HAARLEM'S DAGBLAD. In stormachtige Tijden. OM ONS HEEN No. 915. nabetrachting yan den Gemeenteraad. Met een kleine meerderheid heeft "onze sromeenteraad de kermis tn het leven gehouden. Zeventien leden, spraken als hun meening uit, dat de adressen om afschaffing moesten worden afgewezen, veertien oordeel den, dat er aan diende te worden Voldaan. Een meerderheid dus van drie stemmen, 't was mager. En er zijn nu al menschen, die zeggen t,den volgenden keer gaat ie 1" Maar Voorzichtigheidshalve zeggen ze niet, wanneer die volgende keer zal ko men. Waarschijnlijk niet voor over een jaar of twee, drie. Komen de adressanten eerder terug, dan zullen ze wel met een ,,de Raad heeft zich pas over de zaak uitgesproken" naar huls worden gestuurd, want het College was bovendien zoo goed als compleet. De twee leden, die ontbra ken, wogen, meen ik, tegen elkaar 'op. De aanwezigheid van den heer Levert, tegenstander, en van den heer Smit, vermoedelijk voorstander Van de kermis ,zou in het eindresul taat geen verandering hebben ge bracht. Van andere zijde verneem ik, dat ook de heer Levert voor hel belioud zou hebben gestemd. De heer De Braai had, zonder dis cussie, maar dadelijk over de zaak willen stemmen. Niemand, zoo meen de hij, zou een ander nog tot een andere opinie bekeeren. En hoewel de voorzitter daartegen was, er aan hechtte nu eens een principieel ker- mis-debat te houden, de Raad werd er niet toe geanimeerd. Slechts en kele sprekers meldden zich aan, uit den aard van de zaak meer tegen standers, dan voorstandei's. Eerst de heer Gravestein, toen de heeren De Braai, Dr. Nieuwenhuijzen Kruse- man, Schram en de voorzitter. Van de vijf brak alleen de wethouder een lans vóór het behoud van de ker mis. Was dus de hoeveelheid der spre kers niet groot, de hoedanigheid van wat zij in 't midden brachten, mocht niet overweldigend heeten. Geen wonder, want het onderwerp is lang zamerhand uitgeputzoodat ik niets anders kan doen, dan uit hunne be- toogen llchtsprankjes opzamelen. Zoo maakte de heer Gravestein wel een treffende vergelijking, toen hij zei„Als iemand zou hooren van on zedelijkheid, begaan op een zemdtngs- feest, dan zcu hij verbaasd vragen wat, komt zoo iets op een zendings- feest voor maar wanneer hij het zelfde hoorde van de kermis, zou hij daarover geen verwondering laten blijken. De heer De Braai erkende, dat er minder verkeerds op de kermis voor valt't is, bij vroeger vergeleken, een verschil als tusschen dag en pacht. Dr. Nieuwenhuijzen K ruseman kwam met de voor tegenstanders wel verrassende verklaringen van spaar banken, de bank van leening, Wel dadigheid naar Vermogen enz., dat zij in hun werkkring geen nadee1 van de kermis ondervonden, behalve de Stuivers-spaarbank, die deed we ten, dat er tegen kermistijd meer dan anders werd teruggevraagd. De heer Schram legde er den na druk op, dat de kermis nooit vanzelf verdwijnen zal, hem scheen het bo vendien te hinderen, dat Haarlem toch al „met de nachtschuit" komt, alsof het afschaffen van de "kermis een mode is, zooals een nieuwe hoed of een getailleerde jas en in het be toog van den burgemeester zal de toehoorders wel het meest hebben ge troffen, dat Jhr. Boreel aanhaalde wat in den Botterdamschen Raad ge zegd is doordeal heer Spiekman. In den regel placht 's Raads voorzit ter geen citaten aan sociaal-democra tische redevoeringen te ontleenetn. Toch moet gezegd worden, dat de spreker een warmen toon wist te treffen, bewijs, dat zijn woorden hem uit het hart kwamen. Niemand had van te voren met zekerheid dein afloop der stemming durven voorspellen. Ook wij, die van den heer De Braai een pluimpje kre gen over onze juiste classificatie van voor- en tegenstanders, moesten ge waar worden, dait wij ten onrechte de hoeren K rel age en Thijssen bij de voorstanders hadden ingedeeld. Na a.Iles, wat ik over de kermis heb ge schreven, ifl het zeker verklaarbaar, dat ik haar behoud met genoegen heb waargenomen. Toch niet met de vreugde, waarvan de voorstanders der afschaffing vervuld zouden zijn geweest, Indien de stemming anders ware uitgevallen. Ik ben het eens met Dr. Nieuwenhuijzen Kruseman, dat wanneer de kermis nog moest wor den ingesteld, ik daaraan mijn mede werking niet verleenen zou. Maar tot afschaffing zie ik op dit oogenblik geen aanleiding. De kweekerij van bloemen en hoo rnen zal worden overgebracht naar gemeentegrond aan de Kleverlaan en daar uitgebreid Niet met den zin van den heer De Breuk, die er voor de gemeente groo te uitgaven in zag, en om zijn stel ling te bewijzen, een rekening opzet te van ietwat tendentieuse strekking. Zoo taxeerde hij o. a. de waarde van een hectare bouwterrein aan de Kle- verlaan op f 40.000, dat is gemiddeld vier gulden per meter, een prijs waaraan die terreinen nog in lang ndet toe zijn. Onze wethouder is vroe®er in het vak geweest, zoo dat aan zijn mee- nlng over zaken van dezen aard wel beteeken La wordt gehecht. Misschien zou die wel meer invloed hebben ge had, wanneer de voorzitter van de algemeen® vereeniging voor bloem bollencultuur, de heer Krelage, da opinie van zijn secretaris niet zoo veirkant bestreden had. En dat wel met een machtig wapen he/t rapport, onlangs uitgebracht door de drie des kundigen over onzen Hout en plant soenen, waarin op de vestiging van een flinke kweekerij sterk wordt aan gedrongen. Tusschen eon secretaris zonder en een president met een rapport was de keus voor den Raad ndet moeilijk. Een meerderheid van 17 leden schaar de zich onder de deskundigheid van den heer Krelage en zijn commissie, een minderheid van tien omringde de vakkennis Yan den heer De Breuk. De nieuwe kweekerij Is een feit ge worden. Wie er over de in deze vergadering genomen besluiten tevreden mogen wezen, de Overveeners behooren tot de malcontenten. Verschillende heb ben mij over den uitslag van de tram discussie opgebeld en hun misnoegen langs de draad verklankt. Geen won der, zij hadden liever de tram van de E. N. E. T. tusschen Haarlem en Overveen, die hun immers binnen een maand of vier na goedkeuring der concessie beloofd was, zien aan leggen, dan vernieuwing der voor- loopige concessie aan de Hollandsche Spoor, van wie zij naar *t schijnt niet veel verwachten. Tooh is dit laat ste door den Raad besloten. De Over veeners zullen tot 1 Januari 1910 ge duld moeten hebben. Maar is dan de definitieve concessie tusschen de ge meente Haarlem en de Hollandsche Spoor niet gereed, dan zullen de on derhandelingen ook worden afgebro ken en kan de E. N. E. T. naar vo ren komen. Aan laatstgenoemde maatschappij had de heele Raad zeker de concessie voor het lijntje naar Overveen liever gegund. Het past beter in haar net, ik heb den lOden uitvoerig beschre ven waarom. Maar dezen keer haar de concessie al geven, ging niet aan. Mr. Thiel heeft zeer duidelijk uiteen gezet, waarom eischen van goede trouw verboden in de bestaande om standigheden, der Holl. Spoor dit lijntje ai te nemen en haar alleen verlenging der voorlooplge concessie te geven voor de lijn Stationden Hout. Verschillende Raadsleden ge voelden niet veel voor deze ethische beweegredenen, en wellicht zijn ze ook aan het publiek niet geheel dui delijk geworden. Ik zal daarom trach ten, ze even uiteen te zetten. De Holl. Spoor moest verlenging van de voorlooplge concessie vragen, omdat de onderhandelingen veel tijd hadden gevorderd. Daaraan was ook de Haarlems che gemeenteraad schuld, die voorloopige concessie had verleend voor over de grenzen der gemeente zich uitstrekkende lijnen, en eerst naderhand bedacht, dat wan neer noordelijk en zuidelijk electrl- sche lijnen naar Alkmaar en Leiden, daaraan werden verbonden, de ge- heele lijn, dus ook die in de stad, zou vallen onder de wet op de spoorwe gen met beperkte snelheid, en dus worden onttrokken aan het gezag van het Haarlemsche gemeentebe stuur. Pogingen, om deze moeilijk heid te ontgaan, waren niet gelukt. De Holl. Spoor zelf had de zaak daar op uit de impasse geholpen, door ge noegen te nemen met een coucessie voor een gemeentelijke tram, dus van grens tot grens. Waar nu de onderhandelingen hier voor veel tijd in beslag hadden geno men, zou het in-derdaad onbiLlijk zijn geweest, de Holl. Spoor geen verlenging van de voorloopige con cessie toe te staan. Dat de Overveeners daardoor dezen zomer zeker hun tram nog niet zullen hebben, is zeker Jammer. En dat de Holl. Spoor alsnog zelf van het lijntje afziet, ware wel wen- schelijk, want in alle opzichten ls het bij de E. N. E. T. en in haar lijnencomplex, beter op zijn plaats. J. C. P. Suiteniandsch Overzicht DE CONTRA-REVOLUTIE IN TURKIJE. Offlcieel-Turkije heeft eerst getracht de beweging voor te stellen, als een muiteo-s-partijtje van eenige ontevre den soldaten. Deze vlieger ls even wel niet opgegaan I Reeda gisteren veronderstelden we 't ernstige karak ter der ongeregeldheden en de later ontvangen telegrammen bevestigden dit vermoeden volkomen. 't Is een volmaakte contra-revolu tie (een tegen-omwenteling) geweest 1 En een, die uitstekend geslaagd is... Uit alles blijkt ,dat de revolutie uit gaat van de volbloed Mohammedar nen, onderscheiden door den naam Oud-Turken. Deze revolutie komt niet onverwacht 1 Dadelijk na de Juii-stormen, die de verheerlijking j der Jong-Turksche ideeën brachten, was te voordien, dat de echte Muzel- mannen zich n o o i t in een modernen constitutioneelen staat zouden thuis gevoelen. De vos verliest met z'n haar in geen geval z'n streken. Evenmin verliest de geloovige Muzelman in een modernen staat zijn eerbied voor den* Koran en z'n godsdienst. Het spreekwoord: „Men kan geen twee heeren dienen" is hier toepasselijk. Goed Muzelman zijn en tevens op recht voorstander van een constitu tioneelen regeeringsvorm, gaat niet. Of 't een, of 't ander 1 Voor den geloo- vigen Mohammedaan is de Koran 't eenige en volmaakte wetboek om al le s te regeeren. Daaraan heeft hij genoeg. Althans hij duldt niet, dat de Westerlingen hem een beschaving op dringen, die in strijd is met de voor schriften en bevelen van zijn heilig wetboek. De aanstokers van de Juli- revolutie waren de Jong-Turken. Wel Turken, maar geen volbloed Muzel mannen meer. Bijna alle samen zweerders hadden lang in 't buiten land vertoefd en meenden, dat, wat goed was voor Frankrijk en Duitsch- iand, ook in 't Turk en land geluk zou brengen. Ze wisten 't hun iandgenoo- ten zoo mooi voor te praten een modern Westersche beschaving, een grondwet, een parlement, 't volk zelf de wetten maken, toezicht op de ver kwistende hooge ambtenaren, vermin dering van belastingen... enz. In een oogenblik van plotselinge be koring kreeg de Jong-Turksche partij een machtigen aanhang. Bijna 't ge- heele leger, officieren en minderen die allen zuchtten onder de dwinge landij van boven hen gestelde mach ten sloten zich aan, en zoo werd ln 24 uux 't nieuw Jong-Turkije geboren. Maar.... dra volgde de ontgooche ling voor den geloovigen, den fana- tieken dienaar en volgeling van den groeten profeet Mohammed. De Jong- Turken de baas, de ver-Franschte of ver-Duitschte heeren, die geen geloof meer hechtten aan den godsdienst der vaderen.... De regeerLng ging tegen de Ko ran-beginselen inDe Sultan, vol gens de wet van Mohammed 't hoofd en de een 1 ge regeerder van de Mu zelmannen, werd voor negen-en-ne gen tig procent van z'n macht be roofd. De West-Europee sche begrip pen bekommerden zich niet om de tradities der geloovigen en vertrad deze meermalen op grove wijze. Zoo was 't duidelijk, dat de reactie niet kón uitblijven 1 De ontgoochelde Muzelmannen zagen, dat ze tot iets verlokt waren, wat ze niet gewild hadden. Vóór alles moest Turkije een Mohammedaansch land blijven en de jonge Turk opgevoed ln 't geloof der vaderen. Dit gaf den strijd tusschen de Oud en Jong-Turken. 't Is een heftige kamp geweest. Eerst was de partij der Jong-Turken overwegend sterker, maar de afval werd grooter en nu zijn de Oud-Tur ken weer oppermachtig. De contra-revolutie is nu 't succes van hun werken, T Is wel eigenaar dig, dat de Oud-Turken zich nu ook van 't leger bediend hebben. In Juli 1908 waren de soldaten voor de Jong- Turken, maar nu trokken de land- verdedigers als éen man op naar 't paleis van den Sultan en 't Parle mentsgebouw, om nun eischen te stellen. Deze eischen waren le. Aftreding van den (sterk Jong- Turksch gezinden) groot-vizier Hilmi pasja. 2e. Verandering van ministerie (kennelijk om de Jong-Turksche mi nisters door Oud-Turken te vervan gen). 3e. Verandering van president van het parlement (om dezelfde reden). 4e. Weer instelling van het Sche- riat. Deze laatste eisch is 't belangrijkst. Het Scheriat is een godsdienstige wet en verplicht de Turken in alles als oprechte Muzelmannen te handelen. Met de handhaving van deze godsdienstige wet ia een regee- ren op een zuiver constitutioneelen grondslag vrijwel een onmogelijk heid. Deze eisch kenmerkt dan ook de re volutie-beweging 't duidelijkst 1 En ziet.... de Sultan heeft deze eischen dadelijk Ingewilligd 1 Er is al een nieuw ministerie gevormd met Tewfik pasja als grootvizier ('t be richt dat de oude vader Kiamïl weer tot dezen eere-poet geroepen zou wor den, hlijkt voorloopig ongegrond. Wel wordt volgehouden, dat de aan stelling van Tewfik pasja 't trapje is om later KI ami 1 weer- op het gestoelte des grootviziers te plaatsen Kia mil den volbloed Oud-Turk I). De houding van den Sultan is op merkelijk. In Juli 1908 zweert hij wel 100 maal bij de volmaakte constitu tie en nu bij de eerste de beste gele genheid toont hij zich een vriend van de constitutie-vijanden. Hij sprak de betoogers aan, als„mijne kinder tjes...." 't Vermoeden dat de Sultan in 1908 maar in alles toegaf om zich het leven te redden, blijkt nu niet ge heel ongegrond. Deze contra-revolutie ia ook weer zonder veel bloed vergieten verloo- pen. Wel zijn enkele ministers en an dere voorstanders van de Jong-Turk sche beweging door de opstandelin gen vermoord of gewond, wel hebben de soldaten de officieren, die hen weerstonden, gekneveld Ln de gevan genis gegooid of met hun eigen revol vers doodgeschoten, maar de lijst van do oden en gewonden wijst niet veel meer dan 100 slachtoffers aan. De moordpartijen hebben zich du$ tot en kele gevallen bepaald van massa moord is gelukkig weer geen sprake geweest. Wel iiebben de leden der Jong-Turk sche comité's eenige angstige uren doorgebracht. Veie leden van de co- mité's voor „Eenheid en Vooruit gang" zijn uit het land gevlucht, om daar als voor Juli 1908 weer in bal lingschap te leven. Wat zal het gevolg Yan deze nieuwe revolutie zijn Nóg is de constitutie gehandhaafd, maar uit alles ls af te leiden, dat 't nu niet veel meer dan een surrogaat zal zijn. De Koran en de geestelijke leidslieden des volks hebben hun oude macht weer herkregen, 't Zal misschien niet lang meer duren, of de Grondwet en 't Parlement worden weer afgeschaft, net als een 80 jaar geleden De Jong-Turksche IJveraars hebben weinig loon voor hun werk ontvan gen. Jarenlang hebben ze hun bewe ging voorbereid alles was keurig ge- loopen, want de vreedzame revolutie had in korten al hun wenschen ver vuld. En nu... nu is alles weer verlo ren 't Mooie gebouw van hun vrij heid en beschaving omvergehaald door de „getrouwen", die hun 't eerst geholpen hebben bij den opbouw... De Jong-Turken hebben de kracht hunner beginselen overschat. De Turk heeft bewezen, dat de West-Europee- sche beschaving hem voor even kan bekoren en begoochelen, maar ook dat zijn Mohammedaansch geloofs fanatisme zich verzet tegen deze mo tier no begrippen, die niet in zijn volksaard kunnen voorttelen.... NIEUWE MOEILIJKHEDEN IN T VOORUITZICHT Zal de omkeering in Turkije ook in vloed hebben op de Europeesche staatkunde. Vermoedelijk wel, maar welke die zal zijn, is nu nog niet te bepalen. Wei is zeker, dat de regeling der Balkan-aangelegenheden er door ver traagd zal worden inzonderheid de Bulgaarsche quaestie. Bulgarije vreest uitstel en neemt daarom maatregelen. In politieke kringen te Sofia wordt verzekerd, dat de Bulgaarsche regee ring geneigd zou zijn van de regee ring te Konstantinopel zoo noodig zelfs door middel van mobilisatie de onmiddellijke erkenning der on afhankelijkheid en de regeling der laatste moeilijkheden met Turkije té eischen. Tsaar Ferdinand is onverwacht In Sofia teruggekeerd. De onderhandelingen tusschen SERVIë EN OOSTENRIJK. HONGARIJE gaan ook niet vlot. De Donau-monar- chie wil aan Servië weinig of niets geven en dat terwijl zij belangrijke economische concessie® heeft toege zegd. Deze houding Is niet te verdedigen. Na alles wat er gebeurd is, had men van het O.-H rijk een royaler hou ding verwacht. Misschien komt baron Aehrenthal nog tot inkeer. DE VERJAAGDE EX-PRESIDENT. De medewerker van het Journal die met Castro naar Amerika getrokken was, om Castro's avonturen te be schrijven en die bij de terugzending van Castro naar Europa mevrouw Castro naar Venezuela had willen volgen, is, bij het eveneens mislukken van dit tweede plan, thans te Willem stad terechtgekomen. Hij seint van daar, dat het onmoge lijk is, zich een denkbeeld te vormen van de strenge maatregelen, die de Venezolaanse he regeering genomen heeft, om het naderen van eenig lid der familie Castro te verhinderen. Een groot gedeelte van de openbare meening in Venezuela zou ontevreden zijn over de al te besliste Inmenging van de Vereenigde Staten In Vene zuela's binnenlandsche zaken. Deze Inmenging zou echter geschied zijn op verzoek van de Venezolaan sche regeering. Over bet algemeen moet de toestand In Venezuela vrij ver ward zijn. DE REIS VAN KEIZER WILHELM. De trein met de Duitsche kelzers- famiiie kwam te 11.35 te Venetië aan; de hooge gasten onderhielden zich een kwartier met de autoriteiten, die ter begroeting aanwezig waren, en scheepten zich toen in aan boord van do „Hohenzollem", met bestemming naar Korfoe. LEMOINE GEVAT 1 De ingenieur Lemoine, die Wernher den directeur der De Beers-maat- schappij, heeft opgelicht voor 1,800,000 Ires., is in hechtenis genomen. LemoiDe is, naar men zich herin nert de man, die zich zelf in staat achüe langs chemischen weg diaman ten te vervaardigen. DE REVOLUTIE IN PERZIë. breidt zich voortdurend uit. De be richten zijn evenwel zoo verschillend en verward ,dat 't niet mogelijk is, zich een juist denkbeeld van den toe stand te vormen. Van de Residentie en haar Bewoners. VI. Een van de grooLsto speelhuizen hier ter stede, dat zijn deuren opent op een uur. dat de meeste menschen er aan denken, naar bed te gaan, is vlak bij de Veenestraat gelegen, in een nauw, onaanzienlijk steegje, dat echter als verbinding tusschen een paar drukke punten op een tamelijk groote passage kan bogen. De „socië teit" in quaestie is gevestigd in twee aoneengronzende winkelhuizen, waar van de muren doorgeslagen werden, zonder dat men aan de gevels het minste veranderde. Door de groote, witgeschilderde spiegelruiten van de vroegere uitstalkasten doet liet geheel donken aan een paar winkels, die wegens faillissement gesloten zijn. Van buiten niet te zien wait van biiuion te koop is Dadelijk achter den Ingang, een ge wone winkeldeur, een kamertje, waar de bezoekers even gemonsterd en de introducés ingeschreven worden, een vrii primitieve garderobe, een eindje gang en dan komt men in een tame lijk laag, langwerpig zaaltje. Op schouderhoogte zijn rondom spiegels aangebracht, die door de heen-en- weer reflectie het vertrek grooter doen schijnen dan het Ls een mollig, dik tapijt geeft dadelijk het gevoel, dat men ln een inrichting-van-goe- den doen is en groepjes stoelen, hier en daar tegen de lambrizeering ge plaatst, r.ooden tot rusten. Het middendeel van hot zaaltje is vrij. Aan het eene smalle eind eene verhooging, waarop een Italiaansch mandoline- en guitaar-orkestje, dat met Schwung alle mogelijke bekende en onbekende wijsjes doet hooren, waarbij zich soms de niet kwaad klinkende stem van de le mandoline voegt. De bediening in dit conversatie- vertrek is goed en de consumptie gratis. Dit laatste om de volgende redenen. Do president of de directeur ik weet. niet meer wie 1s een£ veroordeeld wegens drankwetovertre- ding en sinds dien ls alles gratis. Drank in den waren zin van het woord is niet te krijgen, wel bier, sherry-soda en dergelijke. Dat meer gedronken wordt dan geschieden zou als wel betaald moest worden, is een logisch gevolg, maar deze meerdere kosten voor de ondernemers worden ten deele weer vergoed. Veel drin ken doet de menschen wat vroolijk worden, vroolijke menschen wagen, veel, wie veel waagt, verliest ten slotte De quallteit van wat er geschonken wordt is bestdat er ln een nacht heel wat gedronken wordt, Hgt voor de hand, en het is een typisch bewijs voor de stevige winsten, die de zaak oplevert, dat al de drankkosten door de ondernemers gedragen worden. Wat nu weer niet bepaald gratis ge geven wordt is rookkruid één sigaar koet f 2.50 en een doosje heel gewone sigaretten 3. Naast dit conversatiezaaltje, in een kleiner vertrek, dat lang niet zoo fraai is ingericht, wordt gespeeld en wel rnet het beroemde „petit cou reur", het poppetje, dat langs een aantal op de tafel geteekende vlag gen en kleuren loopt, die verschillen de waarde hebben. Het lanceeren van het mannetje geschiedt door een van de bezoekersde directeur bepaalt zich tot het regelen van het spel. Geld ls hier niet te zien alles gaat met fiches, die een waarde van J 1 tot /2S hebben. De spelers zijn te onderscheiden in twee groepenzij die eens een kansje wagen en zij die stelselmatig winst, trachten te behalen. De laatsten ste ken dan meestal een zekere som bij zich en zetten telkens 1 op. Wan neer ze winnen, gaat de gulden, winst naar een aparte zak en wordt verder gespeeld met wat daartoe van te voren bestemd was. De „petit cou reur" is echter tamelijk grillig en de avonden zijn dan ook te tellen, dat de bank geen ferme winst maakt. ls ei' animo voor en menscnen ge noeg, dan wordt later in den nacht de „petit coureur", het behendig heidsspel, aan zijn lot overgela^- ten en bacarat of roulette gespeeld, hazard viert dan hoogtij. De tafel daarvoor is vlak naast L groene veld van het loopeaide mannetje en mocht eens onverhoopt de politie plotseling verschijnen, dan zal er nog we«l zoo veel tijd zijn om het hasarei in den steek te laten en weer „behendig heid" te beoefenen. De bedragen, die bij bacarat omgaan, zijn aanzienlijk hooger dan bij het eerste meer regel matige spel en de hartstochten tre den hier meer op den voorgrond. In wendig brandend, maar uitwendig kalm, met uitgerekte halzen en sta rende oogen volgen de spelers de FHUILLB'l'ON Naar het Engelsch, door Barones Orczy, 62) Aan een lantaren 1 Aan een lan taren met den verrader I Hij huiverde even, als van koude, maar stipte toen kalm, door Juliette gevolgd, in den wagen. Het sterke geleide van de Nationale Garde met commandant Santerre en zijn twee tamboers had de handen vol, om de menigte Ln bedwang te houden. De revolutionaire regeering was er niet op gesteld, dat men op straat zijn eigen rechter wasde pu blieke terechtstelling van verraders op de Place de la Révolution, de op tochten der wagens met ter dood ver oordeelden, werden als uitstekende voorbeelden beschouwd voor andere zoogenaamde verraders. Burger Santerre, militair comman dant van Parijs, had zijn mannen bevel gegeven hun bajonetten te ge bruiken en om verder de bevolking in bedwang te houden, liet hij een langdurig tromgeroffel hooren, voor het geval, dat Déroulède het in zijn hoofd mocht krijgen tegen de men- schen te spreken. Maar Deroulède had daar heele- rnaal geen plan op hij scheen ge heel in beslag genomen door de zorg, Juliette tegen de koude te beschutten; man had haar in den wagen naast hom doen plaats nemen, en hij had zün jas uitgetrokken en over haar heen gelegd, om haar tegen den door dringenden regen te beschutten. De ooggetuigen van deze gedenk waardige gebeurtenissen hebben ver klaard. dat hij op een gegeven oogen blik plotseling met een eigenaardige, verlangende uitdrukking in zijne oogen opkeek, en toen in den wagen ging staan als wilde hij trachten de duisternis om hem heen te doordrin gen, om naar een gelaat of misschien wel stem te zoeken. Aan den lantaren 1 Aan den lantaren 1 klonk het voortdurend uit de menigte. Tot op dit oogenblik hadden de soldaten, in de achterhoede gedekt door de muren van het Paleis van Justitie, geen moeite gehad de me nigte in bedwang te houden. Maar er kwam een oogenblik, waarop de wa gen een hoek moest omslaan, om bij het Luxomburg te komen. Deze taak werd echter ieder oogen blik moeilijker. Men hal het Parijscho volk nu al twee Jaar lang verteld, dat het heer en meester was en nu zou het zich door een paar soldaten in zijn ver langens laten dwarsboomen. Het tromgeroffel was begroet met heftig geschreeuw, dat feitelijk de trommels overstemde de eerste be weging var- den wagen was door een waar tumult gevolgd. Alleen de vrouwen bij de galgen waren daar blijven zitteneen harer was kalm bezig een lus weer in orde te maken. Maar alle mannen en sommige vrouwen belegerden letterlijk den wagen en bedreigden de soldaten, die tusschen hen en het voorwerp van hun woede stonden. Niets scheen Déroulède en Juliette nu meer te kunnen redöan van een onmiddellijken en afschuwelijken dood. Dood Dood Aon een lantaren met de verraders Santerre zelf, die zich schor ge schreeuwd had, wist nu geen raad meer. Hij had een man naar de dichistbij zijnde cavaleriekazerne ge stuurd, maar versterkingen zouden nog wel eenigen tijd uitblijven ter wijl zijn mannen in dien tusschen- tijd uitgeput zouden raken en het ge peupel, ieder oogenblik meer opge wonden, dreigde meester te worden van den toestand. Er was geen oogenblik te ver- lieren Santerre voelde ex veel voor, om het gepeupel zijn gang te laten gaan, en h': zou het meit genoegen zijn prooi hebben toegeworpen maar be velen waxen bevelen en in het jaar I van de Revolutie was het niet gera den ongehoorzaam te zijn. Op dit oogenblik van radeloosheid voelde hij zich plotseling vol eerbied op den arm tikken. Vlak achter hem stond een soldaat van de Nationale Garde niet één van zijn eigen mannen in de po sitie, en hield een klein, opgevouwen papier in de band. Ik ben gezonden door den mi nister van Justitie, fluisterde -de sol daat haastig. De burgers-afgevaar digden hebben bet tumult van de rechtzaal uit aanschouwdzij zeg gen, dat u geen oogenblik moet ver hezen. Santerre ging op zij van den wa gen loopen, waar een grove stal lantaren was vastgemaakt. Hij nam het papier van den soldaat aan, scheurde het haastig open en las bij het flauwe licht van den lantaren. Terwijl hij las, drukten zijn grove, ruwe trekken de grootste voldoening uit Heb je nog twee man bij je vroeg hij snel. Ja, burger, antwoordde de man, terwijl bij rechts van zich wees en de burger-minister iel, dat u er nog twee bij zou geven. Je moet de gevangenen kalm naar de gevangenis „de Temple" brengen begrepen Ja, burger burger Merlin heeft mij volledige orders gegeven. U moet den wagen een beetje meer achteruit laten gaan onder de schaduw van de portiek, waar de gevangenen dan kunnen uitstappen en aan mijn hoe de toevertrouwd. U kan in tussc hen hier bij den leegen wagen blijven met uw mannen, zoo lang dat moge lijk is. Er is om versterking gezonden die spoedig hier moet zijn. Als zij komen, kan u met den wagen verder gaan, alsof u op weg was naar het Luxemburg. Deze schijnbeweging zal ons tijd geven de gevangenen veilig aan de Temple af te zetten. De man sprak haastig en gebie dend en Santerre was maar al te zeer geneigd om te gehoorzamen. Hij voelde zich verlicht bij de gedachte aau versterkingen en was blij be- vri;d te worden van de verantwoor delijkheid, om zulke lastige gevange nen te vervoeren. De dikke mist, die voortdurend zwaarder werd, begunstigde deze manoeuvre, en het voortdurend trom geroffel maakte de haastig gegeven orders onverstaanbaar. Do wagen werd in de donkerste schaduw van de groote portiek ge trokken, en terwijl het gepeupel zijn luidruchtigste kreten voor de ver raders liei hooren, werd Déroulède en Juliette bevolen uit den wagen te •tappen. Niemand zag hen, want de duisternis was hier heel intens. Volg mij kalm 1 fluisterde een heesche stem ln hun ooren, terwijl zij dat deden, anders heb ik het bevel u neer te schieten, waar ge staat. Maar geen van beiden toonde eeni gen lust weerstand te bieden. Juliette hing koud en verkleumd aan den arm van Déroulède, die zijn arm beschermend om haar had heen geslagen. Déroulède merkte op, dat een half dozijn mannen hem en Juliette sche nen te omringen, maar do motregen hulde alles ln een nevel. Ook was nu de avond-duisternis geheel ingevallen, en de stemmen van de volksmenigte werden steeds onduidelijker. HOOFDSTUK XXVIII. Het Onverwachte. Het kleine gezelschap ging zwij gend verder. Het scheen te bestaan uit enkele mannen van de Nationale Garde, die Santerre onder commando gesteld had van den soldaat, die de bevelen van de burgers-afgevaardig den aan hem had overgebracht Juliette en Déroulède vroegen zich beiden vaag af, waar zij heenge bracht werdenmisschien naar een andere gevangenis, weg van de woede der bevolking. IWordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5