HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
In stormachtige Tijden.
Binnenland
Onze Lachhoek
DONDERDAG 4 MAART 1909
ook op Schoten letten, dat juist in de
Jaren 1905, '06 en '07 in zijn stads
kwartier zoo groote uitbreiding heeft
gekregen en waarvan de bewoners
ongetwijfeld voor een deel van de
Bank van Leening af en toe gebruik
maken.
De vraag schijnt daarom niet te
onpas, of een vooruitgang in den om
zet met 1400 (van 1905 tot 1906) en
met 1000 (van 1906 tot 1907) wel vol
doende geacht mag worden.
Men kan zeggen, dat deze klim
ming, hoe gering ook, nog onge-
wenschit moet heeten en dat een ver
mindering van cijfers zou wijzen op
betere tijden, maar het is hoogst ge
vaarlijk, Ln deze aangelegenheid het
terrein der holle theorie te betreden.
Zeker zou het ideaal wezen, dat er
geen gemeentelijke bank van leening
meer bestond, omdat er niemand
meer was, die in geldnood verkeerde,
maar aan dien heilstaat zijn we nog
niet toe."We waren daarheen aller-
minst op weg in de drie genoemde
jaren, toen d§ algerneene toestand in
de maatschappij eer tot een vermeer
derd gebruik van de Bank van Lee
ning dan tot een afneming daarvan
aanleiding geven moest
Zonder twijfel wordt deze stichting
zoowel door de ambtenaren, die
daaraan verbonden zijn, als door de
commissie, met groote zorg beheerd.
De vraag is alleen maar, of zij op de
hoogte van haar tijd gebleven is. Wij
ziging van maatschappelijke neigin
gen heeft er in de laatste jaren zeker
plaats gehad. Ging de Bank van
Leeniing daarin mee? Toevallig heb
ik vernomen, dat zij geen geld kan
geven op voorwerpen, die veel ruimte
innemen, zooals fietsen en naaima
chines, en wel alleen omdat het ge
bouw ln de Kleine Houtstraat deze
artikelen niet bergen kan. Toch zijn
juist deze zaken onder de kostbaarste
en tegelijk onder de meesrt verspreide
in alle standen. Wil dus een gemeen
telijke Bank van Leening voldoen
aan haar roeping, dan behoort zij
geld te kunnen voorschieten juist op
der gelijke voorwerpen.
Is zij daartoe niet in staat, dan
zoekt het publiek ais van zelf naar
een andere gelegenheid en vindt die
in de huizen van verkoop, met recht
van wedertnkoop, waarvan wij er in
Haarlem dan ook al eenige bezitten.
Zulke instellingen geven licht aanlei
ding tot verkeerde practijken, maar
ook wanneer dat niet het geval is,
moeten de Banken van Leening zich
hun taak n<iet uit de handen laten
nemen
Daarop wijst reeds de considerans
van het koninklijk besluit van 't jaar
1826. Daarbij wordt overwogen, dat
de ondervinding de noodzakelijkheid
heeft aangetoond, om althans in den
tegenwoordigen staat der maatschap
pij. openbare instellingen te houden,
die bepaaldelijk gemachtigd zijn om
gelden op onderpand voor te schie
ten. daardoor een hulpmiddel aan
bieden ln dringende benoodigdheden
|en de beleeners voor den woeker be
veiligen. En verder op wordt het nog
duidelijker gezegd „dat deze instel
lingen, geen ander oogmerk hebben
de dan om de belangen te bevorderen
dor genen, die zich genoodzaakt zien,
hun toevlucht tot dezelve te nemen,
het tot de meest volledige bevorde
ring van dat doei noodzakelijk is om
dezelve in te richten op zoodanigen
gunstigen voet voor de beleeners, als
met den aard der zaak maar eenigs-
zins overeen te brengen is."
Het is niet bepaald een „gunstige
voet' voor de beleeners, wanneer in
een Bank van Leening artikelen van
grooten omvang niet kunnen wor
den aangenomen, omdat daarvoor
geen ruimte is.
Het rapport over de banken van
leening, dat indertijd namens de
Maaitschappij tot Nut van 't Alge
meen door d>e heeren Mr. J. Kruse-
man c. s. is uitgebracht, levert, al is
het inmiddels weer vijf jaar oud ge
worden, veel wetenswaardigs op.
Daarin worden o. a. verschillende
middelen aangegeven, om het publiek
de voorkeur te doen geven aan de
Bank van Leening, bijvoorbeeld door
d»e Zaterdagavond en Zondagmor
gen open te stellen, het voorschot zoo
hoog mogelijk te doen zijn, de gelei
delijke lossing gemakkelijk te maken,
de verkoopingen onder zoo gunstig
mogelijke conditiën te doen geschie
den, dat wil zeggen in een ander
lokaal, dan de Bank zelf en waar
men een uitgebreider publiek kan
verwachten.
Ik kan op dit oogenblik niet beoor-
detlen, of van wat hier opgesomd
wordt, zou kunnen worden toegepast
op onze Haarlemsche Bank van Lee
ning. Maar dat de Raad eens ernstig
ovei weegt, of de oude instelling niet
in een nieuw kleed dient gestoken,
naar de mode van den tijd, komt mij
wel voor nuttig te zijn.
J. C. P.
Stadsnieuws
Rubriek voor Vragen
Geabonneerde» hebben het Toorrecli
vragen oj» rersc-'illend gebied, mits voor
nrautwoording vatbaar. tl. te eenden bij de
Rednclie va» Haarlem'. Dagblad. Qroou
iouteiraai 53
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
ie geven en, voor eooreel mogelijk ia. den
iag na de inseudiug
VRAAG. Mag een huisknecht, die
met de 14 dagen zijn geld ontvangt
en niet inwonend is, met de 14 da
gen vertrekken
Moet ik nu mijn betrekking juist op
mijn gelddag opzeggen, den leo of
den 16en
ANTWOORD. Ja, u kan met 14 da
gen vertrekken.
De wot geeft u de uitdrukkelijke be
voegdheid om op te zeggen tegen wel
ken dag u verkiest.
VRAAG. Als ik er belang bij heb
om eerder te gaan, wat kan mevrouw
dan daaraan doen
ANTWOORD. U de wettéliike scha.
delooseteJling opleggen, in dit geval
14 dagen loon.
VRAAG. Als een meisje een week
vóór Februari in dienst is gekomen,
heeft mevrouw dan het recht om den
gudspenning in twee gedeelten te be
talen, den lóen Maart en den laatsten
April.
ANTWOORD. Als dat zoo overeen
gekomen is, dan natuurlijk wel, maai
net gebruik brengt mede, dat de
godspenning bij het aangaan van de
huur gegeven wordt.
VRAAG. Binnen hoeveel weken kan
een mevrouw een meisje wegzenden
als lieden haar de dienst opgezegd is'
ANTWOORD. Mevrouw moet zich
houden aan den wettel ij ken termijn
van opzegging, die overeenkomt met
den tijd, die verloopt tusschen twee
loon betalingen. De langste termijn is
echter zes weken.
VRAAG. Tot hoe laat mag een
mevrouw een meisje laten werken, of
bestaat daar geen bepaalde tijd
voor
ANTWOORD. Een bepaalde tijd is
er niet voor, maar de vraag is na
tuurlijk alleen van belang voor een
inwonende dienstbode en wanneer
deze met de eischen van mevrouw
geen genoegen neemt, dan moet zij
den dienst op een behoorlijken ter
mijn opzeggen, 't ls onmogelijk om
al die duigen te regelen en even on
mogelijk, om er over te procedeer en.
VRAAG. Wie betaalt bij de geboor
te van e»n prina i>f pi mses de 4UÜU
of iSOUO, die de minister van justitie
ontvangt, ais hij het kind bij den
burgerlijken sLuid aangeeft, de Ko
ningin uit haar particuliere kas of
het Rijk
ANTWOORD. A 1 s de minister dat
cadeau krijgt, dan natuurlijk uit de
particuliere kas, want eeai post op
de begrooling is daarvoor niet uit
getrokken.
VRAAG. Ik heb een dienstbode per
week gehuurd, voor een maand of
vier geloden. Nu is zij 31 Januari jl.
ziek geworden, bij haar thuis, dus
vóór de Arbeidswet iu werking trad.
Nu verlangt men van mij, dat ik den
dokter betaal, ben ik daartoe ver
plicht
ANTWOORD. Geenszins, het meisje
heeft recht op haar loon, gedurende
een betrekkelijk korten tijd, maar
niet op vergoeding van geneeskundi
ge behandeling.
VRAAG. Ben ik verplicht bij liet
huren van dienstboden contract te
maken
ANTWOORD. U bedoelt dan na
tuurlijk schriftelijk contract? Neen,
dat is geen vereischte. Als u van de
gewone bepalingen der wet niet
wenscht af te wijken of geen bijzon
dere, geoorloofde bedingen wenscht
te nvaken, dan zien wij het nut van
een schriftelijk contract niet in.
VRAAG. Weet u ook een middel,
om lanoaster-gordijnen schoon te
maken
ANTWOORD. Neen, beter is het
nieuwe aan ie schaffen. Schoonmaken
gaat niet goed.
VRAAG. In welke stad is de Han-
delsreizigers-vereeniging „de Een
dracht" gevestigd
ANTWOORD. Deze vereeniging is
te Rotterdam gevestigd, Coolsingel 21
VRAAG. Mag men personen, die
zich in de Rijkswerkinrichting Veen-
huizen bevinden, bezoeken of met
hen briefwisseling onderhouden?
ANTWOORD. Schrijf een briefje
aan den heer Directeur van de Rijks
werkinrichting te Veenhuizensluit
een postzegel voor antwoord in en ge
zult wel antwoord ontvangen.
VRAAG. Ik heb een lot op een pre-
mieieening van 1888 van Bevilacqua
Ia Masa, maar heb enkele trekkin
gen niet kunnen controleereu. Hoe
zal ik ze te welen komen
ANTWOORD. Deze en andere loten
Kunt u tegen een vergoeding van 5
cents bij een bank laten nakijken.
VRAAG. Wordt nummer 358 van
de October-lichüng met Mei opgeroe
pen
ANTWOORD. Neen, daarvan kan
nu nog niets gezegd worden.
VRAAG. Waar kan ik een genees
middel, dat ik aan de deur gekocht
heb en mij waardeloos toeschijnt,
gratis laten onderzoeken
ANTWOORD. Geneesmiddelen, die
men aan de deur koopt, zijn in den
egel waardeloos. Misschien wil de
heer Havelaar, directeur van ons ge
meentelijk laboratorium, Spaarne bij
de Korte Veerstruat, het wel koste
loos voor u onderzoeken.
VRAAG. In aansluiting op mijn
vorige vraag, hoe ik 't adres van mijn
familie in Amerika zou te weten kun
nen komen, deel ik u thans mede, <kit
ik nu een fotografie met het adres
van den fotograaf heb. Zou ik daar
mee verder komen
ANTWOORD. Dat is wel mogelijk
wij kunnen het niet beoordeelen. Wilt
a den lieer Sharpsteen een Enpelsch
briefje schrijven? Wij willen u daar
aan wel helpen, als u maar opgeeft,
wat er in moet staan.
VRAAG. Ik heb een dagmeisje ge
huurd, dat Vrijdag reeds niet meer
terug gekomen is. Beu ik nu ver
plicht 4 dagen loon uit te betalen
ANTWOORD. Verplicht niet
maar ze heeft toch vier dagen voor u
gewerkt 1
VRAAG. Waar kan men boeken over
geneeskunde krijgen
ANTWOORD. Bij elkon boekhande
laar. Titels vindt u in de bibliogra-
phie, die de boekhandelaar u ter in
zage geven kan.
VRAAG. Tot wien moet ik mij wen
den, om vrije overtocht naar Ameri
ka te krijgen, om die later in te ver
dienen Mijn beroep is heibaas.
ANTWOORD. Vrije overtocht zal
n:et gaan .Misschien kan men uwe
diensten op een boot van de Neder!
Amerikaansche Stoombootmaatschap
pij gebruiken. Wend u tot die Maat
schappij te Rotterdam
VRAAG. Mijn meisje verliest inde
tram haar armband. Eenige dagen
later komt een juffrouw, die met
haar in de tram zat, zeggen, dat zij
die armband voor 5U ets. beleend heeft
die ze nu terug wil hebben. Hiervan
is niets waar. Kunt u mij ook zeggen
wat daaraan te doen is
ANTWOORD. Doe aangifte bij de
politie.
RECTIFICATIE. Men deelt ons
mede, dat hier wel degelijk een bu
reau bestaat tot plaatsing van han
dels*. en kantoorbedienden, n.l. het
bureau van de Afd. Haarlem van den
Nationalen Bond van Handels- en
Kantoorbedienden „Mercurius". Cor.
respondent hiervan is voor Haarlem
de heer J. P. Schijf, Berckheyde-
srtraat 31, alhier.
DE TWEEDE KAMER
hield gisteren maar een korte zitting,
omdat zij den namiddag grootendeels
in de afdeel in gen doorbracht.
Zij behandelde, ten deele, een sup
pletoir© begrooting, houdende het
eerste credioi voor verbetering van
de rivier de Waal. Dit crediet, dat tot
1 1/2 21/4 millioen zou stijgen,
kwam den heer Lely te laag voor,
die, op technische gronden, een wat
verder strekkende verbetering be
pleitte, terwijl ook de heer Tydeman
betwijfelde of een bescheiden navol
ging van de vroegere normaliseering
aan liet doel zou beantwoorden. De
ze spr. had bovendien het bezwaar,
dat door den aanleg van grondkrib-
ben en dammen de scheepvaart en
daardoor de steenen-industrie langs
de Waal, werden bemoeilijkt. Belem
mering voor de binnenschipperij
vreesde ook de heer Smeenge, die bo
vendien breed uitmat het teloorgaan
van de grindbagger-industrie, waar
mede dat ontwerp dreigde.
De heeren Plate en Mees verdedig
den het voorstel op grond der belan
den van handel en industrie en van
nternational© verplichtineen.
Heden 11 uur voortzetting.
De Kamer maakte de volgende no
minatie op voor een vacature in den
Ho<vr»n Raad 1. raadsheer mr. J. A
A. Bosch te 's-Hertogenbosch2
prof. J. F Houwing, te Amsterdam
3 advocaat-generaal mr. A. M. Pley
te, te Amsterdam.
De voordracht zal der Koningin
schriftelijk worden aangeboden.
UNTFORM WISSELRECHT.
Door de ministers van Buitenland
sohe Zaken en Just:t:« is aan de
Twee 1e Kamer toegezonden een staat
aaneevende het onthaal, dat de uit-
nool'ging der Nederlandsche reee©
ring aa.n de mogendheden ondervon
den heeft betreffende bet houden ee
ne rinternntionale conference tot het
ontworpen van een un:form wissel
recht.
Daarbij is, ter inzage voor de leden,
ter griff e nedergelegd eene door de
staatscommissie voor het internat'o-
nnal privaatrecht opgestelde vragen
lijst ln zake bovenbedoeld onderwerp
van welke Mist door den m'nister van
Rir tenlandsche Zaken exemplaren
zijn toegezonden aan de onderschei
dene kamers van koophandel en de
directie van de Nederlandsche Bank
Het aantal staten, die uitgenoodigd
zijn tol deelneming aan de door Ne
derland uitgeschreven internationale
co n foren lie voor het wisselrecht, be
draagt 44.
KIESRECHT VOOR DE VROUW.
Aan den minister van bimneiiland-
sche zaken is een adres gericht door
de Vereeniging voor Vrouwenkies
recht naar aanle.ding van de intrek
king van liet voorstel door het mini
sterie De Meester ingediend tot wijzi-
g.ng der Grondwet.
Waar gezegd wordt dat uitstel te
wachten is van initiatiefvoorstellen,
bij de Tweede Kamer aanhangig tot
grotidwetswijz.gingen, die kiesrecht
en verkiesbaarheid der vrouw voor
schrijven of bereikbaar doen worden,
meent adressant dat in dezen stand
van zaken subsidiair het doaikbee'd
overweging verdient, door onmiddel
lijke vergemakkelijking der Grond
wetsherziening zelve voor "deze her
vormingen een gemakkelijker weg te
openen en dat daardoor ook de weg
zoude worden gebaand voor de indie
ning van andere voorstellen betrek
kelijk tot het verieenen van kies
recht.
Adressant verzoekt nu bij de Regee
ring en de Staten-Ganeraal aan te
dringen op zoodanige onmiddellijke
vereenvoudiging der Grondwetsher
ziening zelve, dat de gewone wetge
ver bevoegd worde, hetzij met gewo
ne, hetzij met een grootere bij de
grondwetswijziging te bepalen meer
derheid, doch zonder dat steeds ont
binding der Kamers wordt vereisent,
tot de ver leen i<ng van kiesrecht en
verkiesbaarheid aan vrouwen te be-
slu'ten.
AL TE GUL.
Gomt tot Piet - Toe Piet! Geef Jan
eens eventjes een oorvijg; je krijgt 'm
straks drie dubbel van me terug.
VERSTROOID.
Professor, op zijn schrijftafel zoe
kende Welke ezel heeft nu mijn pen
weer verlegd
Voelt aan zijn oor, waarachter de
pen steekt. Dacht ik het niet.
TE VEEL VERLANGD.
Een meisje kocht in een winkel een
horloge met een jaar garantie.
Wat wil dat zeggen vroeg ze.
Dat beteekent, dat we het voor u
in orde houden gedurende dien tijd.
Natuurlijk nis de groote veer breekt.
O, ja, juist.
Een week later was ze al terug, met
de mededeel mg, dat het horloge zoo
raar deed.
Mag ik het eens zien zei de ver-
kooper.
Zij zocht in haar blouse. Plotseling
viel het horloge op den vloer, maar
zij raapte liet kalm op en overhandig
de het met een gezicht, alsof het niets
bijzonders was, aan den winkelier.
Deze beheerschte zich en zei vrien
delijk
Een horloge moet zorgvuldig behan
deld worden.
O, ik ben er altijd voorzichtig
mee, draag het altijd in mijn blouse,
<lat er geen krassen op zullen komen.
Ik had het eigenlijk aJ eerder moeten
brengen, omdat liet zoo slecht ging,
maar ik liet tiet onder mijn kussen
liggen Daardoor raakte het onder 't
wasrhe-ed en werd een beetje mee-
gekookt.
Ik vrees, juffrouw, dat we u de-
ze i ep.trau© iu rekening zullen moe
ien brengen.
Neeu maar, zei liet meisje ver-
oniwaaidigd, dut is nu toch wel wat
heel kras. Ik zou toch een jaar ga-
i amie nebben en nu heb ik liet nog
maar eéu week en nauwelijks ge
bruikt.
LEUK.
Een boer kwam te "s-Hertogeu-
bosch aan hot station met een kilo-
meterboekje en moest naar Amster
dam.
Mijnheer, vroeg hij, hoeveel ki
lometer is dat, van s-llertogenbosch
naar Amsterdam
Vier en tachtig, antwoordde de
heer.
Zoo, zei de boer. En van Amster
dam naar 's-Hertogenbosch
Domme boer, antwoordde de heer
dat is ook vier en tachtig. Dat is nog
al natuurlijk.
Zoo, zei de boer, is dat zoo nar
tuurlijk f Antwoord u nou eens. Hoe
veel dagen zijn er tusschen Paschen
en Pinksteren?
Veertig, antwoordde de heer.
En van Pinksteren tot Paschen,
.hernam de boer.
Toen smeet de heer met een kwaje
bui het loket dicht.
SMAKELIJK.
Een professor, die zit te hengelen,
heeft een stukje worst als aas aan
den haak geslagen toen hij dat zag,
riep hij uit Mijn hemel 1 zou ik
nu den regenworm bij mijn broodje
hebben opgegeten
O, DIE VREEMDE WOORDEN.
Vriendin Hoor eens, lieve Wilhel
mine, dat costunm van je, gistere
was verrukkelijk
Ailheimiue: Niet waar I Dat heeft
lurore gemaakt.
VTieuu-n: l urore, zeg je? Toe,
geef uie zijn adresdan laat ik er ook
een bij hem maken.
LOGISCH.
VaderJongen, jongen, wat ziet je
overjas er smerig uit eu vol modder
Jau Ja, die is gisteravond op
straat gevallen.
Vader W aarom hield je hem dan
uiet beter vast?
J anOmdat ik hem aan had.
PRINS HENDRIK OP REIS.
De Prins vertrok hedenochtend te
7.13 per Staatsspoor, vergezeld door
kapitein jhr. Van Suchtelen van de
Haare, zijn adjudant, naar Burge-
steinfart, teneinde aldaar een bezoek
te brengen aan zijn ooui, den vorst
Van Eontlvein. Van daar vertrekt Z.
K. H. Vrijdag voor een paar dagen
naar Berlijn.
De Prins is voornemens Zondag a.
s. in de residentie terug te keeren
OM ONS HEEN
No. 892.
Bank van Leening.
De Haarlemache Bank van Leening
ls niet wat men noemt een bloeiende
onderneming. Op de begrooting voor
1909 is daarvoor als winst geraamd
een sommetje vaai 400 en wanneer
we nagaan, dat daarvoor een kapi
taaltje van ƒ30000 als voorschot bij de
gemeente beschikbaar moet zijn, dat
dus fe'tel'jk al* bedrijfskapitaal kan
worden beschouwd, dan is het dui le
lijk, dat de nog niet ten volle 11/2
proceüt van deze som een povere ren
te is.
Nu spreekt het van zelf, dat het
ever min toe te juichen zou zijn, wan
neer de Bank van Leening duizende
guldens verdiende. Dat zou een be
wijs zijn, dat deze instelling hoogere
rente nam, dan van medeburgers,
die in nood zijn, redelijkerwijs mag
worden gevorderd. Maar aan den
anderen kant mag van een Bank van
Leening, die zoo weinig afwerpt, ge
vraagd worden, of zij nog wei aan
hare roeping voldoet, en, zoo niet, of
het dan geen tijd wordt tot reorga
nisatie van de Instelling over te
gaan
De cijfers van het bedrijf zijn tn de
drie laatste jaren 1905, 1906 en 1907
(het jaarverslag over 1908 is nog niet
verschenen) vrij stabiel gebleven. In
1905 werden beleend 86673 panden,
waarop is voorgeschoten 247.611, in
1906 86857 met een voorschot van
249.069 en in 1907 87130 met een
som aan voorschot van 250.102.50.
In die jaren werden gelost
86421, 85988, 85119 panden.
Daarvoor werd terug ontvangen
ƒ248.382,25, 248.299, ƒ243.122.25.
Verkocht werden
2090, 1766, 1459 panden,
met een opbrengst van
8004.03 1/2, 4987.75, ƒ4109.25.
Aan houders van pandbriefjes werd
wegens meerdere opbrengst van ver
kochte panden boven de beleening
uitgekeerd
1 585.21 1/2, 758.10, 823.06.
Het voordeelig saldo, dat in de
gemeentekas kon worden gestort, be
droeg
1303.83, 857.91, 211.15 1/2.
Uit deze cijfers blijkt in de eerste
plaats duidelijk genoeg, dat de mede-
deelingeri in het gemeenteverslag,
zonder uitvoerige toelichting, voor
den buitenstaander onbegrijpelijk
zija. Immers wij kunnen niet dade
lijk overzien, hoe het komen kan, dat
terwijl het aantal ingebrachte pan
den in die drie jaar stijgende is ge
weest en het aantal geloste panden
daleude. ten slotte toch heft aantal
verkochte panden niet grooter, maar
ze*r belangrijk kleiner geworden is,
zoo zelfs, dat de opbrengst daarvan
tot bijna de helft is gedaald.
Natuurlijk kan hier geen critiek
mee worden bedoeld. Wanneer we bet
hoe en waarom kenden, zouden
we de juistheid daarvan zeker wel
toegeven, maar het is juist altijd mijn
grief tegen het bestuur van de Bank
geweest, dat het zoo karig is met zijn
inlichtingen over deze instelling. Die
geheimzinnigheid begrijp ik niet. Dat
namen en personen niet ter kennis
van het publiek gebracht worden, zal
iedereen toejuichen, maar de burge
rij heeft, meen ik, recht op meer ge
gevens omtrent deze gemeentelijke
instelling, dan geput kan worden uit
cijfers, die zooals ze daar staan, nu
en dan zelfs met elkaar in strijd
schijnen te komen.
Het cijfer, waaraan wij de grootste
houvast hebben, is waarschijnlijk het
aantal der ingebrachte panden en de
soiu, die daarop is voorgeschoten.
Beide getallen vertoonen stijging,
maar groot is ze niet. Geringer zelfs,
dan wel verwacht zou worden in ver
band met de toeneming van de be
volking. Immers we moeten bijhet
tn aanmerking nemen van dezen
factor niet enkel op Haarlem, maar
FUUÏLLElON
Naar het Engelsch, door
Barones Orczy
17)
Een poos lang werd er niets gezegd
in de kamer. Déroulède sloot zijn
schrijftafel en stak de sleutels in zijn
zak.
Zullen wij mijn moeder even
opzoeken, Blakeney zei hij, terwij!
hij naar de deur ging.
Ik zal haar heel gaarne mijn
compliment even maken, antwoordde
S'r Percy maar voordat wij van dit
onderwerp afstappen, wij ik toch nog
even zeggen, dat ik van gedachten
veranderd ben omtrent die papieren.
Als ik je van dienst wil zijn, dan
zal het toch wel het beste zijn, dat
ik ze eens doorkijk en dat ik je mijn
opinie zeg omtrent je plannen.
Déroulède keek hem even scherp
aan.
Zeker, zei hij eindelijk, terwijl
hij op zijn schrijftafel toeliep. Ik
zal hier bij ja bliiven, terwijl Je de
papieren doorleest.
O neen I vanavond niet, waarde
lieer, zei Sir Percy luchtig het is
al laat, en mevrouw wacht op ons.
Zij zullen volkomen veilig bij mij
zijn, als jij ze aan mijn zorgen wilt
toevertrouwen.
Déroulède scheen te aarzelen. Bla
keney had op zijn gewonen, luchtigen
toon gesproken, en was nu bezig,
zijn keurig passend costuum rechtte
trekken.
Misschien kun je mij niet volko
men vertrouwen lachte Sir Percy
vroolijk. Ik maak zeker een al te
onverschilligen indruk.
Neen, dal >s het niet, Blakeney I
zei Déroulède eindelijk kalm. Ik
wantrouw je niet, alle wantrouwen
is aan uw kant.
Geloof mij 1 begon Sir Percy.
Neen je behoeft mij niets uit te
leggen. Ik begrijp en waardeer je
vriendschap, maar ik zou je zoo
graag overtuigen, hoe onrechtvaardig
je wantrouwen is tegen die engel in
menschengedaante, die hier in d't
huis is.
Oho I nu zijn wij er. nu begrijp
ik alles, amice. Ik dacht, dat je de
vrouwelijke sekse voor goed hadt
afgezworen, en nu ben je verliefd.
Krankzinnig, blind, dwaas ver
liefd, Blakeney, vei Déroulède met
een zucht. Hopeloos, vrees ik I
Waarom hopeloos?
Zij is de dochter van den over
leden hertog De Marny, een der oud
ste aristocratische families tn Frank
rijk een koningsgezinde tot in hart
en rviereu
Vandaar dus je overweldigende
sympathie voor de koningin 1
Neen, amice, daarin vergis jij
je Ik zou mijn best gedaan hebben
om de koningin te redden, ook ai had
ik nooit geleerd Jul'ette lief te heb
ben. Maar nu zie je hoe onrechtvaar
dig je wantrouwen was.
- Was ik wantrouwend
Neen, ontken dat nu niet. Zoo
straks drong je er sterk op aan, dat
ik die papieren zou verbranden. Je
noemde ze nutteloos, gevaarlijk, en
nu
-- Ik beschouw ze nog als nutte
loos en gevaarlijk en wil ze alleen
lezer om mijn opinie te bevestigen
en mijn argumenten kracht bij te
zetten.
Als ik ze nu aan jou gaf, dan
zou het den indruk maken, of ik
haar wantrouwde.
Je bent een krankzinnige idea
list, waarde Déroulède
Wat kan ik daaraan doen Ik
heb nu ongeveer drie weken lang met
haar onder hetzelfde dak gewoond.
Sinds dien tijd is «ij mij hef gewor
den.
En eerst als Je zult Inrien, dat
je Ideaal een gewoon menschenkind
is, eerst dan zul Je de ware les der
liefde loeren, zei Blakeney ernstig.
Is het liefde om een ideaal op een
afstand te aanbidden, iemand die Je
niet durft aanraken, die als een nevel I
om je heen hangt en die zelfs al voor 1
je blik verdwijnt Neen, liefhebben
is te voelen, dat er een wezen in de
wereld is, dat één is met ons, één in
alles Voor ons, mannen, is liefheb
ben eene vrouw te vereeren,
ia weten, dat zij leeft en adem
haalt evenals wij, lijdt zooals wij
lijden, met ons denkt, met ons lief
heeft. De engel, die jij aanbidt, is
get n vrouw, als zij niet heeft gele
den, nog minder als zij nooit iets
verkeerds heeft gedaan. Val op de
knieën voor je ideaal, als je dat
wenscht, maar trek haar dan tot je
omlaag, tot de eenige hoogte, die zij
behoeft te bereiken, die van je eigen
hari.
Het is moeilijk een getrouw verslag
te geven van den invloed, die van
d^zen man uitging, terwijl hij sprak;
van dezen goed gekleeden, eenigszins
falterigan ijveraar voor de grootste
liefde, die een man ooit gekend heeft.
En terwijl hij sprak, scheen het
gcheele verhaal van zijn eigen groo
te, oprechte liefde voor de vrouw, die
hem eens zoo diep beleedigd had,
duidelijk op zijn sterk, droomerig,
goedhartig, vriendelijk gezicht, dat
gloeide van teederheid voor haar, te
staan geschreven.
Déroulède voelde dien Invloed en
nam hem daarom deze toespeling op
aijn en gei, die hij nog wilde blijven
veieeren. op zijn manier, niet kwa-
1 IJ tv
Droomer en idealist als hij was,
werd zijn ziel geheel ingenomen door
de groote sociale vraagstukken, die
een geheel land in beroering brach
ten, hij had nog geen tijd gehad, de
zoet- les van de natuur aan haar
uitverkorenen te leeren de les van
een groote, ware, menschelijke en
vurige liefde.
Voor hem vertegenwoordigde Ju
liette op dit oogenblik de volmaakte
belichaming van zijn meest idealisti
sche droomen. Zij stond :n zijnen
gceit zóó ver boven hem, dat hij nau
welijks geJeden zou hebben als hem
gebleken was. dat zij onbereikbaar
was. Bijna verwachtte hij niets an
ders.
- En zullen wij nu naar de dames
gaan zei Blakeney, na eene lange
pnuze, waarin het werken van zijn
scherpzinnig brein bijna zichtbaar
wn9 in den ernst igen blik, dien hij
op zijD vriend wierp.
Je zult de papieren ln je schrijf
tafel bewaren, ze je engel in bewa
ring geven, haar zonder voorbehoud
in vertrouwen nemen, en als de tijd
komt, dat Je onttroond ideaal ter
aarde zal vallen, gun mij dan heit
voorrecht getuige te zijn van je ge-
Iuk.
Je bent nog vol van wantrou
wen .Blakeney, zei Déroulède luch
tig Als je verder nog Iets zegt dan
zaJ ik Mademoiselle De Marny deze
papieren tot morgen in bewaring ge
ven.
HOOFDSTUK VII.
Dien avond, toen Blakeney in zijn
Jas gehuld de Rue Ecole de Médecine
doorliep om op zijn eig%n kamers te
Ikomen, voelde hij plotseling een be
deesde hand op zijn mouw.
Anne Mie stond naast hem, haar
bleek, melancholiek gelaat keek tus
schen de plooien van een donkere kap
uit, die stijf onder haar kin was vast
gebonden, naar den langen Engelsch-
man op.
- Monsieur, zei ze verlegen, ik
hoop. dat u het niet al te brutaal zal
vinden Ik ik zou zoo graag wat
m» t u willen praten mag ik
Hij keek heel vriendelijk op de on
aanzienlijke, kleine gestalte neer, en
hat sterke gelaat kreeg een zachtere
uitdrukking, toen hij den armen, mis
vormden schouder, den harden, pijn
lijken trek van den jongen mond, den
algtmeenen aanblik van meelijwek
kende hulpeloosheid opmerkte, die
inei zooveel kracht op zijn gevoel
van ridderlijkheid inwerkte.
^Wordt vervolgd)