HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. Stadsnieuws Uit de Rechtszaal Rubriek voor Vragen Binnenland Onze Lachhosk. FHU1LLUION De Rootle Pimpernel VBIJDAG 6 FEBRUARI 1909 Hinderwet B. en W. van Haarlem maken be kend, dat van beden op alle werkda gen, van des voormiddags 9 tot des namiddags 2 uur, tot 16 Februari e.k. 's namiddags ten 1 ure, ter gemeente secretarie (7e afdeellng) ter inzage is nedergelegd het ingekomen verzoek schrift met de bijlagen van de firma Prins en Co., om vergunning tot uit breiding van hare inrichting tot het pasteurlseeren van melk en bet be reiden van boter, door gedeeltelijken ver- en bijbouw en het plaatsen van tonen stoomketel van 7 vlerk. M. ver warmend oppervlak en het verplaat sen van den bestaanden stoomketel van 7 vlerk. M. verwarmend opper vlak met machine van 5 paardekrach- ten In de perceelen aan het Leid- *che plein nos. 42, 44, 46, 48, 60, De Clercqatraat no. 80, en de Oranje boomstraat Nos. 129 en 131, en dat op den veertienden dag na heden, zijn de 16 Februari e.k., en wel des nam. ten 1 ure op het Raadhuis der ge meente de gelegenheid zal wor.den gegeven, om ten overstaan van hiet gemeentebestuur of een of meer zij ner leden, bezwaren tegen het uit breiden der inrichting in te brengen, wordend» de aandacht er op geves tigd, dat volgens de bestaande juris prudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig ar- tigel 7 der Hinderwet vóór het ge meentebestuur of een of meer zijner leden zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. MELKVERVALSCHING. Een boer uit Haarlemmermeer le verde eiken dag ongeveer 90 liter melk aan den melkhandelaar'J. F. A. Jongeneeien. Lang ging dit goed, maar op zekeren dag kwam 't uit, dat de boer met de melk knoeide en.... ze waschtel Thans stond de melkvervalscher voor de rechtbank en bekende open hartig, zeggende, dat hij 't niet zoo ernstig had opgenomen, hij spoelde de emmers en Het er dan wat water in. De melk was van zeer goed gehal te, zoodat ze nde spoeling nog aan de eischen van goede melk voldeed. De deskundige, de heer N. van der Sleen, had de melk onderzocht en ge constateerd, dat er ongeveer 7 wa ter in was gedaan. Het Opeinbaar Ministerie gaf gaarne toe, dat de beklaagde in de soort geen ernstige melkvervalsching gepleegd heeft, want er wordt vaker heel wat erger geknoeid. Waar een naburige rechtbank een melkvervalsching met 5 maanden gevangenisstraf heeft ge vonnist, waaruit blijkt, dat 't een ernstig misdrijf is, eischte spreker een betrekkelijk zware straf, nl. 10 dagen gevangenisstraf. De verdediger, Mr. Willekes Mac- donald, drong op een clemente straf aanook wijzend op den minder ern- stigen aard der vervalsching, en het gunstig verledeai van dezen" jongen beklaagde. DIEFSTAL VAN 230. Een schipper was naai- Duitschland gegaan, om daar te wei-ken. Na eeni- gen tijd kwam hij met een spaarpot je van ongeveer ƒ240 naar Haarlem terug. Heiaag heeft hij niet veel plezier van dat geld gehad I Hij gingt toen hij hier aankwam, in een café op de Botermarkt een paar borrels drinken en heeft daar royaal getrakteerd. Hij ging met eenige „vrienden" op stap en was toen al smoordronken. In een speeigoedmagazijn in de Barrevoete- straat werden eenige popjes gekocht voor de kleinkinderen van den be schonken©. In dezen winkel is de zak doek, waarin het geld een bank biljet van 2ÜÜ en vier muntbiljetten van 10 gepakt was, op de proppen gekomen, en hebben de „vrienden" Uem bij de betaling geholpen. Na déze poppenkooperij is liet drie tal naar een herberg in de Wolstraat getrokkein, waar ook weer gedronken werd. Toen de beschonkene even later bij z'ü zuster werd gebracht, was hij al z'n geld kwijt. aar was 't gebleven Nu stond een van de „vrienden" te recht, om zich op de beschuldiging, het geld uit den zak van den be schonkene gestolen te hebben, te ver antwoorden. Eén der getuigen heeft gezien, dat deze beklaagde den zak doek (waarin het geld was) in de hand heeft gehad, en daarna weer ln den zak van den beschonkene gestopt heeft. PresidentWat moest je met dien zakdoek doen BeklaagdeDe man had dien laten vallen. Ik heb den doek opgeraapt en teruggegeven, zonder evenwel gezien te hebben, dat er geld in was. Dit klopt echter niet met de getui- ge-verklarlng, omdat de caféhoud ster zei, dat de zakdoek ln den zak van den beschonkene zat, en beklaag de toen z'n hand in den zak stak, om den doek er uit te halen. Van vinden of op den grond vallen was dus geen sprake. Beklaagde heeft toen den doek weer in den zak gestopt, terwijl de beschonkene zonder zakdoek thuis kwam. Later is de beklaagde in 't café van Van Boekhoven gekomen, waar hij met een briefje van f 10 betaalde en togen de bezoekers pochte over zijn rijkdom. De kasteleines had een bank biljet in zijn hand gezien, waarop 2 nullen stonden. De beklaagde beweerde, dat dat een briefje van 100 was, dat hij met den handel verdiend hod. PresidentNeem je dit geld altijd bij je? BeklaagdeOch. als mijn vrouw uitgaat weL (Gelach). De andere „vriend", die met den beklaagde op stap geweest is, werd als getuige gehoord. Hij verklaarde niets van den diefstal gezien en de zen zelf ook niet gepleegd te hebben. Een getuige a décharge, fruit koopman, verklaarde, dat hom bekend is, dat de beklaagde nog al veel geld bezat, en ook voor den bewusten dag wel eens meer dan 100 in zijn zak had. Hetzelfde werd ook door een ande ren frultverkooper verteld. Na dit getuigenverhoor hield de beklaagde nogmaals vol. dat hij on schuldig is. Het Openbaar Ministerie achtte toch het bewijs geleverd. Beklaagde is met den schipper, die 't geld bij zich had, uitgeweestgetuigen heb ben gezien, dat hij den zakdoek in de handen heeft gehad, terwijl hij even na den diefstal blufte op zijn rijkdom. De diefstal is zeer belangrijk, den werkman al zijn zuur verdiend geld afnemen, is laag. Spreker eischte 2 jaar gevangenisstraf met de gevan genneming van den beklaagde. Als verdediger trad op Mr. Bruch;. Deze erkende, dat de aanwijzingen in rechten het bewijs kunnén leveren. Toch heeft pleiter niet de overtuiging dat beklaagde het feit gepleegd heeft. Er is veel twijfel. Waar is het bank biljet van 200 gebleven? De politie heeft veel moeite gedaan, om dit uit te vinden, evenwel zonder succes. Waar is de zakdoek gebleven Heeft de schipper het geld niet verloren Nu er reden is. om te twijfelen, acht pleiter een veroordeeling niet gerech tigd. Subsidiair pleitte Mr. BrucX een lichtere straf. De beklaagde staat gunstig bekend en moet, zoo hij den diefstal gepleegd heeft, in dronken schap gehandeld hebben. Pleiter meende, dat er geen reden is, om den beklaagde onmiddellijk in hechtenis te nemen Het Openbaar Ministerie repliceer de, dat deze gevangenneming noodig' is, omdat het gevaar bestaat, dat de beklaagde zich aan herhaling van een misdrijf zal schuldig maken. De rechtbank, na in raadkanier ver gaderd te hebben, besliste, dat er ge gronde vrees bestaat voor ontvluch ting van den beklaagde en gelastte zijne gevangenneming en overbren ging naar liet huis van bewaring. Uitspraken Donderdag a. s. Geabonneerden hebben het voorrecht vragen op verschillend gebied, mits voor beantwoording vatbaar, in te zenden bij de Uedactie van Haarlem's Dagblad, Groote Houtstraat 63. Alle antwoorden worden geheel kosteloos gegeven en, voor zooveel mogelylc is, deD dag na de inzending. VRAAG. Wat is het hoogste num mer, dat goedgekeurd is voor de Na tionale Militie (lichting 1909). ANTWOORD. Dit is nog niet op te geven, aangezien verschillende om standigheden nog niet bekend zijn. VRAAG. Wat is hooger, de titel van doctor of arts? ANTWOORD. De examens, die een medicina© doctor en een aria afleg gen, zijn geheel dezelfde. Volgens de wet kan evenwel tot doctor alleen hij promeveeren, die een klassieke (gymnasiale) opleiding genoten heeft Daar de studie van Latijn en Grieksch voor den medicus evenwel geen praetisch nut oplevert, zijn er velen, die dit onderscheid t usee hen doctor en ar tg onjuist achten, omdat blijkens uw vraag een deel van het publiek verschil vindt tusschen een doctor en een arts. VRAAG. Kunt u mij het adres me- dedeelen van de Correspondentieclub, welker leden over de geheele wereld verspreid zijn, en die elkaar onder ling in staat stellen om postzegels, an sichten, enz., te verzamelen? ANTWOORD. Wend u tot den heer G. L. F. Sarlet, Zuider Buiten Spaar- ne 76 A, voorzitter van de Haarlem- sche afdeellng van „Hollandia". VRAAG. Wanneer een man vrouw en kind verlaat, zonder verder iets van zich te laten hooren, verbeurt hij dan zijn rechten op vrouw en kind ANTWOORD. Neen, zeker niet. Reohten op een vrouw heeft de man eigenlijk niet, maar op een kind wel degelijk en zoolang hij de ouderlijke macht uitoefent, is hij bevoegd, om persoonlijk voor de opvoeding en het onderhoud van bet kind te zorgen en daartoe zelfs verplichtmaar dan be hoeft hij ook niet toe te laten, dat het kind bij de vrouw blijft, als dat kind tenminste de noodzakelijkste moeder zorgen ontberen kan. VRAAG. Heeft de man nog eenig recht op den inboedel, wanneer hij bij ziin vertrek heeft gezegd houd jij dien boel maar ANTWOORD. WIJ zouden dat losse gezegde meer als een voorloopi- ge regeling beschouwen. De man blijft beheerder der gemeenschap en hij behoudt het recht om met de goe deren der gemeenschap te doen, wat de wet hem in gewone gevallen toe staat. Van yerlies van rechten kan geen sprake wezen. VRAAG. Is die verlating van den man een wettige reden voor de vrouw, om de samenleving met dien man niet meer aan te va.ngen Kan men dien man verplichten, voor vrouw en kind iets af te staan voor onder houd ANTWOORD. De vrouw is wel verplicht met den man samen te wo nen, maar als zij dat niet w»I, is er niets aan te doen. De vader moet na tuurlijk voor het onderhoud van zijn kind zorgen en zijn vrouw al het noo- dige volgens zijn stand en vermogen verschaffen. Zorgt hij voor zijn kind niet, dan kan ontzetting uit de ouder lijke macht worden gevraagd. Verder kan de vrouw na verloop van 5 jaar tot echtscheiding prooedeeren. VRAAG: Ik ben 1 Aug. in betrek king gekomen en ontving teen 5 als godspennjng. Nu ben ik niet behoor lijke opzegging 31 Januari vertrok ken en hield mevrouw van mijn loon 5 af. Ik kreeg geen nieuwjaarsfooi. Heeft mevrouw daar recht op? ANTWOORD: Dat u geen nieuw jaarsfooi hebt gekregen spreekt van zelf; maar de ƒ5.godspenning had mevrouw beslist niet mogen afhou den. VRAAG: Ik heb een achterkamer verhuurd, maar wegens vertrek uit mijn woning heb ik mijn onderhuur ders binnen 14 dagen opgezegd. Nu zeggen zij, dat zij met de 14 dagen willen vertrekken, daar ik inet de week verhuurd heb, hoe moet ik daarmede handelen? ANTWOORD: Als men een kamer per week verhuurd heeft, dan kan men die huur ook per week opzeg gen. Uw onderhuurder zal dus moe ten vertrekken. VRAAG: Een meisje dat per maand gehuurd is en met 14 dagen haar be trekking opgezegd is, kan die nog 14 dagen daarbuiten eischen en moet zij dan haar nieuwjaarsfooi terug geven? ANTWOORD: Tot dit laatste is zij niet verplicht. Wanneer u per maand gehuurd zijt, zonder dat de duur der dienstbetrekking is bepaald, dan is dat een huur voor onbepaalden tijd en moet mevrouw den opzeggingster mijn in acht nemen. Wordt u per maand betaald, dan moet mevrouw u per maand opzeggen. Houdt me vrouw zich daar niet aan, dan moei mevrouw u een schadeloosstelling betalen gelijk staande met een maand huur, VRAAG: Welk zegel moet worden gebruikt bij de overname van een zaak van 750, kan men dat zonder notaris doen en wie betaalt de zegel- kosten? ANTWOORD: U kunt volstaan met een zegel van 0.87$. U kunt de akte van overdracht zelf schrijven. De ze gel kosten komen voor rekening van een kooper. CORRESPONDENTIE. Den Heer W. alhier. Uw vraag in zak» het arbeidscontract kunnen wij niet beantwoorden. U heeft een wetboekje eoi meent u nu dat u on billijk behandeld is, wend u dan eens om advies tot den Heer Mr. J. H. Thiel, zitting houdende in het ge bouw der Toyoibee-vereenlging Don kere Spaarae, Zaterdagsavonds om 8 uur. Den heer W. J. K. te S. Uw belas- tingvragen zijn te onduidelijk om te beantwoorden. Vervoeg u om inlich tingen aan het kantoor Kleine Hout straat No. 13, Haarlem. EERSTE KAMER. Na eenige replieken is de beraadsla ging over de Staatsbegroottng in het algemeen gisteren vrij spoedig ten einde gebracht. De beraadslaging over hoofdstuk III (Buitenlandsche Zaken) zou zich nagenoeg uitsluitend bepaald hebben tusschen een verschil van gevoelen van don heer Rahusen met minister Van Swinderen, over de goedkeuring van tractaten door de Sta ten-Gene raai ware bet u'et, dat de Minister scherp en afwijzend had geantwoord op de nota van het Kamerlid-gezant Van Heeckeren, die inlichting had ge vraagd omtrent de heteekenis der Noord zee-overeenkomst. De heeren Reekers en Hovy gingen op de zaak zelve niet in, doch betoog den, dat de heer Van Ileeckeren zijn vragen gesteld had, krachtens zijn recht als Kamerlid en niet als ambte naar tegenover zijn chef. Ging de r©- deneering op, dat een gezant geen Kamerl'id kon wezen, dan zou een officier-Kamerlid zijn chef, den minis ter, ntet kunnen aanvallen in de Kamer. De Minister betoogde evenwel, dat and ore ambtenaren niet in gelijke verhouding stonden als diplomaten, namelijk Dog tot de mogendheid, bij welke zij geaccrediteerd zijn. Hun op tredenals volksvertegenwoordiger ion hen dus als gezant schaden. De Minister had overigens mets on welwillends bedoeld en wenschte den heer Van Ileeckenen, die ziek is, een spoedig herstel toe, opdat hij zelf de discussie zou kunnen voeren. Maar de Minister was tegen het vereenigen van diplomatieke posten en Kamerlid- se hap en zou deswege een wetsvoor stel indienen. Intusschen zegde hij den heer Ree kers toe geen stappen te zullen doen tegenover den heer Van Heeckeren, alvorens dat wetsvoorstel was goed gekeurd. Over de begrooting werd geen stem ming gevraagd, evenmin over 't han- delstractaat met de Vereenigde Sta ten. Bij Justitie betoogde de heer Van der Feltz de noodzakelijkheid van ver anderde toepassing der Kinderwetten, teneinde te beletten, dat ouders z'ch opzettelijk uit de voogdij hunner kin deren doen ontslaan. De heer Van Waterschoot van der Gracht juichte enkele plannen van den Minister toe, bepaaldelijk die ter bestrijding van onzedelijkheid, doch besprak in hoofdzaak cfe wenscheiijk- heid van vrijmaking der makelaardij, met eenige overgangsmaatregelen voor die plaatsen, als Amsterdam, waar een door de practijk erkende regeling bestond. Heden 11 uur voortzetting. MINISTERS. De toestand van den Minister van Oorlog generaal Sabron is in de jong ste week we] vooruitgegaan, of schoon hij nog een gedeelte van den dag het bed moet houden. De Minister van Marine heeft als waarnemend Minister van Oorlog het tijdelijk beheer van laatstgenoemd departement aanvaard. De Konlngin-Mooder ontving Woens dag mr. Regout, na zijn optreden ais Minister van Waterstaat, in audiën tie. TEGEN SLUITINGSDWANG. Het hoofdbestuur van het Nationa le Comité tegen een wettelijk vastge steld sluitingsuur voor winkels en ma galijnen heeft t» Amsterdam onder voorzitterschap van den heer J. Boer- hout vergaderd. Breedvoerig werd het program van actie besproken en tot de uitgave van een eigen orgaan besloten. Het resul taat van de hoofdschotel der bespre kingen was voorts het besluit, om al le Candida ten voor gemeenteraden en Tweede Kamer te vragen, hoe zij den ken over Staatsinmenging in het be drijf in het algemeen en over slui- tingsdwang in het bijzoner. De can- didaten, die het standpunt van het Comité zijn toegedaan zullen van de ze zijde krachtig worden gesteund, ongeacht hun politieke kleur of gods dienstige richting. Uit verschillende plaatsen waren aanvragen Ingekomen om afdeel iu- gen van het Nationaal Comité op te richten en vergaderingen te beleg- i ter behandeling van het vraag stuk van den sluitingsdwong. OP VRIJE VOETEN. Men deelt „Het Volk" mede, dat de voor het oppeuzelen van het brood in den corridor van het kantoor-Schelte- ma te Amsterdam, gearresteerde werklooze W. H., na anderhalven dag bij de politie te zijn „bewaard", in vrijheid is gesteld. Voor den officier van justitie geleid kreeg de betrokkene eene vermaning en twee kwartjes. Aan de zaak zal geen gevolg wor den gegeven. ZELDZAAM. Naar öfc a.r. „Rotterdammer" meldt, Is een Rotterdammer, 46 jaar oud, dezer dagen grootvader gewor den en zelf nog In het bezit van een grootmoeder, die 93 jaar oud is. Voorts levens nog zijn beide ouders en die van zijn vrouw. De jonggebo rene heeft dus een beteovergrootmoe der. Ook kan men zeggen, dat de jonggeborene in het bezit is van niet minder dan 9 grootouders. KNOEIERIJEN IN DEN EIER- IIANDEL. Aan het „Nieuwsblad van Fries land" wordt U't Londen gemeld, dat daar een groote knoeierij in eieren wordt gedreven, door de ooglijkste van de minderwaardige eieren uit Rusland en Oostenrijk uit te zoeken, en die, tusschen Nederlandsche eie ren door, als geheel zuivere Neder- landsche waar te exploiteeren. ..Dat deze zwendelarij reeds eenl- gen omvang heeft verkregen, is on tegenzeggelijk, en firma's, grooten- deels in Amsterdam gevestigd, kun nen genoemd worden, die zich op de zen tak van export toeleggen." NIET STEEDS IS DE LIEFDE.... Men meldt uit Sittard aan „De Maasbode" Voor eenige dagen werd door de gemeentepolitie aLhier aangehouden en naar de gevangenis te Maastricht overgebracht de 18-jarige dienst knecht li., die enkele weken geleden reeds op zijn meisje, dat hem in den steek had gelaten, 4 revolverschoten had gelost. Het meisje verzweeg het geval, doch bij een twist, waar een der partijen i_Q betrokken was, lekte het uit. Ofschoon H. aanvankelijk al les ontkende, bekende hij latei- vol mondig. Uit wraak had hij op zijn gewezen meisje g-eschoten, toen zij met een ander wandelde. De gemeentepolitie, die II. onmid dellijk arresteerde, nam de revolver, die nog met scherpe patronen geladen was, in beslag. Zij was verborgen in een kistje onder den grond. EEN OUDE VADER VERLOOT. Een oude man te Katwijk aan Zee die alleen woonde, werd hulpbehoe vend en kon onmogelijk alleen blij ven wonen. Zijn kinderen hielden toen familieraad om te beraadslagen wie van hen den vader in huis zou willen nemen. Daar niemand er uit zich zelf toe geneigd toonde, werd be sloten het lot te doen beslissen. En zoo kwam de oude vader bij wijze van verloting bij een zijner kinderen on der dak. (Hbld.) DE VERSTROOIDE PROFESSOR. De Stockholmsche bitteen dooien de volgende anecdote mee omtrent de ver strooidheid van den onlangs overle den Zweedschen professor in de phi- losophie Borelius. Op een dag, dat de professor de straat op ging, ver zocht een zijner vrouwelijke huisge- nooten hem haar een flesch „eau de Cologne' mede te brengen; en weten de hoe d'e professor er aan toe was scherpte zij hem nog in, het toch vooral niet te vergeten. De professor zal nu toch eens too nen, dat zijn huisgenooten hem voortdurend ten onrechte van ver geetachtigheid en verstrooidheid be schuldigden. Hij ging dus, alvorens zijn andere commissies te doen, naar een winkel en kocht daar een flesch „eau de Cologne", die hij voor alle zekerheid in d» hand hield. Ilij bleet daarna eeai oogenblik staan voor de winkelkast van een boekhandelaar en toen hij daar een pas verschenen philosophi8ch werk zag liggen, ging hij den winkel binnen om het te koo- pen, ofschoon zijn eigen boekhande laar er precies tegenover woonde. In don winkel bekeek hij het boek, zet te intusschen de flesch op de toon bank en wandelde eenige oogenblik- ken later naar huis met het boek in de band, maar zander flesch. 's Mid dags aan tafel zeide de dame, voor wie hij de eau de Cologne zou kco- pen: „Ge hebt natuurlijk mijn bood schap vergeten?" „Wel neen," antwoordt de geleerde: „Hier heb ik de flesch" en begon intusschen al zijn zakken uit te halen, natuurlijk zon der de flesch te vinden. Ten slotte kwam hij op de gedachte, dat hij ze in den boekwinkel had laten staan en het dienstmeisje werd uitgezon- kel, waar de professor gewoonlijk kocht, maar vernam daar, dat er geen flesch was blijven staan. Toen zij met die boodschap thuis kwam, kreeg ze een flinken uitbrander van den geleerde, die haar verweet, dat zij m het geheel niet in den winkel was geweest en hem eenvoudig voor de mal stond te houden. Het meisje hield echter stokstijf vol, dat zij er wel was geweest en daarom besloot de professor zelf nog eens naar den winkel te gaan. „Is mijn dienstmeisje zooeven hier geweest? vroeg hij daar. „Neen", luidde het antwoord. „Dat dacht ik wel," zeide professor en ging voldaan naar liuis, maar zonder flesch. Daar het meisje echter bleef bij haar bewering, dat zij in den win kel geweest was, zou de professor nu- met haar daarheen gaan. Toen zij aan den boekwinkel kwamen h:e!d het meisje hem vast bij zijn jas, in de ineening, dat hij den verkeerden boek winkel binnen wilde gaan en nu werd het misverstand opgehelderd. „Ja, dan heb je geen schuld, nu zullen wij maar weder naar huis gaan' en pro fessor en dienstmeisje g:ngen terug. Tehuis werd het geval verteld. „En waar is de flesch dan?" werd ge vraagd. „Drommels, die hebben wij vergeten... maar ik eet niet verder, voor ik ze gehaald heb.1 En weder ging de professor op het pad Nu kreeg hij de flesch en met de*», stijf in de rechterhand geklemd, stapte hij huiswaarts. Vlak voor zijn deur werd hij door een student gegroet Borelius greep naar zijn hoed en de flesch met haar geurigen inhoud lag op de straatsteenen. AANGEDREVEN. Aan het strand te Koog op Texel zijn aangedreven eenige kisten, waarin flesschén met ither en bussen met an dere vloeistof. De merken zijn al3 volgt E S 8132 Wladiwostok. Hamburg. Ausfuhrgut. VorsichL W P CR Wladiwostok. 5365. 1 iquids. Naar het Engelsch door Barones Orczy. 71) Chauvelin mompelde een vloek, die weinig goeds voorspelde voor baar,- die zijn meest geliefkoosde plannen had durven dwarsboomen. Haastig klonk zijn bevel Naar binnen, mannen, en laat niemand levend uit die hut ontsnap pen I l)e maan was weer van tusschen de wolken te voorschijn gekomen de duisternis was verdwenen en had nog eens plaats gemaakt voor een schitte rend, zilverkleurig Licht. Sommige van de soldaten waren naar de luwe, houten deur \an de hut gesneld, terwijl een hunner de wacht hield over Marguerite. De deur stond half open een van de soldaten duwde haar verder open, maar daar binnen was niets dan duis ternis, het houtvuur verlichtte alleen nog met een dof, rood licht den ver- sten hoek van de hut. De soldaten ble ven als automaten bij de deur staan, kis machines, die opnieuw opgewon den meesten worden. Chauvelin, die voorbereid was op een hevigen aanval daar binnen en op een heftigen tegenstand van de vier vluchtelingen, was voor 't oogen blik verlamd van'verbazing, toen hij daar de soldaten in 't gelid zag staan ais schildwachten op post, terwijl er geen enkele kreet uit de hut tot hem doordrong. Van een vreemd, angstig voorgevoel bezield, ging hij ook naar de deur van de hut, en de duisternis mot zijn blik doorborend, vroeg hij haastig Wat beteekent dit alles Ik geloof, burger, dat er niemand meer in is, antwoordde een der solda ten onverstoorbaar. Jelui hebt toch die vier mannen niet laten gaan bulderde Chauvelin dreigend. Ik gaf jelui bevel, niemand levend te laten ontvluchten Vlug, hen achterna Vlug, in alle richtin gen I De mannen, gehoorzaam als ma- -hines, snelden de rotsachtige helling af naar de kust, sommigen rechts, an deren links, en alleen zoo snel als hun voeten hen dragen konden. Jij en je mannen zullen voor deze stommiteit moeten boeten, bur ger sergeant, zei Chauvelin woedend tot den sergeant, die het bevel had over de mannen, en jij ook, burger, voegde hij er bij tot Desgas, omdat je mijn orders niet hebt uitgevoerd. U gaf ons bevel te wachten, tot dat de lange Engelschman kwam, en zich bij de vier mannen in de hut voegde, burger. Er kwam niemand, zei de sergeant norsch. Maar zooeven, toen die vrouw schreeuwde, gaf ik jelui be\el naar binnen te snellen en niemand te laten ontsnappen. Maar, de vier mannen, die hier eerst waren, burger, waren al ©enigen tijd geleden heengegaan, denk ik Jij denkt Jij zeide Chau velin, bijna stikkend van woede, en jij laat hen heengaan.... U gaf ons bevel te wachten, bur ger, bracht de sergeant hier tegen in, on bedreigde ons niet den dood, wan neer wij uw bevel niet opvolgden. Welnu, wij hebben gewacht. Ik hoorde de mannen uit de hut kruipen, eenige minuten nadat wij in hinderlaag waren gaan liggen, en lang voordat de vrouw begon te schreeuwen, voegde hij er bij, terwijl Chauvelin nog sprakeloos van woede scheen te zijn. Luister zei Desgas plotseling. Van de verte uit klonk het geluid van herhaald schieten. Chauvelin trachtte langs het strand te kijken, maar alsof het geluk er de hand in had, juist op het geschikte oogenblik verborg de maan haar licht achter een bank van wolken, en hij kon niets meer zien. Een van jelui moet de hut in gaan en licht maken, stamelde hij eindelijk. Schoorvoetend gehoorzaamde de sergeant"; hij iiep naar het houtvuur, en stak de kleine lantaarn aan. die hij in zijn gordel droegblijkbaar was de hut heelemaaJ leeg. Welken weg zijn zij uitgegaan? vroeg Chauvelin. Dat kan ik u naet zeggen, burger, zeide de sergeant. Zij gingen eerst recht naar beneden langs de rotsen, en verdwenen toen achter eenige uitstekende punten. Ssst I Wat was dat? Alle drie mannen luisterden aan dachtig. Heel in de verte kon men zwakjes en al meer wegstervend het vlugge plas sen van een half dozijn roeispanen hooren. f I tuvelin nam zijn zakdoek uit den zak en veegde zich het zweet van het voorhoofd. De boot van den schoener I was alles, wat hij kon uitbrengen. Blijkbaar wai-en Armand St. Just en de drie anderen er in geslaagd, langs den kant van de rotsen weg te kruipen, terwijl de mannen, als trou we soldaten van het goed gedresseer de repubüketnsche leger, in blinde gehoorzaamheid en uit vrees voor hun leven, letterlijk de bevelen van Chau velin om op den langen Engelsch man te wachten, wiens gevangenne ming het voornaamste was hadden opgevolgd. hadden ozuretwlifeld van de landtongen bereikt, die op dit ge deelte van de kust hier en daar ver in zee uitsteken daarachter had zeker cLe boot van de „Day Dx-eam" voor hen op den uitkijk gelegen en nu wa ren zij veilig en wel aan boord van den Britschen schoener. Als om deze laatste veronderstelling te bevestigen, klonk het sombere don deren van een kanon van de zee uit. De schoener, burger, zei Desgas kalm zij zijn aan boord. Chauvelin had al zijn geestkracht en tegenwoordigheid van geest noo- cEig, om niet in een hevige vlaag van woede los te barsten. Er was nu ge-en twijfel aan, of dat verwenschte Engel- sche hoofd had hem weer eens om den tuin geleid. Hoe hij het gedaan had gekregen om de hut te bereiken, zonder door een van de dertig solda ten, die hier de wacht hielden, gezien te worden, was meer dan Chauvelin kon begrijpen. Dat hij het gedaan had voordat de dertig man op de rotsen waren aangekomen, was natuurlijk heel duidelijk, maar hoe hij ln den wagen van Reuben Goldstein van Ca lais hierheen gekomen was zonder door de verschillende patrouilles te zijn opgemerkt, was onmogelijk te verklaren. Het scheen werkelijk wel, alsof een of andere beschermengel over dien brutalen Rooden Pimpernel waakte, en zijn hartige vijand kon een huive rena van anaal ntet onderdrukken. toen hij om zich heen keek langs de hooge rotsen in de eenzaamheid van deze afgelegen kust. Maar dit was toch werkelijkheid I en in het jaar 1792 borionden er geen spoken en kabouters. Chauvelin en zijn dertig mannen hadder. zonder uitzondering met hun eigen ooren die verwenschte stem hooren zingen „G<xl save the King", juist twintig n-.mu'en nadat zij alten hun ste'Hr.g om de hut hadden ingenomen op dat oogen blik moesten de vier vluchtelingen de landtong bereikt hebben en in de boot gestapt zijn, en de volgende landtong was meer dan een mijl van de hul verwijderd. Waar was die brutale zanger heen gegaan 1 Tenzij hem vleugels gegeven mochten zijn, kon hij onmogelijk die mijl over de rotsen in twee minuter hebben afgelegd en er waren maar tweo minuten verloopen tusschen zijn gezang en het geluid van de roei spanen op zee. Hij moest achter ge bleven zijn en verborg zich nu efgens op de rotsen de patrouilles waren daar nog, hij zou ongetwijfeld wor den opgemerkt. Chauvelin voelde nog eens de hoop herleven. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5