veel te groot en aan aTBe kanteen ka pot waren. Kijk hem eens nette balschoen tjes aan hebben; dat komt omdat zijn ■Vader alles door zijn keelgat jaagt. Paul kon alle spotternijen wel ver dragen, maar als Iemand bet waagde 'zijn vader to beleedigen, dan sloeg hij er op, tot hij er zelf bij neerviel. Hij balde zijij handen tot vuisten, om kracht te verzamelen en zijn tra nen in te houden, maar plotseling barstte hij toch in snikken uit.- Hij schrok van zich zelf en toen hij zijn moedor bezorgd zag opkijken, dwong hij zich te glimlachen, terwijl hij zeide: Moeder, ik wilde Frits nog Iets over het rekenen vragen, en tegelijk ook was hij reeds naar buiten gesto ven. Paul liep de Straat op, totdat hij om den hoek kameraadjes ontmoette, diie aan. het roovertje spelen, waren. Een oogenblik later bevond hij zich er tusschen en in het vuur van het spel vergat hij een oogenblikje zijn kinderverdriet. Het was reeds geheel donker, toen het spelende troepje plotseling werd afgeleid door een joelende kinderme- nigte, die zich om een dronken man had geschaard. Paul drong zich ook nieuwsgierig naar voren. Een oogenblik was het hem of de grond onder zijn voeten wegzakte inaar toen opeens gilda hij met rau we stem: Vader vader! Paul stompte en duwde alle kinde ren als een bezetene op zij en steeds wanhopiger gilde hij: Vader, vader! hij greep den be- öwelmdlan man bij de hand en smeekte: „Vader, ik ben het, uw Paul!" Maar de beschonken man hoorde lijn zoontje niet en trok brabbelend yerder. Het arme ventje liet nu zijn vader los en liet de joelende oploop verder trekken; totdat het hinderlijk geraas in de verte was weggestorven, bleef het bleeke ventje tegen een lan taarnpaal geleund staan. Zou ei* op dat moment een ongeluk kiger kind te vinden zijn geweest? Het was begonnen te sneeuwen; steeds dichter Yielen de vlokken neer, zoodat een. dun wit kleed reeds de roode daken en de kale boomen be dekte. Zonder aan iets bepaalds te den ken slenterde het ventje verder door de besneeuwde straten. Plotseling bleef hij voor een hel verlichten schoenwinkel staan.. Slechts een paar zulke schoenen te bezitten! dacht hij. Begeerig keek hij naai% binnen. Wat een massa waren er toch in de wereld!... Plotseling werd er een hand op zijn schouder gelegd. Goeden avond, Paul, hoe g het? woeg een vriendelijke meisjes stem. Waren, je ouders blij met de St. Nicolaas-cadeaux? Nu moet je toch ook nog de beloofde schoenen heb ben, wont met die sneeuw kun je wel waterdichte schoenen gebruiken, Paul wist niet wat er eigenlijk met hem gebeurde... eer hij 't zelf wist, zat hij op een stoel in den helder ver lichten winkel en vóór hem knielde een vriendelijke juffrouw neer, die hem schoenen aanpaste... schoenen werkelijk nieuwe schoenenl Die passen goed! hoorde hij de juffrouw zeggen en verlegen stamel de hij. Ja, ik dank u, dank. Men wikkelde zijn oude laarzen in een stuk papier en met dit pak onder den arm verliet hij met zijn weldoen ster den winkel. Nog niet recht we tend of hij droomde of waakt© staar de hij met verbazing het vriendelij ke, jonge zestienjarige meisje na. Het was zoo grappig, vertelde ze thuiskomend aan haar moeder, hij 'antwoordde op niets, maar uiit dat: dank u, sprak aandoenlijk groote dankbaarheid. Haastig Liep nu Paul naar huis; hij zou bijna zijn pleizïer hebben kun nen uitjubelen. Nu bezat hij schoenen en dan neg wel zulke mooie splinter nieuwe. 0, nu zou niemand- hem meer kun nen bespotten en plagen! Met een opgewonden duw opende hij de deur en buiten zichzelf van. ge luk vloog hij zijn moeder om den hals: Nu heb ik schoenen, moeder, kijk toch eens, nu heb ilc een nieuw paar! Laten we dankbaar zijai, mijn jongen, dat er nog zulke goede men- schen zijn. Eenige dagen verliepen, waarin Paul zich deftiger en gelukkiger dan ooit gevoelde. klaar op zekeren avond, toen Paul reeds lang rustig lag te slapen en onder zijn bedje de mooi gepoetste schoenen stonden, stommelde zijn vader binnen. Geld wil ik hebben! Geld! of anders sla ik hier alles kort en klein. Een oogenblikje nog bleef hij door- bulderen, toen op eens werd alles stil vader scheen weggegaan te zijn... Toen Paul den volgenden morgen zijn schoenen wilde aantrekken schrok hij hevig ze niet op de gewone plaats te vindenze waren weg. Hij begreep onmiddellijk wat er was gebeurd; vader had ze weggeno men. beleenden het geld verdronken! Snikkend viel hij voor zijn bed op zijn knietjes zijn vader zijn j nieuwe schoenen! Nadat hij flink had uitgehuild i werd hij kalmer. Het was tocfi Immers rijn va der! Zachtjes sloop hij naar het bed van dien snorkenden man em boog zijn betraand gezicht}© over hem heen. Daar Lag hij nu zijn roes uit slapen I - Vadietr, ach vader! Dapper haalde Paul nu weer zijn gescheurd© schoenen te voorschijn uit den hoek en trok deze aan. Zonder zijn moeder te zeggen, hoe vreeselijk naar hij liet vond met die oude schoenen uit te moeten gaan, gaf hij haar een zoen en ging weg. Reeds lang had de klok één uur ge slagen en nog was Paul niet thuis ge komen. Aangstig stond de moeder aan het venster op haar zoon te wachten maar hij verscheen niet. Plotseling ging de deur open «n trad in plaats van haar zoon, haar main binnen. Sedert weken was hij nu voor de eerste maal weer aan het werk ge weest en na afloop was hij onmiddel lijk naar huis gegaan. Hoe ellendig en afgeleefd ziet hij er toch uit, dacht zijn vrouw, toen ze hem zoo met het hoofd in de han den zag zitten. Vrouw 1 riep hij plotseling met heesche stem, waar is onze jongen? Ik ik heb gisteren zijn schoenen beleend en het geld verdronken! Verschrikt keek ze haar man aan, maar eer ze tijd had kunnen vinden om te antwoorden, was de deur needs opengestooten en twee mannen storm den binnen, terwijl de eene voorzich tig een jongen in den arm hield, wiens gezicht verbonden was, maar waar langs het bloed nog heen gut ste. Paul! Paul! giHe de moeder, Paul. Even trachtte de jongen zijn armen op te lichten, toen zakte zijn hoofd •achterover en bewusteloos werd hij nu in zijn bed gelegd. Pauls vader stond met ernstig, angstig gelaat voor liet raam, toen een der mannen, blijkbaar de onder wijzer, op hem toetrad met de woor den: Weet u wel, dat uw zoontje veel te goed voor u is? Toen Paul in de pauze op de speelplaats was, tergden en bespotten de andere jongens hem omdat hij weer zijn oude schoenen aan had en nadat er een op het idee was gekomen, dat Pauls vader ze ze ker zou hebben verdronken, riepen ze verontwaardigd uit: „Die schurk, die schurk!" Paul ant woordde hierop geen woard, liep ech ter op de jongens toe en sloeg er met zijn vuisten op." En indien hij ook al mijn goed zou boleenen, dan nog hebben jullie niet het recht hem uit te schelden hij is toch mijn vader! gilde hij. „Maar terwijl de jongens zich vree selijk verweerden en op Paul lostrok ken, viel deze met zijn hoofd tegen den muur en nu... De onderwijzer maakte een veelzeg gende schouder en handbeweging. - Maak u maai- flinke koude om slagen, moedertje, ik zal onmiddellijk echter den dokter halen. En haastig verliet hij de woning. Pauls vader 9taarde voor rich uit, schuldbewust en in zijn ooren suisde liet steeds: en indien hij ook al mijn goed zou baleenen, dan nog hebben jullie niet het recht hem uit te schel den hij is toch mijn vader! Schuw wierp hij een blik op het bed, waar zijn zoontje als dood ter neer lag en daarna verliet ook hij het huis. Drie dagen lang keerde hij telkens laat in den avond eerst in huis terug. Zeker zit hij de heele dagen weer in de kroeg, zei Pauls moeder wan hopig, maar Paul schudde dan zwak jes het nog pijnlijke hoofd: „Neen moeder, dat geloof ik niet. Den derden dag werd 's middags de deur voorzichtig geopend. Terwijl Paul met gesloten oogen vermoeid achterover in d© kussens was gelegen, trad zijn vader op zijn bed toe. Even sloeg Paul. zijn oogen op: Vader, vader! mompelde hij toen c-n aangedaan knielde de uitgeteerde man bij het bed neer, terwij! hij tee- der fluisterde: „mijn beste jongen." Verlegen haalde hij nu een pak te voorschijn, waaruit hij een paar nieuwe, mooi gepoetste schoenen haalde. -T Hier heb je ze weer terug, Paul; hebben slechts een klein uitstapje gemaakt en voor moeder heb ik ook nog liet een en ander meegebracht. Paul drukte stevig en veelzeggend de hand van zijn vader en fluisterde innig gelukkig en dankbaar en ook vol vertrouwen: „Lieve vader!" (Pr. Gr. CL) Een merkwaardige erfenis. Zij is dus dood vroeg op deel- nemenden toon een opvallend geklee- de dame haren buurman. Kr waren een twaalftal in het zwart geklccde lieden In gezelschap bij een. Ja, mevrouw, antwoordde een in het zwart gekleed lieer, de heer Oli vier. En haar testament? vroeg de voorname dame verder. Zal dadelijk door den notaris ge opend worden. Zullen we nog erven was de derde vraag. Dat zou ill meenen, we hebben de meest geldende rechten, was het vriendelijke antwoord. Wie is die schamel eek]©ede vrouw, 31e riob daar binnendringt Ach, vervolgde de kleine heer la chend, voor haar zal niet veel in het testament staanrij is de zuster van de overledene. Hoe, is dat Anna, die eenige ja ren geleden een straatarmen schilder trouwde Ja. dezelfde. Zij moet toch moed bezitten, dat zij hier een achtenswaardige familie onder de oogen komt. Te meer, vervolgde de kleine heer, daar hare brave overledene zus ter Rosalia haar niet erg lief had. Op dat oogenblik trad juffrouw An na in de kamer, waar de familie der overledene bijeengekomen was. Zij zag er bleek uit, in hare mooie oogen stonden tranen haar gelaat toonde reeds eenige rimpels, door de smart vroegtijdig daarin gelegd. Wat wilde u hier vroeg de trot- sclie voorname dame, mevrouw de Villeroi. Mevrouw, sprak heel gelaten de arme vrouw, lik wil in geen geval aan spraak maken op een gedeelte der er fenis, die mij niet toekomt. Ik zou gaarne den notaris willen spreken, om van hem te vernemen, of mijn zuster in hare laatste oogenblikken nog kwaad van mij heeft gesproken, of zij mij nog vergeven heeft Wat, u wilt dat men u vergeeft zeide mevrouw de Villeroi op aanma tigenden toon, u, de schandaal eener groote familie, die met een onvernio- genden man, een kladschilder, ge trouwd zijt. Hij was een braaf echtgenoot, sprak Anna op kalmen toon, nu is hij dood. Zijn gedachtenis is mij heilig en ik wil hem door iedereen gei digd zien. En u wilt dat men u achten zal, nadat gij, niettegenstaande den wil van uwen vadar, een verbintenis aan gegaan hebt, die u geheel onwaardig was. Mevrouw^ ik heb zooveel geleden, zooveel geweend, dat ik hoop. dat do goede hemel rich over mij ontfermen zal. Hadt gij zoo als ik, de ellende en de smart gevoeld, hadt gij zooals ik een kind, wiens toekomstig lot u be zorgd zou maken, zoo zoudt gij an ders voelen en spreken. Niets kan een fout, zooals dit hu welijk, onder uw stand verontschul digen, was het hardvochtige antwoord der hoogmoedige dame. Er trad nu een eerbiedwaardig man als bemiddelaar op, de notaris Duval. Hij hadt de laatste woorden gehoord en sprak met nadruk Maakt u deze arme juffr. Anna geen verdere verwijten. Anna heeft een goeden, edelen man lief gehad, die niets dan armoede en geen be roemden naam had. Juist daarom zal Anna nu gelukkig zijn en geacht wor den, ook wanneer hij in leven geble ven was en de familie hem evenzoo goed had loeien kennén, als ik, zijn oude vriend. Maar waarom is Anna hier Omdat zij hier zijn móet, gaf de notaris in allen ernst ten antwoord, ik lieb haar verzocht naar hier te komen. Op hetzelfde oogenblik werd hot testament geopend. De notaris begon het testament met luide stem voor te lezen; Ik, Rosalia de Maury, stel het volgende als mijn laatste wilsbeschik king vastNa mijn dood, zal men bij mijnen notaris 200.000 frank vinden, teveng juwealen, goud en zilver, effec ten, meubelen, schilderijen, dan eene notarieeie akte over mijn villa, die een waaide heeft van 200,000 Irank. Ook zal men mijn gebedenboek vin den, dat rich nog in denzelfden toe stand bevindt, zoo als het was, toen. ik 't kocht. Het is mijn wensch, dat men van deze voorwerpen drie loten maakt. Het eerste lotde 200.000 frank. Het tweede lothet landgoed, meu belen met bijbehooren en juweelen, goud en zilver. Het derde lotmijn gebedenboek. Ik heb mijn zuster Anna het ver driet, mij aangedaan, vergeven en had haar in hare smart getroost, wanneer ik vroeger haar terugkeer vernemen had. Ik gedenk haai- La rnijn testament. Madame de Villeroi, mijn innig geliefde nicht, heeft de eerste keuze, mijn zwager, de heer Olivier, de tweede, en mijn zuster Anna komt het laatste overgebleven lat toe. Aha, zeide Olivier, zuster Rosa-- lia is zeer goed, want het is alles prachtig ingekleed. Anna zal dus slechts het kerk boek krijgen, zei Madame de Villeroi luid lachende. De notaris onderbrak de lachende dame. Mevrouw, zeide hij, welk lot kiest u? De 200.000 frank. Uwe keuze staat vast Onveranderlijk. De notaris trachtte het medelijden der dame op te wekken en zeide Mevrouw, u bent rijk, en de ar me Anna heeft nietsZoudt u haar niet dit lot laten, en u het boek ne men, dat in het testament gelijk ge steld is met de andere voorwerpen. U schertst, mr. Duvalriep ma dame de Villeroi, ik had van u de sclierp/ nnigheól verwacht, dat u de bedoeling onzer vereerde Rosalia zoudt doorzien, u moest toch weten, dat het gebedenboek Anna ten deel zou vallen, die liet laatste lot nemen moet. En wat besluit u daaruit vroeg de notaris. Wat ik daaruit besluit... nu, zij heeft haar zuster te verstaan willen geven, dat zij op deze wereld slechts door berouw en gebed hulp verwach ten kan. Heer Olivier, zoo wendde rich heer Duval tot den zwager dar over ledene, zelfs wanneer de overledene voornemens was geweest har© zuster Anna te bestraffen, zoo was het een edele daad van u als millionair, een deel van uw lot aan de arme Anna af te staan, die het zoo zeer noodig hoeft. - Dank u voor uwen goeden raad, mijn waarde Duval, zeide Olivier. Het landgoed grenst aan mijne bosschen en post voor mij voortreffelijk, daar-, Wj JS he# oiteteEeöt! gemeubileerd. En wat de sieraden van zuster Rosa lia betreft, is dit een aandenken, dot men niet weggeven mag. Nu het eenmaal zoo is, sprak de hot ar is zich tot Anna wendende, zoo ontvangt u, mijn arme Anna, het ge bedenboek, dat alleen nog over blijft. Anna nam het oude boek hairer zus ter in ontvangst, kuste het en gaf het haren kleinen blauwoogigen zoon om het te kussen. Hier, mijn kind, kus het boek uwer arm© gestorven tante, die je zoozeer zou lief gehad hebben! wan neer ze je gekend had. Het kind drukte de roode lipjes op het oude boek, maakte het slot los en opende het. Och, mama! riep het kind, wat zijn daar mooie plaatjes in! Zoo! zeidie de moeder van geluk stralend over de vreugde van haren lieveling. - Maar,, mama, waarom heeft men toch zijden papier daarop gelegd? - Opdat de plaatjes niet beschadl- - Maar, mama, waarom zijn er dan zoo vele stukjes zijden papier om ieder prentje? De moeder zag het en slaakte- een kreet. De notaris zeide tot de aan wezigen: - Houdt u kalm! het heeft niets te rekenen, daarbij men sterft er niet van. Hoor, eens, klein© man, liet hij er op volgen, nadat hij het oude kerk boek uit de handen van het kind nam, f mij dat, gij moogt de plaatjes er uit scheuren. De erfgenamen verwijderden rich, intusschen duizend meeningen uit sprekend over den grooten schrik en d© ontsteltenis van Anna en de vrien delijkheden, welke de notaris haar bewees. Een maand later troffen zij Anna en haren zoon, beiden eenvoudig doch goed gekleed, teen zij in een rijtuig gezeten waren met twee paarden be spannen. Zij (de erven) wonnen in lichtingen in en vernamen, dat Ma dame Anna een huis voor 200.000 fr. gekocht en haar zoon door de beste leermeesters liet onderwijzen.Dit was als een donderslag aan een helderen hemel voor de erfgenamen. Madame de Villeroi en mijnheer Olivier bega ven rich op zekeren morgen naar den notaris. De goede Duval werkte voor zijn bureau gezeten. Storen wij u misschien? zeide de trotsche dame. Het heeft niets te be- teekenen. Ik wilde alleen de aange kochte staatspapieren in orde bren gen van madame Anna. Wat? riep Olivier, zij heeft nog kapitaal, nadat zij zich een équipage heeft aangeschaft en haar huis zoo tijm heeft ingericht. - Het is zoo. - En waar heeft zij al dat geJd vandaan? Hoe! U zult dat niet bemerkt hebben? Wanneer? Toen zij dien gii gaf, als zij in dat oude geërfd© boek zag. Wij hebben niets gezien. Ach, ik dacht dat u het wist, zed de notaris op schalkschen toon. Het boek bevatte vijftig plaatjes en ieder plaatje was in tien banknoten van duizend fres. gewikkeld. - De arme Anna heeft dus 500.000 fres. geërfd? Verschrikkelijk! zeide Olivier als door den bliksem getroffen. - Wanneer ik dat geweten had, •riep madame de Villeroi woedend. - U had toch de keus, Let de nota ris er op voigan, en ik heb u zelf ver zocht het gebedenboek te nemen; maar u hebt er geen gevolg aan ge geven. Wie kon nu ook denken,, dat men in een oud boek zulk een gr ooien schat zou vinden? (Centr.) DE DAMES DER ENGELSCHE ARISTOCRATIE vinden er weer een toenemend beha gen in, allerlei zeldzaam gedierte en zoölogische specialiteiten tot den rang van huisdieren te verheffen. Zoo houdt de markiezin van Marl borough zich onledig met hét fokken en dresseeren van slangen en pelika nen. Lady Warwick, de socialiste on der de aristocratische dames, begun stigt uitsluitend witte dieren ze be zit ,e©n witten olifant, witte pauwen en een witten papegaai, die meer dan 100 jaar oud moet zijn. Lady Cadogan heeft een uitgebrei de slangenverzanieling en laat zich dikwijls kieken, omstrengeld door de griezelige lijven van haar lievelin gen. Lady Cottenham heeft een zwak voor allerlei mormels, lady Churchill voorzag zich onlangs van een leven den krokodil, lady Hope >s eigenares van een Scnegalschen aap, miss Ros© Hobbard bezit ©en zeldzame ganzen- verzameling en miss Rosa Boughton schonk haar liefde aan een.... hyena, welke zij onlangs in Konstantinopcl aankocht BIILIJK VERLANGEN. Dochter, zingend „Meinie Ruh ist hin...." Vader (ontwakend uit rijn middag dutje) „Laat mij dan tenminste a© mijne I1' HIJ HAD HOOP. A. Hoe gaat het met de rbou rn athiek B. 't Is niet veel minder, maar ik heb toch hoop. A. Hoezoo B. - Kijk, 't begon bij m'n voeten, en nu zit 't in mijn schouders. De volgende week zal het wel in m'n hoed zitten, denk ik. D, -«.i.. HAARLEMSCHE DAMCLUB. ftlle correspondentie, deze rubriefi, Ibetreffend©, gelieve men te richten aan den Heer J. Meyer, Kruisstraat 34. Telephoon 1543. FANTA1SIE-PROBLEEM No. 63 van X. Y. Z. Zwart 47 43 Wit Zwalrt schijven op2, 7, 8, 13, 18, 24, 28, 29 en dammen op 16 en Wtt schijven op6, 11, 17, 19, 30, 35, 40, 41, 45, 47 en 49 Oplossingen worden ingewacht uiterlijk Woensdag 7 Juli a. s. aan bo vengenoemd. adres. Oplossing van probleem No. 59 van dien auteurWit 35 - 30, 29 - 23, 33 - 28, 23 - 18, 19 30, 24 2, 2 35 Goed opgelost door de hoeren L. F. Wdeganan te Scheveningen, Joh. Blom, R. Bouw, P. Geldorp, J. Jacob- son Azn.D. G. Koning, W. J. A. Mat- La, C. Serodini, J. F. Spanjaard, F. Th. Timmei', Patrizio Ottolini, F. M. v. <L Werif, P. J. Eype. Oplossing van probleem No. 60 van den auteur Wit 32 - 28, 45 - 40, 21 - 17, 33 - 28, 29 40, 34 5 1 Goed opgelost door de heeren L. F. Wiegman te Scheveningen, Joh., Blom, R. Bouw, P. Geldorp, J. Ja- cobson Azn., D. G. Koning, W. J. A. Matla, Patrizio Ottolini, C. Serodini, J. F. Spanjaard, F. Th. Timmer, F.- M. v. d. Werff, P. J. Eype. Van de problemen 57 en 58 ontvin gen we ook nog goede oplossingen van deal heer Patrizio Ottolini. GEWIJZIGDE CENTRUM-OPENING. (Vervolg.) Stand na 41 - 36 van Wit (Zie vorige rubriek.) Zwart Wit Indien Zwart nu 5 - 10 speelt, dan Wit 49 - 44, welke variant straks vol ledig wordt uitgewerkt. W it mag ech ter dan niet afruilen met 27-21 enz., daar dit minder krachtig is. Zou Zwart S - 12 spelen (zie dia gram), dan volgt: 27-21 16 27 31 11 6 17 28 - 22 1 Slaat Zwart nu 17 28 dan volgt em der vele schoone slag-zetten, welke gedurig in dit sped ontstaan, bijv. 17 18 26 24 25 33 22 32 21 34 - 29 I 36 27 40 71! Zwart is dus verplicht om 18 27 te slaan, waarna volgt: Wit 32 21 met betere stelling De zet 6 - 11 (zie diagram) is slecht, omdat hierop onmiddellijk zou vol ui 27-21 16 27 32 12 23 41 12 23 26 37 36 47 19 28 30 10 en 33 22 Zou Zwart afruilen met 24 - 29 (zie diagram) dan ontwikkelt zich weder schoone slagzet, als volgt: 33 24 20 29 27-21 16 27 31 11 6 17 37-31 26 37 32 41 23 32 34 21 25 34 39 30 11 Zwart is dus verplicht, om 17 - 21 te spelen (zie diagram), waarop even wel volgt 27 22 18 27 31 221 Zou Zwart nu 8 - 12 (A) spelen, dan volgt weder em schoon© slagzet, bijv.: 37 - 31 26 37 32 41 23 32 38 27 21 32 34 - 29 25 23 43 - 38 32 - 34 40 71! (A) Op Zwart 24 - 29, volgtWit 33 2-4, Zwart 20 29 39 - 33 14 - 20 of 8 - 12 om geen schijf te verliezen. Op deze variant komen wij breedvoerig terug. (A) Er blijft dus over de zet 6 - 11, waarop Wit vervolgt met 49 - 44 Nu is Zwart verplicht, om af te rui len met 24 - 29 want 11 - 17 of 8 - 12, doet onmiddellijk een schijf verliezen, hetgeen duidelijk is te zien, en op Zwart 5 - 10, volgt weder em brillante slagzet, bijv. 5 - 10 37 - 31 26 37 32 41 23 32 38 27 21 32 22-18 13 22 33 - 29 24 33 39 61! (Wordt vervolgd.) De Haarlemsche Damclub houdt har© bijeenkomsten iederen Maandag avond A an 8 tot 12 uur in Café Suisse Smedestraat 19, (ingang naast het Café). Liefhebbers Aan het damspel zijn daar steeds welkom. DAMMEN. NATIONALE CLUB-WEDSTRIJD OM HET KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND. De twee afgebroken partijen in de 4© ronde, tusschm d© heeren A. D. Querddo ©n M. Snijders van Amster dam tegen J. Bouwes en M. Groot van Edam, zijn door eerstgenoemden ge wonnen, waardoor de stand werd .Amsterdam" 17 en Edam 7 punten. Zondag 1.1. had in Café „de Pool" te Amsterdam de laatste ontmoeting plaats. Onder buitengewone belang- Voormiddag," pun i Zaandam wit stelling Averd deze eindstrijd afge speeld, en prachtige partijen kwamen; te voorschijn. Na de ochtend-ronde werd gezamen lijk gedineerd, en hierna eene opna me gedaan van het geheel© gezel schap. Dat hierbij onze Hollandscha nestor, de 80 jarige heer K. Bouwes van Edam, niet ontbrak, spreekt van zelf, maar ook uit achter-Zeeland, Utrecht, Zuid- en Noord-Holland, Ava- ron zelfs belangstellenden overgeko men, om dezen serieusen wedstrijd te volgen, waarvan de uitslag werd; 7e ronde Amsterdam zwart 1 G. Fris 0 2 C. H. Broekkamp 2 L. Kieviet 0 2 L. J. Content 3 Jb. Ris 1 1 M. Snijders 4 K. Post 1 1 S. Abrain. 5 S. Troost 0 2 A. D, Queridö 6 K. Vink 0 2 A. Turkenberg Totaal punten T— 10 arlem wit Edam zwart pun ten J. Meyer 0 2 D. Kikke G. P. Heek 2 0 N. Bouwea H J. Fortgens 0 2 W. Groot D. G. Koning 0 2 J. Bouwes C. Serodini 2 0 J. J. Pias B. Gabriel 0 2 M. Gortemulder Totaal punten 4—

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 14