iijk heeft toegeëigend. Wel is het be
wijs van beklaagde's handelingen ge
leverd, doch niet het opzettelijket het
wederrechtelijke er van. Rekl. heeft
op krankzinnige, onvar amtw oordel ij -
ke wijze zaken gedaan, maar op den
dag, dat hij diamant verkocht aan de
hoeren Hijmans en Wandélbaum,
was hij, I® eigen oog, nog zoetr goed
4n staat tot betalen.
Volgt dus geen ontslag van rechts-
vervolgang, dan zal de Rechtbank be
klaagde moeten vrijspreken.
23#Junl a.s. uitspraak.
POGING TOT DOODSLAG.
Het Gerechtshof te Amsterdam deed
artspraak in het hooger beroep van
flen 42-jarige® grondwerker Folkert
Postma, die door de 5de kamer der
Amsterdamsche Rechtbank werd ver
oordeeld tot 8 jaren gevangenisstraf,
wegens poging tot doodslag, in den
avond van 7 November te Buiksloot
gepleegd op een 43-jarige verlaten
huisvrouw, die zijn aanzoek om met
haar te trouwen, van de band gewe
zen had.
Het Hof veroordeelde den beklaag
de tot dezelfde straf.
MOORDAANSLAG.
Een Nedexiandsche stoker van de
Duitsche vrachtboot „Mannhetm",
welke in de haven van Kopenhagen
petroleum loste, vroeg den kapitein
Schaffer een voorschot en verlof om
aan wal te mogen gaan.
Toen de gezagvoerder weigerde,
jvenals hij dit reeds even te voren
eenige andere matrozen gedaan had,
stak de stoker hem een mes in de
borst, zoodat hij zwaar verwond op
den grond stortte.
Aan wal gebracht, bleek de wonde
wel ernstig, maar niet levensgevaar
lijk te zijn.
De moordenaar bekende zijn daad,
maar verklaarde zijn kapitein niette
hebben willen dood en.
MOORD TE APELDOORN.
Voor de rechtbank te Zutphen werd
behandeld de zaak tegen den hak
kersknecht W. P., oud 23 jaar, be
klaagd, dat hij ten huize van A. J.
Scholten, na te voren het plan te heb
ben opgevat, hem van bet leven te be-
rooven, in den nacht van 12 op 13
Februari hem opzettelijk met een
tries in de linker borsthelft heeft ge
stoken, en wel met zulk 'n kracht, dat
o.a. de long, de groote longsiagader
en de lichaamssiagadetr van Scholten
gijn getroffen en deze dientengevolge
gestorven is.
De officier van justitie heeft gedag
vaard 13 getuigen, waaronder drie
doctoren-deskundigen. De deskundi
gen verklaren, dat de moord met heit
mes gebeurd kan zijn, dat bij bekl.
in zijn kist is gevonden. De bloedstre
pen en de vezels, daarop microsco
pisch waargenomen, wijzen er op;
evenzoo de grootte der wond.
BekL volhardt bij zijn ontkenning.
De weduwe van den vermoorde
werd bij gesloten deuren géhoord.
Het 0. M. achtte beklaagd-es schuld
bewezen, en eiechte twaalf jaar ge
vangenisstraf.
De toegevoegde verdediger mr. B.
de Jonge, achitte het wettig overtui
gend bewijs niet geleverd en vroeg
Vrijspraak.
DE KERKDIEFSTALLEN TE
ROERMOND.
iDe rechtbank veroordeelde A. J. A.,
afkomstig uit Amsterdam, beklaagd
van kerkdiefstallen te Roermond ge
pleegd, tot 4 jaar gevangenisstraf,
overeenkomstig den eisch.
EEN DESKUNDIGE.
De Utrechtsche deskundige B., die
door de l'trechtsche Rechtbank we
gens abortus veroordeeld was tot een
gevangenisstraf van vier jaren met
aftrek van preventieve hechtears,
hoorde door het Gerechtshof het von
nis vernietigen, waarop bet Hof, op
nieuw recht doende, beklaagde ver
oordeelde tot dezelfde straf, maar
zonder aftrek van preventieve hech
tenis.
Vervolg Gemeenteraad
De VOORZITTER deelt mede
a. dat is gesteld in handen van B.
en W. om advies, een verzoekschrift
van H. de Bruyn en andere brug
wachters, om hun loon te willen ver
hoog©®
b. dat zijn ingekomen
lo. een voorstel van B. en W. tot
vaststelling van twee staten van af-
en overschrijving, dienst 1908
2o. een schrijven van den Burge
meester betreffende de niet-uitvoering
vaiu het Raadsbesluit van 2 Juni j.l.
no. 14, waarbij aan T. Hilaxius ver
gunning werd veil eend tot het bou
wen van 5 pakhuizen met bovenwo
ningen aan de Papentorenvest
3o. een verzoekschrift van het be
stuur der ofd. Haarlem van den Bond
van Nederlandsche onderwijzers, om
met het standen onderwijs ook de
standenscholen op te heffen en over te
gaan tot invoering van erenredige
Êclioolgeldheffing
(Te behandelen hij punt 2 van den
oproepingsbrief)
4o. eeu verzoekschrift van H. EL
van Asch en andere ouders van leer
lingen dor Eerste en Tweede Burger
school om die scholen niet voor on- en
minvermogenden open te stellen, als
mede om de namen dier scholen te
Wijzigen
(Te behandelen hij punt 2 van den
oproepi ngsbrief)
c. dat B. en W. voorstellen, in te
trekken het Raadsbesluit van 5 Mei
j.l. no, 14, waarhij aau de Wed. A. S.
Duys vergunning werd verleend tot
deanping van eene sloot bij de
Schouwtjealaaa .zullende van deze
vergunning geen gebruik worden ge
maakt;
d. dat B. en W. voorstellen, hen te
machtigen onderhands aan te beste
den het maken en leveren van een
verbrandingsoven ten behoeve van de
gemeentereiniging
e. dat door B. en W. eervol ontslag
la verleend aan den straatmaker bij
den dienst van Openbare Werken, H.
Vink, onder bepaling, dat het ontslag
wordt gerekend op 6 Februari j.L te
zijn ingegaan
f. dat voor de leden ter lezing is
nedergelegd een schrijven van het
Burgorlijk Armbestuur, alhier, be
treffende de buitengewone uitdeeling
van levensipiddelen aan de huiszit
tende armen en het onthaal van de
verpleegden In liet Stads-Armen- en
Ziekenhuis bij gelegenheid van het
van gemeentewege gegeven feest ter
eere van de geboorte van H. K. H.
Prinses Juliana.
PUNT 8.
B. en W. stelden 16 December 1907
gewijzigd bij Raadsvoorstel van 17
November 1908 aan den Raad voor
over te gaan tot definitieve oprichting
van een Gemeentelijke Arbeidsbeurs,
waax-van de dagelijkse he leiding be
rust bij een directeur onder toezicht
van een bestuur.
B. en W. stelden voor de wedde
van den directeur te bepalen op een
bedrag van f 800 tot J 1200 en voor
presentiegelden van de bestuursleden
voor 1909 honderd gulden beschikbaar
te stellen.
Ingekomen zijn adressen van de
Kamers van Arbeid van de Confectie
bedrijven, voor Metaal- en Houtbe
werking, voor Voedings- en Genot
middelen, de Werk Loosheid commis
sie, Patrimonium, Haarl. Arbeiders-
Secretariaat.
Door den heer J. L. E. L Breda
Kleijnenberg zijn 10 en door den heer
L. Modoo 6 amendementen voorge
steld..
De heer Breda Kleynenberg stelt
voor art. 5 van de verordening op
arbeidsbeurs te Haarlem te lezen als
volgt:
De voorzitter ven hot bestuur
benoemd door den gemeenteraad op
eene aanbeveling van twee personen,
in te dienen door B. en W.
De leden van het bestuur
worden benoemd door den Raad uit
eene aanbeveling van drie personen,
door B. en W. ingediend, gehoord de
vak vereen igiiigeii die rechtspersoon
lijkheid bezitten. Bij ontstentenis van
vakvereenigmgen ln eenig beroep cf
bedrijf wordt de aanbeveling opge
maakt nadat zal zijn gehoord de Ka
mer van Arbeid in welker oprichtirgs
besluit zoodauig beroep of bedrijf hij
name is genoemd.
De heer KLEIJNENBERG consta
teert belangrijk verschil tusschen de
voorstellen van B. en W. en het ont
werp der Werkloosheidcommissie.
Het vraagstuk der Arbeidsbeurs,
wat betreft begrip en inrichting, is ei
een ten nauwste samenhangend met
dat der werkloosheid. Over 25 jaren
zal deze kwestie prachtig zijn opge
lost, voorspelt spir. Dan zal men met
alleen geldbeurzen, maar ook groote
Arbeidsbeurzen hebben. Dergelijke in
richtingen moeten niet alleen werk
gevers en werknemers tot elkaar bren
gen, maar moet ook de statistiek van
den arbeid opstellen.
De werkloosheid com missie heeft ar
beiders va® verschillende richtingen
e. a. gehoord over deze zaak. Daar
uit bleek, dat de tegenwoordige ar
beidsbeurs niet bet vertrouwen der
belanghebbenden heeft.
De be ure moet geregeerd worden
door de werkgevers en de werkne
mers; dan zal de be ure het vertrou
wen hebben van patroon en arbeider.
Wat B. en W. willen is juist het te
genovergestelde, wat de Commissie
wil. Men wil de proef nemen, of het
zoo nog ga.
Wanneer de beheerders werkgevers
en werknemers zijn, zullen dezen we
ten wat er voor zulk een beurs noo-
dig is. Och ja, er zullen wel personen
gevonden worden, om personen te
vinden, die willen zitting nemen in
't bestuur, gelijk B. en W. zich voor
stellen.
Een der groote fouten van de te
genwoordige Kamers van Arbeid,
waar spr. helaas lid van is, is deze,
dat onderscheid wordt gemaakt tus
schen de werkgevers en werknemers,
als twee partijen, die vijandig tegen
over elkaar staan.
Deze fout wordt ook hier gemaakt.
Wanneer men ook hier weer 't onder
scheid maakt, vermoordt men de zaak
van het begin af.
Men moet niet tegenover elkaar zit
ten, als monschein, die strijd zullen
voeren, nu eens voor de werkgevers
en dan weer eens voor den werkman.
Spr. constateert, dat er vrees schijnt
te bestaan voor oproerige handelin
gen der bestuurders waarneer het be
heer wordt samengesteld als spr.
wilmaar spr. zegt nadrukkelijk, dat
dit niet behoeft gevreesd te worden.
Noch de werkgevers, noch de werkne
mers zullen zich daarvoor leenen.
Spreker meent, dat het nu gaat om
nogmaals een proefneming te nemen,
of de zaak ineens goed in elkaar te
zetten.
De heer IIULSWIT deelt mee. dat
zijn firma vaak gebruik maakt van
de Arbeidsbeurs. De heer Sorgdrager
geeft aiuh heel veel moeite, maar
goede vaklieden krijgt men er echter
niet. Deze arbeiders \erklaren steeds,
dat zij niet veel vertrouwen hebben
in de beurs, of kennen haar zelfs niet.
De populariteit van de beurs laat
voel te wensciien over. De redenen
heeft de heer Kleijnenberg reeds uit
eengezet. Daarmee is spreker 't eens.
Hij geeft den Raad dan ook in over
weging de beurs een zelfbestuur te
geven.
Spreker deelt nog mee, dat zijne
firma van de aan te nemen werklie
den eischt, dat zij bij de beurs zijn
Ingeschreven. Dit ter populariseering
der he ure.
Ook de heer VAN ROSSUM meent,
dat de eanigö wijze om de beurs
meerdere resultaten te doen opleve
ren dan de geringe van thans, ts een
Inrichting, als in het rapport door
den heer Kleijnenberg verdedigd.
De VOORZITTER deelt mee, dat B.
en W. het eens zijn met den heer
Kleijnenberg, om de Arbeidsbeurs te
stelle® ln dienst der bestrijding van
de werkloosheid. Spreker consta
teert verder een misverstand. Ook
B. en W. willen de beurs doen flo
reeren. Zij willen geenszins de vrij
heid van het bestuur belemmeren.
Dat blijkt reeds uit hun toelichting.
Dat de beurs nog niet populair Is,
ondanks de zeer ijverige pogingen
vaji dan directeur, ligt waarschijnlijk
hierin, dat de inrichting nog jong en
niet algemeen bekend La
B. en W. willen geen proefneming
meer. ZIJ willen nu de beurs goed
regelen. Maar zij meenen, dat het
niet ln het belang van de inrichting
zal zijn den band met het gemeente
bestuur geheel te verbreken. Wan
neer het echter nood'ig is. dit te doen,
in het belang van de beurs, dam zijn
B. en W. bereid het bestuur geheel
autonoom te maken. Nu is het eenige
verschil tusschen B. en W. en de
Werkloosheidscommissie het toezicht
van het gemeentebestuur, dat echter
nimmer werkgever of werknemer zal
belemmeren.
De heer RINKEMA te niet zoo
geestdriftig gestemd als de heer Kleij
nenberg, te® opzichte van de toekomst
der beurs. De behoefte aan een Ar
beidsbeurs Ls allerminst gebleken.
Men heeft van werkgeverszijde ge
tracht de beurs te populariseeren. Dat
leidde tot een groote teleurstelling.
Wat ts de reden, dat wel de werk
gever gebruik maakt van de beurs,
doch dat deze inrichting niet aan de
aanvragen kan voldoen Eenvoudig
deze, dat Haarlem te klei® is voor
zulk een instelling. De werklieden
heeft me® willen dwingen tijdens de
werkloosheidscrisis, om zich bij de
beurs aan te melden. Dat hebben zij
wel gedaan maar de goede vaklie
den willen er niet gaarne naar toe
gaan. De beurs heeft niet het ver
trouwen der goede werklieden. Die
gaan als ze zonder werk zijn, recht
streeks naar de patroons. Ook in de
toekoemstbeurs heeft spreker niet veel
vertrouwen maar als men een proef
neming neemt, dan wordt het weer
een mislukking en kunnen we de
beurs wel opdoeken. De eenige weg
tot slage® Is die door den heer Kleij
nenberg aangewezen. Anders gaat 't
niet.
Da heer MODOO is van meening,
dat B. e® W.'s ontwerp het juiste is.
De beurs heeft niets te doen, dan
werkgever e® werknemer tot elkaar
te brengen. Spr. vreest anders een
strijd der partijen om de meerderheid
in het bestuur. Overigens vindt hij
het kunstmatig drijven van de werk
nemers naar de beurs om maar gun
stige resultaten te krijgen, gelijk de
heer Hulswit besprak, allerdwaast.
De heer KLEIJNENBERG betwist
het den heer Rinkema, een opgewon
den of geestdriftige beschouwing ge
houden te hebben. De heer Modoo be
grijpt de eigenlijke be teekenis der
beurs niet. Hij blijft kijken naar het
puntje Haarlem. Spr. ziet'verder. Het
gaat hier om een statistiek van den
arbeid. Deze zou voor ons land van
allergrootst belang zijn. Wat betreft
het gelijk aantal werklieden en werk
nemers, zeker, ook spreker wil duU
Maar daar gaat 't niet om. Spr. kwam;
er tegen op, wat in de Kamers v. Ar
beid gebeurt, waar een arbeider het
stemrecht als lid verliest, als een pa
troon de banordigheid 't zijn bij
na altijd werkgevers heeft om niet
ter vergadering te komen.
De heer HULSWIT bepleit het stel
sel om den werknemer te dwingen
zich bij de beurs aan te melden in 't
belang van werkgever en werknemer.
Het wordt een veel gemakkelijker en
minder omslachtige wijze van werk-
zoeken.
De beer LEVERT sluit zich geheel
bij den heer Kleijnenberg aan. Hij
betoogt eveneens 't belang van inter
communale verbinding der beurs ten
behoeve van de statistiek en den ar
beid. De beurs is geen vriendelijk
heid, geen gunstbewijs aan werkge
vers en werknemers. Ter popularisee
ring der beurs is 't noodig dat werk
gevers en werknemers baas zijn in
eigen gebouw. Het advies der groot
werkgevers de lieeren Hulswit en Van
Rossum is veelzeggend. In t algemeen
belang adviseert spr. de aanneming
der voorstellen-Kleijnenberg i® hun
geheel.
De VOORZITTER verduidelijkt zijn
rede in eersten termijn. Van dwang
van de zijde va® B. en W. is geen
sprake. B. en W. zijn vrienden van
de Beurs, geen vijanden.
Spreker gaat de geschiedenis van
de oprichting van de beurs na. Hij be
strijdt, dat de heeren, die voor een
autonoom bestuur zijn een warmer
hart hebben voor de beurs dan B.
en W.
De heer KLEYNENBERG meent,
dat de zaak anders staat dan de
Voorzatter het voorstelt Spreker wil
wed zeker een gemeentelijke beurs
maar onder eigen beheer.
l>o YOORZ11TER wijst er op, dat
er altijd een fmancïeele hand bestaat
tusscheu beurs en gemeente.
De alsemeene beschouwingen wor
den gesloten.
Br wordt overgegaan tot behande
ling van de onderdeel©® van het ont-
werp-besluit
Deel 1. De heer THIJSSEN is er
tegen, dat in dit beginsel-artikel wordt
gesproken over het gebouw, waai- de
beurs gevestigd wordt. Bovendien
gaat het niet op, dat de Gemeente be
schikt in een reglement over e*.n ge
bouw, dat geen geineentegebouw is.
De lieer DE BRAAL merkt op, dat
de lieer Modoo reeds voorstelt de
aanwijzing „Weten e® Werken" te
laten vervallen.
B. en W. nemen dit amendement
over.
Het geamendeerde Deel I wordt
aangenomen, ook Deel II en III.
De artikelen van het Reglement ko
men in behandeling, bij Deel IV.
Art. 1. De heer DE BRAAL stelt
voor, de beurs ook te doen dienen tot
het verzamelen van arbeidsgegevens.
Dit amendement wordt aangeno
men.
Art 2 wordt aangenomen, geamen
deerd door de® heer Kleynenberg, dat
de beurs zal beheerd worden door een
bestuur.
Tegen de hoeren De Breuk, G ra ve
ste Ln, Lasschuit, Thijssen, Kruseman,
Winkler, Seignette, Nleuwemh. Kru
seman en Visser.
Art. 8 (dagelijfcsche leiding opge
dragen aan bestuur en ©e® directeur).
Wordit aangenomen niet amendé-
ment-Kleynenberg, om benoeming en
ontslag door B. en W. te doen ge
schieden op voorstel van het bestuur.
Verworpen wordt een amendement-
Modoo, om den Raad den directeur te
doen benoemen uit een aanbeveling
van B. en W.
Art 4 (samenstelling bestuur). De
heer KLEYNENBERG dient achter
eenvolgens drie amendementen in, die
hij weer intrekt.
De heer VAN ROSSUM stelt voor,
het bestuur te doen bestaan uit een
persoon, die noch werkgever, noch
werknemer is en uit ten minste zes le
den, waarvan een gelijk getal werk
gevers als werknemers
Dit amendement wordt aangeno
men
Art. 5 (benoeming bestuur door den
Raad, uit aanbeveling van telkens
twee personen door B. en W
Ingediend is een amendemeut-liley-
nenborg, om de benoem mg der lojen
te doen geschieden uit een voor
dracht van de vakvereexngnigen. Rij
ontstentenis der vakvereeuigingen
worden de Kamers van Arbeid ge
hoord.
De VOORZITTER vraagt, welke
vereenigingen hieraan moeten mee
doen.
De heer KLEYNENBERG adviseert,
om deze vereenigingen op te roepan
bij advertentie.
De heer MODOO vindt dat om
slachtig .B. en W. kunnen dan licht
een klein vereenigingetje overslaan.
Men ka® gemakkelijker den weg vol
gen bij de samenstelling va® de Com
missie voor het Werkloosheidfonds in
geslagen.
De heer LEVERT is er voor, om de
vakvereeuigingen in 9Laat te stellen
zich te doen hooren bij de bestuurs
samenstelling. De zaak is zoo moei
lijk niet. De koninklijk goedgekeurde
vakvereeuigingen zijn wel te vinden
in t Jaarboekje van Janssen van
Raay. 't ls een concessie aan de vak
vereeuigingen, die op hoogen prijs
zal worden gesteld.
De heer TH1EL meent, dat 't voor
stel-Kleynenberg inderdaad niet in
toepassing kaai gebracht worden. Het
jaarboekje B. en W. kunnen toch
niet voorstellen De Raad. gehoord
het voorstel van B. en W. gelezen het
ja ar boen je va® Janssen van Raay
(Gelach).
De heer Thiol verklaart verder ge
stemd te hebben vóór het amende
ment-Kleynenberg op art. 2, omdat
hij gezwicht is voor de motieven van
de heeren Kleynenberg, Van Rossum
en Hulswit. Daarom zal hij ook
9temmen vóór het amendement, om
de benoeming aan den Raad te bren
gen. Maar hij stemt daarvoor niet,
omdat, gelijk de heer Modoo 't uit
drukte, dan de onpartijdige benoe
ming beter gewaarborgd is. Die on
partijdige benoeming is ook bij B. en
W. wel gewaarborgd.
De heer KLEIJNENBERG trekt zijn
amendement in, wegens de geopperde
bezwaren over de moeilijkheid en de
vereenigingen te zoeken.
Hij vestigt er de aandacht op, dat
de benoeming der werklieden-leden
in de Commissie v°°r het Gemeente
fonds JuiSi. ontstemming heeft gewekt
in arbeiderskringen
Do heer MODOO verklaart daar
straks B. en W. niet te heboen wil
len beschuldigen van partijdigheid.
De heer LEVERT dient het inge
trokken amendement-K leij nenberg,
aldus gewijzigd, in, dat de vereeni
gingen gehoord worden, die zich
aan melden.
De heer DE BRAAL zegt, dat B. en
W. don noa een 28 vereenigingen te
hooren hebben. Waarom niet alleen
gehoord de centrale vakvoreenig*®-
geu
De heer THIJSSEN sub-amendeert
het amendement-Levert zoodanig, dat
er niét gesproken wordt van „ont
stentenis mui vakvereeuigingen".
maai- oij ontstentenis van „zoodani
ge" vak vereenigin gen.
Het amendement-Levert wordt aan
genomen met 14 tegen 13 stemmen.
Een amendement-Modoo wordt in
getrokken.
De heer KLEIJNENBERG stelt een
amendement voor, om de plaatsver
vangers uai het bestuur te verwijde-
reu. Plaatsvervangers kunne® met op
de hoogte der zaak zijn. Men behoort
or zich ui te werken, om oj de hoogte
der zake® te komen. Dat kunne®
plaatsvervangende lede® met.
Dit amendement wordt ingetrokken
als oiuioodig door de aanneming van
het amen dement-Levert, dat alleen
doelde op voorzitter en leden.
Art. (zittingstijd der. bestuursle
den; wordt aangenomen, gewijzigd
overeenkomstig het bepaalde omtrent
hot vervallen der plaatsvervangende
leden.
Art. 7 (functie directeur en bestuur).
Aangenomenwordt een amendement-
Kleijnciibcrg, om de instructie van
den directeur niet door B. en W.,
maar door den Raad. het bestuur ge
hoord, te doen vaststellen.
Art. 8 (presentiegeld) wordt aange
nomen.
Art. 9 (nemen van besluiten) wordt
aangenomen.
Art. 10. (De werking der beurs bij
arbeidsgeschillen).
B. en W. stellen voor
„Indien aa® de Arbeidsbeurs be
kend is, dat een plaats door werksta
king is opengekomen, wordt van die
omstandigheid, zonder meer mededee-
liug gedaan aan den werkman, wie®
die plaats wordt aangewezen. Indien
haai' bekend is, dat ee® werkman
door uitsluiting werkloos is gewor
den,, wordt van die omstandigheid rne-
dcdeoUng gedaan aan den werkgever,
wie® die werknemer is aangewezen.
Werkstakingen en uitsluitingen
worde® bovendien aan de arbeids-
bours ter algemeen© kennis ge
bracht."
De heer Kleynenberg stelt voor, dit
artikel te lezen als volgt„Geduren
de een arbeidsgeschil schort de beurs
voor de door ee® staking of uitslui
ting getroffen onderneming haar
werkzaamheid op."
De heer KLEYNENBERG verdedigt
zijn amendement, om de werkzaam
heden in geval van staking op te
schorten, om zoodoende de beurs po
pulair te maken.
De heer MODOO stelt voor, dit ar
tikel te laten vervallen, omdat het
niet aangaat, dat de beurs zich mengt
in arbeidsgeschillen, 't Gnat ook niet
aam, de werkgevers hulp te onthou
den op e>en tijd, dat zij, en ook de
werknemers, die ergens anders werk
zoeken, daaraan de meeste behoefte
hebben.
Ld Solingen is een werkstaking eerst
na 37 jaren opgeiïeven. Als dat hier
gebeurt, mag de beurs dan aJ die Ja
ren niet helpen? Bovendien, de ar
beidersorganisaties zullen de arbei
ders wei op de hoogte houden van 't
uitbreken van ee® arbeidsconflict.
Daarvoor behoeft de Gemeentelijke
Arbeidsbeurs niet te helpen. Als me®
zoo doorgaat rede neereu, moet men
geen gas on geen water meer aan
werkgevers en werknemers leveren
als zij mot elkaar overhoop ligge®.
En de Staat moet de spoor, telefoon
en telegraaf voor hen sluiten.
De heer DE BRAAL begrijpt het
standpunt van den heer Modoo niet
De beurs moet niet helpen ingeval
van staking. Ais bij de stukadoors-
staking de beur8 gewerkt had, zou
de® <io patroons geholpen zijn. Spr.
bestrijdt de meening, dat de werk
lieden in gemeente-dienst mogen sta
ken. Spr is vóór het amendemenA-
Kleynenberg.
De heer NIEUWENH. KRUSDMAN
is er ook tegen, dat de beurs zich
partij stelt. Me® kan nooit weten,
waimeer de staking eigenlijk geëin
digd is. Is de staking aan de HPoly-
graph" al geëindigd? Spreker weett
nioL
De heer MODOO handhaaft zijn
meaning, dat de beurs zich niet mag
store® aan de stakingen.
De heer HULSWIT was eerst vóór
het ameaidemenit-Kleynenberg, maar
keert daarvan door de discussies te
rug en schaart zich aan de zijde van
B .e® W.
De heer RINKEMA is U met den
heer Hulswit eens.
De heer MODOO wfl t gaheele arti
kel schrappen. Want alg nu ee® sta
king 37 jaren duurt, dan rulle® de
papieren, de staking aankondigend,
al die jare® aangeplakt blijven
De heer LEVERT vestigt de aan
dacht op de practijk, die dit leert dat
de verliezende partij bij een staking
altijd haat koestert. Zij zal hier haat
koesteren tegen de beurs, die haar
hielp verliezen. Bovendien, blijft de
beurs doorwerken, dan moet zij over
al ln de® lande werknemers zoeken.
En het zal sensatie wekken, alg de
Gemeentelijke Arbeidsbeurs den
werkgever gaat helpen.
Het amendement-Kleynenberg wordt
verworpen. Vóór waren de heeren
Timmer, Middelkoop, Levert, Looe-
jes, Schreudere, Van Rossum, De
Bra.al en Kleynenberg
Het voorste! van B. en W. wordt
aangenomen
Art. 11. (Het bestuur doet aan B.
en W. alle voorstellen, die het wen-
schelijk acht voor den bloei e® de
goede werking der beurs).
Y\ ordt verworj>e®.
Art.. 12. (Nadere regeling van de in
richting der beurs geschiedt bij regie,
ment door het bestuur onder goedkeu
ring van B. en W.).
Ee® amendement-Modoo (goedkeu
ring van reglement door bestuur i®
overleg met B. en W. door den Raad
e® niet door B. en W.) wordt verwor
pen met 21 stemme® tegen.
Het amendement-Kleynenberg (het
reglement te doen samenstellen door
het bestuur (zonder overleg met B. e®
W.) onder goedkeuring van de®
Raad, wordt aangenomen.
Art 13. (Vereiag uitbrengen door B.
en \V. aan den Raad over den toe
stand der beurs) wordt gewijzigd door
°en amendement-Kleynenberg (om
het verslag i® te dienen door het be
stuur).
Art. 14. (De verordening treedt 1
Juli in werking) wordt aangenomen.
Up voorstel van de® neer Till EL
woixit, om <ie redactie der verso Lil
lende artikelen met elkaar in u\or-
eeustemming te brengen, de eind
stemming aangehouden.
PUNT 4.
B. e® W. dee le® mede, dat zij zich
geheel vereentge® met de aan de®
Raad bij schrijve® van 3 Juni ter
kennis gebrachte meening van den
voorzitter van hun College, dat het
raadsbesluit d.d. 2 dezer, waarbij aau
T. Hiiarius Wz. een bouwvergun
ning is verleend, in strijd is met art.
5 van de Woningwet en art. 6 der
Bo u w ver ordening.
Aan den Raad is het toestaan van
een afwijking' van het voorschrift va®
art. 14, der Bouwverordening in bui
tengewone gevallen, doch het veriee-
nen van de bouwvergunning blijft
aan B. e® W. Het aangehaald besluit
is daarom, naar het B. en W. wil
voorkomen, in den vorm onjuist.
Uit de behandeling va® deze aan
gelegenheid in den Raad meenen zij
ie moeten afleiden, dat dit geval
wordt beschouwd ais een buitenge
woon geval ln den zin van art. 14,
9. der Bouwverordening.
Hoewel zij zich met die beschou
wing niet kunnen vereenigen im
mers betreft het hier zeer eenvoudige
gebouwen, terwijl art. 14, 9, der
Bouwverordening meer bepaaldelijk
is neergeschreven met het oog op ge
bouwen van bijzonderen aard, b.v.
een kerk, ee® school, ee® museum en
dergelijke meenen zij, waar het in
deze Louter een vraag va® meer of
minder Ls, op dit geschilpunt thans
niet te moeten ingaan.
Blijft de Raad zijn standpunt in
nemen, dan zoude door den Raad, on
der intrekking van het besluit van 2
dezer afwijking van het bepaalde bij
art. 14, 1, der BouwYeroruening zijn
te verléenen, doch uitsluitend voor
zooveel betreft de perceeie®, duor lii-
larius te bouwen op open grond. De
ze gedachte is belichaamd in een bij
gevoegd ontwerpbesluit.
Te® aanzien van de perceeie®,
waarvan de bouw valt onder het be
reik van hoofdstuk IH der Bouwver
ordening, berust de bevoegdheid, om
afwijking toe te staan, uitsluitend.bij
B. e® W. Op eene nadere aanvrage
om vergunning zal intusschen, indien
door de® Raad 'n besluit ais boveube.
doeld wordt genomen, met net oog op
dat besluit door B. e® W. gunstig
worde® beschikt.
Aldus wordt besloten.
PUNT 5.
In do Raadsvergadering va® 24
September 1908 werd door de® voor
zitter van het College va® B. c® W.
aa® den Raad de toezegging gedaan,
dut een voorstel was te wachten, om
do verordening op het St. Elisabeth's
of Groote Gasthuis in overeoiimein-
iniiig te brengen met de® feitelijke®
toosland.
B. on W hebben daarop Regenten
va® Lu* Gasthuis uitgenoodIgd, deze
aangelegenheid ie wille® voorberei
den, teneinde ben in staat te a teil en
aan gemelde toezegging te kunnen
voldoen.
Met de door Regenten voorgestelde
wijzigingen kunnen B. en W. zich ge.
heel vereenigen.
Aangezien in de verordening Ln den
loop der jaren Lal van veranderingen
zijn aangebracht, acnten B. en YV. het
gewensebt haar, onder aanbrenging
van ger'nge redactie-verbeteringen
en met inachtneming van de Üians
voorgedragen wijzigingen, ill haar ga,
heel opnieuw vast te stede®.
Wordt goedgekeurd.
PUNT 6.
B. e® W. stelden voor een wijziging
van het tweede ltd van art. 8 van de
Begrafenisverordeoing.
Deze zal da® luiden
„Bij verzuim va® onderhoud, ter
beooixleeluig van Burgemeester en
Wethouders, wordt al hetgeen de be
graafplaats ontsiert van gemeentewe
ge verwijderd.
Aidus wordt besloten.
PUNT 7.
Ingevolge art. 8 van de verordening
op het Burgerlijk Armbestuur treedt
jaarlijks op 1 Juli eeu Lid van dat be
stuur af.
Volgens den rooster moet dit jaar
aftreden de heer F. L. Nix.
In verband met art 2 van genoem
de verordening, bevelen B. en W. den
heer Nii wederom ter vervulling van
deze betrekking au®.
Benoemd wordt de heer F. L. j.
PUNT 8.
Bij raadsbesluit van 24 Februari
werd besloten, met ingang var I
September e.k. alhier op te richten
een Hoogere Burgerschool met 3-jari-
gen cursus en daaraan verbonden
Handelsschool met 2-jarigen cursus.
Voor de benoeming van een direc
teur aan deze school bevelen B. en
W. aan:
lo. Dr. A. Borgman te Enschedé, en
2o. Dr. G. M. Slothouwer te Wage-
ningen.
De jaarwedde bedraagt f 4500.
Benoemd wordt Dr. A. Borgman*
PUNT 9.
Om te voorzien in de plaats van
onderwijzer aan de Tweede Burger
school voor jongens en meisjes open
gekomen door het overlijden van
mej. B. Graue hebben B. en YV. de
volgende voordracht opgemaakt:
1. G. Brouwer, te Schiedam, jaar
wedde ƒ925.
2. J. de Vriest te Doetinchera, jaar
wedde 850.
3. K. Zijistra, te Hoorn, jaarwedde
f 925.
Benoemd, wordt de hoer G. Brou
wer.
PUNT 10.
Om te voorzien in de plaats van
onderwijzer aan de Eerste Burger
school voor jongens en meisjes opon-
gekomen door het aan T. Meijer.r.g
verleend eervol ontslag, hebben B.
en W. de volgende voordracht opge
maakt:
1. R. Brunsting, te Zutfe®, jaar
wedde f 925.
2. J. de Yrie«, te Doetinchem, jaar
wedde 850.
3. H. J. Bitter, te Gouda, jaarwed
de I 925.
Benoemd wordt de heer R. Brun
sting.
RONDVRAAG.
De heer SCHRAM verzoekt den ge
meente-werklied©® kennis te geven op
welke ure® zij hun kiesplicht kunnen
vervuilen. Er is vaak over geklaagd,
dat men de vereischte aanplakking
niet heeft, gedaan.
Den VOORZITTER is ee® dergelijke
klacht niet bekend.
Do hoer MUDUO wijst op de klach-
teu lu oen der plaatselijke bladen, i®
't bijzunuer aa® de lichtfabrieken.
Spreker dringt ear op aan, dat de
ure® zoo worden gesteld, dat er ln de
middaguren geen opstopping in de
susmbuieaux geschiedt.
De VOüKZiirER zegt, dat geen
officieele klachten zijn ingekomen.
Met de piuuisenjke bladen kunnen B.
en W. geen rekening boude®.
Do heer SCHRAM begrijpi liet heel
goed, lat er geen klaenten bij B. en
\Yinkomen, dat durft men niet.
De VOORZITTER protesteert er
tegen, dat degenen, die komen klar
gen, worden belemmerd. Zij worden
er geen enkel oogenblik zuur om aan
gekeken.
De heer MODOO maakt B. en W.
geen enkel verwijtrnaar hij verzoekt
alleen, dat de gemeente zal voor
gaan, om het percentage thuisblij
vers te verminderen. Want men moet
wel volbloed kiezer rijn, om zoolang
te wachten aa® een stembureau, als
dikwijls gebeurt.
De heer VAN DEN BERG vraagt in
stelling van het stembureau in het
Amsterdamsche kwartier. Dat heeft
spreker vroeger al eens gevraagd, en
het verwondert hem, dat er niets Yaa
kwam.
De VOORZITTER: „Er was geen
tijd meer voor overweging 1"
De h*ïr VAN DEN BERG „1 Is al
heel lang geleden." (Gelach).
Daarop wordt de vergadering ts
kwart voor 5 gesloten.