w-::
men vaan een opoffering en oelfver-
loochenmg, waarvan je gewoonweg
verbluft staat.
Het gelu.d van een voorbij snellen-
dien goederentrein overstemt hun ge
sprek en doet hen denken aan de
spoedige scheiding.
Zeg, waarom ga je eigenlijk van
daag al bij het begin van de vacantia.
Ie w.st toch, dat ik kwam? Of met?
Ze zwijgt.
Nu zeg het mij eens.
Ja, ia geloof, dat je moeder het
ons verteld beeft.
En toch ga je weg? Heb je dan
iets tegen mij, Marie?
Neen, neen neenl
Ben je dan
Hij krijgt een kleur en durft den
zin niet afmaken.
Marie slaat de oogen neer en houdt
zich bezig met de knoopjes van haar
handschoen.
Je bent dwaas, zegt ze koel.
F rits ziet haar lieflijke meisjesge
stalte voor zich afteekenen en hij
krijgt opeens weer een voorstelling
van haar, zooais ze er als veertien
jarig meisje uitzag. Ze zaten samen
In den tuin barer grootouders en aten
een appel, die van den boom gevallen
was. Daarna klommen ze in den ei
keboom en keken over de tuinen en
daken der halve stad en op de witte
wolken aan den doukerblauwen he
mel. Wat trokken die frisch en krach
tig voorbij.
Ik zou vleugels willen hebben,
zei Frits, groote, krachtige vleugels
om over de stille woudtón en heldere
zeeën te trekken.
En Marie fluisterde! Ik wou ook
wel van je vleugels gebruik maken.
Een tijd daarna gleed hij met haar
over de ijsvlakte van de breede rivier,
die naar de zee stroomt en ze bewon
derden de door de plotseling ingeval
len vorst verstijfde golvenkoppan. En
dan hun laatste samenzijn als kinde
ren, toen ze, voor dat Frits naar de
universiteit ging, nog eens een heel en
dag met elkaar uit geweest waren.
En daarna? Daarna heeft hij haar
Dog eens gezien na jaren bij een
bezoek aan zijn geboortestad, irn een
onisparuiingstuin zat ze in een keurig
toilet. Toen hij langs haar ging,
groette ze hem koud en onvriendelijk
en haar lachen en spreken klonken
hem luid en scherp als de uitdruk
king van een verstijfd hart.
Zoo bliksemsnel gaan liem de ge
dachten door het hoofd, dat Marie
nog niet eens klaar is gekomen met
het dichtknoope-n van haar hand
schoen. Ze staat nog met die eene
hand aan den pols der andere, de oo
gen naar den grond geslagen.
Ze is zoo mooi en frisch, voor hem
geheel het symbool van zijn jeugd en
lijn geboortestad.
Al die jaren heeft Frits bijna met
aan haar gedacht. Toen ze hem zoo
onvriendelijk en koud had aan ge
zien, had hij gedacht.: „Gelukkig
maar dat het zoo Is!"
Hij had het van zijn vrienden ge
zien, hoe hun vroege verloving hen
ais een zware last op het hart drukte.
Nu kijkt ze tot hem op en ta haar
schalkseh gezichtje komt als een be
de om vergeving.
Toen werd het Frits op eens duide
lijk: Dat meisje heeft je nog Lief, heeft
je al die jaren lief gehad. Iedere
ademtocht van haar leven, iedere
hoop, iedere vreugde, Iedere arbeid is
daarvan doortrokken geweest Het
sterkste voelde ze die liefde, toen ze
zich zoo onvriendelijk toonde. En op
eens buigt hij zich tot haar over em
vraagt haar:
Wil je met me mee naar Sftlzbach
gaan, Marie, en mijn vrouw worden?
Jal
Het is een eenvoudig zacht uitge
sproken ja, dat hem tegen klinkt
Marie heeft zich ©enigszins angstig
omgekeerd, maar het levendige ge
sprek van haar coupégenooten stelt
haar spoedig gerust
Langs de wagens loopt een arbei
der, die de warmgeloopen assen met
olie besmeert
Dan een fluit, een ruk, een geratel,
alsof zware ijzeren kettingen op een
harden grond vallen en de be:de trei
nen vertrekken in tegenovergestelde
richting.
Met Kerstmis kom ik je halen,
zegt Frits nog.
Hij ziet, hoe ze knikt en mest alle
kracht van zijn geluk trillende stem
roept hij haar een afscheidsgroet toe.
Naar het Noorden en het Zuiden
spoeden de treinen zich voort. Ze rij
den langs dorpen en steden, die
steeds dieper in den donkeren aterren-
loozen nacht gehuld worden.
(Ut)
Langs den meer en m°er
gebruikelijk n weg.
Neen, het wordt te erg. 't is
niet meer uit le houden met den
ouden knorrepot! Als (lat zoo doorgaat
dan erge- 'k mij dood Ln dit huis,
waar ik opgesloten word als in een
gevangenis!
Deze monoloog werd Ln de heftig
ste Dur-accoordien voorgedrngen door
een dochter Eva's, die al zoo eenige
lentes achter den rug had. De rich
ting van haar verontwaardigde blik
en hare gesticulatie waren tegen een
deur gericht, die zij zoo even achter
zich had dichtgegooid, zoodat het
niet twijfelachtig was, waar de aan-
teidende oorzaak tot haar ongenoegen
zich bevond.
Maar het beeft nu lang genoeg
foduurdl ging zij opgewonden voort;
zoo waar ik Louise heet, hij zal T
ondervinden dat, ik nog mijn vrijen
wil heb en niet van hem afhankelijk
ben. Al is hij honderdmaal mijn oom
hij zal mij van een andere zijde toe
ren kennen, die nare oude mant
Zij 6prak, en zette tot bevestiging
van hare rede het glas, dat zij in de
hand had, zoo energiek op tafel, dat
bet den weg van alle glazen ging.
Op het gedxuisch, dat hiervan een
onmiddellijk gevolg was, werd plot
seling de deur geopend, en op den
drempel werd een mannelijke ge
daante zichtbaar, die in de rechter
hand een horstel had, terwijl de
heele linkerarm in de ingewanden
van een gepoetste laars verdwenen
was.
Hemel, juffrouw, wat is er nj>-n
de hand! riep hij uit.
Wat er aan de hand is? Er is
niets aan de hand... Maak dat je weg
komt en doe je werk.
Hij maakte dat h ij wegkwam en
deed zijn werk, zich vergenoegende
met buiten de deux bedenkelijk het
hoofd te schudden en met een philo-
sophisch lachje den Laars van dipm
arm te stroopen.
Zij schijnen weer wat samen ge
had te hebben! mompelde hij. Ik
wed, als ik bij „den oude" hiivnea
ga, dat ik wel wat zal opvangen, en
Johan klopte, en kwam met het on
schuldigst» gezicht van de wereld in
de kamer.
Goeje morgen, meneer. Geen
antwoord.
Heeft meneer goed geslapen?
Een moeilijk te omschrijven ge
knor, eenige overeenkomst hebbende
met de geluiden van sommige indi
viduen uit de dierenwereld, kwam
thans uit den mond Van „den oude",
die zijn physiomomie hardnekkig ach
ter een courant verschanst hield, en
groote blauwe rookwolken in de lucht
blies.
Die is van morgen met het ver
keerde been uitbed gestapt! dacht Jo
han en hij schikte dB stoelen aan
den wand, waarmee hij tergend Lang
zaam bleef voortgaan, ook toen de
oude heer de krant neerwierp en met
groote stappen bet vertrek op en
neer ging.
Johanf
Meneer?
Waar Ls mijne nicht?
ln haar kamer, meneer. Zij heeft
de deur hard achter zich toegegooid.
Dat vraag ik js niet, zei de ou
de hieer, en toen vervolgde hij, half
luid, ofschoon tot zichzelven spre
kende:
Goed zoo. Dan moet ze maar
weer goed worden. Maar 't gaat me
mooi vervelen en als zij zich niet een
weinigjie naar mijne eigenaardighe
den kan voegen, dan dan moet er
maar een eind aan komen. Dat mop
peren em tegenspreken kan ik niet
langer verdragen. Ik zou wel eens
willen zien, wie hter de baas in huis
is? Waarom is zij niet getrouwd met
dien candidaat-notaris? Of dien ma
joor al was hij weduwnaar met ze
ven kinderen. Maar Jonge luitenan-
tjes of advocaatjes komen om haar
toch niet meer; dat moest zij weten.
Als 't zoo doorgaat, wil geen sterve
ling haar hebben en ik heb haar op
den hals, omdat mijn vrouw indertijd
eens zoo sentimenteel geweest is,
om haar in huis te halen, mijn ar
me, goede vrouw. Ach, was zij
nog maar Ln leven!...
Gedurende die onthulling had de
hieer des huizes met groote schreden
het vertrek op en neer geloopem, ter
wijl Johan met gespitste ooren en
half geopenden mond aan zijn onbe
dwingbare nieuwsgierigheid voldaan
had.
Aha, is dat die historici dacht hij
en hij ging de kamer uit, toen hij
zag, dat mijnheer zich weer achter
de courant opgesteld had.
Nu begaf hij zich naar de deur der
kamer van de juffrouw en Legde zijn
oor tegen het paneel.
Toen onverwacht de deur geopend
werd, zoodat hij ternauwernood den
tijd had om zijn gewoon dom gezicht
weer aan te nemen, was hij zeer ver-
tsd, in plaats van een geduchtiem
„uitbrander" een weiwillenden blik
te ontvangen, die zijne verwachting
ten hoogste spande.
Beste Johan, klonk het, en e'k
harer woorden scheen hem met een
klontje suiker te worden aangeboden
ik heb een boodschap voor je; wil
je die wel even doen
Wel zeker, juffrouw, zoo lang ik
ln uw dienst ben
Neen, zoo bedoel ik het niet,
Johan. De vraar is eigenlijk, of ja
er met niemand over wilt spreken.
Met niemand hoor
Neen, juffrouw.
Breng d!t briefje naar het bu
reau van de courant, en bier heb je
e*'i riiksdaalder. Betaal daarvan -
zoovee! als zij je zullen vragen. Als
je goed je boodschap doet, krijg Je
wat van me.
Johan gir g opgeruimd aan de hem
gedane opdracht gevolg geven.
W at Louise betreft, zij raapte tn
gedachten verzonken de scherven
\mi liet geffhoken glas op, en pre
velde
- Dit zal, hoop ik, het laatste glas
w< 7o.n, dat ik in dit huis gebroken
heb.
Oom zat den volgenden morgen hl
z'.n leuningstoel, dronk een Inatafen
kop slappe thee en was, onder hot
genot van een goudsche pijp, als na ir
gewoonte tot over de ooien in 'le
lectuur verdiept. Aan die laatste om-
stal.digheid had hij het te danken,
dat hij den triomfanten, haast honeo-
den glans niet bespeurde, die over
het gelaat zijner nicht lichtte.
Eensklaps legde hij de courant
neer en keek nadenkend naar hat
plafond. Hij nam het blad nogmaals
en liet zijn oog over dezelfde pbk
dwalen, waar hii nas had oooehou
defi. Het scheen Inderdaad, alsof
dankbeeld bij hem oprees, dat hem
tot dusverrs vreemd was geweest.
De regels, die hij herlezen had, wa
ren geen politieke dépêche van hoog
belang, maar een gewone adverten
tie, zooais die dagelijks in de cou
rant staan ta lezen
OPRECHTE HUWELIJKS-
AANVRAAG.
Ren meisje van een aangenaam
uiterlijk en middelbaren leeftijd,
verstandig, zacht en begaafd, zoekt
daar haar de gelegenheid ont
breekt om connectie aan te knoopen
- - langs dezen meer en meer gebrui-
ktlijken weg een levensgezel meteen
vait inkomen, die haar voortreffelij-
k, karaktertrekken waardig is, net-
zu jonggezel of niet bejaard weduw
naar. Inclineerenden worden ver
zocht, de gelegenheid tot een persoon
lijke kennismaking aan te bieden, on
der letters A. B., aan het bureau van
dit blad. Men kan staat maken op ae
meest mogelijke discretie.
Waarom stond oom onverwacht op,
•»m een onderzoekenden blik in den
spiegel te werpen en zijn eigen ,,'k"
v 01 schend in oogenschouw te ne
men
Waarlijk, miin uiterlijk voorko-
nen is nog zoo kwaad niet spraK
hij, toen hij alleen was waarom
zou ik het niet eens probeeren Want
er moet iets gebeuren ik weet niet
v at 1 Zoolang ik met Louise samen
woon hebben wij alle dagen onaan
genaamheden. Zij wil trouwen, het
huis uit en dan zou ik h>er artn-
z; 'ig alleen achterblijven
Me* een zenuwachtige opgewon
denheid begaf hij zich naar zijn bu
reau en weldra zat hij daar, en
schreef, haalde hel geschrevene weer
d< or. verbeterde het, streek zich tol
afwisseling door de dunne haren, las
het geschrevene in stilte over, corri
geerde, morste inktvlekken eu
schreef ten laatste het product van
z;jn geest, met da ge won a zorgvul
digheid, in 't neL
E'n het opvallendste van de zaak
was, dat hij den brief niet als naar
gewoonte liet bezorgen, maar hoed en
stok greep, om eigenhandig den brief
weg te brengen.
Ondertusschen had weinige uren
lat< r in huis een ander voorv tl
plrats. Het inkomen van een tweeial
brieven, de eerste bloempjes harer
verwachtingen, had over het aan
schijn der üeva Louise een zachteu
glans van tevredenheid verspreid.
Johan, het getrouwe factotum der
kb ine huishouding, was eenige mi
nuten geleden van het dagbladbureau
teruggekomen en zwaaide blijmoedig
t\v< e brieven boven het hoofd, die het
adres droegen A. B.
Twee blanke zilverlingen waren
het loon voor het gelukkig vervullen
vai zijn taak, en hij snelde heen, om
het drinkgeld aan het beoogde doel
te wijden.
In het stille heiligdom van haar
slaapkamer opende de edele geefster
de brieven, terwijl haar hart hoor
baar bonsde.... De eerste brief deed
den barometer van haar blijde hoop
tot onder nul dalen want de trouw
lustige heer verlangde een vrouw, die
mii stens twee duizend gulden rente
mee ten huwelijk bracht, en zij had
nog niet het tiende gedeelte van dat
bedrag in eigendom.
Maar de tweede briefmet nog
meer ontroering w erd die door haar
geopend. Het rosekieurig glacépapier
verspreidde liefelijke geuren.
Lieve onbekende I
In mijn eersten jeugd ben ik door
den echt verbonden geweest aan een
goede, brave vrouw, die mij belaas
ontvallen is. Na menigeu traan te
hebben vergoten, heb ik mij tan laat
ste vermand en denk er aan, weer
in het huwelijk te treden. Het signa
lement, dat gij in uwe annonce van
u zelve hebt gegeven, bevalt mij en
ik ben niet ongenegen, u hand en
hart aan te bieden, wanneer
Wanneer, zuchtte Louise vol
bange verwachting. Maar de nieuws
gierigheid deed haar niet lang wach
ten.
Wanneer ik in u mag vinden,
wat ik thans meen te mogen ver
wachten. Zooals gij uit deze regelen
kunt zien, ben ik geen vriend van
veel complimenten doch zooveel te
.-er met een hart begaafd, dat mijn
aanstaande vrouw warm zal zijn toe.
gedaan, wanneer
Alweer een wanneer. Mijn he
mel, wat is die man voorzichtig I
Wanneer mijn toekomstige
vrouw zich zal willen schikken in
kleine eigenaardigheden, die natuur
lijk ieder mensch heeft; ook ik.
Nu, dat kan ik gemakkelijk be
loven riep zij uit. Al® men jaren
lang met zoon lastig heerschap
heelt verkeerd, als oom, dan....
Briefwisseling geeft al zeer wei
nig, las zij verder-daarom verzoek
ik u, zoo gij het even ernstig meent
als ik, hedenavond om zes uur
over dag kan ik nooit op den Dam
langs de kleine steentjes voor het pa
leis op en neer te wandelen. Ik zal er
prompt zijn en mijn zakdoek voor
den mond houden wees zoo goed en
houd dezen brief in de hand. dan
kunnen wij ons niet in eik ander ver-
Het is avond. De maan, reeds
vroeg opgekomen, werpt een roma
nesk licht over den Dam. De lan
taarns flikkeren in het blauwe liclit,
als knipoogen zij voor de majesteit
<ier scnoone maan.
lien dame, met voille voor het
aangezicht, komt klokslag zes uur
van het Rokin af en begeeft zich naar
de historisch geworden kleine
steentjes van kampens heerlijk
gewrocht Van den Nieuwendijk
komt een bejaard heer, die verkouden
schijnt te zijn; hij heeft een zakdoek
voor den mond.
Zij naderen elkander, totdat de
eene den zakdoek en de andere een
papier ontwaart....
Zij naderen meer en meer. De oude
heer heeft een bril op, de dame niet,
zij ziet dus beter...
Een onderdrukte kreet, en de vrou
welijke gestalte keert zich om en
zoekt een goed heenkomen.
Onze huwelijks candidaat kan zich
die handelwijze niet verklarenzij
schijnt eensklaps allen lust tot trou
wen te hebben verloren. De bejaarde
heer IS zeer ln zijns IJdelheid ge
krenkt en snelt haar achterna.
Doch voorzeker rou hij haar niet
achterhaald hebben, als hem niet
onverwacht een bondgenoot te hulp
was gekomen.
De dame vlucht dwars over de
kleine steentjes, ten einde spoediger
uit het gezicht te zijnwant de Kal-
verstraat durft zij niet in. Daar
wordt zij eensklaps tot staan
hracht door een koppig krijgsheld,
die in last heeft bekomen volgens
een snuggere bepaling, waarvan nie
mand ooit den oorsprong of het nut
heeft kunnen uitvorschen, waarom
zij dan ook met kracht gehandhaafd
wordt om niemand te vergunnen,
op de kleine steentjes te loopen.
Je mag hier niet loopen I
Zij ziet eensklaps de punt vaneen
bajonet schitteren, stamelt een paar
woorden en wil verder gaande ge
wapende macht verzet zich en de
Juffrouw valit in onmacht.
Treurig tooneel. Heldhaftig mili
cien, nieuwsgierige straatslijpers,
verbaasd oud heer, bibberende Juf
frouw alles door het gemoedelijke
licht der maan beschenen
Toen de oude heer nauwlettender
toezag en de vreemde dame uit hare
vluchtige bezwijming ontwaakte
kijken oom en nicht elkander ver
schrikt in de oogen.
Thans sta mij bij. Muze. om den in
druk te beschrijveh, die dit herken
ningstafereel op beide slachtoffers
maakte. Of neen, Muze hangen
wij een sluier voor het aangrijpend
tooneei, dat nu volgde.
Met klagende stem verzocht het 35-
jarige meisje eindelijk haar oom
haar naar huis te brengen en, als
liep hij naast een geestverschijning,
sloeg hij met haar den naasten weg
naar huis in.
(Hbld.)
OP Z'N RUSSISCH.
De bevolking van Enghien houdt
zich druk bezig met een allervreemd
ste geschiedenis, die wel ©enigszins
denken doet aan Russ'sche toestan
den. De commissaris van politie al
daar, Gaston Patouillard, wordt ver
dacht agents Drovocateurs m zijivan
diens» te hebben, om inbraken op
touw Le zetten in Je talrijke villa's
rondom de stad, waarvan de daders
dan door de politie worden gesnapt.
Zijn bedoeling hiermede zou zijn, den
gemeenteraad te overtuigen van de
noodzakelijkheid, het politiekorps uil
te breiden
Het balletje is op de volgende wijze
aan het ruilen gegaan.
Drie wek^n geleden werden vier in-
hrekers door een aantal agenten op
heeterdaad betrapt, terwijl zij tracht
ten in het huis van zekeren Cyprien
Duval in te breken.
Bij het verhoor gaven zij hun ver
wondering te kennen, dat de persoon,
die hen van Parijs had laten komen,
-^m dit zaakje op te knappen, niet ge
vangen was genomen.
De over deze woorden verwonderde
rechter van instructie ondervroeg hen
nader en toen bleek, dat zij „geën
gageerd" waren door een zekeren
René Duval, een stadgenoot en oude
bekende van de justitie, tegsn wien
nu een bevel tot Inhechtenisneming
werd uitgevoaidigd, met welke op
dracht met de stedelijke politie, doch
de gendarmerie belast werd.
Na een paar dagen werd Duval ln
hechtenis genomen, vooral toen Du
val zijne verbazing te kennen gaf,
dat men hem, den helper der politie,
zulk een wijze durfde te behande
len.
Tijdens het verhoor deelde hij aan
den rechter van instructie mede, dat
hij geheel gehandeld had op last van
den commissaris van politie, voor
wien hij reeds verschillende dergelij
ke zaakjes in elkaar had gezet, steeds
tegen betaling
Daarop volgde een confrontatie tus-
schen Duval en den door hem be
zwaarden politiechef, waarbij eerst
genoemde, zonder evenwel zijn woor
den terug te nemen, toch zijne be
schuldigingen niet volkomen hand
haafde. Hij verklaarde wel met den
commissaris ln betrekking gestaan te
hebben als aanbrenger, maar niet
als provocateur. Dit geschiedde 12
Februari.
Sindsdien echter kwamen zulke
ernstige geruchten ter oore van den
rechter van Instructie en den procu
reur van de republiek, dat zij zich
nut verantwoord achtten, indien zij
geen nader onderzoek instelden.
Zaterdag werden er verschillende
agenten van politie gehoord, die al
len een volledige getuigenis aflegden
tegen hun chef, waardoor de eerste
verklaringen van Duval volkomen be
vestigd werden. Een van hen gaf den
rechter zelfs vier fijn beschreven vel
len papier, waarop een geheel e reeks
aanklachten tegen den commissaris
uitvoerig wanen te boek gesteld.
De commissaris zelf ontkent hard
nekkig alle schuld en verklaart de
houding van Duval uit diens verlan
gen zich in de oogen der inbrekers te
rechtvaardigen. Ook de burgemees
ter verdedigt zijn commissaris van
politie krachtig. Deze wijt de geheele
beschuldiging aan een handig in el
kaar gezette, plaatselijke politieke
campagne.
EEN CHAUFFEUR LEVEND
VERBRAND.
Voor enkele dugeu heeft im een ga
rage ln de rue Jordaens te Brussel
eeu ernst.g ongeluk plaais gehad. Eeu
jonge chauffeur, EmiLe ü.f was aan
d motor van de auto bezig, toen
plotseling een ontploffing plaats had
De chautfeur viel op den grond ter
wijl de inhoud van een beuzine bus
over hem werd uitgestort. In eeu oog
wenk stond de jongen in lichten laaie
Kermend van pijn vluchtte hij de
straat op, waar liet voorbijgangers ge
lukte de vlammen te dooven. Het Li
chaam van den armeu chauffeur was
echter reeds deels verkoold en onher
kenbaar geworden.
DE NIAGARA IN DE LUCHT
GEVL0GEN1
Men heeft het ija, dal zich boven de
Niagara watervallen had gevormd,
door middel van dynamiet doen sprin
gen. Aldus startten duizenden ton
nen ijs naar beoeden.
TEGEN DE GELE KOORTS.
Dr. Wolterstan Thomas, die zich
ten taak heeft gesteld een geneesmid
del voor de gele koorts te vinden,
keerde dezer fagon, na een verblijf
van vier jaren Ln de koortsdistricten
van Brazilië aan de Amazonerivier
naar Montreal terug. Dr. Thomas
nam proeven op apen, die hij met het
koortsgift inentte. Hij is er van over
tuigd, dat hij weldra het gezochte
middel ontdekt zal hebben. Dr. Tho
mas was door de Liverpoolsche school
voor tropische geneeskunde naar Z.
Amerika gezonden om de gele koorts
te bestudeer en. Wanneer hem, sooals
hij hoopt, de ontdekking gelukt, dan
ontvangt hij een door de Braziliaan-
sche re gee ring uitgeschreven prijs
van 30.000 pond sterling, dus een goe
de 360.000 gulden Nedarlandsch geV
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
'Alle Correspondentie, .deze rubriek'
betreffend», gelieve men te richten
aan den Heer J. MEYER, Kruisstraat
84, Telephoon 1543.
Probleem No. 29 van E. Laurer»t,
Lyon
Zwart
19 8 4 6
B
(M
a
Él
1
m
m
v
a
M
m
§j!
1
■j.
l;..'
Ia.
H
ÜP
Wit
4» ÖU
Zwart. Schijven op 6, 7, 8, 9, 12, 13. 15, 18, 19, 23, 26, 29.
Wit. Schijven op 17, 20, 21, 25. 28,31. 32, 37, 42, 43. 44.
Probleem No. 80 van N. N.
Zwart
1.
1 9
l - ö6
Am, Awsk
y/^m.y^m.y^
IB Si
m
y 3
4 'i 40 4U DU
Zwart. Schijven op 6, 9, 12, 13. 14,15, 16, 20, 31, 36, 39 en dam op 47»
Wit. Schijven op 23, 24, 25, 27, 29, 35, 40, 41, 48 en 50.
Oplossingen van deze probleems
worden Ingewacht bij den Heer J
Meijer, Kruisstraat 34, alhier.
Oplossing van probleem No. 25 van
den auteur Wit 44 - 39, 29 - 23, 35 30,
33 4, 4 46. 47 29 I
Goed opgelost door Mevrouw Wieg
man en de Heeren P. Balkenende,
P. Geldorp, D. G. Koning, W. J. A.
Matla, Patrizio Ottolini, J. F. Span
jaard, F. Th. Timmer, J. L. Velde,
F M. v. d. Werff, J. Jacobson ^zn.,
N. J. Koster Jr., P. van Tol, C. Sero-
d'Lni, P. M. v. d. Sluys.
Oplossing van probleem No. 26 van
den auteur: Wit 48 - 42, 44 - 39, 28 - 23,
49 - 44. 33 - 29, 44 - 40, 50 37. 36 7.
21 14
Een zeer schoon probleem, ook de
eindstand te ontleden loont de moei
te.
Goede oplossingen van dit probleem
ontringen wij van de Heeren W. J.
Balkenende, D. G. Koning, W. J. A.
Matla, J. F. Spanjaard, J. L. Velde,
F M. v. d. Werff, J. Jacobson Azn.,
Patrizio Ottolini, C. SerodLni.
Nu zullen wij aan de hand van een
practisch voorbeeld, de macht van
den dam eens nader onderzoeken,
teneinde diens plicht ook brier te
leeran begrijpen.
Plaats de volgende stand eens op
het bord
Zwart. Schijven op 15, 20 en 30.
Wit. Schijven op 6, 17, 33. 35, 42
en 4S
Wit moet hier slaan 35 24, waar
na volgt Zwart 20 47, dam.
Wij zien evenwel, dat na dezen
slag nog enkele stukken op het oord
zijn gebleven, terwijl de beurt van
spelen thans aan wit is gekomen.
Wit kan nu niet beter doen, dan
onmiddellijk profiteeren van den
plicht, welken de dam, tegelijk met
zijn recht, heeft ontvangen.
Dat de tegenspeler dikwijls prufijt
kan trekken van zoo'n verplichting,
is genoegzaam bewezen, en zal uit
hei volgende ook duidelijk blijken.
Wit laat den zet 48 - 42 volgen,
waardoor zwart gedwongen '->rdt,
twee stukken te slaan. Immers, hij
is niet alleen gerechtigd, maar ook
verplicht elke lijn in te nemen, waar
op zich na den slag. weder een los
staand vijandelijk s'uk l>evindt. Wan
neer zwart nu de schijf 42 slaat, kan
hij nog een slaglijn innemen van het
veld 33 afhij is dus verplicht ook
de schijf 17 te slaan en zich op de
ruit 11 te herplaatsen, omdat hierna
geen slaglijn meer kan ingenomen
worden, want de schijf 6 ia Ln ien rug
gedekt en de lijn 2-16 onbezet. Neemt
zwart h'ierna de twee geslagen schij
ven weg, dan maakt hij de ruit 17
zelf open, en biedt hierdoor wit de
gelegenheid aan, om met zijn slagzet
6 17 den dam té slaan.
Hierna is het aantal overgebleven
stukken gelijk en hangt de beslissing
enkel van het tijdig bereiken der
damlijn af, terwijl hij, die deze het
snelste bemachtigt, ontegenzeggelijk
een klein voordeel tal behalen.
Ofschoon de stand van wit veel
gunstiger lijkt, bestaat het voordeel
slechts in één tempo, zooais aan
stonds zal blijken.
Wij weten, dat de beurt van spelen
nu aan zwart is en zien ook, dat deze
moet trachten zoo spoedig mogelijk
de linie te passeeren, met 15 - 20 enz.
De linie is in dit geval de lijn l - 45,
omdat de ruit 1 liet naastbij ge legen
cld is vooi wit. Na 15-20 van
zwart volgt
Wit
17-12
12- 7
7- 1
Zwart
20-24
24-29
Wit heeft nu de damlijn bereikt en
tegelijkertijd de zwarte schijf in zijn
slaglijn opgenomen. Zwart is dus
verplicht om 29 - 33 te spelen, tenein
de bijtijds de linie te passeeren.
Hierna kan wit twee wegen in
slaan, hetzij naar 6 of naar 45. Hij
kiest den eersten en plaatst zijn dara
op 6, daarineè de zwarte schijf aog-
maals Ln zijn slaglijn opnemende.
Zwart kan echter ook deze lijn weder
passeeren en zijn schijf op 38 bren
gen, terwijl wit hierna geen slaglijn
meer kan innemen en dus gedwongen
is, een vrijen zet te doen. Zijn beste
zet is nu 6 - 39zwart heeft echter
juist gelegenheid om uit het gedrang
te komen met 38 - 42, en is aanstonds
in staat om op 47 dam te halen en
de partij als remise te verklaren.
Indien dit eindspel het slot ware
geweest van een wedstrijd-Dart.ij,
ontving elke speler 1 winstpunt- Was
daarentegen het spel in het voordeel
van wit beslist, dan ontving deze 2
punten en de andere niets. Een ver
schil dus van 100 pet.
Kon wit nu de winst geforceerd
hebben Wel zeker I Wanneer hij
geen tempo had laten verloren gaan,
maar onmiddellijk het veld 34, in-
plaats van het veld 6 had ingenomen,
bleef zwart toch verplicht met 33 - 38
te vervolgen, waarna het spel beslist
zou zijn met wit 34 - 48, daar aan
zwart eiken pas verder was afge
sneden.
Hieruit heeft men tevens kunnen
leeren, dat het niet voldoende Is,
een dam te bezitten, maar dat daar
mede ook goed moet gewerkt worden,
ten einde er voordeel van te trekken,
terwijl dit voordeel bij een klein ver
zuim gemakkelijk verloren gaat.
Wordt de winst door eigen schuld
verloren, dan is dit niet alleen tia-
deelig, maar ook hoogst onaange
naam. Het damspel is eon spel van
eer, en de speler moet er altijd prijs
op stellen, den tegenspeler te hebben
verslagen.
De Haarlemsche Damclub houdt
zijne bijeenkomsten lederen Maan
dagavond van 8 tot 12 uur, in da
bovenzaal van Café Suisse, Smede
straat 19 (ingang naast het café).
Damliefhebbers zijn steeds welkom.
DAMCURSUS.
De Cursus x&l as. Maandagavond
weder door den beer C H. Broek-
kamp van Amsterdam worden voort
gezet.