HAARLEM'S DAGBLAD. 'nvEEDS..lü^-.. haarlemsche Handeisvereeniging Goedgek. bij Kon. Besl. vaui- Nov. 1899. De Haarlemsche Handeisvereeni ging hier ter stede, opgericht 10 Mei 1892, heeft in den loop van den tijd wel haar recht van bestaan bewezen. In zeer vele gevallen, zaken van ver schillenden aard betreffende, is zij opgetreden en dikwijls met groot succès. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit te waardeeren, door als lid der Vereeni- ging toe te treden. Er zijn wel meer dan 600 leden, maar dat is niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de, ja zelfs particulieren, moesten lid worden, om ten minste te laten gevoe len, dat men het werk op prijs stelt, dat de Haarlemsche Handeisvereeni ging steeds opneemt, ais doende, wat bare hand vmdt om te doen. De voordeelen, die de Vereenigimg buiten hare bemoeiingen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groote tegenover de geringe jaarlijksche contributie van f 3.50, die gevraagd wordt. De Haarlemsche Handeisvereeni ging bemoeit zich In de eerste plaats er mede, de belangen van hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers voor hen tot betaling aan te manen en informatièn voor hen in te winnen. Bovendien hebben de loden het recht, het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur dei' Vereeniging te vragen, die ook in proceduren en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel en het bedrijf der leden. Het blijkt in den laatster» tijd dat men deze belangrijke voordeelen be gint to waardeeren want sedert Nlel meldden zich 67 nieuwe leden aan. Als proef kunnen voortaan nieuwe leden voor een half jaar worden aan genomen, doch slechts het 2e halfjaar (van 1 November tot en met 3U April) ad f 1.75 de halve contributie. Rechtsgeleerde adviseurs der Ver eeniging zijn de beeren Mrs. Th. de lijsten van wanbetalers angeschon-1 den te blijven. Alle brieven, aanvragen, neclames of wat ook, moeten worden geadres seerd aan het bureau, dat geopend is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur en 's namiddags van 2 tot 4 uur, waar dan ook verdere inlichtingen zijn te bekomen. Nieuwe leden voor 1909/10 kunnen nu reeds tot de vereeniging toetreden en genieten alsdan tot 1 Mei e.k. alle voorrechten als een gewoon lid. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen lid der H. H. V., toch van haar Infor matièn kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging informatièn door haar worden ver strekt, en dat voor informatièn op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag worden gevor derd. HET BESTUUR. Esperanto. EEN STUKJE SPRAAKLEER. IL De persoonlijke vocmaamwoorden zijn: Enkelvoud le persoon mi ik, mij., vi gij, u i li - hij, hem si zij, haar; i gi het. oni men. Meervoud; le persoon ni wij 2e vi gij, Uf 3e ili zij. Het wederkeerig voornaamwoord zich wordt vertaald door si. De bezittelijke voorn.woorden wor den gevormd van de pers. voorn. w. door achtervoeging van a, mia via lia sia g ia nia ilia. jmijn boek mia libro, zijn vader lia patro. Esperanto en bet Onderwijs. in een dor laatste Esperanto-Bul- betiins lezen we. De vereen ig.ng tor vereenvoudiging van het onderwijs mocht wel als eer ste artikel in haar programma schrijven: „de afschaffing dei- Duit- Haan Hugénholtz en A. H. J. Merens, scbé, Fransche en Engelsche talen als Spaarne 94, alhier, die voor de leden verplichte eiken werkdag van 24 uur des na middags zijn le spreken. Hel bureau der Vereeniging is ge vestigd Jausweg 11. Voor incasso's door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 5 pet. der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten te innen. De kosten van inforniuliën naar builen de stad woonachtige personen bedragen 60 ets. per informatie, plus vijf cents porto-vergoeding. Informa tièn naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. .Pretentiën op buiten de stad wo nende personen worden niet behan deld, wanneer niet 10 ets. voor porto vergoeding is toegévoegd. Ruim 1748 informatièn en rechts geleerde adviezen werden in het af- geloopen jaar gegeven. In Februari en Maart 1909 zijn 58 vorderingen tot een bedrag van 1249.26 betaald; 14 vorderingen wor den afbetaald; 19 vorderingen zijn uitgesteld. Volgens art. 7 dient het geheim der leervakken is wensche- iijii.; men make de studie dezer talen tot cursusvakken, slechts in de hoog- s-ue klassen aan diegenen onderwezen, die durect belang hebben bij de ken nis diezer talen of uit litterair oogpunt deze studie ter hand willen nemen. Welk een verademing, wat een vereenvoudiging zou dat zijn. Laat ons het onder'wijs toch vereen voudigen en hierop aansturen, dat men zich bui/ten de grenzen van zijn vaderland overal met één gemeen schappelijke neutrale hulptaal ver staanbaar kan maken en laten we daartoe die hulptaal uitkiezen, die bewijzen to over geleverd heeft, prac- tisch cai eenvoudig te zijn, die taal, die binnen het bevattingsvermogen van ieder middelmatig verstand ligt, die taal, die reeds op zoo menige school in Amerika, Engeland, Frank rijk, België, Duitschland, Zwitser land en Denemarken onderwezen wordt, namelijk liet Esperanto. ren, dan is het ons aller plicht en van die der onderwijzers en onderwijze ressen in het bijzonder, nu reeds ter bereiking van dat doel die taal zelf te gaan loeren. Men vreoze niet, dat het met Esp. zou kunnen gaan als met die 150 andere systemen, die sedert de 16e eeuw gevormd zijn en die allen vroeger of later te niet gingen, ten gevolge van onlogische constructie of gebrek aan eenvoud. De fouten door vroegere taalscheppers begaan, heeft Dr. Zamenhof, de stichter van het Es perauto vermeden. De levensvatbaarheid van deze hulp taal is dan ook een onbetwistbaar feit; men denke maar eens aan de tienduizenden, die zich in de 80 ver schillende landen, waar het Esp. be oefend wordt, met hun buitenland- sche broeders en zusters van dez» taal bedienen. Het aantal tijdschriften, couranten en vakbladen neemt voortdurend toe; een speciaal door en voor onderwij zers opgericht orgaan, waarvan Dr. Boirac, rector aan het gymnasium te Lyon en Dr. Cart, professor aan de Universiteit te Parijs de redacteuren zijn, de Pedagogia Revuo, geeft aan onderwijzers de gelegenheid om in de door allen begrepen taal met confra ters uit alle oorden der wereld van gedachte te wisselen, zoodat zij daar toe niet langer de hulp behoeven in te roepen van een levende taal, in welke de meeste menschen, na jaren lang hoofdbreken, zich toch nog maar zeer gebrekkig kunnen uitdrukken. N.B. Zoo voeren wij o.a. correspon dentie met Mejuffr. Julie Supichovd, onderwijzeres te Cerveny Bohemen en met de HeerenM. Harada te Koisikaua Japan. Max Rothe on derwijzer te Buchholz Saksen. Alois Halamasek, Unter Phemenau, Neder-Oostenrijk, en Petro Soko- lov te Narva Rusland. De Haaxl. Esp groep heeft van Z. E. dien Min. van B. Z. vergunning ont vangen gebruik te mogen maken van om ze den een en of anderen schouw burgdirecteur onder do oogen te du wen. Jongmaatjes in de journalistiek plakken erbarmelijke tooneeltjes aan. een en spiegelen zich voor, eerlang met stukken voor den dag te komen, die htm minstens evenveel zullen op brengen als „Cyrano de Bergerac" het Edmond Rostand en eenige sfe ren lager „Madame Sans-Gène" het Victorien Sardou heeft gedaan. Ah I les xèves 1 Oh I les désiLlusione Romans, gedichten? wie koopen er nog romans en gedichten Neem zelfs den meestgelezen roman wat brengt die nog op in vergelijking met het tooneelstuk, dat opgevoerd wordt, „gaat", in trek is, zijn honderdsteen nog-veel-meer-ste voorstelling be leeft, en allerwegen voor de auteurs rechten beschermd wordt door de duchtige en machtige „Sociétó des auteurs et compositeurs dramati- ques" Daarbij komt nog, dat het succes van een tooneelstuk door den auteur ook zienderoogeu genoten kan wor den. De romanlezer blijft gewoonlijk \erborgen voor hot oog van den schrijver. Doch de dramaturg „on vo gue" kan een gansch publiek, een heele zaal vol, in opgetogenheid zien applaudisseeren. Geen wonder, dat bijna elke Iottor- kundige te Parijs zijn oogen en zijn denkingen tooneelwaarts richt. Op 't tooneel kan hij zijn onmiddellijkst waarneembaar en meest voordeel ge vend succes hebben. Geen wonder, dat ook talentloozen wie kent er zich zelf? het ondernemen, voor „de planken" te schrijven, voor de opvoe ring van hun eersteiings- en zelfs la ter werk gaarne geld over hebben, hopende geleiuolj nerwij ze het pu bliek, de criliek en Yrouw Fortuna voor zich te winnen. Geen wonder, dat, op een paar uitzonderingen na, alle tooneel recensenten zeiven ook tooneedschrijvers zijn. Geen wunder, dat er tusschen cri- bedoel alle volkeren). Hij loopt over de verschillende landen, zoo niet meer de straat op. Hij is noch het speciale voortbrengsel noch het ken merk een er natie. Doch hij is ais een zeldzame plant, die, op verschillende wijzen in vele landen gekweekt, in zekere serres een geheel specialen en superieuren graad van cultuur be- reiüt. Krachtiger hier, is de plant sierlijker daar. Nu steekt ze tallooze twijgen uit, strenge load en dichtbe groeid als lianen dan weêr ontluikt ze, aam den top van een sierlijken stengel, In oen bloem van fijnen geur. De Engelsche humor, da Duitsche scherte, de Amerikaansche excentrici teit, de Italia arische fijnheid, zijn geest verschillende vormen van geest doch, oven min als de Fran- sche geest, zijn deze wijzen van geest de Geest, met sen groote G, de abso lute geest, mag ik wel zeggen. Dusoneindige verscheidenheden van geest, naar dc cultuur van de plant a den grond, die haar voedt. Doch men zal mij wel toestaan te zeg gen, dat, evenals zulks het geval is met zekere voorwerpen van kunst, dio oen speciale graoelijkheid verkrij gen tusschen de Fransche handen, die ze vervaardigen, de goest een bij zondere afwerking en beschaving ver krijgt, als hij in Frankrijk ter hand wordt genomen. Sterne, lien ik zoo even aanhaaJdo, heeft veel geest, maar Rivarol, die zijns gelijke niet is, zou hem soms de loef afstoken. De geniale bitterheid van Swift gaat in den menschenhaat niet ver der dan, met een enkel woord, de ver ve van Chamfort, die niets anders is dan een man van geest." Et voila! De Parijsche geest bestaat in alle wezenlijkheid. Des te beter. Maar en ziehier de keerzijde van de medaille die Parijsche geest is, om In hamdielstermen te spreken, zoo'n uiterst gewild artikel, dat er al te veel aam wordt opgeofferd. Vindt dat dit of dat tooneelstuk van me- PARIJSCHE BRIEVEN LXXX. Nergens op aarde worden er zoo- Lettercn heeft doem geboren wor den. Ik geloof wel, dat het Fransche ras van nature de meeste vaardigheid bezit om een tooneel werk ineen te - ,- zetten, liet heeft daartoe do moeste veel tooneelstukkon geschreven als levendigheid van geest, liet snelste te Parijs. Gefabriceerd, mag ik wei bevattingsvermogen, den grootsten zeggen, ik, die soms hunker naar hetafkoer van verveling en den besten bijwonen van de opvoering van een conversatievorm, gangmaker van den Wij leven nu nog in èen overgangs- j Wij zijn nu, althans tijd; algemeele, directe afschaffing van de verplichte studio dier moderne talen zou nu nog niet wenschelijk zijn, doch zoo we maar doordrongen zijn van liet groote voordeel, dat één internationale hulptaal zou opleve- tici en gecritiseerdeu een soort van - - vrijmetselarij bestaat, om elkander Zus of Zoo nogal onbeduidend zooveel mogelijk te sparen. Chacun wat het innerlijke betreft, en be- son tour, n'est-ce pas Geen wonder I grijpt ge niet goed, dat het ding niet- ei gen lijk en eindelijk, dat juist de temiim veel succes heeft? Eilievo on- —„JUduchtigheid der organisatie vso ito wetende, hst rtuk J3 doorspitroot «at der totalen der Rij Meetschaal gezegden, on die „doen 't tot het houden van cursussen stand in de republiek der Fransche m dlb gezegden hebben wel is waar bitter weinig met do karakterteeke- ning en het dramatisch verloop te maken maar ze „pakken" op de gegeven oogenblikken. Sedert een paar tientallen jaren vraagt het groote publiek te Parijs niet moer dan dat. Nu en dan, zoo dikwijls mogelijk, aangenaam verrast te worden door gezegden van spran kelend vernuft... moin Lcibchöai, was wiilst du noch mehr? Het noodlottige van het geval is, dat, door een soort van wisselwerking, niet weinig dra maturgen vam beteeken is zich geens zins ontzien, mim of meer te voldoen aan liet verlangen van het groote pu bliek om wat „esprit parisien", ook te onpas, uit te stallen. Br is vraag naar die „hors d'oeuvro". Het aanbod is daaraan geëvewedigö. Zoo gebeurt het vaak, dat ge u bij wijlen kostelijk amuseert tijdens de opvoering van een tooneelstuk, in welks dramatisch kader ge allerminst opzettelijke uitingen van geest ver wacht. Malle indruk... Een paar uur daarna zijt gij de iutrige van het stuk vergeten. De geestighoden blijven u iets langen' bij. Vreemd geval! De Pa rijsche geest moet toch wel iets bijzon ders zijn... Ende desespereert niet Want al moge de meerderheid van de tegenwoordige Fransche tooneel- schrijvers zich weinig bekommeren nieuw stuk, dat tevens een goéd stuk is, goed niet slechts in den techni- schen zin van het woord. In Voltaire's „Candide" vraagt de titelfiguur aan den geestelijke Hoeveel tooneelstukken zijn ei- in Frankrijk Vijf- zesduizend. Dat is veel 1 Hoeveel goede zijn er bij V Vijftien of zestien. Dat is veel. Sedert is het aantal tooneelstukken tooneekiialoog. Doch juist die eigen schappen, door geboorterecht verkre gen en niet moeizaam verworven, „par droit de conquète", gevoegd bij hot, met de voordeelighedd der too- ne>ölschrijverij samengaand mercan tilisme juist die omstandigheden zijn oorzaak, dat er maar hoogst zel den met den noodigen ernst aan een tooneelstuk wordt gearbeid. „Le grand souffle" ontbreekt maar al te vaak. En al wie zich den tijd gunt om den vloed der dramatische werkon in onze dagen te doorworste- in Frankrijk meer dan vertienvou- cLigd, vei'-ik-weei-met-hoeveel-voudigd len, zal moeten constateeren, dal ge- YTuagt men echter naai' het aantalmiddeld de kwaliteit evenzeer af-, als goede tooneel werken dan kan, ais kwantiteit toeneemt. Op de weder- men tenminste bovenomschreven ver- opstanding noch van een Corneille, houdin«* in Candide's lijd als maatstaf nt>ch van een Molière, noch zelfs van ueeml. liot wederwoord op hel be- "f. Racmo, beslaat voor bet scheid niet meer luiden„Dat is j veel." om dé innerlijke waarde van huaf stukken en zich tevreden stellen met den guihartigen bijval van de naar lichte verstrooiing hakende groote massa, er zijn nog wel enkele jonge Fransche dramaturgen, zooals Hen ry Bataille en René Fauchois die huD données hooger grijpen en een groot- scher doel nastreven. Wellicht komt er ook eerlang een kentering in den smaak van het groote publiek, dat toch te allen tijde, zoodra het voor een inderdaad groot werk stond men denke slechts aan „Cyrano de Bergerac" als bij too- verslag van een zuiver appreciatïever- rnogeai blijken vermocht te geven. Het zeer groote succes van het in 1907 op gerichte Théatre des Arts, dat, ander leidiing van den hoogstkundigen vi- com-te Robert d'Humières, meester werken van buiteaiiandsche schrijvers vertaald, en keurwerken van jonge, talentvolle landgenooten opvoert, schijnt mij eén aanwijzing in die rich ting te zijn. OTTO KNAAP. Stadsnieuws I blik de minste kans. het teeken dei' tooneelschrijverij. Ro mans en gedichten wijken op schrik barende wijze voor tooneelstukken. Er is hier bijkans geen enkele jonge litterator, die niet een of meer „oeuvres dramatiques" in portefeuil le heeft en een gelegenheid afwacht En „l'esprit parisien" dan, de veed- tp Piirii* in g61'06»1^ Fransche „a plus forte rai- J ison" Parijsche geest Siert die niet menig tooneelwerk van Franschen bodem Daar zit 'm juist de kneep 1 Een dei' knepen althans. Jules Claretie schreef eens „Zeker, de geest, evenals de dwaas heid, behoort de gansche wereld (ik Haarlemmer dalletjes EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE. Toen in deze courant indertijd een plaat weixl afgedrukt, die gelden kon ais critioK op Haarlemsche huzaren, dio inpluats van de orde te helpen be waren, die zeLf verstoorden, vernam daarop kort de administratie, dat men in de cavalerie cantine de cou rant niet langer wenschte te lezen. De zwakke zenuwen van do man schappen waren klaarblijkelijk ge schokt, men mocht 's lands verdedi gers niet aan verdere emotie bloot stellen. Eu wellicht ook was men van oordeel, dat het afbeelden van voch tende huzaren bol navolging zou kun. non prikkelen. Zien eten doet eten zien vechten doet vechten. Dit is jaren geleden en onze redac tie, natuurlijk hevig geschrokken van de omstandigheid, dut de canti ne van de cavaJeriekazerne hare be schouwingen niet meer bovat, heeft geen verdere plaatjes van dien aard meer gegeven. En toch heeft het vech ten van huzaren geen einde genomen. In de courant van Maandag nog wordt verhaald, boe sommigen in dronkenschap aan 't bakkeleien zijn getrokken. Misscliien mogen wij er nu wel met gepaste bescheidenheid op wijzen, dal het weren van onze courant uit de cantine niet de gewenschte uitwer king heeft gehad. De mannen vechten waarlijk nog 1 Zou een verscherping van straffen misschien niet meer af doend werkon Ik vraag dat in 't be lang van de burgerij en in dat van de politie, die haar handen met twist zoekers in fantasiepakjes vol genoeg beeft, om er geen in uniform bij le verlangen. Want a' kan ik de zon wel in 't wa ter zien schijnen, orde moet er we zen. En het is dan ook zeker niet om verstoring van die orde to doen, wan neer do menschen er op aandringen, dat bij do eerstvolgende viering van do geboorte van prinses Juliana, op 18 dezer, de koffiehuizen niet zoo pre cies te twaalf uur gesloten worden, maar wat langer openblijven. Kunnen de feestvierders dan niet genoeg drinken tot middernacht? heb ik hooren vragen. Daar ligt, zou ik meenen, het mid delpunt van de quaestie niet Wel hier, dat vele menschen niet voor een uur of negen, tien hun werk kunnen laten rusten, de deur sluiten en de straat opgaan. Zijn ze een straatje omgewandeld on in een kof fiehuis gaan uitrusten, dan klinkt al gauw de waarschuwende stem ven den kellnerTwaalf uur, hee ren! terwijl ze nog graag een uurtje hadden wil Jen zitten. Maar meer nog dan dat is 't een verlangen naar wat meer persoonlij ke vrijheid op een buitengewonen dag. Nogmaalsorde moet er zijn. Maar ietwat meer vrijheid laten behoeft geen wanorde te beteekenen. 't Is niet plezierig, wanneer de politie op zoo'n feestdag je beduidt, dat je de feeststemming nu maar in den zak steken en naar buis gaan moet Aan wie dat niet begrijpen, zou ik willen vragen, wat ze zouden zeggen, indien de agent van politie aan hun deur kwam bellen en zei „Compli ment en u moet nu dadelijk met de feestvreugde beginnen." Zouden ze niet antwoorden: „dank voor de boodschap, maar dat zal ik zelf wei beslissen I" Zoo is 't nu ongeveer ook met het eindigen van de pret. Op gewone dagen alles te midder nacht dicht. Best Maar op extra dagen (er zijn er hoogstens twee of drie in een jaar') de teugels wat losser Deze beschouwing wo-rde met ge- pasten eerbied aan den waarnemend burgemeester aangeboden. Te meer, omdat gevaarlijke lieden, die onlangs in .onze stad rondzwier ven, op dit oogenblik niet meer aan wezig zijnik bedoel de menschen, die een boekje verspreidden onder den titel de practische anar chist, waarin een heele reeks reecp- ten werd gegeven voor het vervaardi gen van allerlei helsche machines. De justitie, die dergelijke moorddadige lectuur terecht niet verkoos te dulden, heeft ingegrepen en een van de ver spreidere heeft het maar nuttiger ge vonden om heen te gaan, een besluit, dat ongetwijfeld onze eenparige toe juiching verdient. Het is trouwens de vraag, of het sa menstellen van deze moordwerktui gen wel zoo gemakkelijk zou zijn ge gaan, als dat uit het boekje wed op te maken was. Van recepten weten de meeste menschen alles af. Neem zoo veel van dat en zooveel van nog wat anders, behandel het zus en zoo jawel, maar het resultaat is dan dik wijls nog heel anders, dan het kook boek voorspiegelt. Later wanneer een jonge huisvrouw niet meer slaafs ge ketend is aan haar kookboek, maar van de kookkunst zelf algemeene be grippen opgedaan heeft, merkt ze wel wat er aan haperde. Het water was te heet of te koud, er was te veel of te weinig, ar ontbrak iets niet aan het recept, maar aan de uitlegkujist van de kookster. Zoo ontbreekt er tegenwoordig iets aan het geluk van menige huisvrouw. Nu de dienstboden schaars zijn en dus moeilijk te krijgen, zou menige huis moeder het wel zonder willen gtel len, alleen met een hulp voor een paar uur daags, wanneer hot bezwaar van 't dagolijksch eten koken cr niet was. Dalzelfde werd bijvoorbeeld m den Haag aj lang gevoeld en daar is een coöperatieve keuken opgericht, onder leiding van een vroegere stad- genoote, die destijds ook aan de kookschool tiaar krachten heeft ge wijd, namelijk mevrouw Feikema. Er zijn al meer dan een paarhondord vaste klanten. Datzelfde wordt nu ook in Haarlem voorbereid. Als de zaak wat verder is, zal de belangstel lende lezeres er in Haarlem's Dag blad wel meer van lezen. Vroeger was de slacht aan huls, jaren later deed de huisvrouw zelf de wasch of liet die althans aan huis doen gaan we den tijd tegemoet, dat ook het koken buitenshuis geschieden zal en aan de huizen geen keuken meer zaj warden gebouwd? Onmogelijk is het zeker niet. Wan neer onze grootmoeders hadden ver nomen, dat iemand trouwen kon zon der een heeleboel stuks linnen goed, dan zouden ze er niet aan geloofd hebben. Toch is bet bewaarheid, want de mensclien hechten tegenwoordig meer aan aardige meubeltjes, dan aan stapels linnengoed. We kookten de mell: ook dat is overbodig geworden, do melkinrich tingen brengen ons die in flesschen thuis. Wie sticht er een coöperatieve bo- terhammensnijderij 't Zou toch aan beveling verdienen, wanneer de huis vrouw ontslagen werd van het snij den van al die boterhammen voor hongwige jongens evengoed als de bakker 's morgens het brood bezorgt, kan de man van de machinale stoom- boterhaxomensnijderij de waar bij de STUKKEN VAN DEN RAAD VUILVERBRANDING. In verband met het. gisteren v«r- melde voorstel van B. en W. inzake den bouw van een nieuwen oven, ontlcenen we nog het volgende aan een bijgevoegd rapport omtrent eon underzoek naar vuilverbranding in verband mot de wijze van vuilafzef door de gemeente-reiniging alhier welk rapport gesteld is door den dn recteur der geineentereiniging, den heer J. P. Boerkoel. De heer Boerkoel herinnert er aan, dat door hem op de begrooting van 1908 werd voorgesteld over to gaan tot het bouwen van een nieuwen oven, doch dat op voorstel vau B. en \Y. slechts tot herstelling van den oven was overgegaan. Daar lied. vuil in Engeland door de daarin aanwezige kolenresten veel brandbaarder is, dan dat op liet vas teland, beeft het onderzoek in het buitenland zich be-paaJd tot Duitsch land en België, Op uitvoerige wijze geeft de heer Boerkoel een uiteenzetting van de be studeerde inrichtingen te Hamburg, Keulen, Wiesbaden, Brussel en Ixelee, waarna hij overgaat, in verband met he: aanschouwde, tot bespreking van don toestand hier ter stede. Hij merkt op. dat liet Beit-terrein gunstig ge legen is on van de omwonenden gecu klachten inkomen. Aam het einde der gemeente gelo gen, ruim 180 M. van het einde tier huizen reeks aan den Harmenjims- weg, ijn de naaste omgeving weinig plaats latende om woningen te bou wen, is liet terrein, doordien hot ge- heel van water omgeven is. voor de» afzet van meet-speciëa bijzonder gun stig gefegeu. Ilaarlein ligt zoodanig, dat de schippers zoowel uit Zuid-Holland als uit Noord-Holland komen en wel zoo, dat zij eJkander afwisselen. Noord-Holland neemt af van Ja nuari tot ha f April en gebruikt uit sluitend compost eerste soort. Na half April komt eenige stag natie, waardoor het noodzakelijk wordt een hoeveelheid compost in zonderheid tweede soort aan te ma ken. Einde Mei of begin Juni komen de schippers van de andere zijde, welke in hoofdzaak droogvuil laden eu ge lijktijdig de aanwezige hoeveelheid compost opruimen. Meermalen, ja, bijna ieder jaar is er einde Juli niets meer aanwezig en liggen de schippers 4 A 5 dagen te wachten eer zij aan de beurt van la den 7. ijn. Dit gaat in den regel door tot De- klanten rondbrengen. Met of zonder kaas, worst, koek of roggebrood, naar keuze. In onzen Raad heeft Mr. Thyssen zich nog al warm gemaakt over de vraag, of het noodig was, dat een Raadslid de zaai uitgaat, wanneer de rekening wordt behandeld van een gemeente-instelling, waarvan hij be stuurder is. Dat is natuurlijk in de gemeentewet gebracht om aan de an dere leden gelegenheid te geven hun meening vrij uit te zeggen. Jammer maar, dat de wetgever vergeten heeft, dat daardoor de deskundigen ook geen inlichtingen kunnen geven, wanneer hun die gevraagd worden. Ik heb wel hooren zeggen, dat de Raausledon, die wat weten willen, don toch vóór de vergadering inlich tingen kunnen viragen, maar wie dat zegt, vat niet de practijk der dingen. Een Raadslid is op zijn kantoor meest advocaat, fabrikant, of wat dan ook wanneer hij goed en wel op zijn Haadszetel zit, komen het meest de geniale gedachten bij hem op, waar door hij zich zoo gunstig van zijn me deburgers onderscheidt Overigens is de gemeentewet op dit punt zeer beslist Wie zitten blijft, wanneer de rekening van de door heen bestuurde instelling behandeld wordt, is van zijn lidmaatschap ver vallen verklaard. Daar kan de Raad, daar kunnen Ged. Staten, ja daar kan, in- den letterlijken zin van het woord, de Koning niets aan doen. Daarom, zeggen B. en W., is het beter den veiligen weg te volgen heit College meent: den weg naar de deur en vindt gelegenheid er nog een vriendelijk woord voor de Raadsleden aan toe te voegen, namelijk dat het beter is, daaraan te voldoen, dan dat men de personen verliest, die door het vertrouwen der ingezetenen op hun zetel zijn geplaatst. Ik vind dit zóó keurig gezegd, dat ik ei- heel graag nog meer woorden aan zou wijden, wanneer ik niet ge lezen had, dat hier een spreekcursus zal worden gehouden. Is dat, wil ik gevraagd hebben, nu wel noodig Zou een zwijgcursus, in dezen veer- sprekenden en veelbesproken tijd, niet veel noodzakelijker wezen Juist om op tijd te kunnen zwijgen is veel talent en buitengewoon veel ervaring noodig. Wie dat met mij eens zijn, noodig ik uit zoo'n zwijgcursus te helpen oprichten. Wat zal het heerlijk stil en rustig wezen op zoo'n cursus, vvat een treffende afwisseling van al de geluiden om ons heen en de klank van onze eigen en andermans ge praat I Niemand zou beter voor lid van den Raad geschikt wezen, dan hij, die den zwijgcursus met goed 'gevolg heeft doorgemaakt en dien met einddiplo ma heeft verlaten. Van den Raad sprekende schiet men te binnen, dat ik gehoord heb, dat twee voorzitters van kiesvereeni- gingen onzen vertrekkenden Secrota^ ris, Mr. Pynacker Hordijk, al op hun lijstje hebben gezet, om hem over een paar jaar als Raadslid te condi- deeren. Bij het feest van 30 April hoeft, naar ik verneem, de secretarie van Spaarndam niet gevlagd. Ui't gebrek aan geestdrift? Neen. Uit gebrek aan een vlag. Komaan, Spaarndam, trek eens een post op de begrooting uit voor een vlag! FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5