Verschijnt dagelijks, behalve op Zon» en Feestdagen.
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
OM ONS HEEN
isaitenïaudscb Overzicht
FEUILLETON
De roode Pimpernel
in Gevaar.
27e Jaargang. No. 8003
li—I. I I 'HM—W
DONDERDAG 29 JULI 1909
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIB MAANDBNl
Poor Haarlem l .1.I I l l 2 129
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente),130
Franco per post door Nederland 1.65
Afzonderlijke nummersn 0.02 M
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37 X
de omstreken en franco per post 0.45
Uitgave der Vennooiscb&p Lourens Caster. Directeur J. PEEREB00SL
ADVERTENT IËN«
Van 1—5 regels 50 Cts.; Iedere regel meer 10 Cis. Bulten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels i.—elke regel meer/0.26 Reclames 30 Cent per regel
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Advertentiën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing]
50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant
Redactie en Administratie: Groote Houtstraat 55.
(Btèrcommnnaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724.
DrukkerijZnider Bnitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiën ea reclames van bulten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
TWEEDE BLAD.
No. 972.
Nabetrachting van den
Gemeenteraad.
Onze lezers kennen de historie van
de plannen, om het door mevrouw
Visser van Hazerswoude aan de aid.
Haarlem van den Bond van oud-
onderoflioiieren geschonken gebouw
op den dag der algemeens vergade
ring te openen en hoe dat misliep,
omdat de vereLachte vergunning van
de gemeente er nog niet was. Öp dat
geval werd onvriendelijk commentaar
geleverd ten aanzien van de lang
zaamheid, waarmee het bureau van
openbare werken arbeidt en dit had
zich de heer Sneltjes zóó aangetrok
ken, dat hij aan B. en W. om inlich
tingen Yroeg.
De heer De Breuk nam bij zijn ant
woord geen hlad voor den mond. Hij
deelde mee, hoe al in 1905 de heer
Kuiper, als directeur van de maat
schappij Bosch en Vaart, vergunning
van de gemeente had om een sloot te
dempen, maar daarvan tot nog toe
geen gebruik gemaakt had. Daaraan
was toe te schrijven, dat de rioleering
yan 't bedoelde perceel niet in orde
had kunnen gemaakt worden. Wel
was de overdracht van straten er hij
gehaald, maar die had er niets mee
te maken. „Ik heb", zei de wethouder,
„de overtuiging dat mijnheer Kuiper
B. en W. heelt willen brengen tot het
nemen van een besluit, dat niet zou
zijn geweest in het belang van de ge
meente en toen hij zag, dat dit niet
lukte, er mevrouw Visser van Hazers
woude voor heelt gespannen, en ge
zegd „als u het meerdere maar her
taal t, dat ik zal moeten betaLe^ dsde
zaak in orde.'
De heer Sneltjes nam daarvan ac
te, bedankte voor de inlichtingen en
daarmee was de zaak uit.
Althans voor den Raad. Ook voor
den heer Kuiper?
Dat zal wel blijken.
Nadat de Raad meer dan een uur
in geheime vergadering had doorge
bracht, toonde de helft weinig lust in
het aanschaffen van een tweeden zie-
kentransportwagen, wat B. en W.
voorstelden, omdat de bestaande acht
weken in reparatie moest. Er was iets
komieks in, dat de directeur van
openbare werken door den leveran
cier zelf op de noodzakelijkheid van
die herstelling was attent gemaakt.
„In 't dageiijksch leven", zei de lieer
Modoo onder 't gelach der vergade
ring, „doet men dat zóó niet." En de
heer Rinkema dong af op die acht
weken 't kon ook wel met vier,
drie, pak weg twee. Moest daarvoor
nu een heel nieuwe wagen gekocht
worden
B. en W. kwamen toen met grof ge
schut, ze haalden er de financiën bij.
Met de stukken werd aangetoond, dat
't aoo'n goed zaakje was, daar de wa
gen, die 2100 had gekost, in één jaar
f 520 aan huur had opgebracht. Deze
becijfering zou overtuigender zijn ge
weest, wanneer men nu ook maar
had kunnen aantoonen, dat met den
aankoop van een tweeden wagen ook
tweemaal zooveel zieken zich zouden
aanmelden. Maar dat konden B. en
W. natuurlijk niet en vandaar, dat
de helft van de Raadsleden tegen den
aankoop van het tweede rijtuig stem
den. Precies twaalf waren voor, pre
cies twaalf tegen. De stemmen staak
ten dus, zoodat in de volgende verga,
daring zal moeten worden overge
stemd.
Een poging van den heer Krelage
om heropening van de debattan te
verkrijgen bij de resumptie van het
reglement op de arbeidsbeurs, mis
lukte. De burgemeester sprak van een
gevaarlijk pi-ecedent en de Raad zag
een afgrond en durfde niet verder. In
zoover terecht, dat het niet aangaat,
om wanneer alleen resumptie, d. w.
z. overzicht van de redactie, op de
agenda staat, heropening toe te
staan voor een debat over een belang
rijk amendement. Toch had de Raad
don heer Krelage m. i. vriendelijker
kunnen behandelen door hem uit te
noodigen, zijn amendement in te die
nen en dit in de volgende vergade
ring te hespreken, de resumptie dus
zoolang aanhoudende. Daarmee zou
ook de vorm gered zijn geweest.
Maar niet altijd is wat in den Raad
omgaat, voor den buitenstaander vol
komen duidelijk. De heeren Van Ros-
sum c. s. hadden over het verzoek
van den heer A. de Haan om schade
loosstelling wegens den bouw van 't
slachthuis, een nieuw praeadvies ge
vraagd omdat B. en VV. huns inziens
bij het afwijzend praeadvies niet met
alle omstandigheden rekening had
den gehouden. Bij monde van den
voorzitter weid dit laatste door B. en
W. ten storks te ontkend en toch ver
klaarde het College zich tot het geven
van een nieuw praeadvies bereid, w e-
gens het nieuwe feit. Waar
dat feit school heb ik niet kunnen ge
waar worden.
Duidelijker was het standpunt van
den burgemeester ten opzichte van
het verzoek der Centrale Commissie
van drankbestrijdende vereemgingen,
om in de kermisweek de cafés niet te
2 uur, maar op 't gewone tijdstip, te
12 uur, te sluiten. Hun afwijzend ad
vies hadden B. en W. gegrond op de
opinie van den burgemeester, en dat
begrepen de heeren de Braai, Thijs-
sen en Schram niet goed.
De burgemeester gaf daarvan de
verklaring, die hem tot eer strekt.
Waar de Raad pas besloten had, de
kermis te handhaven, behoorde dit
besluit in zijn geheel onaangeroerd te
blijven en mocht de burgemeester,
hoezeer hij ook tegenstander van ker
mis en drankmisbruik was, niet door
de achterdeur daaraan schade toe
brengen.
Een hoogstaand motief, dat getui
genis geeft van een hooge plichtsop
vatting.
Zeer terecht constateerde de heer
Lasschuit bovendien, dat sluiting te
12 uur zeer moeilijk zou zijn geweest
en niet gebaat zou hebben, omdat de
kermis zelf toch tot een uur open
bleef.
Gelegenheid tot lachen kreeg de
Raad bij de behandeling van straat
namen. De heer Winkler, onze nu-
menspecialitedt, vond met ons Ver.
spronckstraat al heel leelijk en gaf
Kweekduinweg in bedenk. Hij herin
nerde daarbij terecht aan wat er ge
beurt met last'ge straatnamende
spraakmakende gemeente verbastert
ze eenvoudig naar haar gemak, zoo
als de Pieter Corneliszoon Hooft-
straat eenvoudig geworden is de
Peesee. „Niemand", zei de heer
Winkler met vuur, „denkt daarbij
meer aan Jan Pieterszoon Coen
en toen de Raad over dezen lapsus
proestte, voegde hij er leukweg aan
toe„dat bewijst, hoe moeilijk zulke
namen in 't gebruik zijn I"
Maar zijn zin kreeg hij toch niet.
Verspronckstraat moge 't dan al niet
worden, Verspronckweg zal de offir
cieeie naam wezen. Ik voorspel met
de grootste gerustheid, dat het pu
bliek er zijn tong ru'et aan bezeer en
en eenvoudig van den Sprong-
w e g spreken zal.
Evenmin lukte het, om inplaatsvan
Van der Vinnestraat Rembrandt-
straat aangenomen te krijgen. Deze
laatste wijziging van den heer Wink
ler leek me ook niet gelukkigde
naam met zijn drie r's ratelt evenveel
als Verspronck.
En zoo landden we dan weer bij de
keien van den Wagenweg aan. Ik kan
niet helpen, dat me de woorden te
binnen schoten
Das ebeai ist dier Fluch der bösen
That,
Das sie fortwahrend immer böses
muss gewahren.
Want de dwaasheid, om de prach
tige keibestrating aan den Wagen
weg door klinkers te vervangen,
kwam zich hier wreken.
In de Leidschestraat wou men nu
die keien overbrengen. „Ik ben er
niet tegen", zei de heer Modoo, „ik
ben altijd een kei geweest en heb de
bezwaren van de bewoners van den
Wagenweg onjuist gevonden. Maar
voor de heeren, diie indertijd voor de
klinkers hebben gestemd, is 't een
moeilijk geval."
Dat was liet zeker. Maai* wat zou
den de heeren van de klinkerpartij
doen? Ze konden de Raadszaal toch
niet met de keien van den Wagenweg
bestraten en ze wegbergen op de Hooi.
markt, zooals de heer Levert wou,
zou misschien wel aanlokkelijk zijn
geweest dan waren die steenen des
aanstoots althans uit 't gezicht ge
weest maar dat wilden B. en W.
niet.
De zaak liep zoo zot af, als ze maar
eenigszins kon.
In de Barrevoetestraat en de Kei
zerstraat, waar B. en W. ook de kei
en wilden leggen, verkoos de Raad ze
niet te hebben, hoewel ook daar druk
wordt gereden.
Wel werd besloten, ze te doen leg
gen in de Leidschestraat en in de
Westerstraat, tusscben de Leidsche
straat en de Westergracht.
Juist daar wordt bijzonder druk
gereden.
En dat gaf zooveel lawaait
j op den Wagenweg 1
En de paarden vielen zoo
op den Wagenweg I
Zullen de stomme dieren blijven
staan in de Leidschestraat
Nog sterkerzullen ze den oprit
voor de hooge Wilsonsbrug kunnen
maken, wanneer die met deze keien
bestraat is? Want de heer De Breuk
heeft verzekerd, dat ze ook daarvoor
zullen worden gebruikt.
Met den heer Rinkema ben ik het
eens, dat de nachtrust van de Leid-
schestraatbewoners wel scliikken zal.
De mensch gewent gauw aan gelui
den om zich heen, ook de Wagen weg-
sche mensch, als hij maar een beetje
geduld heeft.
En 't is lang niet onmogelijk, dat de
bewoners van den Wagenweg, over
een paar jaar, ais hun klinkertjes
zijn stuk gereden en de straat vuil,
modderig en ongelijk daar neerligt,
stilletjes zullen zuchten „och, had
den we onze mooie, reine keibestra
ting maar weerom I"
In 't Raadsverslag kan men lezen,
dat verschillende punten zijn aange
houden en dat de Raad het voorstel
van B. en W. om het perceel in de
Kruisstraat voor administratiegebouw
der lichtfabrieken voor 27.100 te ver
houwen, afgewezen heeft.
Hierover is de Raad blijkbaar in de
war geweest. Want niet later dan 2
Juni besloot hij met 21 tegen 5 stem
men, om het perceel wel voor den
dienst der llchafabrieken te bestem
men.
Zeker, zelfs Homerus sliep wel eens!
J. C. P.
SPANJE EN MAROKKO.
De koloniale oorlog door de regee
ring voorgestaan, heeft niet de sym
pathie van het Spaansche volk. Inte
gendeel dit is tegen deze geweld
dadigheden gekant en toont het on
genoegen duidelijk.
Overal in Spanje protesteert men
tegen het oproepen der reservisten,
om dezen naar het oorlogsveld te zen
den. Eerst was het mopperen, maar
nu worden de krachtigste en gevaar
lijkste middelen gebruikt, om de troe
penzendingen te beletten. De rails
worden opgebroken, zoodat de treinen
niet meer kunnen rijden en soldaten
meevoeren de telegraaf- en telefoon
draden afgesneden, opdat de aanvra
gen om versterkingen niet ontvangen
kunnen worden bruggen en wegen
worden vernield, ook ai om het ver
keer met de hoofdstad af te breken en
de opkomst der troepen te bemoei
lijken.
De Spanjaard heeft (figuurlijk ge
sproken) 't hoofd verloren. Hij heeft
een ideaal, om de regeering zooveel
mogelijk in dezen oorlog te bemoeilij
ken. Daartoe wordt in vele steden
een soort revolutie gekweekt en alge-
meene werkstakingen geproclameerd.
Eerst was Barcelona bet brandpunt
van deze volksbetoogingen, maar nu
is de besmetting over geheel Spanje
gekomen. Stakingen en vechtpartijen
met de politie en de in Spanje achter
gebleven militairen zijn aan de orde
van den dag. Daarbij gaat 't dikwijls
„warm" toe. Bij één botsing te Barce
lona tusschen burgers en politie wer
den gisteren 11 menschen gedood en
50 gewond. Cijfers die spreken I
De soldaten, die gecommandeerd
werden, om op de rumoerige burgers
te schieten, weigerden dit.
De Spaansche regeering zit nu voor
een lastig geval. Ze heeft nu over
geheel Spanje DEN STAAT VAN BE
LEG AFGEKONDIGD en hoopt nu
door krachtig optreden het prestige
te herwinnen. Of het haar zal geluk
ken
En uit Marokko komt ongestoord
een reeks telegrammen.
ZEND VERSTERKINGEN.
GENERAAL MARINAS.
Dat is een treurige boodscliap,
want Spanje is bijna onmachtig de
verlangde versterkingen van 40.000 of
50.000 man naar Marokko te brengen.
Tegen de nu gezonden 10.000 man Ls
door het volk al zoo krachtig gepro
testeerd De Spaansche reservisten
deen zelf ook alles, om aan een in
scheping naar het Moorenland te
ontkomen. Velen hunner vluchten het
land uit en zoeken in Frankrijk een
veilig toevluchtsoord. Hun bewering
is we willen ons leven niet wagen,
om in Marokko voor de belangen van
eenigo onredelijke kapitalisten te
gaan vechten.
Hebben ze ongelijk met deze bewe
ring? inderdaad, er is veel onbillijks
in dit oorlogsdrijven gelegen. Laten
we nog even de werkelijke oorzaak
nagaan.
Ecnige janen geleden, onder de
zwakke regeering van den vorigen
Sultan Abd-el-Azis wist een kroon
pretendent, Boe Arnara, zich eene
sterke positie te verschaffen in het
Rif-gebied, achter het Spaansche
kuststation hij Mclilla. De Spanjaar
den steuuden hem en uit erkentelijk
heid voor dien steun gaf Boe Amara
aan twee Spaansche maatschappijen
concessies voor-ijzer- en loodmijnen,
welke groote waarde heeten te heb
ben. Ter bevordering van de mijn-
exploitatie legden de maatschappijen
een korten spoorweg aan op Moorsch
gebied, en die lijn trachtten zij in den
laatsten tijd uit te breiden. Ter be
scherming van die lijn werden
Spaansche troepen gebruikt. Dat was
te veel voor de plaatselijke stammen,
die dat ais een inval in hnn gebied
beschouwden. Inmiddels schijnen zij
hun trouw aan Boe Amara opgezegd
te hebben en de partij gekozen te heb
ben van Moelai Hafid, die de con
cessies, verleend door zijn mededin
ger Boe Ajnara, zijnerzijds niet er
kent.
Iets wat zeer logisch is I
Het Ls niet duidelijk, met welk
recht de maatschappijen hun onwet
tig verkregen concessies willen hand
haven en nog minder duidelijk, dat
de Spaansche regeering dit drijven
zoo krachtig steunt.
Nu zit Spanje er ook mee
De positie van generaal Marinas
rondom Melilla is niet schitterend.
Toch heeft hij een legermacht van
14.000 man. Kan hij daar niet meer
mee doen De berichteh uit Melilia
zijn spaarzaam, maar één ding Is op-
vallend, dat er in verhouding met
het aantal soldaten, zooveel officioren
gewond worden of sneuvelen. Moeteu
we daaruit afleiden, dat de vechtlust
der soldaten niet bijzonder is en ze 't
meest aan de officieren overlaten.-
Dan is de Spaansche positie nog treu
riger I
Eiken dag wordt er veel gevochten.
De Mooren weten van geen rust en
vallen geregeld aan. Dit kunnen ze
doen, want ze ontvangen geregeld
nieuwe vechtlustige troepen uit de
binnenlanden. Men predikt daar op
Mahammedaansche gronden den hei
ligen oorlog tegen Spanje, en nu
rukken de stammen op, om de Span
jaarden uit heel Marokko te verdrij
ven.
Dinsdag is er weer buitengewoon
gevochten. Volgens de officieelo (dusf
niet overdreven) berichten zijn daar
bij 200 Spaansche soldaten gedood of
gewond, terwijl ook generaal Pintoa
sneuvelde.
't Ziet er voor Spanje wel treurig
uit 1
NIEUWE ONGEREGELDHEDEN
IN PERZIë.
De kalmte is nog lang niet weer
gekeerd Er schijnen weer nieuwe
onlusten te dreigen, want de voor
standers van den onttroonden Sjah'
verzamelen zich weer, en hebben blijk
baar een soort contra-revolutie in den
zin.
Precies als in Turkije. Maar
hier verkecren de .Tong-Perzen in
minder gunstige conditie dan de Jong-
Turken. Ze hebben geen sterke leger
macht. Deze is niet eens in staat, de
aan deu vorigen Sjah trouw gebleven
troepen, die even buiten Teheran ge
legerd zijn, te verslaan.
En wat doet Rusland
Er is een conflict ontstaan tu»-
sclien de nieuwe regeering en de aan
hangers van den oud-Sjah, waarin de
Russische regeering zich ten gunste
der laatsten mengt. De regeoring
eischt de ontwapening van allen, die
zich tegen de nieuwe regeering ver
zetten, en legde eveneens beslag cp
het geschut der kozakken-brigade.-
Deze weigert echter hardnekkig aan
den eiscli der regeeriug gehoor te
geven en wordt in haar weigering
gesteund door do Russische regee
ring, die zich met de zaak bemoeit,-
op grond, dat.... Rusland zich inder
tijd borg heeft gesteld voor de beta«
ling.
Rusland moet toch een motief hob-
ben, om z'n troepen in Pcrzië to be
houden
DE ONTVANGST VAN 'T NIEUWE
FRANSCIIE MINISTERIE.
De meeste Fransche bladen laten
zich, alhoewel met eenige terughou
dendheid, vrij welwillend uit over het
kabinel-Briand. Enkele slechts ver
klaren hun oordeel te zullen opschor
ten, tot zij de regeering naai* haar
werk kunnen beoordeelen.
De regeeringsgezinde pers juicht
daarentegen over de succesvolle rede
van den nieuwen premier.
REVOLUTIE IN VENEZUELA'.,
Weer een nieuwtje I
Uit Caracas (de hoofdstad van Ve
nezuela) wordt bericht, dat de Duit-
sche onderdaan Hauer en zijn advo
caat Porpacen te Maracaibo gevan
gen zijn genomen. Hauer trachtte
oogenscliijnlijk Venezolaanscho aan-
deelen voor Castro te verkoopen, maar
was in werkelijkheid bezig met de
voorbereiding van een revolutie ten
gunste van Castro, wat o. a. bleek uit
papieren en een geheime code, die bij
hem in beslag werden genomen. Vol
gens den berichtgever verwacht men
nog eenige opzienbarende arresta
ties.
Naar het Engelsch, door
Barones Orczy.
ui
Maar wel hen, die ik liefheb,
Mijnheer Chauvelin.
Ik moest mijn land dienen zoo
goed als in mijn vermogen was. Ik be
doelde geen kwaad voor uw broeder.
Hij is nu veilig in Engeland. En de
Roode Pimpernel was immers niets
voor u?
Zij trachtte op zijn gelaat te lezen,
trachtte In die ondoorgrondelijke
oogen te ontdekken,of er ook een of
andere verborgen bedoeling in zijn
woorden schooi.
Instinct had haar natuurlijk ge
waarschuwd, dat deze man overal en
altijd niets anders kon zijn dan een
vijand.
Maar hij scheen nu zoo gebroken,
zoo verslagen, dat minachting voor
zijn vervallen toestand, en voor de
nederlaag, dien hij geleden had,
spoedig het laatste restje vrees uit
haar hart verdreef.
Het gelukte mij zelfs niet eens
dat geheimzinnige wezen eenig
kwaad te berokkenen, ging Chauve
lin met dezelfde neerslachtigheid
voort. Zooals u zich herinnert kwam
Sir Percy Blakeney, natuurlijk ge
heel onschuldig mij in mijn plannen
dwarsboomen. Ik faakle waar u
slaagde. Het geluk heeft mij den rug
toegedraaid. Onze Regeering bood mij
een nederige positie aan, ver van
Frankrijk af. Ik behartig de belan
gen van Fransche onderdanen in En
geland geA-estigd. Mijn dagen van
macht zijn voorbij. Mijn nederlaag is
volkomen. Ik klaag niet, want mijn
tegenstander was mij al te scherp zin.
nig af... maar ik faalde... ik faalde...
ik faalde... Ik ben bijna een vluchte
ling en geheel in ongenade. Dat is
mijn geschiedenis, Lady Blakeney, be
sloot hij, nog een stap naderbij ko
mende en u zal hegrijpen, dat het
mij goed zou doen als u uw hand nog
eens naar mij wilde uitstrekken, en
mij laten voelen, dat u genoeg vrou
welijke zachtheid bezit om uw hart
tot vergiffenis en misschien ook tot
medelijden voor mij te dwingen, al
weet ik dan ook, dat u mij nooit meer
met welwillendheid zal beschouwen.
Marguerite aarzelde. Hij stak zijn
hand uit en haar warme, aan opwel
lingen toegevende natuur spoorde
haar aan vriendelijk te zijn.
Maar instinct liet zich niet bedwin
gen een merkwaardig instinct, waar
aan zij weigerde toe te geven. Wat
had 2ij te vree-zen van dat armzalige,
zich kronkelende wormpje, die zelfs
niet genoeg trots bezat om zijn ne
derlaag met fierheid te ondergaan
Wat voor kwaad kon hij doen aan
haar of aan hen, die zij liefhad
Haar broeder was in Engeland Haar
echtgenootI BahZelfs de vijand
schap van de geheele wereld kon
haar geen vrees inboezemen voor
hem!
Neendat instinct, dat haar be
woog zich voor Chauveldn terug te
trekken als voor een vergiftige slang,
was zeker geen vrees. Het was haat 1
Zij haatte dien man I haatte hem
om alles wat zij door hem had moeten
lijdenoin dien afschuwelijken
avond en nacht op de klippen van
Calais I het gevaar voor haar echtge
noot, die haar zoo onuitsprekelijk
dierbaar was geworden 1 de vernede
ringen en zelfverwijten, die zij had
moeten verduren.
Ja I het was haat I en haat was van
alle emoties, die, welke zij het meest
verachtte.
Haat Haat men een slimme, maar
onschadelijke pad. of een stekende
vlieg?
Het scheen belachelijk, verachtelijk
en meêl ij wekkend aan haat te denken
met betrekking tot de zwaarmoedige
gestalte van dezen verslagen intri
guant, dezen in ongenade gevallen
leider van het revolutionaire Frank
rijk.
Hij stak zijn hand nog naar haar
uit. Als zij even de toppen van haar
vingers op zijn hand legde, dan zou
zij daarmee de genade en vergeving
schenken, die hij van haar vroeg. De
vrouw Desirée Candeillo riep nog
eens de laatste overblijfselen van
haar sluimerende haat bij haar wak
ker. Valsch, zich anders voordoende,
dan zij was zooals Marguerite van
den beginne af vermoed had scheen
zij inet Chauvelin overeengekomen te
zijn deze ongewenschte ontmoeting
tot stand te brengen
Lady Blakeney wondde zich van
den een tot den ander, trachtte haar
miLnachting achter een masker van
bedaarde onverschilligheid te verber
gen. Candeilie stond vlak bij haai* en
zag er duidelijk versclirikt en niet
weinig verbaasd uit. Een oogenblik
van nadenken was voldoende om
Marguerite te overtuigen, dat de
vroegere actrice van hot Variétés-
Thé&tre blijkbaar onbekend was met
de gebeurtenissen, waarop Chauvelin
had gezinspeeld, zij was daarom niet
ernstig gevaarlijk waarschijnlijk
niets dan een werktuig in de handen
van den ex-gezant.
Op dit oogenblik zag zij er uit als
een onnoozel kind, dat niets begrijpt
van liet gesprek der volwassenen.
Marguerite had haar hulp en be
scherming beloofd, had haar in haar
huis genoodigd, en bood haai- een
prachtige gift aan voor een liefdadig
doel. Zij was te trotsch om nu op die
belofte terug te komen, het contract
te verbreken tor wille van een onver
klaarbare vrees.
Met betrekking tot Chauvelin was
het een geheel ander gevalzij had
hem geen rechtstreeks aanbod van
gastvrijheid gedaanzij had er in
toegestemd in haar huis den ofticiee-
len geleider van een onbeschermd
meisje te ontvangen, maar zij was
niet geroepen om vriendschap te be
wijzen aan den doodelijksten vijand
van haar en haar echtgenoot.
Zij was bereid hem met een kort
woord van vergeving en half gegeven
belofte van vergeten uit haar leven
te laten verdwijnen, onder die voor
waarde en alleen onder die was zij
bereid haar hand een seconde lang in
de zijne te laten rusten.
Zij had haar gevallen vijand ge
zien, hoezeer hij vernederd en versla
gen was I Heel goed I nu kon hij uit
haar gezichtskring verdwijnen, des te
gemakkelijker, omdat de laatste ge
dachte aan hem er een zou zijn van
totale verslagenheid, haat niet eens
waardig.
AI deze gedachten, gevoelens en ge
waarwordingen vlogen haar met de
grootste snelheid door het hoofd.
Haar aarzeling had minder dan vijf
seconden geduurdhet gelaat van
Chauvelin had nog de uitdrukking
van twijfelend smeeken, waarmee bij
eerst verzocht had om de permissie
haar hand in do zijne te mogen ne
men. Met een plotseling hoofdknik
ken kwam zij recht op hem af, klaar
met de woorden, waarmee zij hem
zijn congé wilde geven voor nu en
voor altijd, toen een welbekende lach
haar oor trof en een langzame, gerek
te stem opgewekt zei
Bah I Ik vind, dat da lucht hier
geschikt is, om iemand te vergeven.
Het volgend oogenblik was Zijn
Koninklijke Hoogheid de Prins van
Wales de tent binnengekomen, direct
gevolgd door Sir Blakeney.
HOOFDSTUK VIII.
De Uitnoodiging.,
Het was wei een eigenaardige toe
stand, deze toevallige ontmoeting tus
schen Percy Blakeney en den ex-
gezant Chauvelin.
'Wordt vervolgd).