HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD, in stormachtige Tijden. Haarlemsche Handelsvereeniging OM ONS HEEN Stadsnieuws Uit de Omstreken Binnenland Onze Lachhoek FEUILLETON ZATERDAG 8 APRIL 1909 Goedgek. bij Kon. Besl. van 12 Nov. 189». De Haarlemsche Handelsve.peeni- ging nier ter stede, opgericht 10 Mei 1892, heeft in den loop van de® tijd wel haar recht van bestaan bewezen. In zeer vele gevallen, zaken va® ver schillenden aard betreffende, Is zij opgetreden en dikwijls met groot guccès. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit te w^ardeeren, door als lid der Vereeni ging toe te treden. Er zijn wel meer dan 600 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de, ja zelfs particulieren, moesten lid worden, om ten minste te laten gevoe len, da*, men het werk op prijs stelt, dat de Haarlemsche Handelsvereeni ging steeds opneemt, als doende, wat hare hand vindt om te doen. De voordeelen, die de Vereeniglng bulten hare bemoeiingen van ver- schilltüiden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groote tegenover de geringe jaarlijksche contributie van f 3.50, die gevraagd wordt. De Haarlemsche Handelsvereemi- glng bemoeit zich in de eerste plaats ei- mede, do belangen van hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor hen tot betaling aan te manen en informatiën voor hen in te winnen. Bovendien hebben de leden het recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur der Vereeniging te vragen, ■die ook in proceduren en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel en liet bedrijf der leden. Het blijkt in den laaisten tijd dat men deze belangrijke voordeelen be gint te waardeeren want sedert Mei meldden zich 67 nieuwe leden aan. Als proef kunnen voortaan nieuwe leden voor een half jaar worden aan genomen, doch slechts het 2e halfjaar (van 1 November tot en met 30 April) 'ed 1.75 de halve contributie. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de Haan Hugenholtz en A-. H. J. Merens, Spaarne 94, alhier, die voor de leden eiken werkdag van 2-4 uur des na middags zijn te spreken. Het bureau der Vereeniging is ge vestigd Jansweg 11. Voor incasso's door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 5 pet. der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port eteeds worden bijgevoegd, bij inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten van informatiën naar bulten de stad woonachtige personen bedragen 60 ets. per informatie, plus vijf cents porto-vergoeding. Informa tiën naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. Pretentiën op buiten de stad wo nende personen worden niet behan deld, wanneer niet 10 ets, voor porto vergoeding is toegevoegd. Ruim 1748 informatiën en rechts geleerde adviezen werden in het af- geloopen jaar gegeven. In December 1908 en Januari 1909 lijn 55 vorderingen tot een bedrag van f 1099.96 1/2 betaald; 13 vorderingen worden afbetaald, 17 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens art. 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat ook, moeten worden geadres seerd aan het bureau, dat geopend is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur en 's namiddags van 2 tot 4 uur, waar dan ook verdere inlichtingen zijn te bekomen. Nieuwe leden voor 1909/10 kunnen nu needs tot de vereeniging toetreden en genieten alsdan tot 1 Mei e.k. alle voorrechten als een gewoon lid. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen lid der H. H. V., toch van haar infor matiën kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging Informatiën door haar worden ver strekt, en dat voor informatiën op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. No. 909. Over Schaken en Schakers. Dr. Tarrasch, de beroemde schaak meester, die evenwel den strijd met Dr. Lasker verloor, heeft in de „Gar- tenlaube" een artikel ZurPsycho- logie des Schachspielers geschreven, waaraan ik een en ander ontleen. In weerwil van de groote versprei ding, zegt de schrijver, waarin zich het schaakspel tegenwoordig ver heugt, ontmoet men in de kringen der leeken nog altijd de merkwaar digste meeningen over het edele spel. Velen wagen het niet, het te gaan leeren ze houden het voor veel te moeilijk en hebben er een soort van bijgeloovigen angst voor. Ande ren meenen, dat het verwant is met de droogste, de meest afgetrokken© en daarom moeilijkste aller weten schappen de wiskunde. Het volgen de moge er toe bijbrengen, om deze dwalingen uit den weg te ruimen en aan te toonen, waarin het wezen van het schaakspel eigenlijk bestaat on van welke soort de geestesarbeid Is, die een schaakpartij vordert. In de eerste plaats is het schaken een zuivere verstandsaangelegenheid. Hei eischt nuchtere redeneering en scherpe berekening, die, van het eene tot het andere voortschrijdende, tot het eindresultaat komt. Men moet zich een oordeel vormen over de vraag, wat uit eiken zet kan voort vloeien, op welke wijze de tegenstan der dien zal en kan beantwoorden, welke combinaties zich op de 64 vak ken kunnen voordoen, kortom het geheele snel overzien. Uit een algemeen plan van aanval moet een bijzonder plan volgen. In zooverre doet, naar Tarrasch meent, het schaakspel aan den oorlog den ken, hoewel ik veeleer geloof, dat die vergelijking voor den oorlog te vleiend is, omdat bij een veldslag veel meer onvoorziene omstandighe den bestaan, daar het bijna onmoge lijk' is, groote menschenmassaas naar den wil van één man, precies te laten opereeren. Wanneer dus het schaakspel helde re redeneerkunst, oordeel, scherpe berekening en voorzichtigheid ver- eischt, dan zijn dat eigenschappen, die elk normaal mensch in meerdere of mindere mate bezit. Er is even wel nog iets hoogers, om zoo te zeg gen een andere manier van schaak spelen, die niet kan worden aange leerd. Zij is een zaak van aangeboren begaafdheid en bestaat daarin, dat men in een bepaalde omstandigheid den juist en zet niet door berekening, maar door intuïtie vindt, door een soort van. ingeving, welke iemand als een bliksemstraal door den geest schiet. Deze begaafdheid voor het spel is natuurlijk, zooals elke kunstaan leg, zeldzaam en heeft evenals deze haar schaduwzijde, in zooverre, dat de schaakkunstenaar niet ten allen tijde meester is over zijn volle kracht. Hij kan zich niet inspannen, zich niet voornemen goed te spelen, maar iets in hem spant zich in, een zekere kracht, waarover hij geen meester is, en die onafhankelijk is van zijn wil. Wat dat is wordt allicht iets du'de lijker, wanneer wij ons herinneren, dat groote dichters, schilders, schrij vers uren, ja dagen kennen, waar'n wel hun hand tot werken bereid 's, maai- zij toch niets kunnen voortbren gen, dat hen voldoet. Het hoogste, dat schaken tot kunst verheft, is de samenkoppeling van het koele verstand met de fantasie van den kunstenaar. Dat blijkt in de combinatie bij het schaakspel. Door intuïtie, door ingeving bedenkt de speler een in de toekomst liggende manoeuvre en tracht zich daarna door scherpe berekening van al de onder- deelen, een denkbeeld te maken van de mogelijkheid der uitvoering. Na tuurlijk wordt de moeilijkheid groo- ter, naarmate de manoeuvre meer in de toekomst ligt, daar met eiken zet het aantal variaties grooter wordt. Bovendien groeit de moeilijkheid met het aantal der tegenzetten, want iedere zet der tegenpartij heeft een gedachtenreeks tengevolge, die tot aan het einde moet worden vervolgd; zijn deze tegenzetten gedwongen, dan wordt daardoor de combinatie be langrijk verlicht. In bet eindspel zijn combinaties van tien of meer zetten geen groote zeldzaamheid, maar 'n het middenspel met veel stukken zijn combinaties van drie tot vijf zetten al zeer moeilijk. Bestaan zij Uit zes of zeven zetten, dan zijn ze heel zeld zaam en worden als groote merk waardigheden opge teekend en be waard. Een dergelijke schitterende combinatie maakte bijvoorbeeld op het Londensche tournooi in 1883 Zuckertort tegen Blackburme, nader hand Anderssen tegen Dufresne. De ze laatste combinatie was, daar de tegenstander over een menigte verde- digings-mogelijkheden beschikte, zóó ongelooflijk gecompliceerd, dat ei* zelfs een geheel boek over geschre ven is. Het ideaal, dat een schaakkunste naar najaagt, of althans behoort ra to jagen, bestaat dan ook niet in de overwinning van den tegenstander. Daarmee is de dilettant of de nuch tere schaakberekenaar tevreden, de kunstenaar streeft er naar, in elke gegeven positie den eenig julsben, den allerbesten zet te doen. Dit ideaal wordt, zooals bij elke kunst, zeld zaam, maar toch nu en dan geheel of ten naastenbij bereikt. De dilet tant, die schaak speelt om te wïnnm, blijft voortdurend subjectief, de kun stenaar evenwel is steeds objectief hij ziet niet een tegenstander, dien hij verslaan, maar een probleem, dat hij oplossen wil. Naar den graad, waarin zij dit ideaal naderen, wor den de schaakspelers gerangschikt wie dikwijls den besten en bijna al tijd een goeden zet doet, wordt meester genoemd. Intusschen zijn er nog andere fac toren, die op "den uitslag van eene schaakpartij invloed uitoefenen. I-Ict grootere karakter kan de zege beha len op den schitterenden speler. Zoo won bijvoorbeeld Ste'nitz van Zucker tort. Bovend'en speelt de opwinding een rol, waarin zich de meeste spe lers, vooral bij een tournooi, bevin den, althans wanneer de deelneming algemeen en de prijs belangrijk is. Hier kan men belangwekkende stu diën maken.Sommigen zitten in vol komen rust, als steenen beelden, uren lang voor hun schaakbord, zon der andere bewegingen te maken, dan d'le tot het verzetten van de stuk ken noodig zijn. Voor hen bestaat als 't ware de geheele omgeving niet, ruimte en tijd zijn er niet meer, het bord met zijn figuren is hun geheele wereld. Anderen daarentegen beven van opgewondenheid, kunnen geen oogen- blik rustig blijven zitten is aan hen de beurt om te zetten, dan verande ren zij telkens de positie van armen en beenen, strijken door de haren, kortom ze zijn onophoudelijk in be weging hebben zij hun zet gedaan, dan springen zij, als van een zwaren last bevrijd, op, om met de grootste belangstelling de andere partijen te bezichtigen. Een van de dingen, die grooten in vloed hebben op het verloop van een partij, is de aanval. Die wekt op en prikkelt, terwijl in hei bewustzijn Jat men zich op een aanval verdedigt, iets ontmoedigende, iets verlam mends ligt. Van groot belang kan het ook zijn, plotseling een stuk te offeren. Wan neer een speler een offer doet, dat de tegenpartij niet begrijpt, raakt hij licht in de war en zal met een ver keerden zet antwoorden. Zoo de „blufzet", die de tegenpartij opschrikt en hem een gemaakt plan doen op geven, gevaren zien waar die niet bestonden. Natuurlijk is de blufzet een tweesnijdend wapen. Een sterk en koelbloedig karakter laat er zich niet door uil de plooi brengen, en wanneer hij er het juiste antwoord op weet te vinden, heeft de man van den blufzet daarmee zijn nederlaag verhaast. Zoo bestaan er allerlei zonderlinge aiwijkingen bij schaakmeesters. Meermalen komt het namelijk voor, dat een sterke speler een zwakkeren niet overwinnen kan. Zoo verliest bij voorbeeld de Hongaar Maroczy regel matig van den oudmeester Berger, die In 't algemeen al lang geen vrees wekkende tegenstander meer is. Stel- nitz won in 1870 op het tournooi te Raden Baden twee partijen van Neu mann, deze won twee partijen van Anderssen en deze weer twee partijen van.... Steinitz. Een enkel woord over het simul taan- en blind spel. Het eerste bestaat daarin, dat men verschillende par tijen tegelijk speelt. Daardoor wordt men telkens weer uit den samenhang gerukt, de aandacht wordt verdeeld. Telkens moet men opnieuw de draad zoeken. Overigens is er geen moeilijk heid aan verbonden, zoodat het ook door betrekkelijk zwakke spelers kan worden gespeeld. Aldus meent Dr. Tarrasch. Ook van liet blinds pel, zoo oordeelt hij, maakt men zich overdreven voorstellingen. Eigehlijk is elke partij blindspel, daar men, van een zichtbare positie op het bord uitgaande, de berekening in de gedachten voortzet. Daarbij eerst de stukken en daarna ook het bord weg te denken, is zoo moeilijk niet. Weliswaar wordt het blindspel veel zwaarder, wanneer men er si multaan aan verbindt. Toch is dat een virtuozenstuk, waartoe elke mees ter min of meer in staat is, al heeft ook niemand het zoo ver gebracht als Pillsbury, die 21 partijen tegelijk blind speelde. In den wedstrijd LaskerTarrasch verklaarde de eerste terecht, dat liet schaken een kunst is, waarbij even wel, in tegenstell'ng met andere kunsten, twee personen noodig zijn om het kunstwerk tot stand te bren gen. J. C. P. In een vorig artikel „Dure lappen op een oude jas'' komt een schrijffout voor in de 3de kolom. Daar staat na melijk: tweede opleidingsschool, moet zijn tweede burgerschool. VERKIEZING JHR. VAN STYRUM. Het uitvoerend comité van de ver eeniging to tbevordering der herkie zing van Jhr. mr. F. W. van Styrum bestaat thans uit de heeren: Mr. Joh. Enschedé, J. A. Fontein, J. J. Gulde- mond, A, Konijn Mzn., H. London, G. van der Most van Spijk, J. Ool- gaardt, A. van Rossum en de secre tarissen Mr. H. R. Ribbius en Mr. C. W. Thöne. Militaire Zaken. De majoor-kwartiermeester P. Vink wordt. 1 Mei verplaatst van Haarlem naar Nijmegen. Vallende Ziekte. Dezer dagen hebben wij melding ge maakt van een collecte, die gehouden wordt ten voordeele van het te Am sterdam gevestigde Gasthuis voor lijders aaai vallende ziekte. Ons dacht, dat dit wel duidelijk was aangewezen. Toch vergissen zich naar het schijnt sommigen nog in de bestemming van deze inzameling: Vandaar dat Ds. C. J. van Paassen, als president van dc Christelijke ver eeniging Yoor de verpleging van lij ders aan vallende ziekte, daarom trent onder de advertentiën een me- dedeeling doet. MAKELAARSVEREENIGING. Men schrijft ons In de gisterenavond gehouden jaar vergadering der Haarlemsche Make- laarsvereeniglng is de kas van den penningmeester, met een batig saldo sluitend, nagezien en door drie leden goedgekeurd. Met algemeenc stem men is de heer Hoogeveen, die pe- riod'ek aftrad, wederom als bestuurs lid herkozen. Als bewijs, dat de ver eeniging rust'g voortgaat, diene, dat ook met algemeen© stemmen de con tributie verhoogd wordt en wel met het oogmerk om een eigen vakblad op te richten. Met de stichting en inrichting tot verkooplokaal van het gebouw Nieu we Gracht is reeds begonnen en de leden zullen dus niet meer in een an der tijdelijk lokaal behoeven te vei len. SCHOTEN. Donderdagavond werd alhier in het vergaderlokaal van den heer Van Dijk een vergadering gehouden voor het doel om een muziekvereeniging op te richten, naast de reeds bestaande muziekvereenigingen, onder den naam van „Schotensch dilettanten korps", directeur de heer E. Stend. Reeds 16 leden zijn tot deze vereeni ging toegetreden. HOFBERICHTEN. Z. K. H. de Prins ontving gisteren eenige burgerlijke en militaire auto riteiten in audiëntie. HET GESCHENK VAN DE AMSTER- DAMSCHE VROUWEN AAN DE KONINGIN. Van de gelegenheid tot bezichtigen van het Koninklijke wiegje onge veer zevenduizend kaarten werden gezonden naar de deeLneeinsters aan het huldeblijk werd door de dames gretig gebruik gemaakt. Het blijft maar storm loopen. Overlag de tentoonstelling is ge opend van des morgens negen tot des avonds negen uur wordt de zaal met haar kostbaren inhoud bewaakt door drie rechercheurs, des nachts is het personeel van het gebouw met de bewaking belast. DE TWEEDE KAMER VERKIEZINGEN. De Liberale en Algemeene Kiesver- eeniging te Meppel hebben met alge meene stemmen als voorloopig can didaat voor het lidmaatschap dei- Tweede Kamer gesteld den heer mr. H. Smeenge. De Vrijzinnig Democratische Kies- vereeniging Beneden Oostcrdiep stel de tot definitief candidaat voor de Tweede Kamer mr. E. A. Smidt, al tredend lid, met 11 stemmen, tegen mr. J. II. ter Spill met 3 stemmen. In de gehouden vergadering van de geavanceerd liberale kiesvereeni- ging Veendam werd definitieve stem ming gehouden over candidaten voor de Tweede Kamer, niet het resul taat, dat 12 stemmen op mr. E. A. Smidt werden uitgebracht en 10 op mr. J. H. ter Spill. Gelijk men zich zal herinneren, zoo schrijft het „Hbld." -- werd de heer G. Elhorstte Enschedé reeds aangewezen als de vermoedelijke can didaat der rechtsche partijen in liet district Enschedé. Nu evenwel niet alle R.-K. Kiesvereeniglngen in dat district besloten hebben den anti- rev. candidaat over te nemen die te Hengelo besloot een R.-K. candi daat te stellen wil het gerucht, dat de heer Elhorst om die reden voor een eventueele candidatuur zou be danken. „Het Volk" meldt dat te Gorinchem heer Bergmeijer door de S. D. A. P. is gecamdideerd. De liberale kiesvereeniging „Bur gerplicht" te Veendam stelde tot can didaat voor de Tweede Kamer in het district Veendam mr. J. II. ter Spill te Den Haag. Naar de Zw. Ct. verneemt, heeft de lieer mr. S. van Houten, die door de afdeel ing Zwolle van den Bond van Vrije Liberalen is gepolst over het aannemen van een candidatuur voor de Tweede Kamer, te kennen gegeven dat hij die candidatuur voorwaarde lijk aanvaardt. Hoe vind je je nieuwe broertje f vroeg een trotsche moeder aan haaf oudsten lieveling. Ik vind er niet veel aan, was he| antwoord. Waarom niet, vent? Hij is zoo leelijk. Willen we hem dan maar terug geven U kan 't probeeren, maar ik ge* loof nooit, dat ze hem terug nemen. We hebben hem al acht dagen in huls. Jij loopt tedere maand met eert anderen jongen. Ja, dat komt-, meneer en me vrouw hebben gezegd, dat ik moest zorgen voor afwisseling in de keuken. Grootpa, hoe oud is u Ik ben zeven-en-iachtig jaar^ ventje. Dan werd u tachtig jaar vroeger geboren dan ik. Ja 1 Wat hebt u dan een vreeselijk langen tijd op mij moeten wachten. Mijn dochter is nog veel te jong om te trouwen, bromde de oude A. Wel, hernam de afgewezen min naar, wat zoudt ge er dan van zeg gen, als ik voorloopig haar bruid schat nam en nog een paar jaar op het meisje wachtte? M n vrouw is zoo onhandelbaar, zei een braaf echtgenoot. Ze heeft me gisteren twee borden op m'n hoofd stuk geslagen. Wat zou jij in mijn plaats doen? Heel eenvoudig, was het ant woord, ik zou ijzeren borden aan schaffen. Waar sprak de verkooper, zich wendende tot een menigte van moge lijke koopers, waar anders op de ge heele oppervlakte der aarde zult gij op één plaats vindenkoper, tin, ijzer, katoen, hennep, speelgoed 1 En een stem uit de menigte riep In den broekzak van mijn jongsten zoon Waarom leent u den professor altijd gescheurde parapluies? Caféhouder: Heel eenvoudig! Doil volgenden dag heeft de professor ge woonlijk vergeten, dat de paraplu ie maar geleend is en laat ze dan repa- reeren. En als dat gebeurd is, vraag ik mijn parapluie terug. DE STORM OP DE ZUIDERZEE. Toen Donderdagmorgen plotseling een lievige storm opstak, hadden juist een aantal visschersvaartuigen bij Urk zich naar de' in zee staande haringnetten begeven. Eenigen van deze gelukte het nog vóór de storm op het hevigst was in de haven terug te keeren, maar voor verreweg de meesten bleek dit niet mogelijk te zijn, zoodat zij het anker uitwierpen en trachtten aldus den storm te door staan, dit was voor menigen botter te meer noodig, omdat of het zeil ge scheurd, of de zeilschoot gebroken, of andere averij ontstaan was. Tot vóór de stormvlaag losbarstte, waren van de met drie personen be mande botters als gewoonlijk 2 man in de vlet gestapt om de op grooto lengte uitgevierde haringreepen bin nen te halen en nu dreven wijd en zijd die ruim honderd vletten hulp loos rond, zonder dat van de nu met maar één persoon (soms een jongen) bemande schepen voldoende hulp kon verleend worden, 't Was voor de op den havenkant te Urk toegestroomde menigte vrouwen een ijselijk gezicht, daar ginds in de verte haar mannen en zonen te zien worstelen met de golven, te moer, toen men een dei- verst liggende schuitjes (de U.K. 246 gelijk later bleek) zag omslaan en niet reden kon vermoeden, dat de drie opvarenden zouden omgekomen zijn. Een telegram meldde later, dat een vlet twee hunner had gered, doch dat deze vlet, daarna eveneens in ge vaar van te zinken, door een Harder wijker visscher was opgepikt en te Harderwijk aangebracht. Alleen de jongen, die 15-jarige Tijmen Wakker, verdronk. Toen de storm op het hevigst woed de, besloten eenige kloeke Urkor vis- sellers, wier grootere botters beter den strijd tegen wind en golven kou den voeren, den In nood verkeeren den hulp te bieden. Overal toch zag men schuitjes en jollen en booten, die te vergeefs beproefden trots den vree- selijken Noordewind de Urker haveu Naar het Engelsch, door Barones Orczy. 43) Binnen twee uren na de arrestatie van Juliette Marny, hadden mevrouw Déroulède en Anne Mie het huis >n de Rue Ecole de Médecine verlaten. Zij hadden maar weinig bagage bij zich, en gingen zoogenaamd naar buiten, om een zieken neef te bezoe ken. De moeder van den populalren burger-afgevaardigde kon zonder overlast te ondervinden vrij reizen. De noodige paspoorten, die voor de veiligheid van de republiek vere'scht werden, waren all-e in volmaakte orde, en mevrouw Déroulède en Anne Mie gingen een uur vóór zonsonder gang op den 24sten Fructidor door de Noorderpoort van Parijs. Haar groote reiskoets zou haar een ïdnd buiten de Noorderpoort brengen, waar zij Lord Hastings en Lord An thony Dewhurst, twee der meest ver trouwde volgelingen van den Rooden Pimpernel, zouden ontmoeten, die naar tot de kust zoude® begeleiden, en haai* dan veilig aan boord van het Engeische jacht brengen. Op dat punt behoefde Déroulède zich dus met ongerust te maken. Zijn eersten plicht was, voor zijn moeder en Arme Mie te zorgen, en van dien pl'cht had hij zich nu ten volle ge kweten. Dan was er ook nog de oude Pé- tronella. Sinds de arrestatie van haar jonge meesteres had de arme oude ziel in een geestestoestand verkeerd, gren zende aan dien van krankzinnigheid, en geen welsprekendheid van den kant van Déroulède kon baar bewe gen Parijs zonder Juliette te ver laten. Als mijn l'eve schat moet ster ven, zei ze te midden van hartbre kende snikken, dan heb ik geen reden te blijven leven. Laten die kerels mij dan ook maar nemen, als zij een nuttelooze, oude vrouw als ik kun nen gebruiken. Maar als mijn lieve ling weer vrij komt, wat zou er dan van haar worden in deze boosaardige stad zonder mij Zy en ik zijn nog nooit gescheiden zij zou niet weten waarheen te gaan. En wie zou voor haar koken en haar zakdoeken strij ken Dat zou ik wel eens willen we ten I Rede en gezond verstand waren natuurlijk machteloos tegenover de ze verheven en heldhaftige kinder lijkheid. Niemand durfde aan de oude vrouw te vertellen, dat de moorddadi ge hand van de revolutie zelden het slachtoffer loslaat, waarin hij een maal de tanden heeft gezet. Alles wat Déroulède doen kon was Petronella terug te brengen naar het oude zolderkamertje, dat Juliette ver laten had, om in zijn huis te komen, en dat nog nooit opgezegd was. De waardige ziel werd nu kalmer en op gewekter en sterkte zichzelf in het denkbeeld, dat zij op den terugkeer van haar jonge meesteres wachtte -n op het gezicht van de voor haar zoo bekende kamer werd zij bepaald vroolijk gestemd. Déroulède had haar voorzien van geld en andere noodzakelijke dingen. Er was maar \\einig hoop meer 'n zijn hart over, maar daaronder was deze, dat Pétronella een te onbetee- kenend persoontje was, om de ver schrikkelijke aandacht van het Comi té van Algemeen Welzijn op zich te vestigen. Tegen den avond was de goede vrouw veilfig en wel geïnstalfeerd. Eerst nu voelde hij zich vrij. Eindelijk kon hij zich geve® aan wat voor hem het eenige doel van zijn leven schee® Juliette te vin den. Twaalf gevangenissen ln dit groote Parijs. Meer dan vijf duizend gevangene® die® nacht, die op verhoor, veroor- dealing en dood wachtten. Eerst Bad Déroulède, die zich sterk voelde in eigen kracht, gedacht., dat de taak betrekkelijk gemakkelijk zou zijn. Aan het Paleis van Justitie wilden zij hem niets vertellen de lijst van de nieuwe gevangenen was nog niet ingeleverd <ioor don commandant van Parijs, burger Santerre, die de ellendige reeks adspiranten voor de guillotine van den volgenden dag In deelde en verdeelde. Bovendien zouden de lijsten niet in orde zijn voor den volgenden dag, als de verhooren van de nieuwe ge vangenen al begonnen waren. Het werk van het Comité van Al gemeen Welzijn werd zonder veel uitstel varrcht. Toen begon voor Déroulède een vermoeiend vragen aan alle twaalf gevangenlissen van Parijs. Van de Temple naar de Concier- gerie, van het Paleis Condé naar het Luxemburg, bracht hij uren ln vruch teloos zoeken door. Overal hetzelfde schouderophalen, hetzelfde onverschillige antwoord op zijn gretige vraag Juliette Marny Onbekend. Onbekend 1 Zij was nog niet inge schreven, nog niet ingedeeldzij was nog een van die onmetelijke kudde, die in steeds aangroelenden getale naar het slachthuis worden gebracht. Heel spoedig, morgen, na een ver- hooi' van tien minuten misschien, na een haastige veroordeeling en snel terugkoeren naar de gevangenis, zou zij worden ingeschreven als een van de verraders, die door deze groote republiek dagelijks naar de guillotine gezonden worden. Vergeefs trachtte DéroiSlède de oi- piers over te halen, hun best voor hem te doen. De knorrige bewakers van deze twaalf gevangenissen wis ten niets van eendge gevangene in 't bijzonder. Maar men stond den burger-afge vaardigde toe, zelf te gaan kijken. Hij werd gebracht naar de groote ge welfde kamers van het Paleis Condé, waar de veroordeelden en zij, die op veroordeeling wachtten, opeengepakt warenhet werd hem toegestaan, daar getuige te zijn van de pijnlijke komische tragediën, waarmee de ge vangenen zich den korten tijd dood den. die hen nog van den dood scheidde. Humoristische verhooren werden hier nagebootstTin vólle trad op de Place de la Révolution kwam ten too nee le Samson de beul, met een paar omgekeerde stoelen, die de guil lotine moesten verbeelden. Dochters van hertogen en prinsen, afstammelingen van oude geslachten, speelden mee ln deze spookachtige, weerzinwekkende blijspelen. De da mes knielden met hoogopgebonden haar voor de omgekeerde stoelen en' legden haar blanke halzen onder de denkbeeldige guillotine. Speeches werden gehouden tot een spottende bevolking, terwijl een zoo genaamde Santerre eei* spottend tromgeroffel liet weerklinken, om den laatsten vloed van welsprekend heid van het zoogenaamde slachtoffer te overstemmen. O hoe afschuwelijk was dit alles hoe meelijwekkend, hoe tragisch, het rampzalige van deze spook achtige parodie met den dood zoo nabij 1 Déroulède huiverde, toen hij dit tooneel aanschouwde, huiverde bij de gedachte alleen, dat hij Juliette onder deze zorgelooze, lachende, on nadenkende monschen gevonden zou hebben. Zijn eigen, zijn mooie Juliette, met haar trotsche gelaat en majestueus©, koninklijke gebaren het was eene verlichting voor hem, haar daar niet te zien. Juliette Marny Onbekend, was het laatste woord, dat hij over haar boorde. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5