BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
De proef.
87s Jaargang.
ZATSBDAG 10 JULI 19C9
Ho. 798 T.
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEM'S DAGBLAD KOST
f8.20 PER 3 MAANDEN
OF SO CENT PER WEEK.
ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55.
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJM
ADVERTENTIÊN DOELTREFFEND.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT.
Rubriek voor Vrouwen
StrandtoÜetten. Modellen.
Stoffen. Kinderpakjes.
Hoeden. Kapsels
De vacantia nadert en daarmede
de tijd, waarnaar zoowei volwasse
nen als kinderen het geheolo jaar
♦erlangend uitzien.
Dg stadbewoners besluiten er
tea tij Js toe in de vacanlie het stof
der steden aan het strand ai
schud len, en rust te zoeken Lu e>
nabij gelegen badplaats. De kinderen
genieten reeds in het vooruitzicht
van het graven en schoppen in het
zand in bun, droomen zien zo reeds
de bergen van het witte, zuivere
zand, waarop ze hun driekleur plan
ten, de emmertjes met schelpen vul
len, de warme voetjes in den zilten
vlood af Koelen en tal van andere go-
nietelijLheden, als ezeltje rijden, of
eein toer in den bokkenwagen. Zoo
wel voor grooten al» kleinen heeft
oen verblijf aan zee groote attractie.
De vrouwen hebben nu de handen
Vol met her. in orde brengen van hare
garde-robe en die dei- kinderen, ter
wijl men bij de naaisters slechts te
leurstellingen ondervindt over het
lange wachten naar een dunne blou
se, lichten rok of ongevoerden man
tel.
De zomer Liet zich ten opzichte van
het weer, dit jaar zóó ongunstig aan
zien, dat men zich met het maken
van de noodige toebereidselen woinig
haastte en d«Q verschillende uitver-
koopen afwachtte, om daarvan te
kunnen profiteeren
Ta! van vragen kwamon de laatste
weken in, naar aanleiding van som
mies mode-artikelen, waarbij men do
blouses dood verklaarde Ik kan mi,
ne geachte lezeressen echter gerus
stellen met de mededeeJ'ing, dat de
blouse „onsterfelijk" is hoe
ook tegen haar moge ageeren.
lort geruimen tijd werd de blou
se slechts geduid ter completeermg
van het tailleur-costuum, met an
der woorden, men vond haar slechts
goed senoeg om onder een mantel
gedragen te worden maar zoodra
de Juli-zo.i haar verzengende stralen
de*t ge\oelen, ziet men de luchtige
batist en linnen blouse, en do rijkere
guipure blouse zonder mantels dra
gen, zij het dan ook in dein vorm van
onóe.-blcuse bij de robe-pr in cease, of
als hnVe blouse bii den empire-rok
met bretelle carneering.
Ann bet strand is wit de aangewe
zen dracht het kleedt flatteus en Ls
weinig kostbaar, omdat het niet door
de sterk bleekende zeelucht bederft,
z> 's zulks met alle fijne mode
kleuren bet geval is. Het wit wordt
aan het strand niet spoedig vuil, en
eenmaai gewasschen, ziet het er we
derom ais nieuw uit.
Naast de witte toiletten nemen de
mousselinen en foulards dit jaar
eerste plaats in. Mousseline, met aan-
geweven randen, die ter garneering
benut worden, tenzij men ze met
kanten err.tre-deux versiert, is
prettige dracht voor de wanne da
gen.
In de foulards brengt men dit jaar
nieuwe kleuren en nieuwe dessins,
het wordt veel robes princesse ver
werkt, met kanten onder-blouses of
tule guirr.pes.
Men zie' ook robes princesse van
wit cheviot, waaronder half blouse
van vvit'e tule of kant gedragen wor
den. Mocht men in het begin van den
zomer de robes princesse slechts met
sleep ingericht zien, thans worden
deze modellen ook voetvrij gebracht
daar de moderne vrouw z)icii niet
slaafs onderwerpt aan eene mode, die
haar las tic is, en zoo ziein we dus de
sleepjapon opnieuw in de salons te
ruggedrongen terwijl de voetvrije
rok onze wandelingen siert. Men kan
zich trouwens niets onbevalligers den
ken dan eene vrouw, die in de eene
hand parasol en réticule, in de an
dere haar sleep draagt, om daarbij
nog,niet te spreken van de „faux
pits", die door dat opnemen van rok
ken noodzakelijk ontstaan.
Jonge meisjes, wier figuur nog nlett
tot volkomen ontwikkeling gekomen
Is, raad ik aan geen rob© princesse
te dragen, doch liever de empire-rok
mei bretel gameering.
Aan het strand zijn de witte wollen
mantels bijzonder aan te bevelen, ze
zijn -?chter alleen geschikt voor lan-
f>e- slanke figuren en voor jonge
medsjês. Voor vrouwen op rijkeren
leeftijd hebben ze iets ongekleeds, om-
dot ze onwillekeurig aan het sport-
loiiet doen denken, waaraan ze trou
wens hun ontstaan te danken bob
ben.
Kleine meisjes dragen dit ja-ar, be
halve wit batist en cheviot jurken,
gekleurd mousseline met witte on
der-blouses. De aardig k le oden de ma
trozenpakjes zijn tijdelijk op den
achtergrond gedrongen, men ziet ze
dit jaar veel minder dan anders hei
gov al was.
Met de hoeden is mien thans tot een
uiterste gekomen, want grooter kun-
de modellen moedlijk worden I
Onnoodig te zeggen, dat deze reuzen-
hoeden dito kapsels verlangen, om
althans eenigszlns tot hun reóht te
komen. Het la daarom een goede tijd
voor kappers en post/icheurs, want
het is beslist onmogelijk, om met
eigen; haar een modern kapsel tot
.stand te brengen. Tal van losse krul
len, rollen, enz.f*zijn daartoe noodig,
terwijl het eigen haar met de friseer-
taniig in breeds golven gebrand moet
worden.
MARIE VAN AMSTEL.
Het Rijke Natuurleven
VAN EEN MOOIE RUPS EN EEN
AARDIG VLINDERTJE.
Do liefhebbers van bloemen, vogels
en insecten hebben voor bijna iedere
maand van liet jaar een bepaalde
reeks van werkzaamheden op liet
programma staan.
Ieder jaar worden zoo de verschil
lende waarnemingen herhaald, waar
door do getrokken conclusies onhoud
baar blijken of bevestigd worden.
Zoo moeten wij in dezen tijd altijd
een bezoek gaan brengen aan de dui
nen om de mooie, wonderlijk geklour
de rupsen van den Jacobsvlinder te
gaan bekijken.
Deze week lokte het weer niet erg
uit, maar als wij daarmee in dezen
zomer rekening walden houden zou
den bus en flora wel opgeborgen kun
nen worden.
De buien en buitjes trotseerend trok
ik dus den Bloeinendaalschen weg
op, om bij O verveen, langs liet station
de duinen te bereiken.
Wat vond ik het jammer, dat het
weer zoo weinig meewerkte. Op dat
oogenblik was het voor mij zoo erg
niet, maar ik kon bijna wel als zeker
aannemen, dat heel wat menschen
zich door de nattigheid zouden laten
afschrikken en dit vond ik te betreu
ren, toen ik die weelderige duinve
getatie aanschouwde. Wel zal do wa
terleiding heel wat hebben bedorven
wel zal het er vroeger mooier en rij
ker hebben uitgezien, maar dit gemis
kan ik niet betreuren, omdat ik het
bezit niet heb gekend.
Voor mij bieden de duinen nog ge
noeg mooie plekjes aan, voor mij is
er hoe vaak ik er ook kom, genoeg te
vinden, genoeg waar te nemen, om
miet vreugde steeds weer die begroei
de hellingen en vochtige pannen op
te zoeken.
Overal in het druitn verspreid, vdn-
den wij de forsche, snelgroeiend©
plant die ouder de botanici Senecio
Jacobea, ondier de Leekon Jacobs
Kruiskruid wordt genoemd, en die
door zijn gele, op madeliefjes gelij
kende bloemen nog al gauw opvalt.
Kent gij onze plant niet? Heb dan
even geduld.
Ik zal u een onfeilbaar middel aan
de hand doen om deze merkwaardige
composiet met haar tweevormige
bloemen te loeren kennen.
Determineeren is niet noodig, dit
houdt ons nog te lang op, wij zullen
de plant vinden, door te zoeken naar
haar ongenoode gasten. Gij allen hebt
ze wel eens op uw wandelingen
zien, die mooie geringde rupsen.
Meestal zitten zij met heele troe
pen, soms wel twintig tot dertig bij
een, op de bladeren en bloemen der
ten doode opgeschreven plant. Het
pakje dat zij diragen, valt genoeg op.
Oranjegele ringen worden afgewis
seld door fluweelilg zwarte banden en
die afwisseling is zoo regelmatig, en
die kleuren zijn zoo bijzonder, diat de
rups reeds op verren afstand zicht
baar is. Het groote aantal verhoogt
het in 't oog loopen dezer dieren na
tuurlijk nog in sterko mate, zoodat
wij niet heel lang behoeven te zoe
ken.
Die rups nu ls de Zebrarups, de
plant die haar tot woonplaats ls aan
gewezen, is het Jacobs Kruiskruid.
Deze plant gelijkt in bouw zooveel
op de pas behandelde paardenbloe-
men, dat ik daarover ldever maar
zwijg, die rups echter is een interes
sant diertje, waarover al heel wat is
hreven en gepraat. Het is n.l. d©
kleur over welke nut of schade men
het nog niet geheel eens ls kunnen
worden.
In enkele opstellen sprak ik reeds
over de beschermende kleuren von
verschillende dieren, kleuren, die
vaak passen hij de omgeving. Vinden
de aanhangers van deze mimicrithe-
orie, zooals ze genoemd wordt, n.u
weer een mooi voorbeeld, dan Ls er
blijdschap in de gelederen en ieder-
is verrukt over de wonderlijke
working der natuur.
Mét de Zehrarups zitten zij natuur
lijk wat vreemd te kijken. Dat dier is
met alle beschiermingstheaii ën In
Strijd en bijna geen enkele rups valt
zoo spoedig in het oog als juist deze.
Men beeft er nu echter wat tunders
op gevonden. Men neemt aan, dat
dier juist door zijn opvallende kleur
wordt beschermd. Dat geel met zwart
wordt schuwkleur genoemd en nu
meent men, dat geen enkel dier deze
zonderling gekleed© dieren aandurft.
Zelf heb ik vaak naar zoo'n groep
je zebrarupsen zitten kijken. Eens
heb ik vijf kwartier zitten wachten
op vogelbezoek maar nooit heb ik op
gemerkt, dat d© kleine veelvraten
werden verorberd.
Daarna heb ik een vijftal dezer die
ren meegenomen en twee er van ge
lijk met een paar meel wormen aan
een merel van een mijner kennissen
gevoerd.
Het resultaat was bevredigend, zoo
niet verrassend. De zwarte zanger
hipte spoedig ais naar gewoonte op
den bodem der kooi, keek met groote
oogen naar het vreemde voedsel,
Vloog weer op den stok, maar kon
de verleiding toch niet weerstaan.
Hij moet toch bepaald iets vreemds
in di© kleur hebben gezien.
Na lang heen en weer springen
werd mtet een vlugge, angstige bewe
ging d© eerste meel warm weggepikt,
en na eenigen tijd volgde no. twee.
De honger was nu wel wat gestild
maar de nieuwsgierigheid nog niet
bevredigd. Een paar malen werd
weer om de vreemde gasten heen
wipt maai* lust tot den aanval ver
toonde onze vogel niet. Den volgen
den dag veranderde dit. Het begin
was weer hetzelfde, de meelwormen
werden het eerst geprobeerd en ein
delijk werd angstig vlug een snelle
beet gedaan naar zoo'n zonderlingen
kruiper. Of dit diertje te zacht scheen
of dat de smaak niet meeviel weet ik
niet maar doorslikken durfde de vo
gel onze zebrarups niet en weldra
lag deze, half dood in liA zand op
den bodem. Ook de kippen, waarbij
ik het probeerde waagden het niet,
zoodat het verhaal van de schuwkleur
werkelijk eenigen grond schijnt to
hebben. Er zijn echter voel gevaarlij
ker vijanden dan d© weinige groote
rupsen verslindende vogels en deze
trekken zich van kleur of vorm voor
zoover ik kon nagaan, niets aan. Dit
zijn de sluipwespen. Niiets weerhoudt
deze kleine rupsenverdelgers en te
gen ben bieden de gele en zwarte
banden niet de minste beschutting
aan. Jaarlijks vallen dan ook heel
wat rupsen als slachtoffers dezer ge
vleugelde moordenaars. Zij, die er
aan ontkomen, zijn zoo ongeveer in
het laatst van Juli of het begin van
Augustus, in koude zomers iets later,
volwassen. Traag zitten zij dan op
de bijna geheel kaal gevreten plan
ten.
Eetlust hebben zij niet meer. Zij
vulden hun korte leven geheel met
het verwerken der bladeren, voor
niets, zelfs niet voor de planten en
bloemen uit hun naaste omgeving
voelden zij wat.
Nu is het einde nabij en na ©enige
igea zijn de mooi gekleurde dieren
veranderd in korte, eveneens licht en
donker geteekende poppen. Deze
overwinteren onder de voedsterplant
of een klein eindje onder do opper
vlakte in het losse zand. Een cocon
maken de rupsen niet, hoogstens
spinsel van enkele draden. Zoo is
meteen verklaard, dat in September
geen enkele Zebrairups meer wordt
gevonden. Allen zijn verpopt of door
sluipmoord gevallen.
Heel vroeg in het jaar, zoo onge
veer April of Mei vliegen dan de
prachtige vlindertjes rond. Deze hebt
u allen wel eens geaien.
De bruingrijze boven vleugels heb
ben prachtige roodo vlekken, terwijl
de achtervleugels geheel die moode
kleur vertoonen. Eigenlijk behooren
zij tot de nachtvlinders maar over
dag vliegen er heel wat rond. De be
vruchte wijfjes leggen kleine hoop
jes eieren op de dan nog jonge plan
ten van het Kruiskruid en enkele
weken daarna begint de nieuwe ge
neratie haar vernielingswerk.
H. PEUSENS.
VRAGENBUS-
Mevr. V. d. L. te H. Van bevoog
de zijde, ik heb het niet bij onder
vinding, verneem ik, dat de door u
opgenoemde groenten uitstekend kun
nen warden gedroogd. Het best ge
schiedt dit in de felle zon. Als u ze
dan tot den winter voor vocht be
hoedt en ze voor het gebruik even in
lauw water zét, blijft de smaak be
houden.
Den Heer N. te' H. Slakkeö kim
men gemakkelijk warden verwijderd.
Strooi tegen den avond ongebluschte
kalk om uw bloembedden of op de
plaatsen, waar zij het meest voorko
men. Deze stof trekt gemakkelijk
vocht aan en hiertegen zijn de, bijna
geheel uit water bestaande dieren
niet gewapend.
II. PEUSENS.
Gewonnen.
Nu zijt ge natuurlijk vreeselijk
boos op mij, zei Xandra Geltern met
een goedig spotienden blik op den
jongen officier, die na een plotselinge
uitbarsting van zijn liefde en het
koele antwoord, dat hij daarop had
ontvangen, zoo volhardend zwijgend
onder de vlierstruiken van don win
tertuin zat en beproefde de smalle
punten van haar bleek-lila schoentje
met de "oogen vast te nagelen.
Neen, antwoordde hij, maar het
was slechts een half verstaanbare
klank.
Neen Maar zet dan ook niet
zoo'n doodongelukkig gezicht, beste
vriendHet past niet bij uw kinder-
oogen. O. o I Wat een melancholie
ke blik I Zal ik u eens wat vertellen,
meneer von Witzlow Ge acht mij
veel te ernstig I Dat bekomt ons bei
den niet goed I
Kan men de vrouw, die men be
mint, ooit te ernstig beschouwen
vroeg Witzlow mokkend.
Ta-ta-ta! Nu komt hij weer met
de groote liefde. Ge moet niet den
ken, dat ik aan uw liefde Lwijfei. In
tegendeel, ik ben overtuigd, dat go
overtuigd zijt mij te beminnen
maar ge vergist u in de eerste plaats
in mijMenschen als ik, die altijd
gevaar loopen van naar aanleiding
van de schatting der belastingcom
missie getrouwd te worden...
Gravin 1
O wilt ge mij zelfs niet laten
uitspreken? Ge zult natuurlijk zeg
gen al was je een bedelkind, ik zou
je toch beminnen....
Zeer zeker, mompelde Witzlow.
Hm. Jammer, dat we niet do
proef op de som kunnen nemen, zei
ze met kalmen spot. Maar openhar-
gpsprokon, het zou mij te gewaagd
zijn. Edel wild, zooals ik en mijn be
klagenswaardige zus teren in liet ka
pitaal, zijn wantrouwend,
vriend, en laten de illusie van
huwelijk uit liefde aan minder met
aaixLsche goederen gezeg enden over.
En men schikt zich met gratie in de
koelere wereld der berekening.
En aldus redeneerende, gravin,
zult ge ook eens trouwen vroeg Rex
von Witzlow sarcastisch.
Wel natuurlijk. Maar voorloopig
denk ik er nog niet aan. Ik heb veel
meer gevoel voor mijn paarden dan
voor uw geachte broeders. En >k J^en
zeker, dat ik eens slechts den man zal
huwen, die dit gevoel ook in groote
mat© bezit, een gevierd© overwin
naar op de renbaan zou waarschijn
lijk de meeste kansen hebben. Sport-
belangen en do reizen, die daaraan
verbonden zijn, de in zekeren zin ka
meraadschappelijke verhouding, wel
ke ze eischen, ziet ge, beste vriend,
dat zou voor mij een veel meer ver
trouwen wekkende ba9ls voor mijn
huwelijk zijn, dan al uw schoone, ge-
loovige Liefde.
Gravin, een vraag. Rex von Witz
low was opgestaan. Ik hoop, dat ge
uw verbluffende openhartigheid ook
nu trouw zult blijven,
Zeker.
Mooi. Ge spraakt straks van een
gevierd overwinnaar op do renbaan,
d'e bij u die u bedoeldet ge met
dien held graaf Goetz, die met mij in
hetzelfde regiment dient
Xandra Geltern draalde eenige
oogenblik ken met het antwoord.
Welnu en als het zoo was?
Zijt gij de prijs, gravin, naar
welken hij met zooveel zelfver trou
wen d'ngt, waarop hij bij elke nieuwe
overwinning zinspeelt?
Ik weet niet, of hij dat doet, zei
Xandra bedaard. Maar liet is wel mo
gelijk. Het schijnt dat hij mij juister
schat daai gij, beste vriend.
Ik weet niet, gravin, of ge reden
hebt hem daarvoor dankbaar te zijn 1
Hij sprak er ook nog van, dat de eerst
volgende overwinning bij de wedren
nen te Arlsferne voor hem de beslis
sende zou worden. Heeft hij het recht
om zoo te spreken
Hij weet, dat hij dan op zijn ge
bied geen mededinger heeft, zei Xan
dra Geltern glimlachend. Dat is alles.
En als ik hem overwon
Xandra richtte zich op en keek den
vrager uiterst verbaasd in het ge
zicht, dat bleek was van ontroering.
Wat gij" Gij zoudt Gij ver
klaarde een vijand van de rensport,
neen maar, diat is kostelijk I
Wat ik voor mij wil of niet, komt
thans geheel niet in aanmerking,
sneed hij haar het woord af. Go ge
looft mij niet, als ik u zeg, dat ik u
bemin, gravin, ik kan u op 't oogen
blik géén bewijs leveren maar aan
dezen man laat ik u niet zonder
strijd.. En ge zult eerlijk uitspraak
doen, daar uw hart immers, naai* ge I
beweert, niet mee In 't spel is. Ge I korte bocht terug naar de ongeluks-
bebt mijn enersrle te laag geschat. Ik plek bij de horde, sprong er af en
sLrijd met uw wapens, daar ge de
mijne niet wilt erkennen. Ge zult moe
ten toegeven, dat dit geheel overeen
komstig do regels der ridderlijkheid
is. Afgesproken dus?
Ben oogenblik keken ze elkaar inde
oogen. Toen legdo Xandra Geltern
met een vroolijken glimlach haar
smalle, maar gespierd© hand in die
van den man.
Afgesproken. Aan den overwin
naar do prijs. Ik wensch u toe, beste
vriend, dat het loon den inzet waard
is. Ge strijdt om een vrouw en wint
eventueel een grilligen, altijd geprik-
kelden, harteloozen bundel zenuwen.
Het behaagt u de liefde te verge,
ten, gravin, merkte hij sarcastisch
op.
Ah, juist pardon. Het zal nooit
meer voorkomen. Dus, tot weerziens
waarde vriend, In Al9feme.
Het was een heerlijke dag, toen de
eerste voorjaarswedrennen de voor
name wereld op het sportterrein bij
eenbracht. D© officieren van de om
liggende garnizoenen waren bijna
voltallig verschenen en van de land
goederen kwamen do equipages vlug
achter elkaar annrollep, onder
eerste het elegante rijtuig van de
jonge gravin Geltern, die met haar
juffrouw van gezelschap van het slot
Rabignok kwam.
Ook op de zadelplaats had men
haar konmt opgemerkt. Een der offi
cieren, die mee zou rijden, lang
mager als een Arabier, ging, terwijl
hij de rijzweep spelend in de hand
hield, do jonge dame begroeten.
Luitenant von Römer sloeg do klei
ne scène gade en draaide zich naar
Witzlow om.
Wil je hem met opzet het terrein
vrij laten? vroeg hij half luid.
W'tzlow keek omerschillig rechtuit
en gaf geen antwoord
Beste jongen, zei Romer op over-
redendon toon, je bent een slechte ko
mediant. Van het trainen alleen ben
je niet zoo broodmager geworden
deze miserable zaak pakt jo erg aan.
Wees verstandig en neem wat van do
onbeschaamdheid van Goetze over.
Die heeft van zijn standpunt volko
men gelijk. Of die over een zenuvvach.
tig paard de baas wordt, of over een
excentrische vrouw, dat is hem pre
cies hetzelfde.
Goetze en ik zullen wel nooit in ons
leven van hetzelfde standpunt uit
gaan, zei Witzlow scherp.
Römer haaldo do schouders op.
Nu mijn jongen, ik wensch je
het beste. Dat je van mij bij de wed
rennen van vandaag niet veel t© vree
zen hebt, dat weet jo. Ik ben al mijn
leven oen ongeluksvogel geweest en
waag niets dan mijn eigen nek. Bij
jou zit echter ook hot hart mee in
den zadel en dat is altijd een onnoo
dig overwicht.
Graaf Goetze nam afsclieid van Xan
dra Geltern. De lurnd, dio ze hem
reikte, was ijskoud, maar het heerlij
ke ovaal van haar gezicht had den-
zelfden paarlemoerglans van altijd en
haar schoon©, kalm© glimlach bleef
haar trouw. Haar oogen echter zoch
ten
De jockeyritten gingen voorbij, zon.
der dat ze er belangstelling voor ge
voelde ze bemerkte nauwelijks wie
overwinnaar was. Ook onder de tal
rijke over'ge toeschouwers bespeurde
men eerst een belangrijke opgewon
denheid, toen het heerenrijden be
gon.
Het begin was uitstekend een paar
seconden lang vormden do ruiters bij
na één lijn; daarop nam Witzlow's
donkerbruine do leidingdicht ach
ter hem kwam de vos van Goetze, kop
aan kop met de „Romance' van lui
tenant Römer. De eerste hindernis.
„Romance" was nerveus. Ze drong
het paard van Goetze voorbij en nam
in spelende lancades het veld en dicht
voor de laatste horde schoot ze den
donkerbruine van Witzlow voorbij,
die nog in volle kracht een paar se
conden achter de reeds totaal uitge
putte „Romance" bleef.
De laatste horde..
Xandra Geltern sloot instinctmatig
de oogen. Ze had het gevoel van iets
vreeselijks, wat daar plotseüng moest
gebeuren, en op eens ging er een
golf van ontzetting door de men
schen, men hoorde enkele kreten
bijna met geweld opende Xandra Gel
tern do oogen.
.Romance' lag, krampachtig met
de pooten slaande, onderst boven en
had haar meester onder haar begra
ven en op enkele strepen achter haar
reed Witzlow op den donkerbruine
hij moest over haar heen, of viel
evenals zij....
In koortsachtige opgewondenheid
waren allen opgesprongen ook Xan
dra had zich in volle lengte opge
richt het was haar, alsof ze alles
door een nevel zag. Met een prachti-
sprong nam de donkerbruine do
gevaarlijke hindernis en kwam dicht
bij den gevallene neerze had nu de
leiding en moest die behouden. Maar
Xandra greep met beide han
den krampachtig naar een steun. Wat
deed hij Wat deed hij
Witzlow draaide het paard met een
knielde bij zijn kameraad neer, <T?'
zich in het gelTeel niet bewoog. 1*^.
zag zelfs niet om, toen graaf Goetze's
vos als overwinnaar den eindpaal
voorbijvloog.
En ook Xandra Geltern had daar
voor geen oogen. Onbeweeglijk stond
ze daar met een doodsbleek gelaat en
zag, hoe Rex, over zijn vriend gebo
gen, hem trachtte te helpen, tot er
van do zadelplaats hulp kwam hoe
hij het hoofd van den bewustelooze
ondersteunde en op zijn arm liet rus
ten en met de tecderheid eener moe
der zorgde, dat geen schok hem pijn
kon doen.
Langzaam; heel langzaam kwam de
droeve kleine stoet nader.
Toen brak de hnrtelooze, dwaze,
kleine Xandra Geltern, die zulk© ster
ke zenuwen had, in een stroom van
tranen los.
Ik zou gTaag naar hem toe wtf-
len, stamelde ze en zonder op het
zwakke protest van haar metgezellin
te letten, was ze het rijtuig reeds uit
en snelde naar de plek, waar de ge
neesheer, diep over den gevallene ge
bogen, het noodverband om de ga
pende wonde Ln het. voorhoofd legde.
Graaf Goetze trad haar tegemoet..
Welnu, gravin, vroeg hij, ver
dient de overwinnaar geen vriende
lijk woord?
Maar ze koek hem met haar oogen
vol tranen zoo vreemd aan, alsof ze
heelemaal niet begreep, wat hij be
doelde, en onthutst liet hij haar den
weg vrij. En nu stond ze tegenover
Rex von Witzlow. Hij had do hand
van zijn vriend in de zijne. Zwijgend
keek hij op.
Gravin, zei hij eindelijk half
luid, vergeef meIk kon niet an
ders. Deze man hier is mijn vriend.
Xandra Geltern gaf geen antwoord.
Ze wendde zich tot den dokter.
Ik zou den patiënt wel mee naai
het slot Rabignok willen nemen, zei
ze eenvoudig. Het ligt het dichtstbij
en mijn rijtuig is zeer gemakkelijk.
Hij zou zoo best bij mij verpleegd
worden, al3 maar mogelijk is.
- Dat zou werkelijk zeer goed zijn,
antwoordde de dokter. Eeu lang
transport durven we niet wagen. U
bent zeer goed, gravin.
O, zeg dat niet, protesteerde zé
verschrikt. En dan vervolgde ze aar
zelend en bijna smeekend wilt ge
on3 helpen, meneer von Witzlow? Ge
hebt talent als ziekenverpleger en
goede, sterke handen, die ook teeder
kunnen zijn. Kom, pak mee aan.
Het jonge, smalle droomersgezicht
was met een donkeren blos bedekt..
Hij keek niet op van zijn helpers-
werk. Doch toen von Römer voorzich
tig op de kussens van het rijtuig was
neergelegd, bleef zijn vriend nog aar
zelend bij het portier staan. En Xan
dra keek hem aan.
Wilt ge heden nog komen en zien
hoe ik uw vriend verpleeg? vroeg ze
en door haar tranen heen werd do
glans van haar fijnen, mooien glim
lach zichtbaar. En nu kwam ook do
schittering weer m de verlangende
maar ongeloovlge oogen daar voor
haar.
Gravin vroeg hij, mag ik dat
alles uitleggen, zooals ik wil
Ja, zei ze, en ze gaf hem de hand
met een stevigen druk, die veel be
loofde. En nu wist do man, dat hij
heden toch een overwinning had be
haald, wedke hem meer waard was
dan alle mogelijke overwinningen ter
wereld. (N. v. *i N.)
Nu. wanneer je don werkelijk
wiltzeide ik aarzelend.
Natuurlijk wil ik, zeide Lilly
zeer beslist, we kunnen al wel gaan.
Een oogenblik nog, antwoordde
ik, ik ben dadelijk klaar. Lilly en ik
waren juist klaar met koffie drinken..
Door het geopende venster van het
landelijke huisje kwam een verruk
kelijke bloemengeur naar binnen op
zoo'n dag met Lilly koffie te drinken
en met baar te babbelen, was voor
mij een buitengewoon genot en dus
haastte ik mij niet al te erg om klaar
te komen.
Wij waren daar binnengegaan om
den inwendige» mensch wat te ver
sterken, en onder ons koffie drinken
bedacht Lilly zich dat zij wel wat
eieren en brood kon meenemen voor
een paar van liaar beschermelingen
in het dorp. Dit naar haar oordeel
prachtigo denkbeeld, behaagde mij
maar matigik stelde me al voor hoe
ik op den warmen, stoffigen en zonni-
gen landweg niet oen mand zou mo
gen loopen. Maar Lilly's wil moet wet
zijn, vooral tegenover mij.
Lilly en ik zijn familie, ik ben haar
best© - en golukkjg haar eenige
neef, wat evenwol mij verder weinig
voordooien boven anderen geeft. Se
dert ©enigen tijd spookt haar do vrou
wenbeweging door hot hoofd. Zij be
weert: „Daar do vrouw den man ge
lijkwaardig is, moet zij ook zijn plich
ten, zijn verantwoordelijkheid, zijn
voorrechten doelen."
Dergelijke eischon nu klinken ln
Lilly's mond tamelijk eigenaardig,
omdat zij al lang zioh het voorrecht