NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
-Ja Jaargang. No. 787S
Verschijnt dagelijks, behalve-op Zon- en Feestdagen.
DINSDAG 2 MAART 1909
ABONNEMENTEN
PER DRIB MAANDBNl
Voor Haariera129
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kern* der
gemeente)1.30
Franco per post door Nederland1.65
Afzonderlijke nummers0.02 H
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem0.3734
«de omstreken en franco per post 0.45
Pltgave der Vennootschap Loeren» Coster. Dlrecteor J. C. PEEREB00SL
ADVERTENTIÉNi
Van 1—5 regel» 50 Cts.: iedere regei meer 10 Cts. Euüen hei Arrondissement
Haarlem van 1—5 regeis 1-elke regel meer ƒ0. ef Reclames 30 Cent per regel.
By Abonnement aanzienlijk rabat.
AdvertcntiSn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. Der plaatstaal
60 Cts. voor 3 plaatsingen k contant
Redactie en Administraties Groote Houtstraat 55.
Istercomnsniiaa! Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724
Drukkerij i Zolder Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiSn en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem Jn dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitënlandsch Advertentie-Bureau D. y7 aLTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
AGENDA
WOENSDAG 3 MAART.
Soc. Vereeniging: Sempre Crescen-
'do: Concert, 8 uur.
Soc. Vereeniging: Theosofische ver-
•en-iging: Lezing van Mevr. W. A. L.
RosVrijman, 8 uur.
OM ONS HEEN
No. 890.
De Lichamelijke Opvoeding
van ons Volk.
Het is moeilijk, zoo niet onmoge
lijk, om iets te schrijven zonder mis
verstand op te wekken. Uit mijn arti
keltjes „De waan van den oorlog"
heeft een van de lezers afgeleid, dat
ik geen gevoel zou hebben ->-ior de
voordeeleu, die er gelegen zijn in het
ven uilen van den militairen dienst
plicht „Menigeen", zoo schrijft hij,
„die als milicien onder de wapenen
is geweest, heeft daar lessen in orde,
regelmaat en discipline meegekregen,
die hem ten goede zullen komen in
geheel zijn volgend leven."
Met die woorden kan ik volkomen
Instemmen. Inderdaad acht ik voor
Jonge mannen, die op het punt staan
de wereld in te gaan, niets van groo-
ter nut, dan zich eenige maanden te
ai O*.ten onderwerpen aan gezag en
discipline. Alleen heb ik er tegen, dat
die exercities, marschen, oefeningen
van allerlei aard den oorlog ten doel
hebben, die naar mijn overtuiging
een waan is, waaraan wij ons kunnen
ontworstelen zoodra wij willen.
Lichaamsoefeningen zou ik er van
w»llei. maken, die alleen de ontwik
keling van het lichaam ten doel heb
ben en waarbij het geweer door een
stok, de patroontasch door den knap
sak zou worden vervangen en de
tijd, nu aan militaire theorie en ge-
vechtsoefeniiigen besteed, zou worden-
gebruikt voor zwemmen, worstelen,
gymnastiek.
Ik kom hierop des te liever terug,
omdat een van onze lezers, die een
■bijzonder belang stelt in de lichame
lijke ontwikkeling van ons volk, mij
daarover een stuk gezonden heeft,
waarin hij zeer belangrijke dingen
zegt. Ik ontleen daaraan het vol
gende
„De lichamelijke ontwikkeling zij
her burgers verhoogt zeker de span
en weerstandskracht van een volk.
Op die lichamelijke ontwikkeling
moet dan ook, naast de geestelijke,
het streven van staats- en gemeente
bestuur gericht zijn.
Niettegenstaande de regeling van
het gymnastiek-onderricht ten on
zent bij de wet en in weerwil van de
zorg, in vele gemeenten daaraan be
steed, wordt toch nog in verreweg de
meeste scholen van ons vaderland de
lichaamsoefening als een bijzaak
Desehouwd en veel gedaan om de be-
teekenis er van te verkleinen, om
zoodoende aan den plicht der invoe
ring te ontkomen.
Toch is de gymnastiek als volks-
Dpvoedingsmiddel van de grootste be-
teokenis. Hij, die dit miskent, staat
op een achterlijk standpunt
Men bedenke slechts, welk nauw
verhand er bestaat tusschen geestes
hoedanigheden (tegenwoordigheid
,vm geest, vastberadenheid, zelfver
trouwen en moed) en lichamelijke
.vaardigheid.
Eenige cijfers mogen in verband
met het bovenstaande vermeld wor
den, om een overzicht te geven van
den toestand zooals die ten opzichte
van de lichamelijke opvoeding in ons
Vaderland ongeveer is.
De te geven cijfers betreffen alleen
km geus.
Eeu kleine 60.000 jongens bereikt
ten onzent jaarlijks den achoolplich-
tigan leeftijd. Van 18 tot 19 jaar kan
jjerekend worden op een jaarlijks
kan tal van pl.m. 54.000 jongens.
Hoeveel jongens nu op de lagere
echoo! gymnastiekonderwijs genieten
la moeilijk na te gaan. In 't begin
"yah 1906 genoten 512.000 lgngens la
ger- en herhalingsonderwijs, maar
hoeveel van hen deden iets aan
lichaamsontwikkeling
De lagere school verlatende wordt
de toestand bepaald zeer slecht.
Dan ontvangen vermoedelijk gym-
nastiek-onderricht
bij de burgerscholen 7500
bij de gymnasia 600
bij de kweekscholen 600
door bemiddeling van het
Nedcrlandsch Gymnastiek ver
bond S800
jeugdige militairen 1200
particuliere scholen 1000
14700
Van 13 tot en met 18 jaar ontvangen
dus van de ongeveer 380.000 jongens
ongeveer 15.000 gymnastiek-onder
richt, dus NOG GEEN VIER PRO
CENT.
Men late zich in dit opzicht ook niet
op een dwaalspoor leiden door het
geen men zoo Zondagsmiddags op
een voetbalveld ziet. De meeste voet
ballers behooren tot hen, die toch
reeds gymnastiek-onderricht ontvan
gen, maar al was zulks niet het ge
val, welk miniem deel van de Neder-
landsche jeugd vertegenwoordigen
dan nog bijv. een honderdtal spelen
de vereenigingen
Ik maak hier even een aanteeke-
ning tot afbreking van het betoog.
Honderd vereenigingen te te laag ge
raamd.
Duizend zou beter lijken, wanneer
we alleen maar nagaan, dat in Haar
lem op Zondag gemiddeld wel twintig
vereenigingen spelen, al of niet aan
gesloten bij een Bond.
Intusschem is natuurlijk gymnas
tiek niet hetzelfde als voetbal.
Maar ik geef het woord weer aan
den schrijver.
.Denken wij ons eens een toestand,
waarbij de gewone leeraren en on
derwijzers tevens het gymnastiek-
onderricht konden leiden. Welk een
kracht zou van een dergelijke orga
nisatie ten bate der lichamelijke ont
wikkeling des volks kunnen uitgaan.
Immers er waren in 1906 werkzaam
Bij de gymnasia 446 leeraren.
Bij de Hoogere Bur
gerscholen 1040
B-j 't Lager Onderw.:
hoofden van scholen 4256
onderwijzers 10851
kweekelingen 1199
Totaal
17792 hoofden.
Van de 4438 lagere scholen (open
bare en. bijzondere) beschikken 833
over een gymnastiek-loknal en 2480
over een kleine speelplaats de ove
rige 1125 scholen hebben gymnas-
tiek-lokaal noch speelplaats I
Omtrent de onderwijskrachten het
volgende
In art. 2 van de Wet op het Lager
Onderwijs wordt o. a. voor het on
derricht in de vrije- en orde-oefenin
gen der gymnastiek (vak) eene be
paalde akte geëischt.
Ofschoon nu verreweg het grootste
aantal van de onderwijzers die
akte bezit, laat het gehalte dezer
leerkrachten over het geheel zeer veel
te wenschen over, deels omdat de ge
wone onderwijzers thans weinig be
lang in het gymnastiek-onderricht
stellen, deels omdat de hoofden van
scholen de gymnastiek niet aanmoe
digen, deels omdat de onderwijzers
meestal geen verhooging van salaris
genieten, indien zij het gymnastiek-
onderricht leiden.
Het recht om meer uitgebreid gym
nastiek-onderricht te geven, o.a. aan
toestellen, wordt verkregen door het
bezit van de akte S. De hooge eischen
die echter ten opzichte van anatomie
en physiologle voor het behalen dier
akte gesteld worden, hebben velen
er van afgeschrikt om zich voor het
examen te bekwamen. Zoodat in cms
land thana nog geen 675 leeraren ge
vonden worden, die tn het bezit van
de akte 8. zijn. Als leerkracht voor
de lichamelijke ontwikkeling van ons
volk valt dit geringe aantal dan ook
bijna in het niet.
Door de Commissie, in 1906 door
ken en van Oorlog benoemd in zake
„de bevordering van de lichamelijke
„geoefendheid der Nederlandsche
„jongelingschap", werd dan ook in
haar uitgebracht en zoo uiterst le
zenswaardig rapport voorgesteld, de
akte S. te doen vervallen en de akte
j te splitsen in een akte j A en een
akte j B. Eerstgenoemde akte zou de
bevoegdheid geven voor het gymnas
tiek-onderricht aan leerlingen bene
den de 15 jaar, terwijl de bezitters
van de akte j B hun onderricht zou
den kunnen uitstrekken ook tot leer
lingen boven de 15 jaar.
Ten einde zich voor het behalen
der genoemde akten te kunnen be-
kwamen, dacht de Commissie zich
een Centrale gymnastiekschool met
maandelijksche cursussen van eene
maand en ongeveer honderd leerlin
gen. Natuurlijk kunnen wij in dit
kort bestek niet verder op deze aan
gelegenheid ingaan, maar wel mee-
nen wij er de aandacht op te mogen
vestigen, dat dit groote beginsel
der Commissie levendig voor oogen
stond, namelijk dat het onderricht in
do gymnastiek in de toekomst aan
den gewonen klasse-o nd er-
wijzer zou moeten worden
opgedragen.
Eu indien dan op de lagere school
de lust voor degelijke lichaamsoefe
ningen bij het kind ontwikkeld is,
bestaat er hoop, dat die lust bij het
verlaten van de school niet zal zijn
uitgebluscht. Dan zouden alom gym-
nastick-vereenigingen verrijzen, die,
geholpen door Rijk en gemeente, de
licbaams-onitwikkeling van ons volk
in geheel nieuwe banen zouden lei
den.
Want het bedroevende is, dat na
het verlaten van de lagere school (12
of 13 jaar) -tot den militieplichtlgen
leeftijd geen prikkel bestaat en geen
dwang kan worden opgelegd om zich
lichamelijk verder te ontwikkelen.
Daarom loopt ons volk slecht, zijn
zijne lichaamsvormen in 't algemeen
niet mooi of sierlijk, en maken zij
niet .den indruk van vaardigheid en
kracht.
Uit het voorgaande blijkt, dat de
lichamelijke ontwikkeling des volks
nog zeer veel te wenschen overlaat.
Op dat gebied kunnen wij dan ook de
vergelijking met hetgeen in het bui
tenland geschiedt, slecht doorstaan,
en gewenscht mag worden, dat de
Rogcering de wenken der Commissie
waarvan hierboven sprake was, ern
stig ter harte neemt en tracht zoo
spoedig mogelijk de leemte aan te
vullen, die wij allen erkennen."
Tot zoover onze inzender.
Welke leemten er in het gymnas
tiekonderwijs bestaan, hebben wij,
Haarlemmers, onlangs kunnen ge
waar worden, toen de Raad besloten
heefi, dat onderwijs door daarvoor
bijzonderlijk bevoegden te laten ge
ven in eenige openbare lagere
schol-en.
Waarom niet in alle? Omdat daar
geen gelegenheid bestond. Tal van
scholen missen een gymnastiek
lokaal.
Evenwel bestaat natuurlijk de li
chamelijke ontwikkeling van de jeugd
niet in gymnastiek alleen.
Daarover Yolgen in een tweede ar
tikel nadere bijzonderheden.
J. C. P.
iSuitenlandsch Overzicht
Enkele dagen geleden stond de po
litieke barometer op storm (oorlogs
gevaar), nu is ze gerezen tot veran
derlijk en we moeten nog afwachten
wat 't zal wordenrijzen of dalen
vrede of oorlog.
'T WOORD IS THANS AAN
SERVIë.
De mogendheden hebben in Belgra
do hun waarschuwende stem doen
hooren en nu is 't maar de vraag of
de onderdanen van koning Peter zul
len luisteren. Heel veel hoop hebben
we daarop niet 1 Alle berichten ver
zekeren, dat er in Servië groote ont
stemming heerscht en vooral de hou
ding van Rusland zeer teleurstellend
heeft gewerkt. De Serviërs hadden al
le hoop op hun grooten en machtigen
vriend gesteld en ziet nu....
H Doet er niet toe, zeggen en den
ken de Serviërs, al verlaten
-al w
de Min'«ter* van Binnen!andsche Za- vrienden ons, wij blijven onverander.
lijk en wijken geen duimbreed. De
pers is buitengewoon oorlogszuchtig,
Lees eens de „Politika", die o. a.
schrijft
„Servië heeft tegenover Europa
zijn woord gehouden en den vrede
niet verbroken, hoewel het dadelijk
na de annexatie gemakkelijker ware
geweest, de ongeveer 20,000 man ster
ke Oostenrijksche bezetting uit Bos
nië te verjagen.
„Doch Servië is bedrogenEuropa
gaat nu zijn woord breken, door te
pogen het conflict bij te leggen door
een interventie te Belgrado. Doch
tegen alle raadgeving
in, zal Servië den oorlog
beginnen .De economische con
cessies mag Europa behouden. De
groote mogendheden kunnen tien
maal sterkei- zijn dan zij zijn zij
hebben uiet het recht Servië te be-
leedigen.
„Servië daarentegen heeft het recht
te eischen, dat de annexatie van Bos.
nië en Herzegowina, die slechts een
roof is, ongedaan worde gemaakt.
„Servië heeft slechts de keus tus
schen de inwilliging van zijn eischen
en zijn ondergang."
't ls als krijgstrompet-geschat I
Gelukkig is de Servische regeering
officieel wat meer ingebonden en
minder luidruchtig. Toch is nog een
antwoord op de waarschuwing der
mogendheden juister gezegd een
waarschuwing van Rusland alleen,
die evenwel verzonden is, op aan
drang der andere mogendheden
steeds uitgebleven, 't Eenigste ant
woord is, dat Servië in 't geheim
doorgaat, om zijn leger te verster
ken.
't Lijkt er dus op, dat Servië het
toch met alle geweld op een wapen
geweld wil laten aankomen. Waar
om 't Is buiten elke tegenspraak,
dat Servië in een oorlog met de Do-
na u-monarchie verpletterd zal wor
den een strijd tusschen een reus
en een dwergMaar.... Servië zal
redeneeren wanneer de lont eerst in
't kruit gestoken is, dan zal het wel
een algemeene oorlog worden en is
er voor Servië wellicht een. politiek
muntje te slaan. Ook verwaenten ze
dan den steun der Russen. Zullen de
zen hun Slaveunbroeders kunnen zien
lijden
Men ziet, 't oorlogsgevaar ia nog
niet geweken. Vooreerst hangt alles
af Yan de houding van Servië.
Toch mag men ook wel een oogje op
het niet minder
OORLOGSZUCHTIGE
MONTENEGRO
houden. Vorst Nikolaas steeds
pochend, eenmaal door den Russi-
schen Tsaar „Rusland's eenige
vriend" genoemd te zijn, is besigzijn
leger te mobiliseeren, en de laatste
roebels uit te geven voor een mili
taire demonstratie. Hij heeft zijn le
ger, dat nog niet zoo groot is als één
Oostenrijksche divisie, te Prestan ge
mobiliseerd, en houdt daar iederen
dag toespraken, oim zijn „soldaten op
te wekken tot den strijd voor de Sla
vische zaak, die door Rusland zal
worden gesteund". Ook zijn minis
ters doen aan deze opwekking mede,
door anti-Oostenrijkse he redevoerin
gen.
Nog eens
WAT ZAL RUSLAND DOEN, wan
neer 't onverhoopt tot een oorlog
komt. Frankrijk is ongetwijfeld te
gen de Balkan-politiek van Rusland,
zoodat Rusland zul moeten kiezen
tusschen Frankrijk en Servië. Zooals
de zaken nu staan, zal Frankrijk er
nooit voor te vinden zijn, om voor
Servië mee te doen aan een Euro
pees chen. oorlog.
De Eclair 't orgaan der Fr ari
sche generale staf schrijft o. m.
„Na den ongelukkigen Mandejoerij-
sc-hen veldtocüt en de slagen die Rus
land ontving door de koenheid der
revolutionnairen heeft het bevriende
en verbonden land slechts één recht
te zeggen „ik heb geleefd". Rusland
mag zich gelukwenschen, onder de
herhaalde slagen van binnen en van
buiten in et gestorven te zijn. Zulke
ziekten, die een staat tot in zijn tee-
derete deelen aantasten, laten slechte
een zeer langzaam herstel toe, te
meer daar de voor een buitenlandsche
actie noodige krachten nog heel ver
van bruikbaar zijn.
„In plaats dat Rusland zich onbe
zonnen met ontijdige betoogingen be
zig houdit, waarin het gevaar loopt
alles te verliezen wat het nog heeft,
kunnen redden, zou het waardiger en
met meer bezonnenheid handelen, te
overleggen of de tijd er wel gunstig
voor ls, om het door den arbeid der
Japanners en der brandstichters en
moordenaars begonnen werk door een
onzinnige onderneming te voleindi
gen".
De Russen kunnen dit „in de ooren
knoopen"v
EEN TOESPRAAK VAN KEIZER
WILHELM.
Weer eenJa, maar 't is nu weer
oon officieele, waarvan de tekst eerst
door de verantwoordelijke personen
gelezen is althans dit veronder
stellen we. Wilhelm hield deze rede
hij de herdenking van het 100-jarig
bestaan van het departement van oor
log.
Hij zei o. a. „Zwaarder dan ooit
heeft in 1808 het juk van den verove
raar gedrukt op den verbrokkelden
9t.aat. In dien tijd van diepe verne
dering heeft Friédrich Wilhelm III
het departement van oorlog in liet
leven geroepen. Tot dien tijd had aan
het leger een krachtige, eensgezinde
leiding, een bestuur ontbroken. He
den kan Ik met blijden trots zeggen,
dat 't Mijn vertrouwen en dat Mijner
verheven voorgangers op den troon,
steeds en volkomen gerechtvaardigd
heeft. Daarvoor betuig Ik diepbewo
gen Mijn Koninklijken dank. Mijn
ïilik richt zich hierbij in het bijzon
der op Scharnliorst en Von Roon, de
eerste de wapensmid der bevrijding
van Pruisen, de andere die van
Duitschlands eenheiid. Moge de nood
lottige tijd, waarin het ministerie
van oorlog werd opgericht steeds en
ton allen tijde een vermaning blijven
om nooit te rusten van den arbeid
voor liet vaderland. Dan zal de zegen
van den Almachtige ook op den ar
beid van het departement van oorlog
rusten, dan zal Duitschland uit alle
stormen, die de raadsbesluiten van
de Voorzienigheid over Duitschland
mogen doen losbreken, zegerijk te
voorschijn treden. Dat geve God
De keizer verleende eeii groot aan
tal onderscheidingen; Von Einem,
minister van oorlog, kreeg de orde
van den Zwarten Adelaar.
KONING EDWARD OP REIS.
Donderdagmorgen gaat Z. M. naar
Biarritz, om daar natuurlijk 't Spaan-
sehe koningspaar te ontmoeten. De
Fransche vriend, wordt niet verge
ten. Edward zal één of twee nachten
te Parijs doorbrengen en een samen
komst hebben met president Falliè-
res, alvorens zijn reis te vervolgen.
Dit is de tweede serie beleefdheids
bezoeken. Edward reist zoo dit jaar
de geheele wereld rond
NIEUW TURKIJE.
Menigeen heefi zich vermoedelijk
wel eens afgevraagd, hoe de houding,
die de Turksclie officieren in den
jongsten tijd dikwijls tegenover de re
geering aannemen, overeen te bren
gen is met de militaire discipline.
Dat het zoo niet langer kon gaan,
vond ook de minister van oorlog. Hij
heeft daarom een schrijven gericht
aan alle coramandeerende officieren
en daarin gewezen op het onbetame
lijke van de houding, die vele officie
ren aannemen en die strijdig is met
de goede orde en de discipline. Hij
verbiedt nu den officieren lid te zijn
van niet-er kende vereenigingen, uit
gezonderd militaire clubs en wijders
mogen de heeren niet aan politiek
doen, geen vergaderingen bijwonen,
geen artikelen in bladen schrijven
over dienstzaken, enz.
UI dit bericht door de officieren
vriendelijk ontvangen zal worden
We betwijfelen 't wel. Pas is deze
minister van oorlog door de hulp der
officieren op zijn zetel gezet (denk
aan de betooging der officieren in de
Kamer) en nu vaardigt hij dit verbod
uit. Zeker zuilen de landsverdedigers
denken: „Ondank is 'swereldsloonl"
Volgens een telegram uit Rome is
DE PAUS ONGESiELD
en zijn alle audiënties, die in de
laatste dagen zouden plaats hebben.
REVOLUTIE IN PERZIë.
Te Teller an rijn zeer verontrusten
de berichten ontvangen uit Reejt. De
revolutionnairen aldaar leggen n.l. op
den Russisclien straatweg versterkin
gen en mijnen aan om den opmarsch
der troepen te verhinderen.
Ook iai de hoofdstad laat de toe
stand alles to wenschen over. Een
groot gedeelte der bevolking heeft
zich wederom genoodzaakt gezien be
scherming te zoeken bij de buiten
landsche gezantscliappen. En de eerst
komende dagen zullen mogelijk nieu
we ellende brengen, want in procla
maties wordt verkondigd, dat binnen
eenige dagen bommen in. de stad zul
len wonden geworpen.
ROOSEVELT'S AFSCHEID.
Nadat Taft Donderdag zijn ambt
als president der Vereenigde Staten
zal hebben aanvaard, zal Roosevelt
niet weder naar het Witte Huis terug,
koeren, maar zich naar Oysterhay be
geven. waar de daar wonende repu
blikeinen hem een grootsche ai-
echeiidsovatie zullen brengen. Roose
velt beeft vroeger verklaard dat hij
omstreeks half Maart van New-York
naar Napels zou vertrekken, van
waar hij zich met een stoomschip van
de Duitsche Oost-Afrikalijn naar
Mombasa zou begeven.
Nu wordt al gezegd, dat de bood
schap, waarmee Taft het president
schap op het kapitool zal aanvaarden
meer dan 50,000 woorden zal tellen,
maar geen nieuwe staatkunde zal
aankondigen of verrassingen bevat
ten. Taft. zal er een zoo spoedig mo
gelijke herziening van het tarief in
aanbevelen.
Stadsnieuws
Verbetering.
In ons vorig nummer is een zin
storende schrijffout geslopen.
Er staat namelijk, dat de actie dei
vrijzinnig-Hervormden tot het ver
krijgen van een predikant der mo
derne richting niet zal worden voort
gezet.
De bedoeling is integendeel, dat
met die actie weldegelijk zal
worden voortgegaan.
Het woordje niet was te veel.
Philip Loots.
Onze medewerker voor muziek, de
heer Philip Loots, is ongesteld ea
moet voorloopig thuis blijven, zoodat
hij verhinderd is in de eerstvolgende
dagen verslag te geven van gehouden
concerten.
HUISHOUD- EN INDUSTRIE
SCHOOL.
Alle leerlingen van bovengenoemde
school, die gisteren deelnamen aan
tiet examen voor de nuttige handwer
ken slaagden, t.w.: de dames S. Can
tor, A. de Jong, H. Kriege en A.
Krijgsman.
Jubilé Simon 8.
Heden herdacht de heer B. E. Si
mons den dag, waarop hij vóór 25
jaar in dienst trad bij de firma S.-
Colien, electrische broodbakkerij. De
huldiging zal waarschijnlijk eerst la
ter plaats hebben.
Een huldiging.
Naar de „O. H. Ct." meldt is aan
den heer rar, Joh. Enschedé, aan
wien op zijn aanvraag met 1 Maart
eervol ontslag was verleend als voor
zitter van de Raden van Beroep voor
de Vermogens- en de Personeele Be
lasting te Haarlem, welke betrekkin
gen door hem van de oprichting dezer
Colleges af waren bekleed geworden,
een fraai bronzen beeld, voorstellen
de „le Devoir" aangeboden door de
leden, en plaatsvervangende leden,
die de rittingen onder zijn leiding
hadden bijgewoond.
REDE VAN Jhr. Mr. F. W. VAN
STYRUM.
Wij vernemen, dat het aftredeaid
Kamerlid Jhr. mr. F. W. van Styrum
zich bereid verklaard heeft te vol
doen aan een later tot hem door de
.Vereeniging tot bevordering zijner
herkiezing" te richten uitnoodiging
om op te treden voor de kiezers in het
district Haarlem.
„Jacob Kwaet".
De beroemde-benijde Wognummera
hebben on6 gisterenavond weer eens
voor de zooveeleie maal doen genie
ten van hun heerlijken zang. Veel ia
er over hen geschreven, zoo voor als
tegen, doch wij blijven bij onze opinie
dat zij onovertroffen in samenzang,
zuiverheid en nuanceering zijn. Daar
komt bij dat iedere partij met recht
genoemd kan worden. B.v. de alten;
dat zijn nog eens alten, die ook wer
kelijk een altgeluid hebben. Hoeveel
vereenigingen zijn er niet, die z.g.
alten hebben, maar wat meerendeeLa
mezzo-sopranen zijn of zangeressen
met zeer kleinen omvang van stem.
Bij de Wognummers is dat niet het
gevai .Vandaar dat men bij hun pia
nissimo's steeds den indruk krijgt,
een zeer beschaafd strijkkwartet te
hooren of het zachte geluid van een
orgel. Wat was b.v. in het voor ge
mengd koor bewerkte Panis Angell-
cus van César Franck, de begelei
ding zacht en zuiver; dacht men
soms niet aan een. instrumentale be
geleiding met rein gestemde snaren?
Hoewel wij niet veel voor dergelij
ke arrangementen voelen, moeten wij
toch melden, dat èn sopraan-soliste
èn liet koor glansrijk de kritieke moei
lijkhedeu overwonnen, die In dit
werk ruimschoots aanwezig zijn.
i Een der schoonste momenten van»