HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. In stormachtige Tijden. Binnenland Onze Lachhoek DONDERDAG 4 MAART 1909 ook op Schoten letten, dat juist in de Jaren 1905, '06 en '07 in zijn stads kwartier zoo groote uitbreiding heeft gekregen en waarvan de bewoners ongetwijfeld voor een deel van de Bank van Leening af en toe gebruik maken. De vraag schijnt daarom niet te onpas, of een vooruitgang in den om zet met 1400 (van 1905 tot 1906) en met 1000 (van 1906 tot 1907) wel vol doende geacht mag worden. Men kan zeggen, dat deze klim ming, hoe gering ook, nog onge- wenschit moet heeten en dat een ver mindering van cijfers zou wijzen op betere tijden, maar het is hoogst ge vaarlijk, Ln deze aangelegenheid het terrein der holle theorie te betreden. Zeker zou het ideaal wezen, dat er geen gemeentelijke bank van leening meer bestond, omdat er niemand meer was, die in geldnood verkeerde, maar aan dien heilstaat zijn we nog niet toe."We waren daarheen aller- minst op weg in de drie genoemde jaren, toen d§ algerneene toestand in de maatschappij eer tot een vermeer derd gebruik van de Bank van Lee ning dan tot een afneming daarvan aanleiding geven moest Zonder twijfel wordt deze stichting zoowel door de ambtenaren, die daaraan verbonden zijn, als door de commissie, met groote zorg beheerd. De vraag is alleen maar, of zij op de hoogte van haar tijd gebleven is. Wij ziging van maatschappelijke neigin gen heeft er in de laatste jaren zeker plaats gehad. Ging de Bank van Leeniing daarin mee? Toevallig heb ik vernomen, dat zij geen geld kan geven op voorwerpen, die veel ruimte innemen, zooals fietsen en naaima chines, en wel alleen omdat het ge bouw ln de Kleine Houtstraat deze artikelen niet bergen kan. Toch zijn juist deze zaken onder de kostbaarste en tegelijk onder de meesrt verspreide in alle standen. Wil dus een gemeen telijke Bank van Leening voldoen aan haar roeping, dan behoort zij geld te kunnen voorschieten juist op der gelijke voorwerpen. Is zij daartoe niet in staat, dan zoekt het publiek ais van zelf naar een andere gelegenheid en vindt die in de huizen van verkoop, met recht van wedertnkoop, waarvan wij er in Haarlem dan ook al eenige bezitten. Zulke instellingen geven licht aanlei ding tot verkeerde practijken, maar ook wanneer dat niet het geval is, moeten de Banken van Leening zich hun taak n<iet uit de handen laten nemen Daarop wijst reeds de considerans van het koninklijk besluit van 't jaar 1826. Daarbij wordt overwogen, dat de ondervinding de noodzakelijkheid heeft aangetoond, om althans in den tegenwoordigen staat der maatschap pij. openbare instellingen te houden, die bepaaldelijk gemachtigd zijn om gelden op onderpand voor te schie ten. daardoor een hulpmiddel aan bieden ln dringende benoodigdheden |en de beleeners voor den woeker be veiligen. En verder op wordt het nog duidelijker gezegd „dat deze instel lingen, geen ander oogmerk hebben de dan om de belangen te bevorderen dor genen, die zich genoodzaakt zien, hun toevlucht tot dezelve te nemen, het tot de meest volledige bevorde ring van dat doei noodzakelijk is om dezelve in te richten op zoodanigen gunstigen voet voor de beleeners, als met den aard der zaak maar eenigs- zins overeen te brengen is." Het is niet bepaald een „gunstige voet' voor de beleeners, wanneer in een Bank van Leening artikelen van grooten omvang niet kunnen wor den aangenomen, omdat daarvoor geen ruimte is. Het rapport over de banken van leening, dat indertijd namens de Maaitschappij tot Nut van 't Alge meen door d>e heeren Mr. J. Kruse- man c. s. is uitgebracht, levert, al is het inmiddels weer vijf jaar oud ge worden, veel wetenswaardigs op. Daarin worden o. a. verschillende middelen aangegeven, om het publiek de voorkeur te doen geven aan de Bank van Leening, bijvoorbeeld door d»e Zaterdagavond en Zondagmor gen open te stellen, het voorschot zoo hoog mogelijk te doen zijn, de gelei delijke lossing gemakkelijk te maken, de verkoopingen onder zoo gunstig mogelijke conditiën te doen geschie den, dat wil zeggen in een ander lokaal, dan de Bank zelf en waar men een uitgebreider publiek kan verwachten. Ik kan op dit oogenblik niet beoor- detlen, of van wat hier opgesomd wordt, zou kunnen worden toegepast op onze Haarlemsche Bank van Lee ning. Maar dat de Raad eens ernstig ovei weegt, of de oude instelling niet in een nieuw kleed dient gestoken, naar de mode van den tijd, komt mij wel voor nuttig te zijn. J. C. P. Stadsnieuws Rubriek voor Vragen Geabonneerde» hebben het Toorrecli vragen oj» rersc-'illend gebied, mits voor nrautwoording vatbaar. tl. te eenden bij de Rednclie va» Haarlem'. Dagblad. Qroou iouteiraai 53 Alle antwoorden worden geheel kosteloos ie geven en, voor eooreel mogelijk ia. den iag na de inseudiug VRAAG. Mag een huisknecht, die met de 14 dagen zijn geld ontvangt en niet inwonend is, met de 14 da gen vertrekken Moet ik nu mijn betrekking juist op mijn gelddag opzeggen, den leo of den 16en ANTWOORD. Ja, u kan met 14 da gen vertrekken. De wot geeft u de uitdrukkelijke be voegdheid om op te zeggen tegen wel ken dag u verkiest. VRAAG. Als ik er belang bij heb om eerder te gaan, wat kan mevrouw dan daaraan doen ANTWOORD. U de wettéliike scha. delooseteJling opleggen, in dit geval 14 dagen loon. VRAAG. Als een meisje een week vóór Februari in dienst is gekomen, heeft mevrouw dan het recht om den gudspenning in twee gedeelten te be talen, den lóen Maart en den laatsten April. ANTWOORD. Als dat zoo overeen gekomen is, dan natuurlijk wel, maai net gebruik brengt mede, dat de godspenning bij het aangaan van de huur gegeven wordt. VRAAG. Binnen hoeveel weken kan een mevrouw een meisje wegzenden als lieden haar de dienst opgezegd is' ANTWOORD. Mevrouw moet zich houden aan den wettel ij ken termijn van opzegging, die overeenkomt met den tijd, die verloopt tusschen twee loon betalingen. De langste termijn is echter zes weken. VRAAG. Tot hoe laat mag een mevrouw een meisje laten werken, of bestaat daar geen bepaalde tijd voor ANTWOORD. Een bepaalde tijd is er niet voor, maar de vraag is na tuurlijk alleen van belang voor een inwonende dienstbode en wanneer deze met de eischen van mevrouw geen genoegen neemt, dan moet zij den dienst op een behoorlijken ter mijn opzeggen, 't ls onmogelijk om al die duigen te regelen en even on mogelijk, om er over te procedeer en. VRAAG. Wie betaalt bij de geboor te van e»n prina i>f pi mses de 4UÜU of iSOUO, die de minister van justitie ontvangt, ais hij het kind bij den burgerlijken sLuid aangeeft, de Ko ningin uit haar particuliere kas of het Rijk ANTWOORD. A 1 s de minister dat cadeau krijgt, dan natuurlijk uit de particuliere kas, want eeai post op de begrooling is daarvoor niet uit getrokken. VRAAG. Ik heb een dienstbode per week gehuurd, voor een maand of vier geloden. Nu is zij 31 Januari jl. ziek geworden, bij haar thuis, dus vóór de Arbeidswet iu werking trad. Nu verlangt men van mij, dat ik den dokter betaal, ben ik daartoe ver plicht ANTWOORD. Geenszins, het meisje heeft recht op haar loon, gedurende een betrekkelijk korten tijd, maar niet op vergoeding van geneeskundi ge behandeling. VRAAG. Ben ik verplicht bij liet huren van dienstboden contract te maken ANTWOORD. U bedoelt dan na tuurlijk schriftelijk contract? Neen, dat is geen vereischte. Als u van de gewone bepalingen der wet niet wenscht af te wijken of geen bijzon dere, geoorloofde bedingen wenscht te nvaken, dan zien wij het nut van een schriftelijk contract niet in. VRAAG. Weet u ook een middel, om lanoaster-gordijnen schoon te maken ANTWOORD. Neen, beter is het nieuwe aan ie schaffen. Schoonmaken gaat niet goed. VRAAG. In welke stad is de Han- delsreizigers-vereeniging „de Een dracht" gevestigd ANTWOORD. Deze vereeniging is te Rotterdam gevestigd, Coolsingel 21 VRAAG. Mag men personen, die zich in de Rijkswerkinrichting Veen- huizen bevinden, bezoeken of met hen briefwisseling onderhouden? ANTWOORD. Schrijf een briefje aan den heer Directeur van de Rijks werkinrichting te Veenhuizensluit een postzegel voor antwoord in en ge zult wel antwoord ontvangen. VRAAG. Ik heb een lot op een pre- mieieening van 1888 van Bevilacqua Ia Masa, maar heb enkele trekkin gen niet kunnen controleereu. Hoe zal ik ze te welen komen ANTWOORD. Deze en andere loten Kunt u tegen een vergoeding van 5 cents bij een bank laten nakijken. VRAAG. Wordt nummer 358 van de October-lichüng met Mei opgeroe pen ANTWOORD. Neen, daarvan kan nu nog niets gezegd worden. VRAAG. Waar kan ik een genees middel, dat ik aan de deur gekocht heb en mij waardeloos toeschijnt, gratis laten onderzoeken ANTWOORD. Geneesmiddelen, die men aan de deur koopt, zijn in den egel waardeloos. Misschien wil de heer Havelaar, directeur van ons ge meentelijk laboratorium, Spaarne bij de Korte Veerstruat, het wel koste loos voor u onderzoeken. VRAAG. In aansluiting op mijn vorige vraag, hoe ik 't adres van mijn familie in Amerika zou te weten kun nen komen, deel ik u thans mede, <kit ik nu een fotografie met het adres van den fotograaf heb. Zou ik daar mee verder komen ANTWOORD. Dat is wel mogelijk wij kunnen het niet beoordeelen. Wilt a den lieer Sharpsteen een Enpelsch briefje schrijven? Wij willen u daar aan wel helpen, als u maar opgeeft, wat er in moet staan. VRAAG. Ik heb een dagmeisje ge huurd, dat Vrijdag reeds niet meer terug gekomen is. Beu ik nu ver plicht 4 dagen loon uit te betalen ANTWOORD. Verplicht niet maar ze heeft toch vier dagen voor u gewerkt 1 VRAAG. Waar kan men boeken over geneeskunde krijgen ANTWOORD. Bij elkon boekhande laar. Titels vindt u in de bibliogra- phie, die de boekhandelaar u ter in zage geven kan. VRAAG. Tot wien moet ik mij wen den, om vrije overtocht naar Ameri ka te krijgen, om die later in te ver dienen Mijn beroep is heibaas. ANTWOORD. Vrije overtocht zal n:et gaan .Misschien kan men uwe diensten op een boot van de Neder! Amerikaansche Stoombootmaatschap pij gebruiken. Wend u tot die Maat schappij te Rotterdam VRAAG. Mijn meisje verliest inde tram haar armband. Eenige dagen later komt een juffrouw, die met haar in de tram zat, zeggen, dat zij die armband voor 5U ets. beleend heeft die ze nu terug wil hebben. Hiervan is niets waar. Kunt u mij ook zeggen wat daaraan te doen is ANTWOORD. Doe aangifte bij de politie. RECTIFICATIE. Men deelt ons mede, dat hier wel degelijk een bu reau bestaat tot plaatsing van han dels*. en kantoorbedienden, n.l. het bureau van de Afd. Haarlem van den Nationalen Bond van Handels- en Kantoorbedienden „Mercurius". Cor. respondent hiervan is voor Haarlem de heer J. P. Schijf, Berckheyde- srtraat 31, alhier. DE TWEEDE KAMER hield gisteren maar een korte zitting, omdat zij den namiddag grootendeels in de afdeel in gen doorbracht. Zij behandelde, ten deele, een sup pletoir© begrooting, houdende het eerste credioi voor verbetering van de rivier de Waal. Dit crediet, dat tot 1 1/2 21/4 millioen zou stijgen, kwam den heer Lely te laag voor, die, op technische gronden, een wat verder strekkende verbetering be pleitte, terwijl ook de heer Tydeman betwijfelde of een bescheiden navol ging van de vroegere normaliseering aan liet doel zou beantwoorden. De ze spr. had bovendien het bezwaar, dat door den aanleg van grondkrib- ben en dammen de scheepvaart en daardoor de steenen-industrie langs de Waal, werden bemoeilijkt. Belem mering voor de binnenschipperij vreesde ook de heer Smeenge, die bo vendien breed uitmat het teloorgaan van de grindbagger-industrie, waar mede dat ontwerp dreigde. De heeren Plate en Mees verdedig den het voorstel op grond der belan den van handel en industrie en van nternational© verplichtineen. Heden 11 uur voortzetting. De Kamer maakte de volgende no minatie op voor een vacature in den Ho<vr»n Raad 1. raadsheer mr. J. A A. Bosch te 's-Hertogenbosch2 prof. J. F Houwing, te Amsterdam 3 advocaat-generaal mr. A. M. Pley te, te Amsterdam. De voordracht zal der Koningin schriftelijk worden aangeboden. UNTFORM WISSELRECHT. Door de ministers van Buitenland sohe Zaken en Just:t:« is aan de Twee 1e Kamer toegezonden een staat aaneevende het onthaal, dat de uit- nool'ging der Nederlandsche reee© ring aa.n de mogendheden ondervon den heeft betreffende bet houden ee ne rinternntionale conference tot het ontworpen van een un:form wissel recht. Daarbij is, ter inzage voor de leden, ter griff e nedergelegd eene door de staatscommissie voor het internat'o- nnal privaatrecht opgestelde vragen lijst ln zake bovenbedoeld onderwerp van welke Mist door den m'nister van Rir tenlandsche Zaken exemplaren zijn toegezonden aan de onderschei dene kamers van koophandel en de directie van de Nederlandsche Bank Het aantal staten, die uitgenoodigd zijn tol deelneming aan de door Ne derland uitgeschreven internationale co n foren lie voor het wisselrecht, be draagt 44. KIESRECHT VOOR DE VROUW. Aan den minister van bimneiiland- sche zaken is een adres gericht door de Vereeniging voor Vrouwenkies recht naar aanle.ding van de intrek king van liet voorstel door het mini sterie De Meester ingediend tot wijzi- g.ng der Grondwet. Waar gezegd wordt dat uitstel te wachten is van initiatiefvoorstellen, bij de Tweede Kamer aanhangig tot grotidwetswijz.gingen, die kiesrecht en verkiesbaarheid der vrouw voor schrijven of bereikbaar doen worden, meent adressant dat in dezen stand van zaken subsidiair het doaikbee'd overweging verdient, door onmiddel lijke vergemakkelijking der Grond wetsherziening zelve voor "deze her vormingen een gemakkelijker weg te openen en dat daardoor ook de weg zoude worden gebaand voor de indie ning van andere voorstellen betrek kelijk tot het verieenen van kies recht. Adressant verzoekt nu bij de Regee ring en de Staten-Ganeraal aan te dringen op zoodanige onmiddellijke vereenvoudiging der Grondwetsher ziening zelve, dat de gewone wetge ver bevoegd worde, hetzij met gewo ne, hetzij met een grootere bij de grondwetswijziging te bepalen meer derheid, doch zonder dat steeds ont binding der Kamers wordt vereisent, tot de ver leen i<ng van kiesrecht en verkiesbaarheid aan vrouwen te be- slu'ten. AL TE GUL. Gomt tot Piet - Toe Piet! Geef Jan eens eventjes een oorvijg; je krijgt 'm straks drie dubbel van me terug. VERSTROOID. Professor, op zijn schrijftafel zoe kende Welke ezel heeft nu mijn pen weer verlegd Voelt aan zijn oor, waarachter de pen steekt. Dacht ik het niet. TE VEEL VERLANGD. Een meisje kocht in een winkel een horloge met een jaar garantie. Wat wil dat zeggen vroeg ze. Dat beteekent, dat we het voor u in orde houden gedurende dien tijd. Natuurlijk nis de groote veer breekt. O, ja, juist. Een week later was ze al terug, met de mededeel mg, dat het horloge zoo raar deed. Mag ik het eens zien zei de ver- kooper. Zij zocht in haar blouse. Plotseling viel het horloge op den vloer, maar zij raapte liet kalm op en overhandig de het met een gezicht, alsof het niets bijzonders was, aan den winkelier. Deze beheerschte zich en zei vrien delijk Een horloge moet zorgvuldig behan deld worden. O, ik ben er altijd voorzichtig mee, draag het altijd in mijn blouse, <lat er geen krassen op zullen komen. Ik had het eigenlijk aJ eerder moeten brengen, omdat liet zoo slecht ging, maar ik liet tiet onder mijn kussen liggen Daardoor raakte het onder 't wasrhe-ed en werd een beetje mee- gekookt. Ik vrees, juffrouw, dat we u de- ze i ep.trau© iu rekening zullen moe ien brengen. Neeu maar, zei liet meisje ver- oniwaaidigd, dut is nu toch wel wat heel kras. Ik zou toch een jaar ga- i amie nebben en nu heb ik liet nog maar eéu week en nauwelijks ge bruikt. LEUK. Een boer kwam te "s-Hertogeu- bosch aan hot station met een kilo- meterboekje en moest naar Amster dam. Mijnheer, vroeg hij, hoeveel ki lometer is dat, van s-llertogenbosch naar Amsterdam Vier en tachtig, antwoordde de heer. Zoo, zei de boer. En van Amster dam naar 's-Hertogenbosch Domme boer, antwoordde de heer dat is ook vier en tachtig. Dat is nog al natuurlijk. Zoo, zei de boer, is dat zoo nar tuurlijk f Antwoord u nou eens. Hoe veel dagen zijn er tusschen Paschen en Pinksteren? Veertig, antwoordde de heer. En van Pinksteren tot Paschen, .hernam de boer. Toen smeet de heer met een kwaje bui het loket dicht. SMAKELIJK. Een professor, die zit te hengelen, heeft een stukje worst als aas aan den haak geslagen toen hij dat zag, riep hij uit Mijn hemel 1 zou ik nu den regenworm bij mijn broodje hebben opgegeten O, DIE VREEMDE WOORDEN. Vriendin Hoor eens, lieve Wilhel mine, dat costunm van je, gistere was verrukkelijk Ailheimiue: Niet waar I Dat heeft lurore gemaakt. VTieuu-n: l urore, zeg je? Toe, geef uie zijn adresdan laat ik er ook een bij hem maken. LOGISCH. VaderJongen, jongen, wat ziet je overjas er smerig uit eu vol modder Jau Ja, die is gisteravond op straat gevallen. Vader W aarom hield je hem dan uiet beter vast? J anOmdat ik hem aan had. PRINS HENDRIK OP REIS. De Prins vertrok hedenochtend te 7.13 per Staatsspoor, vergezeld door kapitein jhr. Van Suchtelen van de Haare, zijn adjudant, naar Burge- steinfart, teneinde aldaar een bezoek te brengen aan zijn ooui, den vorst Van Eontlvein. Van daar vertrekt Z. K. H. Vrijdag voor een paar dagen naar Berlijn. De Prins is voornemens Zondag a. s. in de residentie terug te keeren OM ONS HEEN No. 892. Bank van Leening. De Haarlemache Bank van Leening ls niet wat men noemt een bloeiende onderneming. Op de begrooting voor 1909 is daarvoor als winst geraamd een sommetje vaai 400 en wanneer we nagaan, dat daarvoor een kapi taaltje van ƒ30000 als voorschot bij de gemeente beschikbaar moet zijn, dat dus fe'tel'jk al* bedrijfskapitaal kan worden beschouwd, dan is het dui le lijk, dat de nog niet ten volle 11/2 proceüt van deze som een povere ren te is. Nu spreekt het van zelf, dat het ever min toe te juichen zou zijn, wan neer de Bank van Leening duizende guldens verdiende. Dat zou een be wijs zijn, dat deze instelling hoogere rente nam, dan van medeburgers, die in nood zijn, redelijkerwijs mag worden gevorderd. Maar aan den anderen kant mag van een Bank van Leening, die zoo weinig afwerpt, ge vraagd worden, of zij nog wei aan hare roeping voldoet, en, zoo niet, of het dan geen tijd wordt tot reorga nisatie van de Instelling over te gaan De cijfers van het bedrijf zijn tn de drie laatste jaren 1905, 1906 en 1907 (het jaarverslag over 1908 is nog niet verschenen) vrij stabiel gebleven. In 1905 werden beleend 86673 panden, waarop is voorgeschoten 247.611, in 1906 86857 met een voorschot van 249.069 en in 1907 87130 met een som aan voorschot van 250.102.50. In die jaren werden gelost 86421, 85988, 85119 panden. Daarvoor werd terug ontvangen ƒ248.382,25, 248.299, ƒ243.122.25. Verkocht werden 2090, 1766, 1459 panden, met een opbrengst van 8004.03 1/2, 4987.75, ƒ4109.25. Aan houders van pandbriefjes werd wegens meerdere opbrengst van ver kochte panden boven de beleening uitgekeerd 1 585.21 1/2, 758.10, 823.06. Het voordeelig saldo, dat in de gemeentekas kon worden gestort, be droeg 1303.83, 857.91, 211.15 1/2. Uit deze cijfers blijkt in de eerste plaats duidelijk genoeg, dat de mede- deelingeri in het gemeenteverslag, zonder uitvoerige toelichting, voor den buitenstaander onbegrijpelijk zija. Immers wij kunnen niet dade lijk overzien, hoe het komen kan, dat terwijl het aantal ingebrachte pan den in die drie jaar stijgende is ge weest en het aantal geloste panden daleude. ten slotte toch heft aantal verkochte panden niet grooter, maar ze*r belangrijk kleiner geworden is, zoo zelfs, dat de opbrengst daarvan tot bijna de helft is gedaald. Natuurlijk kan hier geen critiek mee worden bedoeld. Wanneer we bet hoe en waarom kenden, zouden we de juistheid daarvan zeker wel toegeven, maar het is juist altijd mijn grief tegen het bestuur van de Bank geweest, dat het zoo karig is met zijn inlichtingen over deze instelling. Die geheimzinnigheid begrijp ik niet. Dat namen en personen niet ter kennis van het publiek gebracht worden, zal iedereen toejuichen, maar de burge rij heeft, meen ik, recht op meer ge gevens omtrent deze gemeentelijke instelling, dan geput kan worden uit cijfers, die zooals ze daar staan, nu en dan zelfs met elkaar in strijd schijnen te komen. Het cijfer, waaraan wij de grootste houvast hebben, is waarschijnlijk het aantal der ingebrachte panden en de soiu, die daarop is voorgeschoten. Beide getallen vertoonen stijging, maar groot is ze niet. Geringer zelfs, dan wel verwacht zou worden in ver band met de toeneming van de be volking. Immers we moeten bijhet tn aanmerking nemen van dezen factor niet enkel op Haarlem, maar FUUÏLLElON Naar het Engelsch, door Barones Orczy 17) Een poos lang werd er niets gezegd in de kamer. Déroulède sloot zijn schrijftafel en stak de sleutels in zijn zak. Zullen wij mijn moeder even opzoeken, Blakeney zei hij, terwij! hij naar de deur ging. Ik zal haar heel gaarne mijn compliment even maken, antwoordde S'r Percy maar voordat wij van dit onderwerp afstappen, wij ik toch nog even zeggen, dat ik van gedachten veranderd ben omtrent die papieren. Als ik je van dienst wil zijn, dan zal het toch wel het beste zijn, dat ik ze eens doorkijk en dat ik je mijn opinie zeg omtrent je plannen. Déroulède keek hem even scherp aan. Zeker, zei hij eindelijk, terwijl hij op zijn schrijftafel toeliep. Ik zal hier bij ja bliiven, terwijl Je de papieren doorleest. O neen I vanavond niet, waarde lieer, zei Sir Percy luchtig het is al laat, en mevrouw wacht op ons. Zij zullen volkomen veilig bij mij zijn, als jij ze aan mijn zorgen wilt toevertrouwen. Déroulède scheen te aarzelen. Bla keney had op zijn gewonen, luchtigen toon gesproken, en was nu bezig, zijn keurig passend costuum rechtte trekken. Misschien kun je mij niet volko men vertrouwen lachte Sir Percy vroolijk. Ik maak zeker een al te onverschilligen indruk. Neen, dal >s het niet, Blakeney I zei Déroulède eindelijk kalm. Ik wantrouw je niet, alle wantrouwen is aan uw kant. Geloof mij 1 begon Sir Percy. Neen je behoeft mij niets uit te leggen. Ik begrijp en waardeer je vriendschap, maar ik zou je zoo graag overtuigen, hoe onrechtvaardig je wantrouwen is tegen die engel in menschengedaante, die hier in d't huis is. Oho I nu zijn wij er. nu begrijp ik alles, amice. Ik dacht, dat je de vrouwelijke sekse voor goed hadt afgezworen, en nu ben je verliefd. Krankzinnig, blind, dwaas ver liefd, Blakeney, vei Déroulède met een zucht. Hopeloos, vrees ik I Waarom hopeloos? Zij is de dochter van den over leden hertog De Marny, een der oud ste aristocratische families tn Frank rijk een koningsgezinde tot in hart en rviereu Vandaar dus je overweldigende sympathie voor de koningin 1 Neen, amice, daarin vergis jij je Ik zou mijn best gedaan hebben om de koningin te redden, ook ai had ik nooit geleerd Jul'ette lief te heb ben. Maar nu zie je hoe onrechtvaar dig je wantrouwen was. - Was ik wantrouwend Neen, ontken dat nu niet. Zoo straks drong je er sterk op aan, dat ik die papieren zou verbranden. Je noemde ze nutteloos, gevaarlijk, en nu -- Ik beschouw ze nog als nutte loos en gevaarlijk en wil ze alleen lezer om mijn opinie te bevestigen en mijn argumenten kracht bij te zetten. Als ik ze nu aan jou gaf, dan zou het den indruk maken, of ik haar wantrouwde. Je bent een krankzinnige idea list, waarde Déroulède Wat kan ik daaraan doen Ik heb nu ongeveer drie weken lang met haar onder hetzelfde dak gewoond. Sinds dien tijd is «ij mij hef gewor den. En eerst als Je zult Inrien, dat je Ideaal een gewoon menschenkind is, eerst dan zul Je de ware les der liefde loeren, zei Blakeney ernstig. Is het liefde om een ideaal op een afstand te aanbidden, iemand die Je niet durft aanraken, die als een nevel I om je heen hangt en die zelfs al voor 1 je blik verdwijnt Neen, liefhebben is te voelen, dat er een wezen in de wereld is, dat één is met ons, één in alles Voor ons, mannen, is liefheb ben eene vrouw te vereeren, ia weten, dat zij leeft en adem haalt evenals wij, lijdt zooals wij lijden, met ons denkt, met ons lief heeft. De engel, die jij aanbidt, is get n vrouw, als zij niet heeft gele den, nog minder als zij nooit iets verkeerds heeft gedaan. Val op de knieën voor je ideaal, als je dat wenscht, maar trek haar dan tot je omlaag, tot de eenige hoogte, die zij behoeft te bereiken, die van je eigen hari. Het is moeilijk een getrouw verslag te geven van den invloed, die van d^zen man uitging, terwijl hij sprak; van dezen goed gekleeden, eenigszins falterigan ijveraar voor de grootste liefde, die een man ooit gekend heeft. En terwijl hij sprak, scheen het gcheele verhaal van zijn eigen groo te, oprechte liefde voor de vrouw, die hem eens zoo diep beleedigd had, duidelijk op zijn sterk, droomerig, goedhartig, vriendelijk gezicht, dat gloeide van teederheid voor haar, te staan geschreven. Déroulède voelde dien Invloed en nam hem daarom deze toespeling op aijn en gei, die hij nog wilde blijven veieeren. op zijn manier, niet kwa- 1 IJ tv Droomer en idealist als hij was, werd zijn ziel geheel ingenomen door de groote sociale vraagstukken, die een geheel land in beroering brach ten, hij had nog geen tijd gehad, de zoet- les van de natuur aan haar uitverkorenen te leeren de les van een groote, ware, menschelijke en vurige liefde. Voor hem vertegenwoordigde Ju liette op dit oogenblik de volmaakte belichaming van zijn meest idealisti sche droomen. Zij stond :n zijnen gceit zóó ver boven hem, dat hij nau welijks geJeden zou hebben als hem gebleken was. dat zij onbereikbaar was. Bijna verwachtte hij niets an ders. - En zullen wij nu naar de dames gaan zei Blakeney, na eene lange pnuze, waarin het werken van zijn scherpzinnig brein bijna zichtbaar wn9 in den ernst igen blik, dien hij op zijD vriend wierp. Je zult de papieren ln je schrijf tafel bewaren, ze je engel in bewa ring geven, haar zonder voorbehoud in vertrouwen nemen, en als de tijd komt, dat Je onttroond ideaal ter aarde zal vallen, gun mij dan heit voorrecht getuige te zijn van je ge- Iuk. Je bent nog vol van wantrou wen .Blakeney, zei Déroulède luch tig Als je verder nog Iets zegt dan zaJ ik Mademoiselle De Marny deze papieren tot morgen in bewaring ge ven. HOOFDSTUK VII. Dien avond, toen Blakeney in zijn Jas gehuld de Rue Ecole de Médecine doorliep om op zijn eig%n kamers te Ikomen, voelde hij plotseling een be deesde hand op zijn mouw. Anne Mie stond naast hem, haar bleek, melancholiek gelaat keek tus schen de plooien van een donkere kap uit, die stijf onder haar kin was vast gebonden, naar den langen Engelsch- man op. - Monsieur, zei ze verlegen, ik hoop. dat u het niet al te brutaal zal vinden Ik ik zou zoo graag wat m» t u willen praten mag ik Hij keek heel vriendelijk op de on aanzienlijke, kleine gestalte neer, en hat sterke gelaat kreeg een zachtere uitdrukking, toen hij den armen, mis vormden schouder, den harden, pijn lijken trek van den jongen mond, den algtmeenen aanblik van meelijwek kende hulpeloosheid opmerkte, die inei zooveel kracht op zijn gevoel van ridderlijkheid inwerkte. ^Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5