w-:: men vaan een opoffering en oelfver- loochenmg, waarvan je gewoonweg verbluft staat. Het gelu.d van een voorbij snellen- dien goederentrein overstemt hun ge sprek en doet hen denken aan de spoedige scheiding. Zeg, waarom ga je eigenlijk van daag al bij het begin van de vacantia. Ie w.st toch, dat ik kwam? Of met? Ze zwijgt. Nu zeg het mij eens. Ja, ia geloof, dat je moeder het ons verteld beeft. En toch ga je weg? Heb je dan iets tegen mij, Marie? Neen, neen neenl Ben je dan Hij krijgt een kleur en durft den zin niet afmaken. Marie slaat de oogen neer en houdt zich bezig met de knoopjes van haar handschoen. Je bent dwaas, zegt ze koel. F rits ziet haar lieflijke meisjesge stalte voor zich afteekenen en hij krijgt opeens weer een voorstelling van haar, zooais ze er als veertien jarig meisje uitzag. Ze zaten samen In den tuin barer grootouders en aten een appel, die van den boom gevallen was. Daarna klommen ze in den ei keboom en keken over de tuinen en daken der halve stad en op de witte wolken aan den doukerblauwen he mel. Wat trokken die frisch en krach tig voorbij. Ik zou vleugels willen hebben, zei Frits, groote, krachtige vleugels om over de stille woudtón en heldere zeeën te trekken. En Marie fluisterde! Ik wou ook wel van je vleugels gebruik maken. Een tijd daarna gleed hij met haar over de ijsvlakte van de breede rivier, die naar de zee stroomt en ze bewon derden de door de plotseling ingeval len vorst verstijfde golvenkoppan. En dan hun laatste samenzijn als kinde ren, toen ze, voor dat Frits naar de universiteit ging, nog eens een heel en dag met elkaar uit geweest waren. En daarna? Daarna heeft hij haar Dog eens gezien na jaren bij een bezoek aan zijn geboortestad, irn een onisparuiingstuin zat ze in een keurig toilet. Toen hij langs haar ging, groette ze hem koud en onvriendelijk en haar lachen en spreken klonken hem luid en scherp als de uitdruk king van een verstijfd hart. Zoo bliksemsnel gaan liem de ge dachten door het hoofd, dat Marie nog niet eens klaar is gekomen met het dichtknoope-n van haar hand schoen. Ze staat nog met die eene hand aan den pols der andere, de oo gen naar den grond geslagen. Ze is zoo mooi en frisch, voor hem geheel het symbool van zijn jeugd en lijn geboortestad. Al die jaren heeft Frits bijna met aan haar gedacht. Toen ze hem zoo onvriendelijk en koud had aan ge zien, had hij gedacht.: „Gelukkig maar dat het zoo Is!" Hij had het van zijn vrienden ge zien, hoe hun vroege verloving hen ais een zware last op het hart drukte. Nu kijkt ze tot hem op en ta haar schalkseh gezichtje komt als een be de om vergeving. Toen werd het Frits op eens duide lijk: Dat meisje heeft je nog Lief, heeft je al die jaren lief gehad. Iedere ademtocht van haar leven, iedere hoop, iedere vreugde, Iedere arbeid is daarvan doortrokken geweest Het sterkste voelde ze die liefde, toen ze zich zoo onvriendelijk toonde. En op eens buigt hij zich tot haar over em vraagt haar: Wil je met me mee naar Sftlzbach gaan, Marie, en mijn vrouw worden? Jal Het is een eenvoudig zacht uitge sproken ja, dat hem tegen klinkt Marie heeft zich ©enigszins angstig omgekeerd, maar het levendige ge sprek van haar coupégenooten stelt haar spoedig gerust Langs de wagens loopt een arbei der, die de warmgeloopen assen met olie besmeert Dan een fluit, een ruk, een geratel, alsof zware ijzeren kettingen op een harden grond vallen en de be:de trei nen vertrekken in tegenovergestelde richting. Met Kerstmis kom ik je halen, zegt Frits nog. Hij ziet, hoe ze knikt en mest alle kracht van zijn geluk trillende stem roept hij haar een afscheidsgroet toe. Naar het Noorden en het Zuiden spoeden de treinen zich voort. Ze rij den langs dorpen en steden, die steeds dieper in den donkeren aterren- loozen nacht gehuld worden. (Ut) Langs den meer en m°er gebruikelijk n weg. Neen, het wordt te erg. 't is niet meer uit le houden met den ouden knorrepot! Als (lat zoo doorgaat dan erge- 'k mij dood Ln dit huis, waar ik opgesloten word als in een gevangenis! Deze monoloog werd Ln de heftig ste Dur-accoordien voorgedrngen door een dochter Eva's, die al zoo eenige lentes achter den rug had. De rich ting van haar verontwaardigde blik en hare gesticulatie waren tegen een deur gericht, die zij zoo even achter zich had dichtgegooid, zoodat het niet twijfelachtig was, waar de aan- teidende oorzaak tot haar ongenoegen zich bevond. Maar het beeft nu lang genoeg foduurdl ging zij opgewonden voort; zoo waar ik Louise heet, hij zal T ondervinden dat, ik nog mijn vrijen wil heb en niet van hem afhankelijk ben. Al is hij honderdmaal mijn oom hij zal mij van een andere zijde toe ren kennen, die nare oude mant Zij 6prak, en zette tot bevestiging van hare rede het glas, dat zij in de hand had, zoo energiek op tafel, dat bet den weg van alle glazen ging. Op het gedxuisch, dat hiervan een onmiddellijk gevolg was, werd plot seling de deur geopend, en op den drempel werd een mannelijke ge daante zichtbaar, die in de rechter hand een horstel had, terwijl de heele linkerarm in de ingewanden van een gepoetste laars verdwenen was. Hemel, juffrouw, wat is er nj>-n de hand! riep hij uit. Wat er aan de hand is? Er is niets aan de hand... Maak dat je weg komt en doe je werk. Hij maakte dat h ij wegkwam en deed zijn werk, zich vergenoegende met buiten de deux bedenkelijk het hoofd te schudden en met een philo- sophisch lachje den Laars van dipm arm te stroopen. Zij schijnen weer wat samen ge had te hebben! mompelde hij. Ik wed, als ik bij „den oude" hiivnea ga, dat ik wel wat zal opvangen, en Johan klopte, en kwam met het on schuldigst» gezicht van de wereld in de kamer. Goeje morgen, meneer. Geen antwoord. Heeft meneer goed geslapen? Een moeilijk te omschrijven ge knor, eenige overeenkomst hebbende met de geluiden van sommige indi viduen uit de dierenwereld, kwam thans uit den mond Van „den oude", die zijn physiomomie hardnekkig ach ter een courant verschanst hield, en groote blauwe rookwolken in de lucht blies. Die is van morgen met het ver keerde been uitbed gestapt! dacht Jo han en hij schikte dB stoelen aan den wand, waarmee hij tergend Lang zaam bleef voortgaan, ook toen de oude heer de krant neerwierp en met groote stappen bet vertrek op en neer ging. Johanf Meneer? Waar Ls mijne nicht? ln haar kamer, meneer. Zij heeft de deur hard achter zich toegegooid. Dat vraag ik js niet, zei de ou de hieer, en toen vervolgde hij, half luid, ofschoon tot zichzelven spre kende: Goed zoo. Dan moet ze maar weer goed worden. Maar 't gaat me mooi vervelen en als zij zich niet een weinigjie naar mijne eigenaardighe den kan voegen, dan dan moet er maar een eind aan komen. Dat mop peren em tegenspreken kan ik niet langer verdragen. Ik zou wel eens willen zien, wie hter de baas in huis is? Waarom is zij niet getrouwd met dien candidaat-notaris? Of dien ma joor al was hij weduwnaar met ze ven kinderen. Maar Jonge luitenan- tjes of advocaatjes komen om haar toch niet meer; dat moest zij weten. Als 't zoo doorgaat, wil geen sterve ling haar hebben en ik heb haar op den hals, omdat mijn vrouw indertijd eens zoo sentimenteel geweest is, om haar in huis te halen, mijn ar me, goede vrouw. Ach, was zij nog maar Ln leven!... Gedurende die onthulling had de hieer des huizes met groote schreden het vertrek op en neer geloopem, ter wijl Johan met gespitste ooren en half geopenden mond aan zijn onbe dwingbare nieuwsgierigheid voldaan had. Aha, is dat die historici dacht hij en hij ging de kamer uit, toen hij zag, dat mijnheer zich weer achter de courant opgesteld had. Nu begaf hij zich naar de deur der kamer van de juffrouw en Legde zijn oor tegen het paneel. Toen onverwacht de deur geopend werd, zoodat hij ternauwernood den tijd had om zijn gewoon dom gezicht weer aan te nemen, was hij zeer ver- tsd, in plaats van een geduchtiem „uitbrander" een weiwillenden blik te ontvangen, die zijne verwachting ten hoogste spande. Beste Johan, klonk het, en e'k harer woorden scheen hem met een klontje suiker te worden aangeboden ik heb een boodschap voor je; wil je die wel even doen Wel zeker, juffrouw, zoo lang ik ln uw dienst ben Neen, zoo bedoel ik het niet, Johan. De vraar is eigenlijk, of ja er met niemand over wilt spreken. Met niemand hoor Neen, juffrouw. Breng d!t briefje naar het bu reau van de courant, en bier heb je e*'i riiksdaalder. Betaal daarvan - zoovee! als zij je zullen vragen. Als je goed je boodschap doet, krijg Je wat van me. Johan gir g opgeruimd aan de hem gedane opdracht gevolg geven. W at Louise betreft, zij raapte tn gedachten verzonken de scherven \mi liet geffhoken glas op, en pre velde - Dit zal, hoop ik, het laatste glas w< 7o.n, dat ik in dit huis gebroken heb. Oom zat den volgenden morgen hl z'.n leuningstoel, dronk een Inatafen kop slappe thee en was, onder hot genot van een goudsche pijp, als na ir gewoonte tot over de ooien in 'le lectuur verdiept. Aan die laatste om- stal.digheid had hij het te danken, dat hij den triomfanten, haast honeo- den glans niet bespeurde, die over het gelaat zijner nicht lichtte. Eensklaps legde hij de courant neer en keek nadenkend naar hat plafond. Hij nam het blad nogmaals en liet zijn oog over dezelfde pbk dwalen, waar hii nas had oooehou defi. Het scheen Inderdaad, alsof dankbeeld bij hem oprees, dat hem tot dusverrs vreemd was geweest. De regels, die hij herlezen had, wa ren geen politieke dépêche van hoog belang, maar een gewone adverten tie, zooais die dagelijks in de cou rant staan ta lezen OPRECHTE HUWELIJKS- AANVRAAG. Ren meisje van een aangenaam uiterlijk en middelbaren leeftijd, verstandig, zacht en begaafd, zoekt daar haar de gelegenheid ont breekt om connectie aan te knoopen - - langs dezen meer en meer gebrui- ktlijken weg een levensgezel meteen vait inkomen, die haar voortreffelij- k, karaktertrekken waardig is, net- zu jonggezel of niet bejaard weduw naar. Inclineerenden worden ver zocht, de gelegenheid tot een persoon lijke kennismaking aan te bieden, on der letters A. B., aan het bureau van dit blad. Men kan staat maken op ae meest mogelijke discretie. Waarom stond oom onverwacht op, •»m een onderzoekenden blik in den spiegel te werpen en zijn eigen ,,'k" v 01 schend in oogenschouw te ne men Waarlijk, miin uiterlijk voorko- nen is nog zoo kwaad niet spraK hij, toen hij alleen was waarom zou ik het niet eens probeeren Want er moet iets gebeuren ik weet niet v at 1 Zoolang ik met Louise samen woon hebben wij alle dagen onaan genaamheden. Zij wil trouwen, het huis uit en dan zou ik h>er artn- z; 'ig alleen achterblijven Me* een zenuwachtige opgewon denheid begaf hij zich naar zijn bu reau en weldra zat hij daar, en schreef, haalde hel geschrevene weer d< or. verbeterde het, streek zich tol afwisseling door de dunne haren, las het geschrevene in stilte over, corri geerde, morste inktvlekken eu schreef ten laatste het product van z;jn geest, met da ge won a zorgvul digheid, in 't neL E'n het opvallendste van de zaak was, dat hij den brief niet als naar gewoonte liet bezorgen, maar hoed en stok greep, om eigenhandig den brief weg te brengen. Ondertusschen had weinige uren lat< r in huis een ander voorv tl plrats. Het inkomen van een tweeial brieven, de eerste bloempjes harer verwachtingen, had over het aan schijn der üeva Louise een zachteu glans van tevredenheid verspreid. Johan, het getrouwe factotum der kb ine huishouding, was eenige mi nuten geleden van het dagbladbureau teruggekomen en zwaaide blijmoedig t\v< e brieven boven het hoofd, die het adres droegen A. B. Twee blanke zilverlingen waren het loon voor het gelukkig vervullen vai zijn taak, en hij snelde heen, om het drinkgeld aan het beoogde doel te wijden. In het stille heiligdom van haar slaapkamer opende de edele geefster de brieven, terwijl haar hart hoor baar bonsde.... De eerste brief deed den barometer van haar blijde hoop tot onder nul dalen want de trouw lustige heer verlangde een vrouw, die mii stens twee duizend gulden rente mee ten huwelijk bracht, en zij had nog niet het tiende gedeelte van dat bedrag in eigendom. Maar de tweede briefmet nog meer ontroering w erd die door haar geopend. Het rosekieurig glacépapier verspreidde liefelijke geuren. Lieve onbekende I In mijn eersten jeugd ben ik door den echt verbonden geweest aan een goede, brave vrouw, die mij belaas ontvallen is. Na menigeu traan te hebben vergoten, heb ik mij tan laat ste vermand en denk er aan, weer in het huwelijk te treden. Het signa lement, dat gij in uwe annonce van u zelve hebt gegeven, bevalt mij en ik ben niet ongenegen, u hand en hart aan te bieden, wanneer Wanneer, zuchtte Louise vol bange verwachting. Maar de nieuws gierigheid deed haar niet lang wach ten. Wanneer ik in u mag vinden, wat ik thans meen te mogen ver wachten. Zooals gij uit deze regelen kunt zien, ben ik geen vriend van veel complimenten doch zooveel te .-er met een hart begaafd, dat mijn aanstaande vrouw warm zal zijn toe. gedaan, wanneer Alweer een wanneer. Mijn he mel, wat is die man voorzichtig I Wanneer mijn toekomstige vrouw zich zal willen schikken in kleine eigenaardigheden, die natuur lijk ieder mensch heeft; ook ik. Nu, dat kan ik gemakkelijk be loven riep zij uit. Al® men jaren lang met zoon lastig heerschap heelt verkeerd, als oom, dan.... Briefwisseling geeft al zeer wei nig, las zij verder-daarom verzoek ik u, zoo gij het even ernstig meent als ik, hedenavond om zes uur over dag kan ik nooit op den Dam langs de kleine steentjes voor het pa leis op en neer te wandelen. Ik zal er prompt zijn en mijn zakdoek voor den mond houden wees zoo goed en houd dezen brief in de hand. dan kunnen wij ons niet in eik ander ver- Het is avond. De maan, reeds vroeg opgekomen, werpt een roma nesk licht over den Dam. De lan taarns flikkeren in het blauwe liclit, als knipoogen zij voor de majesteit <ier scnoone maan. lien dame, met voille voor het aangezicht, komt klokslag zes uur van het Rokin af en begeeft zich naar de historisch geworden kleine steentjes van kampens heerlijk gewrocht Van den Nieuwendijk komt een bejaard heer, die verkouden schijnt te zijn; hij heeft een zakdoek voor den mond. Zij naderen elkander, totdat de eene den zakdoek en de andere een papier ontwaart.... Zij naderen meer en meer. De oude heer heeft een bril op, de dame niet, zij ziet dus beter... Een onderdrukte kreet, en de vrou welijke gestalte keert zich om en zoekt een goed heenkomen. Onze huwelijks candidaat kan zich die handelwijze niet verklarenzij schijnt eensklaps allen lust tot trou wen te hebben verloren. De bejaarde heer IS zeer ln zijns IJdelheid ge krenkt en snelt haar achterna. Doch voorzeker rou hij haar niet achterhaald hebben, als hem niet onverwacht een bondgenoot te hulp was gekomen. De dame vlucht dwars over de kleine steentjes, ten einde spoediger uit het gezicht te zijnwant de Kal- verstraat durft zij niet in. Daar wordt zij eensklaps tot staan hracht door een koppig krijgsheld, die in last heeft bekomen volgens een snuggere bepaling, waarvan nie mand ooit den oorsprong of het nut heeft kunnen uitvorschen, waarom zij dan ook met kracht gehandhaafd wordt om niemand te vergunnen, op de kleine steentjes te loopen. Je mag hier niet loopen I Zij ziet eensklaps de punt vaneen bajonet schitteren, stamelt een paar woorden en wil verder gaande ge wapende macht verzet zich en de Juffrouw valit in onmacht. Treurig tooneel. Heldhaftig mili cien, nieuwsgierige straatslijpers, verbaasd oud heer, bibberende Juf frouw alles door het gemoedelijke licht der maan beschenen Toen de oude heer nauwlettender toezag en de vreemde dame uit hare vluchtige bezwijming ontwaakte kijken oom en nicht elkander ver schrikt in de oogen. Thans sta mij bij. Muze. om den in druk te beschrijveh, die dit herken ningstafereel op beide slachtoffers maakte. Of neen, Muze hangen wij een sluier voor het aangrijpend tooneei, dat nu volgde. Met klagende stem verzocht het 35- jarige meisje eindelijk haar oom haar naar huis te brengen en, als liep hij naast een geestverschijning, sloeg hij met haar den naasten weg naar huis in. (Hbld.) OP Z'N RUSSISCH. De bevolking van Enghien houdt zich druk bezig met een allervreemd ste geschiedenis, die wel ©enigszins denken doet aan Russ'sche toestan den. De commissaris van politie al daar, Gaston Patouillard, wordt ver dacht agents Drovocateurs m zijivan diens» te hebben, om inbraken op touw Le zetten in Je talrijke villa's rondom de stad, waarvan de daders dan door de politie worden gesnapt. Zijn bedoeling hiermede zou zijn, den gemeenteraad te overtuigen van de noodzakelijkheid, het politiekorps uil te breiden Het balletje is op de volgende wijze aan het ruilen gegaan. Drie wek^n geleden werden vier in- hrekers door een aantal agenten op heeterdaad betrapt, terwijl zij tracht ten in het huis van zekeren Cyprien Duval in te breken. Bij het verhoor gaven zij hun ver wondering te kennen, dat de persoon, die hen van Parijs had laten komen, -^m dit zaakje op te knappen, niet ge vangen was genomen. De over deze woorden verwonderde rechter van instructie ondervroeg hen nader en toen bleek, dat zij „geën gageerd" waren door een zekeren René Duval, een stadgenoot en oude bekende van de justitie, tegsn wien nu een bevel tot Inhechtenisneming werd uitgevoaidigd, met welke op dracht met de stedelijke politie, doch de gendarmerie belast werd. Na een paar dagen werd Duval ln hechtenis genomen, vooral toen Du val zijne verbazing te kennen gaf, dat men hem, den helper der politie, zulk een wijze durfde te behande len. Tijdens het verhoor deelde hij aan den rechter van instructie mede, dat hij geheel gehandeld had op last van den commissaris van politie, voor wien hij reeds verschillende dergelij ke zaakjes in elkaar had gezet, steeds tegen betaling Daarop volgde een confrontatie tus- schen Duval en den door hem be zwaarden politiechef, waarbij eerst genoemde, zonder evenwel zijn woor den terug te nemen, toch zijne be schuldigingen niet volkomen hand haafde. Hij verklaarde wel met den commissaris ln betrekking gestaan te hebben als aanbrenger, maar niet als provocateur. Dit geschiedde 12 Februari. Sindsdien echter kwamen zulke ernstige geruchten ter oore van den rechter van Instructie en den procu reur van de republiek, dat zij zich nut verantwoord achtten, indien zij geen nader onderzoek instelden. Zaterdag werden er verschillende agenten van politie gehoord, die al len een volledige getuigenis aflegden tegen hun chef, waardoor de eerste verklaringen van Duval volkomen be vestigd werden. Een van hen gaf den rechter zelfs vier fijn beschreven vel len papier, waarop een geheel e reeks aanklachten tegen den commissaris uitvoerig wanen te boek gesteld. De commissaris zelf ontkent hard nekkig alle schuld en verklaart de houding van Duval uit diens verlan gen zich in de oogen der inbrekers te rechtvaardigen. Ook de burgemees ter verdedigt zijn commissaris van politie krachtig. Deze wijt de geheele beschuldiging aan een handig in el kaar gezette, plaatselijke politieke campagne. EEN CHAUFFEUR LEVEND VERBRAND. Voor enkele dugeu heeft im een ga rage ln de rue Jordaens te Brussel eeu ernst.g ongeluk plaais gehad. Eeu jonge chauffeur, EmiLe ü.f was aan d motor van de auto bezig, toen plotseling een ontploffing plaats had De chautfeur viel op den grond ter wijl de inhoud van een beuzine bus over hem werd uitgestort. In eeu oog wenk stond de jongen in lichten laaie Kermend van pijn vluchtte hij de straat op, waar liet voorbijgangers ge lukte de vlammen te dooven. Het Li chaam van den armeu chauffeur was echter reeds deels verkoold en onher kenbaar geworden. DE NIAGARA IN DE LUCHT GEVL0GEN1 Men heeft het ija, dal zich boven de Niagara watervallen had gevormd, door middel van dynamiet doen sprin gen. Aldus startten duizenden ton nen ijs naar beoeden. TEGEN DE GELE KOORTS. Dr. Wolterstan Thomas, die zich ten taak heeft gesteld een geneesmid del voor de gele koorts te vinden, keerde dezer fagon, na een verblijf van vier jaren Ln de koortsdistricten van Brazilië aan de Amazonerivier naar Montreal terug. Dr. Thomas nam proeven op apen, die hij met het koortsgift inentte. Hij is er van over tuigd, dat hij weldra het gezochte middel ontdekt zal hebben. Dr. Tho mas was door de Liverpoolsche school voor tropische geneeskunde naar Z. Amerika gezonden om de gele koorts te bestudeer en. Wanneer hem, sooals hij hoopt, de ontdekking gelukt, dan ontvangt hij een door de Braziliaan- sche re gee ring uitgeschreven prijs van 30.000 pond sterling, dus een goe de 360.000 gulden Nedarlandsch geV DAMRUBRIEK. HAARLEMSCHE DAMCLUB. 'Alle Correspondentie, .deze rubriek' betreffend», gelieve men te richten aan den Heer J. MEYER, Kruisstraat 84, Telephoon 1543. Probleem No. 29 van E. Laurer»t, Lyon Zwart 19 8 4 6 B (M a Él 1 m m v a M m §j! 1 ■j. l;..' Ia. H ÜP Wit 4» ÖU Zwart. Schijven op 6, 7, 8, 9, 12, 13. 15, 18, 19, 23, 26, 29. Wit. Schijven op 17, 20, 21, 25. 28,31. 32, 37, 42, 43. 44. Probleem No. 80 van N. N. Zwart 1. 1 9 l - ö6 Am, Awsk y/^m.y^m.y^ IB Si m y 3 4 'i 40 4U DU Zwart. Schijven op 6, 9, 12, 13. 14,15, 16, 20, 31, 36, 39 en dam op 47» Wit. Schijven op 23, 24, 25, 27, 29, 35, 40, 41, 48 en 50. Oplossingen van deze probleems worden Ingewacht bij den Heer J Meijer, Kruisstraat 34, alhier. Oplossing van probleem No. 25 van den auteur Wit 44 - 39, 29 - 23, 35 30, 33 4, 4 46. 47 29 I Goed opgelost door Mevrouw Wieg man en de Heeren P. Balkenende, P. Geldorp, D. G. Koning, W. J. A. Matla, Patrizio Ottolini, J. F. Span jaard, F. Th. Timmer, J. L. Velde, F M. v. d. Werff, J. Jacobson ^zn., N. J. Koster Jr., P. van Tol, C. Sero- d'Lni, P. M. v. d. Sluys. Oplossing van probleem No. 26 van den auteur: Wit 48 - 42, 44 - 39, 28 - 23, 49 - 44. 33 - 29, 44 - 40, 50 37. 36 7. 21 14 Een zeer schoon probleem, ook de eindstand te ontleden loont de moei te. Goede oplossingen van dit probleem ontringen wij van de Heeren W. J. Balkenende, D. G. Koning, W. J. A. Matla, J. F. Spanjaard, J. L. Velde, F M. v. d. Werff, J. Jacobson Azn., Patrizio Ottolini, C. SerodLni. Nu zullen wij aan de hand van een practisch voorbeeld, de macht van den dam eens nader onderzoeken, teneinde diens plicht ook brier te leeran begrijpen. Plaats de volgende stand eens op het bord Zwart. Schijven op 15, 20 en 30. Wit. Schijven op 6, 17, 33. 35, 42 en 4S Wit moet hier slaan 35 24, waar na volgt Zwart 20 47, dam. Wij zien evenwel, dat na dezen slag nog enkele stukken op het oord zijn gebleven, terwijl de beurt van spelen thans aan wit is gekomen. Wit kan nu niet beter doen, dan onmiddellijk profiteeren van den plicht, welken de dam, tegelijk met zijn recht, heeft ontvangen. Dat de tegenspeler dikwijls prufijt kan trekken van zoo'n verplichting, is genoegzaam bewezen, en zal uit hei volgende ook duidelijk blijken. Wit laat den zet 48 - 42 volgen, waardoor zwart gedwongen '->rdt, twee stukken te slaan. Immers, hij is niet alleen gerechtigd, maar ook verplicht elke lijn in te nemen, waar op zich na den slag. weder een los staand vijandelijk s'uk l>evindt. Wan neer zwart nu de schijf 42 slaat, kan hij nog een slaglijn innemen van het veld 33 afhij is dus verplicht ook de schijf 17 te slaan en zich op de ruit 11 te herplaatsen, omdat hierna geen slaglijn meer kan ingenomen worden, want de schijf 6 ia Ln ien rug gedekt en de lijn 2-16 onbezet. Neemt zwart h'ierna de twee geslagen schij ven weg, dan maakt hij de ruit 17 zelf open, en biedt hierdoor wit de gelegenheid aan, om met zijn slagzet 6 17 den dam té slaan. Hierna is het aantal overgebleven stukken gelijk en hangt de beslissing enkel van het tijdig bereiken der damlijn af, terwijl hij, die deze het snelste bemachtigt, ontegenzeggelijk een klein voordeel tal behalen. Ofschoon de stand van wit veel gunstiger lijkt, bestaat het voordeel slechts in één tempo, zooais aan stonds zal blijken. Wij weten, dat de beurt van spelen nu aan zwart is en zien ook, dat deze moet trachten zoo spoedig mogelijk de linie te passeeren, met 15 - 20 enz. De linie is in dit geval de lijn l - 45, omdat de ruit 1 liet naastbij ge legen cld is vooi wit. Na 15-20 van zwart volgt Wit 17-12 12- 7 7- 1 Zwart 20-24 24-29 Wit heeft nu de damlijn bereikt en tegelijkertijd de zwarte schijf in zijn slaglijn opgenomen. Zwart is dus verplicht om 29 - 33 te spelen, tenein de bijtijds de linie te passeeren. Hierna kan wit twee wegen in slaan, hetzij naar 6 of naar 45. Hij kiest den eersten en plaatst zijn dara op 6, daarineè de zwarte schijf aog- maals Ln zijn slaglijn opnemende. Zwart kan echter ook deze lijn weder passeeren en zijn schijf op 38 bren gen, terwijl wit hierna geen slaglijn meer kan innemen en dus gedwongen is, een vrijen zet te doen. Zijn beste zet is nu 6 - 39zwart heeft echter juist gelegenheid om uit het gedrang te komen met 38 - 42, en is aanstonds in staat om op 47 dam te halen en de partij als remise te verklaren. Indien dit eindspel het slot ware geweest van een wedstrijd-Dart.ij, ontving elke speler 1 winstpunt- Was daarentegen het spel in het voordeel van wit beslist, dan ontving deze 2 punten en de andere niets. Een ver schil dus van 100 pet. Kon wit nu de winst geforceerd hebben Wel zeker I Wanneer hij geen tempo had laten verloren gaan, maar onmiddellijk het veld 34, in- plaats van het veld 6 had ingenomen, bleef zwart toch verplicht met 33 - 38 te vervolgen, waarna het spel beslist zou zijn met wit 34 - 48, daar aan zwart eiken pas verder was afge sneden. Hieruit heeft men tevens kunnen leeren, dat het niet voldoende Is, een dam te bezitten, maar dat daar mede ook goed moet gewerkt worden, ten einde er voordeel van te trekken, terwijl dit voordeel bij een klein ver zuim gemakkelijk verloren gaat. Wordt de winst door eigen schuld verloren, dan is dit niet alleen tia- deelig, maar ook hoogst onaange naam. Het damspel is eon spel van eer, en de speler moet er altijd prijs op stellen, den tegenspeler te hebben verslagen. De Haarlemsche Damclub houdt zijne bijeenkomsten lederen Maan dagavond van 8 tot 12 uur, in da bovenzaal van Café Suisse, Smede straat 19 (ingang naast het café). Damliefhebbers zijn steeds welkom. DAMCURSUS. De Cursus x&l as. Maandagavond weder door den beer C H. Broek- kamp van Amsterdam worden voort gezet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 12