RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
Raadseloplossingen
Kokelekn.
Wedstrijd.
Brievenbus
Raadsels
D020 raadsels zijn alle ingezonden
door jongens en meisjes, die „Voor
Qnze Jeugd" lezen. L>e namen der
kindereu, die mij yóót Dondeixiag.
morgen gcede oplossingen zenden,
worden ln het volgend nummer be
kend gemaakt.
IEDERS MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
ln verband met liet aantal oplossin
gen en op de netheid van het werk.
1. (Ingezonden door Joh. Aarts)
Zet onder elkaar
Den plaats in Zuid-Holland.
Een plaats ln Noord-Holland
Een plaats ln Utrecht.
Een plaats in Groningen.
Een stad ln Friesland.
Een plaats in Gelderland.-
Een plaats ln Utrecht
De beginletters vormen den naam
van een stad ln Nederland.
8. (Ingezonden door Betsy Nieuwen-
hoven).
Mijn eerste gebruikt de timmer,
man mijn tweede wordt door bijna
alle meisjes gedragen en mijn geheel
gebruikt de naaister.
8. (Ingezonden door Tinug Bonke).
Klein ben ik en mijn kleur is meest-
tal bruin.
Ik heb een volmaakten vorm.
Mijn vader kleedt mij meestal ln
goud of zilver en zendt mij dan de wij
de wereld ln. Daar rijs ik en daal dan
in een diepen afgrond, waar eeuwige
duisternis heer acht.
4. (Ingezonden door Frans van Eg-
mond).
Ik besta uit 4 letters en ben een
bergplaats.
1 2 4 Is een viervoetig dier.
4 2 1 is een deel van een boom.
In een 12 3 wordt geld bewaard.
6. (Ingezonden door Betsy Bouw
meester).
1234567891s een harde vrucht
12 3 werkt in de keuken.
4 5 is een viervoetig dier.
6 7 8 9 ia ook een vrucht
6. (Ingezonden door Johan Bosman).
Hoe moet gij dit lezen
oggnloborp
7. (Ingezonden door J. J. v. Daalen).
Mijn geheel bestaat uit 9 letters en
draagt iets waar iedereen van houdt
5 1 9 is een viervoetig dier.
5 8 9 3 is niet beleefd.
2 7 9 3 geeft een vloeistof.
5 1 9 3 is voor verlichting..
2 1 5 9 is een plant.
8. (Ingezonden door Guurtje Bul
ter s).
Zet twee verkorte meisjesnamen bij
elkaar en men gebruikt mij bij het
eten.
9. (Ingezonden door Dirk Boeré).
Ik ben een roofdier.
Verander mijn hoofd en ik ben een
10. (Ingezonden door Rem Bosman).
Ik ben een stad in Nederland. Doe
de laatste letter er af en ik heb groo-
te waarde.
1. Leeuw ar den Leeuwar
den.
2. Lam pek kap Lampekap.
3. Kerstfeest sterk sterk.
4.
5. Buikpijn.
6. Kom tusschen 4 en 5 op de thee.
(In de opgaaf hiervan was een
drukfout geslopen).
7. Vlieg China Mina Vlieg
machine.
8. Jules Veraa.
9. Het gat in een kous*
10. Texel.
Assen.
Belgrado.
Arnhem.
Keulen
Santpoort.
Peper.
Olie.
Taalfout.-
Goede oplossingen ontvangen van
Nairne Nauta 8.
Rosa van de Ven 7.
Gretha Kuyper 3 (van de vorige
week).
Mina en Jacobus Fortgens 7.
Leonie Wiegaat 8.
Lamberdina van der Meij de Bie9.
M. Prang 4.
Jo en Frans v. Egmond 9.
Aafje Boon 9.
Karei Hendrik Blitz 9.
Hendrik en Rika Klaaasen 7.
Lientje Boon 9.
Betsy Bouwmeester 9.
Marie Dolkemade .7
W. Hooft 9.
Jan en Izaak Bos 0.
Giljam Lokerse 5.
Zonder naam 8.
Gerdina v. d. Berg 9.
Wilh. M. Heijl 9.
Zus Duursma 9.
Nico Tvvisteriing 7«
Piet Meijer 9.
Hendrik Versteeg 9*
G. en J. Arink 8.
Jan en Roeland van Vondeloo 9.
Beppie Meijer 5.
Jan Souverein 8.
Guurtje Bultera 10.
Ruurtje Aarts 10.,
Jo Aarts 10.
G. Kw antes 10.
Johan Rieden 7a
Cato Bonke 9.
Tinus Bonke 9.
Nelly en Willem Wlllemsen 9.
Johanna van der Heijde 8.
Karei van der Heijde 8.
Rem Boaman 8.
Alida en Cornelia Dille wijn 8.
Frans Geijlvoet 6.
Betsy Kuyper 9.
10.
BEGRAVEN PLAATSEN.
An tw o orden.
Winterswijk.
Gieten.
Weesp.
Lis&e.
Ommen.
Loopik.
Huizen.
Daien.
Giethoorn.
Weert.
Goede oplossingen ontvangen van:
Nanne Nauta 10.
Rosa van de Ven 10.
Gretha Kuyper 6 (van de vorige
week).
Lamberdina van der Meij de Bie 10
Jo en Frans van Egmond 10.
Aafje Boon 10.
Hendrik en Rika Klaasseü 10,
Lientje Boon 9.
Marie Dolkemade 9.
W. Hooft 10.
Jan en Izaak Bos 10.
Giljam Lokerse 10.
Zonder naam 9.
Gerdina v. d. Berg 10»
Wilhelm M. Heijl 9.
Zus Duursma 10.
Nico Twlsterling 9.
Hendrik Versteeg 10.
G. en J. Arink 10.
Jan en Roeland van Vendeloo 10.
Beppie Meijer 7.
Jan Souverein 10.
Guurtje Bultera 10.
Johan Rieden 10.
Cato Bonke 10.
Tinua Bonke 10.
Nelly en Willem Wlllemsen 7.
Johanna van derr Heijde 10.
Karei van der Heijde 10.
Rem Bosman 10.
Alida en Cornelia Dillewijn 9.
Frans Geijlvoet 9.
Betsy Kuyper 7.
BEGRAVEN VRUCHTEN.
(Ingezonden door Dora van Dam).
1. Daar ligt een berg spijkers.
2. Hij gaf den hond een trap. Pelt
gij d'en stok eens
3. Koopman, dat is mis I Pels en
muts is te duur.
4. De hamer ligt bij den haard.
Beitelen en schaven is een Ieders
werk nog niet
BEGRAVEN MAAND VAN HET JAAR
(Ingezonden door Cato Bonke).
5. Ja, nu, Arle weg is, is het veel
stiller in huis.
BEGRAVEN RIVIER.
(Ingezonden door Grietje Kwantes). l
6. Gaat ge mee naar Amsterdam
Stel het vooral niet uit.
BEGRAVEN EILAND.
(Ingezonden door Grietje Kwantes).
7. Wij zitten voor Nelly I
BEGRAVEN PLAATSEN.
(Ingezonden door Grietje Kwantes).
8. Wij hebben een woerd en zes
eenden.
9. Kom, Stien, sta daar niet zoo te
kijken.
10. De vischvrouw bad elft en sohel-
visch.
11. Hoor, Neel, de muzikanten I
12. Onze kat heeft zeven aardige
poesjes.
Naar het Engelsch,
Hij was de mooiste jonge haan van
de geheele boerderij. En dat wist hij
zelf ook heel goed Maar zijn ver
waandheid was onuitstaanbaar. En
dat wisten al de andere jonge hanen
heel goed I
Nu, hot is waar, zijn veerenpak was
bijzonder mooi wit, en zijn pooten
waren slank en goed gevormden
zijn kam was prachtig rood. Maar
wat deed dal er toe Moest die ver
waande, ingebeelde dwaas nu den
ken dat iedereen het prettig vond, om
den ganschen langen dag zijn stem
te hooren, om van zonsop- tot zonson
dergang hem aldoor maar zoo hard
mogelijk zijn eigen naam te hooren
rondkraaien
Hoor, Jaar klonk het weer I Luister
maar
„Kuukelokuuuu I Kuukelekuuuuu
Kuu-kuu
Zelfs de oude heer Kraaier, zijn va
der, vond het te erg en zou hem eens
onder hauden nemen.
„Als je niet oppast, mijn zoon", zei
hij, terwijl hij zijn kam schudde, ,,zal
jo nog eens berouw hebben van al dat
kraaien. Het is een gevaarlijke eigen
schap in de wereld, om zooveel van
je eigen stem ie houden. Iedereen
weet je naam nu wel, en niemand
verlangt den geheelen dag door dien
naam in zijn ooren te hooren klin
ken."
Maar deze goede raad maakte niet
veel indruk op het verwaande haan
tje. „Het komt, omdat ze allemaal ja-
loersch zijn I" dacht hij, en hij ging
lustig voort, zoo hurd mogelijk te
kraaien.
Ongeveer drie dagen na de waar
schuwing van den ouden heer Kraai
er, kwam ©r uitnoodiging aan de
voornaamste hcenderfomilies van het
erf, om bij mevrouw Falzant, op een
heerlijk, schaduwrijk plekje ln het
bosch te komen theedrinken.
„Ik bedank voor de meisjes in
ieder geval, zeide onmiddellijk me
vrouw Bruklhen, toen zij bij haar
oohtendgraahkonreltje den brief hoor
de voorlezen. „Het is veel te gevaar
lijk, o-m haar nu Ln het bosch te laten
gaan. Het Jachtseizoen is begonnen.
Ik begrijp niet, wat mevrouw Fal
zant in haar hoofd haalt, om zoo iets
voor te stel len 1"
„Ik ben het geheel met je eens", zei
mijnheer Zwartstaart. „Ik zal er bij
mijn vrouw op aandringen, dat zij
dadelijk een bedankje schrijft. De kin
deren gaan natuurlijk niet."
En zoo sprak het grootste deel van
de hoenderouders. Maar, op lederen
regel zijn eenige uitzonderingen, en
zoo ging het ook hier. Er waren ea
ten slotte twee, die het aannamen, en
dat waren de kleine juffrouw Spïk
kelveer, die door haar moeder vrees-e-
lijk bedorven werd, en overal haar
zin ln kreeg, en onze vriend Kukele
ku. Je begrijpt, deze wilde geen gele
genheid voorbij laten gaan, waarbij
hij zijn stem zoo prachtig zou kun
nen laten hoorenen zoo gingen die
twee dwaze, domme dieren samen ge.
armd er op uit.
Het was een heele wandeling, npA.r
het naburige woudmaar een ple
zierige. Eerst over het weiland en
toen over een heel stuk duingrond.
Daar zaten de konijntjes voor hun
hoi in het zonnetje en waschten hun
kopje® en keken naar wie voorbij
gingen. Natuurlijk merkte Kukeleku
dadelijk, dat ze naar hem keken en
meteen wierp hij den kop in den nek
en riep zóó luid, dat het ver in het
rond woerschalde„Kukelekuu-uu
Kukelekuu-uu
De arme konijntjes, die zoo'n le
ven niet gewend waren, schrikten he
vig, en zonder eerst hun toilet af te
maken, liepen ze holderdebolder naar
hun holeu en verdwenen daarin, niet
andera denkende, dan dat de een of
andere nieuwe vijand, de krijgstrom
pet geblazen had.
„Hè, wat een domkoppen I" riep
Kukeleku verontwaardigd. „Waar
om zeggen ze ons niet liever kalm
goeden dag
„Ja, dat begrijp ik ook niet", ant
woordde Juffrouw Spikkel veer, ter
wijl zij haar kopje naar links en
rechts boogal die bruine konijnen
konden haar geen zier schelen, want
zij had een kleine plas ontdekt en
stond zichzelf daarin te bewonderen.
„Willen we nu maar wat doorloo-
pen?" vroeg Kukeleku, „want ik be
gin honger te krijgen en mevrouw
Faisant heeft altijd heerlijke koekjes
bij de thee.
Mevrouw Faisant verwelkomde de
twee jeugdige gasten hartelijk, toen
zij eindelijk aankwamen. Het speet
haar wel een beetje, dat al de ande
ren bedankt hadden, want zij had
veel meer heerlijkheden, dan deze
twea kuikens op zouden kunnen.
Maar het was te iaat, om er nog eeni
ge weg te stoppen en voor een ande
ren keer te bewaren, want Kukeleku
had de tafel met lekkernijen al in 't
oog gekregen en was er dadelijk op
afgestapt.
Ha, wat een voorraad koekjes Ku
keleku wachtte niet eens tot leder
plaats genomen had, maar begon da
delijk te eten en het duurde wel vijf
minuten, vóór hij tijd had, om rond
te kijken, wat er nog meer was. De
tien kleine faizantjes, die he^J, goed
opgevoed waren, en geleerd hadden,
dat schrokken leeJijk staat, en datje
nooit twee dingen tegelijk op je bord
mag nemen, keken verschrikt naar
•de gulzige gasten en knikten met
eenig leedvermaak tegen elkaar, toen
opeens juffrouw Spikkelveer zich ver
slikte tn een paar aardbeien, die ze
in haar mond stak, terwijl die nog
vol koekjes was.
Mevrouw Faizant was echter veel te
beleefd, om aanmerkingen te maken,
en zoodra juffrouw Spikkelveer weer
op adem gekomen was, keerde ze zich
naar Kukeleku, die juist de laatste
kromt van het schoteltje, waarop de
koekjes gelegen hadden, in zijn mond
stak en nu zijn bord wegschoof, en
achterover ging zitten, alsof hij zeg-
ren wilde
„Ziezoo, ik heb genoeg."
„Hoe maakt uw papa het vroeg
nevrouw Faizaut, terwijl zij haar
kinderen wenkte, dat zij niet om hem
lachen moesten.
Kukeleku strekte zijn vleugels eens
uit, gaapte en zei
„O, de ouwe maakt het besit
Toen vond hij, dat het tijd werd,
om ook eens over zichzelf te gaan
praten en hij begon met luider stem
te vertellen van al de heldenfeiten,
die liij verricht had, en over de ten
toonstelling, waar hij gauw heenge
zonden zou worden en waar hij stel
lig een bekroning zou krijgen, en hoe
trotsch zijn mama op hem was.
Juffrouw Spikkelveer, die het na
tuurlijk volstrekt niet plezierig vond,
dat haar metgezel het woord heele-
maal alleen voerde, begon al gauw
mee te praten. Zij had de aardbeien
tot op de laatste van het schoteltje ge
pikt en opgegeten, zonder er ook maar
één voor de anne, kleine faizantjes
over te laten.
En met mevrouw Faizant mogen
we ook wel medelijden hebben, want,
ondanks al haar beleefdheid, was het
haar toch onmogelijk om naar twee
menschen tegelijk te luisteren, vooral
als die ieder aan een kant vlak naast
haar zaten en zóó hard schreeuwden,
als ze maar een'gszins konden.
Toen het zoowat tijd werd om te
vertrekken, had de gastvrouw hevige
hoofdpijn en de jonge faizantjes za
ten allemaal to gapen.
„Ik geloof, dat het beter <6, dat
jullie nu maar naar huis gaan", zeide
mevrouw Faizant wanhopig. „Ik ben
bang, dat je ouders anders ongerust
zullen worden. Jullie zijn ook nog
\eel te jo.:g om alleen in donker door
riet bosch te gaan er zijn zooveel
vossen tegenwoordig
„O, dat Ls toch niet waar riep
juffrouw Spikkelveer angstig. „Ik zou
DO (At gekomen zijn, als ik dat gewe
ten had. Kom, Kukeleku, wacht nu
u .'un oogenblik nicer I" en zonder
zelfs „Goedenavond 1" of „Dank u I"
tegen n evrouw Faizant te zeggen, liep
ze weg eo. Kukeleku achter haaf
aim.
Kukeleku was wel een beetje uit zijn
humeur, door dezen haastigen af
tocht, want hij was midden in een
verhaal over een vechtpartij, waarbij
hij zijn tegenstander herhaaldelijk ln
liet zand had laten bijten, en hij mop
perde tegen juffrouw Spikkelveer en
zei, dat ze laf en kinderachtig was.
„Wacht maar, als er straks een vos
komt, zuilen we nog wel eens zien,
wie de kinderachtigste is", zeide juf
frouw Spikkelveer.
„Een vosReintje de Vos Denk
je, dat ik bang voor hem ben riep
Kukeicku, en lachte Luid.
„O. maak toch zoo'n ieven niet 1'
fluisterde juffrouw Spikkelveer ze
nuwachtig .„Ik hoorde al geritsel in
de struiken en ze keek angstig om
zich heen.
„Po© 1" 2-iep Kukeleku. „Bang voor
een vos I Je bent een wezel, hoor I" en
boven op een heuveltje van mos
nippend, spreidde hij zijn vleugels
uit en riep zoo hard hij kon „Ik
ben Kukeleku-u-u Ik ben Kukele-
ku-u-u I"
Do woorden schalden door het
woud. En nog eens, en nog eens.
Mevrouw Faizant, die haar klein
tjes veilig onder haar vleugels had,
hoorde hot, schudde het hoofd, en
mompelde
„Dwaas beest, die verwaandheid
zal zijn dood nog eens zijn
Op de boerderij hooirde Papa Kraaier
het ook.
„Dat verwaande kraaien kan zijn
dood wel eens zijn Dan had hij zijn
verdiende loon I" zei hij boos, maar
hij wist niet, hoe dicht hij bij de waar
heid was. Wam er was nog iemand
anders, die het ook gehoord had.
Dat was Reintje de Vos, die daar
in de buurt rondwandelde. Hij be
greep niet, wat al dat leven toch be
duidde, maar hij sloop er op af en lik
te zich de lipx>en reeds.
„Pat zal een buitenkansje zijn",
dacht hij, „zoo'n malsch, jong haan
tje I"
„Kukeleku-u-u 1 Ik ben Kukele
ku-u-u I" kraaide Kukeleku weer.
Maar nu was het de laatste keer I
Een hev'g gekraak de struiken,
aan sprong, endaar lag de vos
boven op hem, daar stoven de witte
veeren Ln het roud, en daar werd de
arme Kukeleku door den wreeden vos
heelemaai opgegeten I
Och, och, dat arme dier Al was hij
ook wel wat verwaand en dom ge
weest, toch had de geheele hoender
hof medelijden met hem, toen juf
frouw Spikkelveer meer dood dan le
vend terug kwam, om hun de tijding
to brengen. Zij wa3 nog maar juist
ontkomen, door zich heel stil te hou
den en verborgen door eenige lage
struiken zoo gauw mogelijk naar
huis te gaan.
Oude Papa Kraaier, met tranen in
de o ogen, schudde liet hoofd.
„Let op mijn woorden, kinderen 1"
sprak hij, somber, wie zoo graag zijn
eigen stem hoort, zal dat duur moe
ten bekoopen. Willen jullie dat voort-
aan allemaal goed onthouden
En geen van allen bon meer dan
fluisterend „ja" antwoorden.
En zoo was het treurige einde van
den armen Kukeleku een waarschu
wing voor alle overmoedige hanen,
en werd zijn geschiedenis nog aan
hun kleinkinderen en acht er-kleinkin
deren naverteld.
Nu krijgen jullie dezen keer eene
een wedstrijd, zooals ja er geloof ik,
nog nooit een gehad hebt. Het is een
WOORDENWEDSTRIJD.
Maar nu geef ik juli» geen
woord op, om andere woorden van te
maken, maar je moet zelf woorden
bedenken, waarvan je de letters kunt
verwisselen of omdraaien, zóó dat je
weer een nieuw woord krijgt, met
precies dezeifd8 en evenveel letters,
ik zal je maar eens een paar voor
beelden geven:
le. Woorden, die geheel omgekeerd
kunnen worden, en dan hetzelfde
blijven, bijv. pap, lepel.
2e. Woorden, die omgekeerd kun
nen worden en dan iets anders be
teeken en, bijv.: tak kat; krab bark.
3e. Woorden, waarvan de volgorde
der letters veranderd, of een .ge let
ters verwisseld worden, bijv. soep
poes; beelden bedelen; boer Ehro.
Nu krijg ik dus drie rijen woor
den van jullie. Maar denk er aan:
hat moeten goede Nederlondsche
woorden zijn. Achternamen mogen
met gebruikt worden, maar wel jon
gens- en meisjesnamen en aardrijks
kundige namen.
Het werk wordt verdeeld in twee
afdeelingen, één voor jongens en
meisjes van elf jaar en jonger en één
voor jongens en meisjes van 12 jaar
en ouder.
In de 1ste afdeeling is de 1ste prijs:
EEN TOOVERLANTAARN
of
EEN PAAR SCHAATSEN.
En de 2de prijs:
EEN STOOMMACHINE,
of
EEN DRUKPERSJE.
Terwijl nog twee premies, n.l:
BOEKEN IN PRACHTBAND,
gegeven worden.
In de 2de afdeeling is de eerste
prijs:
EEN KLOKJE,
ot
EEN PAAR SCHAAT8BN,
ön de 2de prijs,
EEN VOETBAL
of
EEN SCHRIJFPORTEFEUILLE.
Ook hier worden twee BOEKEN in
PRACHTBAND als premie gegeven.
Det nu nog goed op de volgende vier
dingen:
I. Alia inzendingen moeten duide
lijk voorzien zijn van naam, leeftijd
en adres van den inzender.
II. Bij iedere inzending moet ver
nield zijn, of toet werk met of z o n-
d e r hulp gemaakt is.
IIL Slordig of onduidelijk
werk wordt onmiddellijk ter zijde
gelegd.
IV. Alle inzendingen moeten aan
mijn adres: Wagenweg 88, bezorgd
zijn vóór of op 17 Maart 1909.
Brieven, aan de Redactie van
de Kin der afdeeling, moeten ge
zonden worden aan Mevr. VE-
NEMA—VAN DOORN, Wagen
weg 88, Haarlem.
HUBERTUS B. Of mijn brieven
nu altijd even long zullen zijn als die
van mijn zuster, dat weet ik niet;
want die kende je al zoo lang, he?
Maar wij kennen elkaar toch ook al
een beetje, eu als je mij geregeld
schrijft, leeren we elkaar ook hoe lan
ger hoe beter kennen. Ben je wel
eens ln Amsterdam geweest? Je tset
die tram zoo dikwijls langs je huis
gaan, dat je zeker wel eens iust krijgt
er ook in te zitten. Op die vraag van
je, zal ik je wel eens antwoorden,
als je weer eens hier komt. Hoe is 't
nu met je zuster?
J. J. v. D. Ik denk, dat de raad
sels zonder naam vain jou zijn. Is
dat zooi Denk er dan een volgenden
keer maar beter oml Waar langs re
den jullie naar Santpoort en wie ging
er met julhe mee? Had vader die sle
de zelf getimmerd?
DORA v. D. Wel gefeliciteerd
met je verjaardag, hoor! Ik hoop, dat
jij en Jo morgen veel pleiner zullen
hebben!
JOHAN C. B. Je hebt zeker wei
gezien, wat er deze week boven de
raadsels staat? Als je nu nog tyd en
lust hebt, om het lijstje zoo neijes in
orde te maken als laatst, wil ik hel
graag van je hebben, hoor!
ZUS D. Ja, wij kennen elkaar al.
Ik vind het prettig, dat ik niet alle
maal vreemde namen voor me krijg,
want dan zou ik ook maar in de war
raken. Ik zal Je boodschap overbren-
gan; ja, Amsterdam ls gelukkig
dicht bij.
NICO en HERMAN T. Ik vind
het aardig, dat je zoo'n pleizier met
glijden gehad hebt; maar ik denk, dat
je nu tegen wil en dank door de mod
der glijdt, is 't niet? Je verlangt er
zeker al naar om 't volgend jaar te
leeren schaatsen rij den I
HENDRIK V. Nu, jij hebt daar
wat moois gezien op den Kamper-
singel, hoor! Jij was toch zeker niet
op 't ijs geweest, is 't wel? Heb je nog
sneeuwballen gegooid?
GERARD eat JACOBUS A. Het raad
sel van Gerard zal ik plaatsen. Heb
jij het boek nog niet uit, Ko? Je
speelt zeker meer buiten, dan dat je
leest, is 't niet? Je briefje was keurig
geschreven, hoorl
CATO J. B. Je nieuwe raadsels
zijn goed. Ik zal zorgen, dat de boe
ken a.s. Woensdag voor je klaar lig
gen. Komt je broertje ze dan weer
halen?
JAN en ROELAND v. V. Jullie
raadsels zijn best en worden ge
plaatst. Alleen dat met al die letter»
door elkaar niet. want daar houden
de meeste kinderen niet van.
BEPPIE M. Blijven jullie op de
zelfde school? Dan moet je lederen
dag een heel eind loopec, vind je
niet? Is het nieuwe huis nu al beele-
m&al In orde?
JAN S. Ik merk wel, dat je veel
van lezen houdt! Bedenk je ook wiel
eens nieuwe raadsels? Of tee ken je in
je vrijen tijd meestal?
GUURTJE B. Ja. Je mag je
boek natuurlijk op je gemak uitle
zen; maar 't Ls er één, waar altijd
veel vraag naar Is. Rij je altijd op
de ijsbaan, als je schaatsen rijdt? 't
ZaJ nu we) afgeloopen zijn, denk ik.
BETSY B. De nieuwe raadsels
zijn goed, maar het tweede ia wel erg
gemakkelijk, vind je niet? Bedenk
nog maar eens wat.
W. H. Je mag natuurlijk met
ons mee doen. Je nieuwe begraven
plaatsen xlin best.
JAN er, IZAAK B. Nu, Ik vind
dat Mijnheer K_ jullie prachtig schrij
ven heeft geleerd. Stond rchooi 7a
nog altijd in de Vlamingstraat? De
nieuw» raadsels zijn goed en ik view)
het best als jullie geregeld nieuwe
inzenden.
GILJAM L. Je nieuwe raadsels
zijn goed. Heb Je ze zelf bedacht? Er
zal van sneeuwballen gooien nu wel
niet veel meer komen, denk je wel?
GERDINA v. d. B. Je nieuwe be
graven plaatsen zijn goed. Vooral de
derde ls mooi, vind je niet? Ja, tus
schen 1 en 2 uur, Woensdagmlddags
mag je komen. Ik denk, dat het vori
ge ingezonden raadsel van je op zijn-
beurt ligt te wachten. Het zal nu wel
gauw komen, denk ik.
WILH. M. H. Ik zal je bood-
schap overbrengen, hoorl Maar ais
je het zelf liever doen wil, zal ik hem
wel voor je opsturen.
NANNE N. Het nieuwe raadsel is
goed en lk wil heel graag nog een
raadsel van je hebben. Stuur het ck.
volgende week maar.
GRETHA K. Nu, je hebt heel
wat gemaakt, hoor. Als Je het nu
maar echt goed alleen kunt ook! J«
moet nu maar maken, dat je allt
kleed ingstukjes leert maken, dar
kan je Manna heelemaai kieedem
LEONIE W. Het is beat, als je
mee doet, maar nu heb je vergeten
me Jou leeftijd te schrijven. Waar
om zijn je zusje en jij niet bij elkaar
ln Bergen gebleven? Vond je het daar
prettig?
LAMBERDINA v. d. M d B De
nieuwe raadsels zijn goed en worden
geplaatst. Heb je ze zelf gemaakt?
JOHAN en FRANS v. E. Het ant
woord op de vraag van Frans v.nd
je in deze courant. Ik hoop, dat Jo
han dit boek nog niet gelezen heeft.
AAFJE B. Ja, je mag de boeken
gerust uog een weekje houden. Hot
adres zal ik Je geven als je weer boe
ken komt ruüen. Ja dat goed?
KAREL H. B. Je nieuwe raadsels
zijn best en zullen geplaatst worden.
RUL'RTJE en Jo A. Ja. al had
je mij nooit briefjes geschreven, we
kenden elkaar toch goed, hé, want
hel laatste half jaar, was mijn zus
ier niet d-kwijls te spreken. Ik denk
dan ook, dal jullie net zoo trouw uiee
zullen blijven doen als vroeger Het
is best, ais jullie nog wal raadsel»
sturen. Muar wat kunnen jullie tocb
goed roden, hè?
TINUS B. De nieuwe raadsels
van Cato zijn goed. Dat van Jan if
ook goed, maar ik heb dat spreek
woord noo:t gehoord, wat beteekent
het eigenlijk? Hoe goed kan jo nu al
ij-den? Zou je al alleen naar Amster
dam kunnen komen?
JOHANNA en KAREL v. d H.
De nieuwe raadsels zijn goed. Heb
ben jullie ze zelf gemaakt?
REM B. De overige drie begra
ven plaatsen hadden wij pas gehad
eu werden daarom niet nog eens ge
plaatst. De begraven vogels Jijn best.
Nieuwe raadsels mag je aftijd inzen
den. Je boodschap zal ik overbrengen.
ALIDA en CORNELIA D. Jh, 1
ijs is gauw voorbij geweest dezen
keer Ik wensch jullie veel pl ei zier
Woensdagmiddag.
BETSY K Het is best. als je op
een Woensdagmiddag tusschen 1 on
2 uur koint. Je nieuwe raadsels zijn
goed, maar van het 2e soort meet je
er meur ui et weer bedenken, wan'
die vinden de meeste kinderen niel
p leizier ig.
VENEMA—VAN DOORN.
WORDEN
HOE MOET MELK GEDRONKEN
Er is een goede en een verkeerd*
manier oir- melk te drinken, en de
meeste menschan volgen de laatste.
Dit is mogelijk de oorzaak, dat melk
veel mensch«n niet goed bekomt. Melk
bevat alle elementen, om de lichaam»-
gezond beid van dengene. <ne het g<>ed
gebruikt in stond te houden. Voor
veel menschen zou het goed zijn wan
neer melk er. tarwebrood hun dage-
lijksrhe kost waren, vooral voor her.
wier d'gesti zwak is. Melk moet nie<
als water met groote leugen naar bin
nen worden geslokt, maar langzaam
gedronken, bij teugjes van een thee
lepel voi. Er is een wetenschappelijke
reden voor het langzaam drinken van
melk en wel de volgende. Melk stremt
direct wanneer ze met het maagsap
in aanraking komt. Komt er nu een
groote slok melk ln de maag. dan la
het resultaat een groot stuk wrongeL
dnt door het maagsap onvoldoend*
kan worden doordrongen Pen kWn
teugje melk geeft een klein stekje
wrongel en deze kleine stukjes kun
nen door het maagsap beter worden
verteerd.
(Weekbl. v. Melkhygiëne).