HAARLEM'S DAGBLAD. 'nvEEDS..lü^-..
haarlemsche
Handeisvereeniging
Goedgek. bij Kon. Besl. vaui- Nov. 1899.
De Haarlemsche Handeisvereeni
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft in den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls met groot
succès. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereeni-
ging toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om ten minste te laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
dat de Haarlemsche Handeisvereeni
ging steeds opneemt, ais doende, wat
bare hand vmdt om te doen.
De voordeelen, die de Vereenigimg
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe jaarlijksche
contributie van f 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handeisvereeni
ging bemoeit zich In de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en informatièn voor hen in te
winnen. Bovendien hebben de loden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur dei' Vereeniging te vragen,
die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
Het blijkt in den laatster» tijd dat
men deze belangrijke voordeelen be
gint to waardeeren want sedert Nlel
meldden zich 67 nieuwe leden aan.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaar
(van 1 November tot en met 3U April)
ad f 1.75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de beeren Mrs. Th. de
lijsten van wanbetalers angeschon-1
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, neclames
of wat ook, moeten worden geadres
seerd aan het bureau, dat geopend
is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur
en 's namiddags van 2 tot 4 uur,
waar dan ook verdere inlichtingen
zijn te bekomen.
Nieuwe leden voor 1909/10 kunnen
nu reeds tot de vereeniging toetreden
en genieten alsdan tot 1 Mei e.k. alle
voorrechten als een gewoon lid.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V., toch van haar Infor
matièn kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
informatièn door haar worden ver
strekt, en dat voor informatièn op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
Esperanto.
EEN STUKJE SPRAAKLEER.
IL
De persoonlijke vocmaamwoorden
zijn:
Enkelvoud
le persoon mi ik, mij.,
vi gij, u
i li - hij, hem
si zij, haar;
i gi het. oni men.
Meervoud;
le persoon ni wij
2e vi gij, Uf
3e ili zij.
Het wederkeerig voornaamwoord
zich wordt vertaald door si.
De bezittelijke voorn.woorden wor
den gevormd van de pers. voorn. w.
door achtervoeging van a, mia via
lia sia g ia nia ilia.
jmijn boek mia libro, zijn vader
lia patro.
Esperanto en bet Onderwijs.
in een dor laatste Esperanto-Bul-
betiins lezen we.
De vereen ig.ng tor vereenvoudiging
van het onderwijs mocht wel als eer
ste artikel in haar programma
schrijven: „de afschaffing dei- Duit-
Haan Hugénholtz en A. H. J. Merens, scbé, Fransche en Engelsche talen als
Spaarne 94, alhier, die voor de leden verplichte
eiken werkdag van 24 uur des na
middags zijn le spreken.
Hel bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jausweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pet. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van inforniuliën naar
builen de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
vijf cents porto-vergoeding. Informa
tièn naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
.Pretentiën op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor porto
vergoeding is toegévoegd.
Ruim 1748 informatièn en rechts
geleerde adviezen werden in het af-
geloopen jaar gegeven.
In Februari en Maart 1909 zijn 58
vorderingen tot een bedrag van
1249.26 betaald; 14 vorderingen wor
den afbetaald; 19 vorderingen zijn
uitgesteld.
Volgens art. 7 dient het geheim der
leervakken is wensche-
iijii.; men make de studie dezer talen
tot cursusvakken, slechts in de hoog-
s-ue klassen aan diegenen onderwezen,
die durect belang hebben bij de ken
nis diezer talen of uit litterair
oogpunt deze studie ter hand willen
nemen. Welk een verademing, wat
een vereenvoudiging zou dat zijn.
Laat ons het onder'wijs toch vereen
voudigen en hierop aansturen, dat
men zich bui/ten de grenzen van zijn
vaderland overal met één gemeen
schappelijke neutrale hulptaal ver
staanbaar kan maken en laten we
daartoe die hulptaal uitkiezen, die
bewijzen to over geleverd heeft, prac-
tisch cai eenvoudig te zijn, die taal,
die binnen het bevattingsvermogen
van ieder middelmatig verstand ligt,
die taal, die reeds op zoo menige
school in Amerika, Engeland, Frank
rijk, België, Duitschland, Zwitser
land en Denemarken onderwezen
wordt, namelijk liet Esperanto.
ren, dan is het ons aller plicht en van
die der onderwijzers en onderwijze
ressen in het bijzonder, nu reeds ter
bereiking van dat doel die taal zelf te
gaan loeren. Men vreoze niet, dat het
met Esp. zou kunnen gaan als met die
150 andere systemen, die sedert de
16e eeuw gevormd zijn en die allen
vroeger of later te niet gingen, ten
gevolge van onlogische constructie of
gebrek aan eenvoud. De fouten door
vroegere taalscheppers begaan, heeft
Dr. Zamenhof, de stichter van het Es
perauto vermeden.
De levensvatbaarheid van deze hulp
taal is dan ook een onbetwistbaar
feit; men denke maar eens aan de
tienduizenden, die zich in de 80 ver
schillende landen, waar het Esp. be
oefend wordt, met hun buitenland-
sche broeders en zusters van dez» taal
bedienen.
Het aantal tijdschriften, couranten
en vakbladen neemt voortdurend toe;
een speciaal door en voor onderwij
zers opgericht orgaan, waarvan Dr.
Boirac, rector aan het gymnasium te
Lyon en Dr. Cart, professor aan de
Universiteit te Parijs de redacteuren
zijn, de Pedagogia Revuo, geeft aan
onderwijzers de gelegenheid om in de
door allen begrepen taal met confra
ters uit alle oorden der wereld van
gedachte te wisselen, zoodat zij daar
toe niet langer de hulp behoeven in
te roepen van een levende taal, in
welke de meeste menschen, na jaren
lang hoofdbreken, zich toch nog maar
zeer gebrekkig kunnen uitdrukken.
N.B. Zoo voeren wij o.a. correspon
dentie met Mejuffr. Julie Supichovd,
onderwijzeres te Cerveny Bohemen
en met de HeerenM. Harada te
Koisikaua Japan. Max Rothe on
derwijzer te Buchholz Saksen.
Alois Halamasek, Unter Phemenau,
Neder-Oostenrijk, en Petro Soko-
lov te Narva Rusland.
De Haaxl. Esp groep heeft van Z. E.
dien Min. van B. Z. vergunning ont
vangen gebruik te mogen maken van
om ze den een en of anderen schouw
burgdirecteur onder do oogen te du
wen. Jongmaatjes in de journalistiek
plakken erbarmelijke tooneeltjes aan.
een en spiegelen zich voor, eerlang
met stukken voor den dag te komen,
die htm minstens evenveel zullen op
brengen als „Cyrano de Bergerac"
het Edmond Rostand en eenige sfe
ren lager „Madame Sans-Gène"
het Victorien Sardou heeft gedaan.
Ah I les xèves 1 Oh I les désiLlusione
Romans, gedichten? wie koopen er
nog romans en gedichten Neem
zelfs den meestgelezen roman wat
brengt die nog op in vergelijking met
het tooneelstuk, dat opgevoerd wordt,
„gaat", in trek is, zijn honderdsteen
nog-veel-meer-ste voorstelling be
leeft, en allerwegen voor de auteurs
rechten beschermd wordt door de
duchtige en machtige „Sociétó des
auteurs et compositeurs dramati-
ques"
Daarbij komt nog, dat het succes
van een tooneelstuk door den auteur
ook zienderoogeu genoten kan wor
den. De romanlezer blijft gewoonlijk
\erborgen voor hot oog van den
schrijver. Doch de dramaturg „on vo
gue" kan een gansch publiek, een
heele zaal vol, in opgetogenheid zien
applaudisseeren.
Geen wonder, dat bijna elke Iottor-
kundige te Parijs zijn oogen en zijn
denkingen tooneelwaarts richt. Op 't
tooneel kan hij zijn onmiddellijkst
waarneembaar en meest voordeel ge
vend succes hebben. Geen wonder, dat
ook talentloozen wie kent er zich
zelf? het ondernemen, voor „de
planken" te schrijven, voor de opvoe
ring van hun eersteiings- en zelfs la
ter werk gaarne geld over hebben,
hopende geleiuolj nerwij ze het pu
bliek, de criliek en Yrouw Fortuna
voor zich te winnen. Geen wonder,
dat, op een paar uitzonderingen na,
alle tooneel recensenten zeiven ook
tooneedschrijvers zijn.
Geen wunder, dat er tusschen cri-
bedoel alle volkeren). Hij loopt over
de verschillende landen, zoo niet
meer de straat op. Hij is noch het
speciale voortbrengsel noch het ken
merk een er natie. Doch hij is ais een
zeldzame plant, die, op verschillende
wijzen in vele landen gekweekt, in
zekere serres een geheel specialen en
superieuren graad van cultuur be-
reiüt. Krachtiger hier, is de plant
sierlijker daar. Nu steekt ze tallooze
twijgen uit, strenge load en dichtbe
groeid als lianen dan weêr ontluikt
ze, aam den top van een sierlijken
stengel, In oen bloem van fijnen
geur.
De Engelsche humor, da Duitsche
scherte, de Amerikaansche excentrici
teit, de Italia arische fijnheid, zijn
geest verschillende vormen van
geest doch, oven min als de Fran-
sche geest, zijn deze wijzen van geest
de Geest, met sen groote G, de abso
lute geest, mag ik wel zeggen.
Dusoneindige verscheidenheden
van geest, naar dc cultuur van de
plant a den grond, die haar voedt.
Doch men zal mij wel toestaan te zeg
gen, dat, evenals zulks het geval is
met zekere voorwerpen van kunst,
dio oen speciale graoelijkheid verkrij
gen tusschen de Fransche handen,
die ze vervaardigen, de goest een bij
zondere afwerking en beschaving ver
krijgt, als hij in Frankrijk ter hand
wordt genomen. Sterne, lien ik zoo
even aanhaaJdo, heeft veel geest,
maar Rivarol, die zijns gelijke niet is,
zou hem soms de loef afstoken.
De geniale bitterheid van Swift
gaat in den menschenhaat niet ver
der dan, met een enkel woord, de ver
ve van Chamfort, die niets anders is
dan een man van geest."
Et voila! De Parijsche geest bestaat
in alle wezenlijkheid. Des te beter.
Maar en ziehier de keerzijde van
de medaille die Parijsche geest is,
om In hamdielstermen te spreken,
zoo'n uiterst gewild artikel, dat er al
te veel aam wordt opgeofferd. Vindt
dat dit of dat tooneelstuk van me-
PARIJSCHE BRIEVEN
LXXX.
Nergens op aarde worden er zoo-
Lettercn heeft doem geboren wor
den.
Ik geloof wel, dat het Fransche ras
van nature de meeste vaardigheid
bezit om een tooneel werk ineen te
- ,- zetten, liet heeft daartoe do moeste
veel tooneelstukkon geschreven als levendigheid van geest, liet snelste
te Parijs. Gefabriceerd, mag ik wei bevattingsvermogen, den grootsten
zeggen, ik, die soms hunker naar hetafkoer van verveling en den besten
bijwonen van de opvoering van een conversatievorm, gangmaker van den
Wij leven nu nog in èen overgangs- j Wij zijn nu, althans
tijd; algemeele, directe afschaffing
van de verplichte studio dier moderne
talen zou nu nog niet wenschelijk
zijn, doch zoo we maar doordrongen
zijn van liet groote voordeel, dat één
internationale hulptaal zou opleve-
tici en gecritiseerdeu een soort van - -
vrijmetselarij bestaat, om elkander Zus of Zoo nogal onbeduidend
zooveel mogelijk te sparen. Chacun wat het innerlijke betreft, en be-
son tour, n'est-ce pas Geen wonder I grijpt ge niet goed, dat het ding niet-
ei gen lijk en eindelijk, dat juist de temiim veel succes heeft? Eilievo on-
—„JUduchtigheid der organisatie vso ito wetende, hst rtuk J3 doorspitroot
«at der totalen der Rij Meetschaal gezegden, on die „doen 't
tot het houden van cursussen stand in de republiek der Fransche m dlb gezegden hebben wel is waar
bitter weinig met do karakterteeke-
ning en het dramatisch verloop te
maken maar ze „pakken" op de
gegeven oogenblikken.
Sedert een paar tientallen jaren
vraagt het groote publiek te Parijs
niet moer dan dat. Nu en dan, zoo
dikwijls mogelijk, aangenaam verrast
te worden door gezegden van spran
kelend vernuft... moin Lcibchöai, was
wiilst du noch mehr? Het noodlottige
van het geval is, dat, door een soort
van wisselwerking, niet weinig dra
maturgen vam beteeken is zich geens
zins ontzien, mim of meer te voldoen
aan liet verlangen van het groote pu
bliek om wat „esprit parisien", ook
te onpas, uit te stallen. Br is vraag
naar die „hors d'oeuvro". Het aanbod
is daaraan geëvewedigö.
Zoo gebeurt het vaak, dat ge u bij
wijlen kostelijk amuseert tijdens de
opvoering van een tooneelstuk, in
welks dramatisch kader ge allerminst
opzettelijke uitingen van geest ver
wacht. Malle indruk... Een paar uur
daarna zijt gij de iutrige van het stuk
vergeten. De geestighoden blijven u
iets langen' bij. Vreemd geval! De Pa
rijsche geest moet toch wel iets bijzon
ders zijn...
Ende desespereert niet
Want al moge de meerderheid van
de tegenwoordige Fransche tooneel-
schrijvers zich weinig bekommeren
nieuw stuk, dat tevens een goéd stuk
is, goed niet slechts in den techni-
schen zin van het woord.
In Voltaire's „Candide" vraagt de
titelfiguur aan den geestelijke
Hoeveel tooneelstukken zijn ei-
in Frankrijk
Vijf- zesduizend.
Dat is veel 1 Hoeveel goede zijn
er bij V
Vijftien of zestien.
Dat is veel.
Sedert is het aantal tooneelstukken
tooneekiialoog. Doch juist die eigen
schappen, door geboorterecht verkre
gen en niet moeizaam verworven,
„par droit de conquète", gevoegd bij
hot, met de voordeelighedd der too-
ne>ölschrijverij samengaand mercan
tilisme juist die omstandigheden
zijn oorzaak, dat er maar hoogst zel
den met den noodigen ernst aan een
tooneelstuk wordt gearbeid.
„Le grand souffle" ontbreekt maar
al te vaak. En al wie zich den tijd
gunt om den vloed der dramatische
werkon in onze dagen te doorworste-
in Frankrijk meer dan vertienvou-
cLigd, vei'-ik-weei-met-hoeveel-voudigd len, zal moeten constateeren, dal ge-
YTuagt men echter naai' het aantalmiddeld de kwaliteit evenzeer af-, als
goede tooneel werken dan kan, ais kwantiteit toeneemt. Op de weder-
men tenminste bovenomschreven ver- opstanding noch van een Corneille,
houdin«* in Candide's lijd als maatstaf nt>ch van een Molière, noch zelfs van
ueeml. liot wederwoord op hel be- "f. Racmo, beslaat voor bet
scheid niet meer luiden„Dat is
j veel."
om dé innerlijke waarde van huaf
stukken en zich tevreden stellen met
den guihartigen bijval van de naar
lichte verstrooiing hakende groote
massa, er zijn nog wel enkele jonge
Fransche dramaturgen, zooals Hen
ry Bataille en René Fauchois die huD
données hooger grijpen en een groot-
scher doel nastreven.
Wellicht komt er ook eerlang een
kentering in den smaak van het
groote publiek, dat toch te allen tijde,
zoodra het voor een inderdaad groot
werk stond men denke slechts aan
„Cyrano de Bergerac" als bij too-
verslag van een zuiver appreciatïever-
rnogeai blijken vermocht te geven. Het
zeer groote succes van het in 1907 op
gerichte Théatre des Arts, dat, ander
leidiing van den hoogstkundigen vi-
com-te Robert d'Humières, meester
werken van buiteaiiandsche schrijvers
vertaald, en keurwerken van jonge,
talentvolle landgenooten opvoert,
schijnt mij eén aanwijzing in die rich
ting te zijn.
OTTO KNAAP.
Stadsnieuws
I blik de minste kans.
het teeken dei' tooneelschrijverij. Ro
mans en gedichten wijken op schrik
barende wijze voor tooneelstukken.
Er is hier bijkans geen enkele jonge
litterator, die niet een of meer
„oeuvres dramatiques" in portefeuil
le heeft en een gelegenheid afwacht
En „l'esprit parisien" dan, de veed-
tp Piirii* in g61'06»1^ Fransche „a plus forte rai-
J ison" Parijsche geest Siert die niet
menig tooneelwerk van Franschen
bodem
Daar zit 'm juist de kneep 1 Een
dei' knepen althans.
Jules Claretie schreef eens
„Zeker, de geest, evenals de dwaas
heid, behoort de gansche wereld (ik
Haarlemmer dalletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Toen in deze courant indertijd een
plaat weixl afgedrukt, die gelden kon
ais critioK op Haarlemsche huzaren,
dio inpluats van de orde te helpen be
waren, die zeLf verstoorden, vernam
daarop kort de administratie, dat
men in de cavalerie cantine de cou
rant niet langer wenschte te lezen.
De zwakke zenuwen van do man
schappen waren klaarblijkelijk ge
schokt, men mocht 's lands verdedi
gers niet aan verdere emotie bloot
stellen. Eu wellicht ook was men van
oordeel, dat het afbeelden van voch
tende huzaren bol navolging zou kun.
non prikkelen. Zien eten doet eten
zien vechten doet vechten.
Dit is jaren geleden en onze redac
tie, natuurlijk hevig geschrokken
van de omstandigheid, dut de canti
ne van de cavaJeriekazerne hare be
schouwingen niet meer bovat, heeft
geen verdere plaatjes van dien aard
meer gegeven. En toch heeft het vech
ten van huzaren geen einde genomen.
In de courant van Maandag nog
wordt verhaald, boe sommigen in
dronkenschap aan 't bakkeleien zijn
getrokken.
Misscliien mogen wij er nu wel met
gepaste bescheidenheid op wijzen,
dal het weren van onze courant uit
de cantine niet de gewenschte uitwer
king heeft gehad. De mannen vechten
waarlijk nog 1 Zou een verscherping
van straffen misschien niet meer af
doend werkon Ik vraag dat in 't be
lang van de burgerij en in dat van de
politie, die haar handen met twist
zoekers in fantasiepakjes vol genoeg
beeft, om er geen in uniform bij le
verlangen.
Want a' kan ik de zon wel in 't wa
ter zien schijnen, orde moet er we
zen. En het is dan ook zeker niet om
verstoring van die orde to doen, wan
neer do menschen er op aandringen,
dat bij do eerstvolgende viering van
do geboorte van prinses Juliana, op
18 dezer, de koffiehuizen niet zoo pre
cies te twaalf uur gesloten worden,
maar wat langer openblijven.
Kunnen de feestvierders dan niet
genoeg drinken tot middernacht?
heb ik hooren vragen.
Daar ligt, zou ik meenen, het mid
delpunt van de quaestie niet
Wel hier, dat vele menschen niet
voor een uur of negen, tien hun werk
kunnen laten rusten, de deur sluiten
en de straat opgaan. Zijn ze een
straatje omgewandeld on in een kof
fiehuis gaan uitrusten, dan klinkt al
gauw de waarschuwende stem ven
den kellnerTwaalf uur, hee
ren! terwijl ze nog graag een uurtje
hadden wil Jen zitten.
Maar meer nog dan dat is 't een
verlangen naar wat meer persoonlij
ke vrijheid op een buitengewonen
dag.
Nogmaalsorde moet er zijn. Maar
ietwat meer vrijheid laten behoeft
geen wanorde te beteekenen. 't Is
niet plezierig, wanneer de politie op
zoo'n feestdag je beduidt, dat je de
feeststemming nu maar in den zak
steken en naar buis gaan moet
Aan wie dat niet begrijpen, zou ik
willen vragen, wat ze zouden zeggen,
indien de agent van politie aan hun
deur kwam bellen en zei „Compli
ment en u moet nu dadelijk met de
feestvreugde beginnen."
Zouden ze niet antwoorden: „dank
voor de boodschap, maar dat zal ik
zelf wei beslissen I"
Zoo is 't nu ongeveer ook met het
eindigen van de pret.
Op gewone dagen alles te midder
nacht dicht. Best
Maar op extra dagen (er zijn er
hoogstens twee of drie in een jaar') de
teugels wat losser
Deze beschouwing wo-rde met ge-
pasten eerbied aan den waarnemend
burgemeester aangeboden.
Te meer, omdat gevaarlijke lieden,
die onlangs in .onze stad rondzwier
ven, op dit oogenblik niet meer aan
wezig zijnik bedoel de menschen,
die een boekje verspreidden onder
den titel de practische anar
chist, waarin een heele reeks reecp-
ten werd gegeven voor het vervaardi
gen van allerlei helsche machines. De
justitie, die dergelijke moorddadige
lectuur terecht niet verkoos te dulden,
heeft ingegrepen en een van de ver
spreidere heeft het maar nuttiger ge
vonden om heen te gaan, een besluit,
dat ongetwijfeld onze eenparige toe
juiching verdient.
Het is trouwens de vraag, of het sa
menstellen van deze moordwerktui
gen wel zoo gemakkelijk zou zijn ge
gaan, als dat uit het boekje wed op
te maken was. Van recepten weten de
meeste menschen alles af. Neem zoo
veel van dat en zooveel van nog wat
anders, behandel het zus en zoo
jawel, maar het resultaat is dan dik
wijls nog heel anders, dan het kook
boek voorspiegelt. Later wanneer een
jonge huisvrouw niet meer slaafs ge
ketend is aan haar kookboek, maar
van de kookkunst zelf algemeene be
grippen opgedaan heeft, merkt ze wel
wat er aan haperde. Het water was
te heet of te koud, er was te veel of
te weinig, ar ontbrak iets niet aan
het recept, maar aan de uitlegkujist
van de kookster.
Zoo ontbreekt er tegenwoordig iets
aan het geluk van menige huisvrouw.
Nu de dienstboden schaars zijn en dus
moeilijk te krijgen, zou menige huis
moeder het wel zonder willen gtel
len, alleen met een hulp voor een
paar uur daags, wanneer hot bezwaar
van 't dagolijksch eten koken cr niet
was. Dalzelfde werd bijvoorbeeld m
den Haag aj lang gevoeld en daar is
een coöperatieve keuken opgericht,
onder leiding van een vroegere stad-
genoote, die destijds ook aan de
kookschool tiaar krachten heeft ge
wijd, namelijk mevrouw Feikema.
Er zijn al meer dan een paarhondord
vaste klanten. Datzelfde wordt nu
ook in Haarlem voorbereid. Als de
zaak wat verder is, zal de belangstel
lende lezeres er in Haarlem's Dag
blad wel meer van lezen.
Vroeger was de slacht aan huls,
jaren later deed de huisvrouw zelf de
wasch of liet die althans aan huis
doen gaan we den tijd tegemoet, dat
ook het koken buitenshuis geschieden
zal en aan de huizen geen keuken
meer zaj warden gebouwd?
Onmogelijk is het zeker niet. Wan
neer onze grootmoeders hadden ver
nomen, dat iemand trouwen kon zon
der een heeleboel stuks linnen goed,
dan zouden ze er niet aan geloofd
hebben. Toch is bet bewaarheid, want
de mensclien hechten tegenwoordig
meer aan aardige meubeltjes, dan
aan stapels linnengoed.
We kookten de mell: ook dat is
overbodig geworden, do melkinrich
tingen brengen ons die in flesschen
thuis.
Wie sticht er een coöperatieve bo-
terhammensnijderij 't Zou toch aan
beveling verdienen, wanneer de huis
vrouw ontslagen werd van het snij
den van al die boterhammen voor
hongwige jongens evengoed als de
bakker 's morgens het brood bezorgt,
kan de man van de machinale stoom-
boterhaxomensnijderij de waar bij de
STUKKEN VAN DEN RAAD
VUILVERBRANDING.
In verband met het. gisteren v«r-
melde voorstel van B. en W. inzake
den bouw van een nieuwen oven,
ontlcenen we nog het volgende aan
een bijgevoegd rapport omtrent eon
underzoek naar vuilverbranding in
verband mot de wijze van vuilafzef
door de gemeente-reiniging alhier
welk rapport gesteld is door den dn
recteur der geineentereiniging, den
heer J. P. Boerkoel.
De heer Boerkoel herinnert er aan,
dat door hem op de begrooting van
1908 werd voorgesteld over to gaan
tot het bouwen van een nieuwen
oven, doch dat op voorstel vau B. en
\Y. slechts tot herstelling van den
oven was overgegaan.
Daar lied. vuil in Engeland door de
daarin aanwezige kolenresten veel
brandbaarder is, dan dat op liet vas
teland, beeft het onderzoek in het
buitenland zich be-paaJd tot Duitsch
land en België,
Op uitvoerige wijze geeft de heer
Boerkoel een uiteenzetting van de be
studeerde inrichtingen te Hamburg,
Keulen, Wiesbaden, Brussel en Ixelee,
waarna hij overgaat, in verband met
he: aanschouwde, tot bespreking van
don toestand hier ter stede. Hij merkt
op. dat liet Beit-terrein gunstig ge
legen is on van de omwonenden gecu
klachten inkomen.
Aam het einde der gemeente gelo
gen, ruim 180 M. van het einde tier
huizen reeks aan den Harmenjims-
weg, ijn de naaste omgeving weinig
plaats latende om woningen te bou
wen, is liet terrein, doordien hot ge-
heel van water omgeven is. voor de»
afzet van meet-speciëa bijzonder gun
stig gefegeu.
Ilaarlein ligt zoodanig, dat de
schippers zoowel uit Zuid-Holland
als uit Noord-Holland komen en wel
zoo, dat zij eJkander afwisselen.
Noord-Holland neemt af van Ja
nuari tot ha f April en gebruikt uit
sluitend compost eerste soort.
Na half April komt eenige stag
natie, waardoor het noodzakelijk
wordt een hoeveelheid compost in
zonderheid tweede soort aan te ma
ken.
Einde Mei of begin Juni komen de
schippers van de andere zijde, welke
in hoofdzaak droogvuil laden eu ge
lijktijdig de aanwezige hoeveelheid
compost opruimen.
Meermalen, ja, bijna ieder jaar is
er einde Juli niets meer aanwezig en
liggen de schippers 4 A 5 dagen te
wachten eer zij aan de beurt van la
den 7. ijn.
Dit gaat in den regel door tot De-
klanten rondbrengen. Met of zonder
kaas, worst, koek of roggebrood, naar
keuze.
In onzen Raad heeft Mr. Thyssen
zich nog al warm gemaakt over de
vraag, of het noodig was, dat een
Raadslid de zaai uitgaat, wanneer de
rekening wordt behandeld van een
gemeente-instelling, waarvan hij be
stuurder is. Dat is natuurlijk in de
gemeentewet gebracht om aan de an
dere leden gelegenheid te geven hun
meening vrij uit te zeggen. Jammer
maar, dat de wetgever vergeten
heeft, dat daardoor de deskundigen
ook geen inlichtingen kunnen geven,
wanneer hun die gevraagd worden.
Ik heb wel hooren zeggen, dat de
Raausledon, die wat weten willen,
don toch vóór de vergadering inlich
tingen kunnen viragen, maar wie dat
zegt, vat niet de practijk der dingen.
Een Raadslid is op zijn kantoor meest
advocaat, fabrikant, of wat dan ook
wanneer hij goed en wel op zijn
Haadszetel zit, komen het meest de
geniale gedachten bij hem op, waar
door hij zich zoo gunstig van zijn me
deburgers onderscheidt
Overigens is de gemeentewet op dit
punt zeer beslist Wie zitten blijft,
wanneer de rekening van de door
heen bestuurde instelling behandeld
wordt, is van zijn lidmaatschap ver
vallen verklaard. Daar kan de Raad,
daar kunnen Ged. Staten, ja daar
kan, in- den letterlijken zin van het
woord, de Koning niets aan doen.
Daarom, zeggen B. en W., is het
beter den veiligen weg te volgen heit
College meent: den weg naar de deur
en vindt gelegenheid er nog een
vriendelijk woord voor de Raadsleden
aan toe te voegen, namelijk dat het
beter is, daaraan te voldoen, dan dat
men de personen verliest, die door
het vertrouwen der ingezetenen op
hun zetel zijn geplaatst.
Ik vind dit zóó keurig gezegd, dat
ik ei- heel graag nog meer woorden
aan zou wijden, wanneer ik niet ge
lezen had, dat hier een spreekcursus
zal worden gehouden. Is dat, wil ik
gevraagd hebben, nu wel noodig
Zou een zwijgcursus, in dezen veer-
sprekenden en veelbesproken tijd,
niet veel noodzakelijker wezen Juist
om op tijd te kunnen zwijgen is veel
talent en buitengewoon veel ervaring
noodig. Wie dat met mij eens zijn,
noodig ik uit zoo'n zwijgcursus te
helpen oprichten. Wat zal het heerlijk
stil en rustig wezen op zoo'n cursus,
vvat een treffende afwisseling van al
de geluiden om ons heen en de klank
van onze eigen en andermans ge
praat I
Niemand zou beter voor lid van den
Raad geschikt wezen, dan hij, die den
zwijgcursus met goed 'gevolg heeft
doorgemaakt en dien met einddiplo
ma heeft verlaten.
Van den Raad sprekende schiet
men te binnen, dat ik gehoord heb,
dat twee voorzitters van kiesvereeni-
gingen onzen vertrekkenden Secrota^
ris, Mr. Pynacker Hordijk, al op hun
lijstje hebben gezet, om hem over een
paar jaar als Raadslid te condi-
deeren.
Bij het feest van 30 April hoeft,
naar ik verneem, de secretarie van
Spaarndam niet gevlagd.
Ui't gebrek aan geestdrift? Neen.
Uit gebrek aan een vlag.
Komaan, Spaarndam, trek eens een
post op de begrooting uit voor een
vlag!
FIDELIO.