HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
Maarlemsche
Handelsvereeniging
ZA.TKRDAQ 10 JULI 1909
Qoedgek. bij Kon. Besl. yan 12 Noy. 1899.3
De Haarlemsche Handelsvereeni
ging hier ter stéde,, opgericht 10 Mei
1892, heelt in den loop van den tijd
wel haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, is zij
opgetreden en dikwijls met groot
succès. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereeni-
glng toe te treden. Er zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om ten minste te laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
dat de Ilaarlemsche Handelsvereeni
ging steeds opneemt, als doende, wat
hare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die do Vereenigiing
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe jaarlijksche
contributie vau 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handelsvereeni
ging bemoeit zich in de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en informatiën voor hen in te
winnen. Bovendien hebben de leden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaar
(van 1 November tot en met 30 April)
ad f 1.75 de halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver
eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de
Haan Hugenholtz en A. H. J. Menens,
Spaarne 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 2—4 uur des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging is ge
vestigd Jansweg 11.
Voor incasso's door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pet. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij Inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten te innen.
De kosten van iuformatiën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
vijf cents porto-vergoeding. Informa
tion naar binnen de stad wonende
personen worden gratis verstrekt.
Pretention op buiten de stad wo
nende personen worden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor porto-
vergoeding is toegevoegd.
Ruim 1748 informatiën en rechts
geleerde adviezen werden in het af-
geloopen jaar gegeven.
In April en Mei 1909 zijn 48 vorde
ringen tot een bedrag van 1483.31
betaald; 15 vorder in gear worden afbe
taald; 16 vorderingen zijn uitge
steld.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
<of wat ook, moeten worden geadres
seerd aan het bureau, dat geopend
is dagelijks van 's morgens 9 tot 1 uur
en 's namiddags van' 2 tot 4 uur,
waar dan ook verdere inlichtingen
zijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel gteen
lid der H. H. V., toch van haar infor
matiën kan hekomen, en hrengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor
derd.
HET BESTUUR.
PARiJSCHE BRIEVEN.
LXXXIX.
De heer Vallanet is een slimme vo
gel. Twaalf jaar achtereen heeft hij
de medische faculteit te Parijs en den
desbetineffenden tak van dienst der
politie in de luren gelegd. En dat wil
wat zeggen. Want do Fransche Staat
bewaakt de ziektebehandeling zijner
burgetrs zelfs zóó nauwlettend, dat
goneesheeren uit het buitenland, die
hier wenschen te praktiseer en, hier
een examen moeten overdoen. Slechts
met de aesculapen uit Roemenië
wordt een uitzondering gemaakt,
overmits het universitair medisch on
derwijs in dat land geheel op Fran
sche leest is geschoeid.
Een mijner vrienden, een tandarts,
die twee diploma's in zijn zak had,
een uit Holland en een uit Amerika,
moest, ten einde hier te Parijs als
tandheelkundige ongestoord praktijk
tie kunnen uitoefenen, zich opnieuw
aan een examen onderwerpen, het
zooveel zwaardere en uitgebreid ere
van „chirurgien-dentiste". Meer dan
een jaar studie had hij er voor noo-
dig. Ik vermoed, dat dozo Hollander
op het oogenblik de eenige tandarts
ter wereld is, die drie diploma's voor
het zoo nuttige vak der kiezentrekke-
rij kan vertoonen.
In weerwil nu der gestrenge bepa
lingen heeft monsieur Vallanet, die
geen enkel medisch diploma be
zit, 12, zegge twaalf jaren achtereen
geneeskundige praktijk vermogen uit
te oefenen in een wijk in het hartje
van Parijs. Getuigt dat niet van een
merkwaardige geslepenheid?
Logisch is, dunkt mij, ook de gevolg
trekking, dat de medische faculteit
en de politie te Parijs niet ten allen
tijde en niet in alle opzichten klaar
wakker zijn.
Hoe is dat toch kunnen gebeuren,
meneer Mirman?
Monsieur Mirman, een mislukt dis-
cipeltje van Jaurès, is thans directeur
van de hygiëne aan het Ministerie
van Binneailandsche Zaken, welk
hoogbezoldigd ambt hem de taak op
legt, de uitoefening van de genees
kundige en de pharmaceutische prak
tijk in Frankrijk gestrengelijk te con
troleeren. Monsieur Mirman, die
klein en zeer bijziende is, sapeurskne-
vels en dichter slokken heeft, zette zijn
bril af, veegde hem met een zakdoek
schoon,, zette hem weer op «tn sprak:
Die lammeling Molière, die den
draak stak met de geneesheeren...
Ach neen, dat zed hij niet. Ambte
lijk en gewichtig sprak hij:
De wet van 1892 schrijft voor,
dat de geneesheeren, tandheelkundi
gen en vroedvrouwen binnen de
maand van him vestiging in een lo
cal it ei t hun diploma's moeten doen
inschrijven bij de prefectuur of on
der-prefectuur van him arrondisse
ment en bij de griffie der civiele
rechtbank. Daarnaar maken de pre
fecten en de gerechtelijke autoriteiten
bij het begin van elk jaar een lijst op,
inhoudende namen, voornamen, var-
blijf, dagteekening en herkomst der
diploma's van geneesheeren, tand
artsen en vroedvrouwen die in het
depaadement praktiseeren. Die lijsten
moeten, volgens do wet, gedurende de
maand Januari In de gemeente wor
den geafficheerd. Nu is het in de pro
vincie gemakkelijk genoeg om zich
te verzekeren of iemand al dan niet
wettelijk geneeskundige praktijk uit
oefent. Te Parijs plakt men die affi
ches niet aan, daar het aantal ge
neesheeren, tandartsen en vroedvrou
wen er ontzaggelijk groot is.
Doch de prefectuur van politie
geeft bij het begin van elk jaar een
boekje u't, dat in alle raadhuizen
wordt gedeponeerd en waarin de na
men prijken van alle geneesheeren,
die hun diploma's hebben doen in
schrijven en zich dus op voet van
vrede rmt de wet bevinden. De heer
Vallanet komt niiet in het boekje mn
1909 voor, evenmin in de boekjes der
vorige jaren. En het verwondert me,
dat ze hem niet eerder hebben ont
maskerd.......
Zegt u dat wel, meneer Mirman.
Maar..„ze" behoort gij daar niet
zélf, en in de eerste plaats, onder
Dit zaakje zal stellig een harrewar
rende kibbelpartij tusschen de pre
fectuur van politie en den inwend'-
gen dienst van het Ministerie van
Binnenlandsche Zaken doen ont-
staan. Zoo gaat het gewoonlijk. En
ik wed, dat de roemzuchtige heer
Minn an van deze gelegenheid zal ge
bruik maken om to trachten zijn
naampje, dat al geheel in het ver
geetboek is geraakt, wefir in de her
innering zijner medeburgers terug te
roepen. Bigre 1 toen hij rn 1894 afge
vaardigde van de Mame was en on
derwijl bij een regiment jagers zijn
algemeen© dienstplicht had te ver
vuilen, liet toen het recalcitrant
soldaatje zich niet herhaaldelijk kie
ken met de sjerp van gedeputeerde
boven zijn uniform, teneinde, zooals
Jaurès zich uitdrukte, te toonén, dat
,,de soldaat, zonder gevaar voor het
leger, burger kan zijn
Misschien zal ondertusschen de
„pseudo-docteur" Vallanet zich uit de
voeten maken.
Misschïer. zal hij kalm den rechts
ingang met al den aankleve van dien
afwachten en, evenals eeai paar
maanden geleden de bekende zouave
Jacob het gedaan heeft, den rechtere
toevoegen „Wel heb ik geen diplo
ma, maar ik heb mijn patiënten g e-
n e z e n. En dat is toch het eieren
cHcn van de genees kund e."
Doch het gerecht heeft doorgaans
„lak" aan een dergelijke manier van
eieren eten. En al zou de pseudo-
dokter Vallanet kunnen bewijzen,
dat, al ontbreekt hem de wettelijke
bevoegdheid, de practische be
kwaamheid wèl zijn deel is. geloof
ik toch, dat hij de ter zake bij de wel
bepaalde straf niet zou ontloopen,
overra te! hij geld van zijn patiënten
aannam.
De, nu naag schatting ongeveer
zeventigjarige, zouave Jacob kwam
er den la at sten keer, trots zijn zoo-
veelvoudige recidive, goed af, door
dat hij zich voor zijn medische hulp
niet liet betalen. Wat niet wegneemt,
dat deze wonderdokter, die, naar men
beweer., wel vijftig zieken per dag,
en op do meest ongebruikelijke wij
zen, behandelt, zich niet te beklagen
heeft over de ondankbaarheid zijner
patiënten, dewelke hem vruchten,
groenten en andere geschenken zen
den, „pour iémoigner la reconnais
sance et entretenir I'amitié".
Bovendien moet elke patiënt zich
voor 1 franc een photo van hem aan
schaffen. Nu, dat is toch niet duur
betaald voor de beeltenis, die iets
schijnt te bevatten van de magneti
sche kracht, welke er van het origi
neel uitgaat.
Charlatanerie Kwakzalverij 1"
roept een gebrevetteerde aesculaap in
nobele verontwaardiging uit. En hij
giet de fiolen van zijn hippocrattsdhen
toorn over do „rebouteux", de won
derdokters uit.
Middelerwijl is het publiek tn dit
land van vrijheid en vrije gedachte
veel straffer in zijn oordeel voor on
bekwame diploma-dokters dan voor
bekwame wonderdokters.
Sapristi 1 heeft Molière dan niet de
geneesheeren en hun wetenschap ge
hekeld?
Sprak er niet een wijsgeer eens iro
nisch „Om ziek te worden is de hulp
van een geneesheer niet toereikend
de natuur moet meewerken."
Was niet de groote, wereldberoem
de Pasteur onbevoegd tot het uitoefe
nen van geneeskundige praktijk, wijl
hij geen diploma had
Zei niet de geleerde Trousseau
„Le médicme n'est pas une scien
ce dont les résultais sont certains:
c'est un art dont les jouissances
sont im pré vues."
Welnu, als ge te kiezen hadt tus
schen een gebrevetteerde, die de
neesk u n s t „spreek me niet van
geneeskunde", zegt menigeen A la
Trousseau slécht en een „liefheb
ber", die haai' goéd verstaat, zoudt
ge dan uw heul zoeken bij den man
met het academisch papiertje
„Waarachtig ni-at 1" heeft de zouave
Jacob bij anticipatie geantwoord. De
man is auteur van de volgende bro
chure „Poisons et contrepoisoms.
Charlatanism© de la médecine, son
ignorance ei ses dangers." Of hij
„lèf" heeft, deze Parijsche Sequah,
di© de rollen eenvoudig omkeert en
de officieel© geneeskunde van kwak
zalverij beschuldigt
En dan.... zorgen sommige genees
heeren er niet zélf voor, dart, het ver
trouwen in de officieel© geneeskunde
bij het publiek mindert Wordt de
cone dokter soms niet door den an
deren voor een „knoeier" uitgemaakt,
zoo niet rechtstreeks, dan toch op be
dekte wijze
Die collegialiteit onder medici
Ze heeft velschillende facetten. Wie
vertelde toch Wéér de volgende ge-
.schiedemis?
Dokter A. verklaarde een zijner pa-
tienten voor ongeneeslijk en liet hem
in den steek. De patiënt riep toen de
hulip van dokter B. in. Dezen gelukte
het, den zieltogende weèr op de been
te helpen Op een goeden dag kwam
Aesculapus no. 1 den herstelde toeval
lig tegen.
Hé, bent u het Ik dacht, dat u
al dood was. Wat hebt u gedaan om
©r bovenop t© komen?
Mij onder behandeling gesteld
vain dokter B. Hij heeft mij verzorgd
en genezen....
Hij En ik dacht nog wol, dat
hij mijn vriend was 1 Wel, om de
waarheid te zeggen, vind ik dat ón-
collegiaal van hém.
Bij Hippocratesals de „pseudo-
dokteur" Vallanet niet ook door zijn
patiënten wordt aangeklaagd, aal een
handig advocaat en er zijn er vel©
hier er hem wel „door" weten t©
halen.
OTTO KNAAP.
Esperanto.
XII.
XI. Een stukje spraakleer.
Achtervoegsels.
ego geeft een vergrooting te kennen
pluvo regen
pluvego stortregen
rido lach
rldego schaterlach^
stono steen
stonego rotsblok
ero duidt bet kleinste gedeelte aan:
sablo zand
sablero zandkorrel
hajlo hagel
hajlero hagelkorrel
mono geld
monero geldstuk
eetro duidt het hoofd, de voornaamu
I ste of aanvoerder aan.
sipo schip
sipsstro kapitein van een schip
lernejo school
lennejestro hoofd der school
Betreffende het 5e Internationale
EsperanrtJetenoongres t© Barcelona
werd do volgend© brief ontvangen
van de heeren Carlo Bourlet en Fé-
licien de Ménll
Hooggeachte Geestverwant,
Wij beiden komen juist terug uit
Barcelona, waar wij heen gingen,
om mededeelingen te ontvangen be
treffende het aanstaand© congres. De
gezonden officieele circulaires van
het plaatselijk comité, hetwelk be-
scheidenheidshalve zijn eigen werk
niet kon roemen, konden dus geen
juist idéé geven van het véle, wat
reeds verkregen is. Wij doelen u dus
hieronder het een en ander mee:
D<» koning van Spanje aanvaardde
het Eere-voorzitterechap van het oon-
gres, terwijl drie ministers en leden
van de koninklijke familie het be
schermheerschap op zich namen.
Het gemeentebestuur verleend©
een bedrag van 2500 peseta's om de
reclamekosten te helpen dekken vor
der is de stad van plan een groot feest
I© organise©ren tot officieel© ont
vangst der congresleden, ©n aan de
zen gastvrijheid te verleenen.
De ontvangst van Dr. Zamenhof in
Barcelona zal vorstelijk zijn. De ge-
meentera admuziek korpsenvor-
schillonde deputaties, zullen aan het
sLation aanwezig zijn, geëscorteerd
door politie te paard en te voet.
De stad zal het paleis van schoon©
kunsten beschikbaar stollen tot het
houden dor verschillende vergade
ringen.
Het universiteitsgebouw zal aan
de verschillende vakverenigingen
aangeboden worden tot het houden
van haai- zittingen.
De groote Letterkundige vereeniging
..Athene" zal gedurende het congres
alle congresleden introduceeren, de
vereeniging Orfeo verschillende con
certen geven.
De groothandelaar Cambro zal in
loen afstaan de ouderwc-tsche hal, en
een prachtigeu salon voor een bloe-
jnonfeest, dat gegeven zal worden
met hetzelfde ameublement en deco
ratief, waarmee inlandsche bloemen-
feesten gegeven worden.
De heer Adria-Gval organiseert zelf
een voorstelling van zijn werk Mis
tere» de Doloro", dat gespeeld zal wor
den door spelers van naam.
In Barcelona bestaan 52 Esperan-
tisten-vereenigingen, met ongeveer
2000 leden, wier kennis der taal en
grooten ijver voor onze zaak men niet
genoeg kan roemen.
Wij kunnen dus niet nalaten u zeer
krachtig aan te sporen, het boven
staande door middel van de pers be
kend te maken en uwe land gen ooien
aan te sporen naar Barcelona te
gaan, opdat ieder met eigen oogen
kan zien, wat daar verricht wordt.
De geringe reis- en verbl ij f kosten
kunnen hen niet terughouden.
Wij hopen dus, dat wij met vele
duizenden Esperantisten in Barcelo
na zullen zijn.
Een hartelijke en geestverwante
groet van
C. BOURLET.
F. DE MéNIL.
In Ilelsingborg (Zweden) schijnt de
Esperantobeweging reeds een nioton-
belangrijken omvang aangenomen te
hebben. M ij lezen hiervan o. a. feiten,
welke den vooruitgang der int. hulp
taal in deze stad typeeren. Zoo zul
len dezen zomer, onder leiding van
twee .onderwijzeressen en den ijveri
ge» Esperantist, den heer Bachman,
een tiental zijner beste vrouwelijke
leerlingetjes een reisje maken over
Kopenhagen, Kiel, Lubeck, Hamburg
en Berlijn naar Dresden, het centrum
deer Esp. beweging in Duitscldand. In
deze stad wordt bet Esp. reeds als ver
plicht leervak op de scholen onder
wezen. Hier werd ook een jaar gele
den het Esporauto-Instituut, de nor
maalschool van Esp,, onderwijzers op<
gericht.
Vain deze officieele inrichting, staan-,
dé onder bescherming van den koning
van Saksen, zij nog even gezegd, dart.
zij lang geen kwijnend bestaan
voortsleept.. De docenten staan nog
niet voor leege klassen, want in 31
cursussen ingedeeld, volgon 1322 leer
lingen getrouw de lessen. Wat nu
den heer Bachman en zijn leerlingen
betreft, dezen zullen op hun reisje
zich voortdurend van de diensten der
„Universale Espernntista Asocio" be
dienen. De consuls en vice-consuls dé
zer vercenigingen in bovengenoemde
steden, zullen er voor zorgen, dat do
jeugdige reizigers overal bij Esperan-
to-sprekende families kunnen logee-
ren. Op de feestjes, die in deze plaat
sen georganiseerd worden, zullen de
meisjes proeven van Zweedsche heil
gymnastiek geven, zooals deze op de
volksscholen te Ilelsingborg onderwe
zen wordt. De lieer Bachman zal dan
tevens lezingen houden over Hendrik
Ling, den vader der Zweedsche heil
gymnastiek. Voorts zullen de meisjes
Esperanlo-liederen zingen en voor-
draehtjes houden in die taal. T© oor-
deelcn naar datgene, wat ik van dit
genoeglijk rei spionnetje las, zou wel
menig Esperantiatfe) de lust bekrui
pen zich bij dit gezelschap aan t©
sluiten.
J. H. W. HABERMEHL.
Amsterdnnische Koet.
CCXC.
DE MIDDENSTANDS-TENTOON
STELLING TE AMSTERDAM.
II.
We zetten nu onze wandeling door
het midden der groote zaal voort,
waar ons o.n. door den vertegenwoor
diger van den lieer- J. Tacoma gewe
zen wordt op het belang, dat de win
keliers hebben bij zijn etalagekasten,
waarbij voel glas en weinig hout ge
bruikt wordt, om dan op te kunnen
meuken dai op deze tentoonstelling
van alles te koop is. Niet alleen bro
ches, ten t o ons telli ngssouv eni rs1 pho-
nografen, kurken, dobbelsteenen, cho
colade, sigaren, koffie, suiker en „an-
sichtskaarten" ja warempel nog
reclamekaarten ook, één zelfs tegen
10 cents peu' stuk, hoewel je wel een
groote zak mee moogt nemen om al
het fraai© en minder fraaie druk
werk mee te dragen, dat u van tal
van „stands' hoffelijk wordt aange
boden, maar zelfs één heel© zeilsloep.
Een scheepswerf uirtN ieuwendam aan
de overzijde van het Y heeft ze hier
te midden der „lichtere" artikelen
geplaatst en voor 550 kan men z©
medenemen. Interessant is de zijde
weverij in volle werking van den
heer Kaufmann.
NV© zijn nu weer bij den ingang ge
komen, waar een schitterende ver
lichting oais verkondigt, dat Philips
metaaldraadlampen 70 pet. stroom
verbruik besparen in vergelijking met
andere systemen. Daar bekijken wij
nog even de inzending van de Rotter-
damsche Huidenclub en de Elecüri-
sche deuropener, waardoor een trek-
touw ook al overbodig wordt, om voor
we de groote zaal of we willen of niet-,
vooral 's avonds te hebben moeten
kijken naar de kleurenpracht die
door de Electrise he Reclame-installa
ties van W. Haakxman Co. woirdt
tentoongespreid.
Blijkt uit het thans aangestipte
niet ten volle hoezeer deze tentoon
stelling in het teeken van de reclame
staat?
Haarlemmer Halletjes
EEN ZATERDAGAVONDPRAATJE.
Er woont t© Amsterdam een goeie
kennis van me. Ik zal zijn naam
niet noemen, uit medelijden met zijn
familie. Hij is een patente kerel, al
leen maar een beetje zuinig en kop
pig. Zoo noemt hij die eigenschappen
evenwel niet, maar spreekt zelf lie
ver van spaarzaam cn standvastig.
Toen he met Pinkster zulk prach
tig weer was, stond hij opeens voor
me, in ecu keurig, flanellen pak,
met een onberispelijken stroohoed en
op strata schoenen, en vertelde, dat
hij pas voor twee maanden aan zee
gehuurd had. Met vrouw en dochter
zou hij ec den volgenden dag heen
gaan. Of ik hem gauw eens kwam op
zoeken
„Misschien vaker dan je lief is",
zei ik, onder den indruk van het
prachtige wanne weer en met een
visioen voor oogen van Rijnwijn met
spuitwater, onder een gezellig ge
sprek, op het balcon van zijn kamers,
in den verkwik ken den avond. Want
hij had me verteld, dart. hij ook een
balcon had, met uitzicht op zee.
Met de verzekering dat ik niet te
dikwijls komen kon, al kwam ik ook
iederen dag, vertrok hij weer naar
Amsterdam, om zijn koffers te pak
ken. Ik weet niet wie gelukkiger was:
hij omdat hij me uitgenoodigd had,
of ik omdat ik uitgenoodigd was.
Helaas
Maar laat ik in de juiste volgorde
.Vertellen.
De eerst© week kwam ik door bezig
heden niet aan mijn bezoek toe, do
tweede week vond ik het te koud en
•hoopt© maar, dat hii wel denken zou,
dat ik hot te druk had, do derde week
kon het niet langer en ging ik. Het
woei en regende.
Met hun drieën zaten ze in de
woonkamer bijeen en dronken thee.
Overigens waren ze niet in een vroo-
lijke stemming.
Zijn vrouw schilderde hoe ze hun
dag doorbrachten.
,,'s Mmgens tien uur ontbijten we,
tot elf uur daarna lezen mijn dochter
en ik couranten tot half één, ver
volgens drinken we koffie tot twee
uur, daarna lezen we boeken tot balf
zes en gaan aan tafel tot alf acht.
Dan komt d© thee, die we blijven
drinken tot tien uur. Nooit van ons
leven hebben we z.oo grondig gepro
fiteerd van onze thee, do laatste kop
jes zijn blanker dan duinwater. Om
tien aur gaan we naar bed."
„En cte ze© dan vroeg ik, „en hert
sLrand
„Daar ga ik hoen", antwoordde
mijn vriend, „ik ben zoo bang niet
voor wat kou en een beetje regen."
„Met andere durvers zit mijn man
in badstoelen. Praten kunnen ze niet
van 't klappertanden."
„En eergisteren is pa bevroren
thuisgekomen, hij kon zijn vingers
niet meer bewegen we hebben hem
moeten masseeren
Ik trachtte de familie te troosten
met mijn hartelijk boklag. Dat ze
daar vroolijker van werd, kom ik niet
merken. Ook bespeurde ik niemendal
van den" Rijnwijn er was alleen
thee en ook het balcon was present,
maar daar kon je niet gaan zitten.
Je zou er afgerold zijn. Dus dronk
ik thee, totdat 'k me bij het vijfde
kopje excuseerde en naar huis ging.
Drie dagen later herhaalde ik mijn
bezoek. Ze zaten er nog precies zoo,
als den vorigen keer. H Was of ik
niet v/eg geweest was. Alleen was de
stapel uitgelezen boeken in den hoek
nog teis grooter geworden. Mijn
vriend zelf zag er nieit best uithij
scheen me vermagerd toe en zijn stem
was zwak.
Ik kreeg veel kopjes thee en nog
meer verzuchtingen. Buiten kletter
den regenbuien. Vrouw en dochter
hadden naar huis terug gewild,
maar mijn vriend verkoos dat niet
Hij had eenmaal voor twe© maanden
gehuurd en twee maanden zou hij
blijven. Of je bleef of ging, betalen
iRoest je immers toch.
Dezen keer ontvluchtte ik na 't
vierde kepje thee.
„Stuur rne een paar dozijn mooie
boekei', verzocht mevrouw en de
dochter wenschte te weten, of ik niet
vond, dat pa, als hij in zijn badstoel
zat, wel een plaid Êon gebruiken.
„Dwaasheid", zei pa, en daar bleef
hert bij
Ik nam me voor, maar eens een
\veek.:e weg te blijven. Evenwel kreeg
i'k twee dagen na mijn laatst© visite
©en briefkaart van mijn vriend, of ik
nog eens komen wou. daar hij zoo
alleen was. 't Schrift was beverig en
ongelijk, als van een oud man.
Dezen keer zat hij in de kamer ge
heel alleen. Zijn vrouw ©n dochter
hadden het niet kunnen uithouden en
waren den vorigen dag weer naar
Amsterdam vertrokken. Hij had niet
mee gewild, er was eenmaal voor
twee maanden gehuurd en betalen
moest hij in elk geval. Dus hij bleef.
,Met de eetwaren is dat geen be
zwaar". verklaard© hij. „De porties
middageten waren toch al klein, ik
eet ze nu alle drie op en krijg voor 't
eerst genoeg. Alleen staan van van
morgen nog drie boterhammen in de
kast. d'e van 't onrtb'u-t zün overge
schoten. Vanavond moeten ze nog op.
Ik heb nu eenmaal pension voor drie
personen genomen of ik het ge
bruik of niet, betalen moet ik toch.
Alleen voor drie personen thee, dat
is me wat machtig. Je moet me er
door helpen."
Dus dronk ik meer thee dan ooit en
staarde inmiddels vol verwondering
en angst naar mijn vriend, die er nu
toch beslis» lieel slecht uitzag. Mager
als een lat was hij en zelfs inge-
schrompeld, kleiner geworden.
Ik probeerde hem er toe te bewe
gen, om naar Amsterdam terug te
gaan. Hij verkoos niet, zei altijd
maar weer
„Ik heb nu eenmaal voor twee
maanden gehuurd"en zoo voorts.
Toen ik na het elfde kopje weg
ging voelde ik me als een wandelende
theepot. Maar ik beloofde gauw te
rug Ie komen.
Het regende, dat het goot.
Nu kwam Ik eiken dag, want zijn
toestand maakte me ongerust. Lang
zamerhand klom het aantal opge
spaarde boterhammen In de kast tot
drie-en-dertig. Bovendien had hij een
emmer koude thee opgezameld.
„Fidelio", zei hij, „ik kan er n'et
meer tegen op, 't is te veel."
„Geef het brood aan d© honden",
raa/Jde ik.
„Er komt geen hond op 't strand",
zei hij.
Een van mijn laatste bezoeken was
op den middag.
„Meneer was aan 'i strand", zei de
juffrouw van t. pension.
Hij zat ex als gewoonlijk' in een
badstoel. Er was niemand anders.
„Waar zijn j'e vrinden vroeg ik.
„Weg", zert hij met een stem, die al
zwakker werd, „ze hadden geen
courage meer. Stel ie voor één had
voor drie maanden gehuurd, is maar
twee weken gebleven. Slappe lui, Fi
delio, ze hebben geen hart in 't lijf.
Ik blijf tot den laatsten dag ik heb
eenmaal voor twee maanden
„Jawel, jawel", zei ik, „maar nie
mand dwingt je toch om te blijven
„Mijn vader zei altijd als jc wat
koopt, gebruik liet dan ook. Of ik ga
of blijf, ik moet het pension toch be
talen. Ik heb eenmaal
Maar ik luisterde niet langer ea
nam afscheid. Het was me te kouden
ik ben eenmaal gevoelig. Eenige da
gen lang vergat ik door drukte van
bezigheden mijn armen vriend totaal,
tot ik opgeschrikt werd door een
briefje van de juffrouw van 't pension,
die verzocht of ik dadelijk over wou
komen, omdat mijnheer haar heel
naar rtoeleek en zij geen zieken in
haar huis" kon hebben. Bovendien
deed hij zoo vreemd er was nu al
een tweede emmer halfvol thee. Hij
dronk die toch niet meer op en ze
kon haar emmers zoo lang ndet mis
sen. Dan waren er in de kost vier-en-
vijftig boterhammen, waarvan de
meeste schimmelden. Of ik daar eens
orde op stellen wou.
Per eerst© gelegenheid ging ik er
heen. t Regende, evenals bij mijn
vorige bezoeken, alleen nog wat har
der. De juffrouw schommelde rond in
de kamer van mijn vriend en beklaag
de zich levendig. Haar woordenstroom
overtrof nog den theestroom, want ik
dien 1© vertellen, dat zij, door een
toevallige beweging, zei ze, de era-
mere had omgegooid, zoodat de kar
mer dreef van thee. Ik geloof zeker,
dart ze hei met opzet had gedaan, om
dat ze de emmers noodig had voor
aardappelschillen en vuilnis.
„Meneer ging zóó achteruit", klaag
de ze, „als hot zóó doorging
En ze had nog nooit een dooie in
huis gehad, dat gaf geen goeien naam
aan een pension.
Verschrikt door haar sombere ver
halen haastte ik me naar 't strand.
U Was niet mogelijk, mijn vriend te
■missen. Er was niemand anders,
geen wandelaar, geen badstoel. Hij
alleen zat er nog met den moed van
de wanhoop. In de verte zag ik zijn
voeten uit den badstoel steken. Dich
terbij komende, zag ik zijn jas, zijn
hoed, zijn boord, maar alles in el
kaar gezonken, als op een hoopje....
„Bonjour I" riep ik hem toe.
Hij antwoordde niet, bewoog zich
evenmin.
Ik dacht dat hij sliep.
„Ben je ingedut?" riep Ik met ver
heffing van stem voor tem tredende.
Maar hij sprak geen woord en ver
roerde zioh nrtert.
Toen vaJtt© ik hem bij zijn mouw,
om hem wakker t© schudden, maar
deinsde verschrikt achteruit, want
zijn hoed viel af, zijn kleeren zakten
in elkaar. En, o gruwel, hij had geen
hoofd meer, zijn mouw was leeg, d©
beenlooze broekspijpen lagen slap.
En d© kleerenmassa, door mijn aan
raking in beweging gebracht, zakte
nog vorder samen, sloeg om en viel
aan mijn voeten neer.
Het eenige, wat ik op de allang
van dea badstoel zag liggen, was een
klein plasje water.
Toen werd alles mij opeens duide
lijk mijn vriend, door de voortdu
rende negens telkens verminderd en
afgenomen, was nu TOTAAL GE
SMOLTEN.
Dit drama geschiedde In den zomer
van 1909 1
FIDELIO.