m 1 m m me toescheen mm ot meer opzet telijk mij en den anderen reisge not^, die onbeweeglijk zat en scheen te slapen, in het gezicht blazend. hen gevoel van moeheid en mat heid bekroop mij reeds na een paar minuten. Ik bewoog mij verscheidene nta'en, om eenigszins instinctief dit gevoel van me af te schudden, maar hel was zonderling ook mijn li chaam werd door moeheid bevan gen. Ik zou nu wel graag gesproken hebben, om wakker te blijven, maar zelfs het spreken viel me moeilijk. De man met den baard rookte kalm door. nam een tweede sigaret, toen de eerste op was, en had naar het me toescheen zelf even eens met loomheid te kampen. Een weeè zoetige geur hing er spoe dig in de coupé en ik proefde een on aangenomen smaak, die mij bijna onpasselijk maakte. Toen wUde ik den man nog beleefd maar beslist verzoeken met het rooken op te hou den of een andere sigaret mis schien een van de mijne aan te steken. Maar het was te laatik be zat nieft meer de kracht om mij op te richten en te spreken. Ik zag nog, dat de man met den baard een fleschje uit den zak haalde en eenige malen met korte, snelle teugen daar uit dronk. Toen ben ik in sJaap ge vallen. later ten minste herinnerde een reeks aangename droombeelden mij er nan dat ik vast en goed gesla pen moet hebben. Ik zag bloeiende velden, waarover ik wandelde, gemakkelijk en aange naam, lichaam en ledematen nauwe lijks voelend. Toen ik ontwaakte ik weet niet, hoe lang deze toestand geduurd heeft meende ik nog steeds te droomen. Plotseling schudde ik het loom© ge voel van me af en ging staan. De trein was nog altijd In beweging. Ik zag op mijn horloge. Zoolang had ik toch nog niet kunnen slapen. Wij moesten Warwick al lang gehad heb ben Droomde ik nog Of Mijn beide reisgenooten waren verdwenen d© man met den baard en de jonge man in den anderen hoek. Tegenover mij zat een andere even eens jonee man, In een gele reis jas, gladgeschoren en met dicht blond haar, het ty*>e van een jongen En- gelschman. Het raampje van de coupé was geonend en de verfrisschende maar vochtige nachtlucht stroomde bin nen. Tk rilde en voelde een onaangena me gewaarwording In de maag en in bf>t hoofd. Ik sloot het raampje ho'f #>n g!ng weer zitten, nadenkend over het raadsel, dat me onoplos baar scheen. Maar onmiddellijk werd ik in mijn overpeinzing gestoord door mijnen nieuwen reisgenoot. O, neem me niet kwalijk, mijn beer zei hij ik heb u vermoede lijk wakker gemaakt, toen ik het r.lampje het zakken. Maar ik kwam Uit ten lestuuratie-wagen en vond u© atmosfeer loer z<>o ondraaglijk, tiüt 'k meende een beetje te moeten \entileereu. U heeft opium-sigaretten gerookt, ik zit het aan dit eindje hij stiel me: rie punt van zijn laars tegen het eindje van de op'um-sigaret die de man met den baard gerookt bad en toen heeft u zeker slaap gekregen. Ik was nog steeds verward en be antwoordde de woorden van den jon gen Engelschman niet erg beleefd ux>l de volgende vraag Kunt u me misschien ook zeg gen. waar we ongeveer zijn De jonge maa baalde zijn horloge uil den zak en zei Ik d< nk. dat we in een paar minuien te Birmingham zijn. Ja? Zeker, als we ten minst© niet te laat zijn. Vreemd. U bedoelt De jonge man zag me verbaasd aan mijn gedrag moest ook wel een vreemden indruk op hem maken. Zou u me nog even willen zeg gentoen u hier in de coupé kwam ik bedoel, hve lang is u al hier? Hm h'j scheen z»ch even 'te bedenken ongeveer een half uur. En de trein heeft intusschen niet. gestopt Neen. Ik zeg u immersik kwam uit den restauratie-wagen. Ik houd er niet van aan een gedekte tafel te blijven zitten als «k gegeten hei». En was ik alleen toen u binnen kwam Juist. D© jorige man glimlachte even en ik kon hem dat niet kwalijk nemen, want mijn vragen en ruiln houding m<v>*ten wel een vreemden indruk maken. U heeft dus goen heer met een zwarten bo r1 gezien vroeg ik verder. Maar natuurlijk niet. En ook niet een zwijgenden jon gen man in dien hoek daar Maar ik zei u immers, dat u al leen in de coupé zat, toen ik binnen kwam IJ of een van de andere hee- ren had opinm-siearefter gerookt en ik nam de vrijheid, hoewe' u sliep, om het raampje open te zetten, daar d<* atmosfeer hier onaangenaam en schadelijk voor de gezondheid was, Voor u even goed als voor mij Op dit oogenblik werkte de rem, de trein bad reeds langzamer gere den, doch ik had het met gemerkt. De jonge man stond op. knoopte zijn is dicht en ging voor he* raam slaan, aldus aan verdere vragen, wanneer ik die had willen doen, den pas afsnijdend. Even daarna stond -de trein stil en beiden slapten we uit In de weinige uren. die me nog overbleven, sliep ik slecht en ik ont waakte met een afschuwelijke hoofd pijn. Aan het ontbijt liet ik mij een och tendblad brengen. Welk een schrik inuakie zich van mij meester, toen ik onder de telegrammen het volgen de vetgedrukte bericht las MOORD EN DIEFSTAL IN DEN SNELTREIN OXFORD- BIRMINGHAM. De acht-en-tsviniigjarige koop man Henry Warren uit Oxford is gisteren in den sneltrein Oxford— Birmingham vermoord. De jonge man reisde zooals bleek uit de popieren, die op hem gevonden werden gistermiddag op last van zijn nrtna met groot© som gelds, ongeveer vijftig dui zend galden, van Oxford naar Birmingham. Hij heeft helaas het eindstation niet bereikt. Een baanwachter vond zijn lijk op eenige kilometers afstand van het station Warwick met verbrijzeld hoofd uaaM de rails. Da porte feuille in aen binnenzat scheen onaangeroerd te zijn gebleven, maar een bruirdeeren taschje, waarin vermoedelijk het geJd was geborgen, was leeg. Er werd onmiddellijk een on derzoek ingesteld en de geheel© lijn wen! nagespeurd. Men vond nog eenige voorwerpen, die licht in deze duister* zaak kunnen brengen en misschien kunnen leiden tot het vinden van den da der. Het zijn een lange donkere jas, in welker zakken zich bevon den een pruik, een sierlijke don kere baard, een gouden lorgnet, een koker met eer. aantal sterk naai opium riekende sigaretten en een kleia» fleschje, voor de helft met een sterk riekende vloei stof gevuld. De beide laatste voor werpen zullen door een schei kundige onderzocht worden. De rechter van instructie zal in den loop van den dag een oproe ping in de blader doen verschij nen, waarbi alle reizigers, die in dezen trein zaten, worden uiit- genoodigd, hem berichten, die voor het onderzoek van belang kunnen worden geacht, te zen den." Toen ik dit opzienbarende telegram gelezen had en weer eenigszins tot me zei' gekomen was, schreef ik als eenige getuige van de vreeselijke misdaad, waarvan het hoofdmoment echter was af~espeeld, terwijl ik ver doofd was een uitvoerig verslag, dat Ik naar den rechter van instruc tie zond. Een half jaar lang heeft men mij met verhooren en confrontaties las tig gevallen de heer. die eer uur lang met een kaal hoofd, gouden lorgnet en langen donkeren baard en na mijn verdoovir.g bijna even lang als gladgeschoren jeugdig gent leman met dicht blond haar tegenover me gezeten heeft, werd nimmer ge vonden. („D. OL") Volgens het rijtje. Zooais gelegd, miju beste me- neeir, legen uw persoon ik 1 el nel minste, Lntegendee la ben zoo zeer voor mannen die eei. gemeente- betrekkiiig luibben. En ais u mijn Ro- sa WiitLe hebben, u.tstekendl liet ts nu eenmaal een principe van mij: „Altijd netjes volgens bel rijtje". Ais zakenman zou ik hei ook mei kunnen verantwoorden, wanneer ik ue oudsi© waren liet langst liet liggen en ze ten slotte met scuade moest van de baad doen. Precies hetzelfde is hel met unju dochters." Maar mijnheer Drehahn, deze vergelijking Gaar volkomen op. Is de jongst© erst getrouwd, dan werpt dal in d© gen der meeste koopers huwe- gescand.dalem, wil ik zeggen een ouguusl-g Licht op de oudere zusters, die dan moeiiijk meer een man zou den vinden. Daarom moet ik uw, voor mij vereer end aanzoek, dankend vau de hand wijzen, want ik kan na tuurlijk uiel van u verlangen te wach ten,tol Rosa eiu Julia onderdak zijn. Maar dal kan u toch geen ernst zijn, mijnheer l>rehahn; bedenkt u toch, dat Lieze en ik het eens zijn. U maakt uw kuid ongelukkig en dan Lieze is over twee jaar meerderjarig en dan kont u haar toch niets meer in den weg leggen, als zij Zeker niet. Maar ik kan haar tienduizend gulden weigeren, du© ie der mijner dochters meekrijgt. En ik kac haar ook in mijn testament heel wat minder geven, dan mijn plan is. Maar daartoe zal het niet komen. Mijn drie meisjes zijn goede kinderen, de zich schikken naar de wenschen barer ouders De gemeente-secretairis Schroder zuchtte; hij moest de juistheid dezer laatste bewering erkennen. Nooit zou Lieze zonder de toestemming van haar vader de zijne worden. Hij waagde echter nog een laatste po ging. Maar als nu uw oudste dochter heeieniaal niet trouwt, dan Blijft de jongste ook ongetrouwd, zeer beslist! Ten minste zoolang ik leef. Er hoeft toch niet partoul ge trouwd te worden 1 Mijn meisjes heb ben wat zij noodig hebben om te le ven ,dat maakt me dus geen zorgen. Uvei .geus hoop ik, dal we goede vrienden zullen blijven, mijn beste meneer Schröder En nu u toch hier bent steek u eens op, ik heb hier juist uw I Level ingsmerk, als ik me uiet vergis. Frans Schröder verliet het kantoor van den koopman door de op den tuin uitkomende deur, waar hem Lieze wachtte. Wel, wat heb je bereikt? Niels, lieveling! Je hebt helaas gelijk gehad met je vrees. Je vader heeft mijn aanzoek afgewezen om een belachelijke reden. Jelui moeten vol- gdns het rijtje trouwen, of anders .naar heelemaal met! Dat wist ik wel, Frans, maar in stilte hoopte ik natuurlijk, dat vader zTch zo ulaten vermurwen. Half bedroefd, half schelmsch voeg de zij er aan toe: Ja, nou zal je Roosje moeten ne men, Franz. Niettegenstaande zijn teleurstelling lachte deze hardop. Neen, Liesje, dat hebben we niet afgesproken. Jij, jij alleen wordt mijn vrouw, zoowaar ik Frans Schröder heet. Ik zal er wel wat op vinden. En tot zoolang ontmoeten we elkaar maar bij tante Male die goede ziel weet ge lukkig wat vêrttefdeö toekomt overmorgen dus, lief sta Zoo, ouwe jongen, je bent nu ook vost aangesteld, zooals lk ge hoord heb. Met deze woorden begroet te Frans Schröder een paar dagen late* den leeraai Wilhelm Hartig, zijt schoolvriend, met wien hij op zeer goeden voet stond. Van harte ge luk gevvenscht Nu nog een vrouwtje en dan... Juist, Frans, je hebt gelijk. En ik zou nu ook wel willen trouwen. Maa- dat ook een moeilijk geval, Ik bei. heelemaal niet thuis ln zulke din gen I En dan, ja, een klein beetje meebrengen moet ze toch ook, je kan nooit weten, wat er later ge beurt, zie je. Ja, daar heb je wel gelijk in. Zoo'n appeltje voor den dorst is geen kwaad ding. Maar er zijn toch nog genoeg meisjes en ook wel eenige met vermogen. Ik zou je er da delijk een kunnen noemen daar heb je bijvoorbeeld het oudste van den heer Drehahn, dat zou een uitste kende vrouw voor je zijn. Het oudste? lk vind de beide an dere aardiger', vooral de kleine Lieze; de oudste ie me te blond. Nou, maar dan kan je de mid delste nemen. Waarom dan niet de jongste? Die is beslist de beste, zoover je tenminste op het uiterlijk kunt afgaan. Dat kan wei zijn, dat is een quaestie van smaak. Maar de jongste is, naar ik beslist weet, al in het ge heiin veirloofd. Zoo. zoo. Nou de middelste is ook zeer aannemelijk; krullend donker haar,-dat mag ik wel. En krijgt ze ook wat mee? Tienduizend gulden krijgt ieder van de meisjes. En dan is er ook nog het mooie huis en de uitstekende zaak van haar vader. Wanneer je er over denkt, wil ik je morgen bij het concert van ae liedertafel wel met juffrouw Jul.a in kennis brengen Ik sta namelijk op goeden voel niet de jongste ln vertrouwen gezegd, haar verloofde is een mijner vrienden en zij treft hem vaak bij mijn tante Male. Zoo, zoo. Daarvan beu je dus zoo op de hoogte! Ja. als ik er goed oven deiik( ian zoi hei nog zoo dom niet zijn. De quaes.ie is dan echter nog, of ik haar aansta. Neem mij nou niet kwalijk, zeg zoo'n knappe vent als jij bent. En haar vader is zeer voor jongelui met een vaste positie. Dat zai wel Ln orde komen. En het kwam werkelijk in orde Dut wil zeggen, Wilhelm Hurtig verover de snel hel hart van de bruingelokte Julia Drehahn. Kort daarna stond hij in het kantoor van haar vader en vroeg om de hand van de tweede doch ter des huizes. En hij kreeg hetzelfde antwoord als de secretar s: altijd net jes voJgeais hei rijtje. Eerst de oud ste, dan de tweede en ten sJotte de jongste. Overigens zou ik u graag tot schoonzoon hebben, Lk ben zeer voor mannen met een mooie betrekking, maar van mijn principes kan ik niet afwijken. Geheel gebroken verliet Hurtig het kantoor, zocht Schröder op, oiu hem het nieuws te vertellen en om hulp en raad te vragen, want een leven zonder zijn Julia kon hij zich heele maal niet meer voorstellen. Zeer veel getroost ging hij na een half uur weer naar huis en nog den zelfden dag vroeg hij een zijner col lega's, den leeraar Ln het teekenen. Zenneir, met hem te gaan wandelen. En toen ze buiten het stadje gekomen waren, bracht Hurtig het gesprek op trouwen Zenner luisterde aanvanke lijk slechts met een half oor, maar werd opmerkzaam, toen de naam Drehahn genoemd werd. Toen zei hij: „Ja, de Drehahns zijn flinke wel gestelde me sjes, eigenlijk een wonder ciat ze nog niet getrouwd zijn. Nou, ze zijn toch ook nog jong genoeg, de oudste is pas twee en twintig, antwoordde Hurtig. En bo vendien, de jongste en de middelste zijn, naar ik toevallig beslist weet, aJ in het gehe:m verloofd. Zoo? Met wie? Dat inag ik niet verraden, maar het is beslist waar Ze krijgen ook een {hooien bruidsschat, tienduizend gul den en dan is er ook nog het rnooe buis en de zaak van haar vader. Dan zou Rosa een goede ^irtij voor je zijn,' meirkte de teekenleer- aar op. Hurtig glimlachte: Neen, voor mij niet ik ben al verloofd; ik hoop zeer spoedig mijn verloving bekend te kunnen maken; het hangt nog maar van een klein,ig- he dje af. Gefeliciteerd, beste Hurtig, gefe liciteerd. Dank je. Ja, zoo langzamerhand krijg je genoeg van het jonggezellen- leven, vooral in zoo'n klein nest als hier. Wanneer men daar n;et een ge zellig thuis heeft, is het niet uil te houden. Zenner werd nadenkend. Bijzonder mooi was Rosa Drehahn wel niet, maar ze had toch een lief gezichtje en een goed figuur. En de twee zus jes waren reeds verloofd, dat was ook heel prettig. Nu zou de oudste ze ker ook wel graag verloofd zijn, zoo dat hij de beste kansen had! Met zeer veel genoegen geef ik u mijn Rosa, beste meneer Zenner. Ik ben zeer voor menschen met een vas te positie, moet u weten. Dat is ten minste een veilig idee. Elk mijner dochters krijgt Hendulwcd gulden mee en rater krijgt ieder nog min stens het dubbele. En de wouw van een Lee raar heeft een heel wat gemak kelijker leven dan die van een han delsman. Wat heeft mijn goede vrouw zich al die jaren moeten mee-plagen! Morgenavond rullen wij de verloving vieren. Vader Drehahai schreef nog dien- zelfden avond twee brieven van vrij wel denzelfden inhoud, een aan d«en secretaris Schröder en een aan den leeraar Hurtig. En den volgenden middag werden de bewoners van het stadje niet weing verrast door de vol gende advertentie ln het plaatselijke blaadje: Verloofd: HOSA DREHAHN, MAX ZENNER, teekenaar. JULIA DREHAHN, WILHELM HURTIG, Leeraar M. 0. ELISE DREHAHN, FRANZ SCHRöDER, gemeente-seor. (L. en V.) Aan een zijden draadje In een der voornaamste restaurants van Londen zat nog laat een club heeren bijeen, die tol de voornaamste kringen behoorden. De meeste van die heeren waren op een soirée bij de familie Bischlow geweest. De familie stuud als „hoog" aangeschreven, en daarom ging men gaarne naar hare partijen. En verreweg de knapste en vroo- lijkste onder hen was Percy Bil fort. iemand, die talrijke schulden had, maai die met de hem aangeboren be minnelijkheid steeds nieuwe hulp bronnen wist uit te vinden, als zijne familie eens een onverhaddelijk© bul had - Wel, zeide lord Pelham, daar komt Dolkins nog, de chef van onzen sprurhondendiensi, die weet altijd wat belangrijks te vertellen. - Geen wonder, schertste Percy Bil- fort, want het is bekend, dat hij over al zijn neus in steekt. - Kom bij ons zitten, riep lord Pelham. wij hebben goeden wijn. en er is nog een plaats aan tafel oj>en Percy, schuif een eindje op. Dolkins kan naast u zitten. De geroepene stemde toe eu nam aai- tafel plaats. Zijn smalle, grijze oogen hadden in één oogwenk den kring om d© tafel opgenomen, maar li j scheen niettegenstaande de uit nood igLng niet tot spreken geneigd te zijn ln stilte met half gesleten oogen pioefde hij den bourgogne, ver wijl hij zich tevens oefende in de kunst ter zijde te zien, zonder de oogen te bewegen. W-el, Dolkins, waarom zit ge daai zoo stil riep mei: eindelijk. Hebt ge wat onaangenaams onder vonden. of peinst ge over een moei lijk geval Di, laatst© do© ik nooit wanneer ik in gezelschap ben Ik ben veel te blij een* niet te moeten ploeteren. Is het dan zoo verbazend moei lijk vroeg een der heeren, een mis daad op het spoor te komen Ik heb dikwijls gehoord, dat misdadigers dom zijn. Niei allen, ik heb er wel gekend, di© too slim waren als de hond in het sprookje van Andersen. Ik heb e-n dief gekend, die langen tijd de zelfde praktijk beoefende, maar ein delijk heh ik hem toch gevangen Natuurlijk, gij bereikt altijd uw doei Niet altijd maar als het een diefstal betreft dat is eenmaal mijn specialiteit. Mijn laatslen dief heb ik zelfs aan een rooden draad ge vangen. Wat Aan een draad Vertel, gauw vertel verder. D scherpe oogen van den politie ambtenaar hadden hun toerend werk ge-ui seconde onderbroken, en hij had bemerkt dat de hitte in de zaal zeer erschillend op de heeren werkte. Terwijl lord Pelham de juis* in de i inde gekomen sportdas losser maak te, ti achtte Percy Bilfort. een paar maal ze nog vaster aan te trekken. Toch wischte hij het zweet van zijn voorhoofd. IV andere heeren riepen een kell- n- om in de bijzaal een venster ona te ze'ten. lk vergis me niet, ging Dolkins voortdat cïe heeren ook van de par tij bij de familie Bischlow komen - Wij zijn er allemaal geweest. Waar weet ge dat r.u weer van Nu. zeide Dolkins, terwijl hij achteloos een cigaret opstak, ik kom ei ook vandaan. - Wat? van de Bischlows Zoo laat in den nacht? Ja. ik werd per telefoon opge roepen onmiddellijk nadat d© gasten veruokken waren. Men had bemerkt, dat er een juweel was gestólen. W at. op hel feest Maar dat is niei mogelijk. Vlug, vertel verder. Lady Maddy mist een edelsteen, een robijn, een erfstuk van de familie en waai van de waarde door kenners op vierduizend pond wordt geschat Een robijn Waar droeg ze dian Zij had den steen achter op een zijden ceintuur genaaid op wat zoi derlinge denkbeelden de dames al met komen. Ziet ge wel, riep lord Pelham triomfantelijk uit. Ik heb mijn vrouw gewaarschuwd, dat zij die mode niet moest volgen. Het is modern om op de ce'ntuur van achteren een mooie gesp of steen te steken. En ontdekte Lady Bischlow het verlies juist hedenavond, ko-rt nadat wij weg waren Eenige minuten later. Het is een goede les voor Lady Maddy, zeide lord Pelham. Overi gens weet ik, dat zij een schat van juweelen bezit, zoodat zij dit verlies wel te boven zal komen. Hel verlies van dezen steen is minder gemakkelijk te verklaren. Zij droeg hem bij voorkeur en had hem ook nu eigenhandig bevestigd op de ceintuur. Zij gebruikte daarvoor sterke zijde, en naaide hem zoo vast mogelijk. Maar de dief moet een scherp mes gebruikt hebben, want de draden waren allen doorgesneden. Een leelijke geschiedenis, merkte een der heeren op. Wij hebben allen met de dame gedanst, men zou al licht één van ons verdenken. Werkelijk, zeide Dolkins met een fijn Lachje. In haar opgewonden heid, zeilde zij mij het volgende Vóór mij uit te kleeden na liet ver trek onzer gasten, dronk ik een las thee m de ontvangkamer. Daarbij viel hot iepeitje en kwam tegen de ceantuur. Ik deed ze af en bemerkte dadelijk, dat de steen weg was en met een mesje moest afgesneden zijn. Zij overhandigde mij de ceiuLuui en ik overtuigde mij. Niets wees er op, dat de steen slecht vastge naaid was en zoodoende vertoren kou zijn gegaan, want de zijden drar den waren, zooals gezegd is, doorge sneden. Toch moeL de dief de losge maakte speld nog hebben afgetrok ken, want een klein stukje van bet goud der sluiling bad zich in o© zij de vastgehaakt, eu was loen losge rukt. Alen zag duidelijk, dat aan de blauwzijden stof een draad oulorak. Maar, riep Percy Bilfort, terwijl hij zien op zij wendde, dat komt toch met uit Lady Maddy droeg eeu rood kleed. Juist, zeide Dolkins, terwijl hij met een vaste greep Percy's das vast pakte en dit hier is de roode draad, waaraan ik den dief wilde vangen Hij had bij deze woorden mei de vrije hand een revolver te voor schijn gebaald en hield hem Bilfort voor oogen, die doodsbleek bleef zit ten. Dolkins, wat beteekent dat? Zijt ge gek? Wat wilt ge toch? riep lord Pelham. U, maar een kleinigheid. Hier is de robijn. Bij deze woorden had hij uil Bil fort s dus den prachtig schitterenden steen gehaaid, die in den dichten knoop verborgen was, en nu wendde luj zich naar de deur, waar een agent wachtte. Hot volgend oogenblik bad Percy Biiloit handboeien aan en werd hij mooi den agent weggevoerd Kalm stak Doikuis de speld in zijn pui-temuunaie lie heeren waren te op- geworKien om langei te kunnen Kij ven zitten. Verscheidene van üen gin gen met Dolkins mee, <lie intusschen zijn overjas had aangetrokken. Aiaai vertel uio eens, Dolkins, hoe hem gij kunnen vermoeden, wie de dief was .\u, ik heb inij d© lijst doi gusien luien geven die hedenav .u. met de «jam© ui quaestie geoanst heoben Aoodra ik Billorl daaiouoei zag, kreeg rk op hem verdenking, ornaat ik maai al te goed weel, dal hij zich ju.sl op het ougeublik in groole géld- ver tegenheid bevindt. Toen ik nu met u allen, die ik wel hier in uw gewo ne socialen vermoedde, zat ie praten, bemerkte ik, dat Bilfort, meitegeu- staanae d© warmte, zijn das vaster aantrok. Liu alleen zou natuurlijk niet vol doende geweest zijn, om mij zeker heid te geven, ais ik niet, ook op de wat© das een klein rood draadje had aen liggen, dat uit den knoop hing. Mijn berekening was nu, dat hij, als nieuweling in zulke dingen, zeker op lettend naar alle bijzonderheden van mijn verslag zou luisteren, eu mij sschien op een gegeven oogenblik, zoii verbeteren en ik had gelijk. Me. opzet sprak ik van blauwe stof d© draad Gij hebt gezien, dat hij de verzoeking, mij tegen te spreken niet kon weerstaan en intusschen had ik mij overtuigd, dat bet verraderlijke draadje op zijn das werkelijk het op vallend rozenrood van de ceintuur was. En hier is mijne woning heeren.* Adieu (Centr.) TELEPHOON-VERSTERKER. Door de firma Berg-Jaeger ln Christiania wordt een apparaat ge construeerd, dat dient ter verbetering' van d© duidelijkheid op Lange en min_ der goede teiephoonleidingen. De ge- luidsversierkLng wordt verkregen door een kiemen verlerigïngs Lr echter van bijzonderen vorm. genaamd Energofoon. Wanneer de sprekende persoon bemerkt, dat zijn stem niet goed wordt verstaan, behoeft hij slechts dezen lossen trechter op den Lrechter van de microfoon te plaat sen, waardoor verkregen wordt, dat o© geluidsgolven van den mond uit tegen het membraan van de micro foon gevoeid en daardoor de trillin gen versterkt worden en hei gespro kene helder ©n duidelijker kan won den verstaan. Het apparaat biedt ver der in hygiënisch opzicht voordeelen en is reeds bij de Rijkstelephoon in Noorwegen en Denemarken inge voerd. ZICHZELF VALSCH BESCHUL DIGD. Bij de politie te Montpellier meld de zich een man aan, Joseph Gros geheeten, die bekende, dat hij te Mootierrier in liM een misdaad had gepleegd Een 72-jarige vrouw was daar in den nacht van 24 op 25 Fe- biuari op haar bed verworgd, waar na een bedrag van (>U0 francs uit haar woning is gestolen. Gros verklaard© berouw te hebben en niets liever te willen dan de straf voor zijn misdaad ondergaan. Na tuurlijk werd hij in hechtenis geno men en sit.elde men een onderzoek in, waaruil ecbier gebleken is, dat Gros tijdens die misdaad soldaat in Al- gerie was, dus dat hij zichzelf valsch beschuldigt. LUCHTVAART. Een oude beer te YVeenen, Wilhelm Kresz, due zich ai verscheidene jaren met het vhegvraagstuk heeft bez.g gehouaen, heeft thans eeu model van e«n vliegtoestel voltooid het „vlieg toestel zonaor aanloop, sysLeein Kresz't Aai dadelijk loodrecht om hoog kunnen gaan en wanneer net ue gewensente hoogte bereikt heeft, zien met abe ©igeuscnuppeu van net gewon© vliegtoestel mei draagvlak ken horizontaal kunnen voortbewe gen. Uok zal net loesiei, naar zijn uiLvindar beweert, ia de lucht kunnen blijven stusLaan, zoolang zijn Pe st uuroer maar wil. Het toes tol zal drie zweefvlakken hebPen van 1U Lot lü meter breedte, ïiovendien werken ook nog de beide nocgvetoaren, eeu voor eu een achter, at. araagv lakken. In T geheel 11)0 vierk. me lei* draagvlak. t Vliegtoestel krijgt vier iuchtr sehroeven met twee baden, waarvan de assen verstelbaar zijn. Bij de op stijging zijn de schroeven horizontaal gesteld eu werken ze als hefschroeven ore het toestel loodrecht omhoog doen gaan. De schroeven worden gedreven door twee benzinemotoren van elk5C paardekracht. Na de opstijging zai de bestuurder <ie assen van de luchlschroeven gaan verstellen, waardoor liet toestel een schuine richting zai aannemen, en zoodra de schroeven loodrecht staan zai het zich in horizontale lijn voort bewegen. Dan kan de een© motor worden uitgeschakeld deze dient dan verder als reserve, voor het geval de andere motor mocht gaan haperen. Het toestel, gemaakt op de door Kresz aangenomen afmetingen, zou drie of vier persoiieu kunnen vervoe ren. DAMRUBRIEK. HAARLEMSCHE DAMCLUB. Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve men te richten aan den Heer J Meyer, Kruisstraat 34. relephoon 1543. PROBLEEM No. 40, van den Heer W. J. A. Matla, onder het motto Schijn bedriegt Zwart 1 9 8 4 ft L HP gjj HP B (f~; 'W- ÜP gags jjj - Üi! JP B n - 8 ii 9 11 u wtöA .v. Éür 47 4o 43 bu Zwart Schijven op 7, 8, 9. 10, 12, 13, 14, 17, 19, 20, 24, 26 e® *1 Wit Schijven op 23. 27, 28, 32, 33, 37, 39, 41. 44, 46 en 50. PROBLEEM No. 41. von N. N. Zwart Wit /wart Schijven op 4, 8, 7, 8, 9, 17, 18, 22, S3. 42 en dam op 90. Wit Schijven od 24. 26. 35. 36. 40. 45. 49. 50 en dam on

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 16