m
1
m
m
me toescheen mm ot meer opzet
telijk mij en den anderen reisge
not^, die onbeweeglijk zat en scheen
te slapen, in het gezicht blazend.
hen gevoel van moeheid en mat
heid bekroop mij reeds na een paar
minuten. Ik bewoog mij verscheidene
nta'en, om eenigszins instinctief dit
gevoel van me af te schudden, maar
hel was zonderling ook mijn li
chaam werd door moeheid bevan
gen. Ik zou nu wel graag gesproken
hebben, om wakker te blijven, maar
zelfs het spreken viel me moeilijk.
De man met den baard rookte
kalm door. nam een tweede sigaret,
toen de eerste op was, en had
naar het me toescheen zelf even
eens met loomheid te kampen.
Een weeè zoetige geur hing er spoe
dig in de coupé en ik proefde een
on aangenomen smaak, die mij bijna
onpasselijk maakte. Toen wUde ik
den man nog beleefd maar beslist
verzoeken met het rooken op te hou
den of een andere sigaret mis
schien een van de mijne aan te
steken. Maar het was te laatik be
zat nieft meer de kracht om mij op
te richten en te spreken. Ik zag nog,
dat de man met den baard een
fleschje uit den zak haalde en eenige
malen met korte, snelle teugen daar
uit dronk. Toen ben ik in sJaap ge
vallen. later ten minste herinnerde
een reeks aangename droombeelden
mij er nan dat ik vast en goed gesla
pen moet hebben.
Ik zag bloeiende velden, waarover
ik wandelde, gemakkelijk en aange
naam, lichaam en ledematen nauwe
lijks voelend. Toen ik ontwaakte
ik weet niet, hoe lang deze toestand
geduurd heeft meende ik nog
steeds te droomen.
Plotseling schudde ik het loom© ge
voel van me af en ging staan. De
trein was nog altijd In beweging. Ik
zag op mijn horloge. Zoolang had ik
toch nog niet kunnen slapen. Wij
moesten Warwick al lang gehad heb
ben
Droomde ik nog Of
Mijn beide reisgenooten waren
verdwenen d© man met den baard
en de jonge man in den anderen
hoek.
Tegenover mij zat een andere even
eens jonee man, In een gele reis jas,
gladgeschoren en met dicht blond
haar, het ty*>e van een jongen En-
gelschman.
Het raampje van de coupé was
geonend en de verfrisschende maar
vochtige nachtlucht stroomde bin
nen.
Tk rilde en voelde een onaangena
me gewaarwording In de maag en
in bf>t hoofd. Ik sloot het raampje
ho'f #>n g!ng weer zitten, nadenkend
over het raadsel, dat me onoplos
baar scheen.
Maar onmiddellijk werd ik in mijn
overpeinzing gestoord door mijnen
nieuwen reisgenoot.
O, neem me niet kwalijk, mijn
beer zei hij ik heb u vermoede
lijk wakker gemaakt, toen ik het
r.lampje het zakken. Maar ik kwam
Uit ten lestuuratie-wagen en vond
u© atmosfeer loer z<>o ondraaglijk,
tiüt 'k meende een beetje te moeten
\entileereu. U heeft opium-sigaretten
gerookt, ik zit het aan dit eindje
hij stiel me: rie punt van zijn laars
tegen het eindje van de op'um-sigaret
die de man met den baard gerookt
bad en toen heeft u zeker slaap
gekregen.
Ik was nog steeds verward en be
antwoordde de woorden van den jon
gen Engelschman niet erg beleefd
ux>l de volgende vraag
Kunt u me misschien ook zeg
gen. waar we ongeveer zijn
De jonge maa baalde zijn horloge
uil den zak en zei
Ik d< nk. dat we in een paar
minuien te Birmingham zijn.
Ja?
Zeker, als we ten minst© niet te
laat zijn.
Vreemd.
U bedoelt
De jonge man zag me verbaasd aan
mijn gedrag moest ook wel een
vreemden indruk op hem maken.
Zou u me nog even willen zeg
gentoen u hier in de coupé kwam
ik bedoel, hve lang is u al hier?
Hm h'j scheen z»ch even 'te
bedenken ongeveer een half uur.
En de trein heeft intusschen niet.
gestopt
Neen. Ik zeg u immersik
kwam uit den restauratie-wagen. Ik
houd er niet van aan een gedekte
tafel te blijven zitten als «k gegeten
hei».
En was ik alleen toen u binnen
kwam
Juist.
D© jorige man glimlachte even en
ik kon hem dat niet kwalijk nemen,
want mijn vragen en ruiln houding
m<v>*ten wel een vreemden indruk
maken.
U heeft dus goen heer met een
zwarten bo r1 gezien vroeg ik
verder.
Maar natuurlijk niet.
En ook niet een zwijgenden jon
gen man in dien hoek daar
Maar ik zei u immers, dat u al
leen in de coupé zat, toen ik binnen
kwam IJ of een van de andere hee-
ren had opinm-siearefter gerookt en
ik nam de vrijheid, hoewe' u sliep,
om het raampje open te zetten, daar
d<* atmosfeer hier onaangenaam en
schadelijk voor de gezondheid was,
Voor u even goed als voor mij
Op dit oogenblik werkte de rem,
de trein bad reeds langzamer gere
den, doch ik had het met gemerkt.
De jonge man stond op. knoopte
zijn is dicht en ging voor he* raam
slaan, aldus aan verdere vragen,
wanneer ik die had willen doen, den
pas afsnijdend.
Even daarna stond -de trein stil en
beiden slapten we uit
In de weinige uren. die me nog
overbleven, sliep ik slecht en ik ont
waakte met een afschuwelijke hoofd
pijn.
Aan het ontbijt liet ik mij een och
tendblad brengen. Welk een schrik
inuakie zich van mij meester, toen
ik onder de telegrammen het volgen
de vetgedrukte bericht las
MOORD EN DIEFSTAL IN DEN
SNELTREIN OXFORD-
BIRMINGHAM.
De acht-en-tsviniigjarige koop
man Henry Warren uit Oxford is
gisteren in den sneltrein Oxford—
Birmingham vermoord. De jonge
man reisde zooals bleek uit de
popieren, die op hem gevonden
werden gistermiddag op last
van zijn nrtna met groot©
som gelds, ongeveer vijftig dui
zend galden, van Oxford naar
Birmingham. Hij heeft helaas het
eindstation niet bereikt. Een
baanwachter vond zijn lijk op
eenige kilometers afstand van het
station Warwick met verbrijzeld
hoofd uaaM de rails. Da porte
feuille in aen binnenzat scheen
onaangeroerd te zijn gebleven,
maar een bruirdeeren taschje,
waarin vermoedelijk het geJd was
geborgen, was leeg.
Er werd onmiddellijk een on
derzoek ingesteld en de geheel©
lijn wen! nagespeurd. Men vond
nog eenige voorwerpen, die licht
in deze duister* zaak kunnen
brengen en misschien kunnen
leiden tot het vinden van den da
der. Het zijn een lange donkere
jas, in welker zakken zich bevon
den een pruik, een sierlijke don
kere baard, een gouden lorgnet,
een koker met eer. aantal sterk
naai opium riekende sigaretten
en een kleia» fleschje, voor de
helft met een sterk riekende vloei
stof gevuld. De beide laatste voor
werpen zullen door een schei
kundige onderzocht worden.
De rechter van instructie zal in
den loop van den dag een oproe
ping in de blader doen verschij
nen, waarbi alle reizigers, die
in dezen trein zaten, worden uiit-
genoodigd, hem berichten, die
voor het onderzoek van belang
kunnen worden geacht, te zen
den."
Toen ik dit opzienbarende telegram
gelezen had en weer eenigszins tot
me zei' gekomen was, schreef ik
als eenige getuige van de vreeselijke
misdaad, waarvan het hoofdmoment
echter was af~espeeld, terwijl ik ver
doofd was een uitvoerig verslag,
dat Ik naar den rechter van instruc
tie zond.
Een half jaar lang heeft men mij
met verhooren en confrontaties las
tig gevallen de heer. die eer uur
lang met een kaal hoofd, gouden
lorgnet en langen donkeren baard
en na mijn verdoovir.g bijna even
lang als gladgeschoren jeugdig gent
leman met dicht blond haar tegenover
me gezeten heeft, werd nimmer ge
vonden.
(„D. OL")
Volgens het rijtje.
Zooais gelegd, miju beste me-
neeir, legen uw persoon ik 1 el
nel minste, Lntegendee la ben zoo
zeer voor mannen die eei. gemeente-
betrekkiiig luibben. En ais u mijn Ro-
sa WiitLe hebben, u.tstekendl liet ts
nu eenmaal een principe van mij:
„Altijd netjes volgens bel rijtje". Ais
zakenman zou ik hei ook mei kunnen
verantwoorden, wanneer ik ue oudsi©
waren liet langst liet liggen en ze ten
slotte met scuade moest van de baad
doen. Precies hetzelfde is hel met
unju dochters."
Maar mijnheer Drehahn, deze
vergelijking
Gaar volkomen op. Is de jongst©
erst getrouwd, dan werpt dal in d©
gen der meeste koopers huwe-
gescand.dalem, wil ik zeggen een
ouguusl-g Licht op de oudere zusters,
die dan moeiiijk meer een man zou
den vinden. Daarom moet ik uw,
voor mij vereer end aanzoek, dankend
vau de hand wijzen, want ik kan na
tuurlijk uiel van u verlangen te wach
ten,tol Rosa eiu Julia onderdak zijn.
Maar dal kan u toch geen ernst
zijn, mijnheer l>rehahn; bedenkt u
toch, dat Lieze en ik het eens zijn. U
maakt uw kuid ongelukkig en dan
Lieze is over twee jaar meerderjarig
en dan kont u haar toch niets meer
in den weg leggen, als zij
Zeker niet. Maar ik kan haar
tienduizend gulden weigeren, du© ie
der mijner dochters meekrijgt. En ik
kac haar ook in mijn testament heel
wat minder geven, dan mijn plan is.
Maar daartoe zal het niet komen.
Mijn drie meisjes zijn goede kinderen,
de zich schikken naar de wenschen
barer ouders
De gemeente-secretairis Schroder
zuchtte; hij moest de juistheid dezer
laatste bewering erkennen. Nooit zou
Lieze zonder de toestemming van
haar vader de zijne worden. Hij
waagde echter nog een laatste po
ging. Maar als nu uw oudste dochter
heeieniaal niet trouwt, dan
Blijft de jongste ook ongetrouwd,
zeer beslist! Ten minste zoolang ik
leef. Er hoeft toch niet partoul ge
trouwd te worden 1 Mijn meisjes heb
ben wat zij noodig hebben om te le
ven ,dat maakt me dus geen zorgen.
Uvei .geus hoop ik, dal we goede
vrienden zullen blijven, mijn beste
meneer Schröder En nu u toch hier
bent steek u eens op, ik heb hier
juist uw I Level ingsmerk, als ik me
uiet vergis.
Frans Schröder verliet het kantoor
van den koopman door de op den tuin
uitkomende deur, waar hem Lieze
wachtte.
Wel, wat heb je bereikt?
Niels, lieveling! Je hebt helaas
gelijk gehad met je vrees. Je vader
heeft mijn aanzoek afgewezen om een
belachelijke reden. Jelui moeten vol-
gdns het rijtje trouwen, of anders
.naar heelemaal met!
Dat wist ik wel, Frans, maar in
stilte hoopte ik natuurlijk, dat vader
zTch zo ulaten vermurwen.
Half bedroefd, half schelmsch voeg
de zij er aan toe:
Ja, nou zal je Roosje moeten ne
men, Franz.
Niettegenstaande zijn teleurstelling
lachte deze hardop.
Neen, Liesje, dat hebben we niet
afgesproken. Jij, jij alleen wordt mijn
vrouw, zoowaar ik Frans Schröder
heet. Ik zal er wel wat op vinden. En
tot zoolang ontmoeten we elkaar maar
bij tante Male die goede ziel weet ge
lukkig wat vêrttefdeö toekomt
overmorgen dus, lief sta
Zoo, ouwe jongen, je bent nu
ook vost aangesteld, zooals lk ge
hoord heb. Met deze woorden begroet
te Frans Schröder een paar dagen
late* den leeraai Wilhelm Hartig,
zijt schoolvriend, met wien hij op
zeer goeden voet stond. Van harte ge
luk gevvenscht Nu nog een vrouwtje
en dan...
Juist, Frans, je hebt gelijk. En
ik zou nu ook wel willen trouwen.
Maa- dat ook een moeilijk geval,
Ik bei. heelemaal niet thuis ln zulke
din gen I En dan, ja, een klein beetje
meebrengen moet ze toch ook, je
kan nooit weten, wat er later ge
beurt, zie je.
Ja, daar heb je wel gelijk in.
Zoo'n appeltje voor den dorst is geen
kwaad ding. Maar er zijn toch nog
genoeg meisjes en ook wel eenige met
vermogen. Ik zou je er da
delijk een kunnen noemen daar
heb je bijvoorbeeld het oudste van
den heer Drehahn, dat zou een uitste
kende vrouw voor je zijn.
Het oudste? lk vind de beide an
dere aardiger', vooral de kleine Lieze;
de oudste ie me te blond.
Nou, maar dan kan je de mid
delste nemen.
Waarom dan niet de jongste? Die
is beslist de beste, zoover je tenminste
op het uiterlijk kunt afgaan.
Dat kan wei zijn, dat is een
quaestie van smaak. Maar de jongste
is, naar ik beslist weet, al in het ge
heiin veirloofd.
Zoo. zoo. Nou de middelste is ook
zeer aannemelijk; krullend donker
haar,-dat mag ik wel. En krijgt ze
ook wat mee?
Tienduizend gulden krijgt ieder
van de meisjes. En dan is er ook nog
het mooie huis en de uitstekende
zaak van haar vader. Wanneer je er
over denkt, wil ik je morgen bij het
concert van ae liedertafel wel met
juffrouw Jul.a in kennis brengen Ik
sta namelijk op goeden voel niet de
jongste ln vertrouwen gezegd, haar
verloofde is een mijner vrienden en
zij treft hem vaak bij mijn tante Male.
Zoo, zoo. Daarvan beu je dus zoo
op de hoogte! Ja. als ik er goed oven
deiik( ian zoi hei nog zoo dom niet
zijn. De quaes.ie is dan echter nog, of
ik haar aansta.
Neem mij nou niet kwalijk, zeg
zoo'n knappe vent als jij bent. En
haar vader is zeer voor jongelui met
een vaste positie. Dat zai wel Ln orde
komen.
En het kwam werkelijk in orde Dut
wil zeggen, Wilhelm Hurtig verover
de snel hel hart van de bruingelokte
Julia Drehahn. Kort daarna stond hij
in het kantoor van haar vader en
vroeg om de hand van de tweede doch
ter des huizes. En hij kreeg hetzelfde
antwoord als de secretar s: altijd net
jes voJgeais hei rijtje. Eerst de oud
ste, dan de tweede en ten sJotte de
jongste. Overigens zou ik u graag tot
schoonzoon hebben, Lk ben zeer voor
mannen met een mooie betrekking,
maar van mijn principes kan ik niet
afwijken.
Geheel gebroken verliet Hurtig het
kantoor, zocht Schröder op, oiu hem
het nieuws te vertellen en om hulp
en raad te vragen, want een leven
zonder zijn Julia kon hij zich heele
maal niet meer voorstellen.
Zeer veel getroost ging hij na een
half uur weer naar huis en nog den
zelfden dag vroeg hij een zijner col
lega's, den leeraar Ln het teekenen.
Zenneir, met hem te gaan wandelen.
En toen ze buiten het stadje gekomen
waren, bracht Hurtig het gesprek op
trouwen Zenner luisterde aanvanke
lijk slechts met een half oor, maar
werd opmerkzaam, toen de naam
Drehahn genoemd werd. Toen zei
hij: „Ja, de Drehahns zijn flinke wel
gestelde me sjes, eigenlijk een wonder
ciat ze nog niet getrouwd zijn.
Nou, ze zijn toch ook nog jong
genoeg, de oudste is pas twee en
twintig, antwoordde Hurtig. En bo
vendien, de jongste en de middelste
zijn, naar ik toevallig beslist weet, aJ
in het gehe:m verloofd.
Zoo? Met wie?
Dat inag ik niet verraden, maar
het is beslist waar Ze krijgen ook een
{hooien bruidsschat, tienduizend gul
den en dan is er ook nog het rnooe
buis en de zaak van haar vader.
Dan zou Rosa een goede ^irtij
voor je zijn,' meirkte de teekenleer-
aar op.
Hurtig glimlachte:
Neen, voor mij niet ik ben al
verloofd; ik hoop zeer spoedig mijn
verloving bekend te kunnen maken;
het hangt nog maar van een klein,ig-
he dje af.
Gefeliciteerd, beste Hurtig, gefe
liciteerd.
Dank je. Ja, zoo langzamerhand
krijg je genoeg van het jonggezellen-
leven, vooral in zoo'n klein nest als
hier. Wanneer men daar n;et een ge
zellig thuis heeft, is het niet uil te
houden.
Zenner werd nadenkend. Bijzonder
mooi was Rosa Drehahn wel niet,
maar ze had toch een lief gezichtje
en een goed figuur. En de twee zus
jes waren reeds verloofd, dat was
ook heel prettig. Nu zou de oudste ze
ker ook wel graag verloofd zijn, zoo
dat hij de beste kansen had!
Met zeer veel genoegen geef ik u
mijn Rosa, beste meneer Zenner. Ik
ben zeer voor menschen met een vas
te positie, moet u weten. Dat is ten
minste een veilig idee. Elk mijner
dochters krijgt Hendulwcd gulden
mee en rater krijgt ieder nog min
stens het dubbele. En de wouw van
een Lee raar heeft een heel wat gemak
kelijker leven dan die van een han
delsman. Wat heeft mijn goede vrouw
zich al die jaren moeten mee-plagen!
Morgenavond rullen wij de verloving
vieren.
Vader Drehahai schreef nog dien-
zelfden avond twee brieven van vrij
wel denzelfden inhoud, een aan d«en
secretaris Schröder en een aan den
leeraar Hurtig. En den volgenden
middag werden de bewoners van het
stadje niet weing verrast door de vol
gende advertentie ln het plaatselijke
blaadje:
Verloofd:
HOSA DREHAHN,
MAX ZENNER, teekenaar.
JULIA DREHAHN,
WILHELM HURTIG, Leeraar M. 0.
ELISE DREHAHN,
FRANZ SCHRöDER, gemeente-seor.
(L. en V.)
Aan een zijden draadje
In een der voornaamste restaurants
van Londen zat nog laat een club
heeren bijeen, die tol de voornaamste
kringen behoorden. De meeste van
die heeren waren op een soirée bij de
familie Bischlow geweest. De familie
stuud als „hoog" aangeschreven, en
daarom ging men gaarne naar hare
partijen.
En verreweg de knapste en vroo-
lijkste onder hen was Percy Bil fort.
iemand, die talrijke schulden had,
maai die met de hem aangeboren be
minnelijkheid steeds nieuwe hulp
bronnen wist uit te vinden, als zijne
familie eens een onverhaddelijk© bul
had
- Wel, zeide lord Pelham, daar
komt Dolkins nog, de chef van onzen
sprurhondendiensi, die weet altijd
wat belangrijks te vertellen.
- Geen wonder, schertste Percy Bil-
fort, want het is bekend, dat hij over
al zijn neus in steekt.
- Kom bij ons zitten, riep lord
Pelham. wij hebben goeden wijn. en
er is nog een plaats aan tafel oj>en
Percy, schuif een eindje op. Dolkins
kan naast u zitten.
De geroepene stemde toe eu nam
aai- tafel plaats. Zijn smalle, grijze
oogen hadden in één oogwenk den
kring om d© tafel opgenomen, maar
li j scheen niettegenstaande de uit
nood igLng niet tot spreken geneigd
te zijn ln stilte met half gesleten
oogen pioefde hij den bourgogne, ver
wijl hij zich tevens oefende in de
kunst ter zijde te zien, zonder de
oogen te bewegen.
W-el, Dolkins, waarom zit ge
daai zoo stil riep mei: eindelijk.
Hebt ge wat onaangenaams onder
vonden. of peinst ge over een moei
lijk geval
Di, laatst© do© ik nooit wanneer
ik in gezelschap ben Ik ben veel te
blij een* niet te moeten ploeteren.
Is het dan zoo verbazend moei
lijk vroeg een der heeren, een mis
daad op het spoor te komen Ik heb
dikwijls gehoord, dat misdadigers
dom zijn.
Niei allen, ik heb er wel gekend,
di© too slim waren als de hond in
het sprookje van Andersen. Ik heb
e-n dief gekend, die langen tijd de
zelfde praktijk beoefende, maar ein
delijk heh ik hem toch gevangen
Natuurlijk, gij bereikt altijd uw
doei
Niet altijd maar als het een
diefstal betreft dat is eenmaal
mijn specialiteit. Mijn laatslen dief
heb ik zelfs aan een rooden draad ge
vangen.
Wat Aan een draad Vertel,
gauw vertel verder.
D scherpe oogen van den politie
ambtenaar hadden hun toerend werk
ge-ui seconde onderbroken, en hij had
bemerkt dat de hitte in de zaal zeer
erschillend op de heeren werkte.
Terwijl lord Pelham de juis* in de
i inde gekomen sportdas losser maak
te, ti achtte Percy Bilfort. een paar
maal ze nog vaster aan te trekken.
Toch wischte hij het zweet van zijn
voorhoofd.
IV andere heeren riepen een kell-
n- om in de bijzaal een venster
ona te ze'ten.
lk vergis me niet, ging Dolkins
voortdat cïe heeren ook van de par
tij bij de familie Bischlow komen
- Wij zijn er allemaal geweest.
Waar weet ge dat r.u weer van
Nu. zeide Dolkins, terwijl hij
achteloos een cigaret opstak, ik kom
ei ook vandaan.
- Wat? van de Bischlows Zoo
laat in den nacht?
Ja. ik werd per telefoon opge
roepen onmiddellijk nadat d© gasten
veruokken waren. Men had bemerkt,
dat er een juweel was gestólen.
W at. op hel feest Maar dat is
niei mogelijk. Vlug, vertel verder.
Lady Maddy mist een edelsteen,
een robijn, een erfstuk van de familie
en waai van de waarde door kenners
op vierduizend pond wordt geschat
Een robijn Waar droeg ze
dian
Zij had den steen achter op een
zijden ceintuur genaaid op wat
zoi derlinge denkbeelden de dames al
met komen.
Ziet ge wel, riep lord Pelham
triomfantelijk uit. Ik heb mijn vrouw
gewaarschuwd, dat zij die mode niet
moest volgen. Het is modern om op
de ce'ntuur van achteren een mooie
gesp of steen te steken.
En ontdekte Lady Bischlow het
verlies juist hedenavond, ko-rt nadat
wij weg waren
Eenige minuten later.
Het is een goede les voor Lady
Maddy, zeide lord Pelham. Overi
gens weet ik, dat zij een schat van
juweelen bezit, zoodat zij dit verlies
wel te boven zal komen.
Hel verlies van dezen steen is
minder gemakkelijk te verklaren. Zij
droeg hem bij voorkeur en had hem
ook nu eigenhandig bevestigd op de
ceintuur. Zij gebruikte daarvoor
sterke zijde, en naaide hem zoo vast
mogelijk. Maar de dief moet een
scherp mes gebruikt hebben, want de
draden waren allen doorgesneden.
Een leelijke geschiedenis, merkte
een der heeren op. Wij hebben allen
met de dame gedanst, men zou al
licht één van ons verdenken.
Werkelijk, zeide Dolkins met
een fijn Lachje. In haar opgewonden
heid, zeilde zij mij het volgende
Vóór mij uit te kleeden na liet ver
trek onzer gasten, dronk ik een las
thee m de ontvangkamer. Daarbij
viel hot iepeitje en kwam tegen de
ceantuur. Ik deed ze af en bemerkte
dadelijk, dat de steen weg was en
met een mesje moest afgesneden zijn.
Zij overhandigde mij de ceiuLuui
en ik overtuigde mij. Niets wees er
op, dat de steen slecht vastge
naaid was en zoodoende vertoren
kou zijn gegaan, want de zijden drar
den waren, zooals gezegd is, doorge
sneden. Toch moeL de dief de losge
maakte speld nog hebben afgetrok
ken, want een klein stukje van bet
goud der sluiling bad zich in o© zij
de vastgehaakt, eu was loen losge
rukt. Alen zag duidelijk, dat aan de
blauwzijden stof een draad oulorak.
Maar, riep Percy Bilfort, terwijl
hij zien op zij wendde, dat komt toch
met uit Lady Maddy droeg eeu rood
kleed.
Juist, zeide Dolkins, terwijl hij
met een vaste greep Percy's das vast
pakte en dit hier is de roode draad,
waaraan ik den dief wilde vangen
Hij had bij deze woorden mei de
vrije hand een revolver te voor
schijn gebaald en hield hem Bilfort
voor oogen, die doodsbleek bleef zit
ten.
Dolkins, wat beteekent dat? Zijt
ge gek? Wat wilt ge toch? riep lord
Pelham.
U, maar een kleinigheid. Hier is
de robijn.
Bij deze woorden had hij uil Bil
fort s dus den prachtig schitterenden
steen gehaaid, die in den dichten
knoop verborgen was, en nu wendde
luj zich naar de deur, waar een agent
wachtte.
Hot volgend oogenblik bad Percy
Biiloit handboeien aan en werd hij
mooi den agent weggevoerd
Kalm stak Doikuis de speld in zijn
pui-temuunaie lie heeren waren te op-
geworKien om langei te kunnen Kij
ven zitten. Verscheidene van üen gin
gen met Dolkins mee, <lie intusschen
zijn overjas had aangetrokken.
Aiaai vertel uio eens, Dolkins,
hoe hem gij kunnen vermoeden, wie
de dief was
.\u, ik heb inij d© lijst doi gusien
luien geven die hedenav .u. met de
«jam© ui quaestie geoanst heoben
Aoodra ik Billorl daaiouoei zag,
kreeg rk op hem verdenking, ornaat
ik maai al te goed weel, dal hij zich
ju.sl op het ougeublik in groole géld-
ver tegenheid bevindt. Toen ik nu met
u allen, die ik wel hier in uw gewo
ne socialen vermoedde, zat ie praten,
bemerkte ik, dat Bilfort, meitegeu-
staanae d© warmte, zijn das vaster
aantrok.
Liu alleen zou natuurlijk niet vol
doende geweest zijn, om mij zeker
heid te geven, ais ik niet, ook op de
wat© das een klein rood draadje had
aen liggen, dat uit den knoop hing.
Mijn berekening was nu, dat hij, als
nieuweling in zulke dingen, zeker op
lettend naar alle bijzonderheden van
mijn verslag zou luisteren, eu mij
sschien op een gegeven oogenblik,
zoii verbeteren en ik had gelijk.
Me. opzet sprak ik van blauwe stof
d© draad Gij hebt gezien, dat hij de
verzoeking, mij tegen te spreken niet
kon weerstaan en intusschen had ik
mij overtuigd, dat bet verraderlijke
draadje op zijn das werkelijk het op
vallend rozenrood van de ceintuur
was. En hier is mijne woning heeren.*
Adieu
(Centr.)
TELEPHOON-VERSTERKER.
Door de firma Berg-Jaeger ln
Christiania wordt een apparaat ge
construeerd, dat dient ter verbetering'
van d© duidelijkheid op Lange en min_
der goede teiephoonleidingen. De ge-
luidsversierkLng wordt verkregen
door een kiemen verlerigïngs Lr echter
van bijzonderen vorm. genaamd
Energofoon. Wanneer de sprekende
persoon bemerkt, dat zijn stem niet
goed wordt verstaan, behoeft hij
slechts dezen lossen trechter op den
Lrechter van de microfoon te plaat
sen, waardoor verkregen wordt, dat
o© geluidsgolven van den mond uit
tegen het membraan van de micro
foon gevoeid en daardoor de trillin
gen versterkt worden en hei gespro
kene helder ©n duidelijker kan won
den verstaan. Het apparaat biedt ver
der in hygiënisch opzicht voordeelen
en is reeds bij de Rijkstelephoon in
Noorwegen en Denemarken inge
voerd.
ZICHZELF VALSCH BESCHUL
DIGD.
Bij de politie te Montpellier meld
de zich een man aan, Joseph Gros
geheeten, die bekende, dat hij te
Mootierrier in liM een misdaad had
gepleegd Een 72-jarige vrouw was
daar in den nacht van 24 op 25 Fe-
biuari op haar bed verworgd, waar
na een bedrag van (>U0 francs uit
haar woning is gestolen.
Gros verklaard© berouw te hebben
en niets liever te willen dan de straf
voor zijn misdaad ondergaan. Na
tuurlijk werd hij in hechtenis geno
men en sit.elde men een onderzoek in,
waaruil ecbier gebleken is, dat Gros
tijdens die misdaad soldaat in Al-
gerie was, dus dat hij zichzelf valsch
beschuldigt.
LUCHTVAART.
Een oude beer te YVeenen, Wilhelm
Kresz, due zich ai verscheidene jaren
met het vhegvraagstuk heeft bez.g
gehouaen, heeft thans eeu model van
e«n vliegtoestel voltooid het „vlieg
toestel zonaor aanloop, sysLeein
Kresz't Aai dadelijk loodrecht om
hoog kunnen gaan en wanneer net
ue gewensente hoogte bereikt heeft,
zien met abe ©igeuscnuppeu van net
gewon© vliegtoestel mei draagvlak
ken horizontaal kunnen voortbewe
gen. Uok zal net loesiei, naar zijn
uiLvindar beweert, ia de lucht kunnen
blijven stusLaan, zoolang zijn Pe
st uuroer maar wil.
Het toes tol zal drie zweefvlakken
hebPen van 1U Lot lü meter breedte,
ïiovendien werken ook nog de beide
nocgvetoaren, eeu voor eu een achter,
at. araagv lakken. In T geheel 11)0
vierk. me lei* draagvlak.
t Vliegtoestel krijgt vier iuchtr
sehroeven met twee baden, waarvan
de assen verstelbaar zijn. Bij de op
stijging zijn de schroeven horizontaal
gesteld eu werken ze als hefschroeven
ore het toestel loodrecht omhoog doen
gaan. De schroeven worden gedreven
door twee benzinemotoren van elk5C
paardekracht.
Na de opstijging zai de bestuurder
<ie assen van de luchlschroeven gaan
verstellen, waardoor liet toestel een
schuine richting zai aannemen, en
zoodra de schroeven loodrecht staan
zai het zich in horizontale lijn voort
bewegen. Dan kan de een© motor
worden uitgeschakeld deze dient dan
verder als reserve, voor het geval de
andere motor mocht gaan haperen.
Het toestel, gemaakt op de door
Kresz aangenomen afmetingen, zou
drie of vier persoiieu kunnen vervoe
ren.
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie, deze rubriek
betreffende, gelieve men te richten
aan den Heer J Meyer, Kruisstraat
34. relephoon 1543.
PROBLEEM No. 40,
van den Heer W. J. A. Matla, onder
het motto Schijn bedriegt
Zwart
1 9 8 4 ft
L
HP
gjj
HP
B
(f~;
'W-
ÜP
gags
jjj
-
Üi!
JP
B
n
-
8
ii
9
11
u
wtöA
.v.
Éür
47 4o 43 bu
Zwart Schijven op 7, 8, 9. 10, 12, 13, 14, 17, 19, 20, 24, 26 e® *1
Wit Schijven op 23. 27, 28, 32, 33, 37, 39, 41. 44, 46 en 50.
PROBLEEM No. 41.
von N. N.
Zwart
Wit
/wart Schijven op 4, 8, 7, 8, 9, 17, 18, 22, S3. 42 en dam op 90.
Wit Schijven od 24. 26. 35. 36. 40. 45. 49. 50 en dam on