veel te groot en aan aTBe kanteen ka
pot waren.
Kijk hem eens nette balschoen
tjes aan hebben; dat komt omdat zijn
■Vader alles door zijn keelgat jaagt.
Paul kon alle spotternijen wel ver
dragen, maar als Iemand bet waagde
'zijn vader to beleedigen, dan sloeg
hij er op, tot hij er zelf bij neerviel.
Hij balde zijij handen tot vuisten,
om kracht te verzamelen en zijn tra
nen in te houden, maar plotseling
barstte hij toch in snikken uit.-
Hij schrok van zich zelf en toen hij
zijn moedor bezorgd zag opkijken,
dwong hij zich te glimlachen, terwijl
hij zeide:
Moeder, ik wilde Frits nog Iets
over het rekenen vragen, en tegelijk
ook was hij reeds naar buiten gesto
ven. Paul liep de Straat op, totdat hij
om den hoek kameraadjes ontmoette,
diie aan. het roovertje spelen, waren.
Een oogenblik later bevond hij zich
er tusschen en in het vuur van het
spel vergat hij een oogenblikje zijn
kinderverdriet.
Het was reeds geheel donker, toen
het spelende troepje plotseling werd
afgeleid door een joelende kinderme-
nigte, die zich om een dronken man
had geschaard.
Paul drong zich ook nieuwsgierig
naar voren.
Een oogenblik was het hem of de
grond onder zijn voeten wegzakte
inaar toen opeens gilda hij met rau
we stem:
Vader vader!
Paul stompte en duwde alle kinde
ren als een bezetene op zij en steeds
wanhopiger gilde hij:
Vader, vader! hij greep den be-
öwelmdlan man bij de hand en
smeekte: „Vader, ik ben het, uw
Paul!"
Maar de beschonken man hoorde
lijn zoontje niet en trok brabbelend
yerder. Het arme ventje liet nu zijn
vader los en liet de joelende oploop
verder trekken; totdat het hinderlijk
geraas in de verte was weggestorven,
bleef het bleeke ventje tegen een lan
taarnpaal geleund staan.
Zou ei* op dat moment een ongeluk
kiger kind te vinden zijn geweest?
Het was begonnen te sneeuwen;
steeds dichter Yielen de vlokken neer,
zoodat een. dun wit kleed reeds de
roode daken en de kale boomen be
dekte.
Zonder aan iets bepaalds te den
ken slenterde het ventje verder door
de besneeuwde straten.
Plotseling bleef hij voor een hel
verlichten schoenwinkel staan..
Slechts een paar zulke schoenen te
bezitten! dacht hij. Begeerig keek hij
naai% binnen. Wat een massa waren
er toch in de wereld!...
Plotseling werd er een hand op
zijn schouder gelegd.
Goeden avond, Paul, hoe g
het? woeg een vriendelijke meisjes
stem. Waren, je ouders blij met de St.
Nicolaas-cadeaux? Nu moet je toch
ook nog de beloofde schoenen heb
ben, wont met die sneeuw kun je wel
waterdichte schoenen gebruiken,
Paul wist niet wat er eigenlijk met
hem gebeurde... eer hij 't zelf wist,
zat hij op een stoel in den helder ver
lichten winkel en vóór hem knielde
een vriendelijke juffrouw neer, die
hem schoenen aanpaste... schoenen
werkelijk nieuwe schoenenl
Die passen goed! hoorde hij de
juffrouw zeggen en verlegen stamel
de hij.
Ja, ik dank u, dank.
Men wikkelde zijn oude laarzen in
een stuk papier en met dit pak onder
den arm verliet hij met zijn weldoen
ster den winkel. Nog niet recht we
tend of hij droomde of waakt© staar
de hij met verbazing het vriendelij
ke, jonge zestienjarige meisje na.
Het was zoo grappig, vertelde ze
thuiskomend aan haar moeder, hij
'antwoordde op niets, maar uiit dat:
dank u, sprak aandoenlijk groote
dankbaarheid.
Haastig Liep nu Paul naar huis; hij
zou bijna zijn pleizïer hebben kun
nen uitjubelen.
Nu bezat hij schoenen en dan neg
wel zulke mooie splinter nieuwe.
0, nu zou niemand- hem meer kun
nen bespotten en plagen!
Met een opgewonden duw opende
hij de deur en buiten zichzelf van. ge
luk vloog hij zijn moeder om den
hals:
Nu heb ik schoenen, moeder,
kijk toch eens, nu heb ilc een nieuw
paar!
Laten we dankbaar zijai, mijn
jongen, dat er nog zulke goede men-
schen zijn.
Eenige dagen verliepen, waarin
Paul zich deftiger en gelukkiger dan
ooit gevoelde.
klaar op zekeren avond, toen Paul
reeds lang rustig lag te slapen en
onder zijn bedje de mooi gepoetste
schoenen stonden, stommelde zijn
vader binnen.
Geld wil ik hebben! Geld! of
anders sla ik hier alles kort en klein.
Een oogenblikje nog bleef hij door-
bulderen, toen op eens werd alles stil
vader scheen weggegaan te zijn...
Toen Paul den volgenden morgen
zijn schoenen wilde aantrekken
schrok hij hevig ze niet op de gewone
plaats te vindenze waren weg.
Hij begreep onmiddellijk wat er
was gebeurd; vader had ze weggeno
men. beleenden het geld
verdronken!
Snikkend viel hij voor zijn bed op
zijn knietjes zijn vader zijn j
nieuwe schoenen!
Nadat hij flink had uitgehuild i
werd hij kalmer.
Het was tocfi Immers rijn va
der!
Zachtjes sloop hij naar het bed
van dien snorkenden man em boog zijn
betraand gezicht}© over hem heen.
Daar Lag hij nu zijn roes uit
slapen I
- Vadietr, ach vader!
Dapper haalde Paul nu weer zijn
gescheurd© schoenen te voorschijn
uit den hoek en trok deze aan.
Zonder zijn moeder te zeggen, hoe
vreeselijk naar hij liet vond met die
oude schoenen uit te moeten gaan,
gaf hij haar een zoen en ging weg.
Reeds lang had de klok één uur ge
slagen en nog was Paul niet thuis ge
komen.
Aangstig stond de moeder aan het
venster op haar zoon te wachten
maar hij verscheen niet.
Plotseling ging de deur open «n
trad in plaats van haar zoon, haar
main binnen.
Sedert weken was hij nu voor de
eerste maal weer aan het werk ge
weest en na afloop was hij onmiddel
lijk naar huis gegaan.
Hoe ellendig en afgeleefd ziet
hij er toch uit, dacht zijn vrouw, toen
ze hem zoo met het hoofd in de han
den zag zitten.
Vrouw 1 riep hij plotseling met
heesche stem, waar is onze jongen?
Ik ik heb gisteren zijn schoenen
beleend en het geld verdronken!
Verschrikt keek ze haar man aan,
maar eer ze tijd had kunnen vinden
om te antwoorden, was de deur needs
opengestooten en twee mannen storm
den binnen, terwijl de eene voorzich
tig een jongen in den arm hield,
wiens gezicht verbonden was, maar
waar langs het bloed nog heen gut
ste.
Paul! Paul! giHe de moeder,
Paul.
Even trachtte de jongen zijn armen
op te lichten, toen zakte zijn hoofd
•achterover en bewusteloos werd hij
nu in zijn bed gelegd.
Pauls vader stond met ernstig,
angstig gelaat voor liet raam, toen
een der mannen, blijkbaar de onder
wijzer, op hem toetrad met de woor
den:
Weet u wel, dat uw zoontje veel
te goed voor u is? Toen Paul in de
pauze op de speelplaats was, tergden
en bespotten de andere jongens hem
omdat hij weer zijn oude schoenen
aan had en nadat er een op het idee
was gekomen, dat Pauls vader ze ze
ker zou hebben verdronken, riepen ze
verontwaardigd uit:
„Die schurk, die schurk!" Paul ant
woordde hierop geen woard, liep ech
ter op de jongens toe en sloeg er met
zijn vuisten op."
En indien hij ook al mijn goed
zou boleenen, dan nog hebben jullie
niet het recht hem uit te schelden
hij is toch mijn vader! gilde hij.
„Maar terwijl de jongens zich vree
selijk verweerden en op Paul lostrok
ken, viel deze met zijn hoofd tegen
den muur en nu...
De onderwijzer maakte een veelzeg
gende schouder en handbeweging.
- Maak u maai- flinke koude om
slagen, moedertje, ik zal onmiddellijk
echter den dokter halen.
En haastig verliet hij de woning.
Pauls vader 9taarde voor rich uit,
schuldbewust en in zijn ooren suisde
liet steeds: en indien hij ook al mijn
goed zou baleenen, dan nog hebben
jullie niet het recht hem uit te schel
den hij is toch mijn vader!
Schuw wierp hij een blik op het
bed, waar zijn zoontje als dood ter
neer lag en daarna verliet ook hij het
huis.
Drie dagen lang keerde hij telkens
laat in den avond eerst in huis terug.
Zeker zit hij de heele dagen weer
in de kroeg, zei Pauls moeder wan
hopig, maar Paul schudde dan zwak
jes het nog pijnlijke hoofd: „Neen
moeder, dat geloof ik niet.
Den derden dag werd 's middags de
deur voorzichtig geopend.
Terwijl Paul met gesloten oogen
vermoeid achterover in d© kussens
was gelegen, trad zijn vader op zijn
bed toe. Even sloeg Paul. zijn oogen
op:
Vader, vader! mompelde hij toen
c-n aangedaan knielde de uitgeteerde
man bij het bed neer, terwij! hij tee-
der fluisterde: „mijn beste jongen."
Verlegen haalde hij nu een pak te
voorschijn, waaruit hij een paar
nieuwe, mooi gepoetste schoenen
haalde.
-T Hier heb je ze weer terug, Paul;
hebben slechts een klein uitstapje
gemaakt en voor moeder heb ik ook
nog liet een en ander meegebracht.
Paul drukte stevig en veelzeggend
de hand van zijn vader en fluisterde
innig gelukkig en dankbaar en ook
vol vertrouwen: „Lieve vader!"
(Pr. Gr. CL)
Een merkwaardige
erfenis.
Zij is dus dood vroeg op deel-
nemenden toon een opvallend geklee-
de dame haren buurman.
Kr waren een twaalftal in het zwart
geklccde lieden In gezelschap bij
een.
Ja, mevrouw, antwoordde een in
het zwart gekleed lieer, de heer Oli
vier.
En haar testament? vroeg de
voorname dame verder.
Zal dadelijk door den notaris ge
opend worden.
Zullen we nog erven was de
derde vraag.
Dat zou ill meenen, we hebben de
meest geldende rechten, was het
vriendelijke antwoord.
Wie is die schamel eek]©ede
vrouw, 31e riob daar binnendringt
Ach, vervolgde de kleine heer la
chend, voor haar zal niet veel in het
testament staanrij is de zuster van
de overledene.
Hoe, is dat Anna, die eenige ja
ren geleden een straatarmen schilder
trouwde
Ja. dezelfde.
Zij moet toch moed bezitten, dat
zij hier een achtenswaardige familie
onder de oogen komt.
Te meer, vervolgde de kleine
heer, daar hare brave overledene zus
ter Rosalia haar niet erg lief had.
Op dat oogenblik trad juffrouw An
na in de kamer, waar de familie der
overledene bijeengekomen was. Zij
zag er bleek uit, in hare mooie oogen
stonden tranen haar gelaat toonde
reeds eenige rimpels, door de smart
vroegtijdig daarin gelegd.
Wat wilde u hier vroeg de trot-
sclie voorname dame, mevrouw de
Villeroi.
Mevrouw, sprak heel gelaten de
arme vrouw, lik wil in geen geval aan
spraak maken op een gedeelte der er
fenis, die mij niet toekomt. Ik zou
gaarne den notaris willen spreken,
om van hem te vernemen, of mijn
zuster in hare laatste oogenblikken
nog kwaad van mij heeft gesproken,
of zij mij nog vergeven heeft
Wat, u wilt dat men u vergeeft
zeide mevrouw de Villeroi op aanma
tigenden toon, u, de schandaal eener
groote familie, die met een onvernio-
genden man, een kladschilder, ge
trouwd zijt.
Hij was een braaf echtgenoot,
sprak Anna op kalmen toon, nu is hij
dood. Zijn gedachtenis is mij heilig
en ik wil hem door iedereen gei
digd zien.
En u wilt dat men u achten zal,
nadat gij, niettegenstaande den wil
van uwen vadar, een verbintenis aan
gegaan hebt, die u geheel onwaardig
was.
Mevrouw^ ik heb zooveel geleden,
zooveel geweend, dat ik hoop. dat do
goede hemel rich over mij ontfermen
zal. Hadt gij zoo als ik, de ellende en
de smart gevoeld, hadt gij zooals ik
een kind, wiens toekomstig lot u be
zorgd zou maken, zoo zoudt gij an
ders voelen en spreken.
Niets kan een fout, zooals dit hu
welijk, onder uw stand verontschul
digen, was het hardvochtige antwoord
der hoogmoedige dame.
Er trad nu een eerbiedwaardig man
als bemiddelaar op, de notaris Duval.
Hij hadt de laatste woorden gehoord
en sprak met nadruk
Maakt u deze arme juffr. Anna
geen verdere verwijten. Anna heeft
een goeden, edelen man lief gehad,
die niets dan armoede en geen be
roemden naam had. Juist daarom zal
Anna nu gelukkig zijn en geacht wor
den, ook wanneer hij in leven geble
ven was en de familie hem evenzoo
goed had loeien kennén, als ik, zijn
oude vriend.
Maar waarom is Anna hier
Omdat zij hier zijn móet, gaf de
notaris in allen ernst ten antwoord,
ik lieb haar verzocht naar hier te
komen.
Op hetzelfde oogenblik werd hot
testament geopend.
De notaris begon het testament met
luide stem voor te lezen;
Ik, Rosalia de Maury, stel het
volgende als mijn laatste wilsbeschik
king vastNa mijn dood, zal men bij
mijnen notaris 200.000 frank vinden,
teveng juwealen, goud en zilver, effec
ten, meubelen, schilderijen, dan eene
notarieeie akte over mijn villa, die
een waaide heeft van 200,000 Irank.
Ook zal men mijn gebedenboek vin
den, dat rich nog in denzelfden toe
stand bevindt, zoo als het was, toen.
ik 't kocht.
Het is mijn wensch, dat men van
deze voorwerpen drie loten maakt.
Het eerste lotde 200.000 frank.
Het tweede lothet landgoed, meu
belen met bijbehooren en juweelen,
goud en zilver.
Het derde lotmijn gebedenboek.
Ik heb mijn zuster Anna het ver
driet, mij aangedaan, vergeven en
had haar in hare smart getroost,
wanneer ik vroeger haar terugkeer
vernemen had. Ik gedenk haai- La
rnijn testament. Madame de Villeroi,
mijn innig geliefde nicht, heeft de
eerste keuze, mijn zwager, de heer
Olivier, de tweede, en mijn zuster
Anna komt het laatste overgebleven
lat toe.
Aha, zeide Olivier, zuster Rosa--
lia is zeer goed, want het is alles
prachtig ingekleed.
Anna zal dus slechts het kerk
boek krijgen, zei Madame de Villeroi
luid lachende.
De notaris onderbrak de lachende
dame.
Mevrouw, zeide hij, welk lot
kiest u?
De 200.000 frank.
Uwe keuze staat vast
Onveranderlijk.
De notaris trachtte het medelijden
der dame op te wekken en zeide
Mevrouw, u bent rijk, en de ar
me Anna heeft nietsZoudt u haar
niet dit lot laten, en u het boek ne
men, dat in het testament gelijk ge
steld is met de andere voorwerpen.
U schertst, mr. Duvalriep ma
dame de Villeroi, ik had van u de
sclierp/ nnigheól verwacht, dat u de
bedoeling onzer vereerde Rosalia
zoudt doorzien, u moest toch weten,
dat het gebedenboek Anna ten deel
zou vallen, die liet laatste lot nemen
moet.
En wat besluit u daaruit vroeg
de notaris.
Wat ik daaruit besluit... nu, zij
heeft haar zuster te verstaan willen
geven, dat zij op deze wereld slechts
door berouw en gebed hulp verwach
ten kan.
Heer Olivier, zoo wendde rich
heer Duval tot den zwager dar over
ledene, zelfs wanneer de overledene
voornemens was geweest har© zuster
Anna te bestraffen, zoo was het een
edele daad van u als millionair, een
deel van uw lot aan de arme Anna af
te staan, die het zoo zeer noodig hoeft.
- Dank u voor uwen goeden raad,
mijn waarde Duval, zeide Olivier. Het
landgoed grenst aan mijne bosschen
en post voor mij voortreffelijk, daar-,
Wj JS he# oiteteEeöt! gemeubileerd.
En wat de sieraden van zuster Rosa
lia betreft, is dit een aandenken, dot
men niet weggeven mag.
Nu het eenmaal zoo is, sprak de
hot ar is zich tot Anna wendende, zoo
ontvangt u, mijn arme Anna, het ge
bedenboek, dat alleen nog over blijft.
Anna nam het oude boek hairer zus
ter in ontvangst, kuste het en gaf het
haren kleinen blauwoogigen zoon om
het te kussen.
Hier, mijn kind, kus het boek
uwer arm© gestorven tante, die je
zoozeer zou lief gehad hebben! wan
neer ze je gekend had.
Het kind drukte de roode lipjes op
het oude boek, maakte het slot los en
opende het.
Och, mama! riep het kind, wat
zijn daar mooie plaatjes in!
Zoo! zeidie de moeder van geluk
stralend over de vreugde van haren
lieveling.
- Maar,, mama, waarom heeft men
toch zijden papier daarop gelegd?
- Opdat de plaatjes niet beschadl-
- Maar, mama, waarom zijn er
dan zoo vele stukjes zijden papier om
ieder prentje?
De moeder zag het en slaakte-
een kreet. De notaris zeide tot de aan
wezigen:
- Houdt u kalm! het heeft niets te
rekenen, daarbij men sterft er niet
van. Hoor, eens, klein© man, liet hij
er op volgen, nadat hij het oude kerk
boek uit de handen van het kind nam,
f mij dat, gij moogt de plaatjes er
uit scheuren.
De erfgenamen verwijderden rich,
intusschen duizend meeningen uit
sprekend over den grooten schrik en
d© ontsteltenis van Anna en de vrien
delijkheden, welke de notaris haar
bewees.
Een maand later troffen zij Anna
en haren zoon, beiden eenvoudig doch
goed gekleed, teen zij in een rijtuig
gezeten waren met twee paarden be
spannen. Zij (de erven) wonnen in
lichtingen in en vernamen, dat Ma
dame Anna een huis voor 200.000 fr.
gekocht en haar zoon door de beste
leermeesters liet onderwijzen.Dit was
als een donderslag aan een helderen
hemel voor de erfgenamen. Madame
de Villeroi en mijnheer Olivier bega
ven rich op zekeren morgen naar den
notaris.
De goede Duval werkte voor zijn
bureau gezeten.
Storen wij u misschien? zeide de
trotsche dame. Het heeft niets te be-
teekenen. Ik wilde alleen de aange
kochte staatspapieren in orde bren
gen van madame Anna.
Wat? riep Olivier, zij heeft nog
kapitaal, nadat zij zich een équipage
heeft aangeschaft en haar huis zoo
tijm heeft ingericht.
- Het is zoo.
- En waar heeft zij al dat geJd
vandaan?
Hoe! U zult dat niet bemerkt
hebben?
Wanneer?
Toen zij dien gii gaf, als zij in
dat oude geërfd© boek zag.
Wij hebben niets gezien.
Ach, ik dacht dat u het wist, zed
de notaris op schalkschen toon.
Het boek bevatte vijftig plaatjes en
ieder plaatje was in tien banknoten
van duizend fres. gewikkeld.
- De arme Anna heeft dus 500.000
fres. geërfd?
Verschrikkelijk! zeide Olivier als
door den bliksem getroffen.
- Wanneer ik dat geweten had,
•riep madame de Villeroi woedend.
- U had toch de keus, Let de nota
ris er op voigan, en ik heb u zelf ver
zocht het gebedenboek te nemen;
maar u hebt er geen gevolg aan ge
geven.
Wie kon nu ook denken,, dat men
in een oud boek zulk een gr ooien
schat zou vinden?
(Centr.)
DE DAMES DER ENGELSCHE
ARISTOCRATIE
vinden er weer een toenemend beha
gen in, allerlei zeldzaam gedierte en
zoölogische specialiteiten tot den rang
van huisdieren te verheffen.
Zoo houdt de markiezin van Marl
borough zich onledig met hét fokken
en dresseeren van slangen en pelika
nen. Lady Warwick, de socialiste on
der de aristocratische dames, begun
stigt uitsluitend witte dieren ze be
zit ,e©n witten olifant, witte pauwen
en een witten papegaai, die meer
dan 100 jaar oud moet zijn.
Lady Cadogan heeft een uitgebrei
de slangenverzanieling en laat zich
dikwijls kieken, omstrengeld door de
griezelige lijven van haar lievelin
gen.
Lady Cottenham heeft een zwak
voor allerlei mormels, lady Churchill
voorzag zich onlangs van een leven
den krokodil, lady Hope >s eigenares
van een Scnegalschen aap, miss Ros©
Hobbard bezit ©en zeldzame ganzen-
verzameling en miss Rosa Boughton
schonk haar liefde aan een.... hyena,
welke zij onlangs in Konstantinopcl
aankocht
BIILIJK VERLANGEN.
Dochter, zingend „Meinie Ruh ist
hin...."
Vader (ontwakend uit rijn middag
dutje) „Laat mij dan tenminste a©
mijne I1'
HIJ HAD HOOP.
A. Hoe gaat het met de rbou
rn athiek
B. 't Is niet veel minder, maar
ik heb toch hoop.
A. Hoezoo
B. - Kijk, 't begon bij m'n voeten,
en nu zit 't in mijn schouders. De
volgende week zal het wel in m'n
hoed zitten, denk ik.
D,
-«.i..
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
ftlle correspondentie, deze rubriefi,
Ibetreffend©, gelieve men te richten
aan den Heer J. Meyer, Kruisstraat
34. Telephoon 1543.
FANTA1SIE-PROBLEEM No. 63
van X. Y. Z.
Zwart
47 43
Wit
Zwalrt schijven op2, 7, 8, 13, 18, 24, 28, 29 en dammen op 16 en
Wtt schijven op6, 11, 17, 19, 30, 35, 40, 41, 45, 47 en 49
Oplossingen worden ingewacht
uiterlijk Woensdag 7 Juli a. s. aan bo
vengenoemd. adres.
Oplossing van probleem No. 59 van
dien auteurWit 35 - 30, 29 - 23,
33 - 28, 23 - 18, 19 30, 24 2, 2 35
Goed opgelost door de hoeren L. F.
Wdeganan te Scheveningen, Joh.
Blom, R. Bouw, P. Geldorp, J. Jacob-
son Azn.D. G. Koning, W. J. A. Mat-
La, C. Serodini, J. F. Spanjaard, F.
Th. Timmei', Patrizio Ottolini, F. M.
v. <L Werif, P. J. Eype.
Oplossing van probleem No. 60 van
den auteur Wit 32 - 28, 45 - 40,
21 - 17, 33 - 28, 29 40, 34 5 1
Goed opgelost door de heeren L. F.
Wiegman te Scheveningen, Joh.,
Blom, R. Bouw, P. Geldorp, J. Ja-
cobson Azn., D. G. Koning, W. J. A.
Matla, Patrizio Ottolini, C. Serodini,
J. F. Spanjaard, F. Th. Timmer, F.-
M. v. d. Werff, P. J. Eype.
Van de problemen 57 en 58 ontvin
gen we ook nog goede oplossingen
van deal heer Patrizio Ottolini.
GEWIJZIGDE CENTRUM-OPENING.
(Vervolg.)
Stand na 41 - 36 van Wit
(Zie vorige rubriek.)
Zwart
Wit
Indien Zwart nu 5 - 10 speelt, dan
Wit 49 - 44, welke variant straks vol
ledig wordt uitgewerkt. W it mag ech
ter dan niet afruilen met 27-21 enz.,
daar dit minder krachtig is.
Zou Zwart S - 12 spelen (zie dia
gram), dan volgt:
27-21 16 27
31 11 6 17
28 - 22 1
Slaat Zwart nu 17 28 dan
volgt em der vele schoone slag-zetten,
welke gedurig in dit sped ontstaan,
bijv.
17
18
26
24
25
33 22
32 21
34 - 29 I
36 27
40 71!
Zwart is dus verplicht om 18 27
te slaan, waarna volgt: Wit 32 21
met betere stelling
De zet 6 - 11 (zie diagram) is slecht,
omdat hierop onmiddellijk zou vol
ui
27-21 16 27
32 12 23 41
12 23 26 37
36 47 19 28
30 10 en 33 22
Zou Zwart afruilen met 24 - 29 (zie
diagram) dan ontwikkelt zich weder
schoone slagzet, als volgt:
33 24 20 29
27-21 16 27
31 11 6 17
37-31 26 37
32 41 23 32
34 21 25 34
39 30 11
Zwart is dus verplicht, om 17 - 21
te spelen (zie diagram), waarop even
wel volgt
27 22 18 27
31 221
Zou Zwart nu 8 - 12 (A) spelen, dan
volgt weder em schoon© slagzet, bijv.:
37 - 31 26 37
32 41 23 32
38 27 21 32
34 - 29 25 23
43 - 38 32 - 34
40 71!
(A) Op Zwart 24 - 29, volgtWit
33 2-4, Zwart 20 29
39 - 33 14 - 20 of 8 - 12
om geen schijf te verliezen. Op deze
variant komen wij breedvoerig terug.
(A) Er blijft dus over de zet 6 - 11,
waarop Wit vervolgt met 49 - 44
Nu is Zwart verplicht, om af te rui
len met 24 - 29 want 11 - 17 of
8 - 12, doet onmiddellijk een schijf
verliezen, hetgeen duidelijk is te
zien, en op Zwart 5 - 10, volgt weder
em brillante slagzet, bijv.
5 - 10
37 - 31 26 37
32 41 23 32
38 27 21 32
22-18 13 22
33 - 29 24 33
39 61!
(Wordt vervolgd.)
De Haarlemsche Damclub houdt
har© bijeenkomsten iederen Maandag
avond A an 8 tot 12 uur in Café Suisse
Smedestraat 19, (ingang naast het
Café).
Liefhebbers Aan het damspel zijn
daar steeds welkom.
DAMMEN.
NATIONALE CLUB-WEDSTRIJD OM
HET KAMPIOENSCHAP VAN
NEDERLAND.
De twee afgebroken partijen in de
4© ronde, tusschm d© heeren A. D.
Querddo ©n M. Snijders van Amster
dam tegen J. Bouwes en M. Groot van
Edam, zijn door eerstgenoemden ge
wonnen, waardoor de stand werd
.Amsterdam" 17 en Edam 7 punten.
Zondag 1.1. had in Café „de Pool"
te Amsterdam de laatste ontmoeting
plaats. Onder buitengewone belang-
Voormiddag,"
pun i
Zaandam wit
stelling Averd deze eindstrijd afge
speeld, en prachtige partijen kwamen;
te voorschijn.
Na de ochtend-ronde werd gezamen
lijk gedineerd, en hierna eene opna
me gedaan van het geheel© gezel
schap. Dat hierbij onze Hollandscha
nestor, de 80 jarige heer K. Bouwes
van Edam, niet ontbrak, spreekt van
zelf, maar ook uit achter-Zeeland,
Utrecht, Zuid- en Noord-Holland, Ava-
ron zelfs belangstellenden overgeko
men, om dezen serieusen wedstrijd te
volgen, waarvan de uitslag werd;
7e ronde
Amsterdam zwart
1 G. Fris
0
2
C. H. Broekkamp
2 L. Kieviet
0
2
L. J. Content
3 Jb. Ris
1
1
M. Snijders
4 K. Post
1
1
S. Abrain.
5 S. Troost
0
2
A. D, Queridö
6 K. Vink
0
2
A. Turkenberg
Totaal punten
T—
10
arlem wit
Edam zwart
pun ten
J. Meyer
0
2
D. Kikke
G. P. Heek
2
0
N. Bouwea
H J. Fortgens
0
2
W. Groot
D. G. Koning
0
2
J. Bouwes
C. Serodini
2
0
J. J. Pias
B. Gabriel
0
2
M. Gortemulder
Totaal punten 4—