HAARLEM'S DAGBLAD.
In stormachtige Tijden.
OM ONS HEEN
No. 915.
nabetrachting yan den
Gemeenteraad.
Met een kleine meerderheid heeft
"onze sromeenteraad de kermis tn het
leven gehouden. Zeventien leden,
spraken als hun meening uit, dat de
adressen om afschaffing moesten
worden afgewezen, veertien oordeel
den, dat er aan diende te worden
Voldaan. Een meerderheid dus van
drie stemmen, 't was mager. En er
zijn nu al menschen, die zeggen
t,den volgenden keer gaat ie 1" Maar
Voorzichtigheidshalve zeggen ze niet,
wanneer die volgende keer zal ko
men. Waarschijnlijk niet voor over
een jaar of twee, drie. Komen de
adressanten eerder terug, dan zullen
ze wel met een ,,de Raad heeft zich
pas over de zaak uitgesproken" naar
huls worden gestuurd, want het
College was bovendien zoo goed als
compleet. De twee leden, die ontbra
ken, wogen, meen ik, tegen elkaar
'op. De aanwezigheid van den heer
Levert, tegenstander, en van den
heer Smit, vermoedelijk voorstander
Van de kermis ,zou in het eindresul
taat geen verandering hebben ge
bracht.
Van andere zijde verneem ik, dat
ook de heer Levert voor hel belioud
zou hebben gestemd.
De heer De Braai had, zonder dis
cussie, maar dadelijk over de zaak
willen stemmen. Niemand, zoo meen
de hij, zou een ander nog tot een
andere opinie bekeeren. En hoewel
de voorzitter daartegen was, er aan
hechtte nu eens een principieel ker-
mis-debat te houden, de Raad werd
er niet toe geanimeerd. Slechts en
kele sprekers meldden zich aan, uit
den aard van de zaak meer tegen
standers, dan voorstandei's. Eerst de
heer Gravestein, toen de heeren De
Braai, Dr. Nieuwenhuijzen Kruse-
man, Schram en de voorzitter. Van
de vijf brak alleen de wethouder een
lans vóór het behoud van de ker
mis.
Was dus de hoeveelheid der spre
kers niet groot, de hoedanigheid van
wat zij in 't midden brachten, mocht
niet overweldigend heeten. Geen
wonder, want het onderwerp is lang
zamerhand uitgeputzoodat ik niets
anders kan doen, dan uit hunne be-
toogen llchtsprankjes opzamelen.
Zoo maakte de heer Gravestein wel
een treffende vergelijking, toen hij
zei„Als iemand zou hooren van on
zedelijkheid, begaan op een zemdtngs-
feest, dan zcu hij verbaasd vragen
wat, komt zoo iets op een zendings-
feest voor maar wanneer hij het
zelfde hoorde van de kermis, zou hij
daarover geen verwondering laten
blijken.
De heer De Braai erkende, dat er
minder verkeerds op de kermis voor
valt't is, bij vroeger vergeleken,
een verschil als tusschen dag en
pacht.
Dr. Nieuwenhuijzen K ruseman
kwam met de voor tegenstanders wel
verrassende verklaringen van spaar
banken, de bank van leening, Wel
dadigheid naar Vermogen enz., dat
zij in hun werkkring geen nadee1
van de kermis ondervonden, behalve
de Stuivers-spaarbank, die deed we
ten, dat er tegen kermistijd meer dan
anders werd teruggevraagd.
De heer Schram legde er den na
druk op, dat de kermis nooit vanzelf
verdwijnen zal, hem scheen het bo
vendien te hinderen, dat Haarlem
toch al „met de nachtschuit" komt,
alsof het afschaffen van de "kermis
een mode is, zooals een nieuwe hoed
of een getailleerde jas en in het be
toog van den burgemeester zal de
toehoorders wel het meest hebben ge
troffen, dat Jhr. Boreel aanhaalde
wat in den Botterdamschen Raad ge
zegd is doordeal heer Spiekman.
In den regel placht 's Raads voorzit
ter geen citaten aan sociaal-democra
tische redevoeringen te ontleenetn.
Toch moet gezegd worden, dat de
spreker een warmen toon wist te
treffen, bewijs, dat zijn woorden hem
uit het hart kwamen.
Niemand had van te voren met
zekerheid dein afloop der stemming
durven voorspellen. Ook wij, die van
den heer De Braai een pluimpje kre
gen over onze juiste classificatie van
voor- en tegenstanders, moesten ge
waar worden, dait wij ten onrechte
de hoeren K rel age en Thijssen bij de
voorstanders hadden ingedeeld. Na
a.Iles, wat ik over de kermis heb ge
schreven, ifl het zeker verklaarbaar,
dat ik haar behoud met genoegen
heb waargenomen. Toch niet met de
vreugde, waarvan de voorstanders
der afschaffing vervuld zouden zijn
geweest, Indien de stemming anders
ware uitgevallen. Ik ben het eens met
Dr. Nieuwenhuijzen Kruseman, dat
wanneer de kermis nog moest wor
den ingesteld, ik daaraan mijn mede
werking niet verleenen zou. Maar tot
afschaffing zie ik op dit oogenblik
geen aanleiding.
De kweekerij van bloemen en hoo
rnen zal worden overgebracht naar
gemeentegrond aan de Kleverlaan en
daar uitgebreid
Niet met den zin van den heer De
Breuk, die er voor de gemeente groo
te uitgaven in zag, en om zijn stel
ling te bewijzen, een rekening opzet
te van ietwat tendentieuse strekking.
Zoo taxeerde hij o. a. de waarde van
een hectare bouwterrein aan de Kle-
verlaan op f 40.000, dat is gemiddeld
vier gulden per meter, een prijs
waaraan die terreinen nog in lang
ndet toe zijn.
Onze wethouder is vroe®er in het
vak geweest, zoo dat aan zijn mee-
nlng over zaken van dezen aard wel
beteeken La wordt gehecht. Misschien
zou die wel meer invloed hebben ge
had, wanneer de voorzitter van de
algemeen® vereeniging voor bloem
bollencultuur, de heer Krelage, da
opinie van zijn secretaris niet zoo
veirkant bestreden had. En dat wel
met een machtig wapen he/t rapport,
onlangs uitgebracht door de drie des
kundigen over onzen Hout en plant
soenen, waarin op de vestiging van
een flinke kweekerij sterk wordt aan
gedrongen.
Tusschen eon secretaris zonder en
een president met een rapport was de
keus voor den Raad ndet moeilijk.
Een meerderheid van 17 leden schaar
de zich onder de deskundigheid van
den heer Krelage en zijn commissie,
een minderheid van tien omringde
de vakkennis Yan den heer De Breuk.
De nieuwe kweekerij Is een feit ge
worden.
Wie er over de in deze vergadering
genomen besluiten tevreden mogen
wezen, de Overveeners behooren tot
de malcontenten. Verschillende heb
ben mij over den uitslag van de tram
discussie opgebeld en hun misnoegen
langs de draad verklankt. Geen won
der, zij hadden liever de tram van de
E. N. E. T. tusschen Haarlem en
Overveen, die hun immers binnen
een maand of vier na goedkeuring
der concessie beloofd was, zien aan
leggen, dan vernieuwing der voor-
loopige concessie aan de Hollandsche
Spoor, van wie zij naar *t schijnt
niet veel verwachten. Tooh is dit laat
ste door den Raad besloten. De Over
veeners zullen tot 1 Januari 1910 ge
duld moeten hebben. Maar is dan de
definitieve concessie tusschen de ge
meente Haarlem en de Hollandsche
Spoor niet gereed, dan zullen de on
derhandelingen ook worden afgebro
ken en kan de E. N. E. T. naar vo
ren komen.
Aan laatstgenoemde maatschappij
had de heele Raad zeker de concessie
voor het lijntje naar Overveen liever
gegund. Het past beter in haar net,
ik heb den lOden uitvoerig beschre
ven waarom. Maar dezen keer haar
de concessie al geven, ging niet aan.
Mr. Thiel heeft zeer duidelijk uiteen
gezet, waarom eischen van goede
trouw verboden in de bestaande om
standigheden, der Holl. Spoor dit
lijntje ai te nemen en haar alleen
verlenging der voorlooplge concessie
te geven voor de lijn Stationden
Hout. Verschillende Raadsleden ge
voelden niet veel voor deze ethische
beweegredenen, en wellicht zijn ze
ook aan het publiek niet geheel dui
delijk geworden. Ik zal daarom trach
ten, ze even uiteen te zetten.
De Holl. Spoor moest verlenging
van de voorlooplge concessie vragen,
omdat de onderhandelingen veel tijd
hadden gevorderd. Daaraan was ook
de Haarlems che gemeenteraad
schuld, die voorloopige concessie had
verleend voor over de grenzen der
gemeente zich uitstrekkende lijnen,
en eerst naderhand bedacht, dat wan
neer noordelijk en zuidelijk electrl-
sche lijnen naar Alkmaar en Leiden,
daaraan werden verbonden, de ge-
heele lijn, dus ook die in de stad, zou
vallen onder de wet op de spoorwe
gen met beperkte snelheid, en dus
worden onttrokken aan het gezag
van het Haarlemsche gemeentebe
stuur. Pogingen, om deze moeilijk
heid te ontgaan, waren niet gelukt.
De Holl. Spoor zelf had de zaak daar
op uit de impasse geholpen, door ge
noegen te nemen met een coucessie
voor een gemeentelijke tram, dus van
grens tot grens.
Waar nu de onderhandelingen hier
voor veel tijd in beslag hadden geno
men, zou het in-derdaad onbiLlijk
zijn geweest, de Holl. Spoor geen
verlenging van de voorloopige con
cessie toe te staan.
Dat de Overveeners daardoor dezen
zomer zeker hun tram nog niet zullen
hebben, is zeker Jammer.
En dat de Holl. Spoor alsnog zelf
van het lijntje afziet, ware wel wen-
schelijk, want in alle opzichten ls
het bij de E. N. E. T. en in haar
lijnencomplex, beter op zijn plaats.
J. C. P.
Suiteniandsch Overzicht
DE CONTRA-REVOLUTIE IN
TURKIJE.
Offlcieel-Turkije heeft eerst getracht
de beweging voor te stellen, als een
muiteo-s-partijtje van eenige ontevre
den soldaten. Deze vlieger ls even
wel niet opgegaan I Reeda gisteren
veronderstelden we 't ernstige karak
ter der ongeregeldheden en de later
ontvangen telegrammen bevestigden
dit vermoeden volkomen.
't Is een volmaakte contra-revolu
tie (een tegen-omwenteling) geweest 1
En een, die uitstekend geslaagd is...
Uit alles blijkt ,dat de revolutie uit
gaat van de volbloed Mohammedar
nen, onderscheiden door den naam
Oud-Turken. Deze revolutie komt
niet onverwacht 1 Dadelijk na de
Juii-stormen, die de verheerlijking j
der Jong-Turksche ideeën brachten,
was te voordien, dat de echte Muzel-
mannen zich n o o i t in een modernen
constitutioneelen staat zouden thuis
gevoelen. De vos verliest met z'n haar
in geen geval z'n streken. Evenmin
verliest de geloovige Muzelman in
een modernen staat zijn eerbied voor
den* Koran en z'n godsdienst. Het
spreekwoord: „Men kan geen twee
heeren dienen" is hier toepasselijk.
Goed Muzelman zijn en tevens op
recht voorstander van een constitu
tioneelen regeeringsvorm, gaat niet.
Of 't een, of 't ander 1 Voor den geloo-
vigen Mohammedaan is de Koran 't
eenige en volmaakte wetboek om al
le s te regeeren. Daaraan heeft hij
genoeg. Althans hij duldt niet, dat de
Westerlingen hem een beschaving op
dringen, die in strijd is met de voor
schriften en bevelen van zijn heilig
wetboek. De aanstokers van de Juli-
revolutie waren de Jong-Turken. Wel
Turken, maar geen volbloed Muzel
mannen meer. Bijna alle samen
zweerders hadden lang in 't buiten
land vertoefd en meenden, dat, wat
goed was voor Frankrijk en Duitsch-
iand, ook in 't Turk en land geluk zou
brengen. Ze wisten 't hun iandgenoo-
ten zoo mooi voor te praten een
modern Westersche beschaving, een
grondwet, een parlement, 't volk zelf
de wetten maken, toezicht op de ver
kwistende hooge ambtenaren, vermin
dering van belastingen... enz.
In een oogenblik van plotselinge be
koring kreeg de Jong-Turksche partij
een machtigen aanhang. Bijna 't ge-
heele leger, officieren en minderen
die allen zuchtten onder de dwinge
landij van boven hen gestelde mach
ten sloten zich aan, en zoo werd ln
24 uux 't nieuw Jong-Turkije geboren.
Maar.... dra volgde de ontgooche
ling voor den geloovigen, den fana-
tieken dienaar en volgeling van den
groeten profeet Mohammed. De Jong-
Turken de baas, de ver-Franschte of
ver-Duitschte heeren, die geen geloof
meer hechtten aan den godsdienst
der vaderen....
De regeerLng ging tegen de Ko
ran-beginselen inDe Sultan, vol
gens de wet van Mohammed 't hoofd
en de een 1 ge regeerder van de Mu
zelmannen, werd voor negen-en-ne
gen tig procent van z'n macht be
roofd. De West-Europee sche begrip
pen bekommerden zich niet om de
tradities der geloovigen en vertrad
deze meermalen op grove wijze.
Zoo was 't duidelijk, dat de reactie
niet kón uitblijven 1 De ontgoochelde
Muzelmannen zagen, dat ze tot iets
verlokt waren, wat ze niet gewild
hadden. Vóór alles moest Turkije een
Mohammedaansch land blijven en de
jonge Turk opgevoed ln 't geloof der
vaderen.
Dit gaf den strijd tusschen de Oud
en Jong-Turken.
't Is een heftige kamp geweest.
Eerst was de partij der Jong-Turken
overwegend sterker, maar de afval
werd grooter en nu zijn de Oud-Tur
ken weer oppermachtig.
De contra-revolutie is nu 't succes
van hun werken, T Is wel eigenaar
dig, dat de Oud-Turken zich nu ook
van 't leger bediend hebben. In Juli
1908 waren de soldaten voor de Jong-
Turken, maar nu trokken de land-
verdedigers als éen man op naar 't
paleis van den Sultan en 't Parle
mentsgebouw, om nun eischen te
stellen.
Deze eischen waren
le. Aftreding van den (sterk Jong-
Turksch gezinden) groot-vizier Hilmi
pasja.
2e. Verandering van ministerie
(kennelijk om de Jong-Turksche mi
nisters door Oud-Turken te vervan
gen).
3e. Verandering van president van
het parlement (om dezelfde reden).
4e. Weer instelling van het Sche-
riat.
Deze laatste eisch is 't belangrijkst.
Het Scheriat is een godsdienstige wet
en verplicht de Turken in alles als
oprechte Muzelmannen te handelen.
Met de handhaving van deze
godsdienstige wet ia een regee-
ren op een zuiver constitutioneelen
grondslag vrijwel een onmogelijk
heid.
Deze eisch kenmerkt dan ook de re
volutie-beweging 't duidelijkst 1
En ziet.... de Sultan heeft deze
eischen dadelijk Ingewilligd 1 Er is al
een nieuw ministerie gevormd met
Tewfik pasja als grootvizier ('t be
richt dat de oude vader Kiamïl weer
tot dezen eere-poet geroepen zou wor
den, hlijkt voorloopig ongegrond.
Wel wordt volgehouden, dat de aan
stelling van Tewfik pasja 't trapje is
om later KI ami 1 weer- op het gestoelte
des grootviziers te plaatsen Kia
mil den volbloed Oud-Turk I).
De houding van den Sultan is op
merkelijk. In Juli 1908 zweert hij wel
100 maal bij de volmaakte constitu
tie en nu bij de eerste de beste gele
genheid toont hij zich een vriend van
de constitutie-vijanden. Hij sprak de
betoogers aan, als„mijne kinder
tjes...." 't Vermoeden dat de Sultan
in 1908 maar in alles toegaf om zich
het leven te redden, blijkt nu niet ge
heel ongegrond.
Deze contra-revolutie ia ook weer
zonder veel bloed vergieten verloo-
pen. Wel zijn enkele ministers en an
dere voorstanders van de Jong-Turk
sche beweging door de opstandelin
gen vermoord of gewond, wel hebben
de soldaten de officieren, die hen
weerstonden, gekneveld Ln de gevan
genis gegooid of met hun eigen revol
vers doodgeschoten, maar de lijst van
do oden en gewonden wijst niet veel
meer dan 100 slachtoffers aan. De
moordpartijen hebben zich du$ tot en
kele gevallen bepaald van massa
moord is gelukkig weer geen sprake
geweest.
Wel iiebben de leden der Jong-Turk
sche comité's eenige angstige uren
doorgebracht. Veie leden van de co-
mité's voor „Eenheid en Vooruit
gang" zijn uit het land gevlucht, om
daar als voor Juli 1908 weer in bal
lingschap te leven.
Wat zal het gevolg Yan deze nieuwe
revolutie zijn
Nóg is de constitutie gehandhaafd,
maar uit alles ls af te leiden, dat 't
nu niet veel meer dan een surrogaat
zal zijn. De Koran en de geestelijke
leidslieden des volks hebben hun
oude macht weer herkregen, 't Zal
misschien niet lang meer duren, of
de Grondwet en 't Parlement worden
weer afgeschaft, net als een 80 jaar
geleden
De Jong-Turksche IJveraars hebben
weinig loon voor hun werk ontvan
gen. Jarenlang hebben ze hun bewe
ging voorbereid alles was keurig ge-
loopen, want de vreedzame revolutie
had in korten al hun wenschen ver
vuld. En nu... nu is alles weer verlo
ren 't Mooie gebouw van hun vrij
heid en beschaving omvergehaald
door de „getrouwen", die hun 't eerst
geholpen hebben bij den opbouw...
De Jong-Turken hebben de kracht
hunner beginselen overschat. De Turk
heeft bewezen, dat de West-Europee-
sche beschaving hem voor even kan
bekoren en begoochelen, maar ook
dat zijn Mohammedaansch geloofs
fanatisme zich verzet tegen deze mo
tier no begrippen, die niet in zijn
volksaard kunnen voorttelen....
NIEUWE MOEILIJKHEDEN IN T
VOORUITZICHT
Zal de omkeering in Turkije ook in
vloed hebben op de Europeesche
staatkunde. Vermoedelijk wel, maar
welke die zal zijn, is nu nog niet te
bepalen.
Wei is zeker, dat de regeling der
Balkan-aangelegenheden er door ver
traagd zal worden inzonderheid de
Bulgaarsche quaestie.
Bulgarije vreest uitstel en neemt
daarom maatregelen.
In politieke kringen te Sofia wordt
verzekerd, dat de Bulgaarsche regee
ring geneigd zou zijn van de regee
ring te Konstantinopel zoo noodig
zelfs door middel van mobilisatie
de onmiddellijke erkenning der on
afhankelijkheid en de regeling der
laatste moeilijkheden met Turkije té
eischen.
Tsaar Ferdinand is onverwacht In
Sofia teruggekeerd.
De onderhandelingen tusschen
SERVIë EN OOSTENRIJK.
HONGARIJE
gaan ook niet vlot. De Donau-monar-
chie wil aan Servië weinig of niets
geven en dat terwijl zij belangrijke
economische concessie® heeft toege
zegd.
Deze houding Is niet te verdedigen.
Na alles wat er gebeurd is, had men
van het O.-H rijk een royaler hou
ding verwacht.
Misschien komt baron Aehrenthal
nog tot inkeer.
DE VERJAAGDE EX-PRESIDENT.
De medewerker van het Journal die
met Castro naar Amerika getrokken
was, om Castro's avonturen te be
schrijven en die bij de terugzending
van Castro naar Europa mevrouw
Castro naar Venezuela had willen
volgen, is, bij het eveneens mislukken
van dit tweede plan, thans te Willem
stad terechtgekomen.
Hij seint van daar, dat het onmoge
lijk is, zich een denkbeeld te vormen
van de strenge maatregelen, die de
Venezolaanse he regeering genomen
heeft, om het naderen van eenig lid
der familie Castro te verhinderen.
Een groot gedeelte van de openbare
meening in Venezuela zou ontevreden
zijn over de al te besliste Inmenging
van de Vereenigde Staten In Vene
zuela's binnenlandsche zaken. Deze
Inmenging zou echter geschied zijn
op verzoek van de Venezolaan sche
regeering. Over bet algemeen moet
de toestand In Venezuela vrij ver
ward zijn.
DE REIS VAN KEIZER
WILHELM.
De trein met de Duitsche kelzers-
famiiie kwam te 11.35 te Venetië aan;
de hooge gasten onderhielden zich
een kwartier met de autoriteiten, die
ter begroeting aanwezig waren, en
scheepten zich toen in aan boord van
do „Hohenzollem", met bestemming
naar Korfoe.
LEMOINE GEVAT 1
De ingenieur Lemoine, die Wernher
den directeur der De Beers-maat-
schappij, heeft opgelicht voor 1,800,000
Ires., is in hechtenis genomen.
LemoiDe is, naar men zich herin
nert de man, die zich zelf in staat
achüe langs chemischen weg diaman
ten te vervaardigen.
DE REVOLUTIE IN PERZIë.
breidt zich voortdurend uit. De be
richten zijn evenwel zoo verschillend
en verward ,dat 't niet mogelijk is,
zich een juist denkbeeld van den toe
stand te vormen.
Van de Residentie en haar
Bewoners.
VI.
Een van de grooLsto speelhuizen
hier ter stede, dat zijn deuren opent
op een uur. dat de meeste menschen
er aan denken, naar bed te gaan, is
vlak bij de Veenestraat gelegen, in
een nauw, onaanzienlijk steegje, dat
echter als verbinding tusschen een
paar drukke punten op een tamelijk
groote passage kan bogen. De „socië
teit" in quaestie is gevestigd in twee
aoneengronzende winkelhuizen, waar
van de muren doorgeslagen werden,
zonder dat men aan de gevels het
minste veranderde. Door de groote,
witgeschilderde spiegelruiten van
de vroegere uitstalkasten doet liet
geheel donken aan een paar winkels,
die wegens faillissement gesloten
zijn. Van buiten niet te zien wait van
biiuion te koop is
Dadelijk achter den Ingang, een ge
wone winkeldeur, een kamertje, waar
de bezoekers even gemonsterd en de
introducés ingeschreven worden, een
vrii primitieve garderobe, een eindje
gang en dan komt men in een tame
lijk laag, langwerpig zaaltje. Op
schouderhoogte zijn rondom spiegels
aangebracht, die door de heen-en-
weer reflectie het vertrek grooter
doen schijnen dan het Ls een mollig,
dik tapijt geeft dadelijk het gevoel,
dat men ln een inrichting-van-goe-
den doen is en groepjes stoelen, hier
en daar tegen de lambrizeering ge
plaatst, r.ooden tot rusten.
Het middendeel van hot zaaltje is
vrij. Aan het eene smalle eind eene
verhooging, waarop een Italiaansch
mandoline- en guitaar-orkestje, dat
met Schwung alle mogelijke bekende
en onbekende wijsjes doet hooren,
waarbij zich soms de niet kwaad
klinkende stem van de le mandoline
voegt.
De bediening in dit conversatie-
vertrek is goed en de consumptie
gratis. Dit laatste om de volgende
redenen. Do president of de directeur
ik weet. niet meer wie 1s een£
veroordeeld wegens drankwetovertre-
ding en sinds dien ls alles gratis.
Drank in den waren zin van het
woord is niet te krijgen, wel bier,
sherry-soda en dergelijke. Dat meer
gedronken wordt dan geschieden zou
als wel betaald moest worden, is een
logisch gevolg, maar deze meerdere
kosten voor de ondernemers worden
ten deele weer vergoed. Veel drin
ken doet de menschen wat vroolijk
worden, vroolijke menschen wagen,
veel, wie veel waagt, verliest ten
slotte
De quallteit van wat er geschonken
wordt is bestdat er ln een nacht
heel wat gedronken wordt, Hgt voor
de hand, en het is een typisch bewijs
voor de stevige winsten, die de zaak
oplevert, dat al de drankkosten door
de ondernemers gedragen worden.
Wat nu weer niet bepaald gratis ge
geven wordt is rookkruid één sigaar
koet f 2.50 en een doosje heel gewone
sigaretten 3.
Naast dit conversatiezaaltje, in een
kleiner vertrek, dat lang niet zoo
fraai is ingericht, wordt gespeeld en
wel rnet het beroemde „petit cou
reur", het poppetje, dat langs een
aantal op de tafel geteekende vlag
gen en kleuren loopt, die verschillen
de waarde hebben. Het lanceeren van
het mannetje geschiedt door een van
de bezoekersde directeur bepaalt
zich tot het regelen van het spel. Geld
ls hier niet te zien alles gaat met
fiches, die een waarde van J 1 tot /2S
hebben.
De spelers zijn te onderscheiden in
twee groepenzij die eens een kansje
wagen en zij die stelselmatig winst,
trachten te behalen. De laatsten ste
ken dan meestal een zekere som bij
zich en zetten telkens 1 op. Wan
neer ze winnen, gaat de gulden,
winst naar een aparte zak en wordt
verder gespeeld met wat daartoe van
te voren bestemd was. De „petit cou
reur" is echter tamelijk grillig en de
avonden zijn dan ook te tellen, dat
de bank geen ferme winst maakt.
ls ei' animo voor en menscnen ge
noeg, dan wordt later in den nacht
de „petit coureur", het behendig
heidsspel, aan zijn lot overgela^-
ten en bacarat of roulette gespeeld,
hazard viert dan hoogtij. De tafel
daarvoor is vlak naast L groene veld
van het loopeaide mannetje en mocht
eens onverhoopt de politie plotseling
verschijnen, dan zal er nog we«l zoo
veel tijd zijn om het hasarei in den
steek te laten en weer „behendig
heid" te beoefenen. De bedragen, die
bij bacarat omgaan, zijn aanzienlijk
hooger dan bij het eerste meer regel
matige spel en de hartstochten tre
den hier meer op den voorgrond. In
wendig brandend, maar uitwendig
kalm, met uitgerekte halzen en sta
rende oogen volgen de spelers de
FHUILLB'l'ON
Naar het Engelsch, door
Barones Orczy,
62)
Aan een lantaren 1 Aan een lan
taren met den verrader I
Hij huiverde even, als van koude,
maar stipte toen kalm, door Juliette
gevolgd, in den wagen.
Het sterke geleide van de Nationale
Garde met commandant Santerre en
zijn twee tamboers had de handen
vol, om de menigte Ln bedwang te
houden. De revolutionaire regeering
was er niet op gesteld, dat men op
straat zijn eigen rechter wasde pu
blieke terechtstelling van verraders
op de Place de la Révolution, de op
tochten der wagens met ter dood ver
oordeelden, werden als uitstekende
voorbeelden beschouwd voor andere
zoogenaamde verraders.
Burger Santerre, militair comman
dant van Parijs, had zijn mannen
bevel gegeven hun bajonetten te ge
bruiken en om verder de bevolking
in bedwang te houden, liet hij een
langdurig tromgeroffel hooren, voor
het geval, dat Déroulède het in zijn
hoofd mocht krijgen tegen de men-
schen te spreken.
Maar Deroulède had daar heele-
rnaal geen plan op hij scheen ge
heel in beslag genomen door de zorg,
Juliette tegen de koude te beschutten;
man had haar in den wagen naast
hom doen plaats nemen, en hij had
zün jas uitgetrokken en over haar
heen gelegd, om haar tegen den door
dringenden regen te beschutten.
De ooggetuigen van deze gedenk
waardige gebeurtenissen hebben ver
klaard. dat hij op een gegeven oogen
blik plotseling met een eigenaardige,
verlangende uitdrukking in zijne
oogen opkeek, en toen in den wagen
ging staan als wilde hij trachten de
duisternis om hem heen te doordrin
gen, om naar een gelaat of misschien
wel stem te zoeken.
Aan den lantaren 1 Aan den
lantaren 1 klonk het voortdurend uit
de menigte.
Tot op dit oogenblik hadden de
soldaten, in de achterhoede gedekt
door de muren van het Paleis van
Justitie, geen moeite gehad de me
nigte in bedwang te houden. Maar er
kwam een oogenblik, waarop de wa
gen een hoek moest omslaan, om bij
het Luxomburg te komen.
Deze taak werd echter ieder oogen
blik moeilijker.
Men hal het Parijscho volk nu al
twee Jaar lang verteld, dat het heer
en meester was en nu zou het zich
door een paar soldaten in zijn ver
langens laten dwarsboomen.
Het tromgeroffel was begroet met
heftig geschreeuw, dat feitelijk de
trommels overstemde de eerste be
weging var- den wagen was door een
waar tumult gevolgd.
Alleen de vrouwen bij de galgen
waren daar blijven zitteneen harer
was kalm bezig een lus weer in orde
te maken.
Maar alle mannen en sommige
vrouwen belegerden letterlijk den
wagen en bedreigden de soldaten, die
tusschen hen en het voorwerp van
hun woede stonden.
Niets scheen Déroulède en Juliette
nu meer te kunnen redöan van een
onmiddellijken en afschuwelijken
dood.
Dood Dood Aon een lantaren
met de verraders
Santerre zelf, die zich schor ge
schreeuwd had, wist nu geen raad
meer. Hij had een man naar de
dichistbij zijnde cavaleriekazerne ge
stuurd, maar versterkingen zouden
nog wel eenigen tijd uitblijven ter
wijl zijn mannen in dien tusschen-
tijd uitgeput zouden raken en het ge
peupel, ieder oogenblik meer opge
wonden, dreigde meester te worden
van den toestand.
Er was geen oogenblik te ver-
lieren
Santerre voelde ex veel voor, om
het gepeupel zijn gang te laten gaan,
en h': zou het meit genoegen zijn
prooi hebben toegeworpen maar be
velen waxen bevelen en in het jaar I
van de Revolutie was het niet gera
den ongehoorzaam te zijn.
Op dit oogenblik van radeloosheid
voelde hij zich plotseling vol eerbied
op den arm tikken.
Vlak achter hem stond een soldaat
van de Nationale Garde niet één
van zijn eigen mannen in de po
sitie, en hield een klein, opgevouwen
papier in de band.
Ik ben gezonden door den mi
nister van Justitie, fluisterde -de sol
daat haastig. De burgers-afgevaar
digden hebben bet tumult van de
rechtzaal uit aanschouwdzij zeg
gen, dat u geen oogenblik moet ver
hezen.
Santerre ging op zij van den wa
gen loopen, waar een grove stal
lantaren was vastgemaakt. Hij nam
het papier van den soldaat aan,
scheurde het haastig open en las bij
het flauwe licht van den lantaren.
Terwijl hij las, drukten zijn grove,
ruwe trekken de grootste voldoening
uit
Heb je nog twee man bij je
vroeg hij snel.
Ja, burger, antwoordde de man,
terwijl bij rechts van zich wees en
de burger-minister iel, dat u er nog
twee bij zou geven.
Je moet de gevangenen kalm
naar de gevangenis „de Temple"
brengen begrepen
Ja, burger burger Merlin heeft
mij volledige orders gegeven. U moet
den wagen een beetje meer achteruit
laten gaan onder de schaduw van
de portiek, waar de gevangenen dan
kunnen uitstappen en aan mijn hoe
de toevertrouwd. U kan in tussc hen
hier bij den leegen wagen blijven
met uw mannen, zoo lang dat moge
lijk is. Er is om versterking gezonden
die spoedig hier moet zijn. Als zij
komen, kan u met den wagen verder
gaan, alsof u op weg was naar het
Luxemburg. Deze schijnbeweging zal
ons tijd geven de gevangenen veilig
aan de Temple af te zetten.
De man sprak haastig en gebie
dend en Santerre was maar al te
zeer geneigd om te gehoorzamen. Hij
voelde zich verlicht bij de gedachte
aau versterkingen en was blij be-
vri;d te worden van de verantwoor
delijkheid, om zulke lastige gevange
nen te vervoeren.
De dikke mist, die voortdurend
zwaarder werd, begunstigde deze
manoeuvre, en het voortdurend trom
geroffel maakte de haastig gegeven
orders onverstaanbaar.
Do wagen werd in de donkerste
schaduw van de groote portiek ge
trokken, en terwijl het gepeupel zijn
luidruchtigste kreten voor de ver
raders liei hooren, werd Déroulède
en Juliette bevolen uit den wagen te
•tappen. Niemand zag hen, want de
duisternis was hier heel intens.
Volg mij kalm 1 fluisterde een
heesche stem ln hun ooren, terwijl
zij dat deden, anders heb ik het bevel
u neer te schieten, waar ge staat.
Maar geen van beiden toonde eeni
gen lust weerstand te bieden.
Juliette hing koud en verkleumd
aan den arm van Déroulède, die zijn
arm beschermend om haar had heen
geslagen.
Déroulède merkte op, dat een half
dozijn mannen hem en Juliette sche
nen te omringen, maar do motregen
hulde alles ln een nevel.
Ook was nu de avond-duisternis
geheel ingevallen, en de stemmen
van de volksmenigte werden steeds
onduidelijker.
HOOFDSTUK XXVIII.
Het Onverwachte.
Het kleine gezelschap ging zwij
gend verder. Het scheen te bestaan
uit enkele mannen van de Nationale
Garde, die Santerre onder commando
gesteld had van den soldaat, die de
bevelen van de burgers-afgevaardig
den aan hem had overgebracht
Juliette en Déroulède vroegen zich
beiden vaag af, waar zij heenge
bracht werdenmisschien naar een
andere gevangenis, weg van de
woede der bevolking.
IWordt vervolgd).