BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD De proef. 87s Jaargang. ZATSBDAG 10 JULI 19C9 Ho. 798 T. DE ZATERDAGAVOND HAARLEM'S DAGBLAD KOST f8.20 PER 3 MAANDEN OF SO CENT PER WEEK. ADMINISTRATIE GROOTE HOUTSTRAAT 55. DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. IN HAARLEM'S DAGBLAD ZIJM ADVERTENTIÊN DOELTREFFEND. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT. Rubriek voor Vrouwen StrandtoÜetten. Modellen. Stoffen. Kinderpakjes. Hoeden. Kapsels De vacantia nadert en daarmede de tijd, waarnaar zoowei volwasse nen als kinderen het geheolo jaar ♦erlangend uitzien. Dg stadbewoners besluiten er tea tij Js toe in de vacanlie het stof der steden aan het strand ai schud len, en rust te zoeken Lu e> nabij gelegen badplaats. De kinderen genieten reeds in het vooruitzicht van het graven en schoppen in het zand in bun, droomen zien zo reeds de bergen van het witte, zuivere zand, waarop ze hun driekleur plan ten, de emmertjes met schelpen vul len, de warme voetjes in den zilten vlood af Koelen en tal van andere go- nietelijLheden, als ezeltje rijden, of eein toer in den bokkenwagen. Zoo wel voor grooten al» kleinen heeft oen verblijf aan zee groote attractie. De vrouwen hebben nu de handen Vol met her. in orde brengen van hare garde-robe en die dei- kinderen, ter wijl men bij de naaisters slechts te leurstellingen ondervindt over het lange wachten naar een dunne blou se, lichten rok of ongevoerden man tel. De zomer Liet zich ten opzichte van het weer, dit jaar zóó ongunstig aan zien, dat men zich met het maken van de noodige toebereidselen woinig haastte en d«Q verschillende uitver- koopen afwachtte, om daarvan te kunnen profiteeren Ta! van vragen kwamon de laatste weken in, naar aanleiding van som mies mode-artikelen, waarbij men do blouses dood verklaarde Ik kan mi, ne geachte lezeressen echter gerus stellen met de mededeeJ'ing, dat de blouse „onsterfelijk" is hoe ook tegen haar moge ageeren. lort geruimen tijd werd de blou se slechts geduid ter completeermg van het tailleur-costuum, met an der woorden, men vond haar slechts goed senoeg om onder een mantel gedragen te worden maar zoodra de Juli-zo.i haar verzengende stralen de*t ge\oelen, ziet men de luchtige batist en linnen blouse, en do rijkere guipure blouse zonder mantels dra gen, zij het dan ook in dein vorm van onóe.-blcuse bij de robe-pr in cease, of als hnVe blouse bii den empire-rok met bretelle carneering. Ann bet strand is wit de aangewe zen dracht het kleedt flatteus en Ls weinig kostbaar, omdat het niet door de sterk bleekende zeelucht bederft, z> 's zulks met alle fijne mode kleuren bet geval is. Het wit wordt aan het strand niet spoedig vuil, en eenmaai gewasschen, ziet het er we derom ais nieuw uit. Naast de witte toiletten nemen de mousselinen en foulards dit jaar eerste plaats in. Mousseline, met aan- geweven randen, die ter garneering benut worden, tenzij men ze met kanten err.tre-deux versiert, is prettige dracht voor de wanne da gen. In de foulards brengt men dit jaar nieuwe kleuren en nieuwe dessins, het wordt veel robes princesse ver werkt, met kanten onder-blouses of tule guirr.pes. Men zie' ook robes princesse van wit cheviot, waaronder half blouse van vvit'e tule of kant gedragen wor den. Mocht men in het begin van den zomer de robes princesse slechts met sleep ingericht zien, thans worden deze modellen ook voetvrij gebracht daar de moderne vrouw z)icii niet slaafs onderwerpt aan eene mode, die haar las tic is, en zoo ziein we dus de sleepjapon opnieuw in de salons te ruggedrongen terwijl de voetvrije rok onze wandelingen siert. Men kan zich trouwens niets onbevalligers den ken dan eene vrouw, die in de eene hand parasol en réticule, in de an dere haar sleep draagt, om daarbij nog,niet te spreken van de „faux pits", die door dat opnemen van rok ken noodzakelijk ontstaan. Jonge meisjes, wier figuur nog nlett tot volkomen ontwikkeling gekomen Is, raad ik aan geen rob© princesse te dragen, doch liever de empire-rok mei bretel gameering. Aan het strand zijn de witte wollen mantels bijzonder aan te bevelen, ze zijn -?chter alleen geschikt voor lan- f>e- slanke figuren en voor jonge medsjês. Voor vrouwen op rijkeren leeftijd hebben ze iets ongekleeds, om- dot ze onwillekeurig aan het sport- loiiet doen denken, waaraan ze trou wens hun ontstaan te danken bob ben. Kleine meisjes dragen dit ja-ar, be halve wit batist en cheviot jurken, gekleurd mousseline met witte on der-blouses. De aardig k le oden de ma trozenpakjes zijn tijdelijk op den achtergrond gedrongen, men ziet ze dit jaar veel minder dan anders hei gov al was. Met de hoeden is mien thans tot een uiterste gekomen, want grooter kun- de modellen moedlijk worden I Onnoodig te zeggen, dat deze reuzen- hoeden dito kapsels verlangen, om althans eenigszlns tot hun reóht te komen. Het la daarom een goede tijd voor kappers en post/icheurs, want het is beslist onmogelijk, om met eigen; haar een modern kapsel tot .stand te brengen. Tal van losse krul len, rollen, enz.f*zijn daartoe noodig, terwijl het eigen haar met de friseer- taniig in breeds golven gebrand moet worden. MARIE VAN AMSTEL. Het Rijke Natuurleven VAN EEN MOOIE RUPS EN EEN AARDIG VLINDERTJE. Do liefhebbers van bloemen, vogels en insecten hebben voor bijna iedere maand van liet jaar een bepaalde reeks van werkzaamheden op liet programma staan. Ieder jaar worden zoo de verschil lende waarnemingen herhaald, waar door do getrokken conclusies onhoud baar blijken of bevestigd worden. Zoo moeten wij in dezen tijd altijd een bezoek gaan brengen aan de dui nen om de mooie, wonderlijk geklour de rupsen van den Jacobsvlinder te gaan bekijken. Deze week lokte het weer niet erg uit, maar als wij daarmee in dezen zomer rekening walden houden zou den bus en flora wel opgeborgen kun nen worden. De buien en buitjes trotseerend trok ik dus den Bloeinendaalschen weg op, om bij O verveen, langs liet station de duinen te bereiken. Wat vond ik het jammer, dat het weer zoo weinig meewerkte. Op dat oogenblik was het voor mij zoo erg niet, maar ik kon bijna wel als zeker aannemen, dat heel wat menschen zich door de nattigheid zouden laten afschrikken en dit vond ik te betreu ren, toen ik die weelderige duinve getatie aanschouwde. Wel zal do wa terleiding heel wat hebben bedorven wel zal het er vroeger mooier en rij ker hebben uitgezien, maar dit gemis kan ik niet betreuren, omdat ik het bezit niet heb gekend. Voor mij bieden de duinen nog ge noeg mooie plekjes aan, voor mij is er hoe vaak ik er ook kom, genoeg te vinden, genoeg waar te nemen, om miet vreugde steeds weer die begroei de hellingen en vochtige pannen op te zoeken. Overal in het druitn verspreid, vdn- den wij de forsche, snelgroeiend© plant die ouder de botanici Senecio Jacobea, ondier de Leekon Jacobs Kruiskruid wordt genoemd, en die door zijn gele, op madeliefjes gelij kende bloemen nog al gauw opvalt. Kent gij onze plant niet? Heb dan even geduld. Ik zal u een onfeilbaar middel aan de hand doen om deze merkwaardige composiet met haar tweevormige bloemen te loeren kennen. Determineeren is niet noodig, dit houdt ons nog te lang op, wij zullen de plant vinden, door te zoeken naar haar ongenoode gasten. Gij allen hebt ze wel eens op uw wandelingen zien, die mooie geringde rupsen. Meestal zitten zij met heele troe pen, soms wel twintig tot dertig bij een, op de bladeren en bloemen der ten doode opgeschreven plant. Het pakje dat zij diragen, valt genoeg op. Oranjegele ringen worden afgewis seld door fluweelilg zwarte banden en die afwisseling is zoo regelmatig, en die kleuren zijn zoo bijzonder, diat de rups reeds op verren afstand zicht baar is. Het groote aantal verhoogt het in 't oog loopen dezer dieren na tuurlijk nog in sterko mate, zoodat wij niet heel lang behoeven te zoe ken. Die rups nu ls de Zebrarups, de plant die haar tot woonplaats ls aan gewezen, is het Jacobs Kruiskruid. Deze plant gelijkt in bouw zooveel op de pas behandelde paardenbloe- men, dat ik daarover ldever maar zwijg, die rups echter is een interes sant diertje, waarover al heel wat is hreven en gepraat. Het is n.l. d© kleur over welke nut of schade men het nog niet geheel eens ls kunnen worden. In enkele opstellen sprak ik reeds over de beschermende kleuren von verschillende dieren, kleuren, die vaak passen hij de omgeving. Vinden de aanhangers van deze mimicrithe- orie, zooals ze genoemd wordt, n.u weer een mooi voorbeeld, dan Ls er blijdschap in de gelederen en ieder- is verrukt over de wonderlijke working der natuur. Mét de Zehrarups zitten zij natuur lijk wat vreemd te kijken. Dat dier is met alle beschiermingstheaii ën In Strijd en bijna geen enkele rups valt zoo spoedig in het oog als juist deze. Men beeft er nu echter wat tunders op gevonden. Men neemt aan, dat dier juist door zijn opvallende kleur wordt beschermd. Dat geel met zwart wordt schuwkleur genoemd en nu meent men, dat geen enkel dier deze zonderling gekleed© dieren aandurft. Zelf heb ik vaak naar zoo'n groep je zebrarupsen zitten kijken. Eens heb ik vijf kwartier zitten wachten op vogelbezoek maar nooit heb ik op gemerkt, dat d© kleine veelvraten werden verorberd. Daarna heb ik een vijftal dezer die ren meegenomen en twee er van ge lijk met een paar meel wormen aan een merel van een mijner kennissen gevoerd. Het resultaat was bevredigend, zoo niet verrassend. De zwarte zanger hipte spoedig ais naar gewoonte op den bodem der kooi, keek met groote oogen naar het vreemde voedsel, Vloog weer op den stok, maar kon de verleiding toch niet weerstaan. Hij moet toch bepaald iets vreemds in di© kleur hebben gezien. Na lang heen en weer springen werd mtet een vlugge, angstige bewe ging d© eerste meel warm weggepikt, en na eenigen tijd volgde no. twee. De honger was nu wel wat gestild maar de nieuwsgierigheid nog niet bevredigd. Een paar malen werd weer om de vreemde gasten heen wipt maai* lust tot den aanval ver toonde onze vogel niet. Den volgen den dag veranderde dit. Het begin was weer hetzelfde, de meelwormen werden het eerst geprobeerd en ein delijk werd angstig vlug een snelle beet gedaan naar zoo'n zonderlingen kruiper. Of dit diertje te zacht scheen of dat de smaak niet meeviel weet ik niet maar doorslikken durfde de vo gel onze zebrarups niet en weldra lag deze, half dood in liA zand op den bodem. Ook de kippen, waarbij ik het probeerde waagden het niet, zoodat het verhaal van de schuwkleur werkelijk eenigen grond schijnt to hebben. Er zijn echter voel gevaarlij ker vijanden dan d© weinige groote rupsen verslindende vogels en deze trekken zich van kleur of vorm voor zoover ik kon nagaan, niets aan. Dit zijn de sluipwespen. Niiets weerhoudt deze kleine rupsenverdelgers en te gen ben bieden de gele en zwarte banden niet de minste beschutting aan. Jaarlijks vallen dan ook heel wat rupsen als slachtoffers dezer ge vleugelde moordenaars. Zij, die er aan ontkomen, zijn zoo ongeveer in het laatst van Juli of het begin van Augustus, in koude zomers iets later, volwassen. Traag zitten zij dan op de bijna geheel kaal gevreten plan ten. Eetlust hebben zij niet meer. Zij vulden hun korte leven geheel met het verwerken der bladeren, voor niets, zelfs niet voor de planten en bloemen uit hun naaste omgeving voelden zij wat. Nu is het einde nabij en na ©enige igea zijn de mooi gekleurde dieren veranderd in korte, eveneens licht en donker geteekende poppen. Deze overwinteren onder de voedsterplant of een klein eindje onder do opper vlakte in het losse zand. Een cocon maken de rupsen niet, hoogstens spinsel van enkele draden. Zoo is meteen verklaard, dat in September geen enkele Zebrairups meer wordt gevonden. Allen zijn verpopt of door sluipmoord gevallen. Heel vroeg in het jaar, zoo onge veer April of Mei vliegen dan de prachtige vlindertjes rond. Deze hebt u allen wel eens geaien. De bruingrijze boven vleugels heb ben prachtige roodo vlekken, terwijl de achtervleugels geheel die moode kleur vertoonen. Eigenlijk behooren zij tot de nachtvlinders maar over dag vliegen er heel wat rond. De be vruchte wijfjes leggen kleine hoop jes eieren op de dan nog jonge plan ten van het Kruiskruid en enkele weken daarna begint de nieuwe ge neratie haar vernielingswerk. H. PEUSENS. VRAGENBUS- Mevr. V. d. L. te H. Van bevoog de zijde, ik heb het niet bij onder vinding, verneem ik, dat de door u opgenoemde groenten uitstekend kun nen warden gedroogd. Het best ge schiedt dit in de felle zon. Als u ze dan tot den winter voor vocht be hoedt en ze voor het gebruik even in lauw water zét, blijft de smaak be houden. Den Heer N. te' H. Slakkeö kim men gemakkelijk warden verwijderd. Strooi tegen den avond ongebluschte kalk om uw bloembedden of op de plaatsen, waar zij het meest voorko men. Deze stof trekt gemakkelijk vocht aan en hiertegen zijn de, bijna geheel uit water bestaande dieren niet gewapend. II. PEUSENS. Gewonnen. Nu zijt ge natuurlijk vreeselijk boos op mij, zei Xandra Geltern met een goedig spotienden blik op den jongen officier, die na een plotselinge uitbarsting van zijn liefde en het koele antwoord, dat hij daarop had ontvangen, zoo volhardend zwijgend onder de vlierstruiken van don win tertuin zat en beproefde de smalle punten van haar bleek-lila schoentje met de "oogen vast te nagelen. Neen, antwoordde hij, maar het was slechts een half verstaanbare klank. Neen Maar zet dan ook niet zoo'n doodongelukkig gezicht, beste vriendHet past niet bij uw kinder- oogen. O. o I Wat een melancholie ke blik I Zal ik u eens wat vertellen, meneer von Witzlow Ge acht mij veel te ernstig I Dat bekomt ons bei den niet goed I Kan men de vrouw, die men be mint, ooit te ernstig beschouwen vroeg Witzlow mokkend. Ta-ta-ta! Nu komt hij weer met de groote liefde. Ge moet niet den ken, dat ik aan uw liefde Lwijfei. In tegendeel, ik ben overtuigd, dat go overtuigd zijt mij te beminnen maar ge vergist u in de eerste plaats in mijMenschen als ik, die altijd gevaar loopen van naar aanleiding van de schatting der belastingcom missie getrouwd te worden... Gravin 1 O wilt ge mij zelfs niet laten uitspreken? Ge zult natuurlijk zeg gen al was je een bedelkind, ik zou je toch beminnen.... Zeer zeker, mompelde Witzlow. Hm. Jammer, dat we niet do proef op de som kunnen nemen, zei ze met kalmen spot. Maar openhar- gpsprokon, het zou mij te gewaagd zijn. Edel wild, zooals ik en mijn be klagenswaardige zus teren in liet ka pitaal, zijn wantrouwend, vriend, en laten de illusie van huwelijk uit liefde aan minder met aaixLsche goederen gezeg enden over. En men schikt zich met gratie in de koelere wereld der berekening. En aldus redeneerende, gravin, zult ge ook eens trouwen vroeg Rex von Witzlow sarcastisch. Wel natuurlijk. Maar voorloopig denk ik er nog niet aan. Ik heb veel meer gevoel voor mijn paarden dan voor uw geachte broeders. En >k J^en zeker, dat ik eens slechts den man zal huwen, die dit gevoel ook in groote mat© bezit, een gevierd© overwin naar op de renbaan zou waarschijn lijk de meeste kansen hebben. Sport- belangen en do reizen, die daaraan verbonden zijn, de in zekeren zin ka meraadschappelijke verhouding, wel ke ze eischen, ziet ge, beste vriend, dat zou voor mij een veel meer ver trouwen wekkende ba9ls voor mijn huwelijk zijn, dan al uw schoone, ge- loovige Liefde. Gravin, een vraag. Rex von Witz low was opgestaan. Ik hoop, dat ge uw verbluffende openhartigheid ook nu trouw zult blijven, Zeker. Mooi. Ge spraakt straks van een gevierd overwinnaar op do renbaan, d'e bij u die u bedoeldet ge met dien held graaf Goetz, die met mij in hetzelfde regiment dient Xandra Geltern draalde eenige oogenblik ken met het antwoord. Welnu en als het zoo was? Zijt gij de prijs, gravin, naar welken hij met zooveel zelfver trou wen d'ngt, waarop hij bij elke nieuwe overwinning zinspeelt? Ik weet niet, of hij dat doet, zei Xandra bedaard. Maar liet is wel mo gelijk. Het schijnt dat hij mij juister schat daai gij, beste vriend. Ik weet niet, gravin, of ge reden hebt hem daarvoor dankbaar te zijn 1 Hij sprak er ook nog van, dat de eerst volgende overwinning bij de wedren nen te Arlsferne voor hem de beslis sende zou worden. Heeft hij het recht om zoo te spreken Hij weet, dat hij dan op zijn ge bied geen mededinger heeft, zei Xan dra Geltern glimlachend. Dat is alles. En als ik hem overwon Xandra richtte zich op en keek den vrager uiterst verbaasd in het ge zicht, dat bleek was van ontroering. Wat gij" Gij zoudt Gij ver klaarde een vijand van de rensport, neen maar, diat is kostelijk I Wat ik voor mij wil of niet, komt thans geheel niet in aanmerking, sneed hij haar het woord af. Go ge looft mij niet, als ik u zeg, dat ik u bemin, gravin, ik kan u op 't oogen blik géén bewijs leveren maar aan dezen man laat ik u niet zonder strijd.. En ge zult eerlijk uitspraak doen, daar uw hart immers, naai* ge I beweert, niet mee In 't spel is. Ge I korte bocht terug naar de ongeluks- bebt mijn enersrle te laag geschat. Ik plek bij de horde, sprong er af en sLrijd met uw wapens, daar ge de mijne niet wilt erkennen. Ge zult moe ten toegeven, dat dit geheel overeen komstig do regels der ridderlijkheid is. Afgesproken dus? Ben oogenblik keken ze elkaar inde oogen. Toen legdo Xandra Geltern met een vroolijken glimlach haar smalle, maar gespierd© hand in die van den man. Afgesproken. Aan den overwin naar do prijs. Ik wensch u toe, beste vriend, dat het loon den inzet waard is. Ge strijdt om een vrouw en wint eventueel een grilligen, altijd geprik- kelden, harteloozen bundel zenuwen. Het behaagt u de liefde te verge, ten, gravin, merkte hij sarcastisch op. Ah, juist pardon. Het zal nooit meer voorkomen. Dus, tot weerziens waarde vriend, In Al9feme. Het was een heerlijke dag, toen de eerste voorjaarswedrennen de voor name wereld op het sportterrein bij eenbracht. D© officieren van de om liggende garnizoenen waren bijna voltallig verschenen en van de land goederen kwamen do equipages vlug achter elkaar annrollep, onder eerste het elegante rijtuig van de jonge gravin Geltern, die met haar juffrouw van gezelschap van het slot Rabignok kwam. Ook op de zadelplaats had men haar konmt opgemerkt. Een der offi cieren, die mee zou rijden, lang mager als een Arabier, ging, terwijl hij de rijzweep spelend in de hand hield, do jonge dame begroeten. Luitenant von Römer sloeg do klei ne scène gade en draaide zich naar Witzlow om. Wil je hem met opzet het terrein vrij laten? vroeg hij half luid. W'tzlow keek omerschillig rechtuit en gaf geen antwoord Beste jongen, zei Romer op over- redendon toon, je bent een slechte ko mediant. Van het trainen alleen ben je niet zoo broodmager geworden deze miserable zaak pakt jo erg aan. Wees verstandig en neem wat van do onbeschaamdheid van Goetze over. Die heeft van zijn standpunt volko men gelijk. Of die over een zenuvvach. tig paard de baas wordt, of over een excentrische vrouw, dat is hem pre cies hetzelfde. Goetze en ik zullen wel nooit in ons leven van hetzelfde standpunt uit gaan, zei Witzlow scherp. Römer haaldo do schouders op. Nu mijn jongen, ik wensch je het beste. Dat je van mij bij de wed rennen van vandaag niet veel t© vree zen hebt, dat weet jo. Ik ben al mijn leven oen ongeluksvogel geweest en waag niets dan mijn eigen nek. Bij jou zit echter ook hot hart mee in den zadel en dat is altijd een onnoo dig overwicht. Graaf Goetze nam afsclieid van Xan dra Geltern. De lurnd, dio ze hem reikte, was ijskoud, maar het heerlij ke ovaal van haar gezicht had den- zelfden paarlemoerglans van altijd en haar schoon©, kalm© glimlach bleef haar trouw. Haar oogen echter zoch ten De jockeyritten gingen voorbij, zon. der dat ze er belangstelling voor ge voelde ze bemerkte nauwelijks wie overwinnaar was. Ook onder de tal rijke over'ge toeschouwers bespeurde men eerst een belangrijke opgewon denheid, toen het heerenrijden be gon. Het begin was uitstekend een paar seconden lang vormden do ruiters bij na één lijn; daarop nam Witzlow's donkerbruine do leidingdicht ach ter hem kwam de vos van Goetze, kop aan kop met de „Romance' van lui tenant Römer. De eerste hindernis. „Romance" was nerveus. Ze drong het paard van Goetze voorbij en nam in spelende lancades het veld en dicht voor de laatste horde schoot ze den donkerbruine van Witzlow voorbij, die nog in volle kracht een paar se conden achter de reeds totaal uitge putte „Romance" bleef. De laatste horde.. Xandra Geltern sloot instinctmatig de oogen. Ze had het gevoel van iets vreeselijks, wat daar plotseüng moest gebeuren, en op eens ging er een golf van ontzetting door de men schen, men hoorde enkele kreten bijna met geweld opende Xandra Gel tern do oogen. .Romance' lag, krampachtig met de pooten slaande, onderst boven en had haar meester onder haar begra ven en op enkele strepen achter haar reed Witzlow op den donkerbruine hij moest over haar heen, of viel evenals zij.... In koortsachtige opgewondenheid waren allen opgesprongen ook Xan dra had zich in volle lengte opge richt het was haar, alsof ze alles door een nevel zag. Met een prachti- sprong nam de donkerbruine do gevaarlijke hindernis en kwam dicht bij den gevallene neerze had nu de leiding en moest die behouden. Maar Xandra greep met beide han den krampachtig naar een steun. Wat deed hij Wat deed hij Witzlow draaide het paard met een knielde bij zijn kameraad neer, <T?' zich in het gelTeel niet bewoog. 1*^. zag zelfs niet om, toen graaf Goetze's vos als overwinnaar den eindpaal voorbijvloog. En ook Xandra Geltern had daar voor geen oogen. Onbeweeglijk stond ze daar met een doodsbleek gelaat en zag, hoe Rex, over zijn vriend gebo gen, hem trachtte te helpen, tot er van do zadelplaats hulp kwam hoe hij het hoofd van den bewustelooze ondersteunde en op zijn arm liet rus ten en met de tecderheid eener moe der zorgde, dat geen schok hem pijn kon doen. Langzaam; heel langzaam kwam de droeve kleine stoet nader. Toen brak de hnrtelooze, dwaze, kleine Xandra Geltern, die zulk© ster ke zenuwen had, in een stroom van tranen los. Ik zou gTaag naar hem toe wtf- len, stamelde ze en zonder op het zwakke protest van haar metgezellin te letten, was ze het rijtuig reeds uit en snelde naar de plek, waar de ge neesheer, diep over den gevallene ge bogen, het noodverband om de ga pende wonde Ln het. voorhoofd legde. Graaf Goetze trad haar tegemoet.. Welnu, gravin, vroeg hij, ver dient de overwinnaar geen vriende lijk woord? Maar ze koek hem met haar oogen vol tranen zoo vreemd aan, alsof ze heelemaal niet begreep, wat hij be doelde, en onthutst liet hij haar den weg vrij. En nu stond ze tegenover Rex von Witzlow. Hij had do hand van zijn vriend in de zijne. Zwijgend keek hij op. Gravin, zei hij eindelijk half luid, vergeef meIk kon niet an ders. Deze man hier is mijn vriend. Xandra Geltern gaf geen antwoord. Ze wendde zich tot den dokter. Ik zou den patiënt wel mee naai het slot Rabignok willen nemen, zei ze eenvoudig. Het ligt het dichtstbij en mijn rijtuig is zeer gemakkelijk. Hij zou zoo best bij mij verpleegd worden, al3 maar mogelijk is. - Dat zou werkelijk zeer goed zijn, antwoordde de dokter. Eeu lang transport durven we niet wagen. U bent zeer goed, gravin. O, zeg dat niet, protesteerde zé verschrikt. En dan vervolgde ze aar zelend en bijna smeekend wilt ge on3 helpen, meneer von Witzlow? Ge hebt talent als ziekenverpleger en goede, sterke handen, die ook teeder kunnen zijn. Kom, pak mee aan. Het jonge, smalle droomersgezicht was met een donkeren blos bedekt.. Hij keek niet op van zijn helpers- werk. Doch toen von Römer voorzich tig op de kussens van het rijtuig was neergelegd, bleef zijn vriend nog aar zelend bij het portier staan. En Xan dra keek hem aan. Wilt ge heden nog komen en zien hoe ik uw vriend verpleeg? vroeg ze en door haar tranen heen werd do glans van haar fijnen, mooien glim lach zichtbaar. En nu kwam ook do schittering weer m de verlangende maar ongeloovlge oogen daar voor haar. Gravin vroeg hij, mag ik dat alles uitleggen, zooals ik wil Ja, zei ze, en ze gaf hem de hand met een stevigen druk, die veel be loofde. En nu wist do man, dat hij heden toch een overwinning had be haald, wedke hem meer waard was dan alle mogelijke overwinningen ter wereld. (N. v. *i N.) Nu. wanneer je don werkelijk wiltzeide ik aarzelend. Natuurlijk wil ik, zeide Lilly zeer beslist, we kunnen al wel gaan. Een oogenblik nog, antwoordde ik, ik ben dadelijk klaar. Lilly en ik waren juist klaar met koffie drinken.. Door het geopende venster van het landelijke huisje kwam een verruk kelijke bloemengeur naar binnen op zoo'n dag met Lilly koffie te drinken en met baar te babbelen, was voor mij een buitengewoon genot en dus haastte ik mij niet al te erg om klaar te komen. Wij waren daar binnengegaan om den inwendige» mensch wat te ver sterken, en onder ons koffie drinken bedacht Lilly zich dat zij wel wat eieren en brood kon meenemen voor een paar van liaar beschermelingen in het dorp. Dit naar haar oordeel prachtigo denkbeeld, behaagde mij maar matigik stelde me al voor hoe ik op den warmen, stoffigen en zonni- gen landweg niet oen mand zou mo gen loopen. Maar Lilly's wil moet wet zijn, vooral tegenover mij. Lilly en ik zijn familie, ik ben haar best© - en golukkjg haar eenige neef, wat evenwol mij verder weinig voordooien boven anderen geeft. Se dert ©enigen tijd spookt haar do vrou wenbeweging door hot hoofd. Zij be weert: „Daar do vrouw den man ge lijkwaardig is, moet zij ook zijn plich ten, zijn verantwoordelijkheid, zijn voorrechten doelen." Dergelijke eischon nu klinken ln Lilly's mond tamelijk eigenaardig, omdat zij al lang zioh het voorrecht

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 11