Onze Lachhoek
florissant rijm-. Bovendien meent hij
ook, dat het koopem van boomen veel
voordeeliger ls, dan dat men «e krijgt
van een eigen kweekerij.
De heer TJEENK WILLINK vraagt
waarom men het oog heeft geslagen
op zulk een waardevol terrein, dat
nu lijn geld opbrengt en later als
bouwterrein kan uitgegeven worden.
Daar de heer Springer den grond aan
de Kleverlaan geen idealen grond
acht, kan spr. zijn stem niet aan het
voorstel van B. en W. geven.
De heer KRELAGE meent, dat dit
voorstel van B. en W. volgt uit vroe
ger genomen beslissing. Daarom be
vreemdt spr. de principieele bestrij
ding. Overigens beoogt het voorstel
geon nieuwe zaak, doch slechts een
uitbreiding van een bestaande inrich
ting. 8 per. zal gaarne voor het voor
stel van B. en W. stemmen.
De heer VAN LIJNDEN ls het er
mee eens, dat de «aak reeds lang uit
gemaakt Is.
De heer VAN DE KAMP is H daar
mee niet eens. Men heeft alleen een
voorstel van den heer Rrelage aan
genomen om B. en W. uit te noodigen
voorstellen te doen voor een boom-
kwee ker ij; maar nu komt er een Cen
trale Schooltuin bij. Hoeveel «al dde
kosten? Spr. is anders huiverig om
met gemeentelijke exploitatie mee te
gaan.
De heer THIEL antwoordt, dat de
schooltuin met 100 ruim bekostigd
is. Overigens merkt hij op, dat bet
feit, dat de gelden niet gevoteerd zijn,
den heer v. d. Kamp ndet het recht
geeft terug te komen op de taak aedf.
De VOORZITTER merkt op, dat èn
de heer De Breuk èn de heer Springer
sinds 1902 consequent gebleven zijn en
hun meening hebben gehandhaafd.
De voornaamste reden van het voor
stel is, dat de boomen bij 't transport
veel te lijden kunnen hebben.
Wat de waarde der terreinen be
treft, gelooft spr. ook niet, dat de
grond daar zooveel waard is. Dat de
zaak kosten met «ich zal brengen, ont
kent spr. niet. Maar andere plaatsen
hebben zich die kosten ook getroost.
De heer Modoo pleitte indertijd voor
één inrichting. Die heeft men nu. Se
dert sprekers komst in de gemeente,
heeft hij 't steeds gehoord: Burge
meester, de grond voor de kweekerij
is te klein.
Andere geschikte terreinen voor de
kweekerij kent spr. niet.
Do heer Rinkema vreesde voor uit
breiding van dezen tak van dienst.
Daarop kan spr. niets anders zeggen,
dan: B. en W. zijn uitgenoodigd met
plannen te komen. Dat de zaak reeds
uitgemaakt is, als de heer Van Lijn
den meent, geeft spr. niet toe.
Ten slotte verzekert spr., dat die
hoeren Springer en de Directeur van'
Openbare Werken van oordeel zijn,
dat de zaak geen flnancdeele surprises
zal brengen.
De heer VAN LIJNDEN weet niet
onder welken Burgemeester de zaak
der kweekerij is uitgemaakt; mis
schien wel onder Burgemeester Ior-
dens.
De heer THIJSSEN is er tegen, dat
de schooltuin, onvoorbereid en on-
toegelicht, aan de zaak der kweekerij
wordt gekoppeld. Wat bedoelt men
daarmee? Spr. vraagt inlichtingen
omtrent grootte, kosten, wie er van
zullen profiteeren.
De VOORZITTER herinmteit er aan,
dat deze aangelegenheid reeds uit
1903 dagteekemt. De aanleiding was,
dat Dr. Greshoff vroeg om een tuintje
op het Prinsenhof. De hearen behoe
ven zich niet ongerust te maken over
de kosten.
De heer LASSCHUIT zou eerst het
uitbreidingsplan voor de gronden aan
de Kleverlaan willen doen vaststellen.
Dan kan men oordeelen over de waar
de van den grond en zich beter de
zaak voorstellen.
Spreker maakt daarvan een voor
stel, ook in verband met de mogelijke
verbreeding van de Kleverlaan. Spr.
wil de zaak niet op de lange baan
schuiven. Integendeel wil spr. een
mogelijke belemmering wegnemen.
De VOORZITTER ie bevreesd, dat
dit denkbeeld een kapstok is, waar
aan het plan lang zal opgehangen
blijven.
De heer MODOO zegt, dat de ge-
flachtengang van den heer Lasschuit
Juist is. Eerst de plaats der kweekerij
en dan het uitbreidingsplan vaststel
len is liet paard achter den wagen
spannen.
De heer VAN DE KAMP meent, dat
oponthoud niet noodig is. Zal men lu
ier volgens het uitbreidingsplan den
grond noodig hebben, don haalt men
de boompjes er uit en zet ze een eind
je verder.
Het voorstel-Lasschuit wordt ver
worpen.
Voor waren de hoeren Welsenaair,
Thijssen, Lasschuit, GravesteLn, de
Braai, Seignette, Loomeijor, Willink,
Visser en Modoo.
Het voorstel van B. en W. wordt
aangenomen met 17 tegen 10 stemmen.
Tegen waren de hoeren Rinkema,
Welsemaar, Kruseman, de Braai, de
Breuk, Loomeijer, Willink en Modoo.
PUNT 6.
Bij den Raad ls door de afd. Haar
lem van den Vrouwenbond ter verhoo
ging van het zedelijk bewustzijn een
adres ingediend om de kermis af te
schaffen. Adressen van adhaesie inet
dit adres zijn ingediend door de ker
keraden van de Herv. Gemeente, de
Evang. Luth. Gemeente en de Gere
formeerde kerken A, B en C door
de Vereenlging ter behartiging der
belangen van jonge meisjes, de af-
dealing Haarlem van de Nationale
Christen- Geheel -onthouders-vereeni-
ging, de Vereenlging Christelijk Te-
huls voor militairen, de Vereeniging
tor verbreiding der waarheid, de afd.
Haarlem van don Ned. Christ Geheel
onthouder sbond, de Stads Evangeli
satie ,,Jeruël", de HaarL Jongelings-
vereeniging Pred. 12, vers la, de St.
Martha, vereeniging tot bescherming
van meisjes de afd. Haarlem van de
Nederl. Miodernachtzendingsvereen.,
de afd. Haarlem van de Nederl. Ver
eeniging tot afschaffing van aücohol-
houdende dranken, en 82 neringdoen
den.
De Vereeniging van kermisreizigers
,,Ons Belang" zond een adres om
voor het behoud der kermis be plei
ten.
Mede is ingekomen een adres tot be
houd der kermis van G. J. van Gaste
ren en 66 anderen, terwijl 1503 hand-
teekeningen op ongezegelde vellen
waren gesteLd.
B. en W. stellen voo.r
De Raden dor Gereformeerde Ker
ken Haarlem A, B en C, dien van de
Evangelisch-Luthorsche GemeeDte en
den Bij zonderen Kerkeraad der Ne-
derduitsch-IIervormde Gemeente, in
gevolge art. 8, te lid der Grondwet
niet-ontvankelijk te verklaren in hun
verzoek om afschaffing van de kermis
of jaarmarkt in deze gemeente;
Het adres van het Bestuur van de
Evangelisatie „Jeruël" en dat van
de Afdeeling Haarlem van het Neder-
landsch Werkliedenverbond „Patri
monium", als houdende eene adhae-
sie-betuiging, voor kennisgeving aan
te nemen;
Afwijzend te beschikken op de ove
rige verzoekschriften, aan het hoofd
dezes genoemd, voorzoover zij de af
schaffing van de kermis of jaarmarkt
beoogen en
Aan den adressant Joh. Coppejans
te Edam, van dit besluit mededeeling
te doen.
De heer GRAVESTEIN wil «ijn
meening motlveeren. Spr. tou niet
zoover willen teruggaan, dat men
weer kwam tot den tijd der stedelijke
keuren, waardoor de zedelijkheid
door dwang bevorderd werd. De mo
raliteit ls een »oa'., die bet hart
raakt. Deze matei e ligt dug niet op
het terrein van de overheid. Spr. gaat
na, dat er zich een zedelij kheidsnor-
ma heeft gevormd. De kermis nu
overschrijdt de grenslijn. Zeker, de
kei-mis heeft een breeden buitenrand,
die er onschuldig uitziet, bezoek aan
bioscoop enz. Maar dat is de kermis
in de ware gedaante niet. Spr. heeft
daarvan verleden jaar ergerlijke
8taaltjes gezien op de God. Oude
Gracht. Spr. noemt eenige gevallen,
hoe 10 A 12 dronke Lieden in een zij
straat van de Oude Gracht een vies
gezicht opleverden, hoe dronke huza
ren aan t vechten raakten, wat er ge
beurde bij schiettentjes, enz.
Dot geschiedt onder het toezicht en
als het ware met goedkeuring van de
overheid. Daaraan kan spr. niet mee
doen. Wegens de gevaren, die de ker
mis oplevert, zien vele ouders den
kermistijd angstig tegemoet, daar
In éen dag liet levensgeluk hunner
kinderen kan verwoest worden.
De winst uit de staanplaatsen ver
kregen weegt niet op tegen den voor
uitgang der moraliteit, als de kermis
wordt afgeschaft. De financieel» voor-
dealen wegen niet op tegen maar één
leven, dat verloren gaat.
De lieer DE BRAAL heeift vele ja
ren met de middernachtzendelingen
de kermis bezocht, waardoor hij kon
zien, hoeveel er Ln den loop der jaren
is verbeterd. Spr. brengt daarvoor
een eere-saluut aan het Gemeentebe
stuur en de middernachtzendelingen.
Overigens zal spr. niet verder argu
menteeren. Ieder komt met zijn stem
in zijn zak. „Haarlem's Dagblad"
heeft zelfs ail aangewezen, hoe de le
den van den Raad zouden stemmen.
De heer N1EUWENH. KRUSEMAN
het voorstel van B. en W. namens dit
college verdedigende, zegt, nooit zoo
veel afschuwelijks van de kermis ge
zien te hebben. Zeker, men heeft luid
ruchtige liedenmaar die zal men
moeten blijven dulden, zoolang de
menschen niet méér beschaafd zijn.
De rapporten van de politie acht
spr. wat dik opgelegd. De inspec
teurs, die nooit anders dan last heb
ben van de kennis, hebben wat door
een donkeren bril gezien. Zij zijn ove
rigens niet op de zaak ingegaan. Zij
vertelden, dat de oliekoeken niet lek
ker rieken, enz.
Verder markt spr. op, dat ook inde
Groote Houtstraat des Zondags
avonds veel onbeschaafds voorvalt.
Maar dat gebeurt toch ook niet met
sanctie van de overheid. B. en W.
hebben bij de Bank van Leening, de
Spaarbank en Stuiversspaarbank in
lichtingen ingewonnen. De bestuur
ders van deze instellingen meldden,
dat zij geen ongunstige verschijnse
len hebben opgemerkt, behalve het be
stuur van de Stuiversspaarbank, dat
berichtte, dat tijdens de kermis veel
meer geld wordt teruggenomen dan
ingebracht. Overigens meent spr., dat
de kermig haar eigen dood zal ster
ven, ais het peil van de beschaving
en de smaak van liet publiek stijgen.
De heer SCHRAM zou wel eens wil
len weten, op welke wijze de kermis
haar eigen dood zal sterven, 't Is een
teringlijderes, die nog tientallen van
jaren kan blijven leven. Het is spr.
aangenaam het met de heeren De
Braai en Gravesteiu eens te zijn, dat
op dut terrein mannen van verschil
lende richting elkander kunnen ont
moeten. Spr. herinnert aan de af
schaffing der kermis te Beverwijk.
Hieraan kunnen meewerken katho
lieken, anti-rev. en liberalen, voor-
ui tsurevenden en niet-vooruitstreven-
den. Spr. vestigt de aandacht op de
drukke bezigheden der politie, welke
taak nog verzwaard wordt door de
kennis.
Spr. zou het een zegen achten voor
de gemeente, ais men nu kon beslui
ten tot afschaffing.
De VOORZITTER staat voor een
moeilijk ge\al, omdat men gezegd
heeft, dat Leder met de stem in den
zak komt. Toch is spreker er voor,
dat dit principieel debat uitgemaakt
zal worden. En spreker wil zijner
zijds er toe medewerken, om de voor
stand rs der kermis tot tegenstan
ders te maken. Spreker heeft nooit
een voorste' gedaan, omdat spreker
geen lid van den Raad is.
In de eerste jaren heeft spreker de
kermis op verschillende tijden van
den dag en nacht bezocht De dingen.
die spreker daar zag, hebben het voor
hem onbegrijpelijk gemaakt, dat er
nog iemand, die zulke dingen gezien
heeft, voor de kermis kan zijn-
Spreker bespreekt de vraag, of
de kermis een kindervermaak is. Ala
de kinderen naar bed gaan, gaat
echter de kermis voort.En tegenwoor
dig wordt op andere wijze veel voor
kinderen gedaan, als bijv. vacarutie-
kolonies. Dat de kernvs haar eigen
dood zou sterven, betwijfelt spreker.
Immers, óf de Raad moet een beslis
sing nemen, óf er moeten geen ker
misklanten meer zijn, anders gaat da
kermis niet weg. En kermisklanten
blijven er. Dat bewijzen de ingeko
men adressen. De staangelden mogen
hier geen doorslag geven voor het
l>ehoud. Dat geeft men nu ook meer
toe.
Ook het argument, dat de kenni.
een aantrekkelijkheid voor de ge
meerite zou zijn. gaat niet op. Er zul
zich hier niemand komen vestigen,
omdat er hier nog kermis is. Dat en
kele logementhouders eenlg voordeel
zullen missen, ontkent spreker niet.
Voorts merkt de Burgemeester op,
dat de burgers, die tegen de kermis
zijn degenen zijn, op wie men als
ingezetenen hoogen prijs stelt.
Dat men de kermis niet zou mogen
afschaffen, zonder er Iets anders voor
te geven, geeft spreker niet toe De
tijdsomstandigheden zijn veranderd.
Er worden tegenwoordig vele spelen
beoefend, ook door de klassen, die
minder bedeeld zijn. Uitbreiding der
speelplaatsen zou aan de kinderen
meer gelegenheid tot vermaak kun
nen geven.
Spreker dringt nogmaals met aan
drang op afschaffing aan.
Zonder stemming worden goedge
keurd alinea 1 en 2 van het ontwerp
besluit van B. en W.
Met 17 tegen 14 stemmen wordt
daarop het voorstel van B. en W.
aangenomen, om afwijzend te be
schikken op de verzoekschriften lot
afschaffing.
DE KERMIS FLIJFT DUS VOORT
BESTAAN.
Vóór he; voorstal van B. en W.
(dus vóór net behoud der kermis)
stemden de heeren Rinkema, Wel-
senaar, Sneltjes, Nieuwenh. Kruse
man, Hulswit, Spoor, Schreuders,
Timmer, H. D. Kruseman. Van Sty-
rum, Kleijnenberg, Van den Berg,
Seignette, De Breuk, Loomeyer, Vis
ser en Van de Kamp.
Tegen het voorstel van B. en W.
(dus voor afschaffing der kermis)
stemden de heeren Schram, Thiel,
Van Rossum, Thijssen, Lasschuit,
Krelase, Gravcstein, Loosjes, De
Braai, Tjeenk Willink, Middelkoop,
Van Lynden, Modoo en V/inkler.
Daarna gaat de Raad te 3 uur 35
min. in zitting met gesloten deuren
over.
Te 4 uur 35 min. wordt de vergade
ring heropend.
PUNT 7.
B. en W stellen voor, den optie-ter
mijn voor de concessie aan de H .IJ
S. M. verleend voor electrische tram
lijnen door de stad en naar Overveen
te verlengen tot 1 Januari 1910.
De E. N. E. T. diende een verzoek
schrift in, om concessie te mogen
hebben voor een electrische lijn
HaarlemOverveen, in verband met
de haar door Bloemendaal verleende
concessie.
Dit verzoek wordt gesteund door
de Haarlemsche Handelsver een Lging
en eenige bewoner» van den Zijlweg.
B. en W. zijn van oordeel, dat aan
de E. N. E. T. slechts concessie kan
worden verleend, wanneer de H. IJ
S. M. vóór 1 Januari 1910 nog niet
tot overeenstemming met de gemeen
te kan komen, of zij geen prijs stelt
op de door de E. N. E. T. begeerde
lijn.
De tramcommissie adviseert den
concessie-aanvaardingstermijn te ver
lengen tot 1 Juli 1909 voor de lijnen
door de stad en aan de E. N. E T.
een voorloopige concessie te geven tof
31 December 1950 eleclrisch te exploi-
teeren de lijn naar Overveen meteen
zijlijn naar het Verwulft of de Ko
ningstraat langs de Oude Gracht-
Een minderheid is er voor, alle on
derhandelingen met de H. LJ. S. M.
af te breken.
De beer Van Styrum stelt voor, den
aanvaardingstermijn te stellen op 1
Juli 1909.
De heer Rinkema stelt voor, geen
verdere onderhandelingen met de H
IJ. S. M. te voeren, voor deze aange
legenheid om nader advies aan de
tramcommissie is gezonden( mot hei
verzoek zoo spoedig mogelijk te wil
len aangeven, welke lijnen naar haai'
oordeel m concessie behooren te
worden gegeven, en onder welke voor
waarden.
De Kamer van Koophandel alhier,
dringt aan op spoedige afhandeling
dezer aangelegenheid.
De heer HULSWIT dringt er op
aan het uitstel te verleenen tot 1 Juli
1909 met het oog op den spoed, die ge-
wenscht is en daarbij te bepalen, dat
alle onderhandeliugen met de H. IJ.
S. M. onherroepelijk afgebroken zul
len worden, wanneer op dien datum
geen overeenkomst is verkregen tus-
schen de H. IJ. S. M. en de gemeente.
De heer RINKEMA, zijn amende
ment toelichtende, wijst er eveneens
op, dat het gewenscht is spoed te be
trachten. In Haarlem is een zenuw
achtige spanning gekomen. Spr. be
hoort tot de minderheid in de tram
commissie. Spr. meent, dat het niet
aangaat nu de concessie te verlen
gen tot 1 Juli. Dat geeft niets.
We hebben nu weer plannen, die
goedgekeurd zijn door B. en W. en de
H. IJ. S. M. De Tramcommissie is te
gen een lijn, die de reizigers van
Overveen naar het Spoor brengt. Men
is vootr een lijn, die de menschen door
de stad vervoert.
Laat de zaak nu eerst teruggaan
naar de Tramcommissie. Binnen een
1 4dagen kan de commissie met haar
voorstel gereed zijn. Dan heeft men
een plan van lijnen, waarover de H.
IJ .S. M. beslissen zal moeten. Wan
neer men zegt, nu wordt daaraan
niets meer veranderd, dan zal de Hall
Spoor eieren voor zijn geld klazen en
de concessie aannemen.
Men moet nu zaken doen.
De heer MODOO zou de plannen
van den heer Rinkema willen aan
grijpen met beide handen, Indien het
zóó gemakkelijk ging. Maar zoo staat
de zaak niet. De onderhandelingen
elschen veel tijd met een lichaam als
de Holl. Spoor. Spr. bepleit, dat aan
de E. N. E. T. zal gegeven worden de
lijn naar Overveen. Spreker zou het
dus niet wenschelijk vinden, dat do
geheele concessie van de Holl. Spoor
verlengd zou worden.
Men heeft nu reeds verlengd; en kn
dien tijd zijn de omstandigheden ge
wijzigd. Waarom nu zulk een buiten
gewone consideratie gebruikt tegen
de H. IJ. S. M. Men zal veel tijd la
ten verloopen en zal ten slotte hiertoe
toch moeten komen, ln het belang
van de omliggende gemeenten en in
,lat van Haarlem is, nu de onderhan
delingen met de Holl. Spoor af te bre
ken, wat betreft het lijntje naar
Overveen.
De heer VAN STYRUM zijn amen
dement toelichtende, herinnert aan
de bezwaren, wat betreft het feit, dat
het gemeentebestuur geen zeggings-
schap zou hebben over de stadslijn.
Deze bezwaren zijn nu uit den weg
geruimd. Men is nu moreel aan de
Holl. Spoor gebonden. Kunnen B. en
W. nu uitzicht openen, dat er vóór 1
Januari overeenstemming te verkrij
gen Is? Zoo ja, dan meent spr., dat
men den concessie-termijn moet ver
lengen, als B. en W. voorstellen.
De heer GRAVESTEIN merkt op,
vroeger reeds geïnformeerd te hebben
naar de verbreeding van den Zijl-
weg. Die moest wachten op de tram.
Nu is spr. er voor, ook ln het belang
van de huiseigenaars aan den Zijl-
weg de concessie te verleenen aan de
E. N. E. T. voor de lijn naar Over
veen. Daar is n:ots immoreels lai, nu
de H. IJ. S. M. blijft talmen.
De heer v. d. KAMP merkt op, dat
geen concessie kan worden verleend
aan een maatschappij, die daarom
nog niet gevraagd heeft. De E. N. E.
T. heeft enkel het voornemen te ken
ner: gegeven, die concessie-aanvraag
te zullen indienen. Dat is echter nog
niet geschied.
De heer DE BREUK meent, dat
men B. en W. en den directeur van
O. W. niet kan voorbijgaan. Daarom
verdient 't voorstel van den heer Rin
kema geen aanbeveling. De Comm.
achtte het niet gewenscht, betoogt
spr. verder, dat de Holl. Spoor een
lijntje legde, om de Overveners da
delijk naar haar station te brengen.
In antwoord op den heer Van Sty
rum, zegt spr., dat het aan de Holl.
Spoor zaJ Liggen of de kwestie voor 1
Jan. zal afgehandeld worden. De ge
meente zal zoo spoedig mogelijk wer
ken.
De heer RINKEMA betreurt het,
dat de plannen door de Holl. Spoor
in November ingediend eerst 4 1/2
maand later in de Tram comm. zijn ge
bracht. Laat men dan niet zeggen,
dat de schuld der vertraging ligt aan
de Holl. Spoor. Laat men don eenvou
dig schuld bekennen.
De brug over de Raaks wil spr.
gaarne. Die ontlast het verkeer van
de Zijlbrug. De directeur van Open
bare Werken vindt die brug niet
mooi. Spr. gelooft, dat de hrug heele-
maal niet leelijk zal zijn. Vroeger
heeft de directeur die brug gewenscht
Die krijgt men nu voor niets. Overi
gens vestigt spr. er de aandacht op,
dat de in er Tramcommissie geen
overeenstemming bestaat over de lijn
noord-zuid, daar twee leden, naar
spr. meent, er voor zijn niet de enke
le Lijn door de Houtstraat, doch de
krakeling te maken.
De heer THIEL merkt op, dat de
fout gemaakt ls, niet door de H. TJ
S. M., maar hoofdzakelijk door het
Gemeentebestuur, ook doer den Raad,
daar die wenschte, dat men een Jijn
kreeg, die ook in Schoten en Heem
stede kwam. Om deze fout te herstel
len en de lijn te beperken van grens
tot grens is veel tijd noodig geweest
maar dat was niet de schuld dei
Hoil. Spoor. Daarom ls het niet ge
wenscht, den termijn aan de HolJ.
Spoor te krap toe te meten.
De heer LOOSJES verwondert zich
over een onjuistheid van den heer
Thiel, daar men dat niet van hem ge
wend is. Maar een feit is, dat toen de
concessie aan den heer Grippeling
.werd gegeven, de Ham naar Leiden
niet in handen der Holl. Spoor was.
Overigens is spr. het eens met den
lieer Modoo, wanneer hij den termijn
wil veranderen in 1 Januari. Op het
oogenblik voldoet het paardentram-
metje heel aardig aan de behoefte. De
verschuiving van den termijn zal niet
veel schade berokkenen, daar de di
rectie van de E. N. E. T. binnen den
tijd klaar meent te kunnen komen.
De heer DE BRAAL is het in 't al
gemeen wel met het standpunt van B.
en W. eensmaar merkt op, dat de
heer Thiel de bestaande bezwaren
niet heeft wee kunnen redeneeren.
De heer TJËENK WILLINK meent,
dat er van een moreele verplichting
geen sprake is, waar de concessie,
waarover het nu gaat, iets geheel an
ders is, dan die aan den heer Grip
peling gegeven is. Aan de E. N. E. T.
kan dus wel degelijk de lijn naar
Overveen gegeven worden.
De heer KLEYNENBERG begrijpt
van deze laatste redeneering niet
veel.
Wanneer nuen eerlijk handelt, moet
men eigen fouten erkennen en de con
cessie verlengen.
De heer MODOO wijzigt, ingevolge
't verzoek van den heer Loosjes, den
termijn in zijn voorstel in 1 Januari
1910.
De heer HULSWIT wijzigt even
eens den termijn irn dien van 1 Jan.
1910 met de bijvoeging dat als op dien
termijn geen overeenstemming ver
kregen is, alle anderhandelingen wor
den afgebroken.
De hoer THIEL *ou voor geen geld
de redeneering van den heer Tjeenk
Willink overnemen. Het gaat niet
aan de Holl. Spoor af te nemen de
lijn naar Overveen, omdat de lijn
NoordZuid is Ingetrokken. Want
dit laatste is geschied op... verzoek
der gemeente.
De VOORZ. sluit zich aan bij het
moreele standpunt van de heeren
Thiel en Kleijnenberg en bestrijdt, 1
dat in het laatste stadium de zaken
door het Gemeentebestuur vertraagd
zijn.
De heer VAN STYRUM trekt *ljn
amendement in.
De heer RINKEMA trekt «ijn voor
stel Ln, na de verzekering van den
heer DE BREUK, dat dezelfde wijze
van handelen zal gevolgd worden, als
spr. wenscht ook zonder aanneming
van zijn voorstel.
Het ameudement-M O DOO wordt
verworpen.
Voor de heeren WeLsenaar, Las
schuit, Gravesteim, Loosjes, de Braai
Seignette, de Breuk, Willink, van de
Kamp en Modoo.
Het amendement-Hulswit wordt
zonder stemming goedgekeurd en
daarna het geamendeerde voorstel
van B. en W.
PUNT 8.
B. en W. achten hot wenschelijk,
dat door don Raad bepalingen wor
den gemaakt tot hot verleenen van
eervol ontslag aan ambtenaren en be
dienden in vusion dienst der gemeen
te, wanneer zij een zekeren leeftijd be
reikt hebben.
Het voorstel van B. en W. luidt
Omslag wordt verleend aan amb
tenaren en bedienden met het einde
van het kalenderjaar, waarin zij hun
65e levensjaar hebben volbracht.
Met afwijking daarvan kan, tel
kens voor ten hoogste één jaar, ten
aanzien van door den Raad benoem
den door den Raad, ten aanzien van
do overigen door B. en W., wor
den besloten een ambtenaar of be
diende nog na het gestelde tijdstip in
functie te laten, doch niet langer dan
tot het einde van het kalenderjaar,
waarin het 70ste levensjaar is vol
bracht.
De verordening ls niet van toepas
sing op ambtenaren en bedienden
ten aanzien van wie de wet het ont
slag aan anderen dan den Raad op
draagt en ten aanzien van wie de
wet het ontslag aan den Raad, doch
de voordracht tot ontslag aan ande
ren opdraagt.
De verordening is niet van toepas
sing op gemeente-werklieden, wijl
voor hen reeds bepalingen zijn getrof
fen in hel werklieden-reglement. Voor
ambtenaren wier benoeming en ont
slag aan B. en W. of aan den Burge
meester Is opgedragen, zal een ge
lijke regeling worden getroffen B
en W. stellen zich voor bij ambtena
ren door den Rand op voordracht van
M. en W. te ontslaan hetzelfde be
ginsel toe te passen, tenzij bijzonde-
e omstandigheden zulks ongewenscht
maken.
De ambtenaren of bedienden, die bïi
Het in werking treden van deze ver
ordening reeds den 70-jarigen leeftijd
hebben volbracht, worden ontslagen
met het einde van het looj^ende kalen
derjaar.
Wordt aangehouden.
PUNT 9.
Door samenvoeging van klassen
aan school no. 11, kunnen daar twee
ouderwijzere gemist worden. B. en
W. stellen derhalve voor de heeren
A. Beernink en W. J. de Koe eervol
ontslag te verleenen.
Wordt aangehouden.
PUNT 10.
B. en W. stellen voor, het school
gebouw aan de Jacobijnestraat te
\erbouwen, om daarin te kunnen
huisvesten de H. B. S. met 3-jarigen
cursus en daaraan verbonden Han
delsschool met 2-jarigen cursus.
Verder stellen B. en W. voor, tot
verplaatsing van de Burgeravond
school naar het gebouw in de Jacobij
nestraat le besluiten met ingang van
1 September, of zooveel later ais 't ge
bouw gereed is.
De kosten van den verbouw worden
geraamd op 68000, waaronder ech
ter niet begrepen zijn, die, voor het
aanschaffen of aanvullen van meube
len, leermiddelen, kachels en lam
pen.
Dit punt wordt aangehouden.
PUNT 11.
B. en W. stellen op advies der Ge
zondheidscommissie voor de percee-
len Rozenstraat 51 S, T, U, V en W
onbewoonbaar te verklaren en de ont
ruiming binnen drie maanden te ge
lasten.
Aldus wordt besloten..
PUNT 12.
B. en W. stellen voor, de aan de
Regenten van het Gereformeerde
weeshuis verleende vergunning tot't
gebruik van twee schoollokalen der
houten hulpschool aan de Van Zom-
pelstraat, ten dienste van de wees-
li uissc hooi, te verlengen tot weder-
opzeggens, doch uiterlijk tot 30 April
1910.
Wordt goedgekeurd.
PUNT 13.
Ter voorziening ln de vacature in
do commissie van toezicht op 't Lager
Onderwijs, ontstaan door 't ontslag
nemen van Dr. VV. G. Huet, is'de vol
gende voordracht opgemaakt1. Joost
Sipkes, 2. Dr. A. A. G. Land.
Benoemd wordt de heer Sipkes.
PUNT 14.
Ter voorziening in een plaats in de
Commissie C tot wering van school
verzuim, opengevallen door het be
danken van den heer W. P. J. Over-
meei, met 1 Maart, is door B. en W.
de volgende voordracht opgemaakt
lo J. H. Visser, Groote Houtstraat 24,
2o. F. H. Smit, Groote Houtstraat 69.
Benoemd wordt de heer Visser.
PUNT 15.
In de plaats van den onderwijzer
aan de school No. 7, F. J. A. van
Ghert. benoemd aan de derde Burger
school, etellen B. en W. voor te be
noemen een der volgende onderwij
zeressen
1. Mej. T. Heuvel, te Haarlem
2. Mej. Th. M. Kemna, te Heem»
stede
3 Mej M L. Konijn, te Haarlem.
Benoemd wordt mej. Heuvel.
Te 6 .iur 10 minuten wordt daarop
de vergadering gesloten.
Stoomvaartberichten
Het st. Wilis, van Java naar Rot
terdam, vertrok 13 April van Tanger.
Het st. Kawi, van Rotterdam naar
Java, vertrok 14 April von Suez.
Het st. Ambon vertrok 14 April v.
Amsterdam naar Hamburg.
Het st. Rhipous, van Amsterdam ea
Liverpool naar Java, passeerde 12
April Gibraltar.
Het st. Lutzow, van Rotterdam naar
Japan, vertrok 13 April van Sout
hampton.
Het st. Amsteldijk, van Rotterdam
naar Newport News en Baltimore,
passeerde 14 April, des v.in. 1 uur
Dover.
Hei st. Süxloro, van Rotterdam n.
Java, vertrok 13 April van Sout
hampton.
Hei si. Pyrrhus arriveerde 10 April
van Amsterdam te Batavia.
Het st. DerHlinger, van Rotterdam
naar Japan, arriveerde 10 Maart te
Colombo.
FAILLISSEMENTEN.
Uitgesproken:
Maastricht, 8 ApriL G. Quaedvlieg,
meubelmaker en winkelier, te V ai keu
burg (L.j, Recbtar-commissans: jhr.
mr. G. Testa. Curator: nir. H. Pou-
lussen.
J. Lurmans Hermans, te Vaal».
Rechter-commissaris: mr. Eug. Du-
mouiiu. Curator: mr. M. L. G. Schous.
's-Graveuhuge, 13 April. A. Bobbe,
handelaar m oude gummi en meta
len. Rechter-Conuuissaris: mr. H. A.
van Rees. Curator: mr. L. V. van
Rossom.
G. Boon Bzn., koopman en han
delaar in brandstoffen, aldaar. 1L-
üoimuissaris: uir. J. G. Gratoma. Cu
rator: mr. J. C. van der Burcht van
Lichtenbergh.
B. Krnegje, handelaar in oude
gummi en metalen, aldaar. Rechter
commissaris mr. H. A. van Rees. Cu
rator nir. L. V. van Rossem.
J. J. Mesker, aldaar. Rechter
commissaris: mr. A. E. Croockewit,
Curator: mr. J. J. Bergsma.
1. A. Salomons, koopman, te Lel
den. Reeüter-Coinmissaris mr. P. Pol-
vliet. Curator: mr. J. Draaijer.
Amsterdam, 13 April. D. Ricardo,
handelsagent, aldaar. Rechter-Cora-
tnissaris mr. I. H. Hij mans, Curator:
mr. J. A. van Thiel.
P. K. A. M. Wap, «onder be
roep, te Hilversum. Rechter-commis
saris: mr. I. H. Hij mans, Curator:
mr. H. J. Bieder lack.
Geëindigd:
C. Mus Pzn., kippenhouder, te
Apeldoorn.
A. Verbeek, te 's-Gravenhage.
T. Hoving, te Valthermond.
H. Vercoutoren, koopman, tb Oost
burg.
NOG BETER.
Patroon't Is toch eigenaardig
met julliezoo gauw de klok tien
slaat, leggen jullie de pen neer, al
was het midden in een woord.
Klerk Neem me niet kwalijk, mijn.
heer, maar als we zoo dicht bij tie
nen zijn, beginnen we geen nieuw
woord meer.
DE GEEST DES TIJDS.
BezoeksterMaar waarom is je
keukenmeid toch zoo op stel en sprong
vertrokken, liefste?
Vrouw des huizes Er was voor
haar rijwiel geen andere plaats dan
in ons kolenhok, en ze meende, dal
het daar veel te vochtig stond
AANMOEDIGING.
Bedelaar (tot een heer, die hem een
cent geeft) Geef me als 't u blieft een
kleinigheid er bij. U moet denken,
dat ik uog maar een beginner ben
en wel een beetje aanmoediging noo
dig heb.
GOEDKOOP PAKPAPIER.
Slagersvrouw Man, ons pakpapiea
raakt op.
Slager Ja, dan moeten we onze ad
vertentie nog maar eens plaatsen
„Met het doel een gelukkig huwe
lijk Le sluiien, wenscht een vermogen
de dame kennismaking met een let
terkundige.
Talentproevein gewenscht."
Dan krijgon we weer voor een
jaar voorraad.
BETAALD GEZET.
Dilettant Willen wij samen een
blijspel schrijven
Beroemde blij spel schrij ver Het is
niet goed een paard met een ezel ln
te spannen.
DUlettant: Hoe durft u het wagen,
mij met een paard te vergelijken I
EEN EERLIJKE DIENSTBODE.
Een dienstmeisje vond eens in de
kamer van m* vrouw een geldstuk van
5 francs. Zij geeft het terug aan me
vrouw, die tot haar zegtHet is goed,
gij moogt het houden voor uwe eer
lijkheid.
Een tijdje later had mevrouw weer
een geldstuk verloren. Dezen keer
van 20 Lr. Zij vraagt daarom aan Ma.
rie of zij geen gekistuk van 20 fr.
heeft gevonden.
Jawel, antwoordde Marie, maar
ik heb het gehouden... voor mijn eer
lij kheid.
UIT EEN BRIEF.
Ik voel me genoodzaakt, waarde
vriend, mijn brief te eindigen, want
ik heb zulke koude voeten, dat ik mijn
pen niet meer kan vasthouden.