HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD,
in stormachtige Tijden.
Haarlemsche
Handelsvereeniging
OM ONS HEEN
Stadsnieuws
Uit de Omstreken
Binnenland
Onze Lachhoek
FEUILLETON
ZATERDAG 8 APRIL 1909
Goedgek. bij Kon. Besl. van 12 Nov. 189».
De Haarlemsche Handelsve.peeni-
ging nier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft in den loop van de® tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken va® ver
schillenden aard betreffende, Is zij
opgetreden en dikwijls met groot
guccès. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
w^ardeeren, door als lid der Vereeni
ging toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om ten minste te laten gevoe
len, da*, men het werk op prijs stelt,
dat de Haarlemsche Handelsvereeni
ging steeds opneemt, als doende, wat
hare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die de Vereeniglng
bulten hare bemoeiingen van ver-
schilltüiden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe jaarlijksche
contributie van f 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handelsvereemi-
glng bemoeit zich in de eerste plaats
ei- mede, do belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en informatiën voor hen in te
winnen. Bovendien hebben de leden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
■die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en liet bedrijf der leden.
Het blijkt in den laaisten tijd dat
men deze belangrijke voordeelen be
gint te waardeeren want sedert Mei
meldden zich 67 nieuwe leden aan.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaar
(van 1 November tot en met 30 April)
'ed 1.75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de
Haan Hugenholtz en A-. H. J. Merens,
Spaarne 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 2-4 uur des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pet. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
eteeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van informatiën naar
bulten de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
vijf cents porto-vergoeding. Informa
tiën naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Pretentiën op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets, voor porto
vergoeding is toegevoegd.
Ruim 1748 informatiën en rechts
geleerde adviezen werden in het af-
geloopen jaar gegeven.
In December 1908 en Januari 1909
lijn 55 vorderingen tot een bedrag van
f 1099.96 1/2 betaald; 13 vorderingen
worden afbetaald, 17 vorderingen zijn
uitgesteld.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres
seerd aan het bureau, dat geopend
is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur
en 's namiddags van 2 tot 4 uur,
waar dan ook verdere inlichtingen
zijn te bekomen.
Nieuwe leden voor 1909/10 kunnen
nu needs tot de vereeniging toetreden
en genieten alsdan tot 1 Mei e.k. alle
voorrechten als een gewoon lid.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V., toch van haar infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
Informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
No. 909.
Over Schaken en Schakers.
Dr. Tarrasch, de beroemde schaak
meester, die evenwel den strijd met
Dr. Lasker verloor, heeft in de „Gar-
tenlaube" een artikel ZurPsycho-
logie des Schachspielers
geschreven, waaraan ik een en ander
ontleen.
In weerwil van de groote versprei
ding, zegt de schrijver, waarin zich
het schaakspel tegenwoordig ver
heugt, ontmoet men in de kringen
der leeken nog altijd de merkwaar
digste meeningen over het edele
spel. Velen wagen het niet, het te
gaan leeren ze houden het voor veel
te moeilijk en hebben er een soort
van bijgeloovigen angst voor. Ande
ren meenen, dat het verwant is met
de droogste, de meest afgetrokken©
en daarom moeilijkste aller weten
schappen de wiskunde. Het volgen
de moge er toe bijbrengen, om deze
dwalingen uit den weg te ruimen en
aan te toonen, waarin het wezen van
het schaakspel eigenlijk bestaat on
van welke soort de geestesarbeid Is,
die een schaakpartij vordert.
In de eerste plaats is het schaken
een zuivere verstandsaangelegenheid.
Hei eischt nuchtere redeneering en
scherpe berekening, die, van het eene
tot het andere voortschrijdende, tot
het eindresultaat komt. Men moet
zich een oordeel vormen over de
vraag, wat uit eiken zet kan voort
vloeien, op welke wijze de tegenstan
der dien zal en kan beantwoorden,
welke combinaties zich op de 64 vak
ken kunnen voordoen, kortom het
geheele snel overzien.
Uit een algemeen plan van aanval
moet een bijzonder plan volgen. In
zooverre doet, naar Tarrasch meent,
het schaakspel aan den oorlog den
ken, hoewel ik veeleer geloof, dat die
vergelijking voor den oorlog te
vleiend is, omdat bij een veldslag
veel meer onvoorziene omstandighe
den bestaan, daar het bijna onmoge
lijk' is, groote menschenmassaas
naar den wil van één man, precies te
laten opereeren.
Wanneer dus het schaakspel helde
re redeneerkunst, oordeel, scherpe
berekening en voorzichtigheid ver-
eischt, dan zijn dat eigenschappen,
die elk normaal mensch in meerdere
of mindere mate bezit. Er is even
wel nog iets hoogers, om zoo te zeg
gen een andere manier van schaak
spelen, die niet kan worden aange
leerd. Zij is een zaak van aangeboren
begaafdheid en bestaat daarin, dat
men in een bepaalde omstandigheid
den juist en zet niet door berekening,
maar door intuïtie vindt, door een
soort van. ingeving, welke iemand als
een bliksemstraal door den geest
schiet. Deze begaafdheid voor het spel
is natuurlijk, zooals elke kunstaan
leg, zeldzaam en heeft evenals deze
haar schaduwzijde, in zooverre, dat
de schaakkunstenaar niet ten allen
tijde meester is over zijn volle kracht.
Hij kan zich niet inspannen, zich
niet voornemen goed te spelen, maar
iets in hem spant zich in, een zekere
kracht, waarover hij geen meester is,
en die onafhankelijk is van zijn
wil.
Wat dat is wordt allicht iets du'de
lijker, wanneer wij ons herinneren,
dat groote dichters, schilders, schrij
vers uren, ja dagen kennen, waar'n
wel hun hand tot werken bereid 's,
maai- zij toch niets kunnen voortbren
gen, dat hen voldoet.
Het hoogste, dat schaken tot kunst
verheft, is de samenkoppeling van
het koele verstand met de fantasie
van den kunstenaar. Dat blijkt in de
combinatie bij het schaakspel. Door
intuïtie, door ingeving bedenkt de
speler een in de toekomst liggende
manoeuvre en tracht zich daarna door
scherpe berekening van al de onder-
deelen, een denkbeeld te maken van
de mogelijkheid der uitvoering. Na
tuurlijk wordt de moeilijkheid groo-
ter, naarmate de manoeuvre meer in
de toekomst ligt, daar met eiken zet
het aantal variaties grooter wordt.
Bovendien groeit de moeilijkheid met
het aantal der tegenzetten, want
iedere zet der tegenpartij heeft een
gedachtenreeks tengevolge, die tot
aan het einde moet worden vervolgd;
zijn deze tegenzetten gedwongen, dan
wordt daardoor de combinatie be
langrijk verlicht. In bet eindspel zijn
combinaties van tien of meer zetten
geen groote zeldzaamheid, maar 'n
het middenspel met veel stukken zijn
combinaties van drie tot vijf zetten al
zeer moeilijk. Bestaan zij Uit zes of
zeven zetten, dan zijn ze heel zeld
zaam en worden als groote merk
waardigheden opge teekend en be
waard. Een dergelijke schitterende
combinatie maakte bijvoorbeeld op
het Londensche tournooi in 1883
Zuckertort tegen Blackburme, nader
hand Anderssen tegen Dufresne. De
ze laatste combinatie was, daar de
tegenstander over een menigte verde-
digings-mogelijkheden beschikte, zóó
ongelooflijk gecompliceerd, dat ei*
zelfs een geheel boek over geschre
ven is.
Het ideaal, dat een schaakkunste
naar najaagt, of althans behoort ra
to jagen, bestaat dan ook niet in de
overwinning van den tegenstander.
Daarmee is de dilettant of de nuch
tere schaakberekenaar tevreden, de
kunstenaar streeft er naar, in elke
gegeven positie den eenig julsben,
den allerbesten zet te doen. Dit ideaal
wordt, zooals bij elke kunst, zeld
zaam, maar toch nu en dan geheel
of ten naastenbij bereikt. De dilet
tant, die schaak speelt om te wïnnm,
blijft voortdurend subjectief, de kun
stenaar evenwel is steeds objectief
hij ziet niet een tegenstander, dien
hij verslaan, maar een probleem,
dat hij oplossen wil. Naar den graad,
waarin zij dit ideaal naderen, wor
den de schaakspelers gerangschikt
wie dikwijls den besten en bijna al
tijd een goeden zet doet, wordt
meester genoemd.
Intusschen zijn er nog andere fac
toren, die op "den uitslag van eene
schaakpartij invloed uitoefenen. I-Ict
grootere karakter kan de zege beha
len op den schitterenden speler. Zoo
won bijvoorbeeld Ste'nitz van Zucker
tort. Bovend'en speelt de opwinding
een rol, waarin zich de meeste spe
lers, vooral bij een tournooi, bevin
den, althans wanneer de deelneming
algemeen en de prijs belangrijk is.
Hier kan men belangwekkende stu
diën maken.Sommigen zitten in vol
komen rust, als steenen beelden,
uren lang voor hun schaakbord, zon
der andere bewegingen te maken,
dan d'le tot het verzetten van de stuk
ken noodig zijn. Voor hen bestaat als
't ware de geheele omgeving niet,
ruimte en tijd zijn er niet meer, het
bord met zijn figuren is hun geheele
wereld.
Anderen daarentegen beven van
opgewondenheid, kunnen geen oogen-
blik rustig blijven zitten is aan hen
de beurt om te zetten, dan verande
ren zij telkens de positie van armen
en beenen, strijken door de haren,
kortom ze zijn onophoudelijk in be
weging hebben zij hun zet gedaan,
dan springen zij, als van een zwaren
last bevrijd, op, om met de grootste
belangstelling de andere partijen te
bezichtigen.
Een van de dingen, die grooten in
vloed hebben op het verloop van een
partij, is de aanval. Die wekt op en
prikkelt, terwijl in hei bewustzijn Jat
men zich op een aanval verdedigt,
iets ontmoedigende, iets verlam
mends ligt.
Van groot belang kan het ook zijn,
plotseling een stuk te offeren. Wan
neer een speler een offer doet, dat de
tegenpartij niet begrijpt, raakt hij
licht in de war en zal met een ver
keerden zet antwoorden. Zoo de
„blufzet", die de tegenpartij opschrikt
en hem een gemaakt plan doen op
geven, gevaren zien waar die niet
bestonden. Natuurlijk is de blufzet
een tweesnijdend wapen. Een sterk
en koelbloedig karakter laat er zich
niet door uil de plooi brengen, en
wanneer hij er het juiste antwoord
op weet te vinden, heeft de man van
den blufzet daarmee zijn nederlaag
verhaast.
Zoo bestaan er allerlei zonderlinge
aiwijkingen bij schaakmeesters.
Meermalen komt het namelijk voor,
dat een sterke speler een zwakkeren
niet overwinnen kan. Zoo verliest bij
voorbeeld de Hongaar Maroczy regel
matig van den oudmeester Berger,
die In 't algemeen al lang geen vrees
wekkende tegenstander meer is. Stel-
nitz won in 1870 op het tournooi te
Raden Baden twee partijen van Neu
mann, deze won twee partijen van
Anderssen en deze weer twee partijen
van.... Steinitz.
Een enkel woord over het simul
taan- en blind spel. Het eerste bestaat
daarin, dat men verschillende par
tijen tegelijk speelt. Daardoor wordt
men telkens weer uit den samenhang
gerukt, de aandacht wordt verdeeld.
Telkens moet men opnieuw de draad
zoeken. Overigens is er geen moeilijk
heid aan verbonden, zoodat het ook
door betrekkelijk zwakke spelers kan
worden gespeeld.
Aldus meent Dr. Tarrasch. Ook van
liet blinds pel, zoo oordeelt hij, maakt
men zich overdreven voorstellingen.
Eigehlijk is elke partij blindspel,
daar men, van een zichtbare positie
op het bord uitgaande, de berekening
in de gedachten voortzet. Daarbij
eerst de stukken en daarna ook het
bord weg te denken, is zoo moeilijk
niet. Weliswaar wordt het blindspel
veel zwaarder, wanneer men er si
multaan aan verbindt. Toch is dat
een virtuozenstuk, waartoe elke mees
ter min of meer in staat is, al heeft
ook niemand het zoo ver gebracht als
Pillsbury, die 21 partijen tegelijk
blind speelde.
In den wedstrijd LaskerTarrasch
verklaarde de eerste terecht, dat liet
schaken een kunst is, waarbij even
wel, in tegenstell'ng met andere
kunsten, twee personen noodig zijn
om het kunstwerk tot stand te bren
gen.
J. C. P.
In een vorig artikel „Dure lappen
op een oude jas'' komt een schrijffout
voor in de 3de kolom. Daar staat na
melijk: tweede opleidingsschool, moet
zijn tweede burgerschool.
VERKIEZING JHR. VAN STYRUM.
Het uitvoerend comité van de ver
eeniging to tbevordering der herkie
zing van Jhr. mr. F. W. van Styrum
bestaat thans uit de heeren: Mr. Joh.
Enschedé, J. A. Fontein, J. J. Gulde-
mond, A, Konijn Mzn., H. London,
G. van der Most van Spijk, J. Ool-
gaardt, A. van Rossum en de secre
tarissen Mr. H. R. Ribbius en Mr. C.
W. Thöne.
Militaire Zaken.
De majoor-kwartiermeester P. Vink
wordt. 1 Mei verplaatst van Haarlem
naar Nijmegen.
Vallende Ziekte.
Dezer dagen hebben wij melding ge
maakt van een collecte, die gehouden
wordt ten voordeele van het te Am
sterdam gevestigde Gasthuis voor
lijders aaai vallende ziekte.
Ons dacht, dat dit wel duidelijk
was aangewezen. Toch vergissen zich
naar het schijnt sommigen nog in de
bestemming van deze inzameling:
Vandaar dat Ds. C. J. van Paassen,
als president van dc Christelijke ver
eeniging Yoor de verpleging van lij
ders aan vallende ziekte, daarom
trent onder de advertentiën een me-
dedeeling doet.
MAKELAARSVEREENIGING.
Men schrijft ons
In de gisterenavond gehouden jaar
vergadering der Haarlemsche Make-
laarsvereeniglng is de kas van den
penningmeester, met een batig saldo
sluitend, nagezien en door drie leden
goedgekeurd. Met algemeenc stem
men is de heer Hoogeveen, die pe-
riod'ek aftrad, wederom als bestuurs
lid herkozen. Als bewijs, dat de ver
eeniging rust'g voortgaat, diene, dat
ook met algemeen© stemmen de con
tributie verhoogd wordt en wel met
het oogmerk om een eigen vakblad
op te richten.
Met de stichting en inrichting tot
verkooplokaal van het gebouw Nieu
we Gracht is reeds begonnen en de
leden zullen dus niet meer in een an
der tijdelijk lokaal behoeven te vei
len.
SCHOTEN.
Donderdagavond werd alhier in het
vergaderlokaal van den heer Van
Dijk een vergadering gehouden voor
het doel om een muziekvereeniging op
te richten, naast de reeds bestaande
muziekvereenigingen, onder den
naam van „Schotensch dilettanten
korps", directeur de heer E. Stend.
Reeds 16 leden zijn tot deze vereeni
ging toegetreden.
HOFBERICHTEN.
Z. K. H. de Prins ontving gisteren
eenige burgerlijke en militaire auto
riteiten in audiëntie.
HET GESCHENK VAN DE AMSTER-
DAMSCHE VROUWEN AAN
DE KONINGIN.
Van de gelegenheid tot bezichtigen
van het Koninklijke wiegje onge
veer zevenduizend kaarten werden
gezonden naar de deeLneeinsters aan
het huldeblijk werd door de dames
gretig gebruik gemaakt.
Het blijft maar storm loopen.
Overlag de tentoonstelling is ge
opend van des morgens negen tot des
avonds negen uur wordt de zaal
met haar kostbaren inhoud bewaakt
door drie rechercheurs, des nachts is
het personeel van het gebouw met de
bewaking belast.
DE TWEEDE KAMER
VERKIEZINGEN.
De Liberale en Algemeene Kiesver-
eeniging te Meppel hebben met alge
meene stemmen als voorloopig can
didaat voor het lidmaatschap dei-
Tweede Kamer gesteld den heer mr.
H. Smeenge.
De Vrijzinnig Democratische Kies-
vereeniging Beneden Oostcrdiep stel
de tot definitief candidaat voor de
Tweede Kamer mr. E. A. Smidt, al
tredend lid, met 11 stemmen, tegen
mr. J. II. ter Spill met 3 stemmen.
In de gehouden vergadering van
de geavanceerd liberale kiesvereeni-
ging Veendam werd definitieve stem
ming gehouden over candidaten
voor de Tweede Kamer, niet het resul
taat, dat 12 stemmen op mr. E. A.
Smidt werden uitgebracht en 10 op
mr. J. H. ter Spill.
Gelijk men zich zal herinneren,
zoo schrijft het „Hbld." -- werd de
heer G. Elhorstte Enschedé reeds
aangewezen als de vermoedelijke can
didaat der rechtsche partijen in liet
district Enschedé. Nu evenwel niet
alle R.-K. Kiesvereeniglngen in dat
district besloten hebben den anti-
rev. candidaat over te nemen die
te Hengelo besloot een R.-K. candi
daat te stellen wil het gerucht, dat
de heer Elhorst om die reden voor
een eventueele candidatuur zou be
danken.
„Het Volk" meldt dat te Gorinchem
heer Bergmeijer door de S. D. A.
P. is gecamdideerd.
De liberale kiesvereeniging „Bur
gerplicht" te Veendam stelde tot can
didaat voor de Tweede Kamer in het
district Veendam mr. J. II. ter Spill
te Den Haag.
Naar de Zw. Ct. verneemt, heeft de
lieer mr. S. van Houten, die door de
afdeel ing Zwolle van den Bond van
Vrije Liberalen is gepolst over het
aannemen van een candidatuur voor
de Tweede Kamer, te kennen gegeven
dat hij die candidatuur voorwaarde
lijk aanvaardt.
Hoe vind je je nieuwe broertje f
vroeg een trotsche moeder aan haaf
oudsten lieveling.
Ik vind er niet veel aan, was he|
antwoord.
Waarom niet, vent?
Hij is zoo leelijk.
Willen we hem dan maar terug
geven
U kan 't probeeren, maar ik ge*
loof nooit, dat ze hem terug nemen.
We hebben hem al acht dagen in
huls.
Jij loopt tedere maand met eert
anderen jongen.
Ja, dat komt-, meneer en me
vrouw hebben gezegd, dat ik moest
zorgen voor afwisseling in de keuken.
Grootpa, hoe oud is u
Ik ben zeven-en-iachtig jaar^
ventje.
Dan werd u tachtig jaar vroeger
geboren dan ik.
Ja 1
Wat hebt u dan een vreeselijk
langen tijd op mij moeten wachten.
Mijn dochter is nog veel te jong
om te trouwen, bromde de oude A.
Wel, hernam de afgewezen min
naar, wat zoudt ge er dan van zeg
gen, als ik voorloopig haar bruid
schat nam en nog een paar jaar op
het meisje wachtte?
M n vrouw is zoo onhandelbaar,
zei een braaf echtgenoot.
Ze heeft me gisteren twee borden
op m'n hoofd stuk geslagen. Wat zou
jij in mijn plaats doen?
Heel eenvoudig, was het ant
woord, ik zou ijzeren borden aan
schaffen.
Waar sprak de verkooper, zich
wendende tot een menigte van moge
lijke koopers, waar anders op de ge
heele oppervlakte der aarde zult gij
op één plaats vindenkoper, tin,
ijzer, katoen, hennep, speelgoed 1
En een stem uit de menigte riep
In den broekzak van mijn jongsten
zoon
Waarom leent u den professor
altijd gescheurde parapluies?
Caféhouder: Heel eenvoudig! Doil
volgenden dag heeft de professor ge
woonlijk vergeten, dat de paraplu ie
maar geleend is en laat ze dan repa-
reeren. En als dat gebeurd is, vraag
ik mijn parapluie terug.
DE STORM OP DE ZUIDERZEE.
Toen Donderdagmorgen plotseling
een lievige storm opstak, hadden
juist een aantal visschersvaartuigen
bij Urk zich naar de' in zee staande
haringnetten begeven. Eenigen van
deze gelukte het nog vóór de storm
op het hevigst was in de haven terug
te keeren, maar voor verreweg de
meesten bleek dit niet mogelijk te
zijn, zoodat zij het anker uitwierpen
en trachtten aldus den storm te door
staan, dit was voor menigen botter te
meer noodig, omdat of het zeil ge
scheurd, of de zeilschoot gebroken, of
andere averij ontstaan was.
Tot vóór de stormvlaag losbarstte,
waren van de met drie personen be
mande botters als gewoonlijk 2 man
in de vlet gestapt om de op grooto
lengte uitgevierde haringreepen bin
nen te halen en nu dreven wijd en
zijd die ruim honderd vletten hulp
loos rond, zonder dat van de nu met
maar één persoon (soms een jongen)
bemande schepen voldoende hulp kon
verleend worden, 't Was voor de op
den havenkant te Urk toegestroomde
menigte vrouwen een ijselijk gezicht,
daar ginds in de verte haar mannen
en zonen te zien worstelen met de
golven, te moer, toen men een dei-
verst liggende schuitjes (de U.K. 246
gelijk later bleek) zag omslaan en
niet reden kon vermoeden, dat de
drie opvarenden zouden omgekomen
zijn. Een telegram meldde later, dat
een vlet twee hunner had gered, doch
dat deze vlet, daarna eveneens in ge
vaar van te zinken, door een Harder
wijker visscher was opgepikt en te
Harderwijk aangebracht. Alleen de
jongen, die 15-jarige Tijmen Wakker,
verdronk.
Toen de storm op het hevigst woed
de, besloten eenige kloeke Urkor vis-
sellers, wier grootere botters beter
den strijd tegen wind en golven kou
den voeren, den In nood verkeeren
den hulp te bieden. Overal toch zag
men schuitjes en jollen en booten, die
te vergeefs beproefden trots den vree-
selijken Noordewind de Urker haveu
Naar het Engelsch, door
Barones Orczy.
43)
Binnen twee uren na de arrestatie
van Juliette Marny, hadden mevrouw
Déroulède en Anne Mie het huis >n
de Rue Ecole de Médecine verlaten.
Zij hadden maar weinig bagage bij
zich, en gingen zoogenaamd naar
buiten, om een zieken neef te bezoe
ken.
De moeder van den populalren
burger-afgevaardigde kon zonder
overlast te ondervinden vrij reizen.
De noodige paspoorten, die voor de
veiligheid van de republiek vere'scht
werden, waren all-e in volmaakte
orde, en mevrouw Déroulède en Anne
Mie gingen een uur vóór zonsonder
gang op den 24sten Fructidor door de
Noorderpoort van Parijs.
Haar groote reiskoets zou haar een
ïdnd buiten de Noorderpoort brengen,
waar zij Lord Hastings en Lord An
thony Dewhurst, twee der meest ver
trouwde volgelingen van den Rooden
Pimpernel, zouden ontmoeten, die
naar tot de kust zoude® begeleiden,
en haai* dan veilig aan boord van
het Engeische jacht brengen.
Op dat punt behoefde Déroulède
zich dus met ongerust te maken. Zijn
eersten plicht was, voor zijn moeder
en Arme Mie te zorgen, en van dien
pl'cht had hij zich nu ten volle ge
kweten.
Dan was er ook nog de oude Pé-
tronella.
Sinds de arrestatie van haar jonge
meesteres had de arme oude ziel in
een geestestoestand verkeerd, gren
zende aan dien van krankzinnigheid,
en geen welsprekendheid van den
kant van Déroulède kon baar bewe
gen Parijs zonder Juliette te ver
laten.
Als mijn l'eve schat moet ster
ven, zei ze te midden van hartbre
kende snikken, dan heb ik geen reden
te blijven leven. Laten die kerels mij
dan ook maar nemen, als zij een
nuttelooze, oude vrouw als ik kun
nen gebruiken. Maar als mijn lieve
ling weer vrij komt, wat zou er dan
van haar worden in deze boosaardige
stad zonder mij Zy en ik zijn nog
nooit gescheiden zij zou niet weten
waarheen te gaan. En wie zou voor
haar koken en haar zakdoeken strij
ken Dat zou ik wel eens willen we
ten I
Rede en gezond verstand waren
natuurlijk machteloos tegenover de
ze verheven en heldhaftige kinder
lijkheid.
Niemand durfde aan de oude
vrouw te vertellen, dat de moorddadi
ge hand van de revolutie zelden het
slachtoffer loslaat, waarin hij een
maal de tanden heeft gezet.
Alles wat Déroulède doen kon was
Petronella terug te brengen naar het
oude zolderkamertje, dat Juliette ver
laten had, om in zijn huis te komen,
en dat nog nooit opgezegd was. De
waardige ziel werd nu kalmer en op
gewekter en sterkte zichzelf in het
denkbeeld, dat zij op den terugkeer
van haar jonge meesteres wachtte -n
op het gezicht van de voor haar zoo
bekende kamer werd zij bepaald
vroolijk gestemd.
Déroulède had haar voorzien van
geld en andere noodzakelijke dingen.
Er was maar \\einig hoop meer 'n
zijn hart over, maar daaronder was
deze, dat Pétronella een te onbetee-
kenend persoontje was, om de ver
schrikkelijke aandacht van het Comi
té van Algemeen Welzijn op zich te
vestigen.
Tegen den avond was de goede
vrouw veilfig en wel geïnstalfeerd.
Eerst nu voelde hij zich vrij.
Eindelijk kon hij zich geve® aan
wat voor hem het eenige doel van
zijn leven schee® Juliette te vin
den.
Twaalf gevangenissen ln dit groote
Parijs.
Meer dan vijf duizend gevangene®
die® nacht, die op verhoor, veroor-
dealing en dood wachtten.
Eerst Bad Déroulède, die zich sterk
voelde in eigen kracht, gedacht., dat
de taak betrekkelijk gemakkelijk zou
zijn.
Aan het Paleis van Justitie wilden
zij hem niets vertellen de lijst van
de nieuwe gevangenen was nog niet
ingeleverd <ioor don commandant
van Parijs, burger Santerre, die de
ellendige reeks adspiranten voor de
guillotine van den volgenden dag In
deelde en verdeelde.
Bovendien zouden de lijsten niet in
orde zijn voor den volgenden dag,
als de verhooren van de nieuwe ge
vangenen al begonnen waren.
Het werk van het Comité van Al
gemeen Welzijn werd zonder veel
uitstel varrcht.
Toen begon voor Déroulède een
vermoeiend vragen aan alle twaalf
gevangenlissen van Parijs.
Van de Temple naar de Concier-
gerie, van het Paleis Condé naar het
Luxemburg, bracht hij uren ln vruch
teloos zoeken door.
Overal hetzelfde schouderophalen,
hetzelfde onverschillige antwoord op
zijn gretige vraag
Juliette Marny Onbekend.
Onbekend 1 Zij was nog niet inge
schreven, nog niet ingedeeldzij
was nog een van die onmetelijke
kudde, die in steeds aangroelenden
getale naar het slachthuis worden
gebracht.
Heel spoedig, morgen, na een ver-
hooi' van tien minuten misschien, na
een haastige veroordeeling en snel
terugkoeren naar de gevangenis, zou
zij worden ingeschreven als een van
de verraders, die door deze groote
republiek dagelijks naar de guillotine
gezonden worden.
Vergeefs trachtte DéroiSlède de oi-
piers over te halen, hun best voor
hem te doen. De knorrige bewakers
van deze twaalf gevangenissen wis
ten niets van eendge gevangene in 't
bijzonder.
Maar men stond den burger-afge
vaardigde toe, zelf te gaan kijken. Hij
werd gebracht naar de groote ge
welfde kamers van het Paleis Condé,
waar de veroordeelden en zij, die op
veroordeeling wachtten, opeengepakt
warenhet werd hem toegestaan,
daar getuige te zijn van de pijnlijke
komische tragediën, waarmee de ge
vangenen zich den korten tijd dood
den. die hen nog van den dood
scheidde.
Humoristische verhooren werden
hier nagebootstTin vólle trad op de
Place de la Révolution kwam ten
too nee le Samson de beul, met een
paar omgekeerde stoelen, die de guil
lotine moesten verbeelden.
Dochters van hertogen en prinsen,
afstammelingen van oude geslachten,
speelden mee ln deze spookachtige,
weerzinwekkende blijspelen. De da
mes knielden met hoogopgebonden
haar voor de omgekeerde stoelen en'
legden haar blanke halzen onder de
denkbeeldige guillotine.
Speeches werden gehouden tot een
spottende bevolking, terwijl een zoo
genaamde Santerre eei* spottend
tromgeroffel liet weerklinken, om
den laatsten vloed van welsprekend
heid van het zoogenaamde slachtoffer
te overstemmen.
O hoe afschuwelijk was dit alles
hoe meelijwekkend, hoe tragisch,
het rampzalige van deze spook
achtige parodie met den dood zoo
nabij 1
Déroulède huiverde, toen hij dit
tooneel aanschouwde, huiverde bij
de gedachte alleen, dat hij Juliette
onder deze zorgelooze, lachende, on
nadenkende monschen gevonden zou
hebben.
Zijn eigen, zijn mooie Juliette, met
haar trotsche gelaat en majestueus©,
koninklijke gebaren het was eene
verlichting voor hem, haar daar niet
te zien.
Juliette Marny Onbekend, was
het laatste woord, dat hij over haar
boorde.
(Wordt vervolgd).