tegen het vereenigen
van diplomatieke posten en Kamerlid-
se hap en zou deswege een wetsvoor
stel indienen.
Intusschen zegde hij den heer Ree
kers toe geen stappen te zullen doen
tegenover den heer Van Heeckeren,
alvorens dat wetsvoorstel was goed
gekeurd.
Over de begrooting werd geen stem
ming gevraagd, evenmin over 't han-
delstractaat met de Vereenigde Sta
ten.
Bij Justitie betoogde de heer Van
der Feltz de noodzakelijkheid van ver
anderde toepassing der Kinderwetten,
teneinde te beletten, dat ouders z'ch
opzettelijk uit de voogdij hunner kin
deren doen ontslaan.
De heer Van Waterschoot van der
Gracht juichte enkele plannen van
den Minister toe, bepaaldelijk die ter
bestrijding van onzedelijkheid, doch
besprak in hoofdzaak cfe wenscheiijk-
heid van vrijmaking der makelaardij,
met eenige overgangsmaatregelen
voor die plaatsen, als Amsterdam,
waar een door de practijk erkende
regeling bestond.
Heden 11 uur voortzetting.
MINISTERS.
De toestand van den Minister van
Oorlog generaal Sabron is in de jong
ste week we] vooruitgegaan, of
schoon hij nog een gedeelte van den
dag het bed moet houden.
De Minister van Marine heeft als
waarnemend Minister van Oorlog het
tijdelijk beheer van laatstgenoemd
departement aanvaard.
De Konlngin-Mooder ontving Woens
dag mr. Regout, na zijn optreden ais
Minister van Waterstaat, in audiën
tie.
TEGEN SLUITINGSDWANG.
Het hoofdbestuur van het Nationa
le Comité tegen een wettelijk vastge
steld sluitingsuur voor winkels en ma
galijnen heeft t» Amsterdam onder
voorzitterschap van den heer J. Boer-
hout vergaderd.
Breedvoerig werd het program van
actie besproken en tot de uitgave van
een eigen orgaan besloten. Het resul
taat van de hoofdschotel der bespre
kingen was voorts het besluit, om al
le Candida ten voor gemeenteraden en
Tweede Kamer te vragen, hoe zij den
ken over Staatsinmenging in het be
drijf in het algemeen en over slui-
tingsdwang in het bijzoner. De can-
didaten, die het standpunt van het
Comité zijn toegedaan zullen van de
ze zijde krachtig worden gesteund,
ongeacht hun politieke kleur of gods
dienstige richting.
Uit verschillende plaatsen waren
aanvragen Ingekomen om afdeel iu-
gen van het Nationaal Comité op te
richten en vergaderingen te beleg-
i ter behandeling van het vraag
stuk van den sluitingsdwong.
OP VRIJE VOETEN.
Men deelt „Het Volk" mede, dat de
voor het oppeuzelen van het brood in
den corridor van het kantoor-Schelte-
ma te Amsterdam, gearresteerde
werklooze W. H., na anderhalven dag
bij de politie te zijn „bewaard", in
vrijheid is gesteld.
Voor den officier van justitie geleid
kreeg de betrokkene eene vermaning
en twee kwartjes.
Aan de zaak zal geen gevolg wor
den gegeven.
ZELDZAAM.
Naar öfc a.r. „Rotterdammer"
meldt, Is een Rotterdammer, 46 jaar
oud, dezer dagen grootvader gewor
den en zelf nog In het bezit van een
grootmoeder, die 93 jaar oud is.
Voorts levens nog zijn beide ouders
en die van zijn vrouw. De jonggebo
rene heeft dus een beteovergrootmoe
der. Ook kan men zeggen, dat de
jonggeborene in het bezit is van niet
minder dan 9 grootouders.
KNOEIERIJEN IN DEN EIER-
IIANDEL.
Aan het „Nieuwsblad van Fries
land" wordt U't Londen gemeld, dat
daar een groote knoeierij in eieren
wordt gedreven, door de ooglijkste
van de minderwaardige eieren uit
Rusland en Oostenrijk uit te zoeken,
en die, tusschen Nederlandsche eie
ren door, als geheel zuivere Neder-
landsche waar te exploiteeren.
..Dat deze zwendelarij reeds eenl-
gen omvang heeft verkregen, is on
tegenzeggelijk, en firma's, grooten-
deels in Amsterdam gevestigd, kun
nen genoemd worden, die zich op de
zen tak van export toeleggen."
NIET STEEDS IS DE LIEFDE....
Men meldt uit Sittard aan „De
Maasbode"
Voor eenige dagen werd door de
gemeentepolitie aLhier aangehouden
en naar de gevangenis te Maastricht
overgebracht de 18-jarige dienst
knecht li., die enkele weken geleden
reeds op zijn meisje, dat hem in den
steek had gelaten, 4 revolverschoten
had gelost. Het meisje verzweeg het
geval, doch bij een twist, waar een
der partijen i_Q betrokken was, lekte
het uit. Ofschoon H. aanvankelijk al
les ontkende, bekende hij latei- vol
mondig. Uit wraak had hij op zijn
gewezen meisje g-eschoten, toen zij
met een ander wandelde.
De gemeentepolitie, die II. onmid
dellijk arresteerde, nam de revolver,
die nog met scherpe patronen geladen
was, in beslag. Zij was verborgen in
een kistje onder den grond.
EEN OUDE VADER VERLOOT.
Een oude man te Katwijk aan Zee
die alleen woonde, werd hulpbehoe
vend en kon onmogelijk alleen blij
ven wonen. Zijn kinderen hielden
toen familieraad om te beraadslagen
wie van hen den vader in huis zou
willen nemen. Daar niemand er uit
zich zelf toe geneigd toonde, werd be
sloten het lot te doen beslissen. En
zoo kwam de oude vader bij wijze van
verloting bij een zijner kinderen on
der dak. (Hbld.)
DE VERSTROOIDE PROFESSOR.
De Stockholmsche bitteen dooien de
volgende anecdote mee omtrent de ver
strooidheid van den onlangs overle
den Zweedschen professor in de phi-
losophie Borelius. Op een dag, dat
de professor de straat op ging, ver
zocht een zijner vrouwelijke huisge-
nooten hem haar een flesch „eau de
Cologne' mede te brengen; en weten
de hoe d'e professor er aan toe was
scherpte zij hem nog in, het toch
vooral niet te vergeten.
De professor zal nu toch eens too
nen, dat zijn huisgenooten hem
voortdurend ten onrechte van ver
geetachtigheid en verstrooidheid be
schuldigden. Hij ging dus, alvorens
zijn andere commissies te doen, naar
een winkel en kocht daar een flesch
„eau de Cologne", die hij voor alle
zekerheid in d» hand hield. Ilij bleet
daarna eeai oogenblik staan voor de
winkelkast van een boekhandelaar
en toen hij daar een pas verschenen
philosophi8ch werk zag liggen, ging
hij den winkel binnen om het te koo-
pen, ofschoon zijn eigen boekhande
laar er precies tegenover woonde. In
don winkel bekeek hij het boek, zet
te intusschen de flesch op de toon
bank en wandelde eenige oogenblik-
ken later naar huis met het boek in
de band, maar zander flesch. 's Mid
dags aan tafel zeide de dame, voor
wie hij de eau de Cologne zou kco-
pen: „Ge hebt natuurlijk mijn bood
schap vergeten?" „Wel neen,"
antwoordt de geleerde: „Hier heb ik
de flesch" en begon intusschen al zijn
zakken uit te halen, natuurlijk zon
der de flesch te vinden. Ten slotte
kwam hij op de gedachte, dat hij ze
in den boekwinkel had laten staan
en het dienstmeisje werd uitgezon-
kel, waar de professor gewoonlijk
kocht, maar vernam daar, dat er
geen flesch was blijven staan. Toen
zij met die boodschap thuis kwam,
kreeg ze een flinken uitbrander van
den geleerde, die haar verweet, dat
zij m het geheel niet in den winkel
was geweest en hem eenvoudig voor
de mal stond te houden. Het meisje
hield echter stokstijf vol, dat zij er
wel was geweest en daarom besloot
de professor zelf nog eens naar den
winkel te gaan. „Is mijn dienstmeisje
zooeven hier geweest? vroeg hij daar.
„Neen", luidde het antwoord. „Dat
dacht ik wel," zeide professor en ging
voldaan naar liuis, maar zonder
flesch. Daar het meisje echter bleef
bij haar bewering, dat zij in den win
kel geweest was, zou de professor nu-
met haar daarheen gaan. Toen zij
aan den boekwinkel kwamen h:e!d
het meisje hem vast bij zijn jas, in de
ineening, dat hij den verkeerden boek
winkel binnen wilde gaan en nu werd
het misverstand opgehelderd. „Ja,
dan heb je geen schuld, nu zullen wij
maar weder naar huis gaan' en pro
fessor en dienstmeisje g:ngen terug.
Tehuis werd het geval verteld. „En
waar is de flesch dan?" werd ge
vraagd. „Drommels, die hebben wij
vergeten... maar ik eet niet verder,
voor ik ze gehaald heb.1 En weder
ging de professor op het pad Nu
kreeg hij de flesch en met de*», stijf
in de rechterhand geklemd, stapte
hij huiswaarts. Vlak voor zijn deur
werd hij door een student gegroet
Borelius greep naar zijn hoed en
de flesch met haar geurigen inhoud
lag op de straatsteenen.
AANGEDREVEN.
Aan het strand te Koog op Texel zijn
aangedreven eenige kisten, waarin
flesschén met ither en bussen met an
dere vloeistof. De merken zijn al3
volgt
E S 8132
Wladiwostok.
Hamburg.
Ausfuhrgut.
VorsichL
W P CR
Wladiwostok.
5365.
1 iquids.
Naar het Engelsch door
Barones Orczy.
71)
Chauvelin mompelde een vloek, die
weinig goeds voorspelde voor baar,-
die zijn meest geliefkoosde plannen
had durven dwarsboomen.
Haastig klonk zijn bevel
Naar binnen, mannen, en laat
niemand levend uit die hut ontsnap
pen I
l)e maan was weer van tusschen de
wolken te voorschijn gekomen de
duisternis was verdwenen en had nog
eens plaats gemaakt voor een schitte
rend, zilverkleurig Licht.
Sommige van de soldaten waren
naar de luwe, houten deur \an de hut
gesneld, terwijl een hunner de wacht
hield over Marguerite.
De deur stond half open een van
de soldaten duwde haar verder open,
maar daar binnen was niets dan duis
ternis, het houtvuur verlichtte alleen
nog met een dof, rood licht den ver-
sten hoek van de hut. De soldaten ble
ven als automaten bij de deur staan,
kis machines, die opnieuw opgewon
den meesten worden.
Chauvelin, die voorbereid was op
een hevigen aanval daar binnen en
op een heftigen tegenstand van de
vier vluchtelingen, was voor 't oogen
blik verlamd van'verbazing, toen hij
daar de soldaten in 't gelid zag staan
ais schildwachten op post, terwijl er
geen enkele kreet uit de hut tot hem
doordrong.
Van een vreemd, angstig voorgevoel
bezield, ging hij ook naar de deur van
de hut, en de duisternis mot zijn blik
doorborend, vroeg hij haastig
Wat beteekent dit alles
Ik geloof, burger, dat er niemand
meer in is, antwoordde een der solda
ten onverstoorbaar.
Jelui hebt toch die vier mannen
niet laten gaan bulderde Chauvelin
dreigend. Ik gaf jelui bevel, niemand
levend te laten ontvluchten Vlug,
hen achterna Vlug, in alle richtin
gen I
De mannen, gehoorzaam als ma-
-hines, snelden de rotsachtige helling
af naar de kust, sommigen rechts, an
deren links, en alleen zoo snel als
hun voeten hen dragen konden.
Jij en je mannen zullen voor
deze stommiteit moeten boeten, bur
ger sergeant, zei Chauvelin woedend
tot den sergeant, die het bevel had
over de mannen, en jij ook, burger,
voegde hij er bij tot Desgas, omdat
je mijn orders niet hebt uitgevoerd.
U gaf ons bevel te wachten, tot
dat de lange Engelschman kwam, en
zich bij de vier mannen in de hut
voegde, burger. Er kwam niemand,
zei de sergeant norsch.
Maar zooeven, toen die vrouw
schreeuwde, gaf ik jelui be\el naar
binnen te snellen en niemand te laten
ontsnappen.
Maar, de vier mannen, die hier
eerst waren, burger, waren al ©enigen
tijd geleden heengegaan, denk ik
Jij denkt Jij zeide Chau
velin, bijna stikkend van woede, en
jij laat hen heengaan....
U gaf ons bevel te wachten, bur
ger, bracht de sergeant hier tegen in,
on bedreigde ons niet den dood, wan
neer wij uw bevel niet opvolgden.
Welnu, wij hebben gewacht.
Ik hoorde de mannen uit de hut
kruipen, eenige minuten nadat wij in
hinderlaag waren gaan liggen, en
lang voordat de vrouw begon te
schreeuwen, voegde hij er bij, terwijl
Chauvelin nog sprakeloos van woede
scheen te zijn.
Luister zei Desgas plotseling.
Van de verte uit klonk het geluid
van herhaald schieten. Chauvelin
trachtte langs het strand te kijken,
maar alsof het geluk er de hand in
had, juist op het geschikte oogenblik
verborg de maan haar licht achter
een bank van wolken, en hij kon niets
meer zien.
Een van jelui moet de hut in
gaan en licht maken, stamelde hij
eindelijk.
Schoorvoetend gehoorzaamde de
sergeant"; hij iiep naar het houtvuur,
en stak de kleine lantaarn aan. die
hij in zijn gordel droegblijkbaar
was de hut heelemaaJ leeg.
Welken weg zijn zij uitgegaan?
vroeg Chauvelin.
Dat kan ik u naet zeggen, burger,
zeide de sergeant. Zij gingen eerst
recht naar beneden langs de rotsen,
en verdwenen toen achter eenige
uitstekende punten.
Ssst I Wat was dat?
Alle drie mannen luisterden aan
dachtig.
Heel in de verte kon men zwakjes en
al meer wegstervend het vlugge plas
sen van een half dozijn roeispanen
hooren.
f I tuvelin nam zijn zakdoek uit den
zak en veegde zich het zweet van het
voorhoofd.
De boot van den schoener I was
alles, wat hij kon uitbrengen.
Blijkbaar wai-en Armand St. Just
en de drie anderen er in geslaagd,
langs den kant van de rotsen weg te
kruipen, terwijl de mannen, als trou
we soldaten van het goed gedresseer
de repubüketnsche leger, in blinde
gehoorzaamheid en uit vrees voor hun
leven, letterlijk de bevelen van Chau
velin om op den langen Engelsch
man te wachten, wiens gevangenne
ming het voornaamste was hadden
opgevolgd.
hadden ozuretwlifeld
van
de landtongen bereikt, die op dit ge
deelte van de kust hier en daar ver in
zee uitsteken daarachter had zeker
cLe boot van de „Day Dx-eam" voor
hen op den uitkijk gelegen en nu wa
ren zij veilig en wel aan boord van
den Britschen schoener.
Als om deze laatste veronderstelling
te bevestigen, klonk het sombere don
deren van een kanon van de zee uit.
De schoener, burger, zei Desgas
kalm zij zijn aan boord.
Chauvelin had al zijn geestkracht
en tegenwoordigheid van geest noo-
cEig, om niet in een hevige vlaag van
woede los te barsten. Er was nu ge-en
twijfel aan, of dat verwenschte Engel-
sche hoofd had hem weer eens om
den tuin geleid. Hoe hij het gedaan
had gekregen om de hut te bereiken,
zonder door een van de dertig solda
ten, die hier de wacht hielden, gezien
te worden, was meer dan Chauvelin
kon begrijpen. Dat hij het gedaan had
voordat de dertig man op de rotsen
waren aangekomen, was natuurlijk
heel duidelijk, maar hoe hij ln den
wagen van Reuben Goldstein van Ca
lais hierheen gekomen was zonder
door de verschillende patrouilles te
zijn opgemerkt, was onmogelijk te
verklaren.
Het scheen werkelijk wel, alsof een
of andere beschermengel over dien
brutalen Rooden Pimpernel waakte,
en zijn hartige vijand kon een huive
rena van anaal ntet onderdrukken.
toen hij om zich heen keek langs de
hooge rotsen in de eenzaamheid van
deze afgelegen kust.
Maar dit was toch werkelijkheid I
en in het jaar 1792 borionden er geen
spoken en kabouters. Chauvelin en
zijn dertig mannen hadder. zonder
uitzondering met hun eigen ooren die
verwenschte stem hooren zingen „G<xl
save the King", juist twintig n-.mu'en
nadat zij alten hun ste'Hr.g om de
hut hadden ingenomen op dat oogen
blik moesten de vier vluchtelingen de
landtong bereikt hebben en in de boot
gestapt zijn, en de volgende landtong
was meer dan een mijl van de hul
verwijderd.
Waar was die brutale zanger heen
gegaan 1 Tenzij hem vleugels gegeven
mochten zijn, kon hij onmogelijk die
mijl over de rotsen in twee minuter
hebben afgelegd en er waren maar
tweo minuten verloopen tusschen zijn
gezang en het geluid van de roei
spanen op zee. Hij moest achter ge
bleven zijn en verborg zich nu efgens
op de rotsen de patrouilles waren
daar nog, hij zou ongetwijfeld wor
den opgemerkt.
Chauvelin voelde nog eens de hoop
herleven.
(Wordt vervolgd).