Onze Lachhoek
jiiióór een bad van brandendo benzine
ernstig gewond op een stoel, de
loftuitingen op rijn concurrent zat te
lezen, en zei: „Louis, ik ontsla ja van
je belofte, probeer bet dan inaar."
Zoo kaduuk als hij was sprong de
uitvinder op, om order te gaan geven,
dat zijn toestel naar Calais verron
den moest worden, en in zijn aandoe
ning deed hij daarop de misschien
wat ondoordachte gelofte dat hij, als
't gelukte nooit meer een vlucht doen
zou, en zich voortaan alleen op den
vasten grond aan de verbetering van
de vliegmachines wijden. Het is ge
lukt, en behalve in de wedstrijden,
waarvoor hij zich al had laten in
schrijven, zullen we dus Blériot niet
meer de lucht zien ingaan. Tenzij
mevrouw Blériot mettertijd misschien
nog eens de hand over het hart mocht
strijken.
Ze was op de torpedoboot die den
tocht meemaakte, maar die van geen
nut was, omdat de vliegende man ze
•ver achter zich liet. Toen ze om lxaar
heen riepen: ,,Daar is hij,... hij ver
laat het land... daair komt hij op ons
aanl"... kroop ze weg in een hoekje,
en durfde niet kijken. Een oogenblik
later bedwong ze zich, en volgde nu
met een kijker haar man tot hij in de
nevelige verte verdween. Daarna was
't weer de martelende onzekerheid of
hij t er goed afbrengen zouEn
vooral vol on zegbaren angst moet het
oogenblik geweest zijn, dat men in de
haven van Dover aankwam, en er
niemand vond, die iets van den lucht-
echipper gehoord of gezien had...
Er behoort waarlijk niet minder
moed toe, de vrouw van een voorman
te zijn dan zulk een voorman zelf!
Vóór hij wegging vroeg Blériot:
„Zeg eens, Dover ligt toch Immers
dien kant uit?"
„Maak je d a a r maar niet druk
fever," ntwoordde zijn vriend Le-
blanc, de fabrikant van zijn opvlie
ger. „Je hebt de torpedoboot maar
achterna te vliegen."
De historie meldt niet of de raad
gever werkelijk zóó overstuur was,
dat hij niet begreep, dat zijn schep
ping bestemd was vóór te gaan, niet
om te volgen, dan wel of hij dacht,
dat het verlangen van de toeschou
wers aan board van de torpedoboot
de Escopette vleugels geven zou...
Nauwelijks was de Franschman per
automobiel naar een hotel In Dover
gebracht of er meldde zich een bezoe
ker voor hem aan in de gedaante van
een douane-beambte. Deze stelde hem
met zakelijken ernst de vragen, die
hij eiken scheepskapitein heeft te
stellen, en reikte hem, na een bevre
digend antwoord gekregen te hebben,
het volgende certificaat uit:
,,Ik ondergeteekende verklaar dat
Ik gevisiteerd heb Louis Blériot, ge
zagvoerder van een schip (monoplan),
komende uit Calais, en dat uit de
mondelinge antwoorden van dien ge
zagvoerder op de gestelde vragen
blijkt, dat hij gedurende de reis geen
besmettelijke ziekten aan boord heeft
gehad, waarvoor het noodig zou zijn
zijn schip op te houden, zoodat hij
vrij is zijn reis te vervolgen."
Ter verontschuldiging van den
Jman diene, dat deze verklaring den
vorm had van een gedrukt formulier,
en dat hij door de bijvoeging mono
plan naar zijn beste weten getracht
had, ze aan de nieuwe omstandighe
den aan te passen.
Nauwelijks had de draadlooze tele
graaf aan de Fransche zijde den gun-
etigen uitslag van den tocht bekend
gemaakt, of er vloog een Engelsch-
man op den fabrikant van het toestel,
den heer Leblanc» af. Al van verre
kiep hij:
Bent u het die de aëroplaijes-Blé-
riot verkoopt?
Om u te dienen.
Hoeveel?
t— Tien duizend franca
Ik neem er ean. Hier la een chè-
que van vijf duizend als eerste ter
mijn.
Het was half zes in den morgen.
Dat is nog eens zaken doen!
Hoeveel sympathie ieder ook voor
den succesvollen vlieger gevoelt,
je kimt toch ook niet nalaten com
passie te hebben met dengene die niet
slaagde, Latham, even moedig maar
minder gelukkig. Het is hard door
een onbeteekenende kleinigheid niet
in het gulden boek der geschiedenis
te komen, als Jè je toch feitelijk even
verdienstelijk hebt gemaakt als dege
ne, dien die eer wèl te beurt valt.
Want al doet Latham morgen hetzelf
de, de man, die het eerst over het
Kanaal vloog, de man die het geld
krijgt, en de eer, en een gedenktee-
ken, blijft Blériot
Toch had de laatstgenoemde met
een beau geste getracht zijn concur
rent een deel van een en ander af te
staan.
Hij zeide tot Latham, den vorigen
avond: „Als ge er morgen na mij in
mocht slagen den overtocht te vol
brengen deel ik den prijs met u."
Natuurlijk wilde Latham niets liever,
en zoodra het bekend geworden was,
dat Blériot het geprobeerd had ging
hij met zijn instructeur dadelijk aan
het werk om zijn toestel te beproeven.
Maar de motor werkte volstrekt niet
bevredigend, en bovendien was de
jonge man zóó opgewonden en uitge
put, dat zijn vrienden hem niet wil
den laten gaan. Met zachten dwang
moest hij van zijn zitplaats op de
machine worden gehaald; hij wilde
mat alle geweld weg. In tranen reed
hij naar zijn hotel terug, t Geen hem
echter niet belette zijn gelukkigen
collega, toen hij zijn succes vernam,
te seinen: „Van harte geluk ge-
wenschtl Hoop u spoedig te volgen."
We rekenen, anders dan we moes
ten, gewoonlijk den uitslag alléén, cn
tellen het doel te weinig. Laat ons
daarom In dit geval bij het noemen
van Blériot zijn ongelukkigen con
current Latham nu eens niet verge-
tenl
(Hbld.j
PersOvarzkht
DE BESCHULDIGING VAN 't HAN
DELSBLAD TEGEN Dr. KUY-
PER EN DEN HAAGSCHEN
BURGEMEESTER.
't Centrum schrijft o.a.:
De Tijd, door het Handelsblad tot
spreken ultgenoodigd, af liever „ge
tart", over de bekende „zaak" door
laatstgenoemd orgaan aan de arde
gesteld, bevat een artikel.
In dat artikel worden ongetwijfeld
Juiste opmerkingen gemaakt, maar 't
wil ons voorkomen en zeker niet
aan ons alleen dat het in dit geval
minder aankomt op beschouwingen
en opmerkingen, hoe juist dan ook,
maar op bewijzen.
En die bewijzen moet het Hbl. le
veren, om zijn beschuldiging te kun
nen staven.
Het Hbl. kan aan dit alles een ein
de maken en moet aan dit alles een
einde maken. Het mag niet meer per
sonen in de zaak laten betrekken, dan
er waarschijnlijk nu reeds door de
goè-geoneente in betrokken worden,
en het mag geen ruimte laten voor
gissingen die verdenking kunnen
brengen op allerlei menschen, die ge
heel buiten „de zaak" staan.
Dit lijkt ons een eisch van goede
trouw.
Maar dit niet alleen.
Een van tweeën toch: of het Hbld.
heeft bewijzen in handen voor zijn
zware beschuldiging, of het heeft die
niet.
Heeft het die, dan is het eisch,
daarmede zoo spoedig mogelijk voor
den dag te komen.
Het Handelsblad is, naar algemeen
gevoelen trouwens, verplicht, zijn be
schuldiging waar te maken, of in te
trekken.
Niet die anderen moeten spreken,
maar het Handelsblad.
In de Haagsche Kroniek der Nieu
we Groninger Courant lezen wij:
Over *t nieuwe» doch m. i. wel wat
al te kunstmatig opgeworpen Kuyper-
schandaaltje wordt in den Haag veel
minder gesproken dan zou mogen
worden verwacht, nu onze burge
meester er zoo nauw bij werd betrok
ken. De publieke opinie spreekt hem
echter algemeen vrij en ik geloof vol
komen terecht. Want, op gevaar af
van onder het hoefijzer van mijn
Haagschen collega van 't Handels
blad te geraken en als een schelpdier
te worden vertrapt, ben ik nog zoo
vr ijom, wanneer ik voor een onbe
wezen beschuldiging van een pers
confrater en een besliste afwijzing
daarvan als onzinnige verdachtma
king van den Haagschen burgemees-
ster sta, niet onvoorwaardelijk uit
journalistieke camaraderie de be
schuldiging voor waar en de tegen
spraak voor uitvlucht aan te nemen.
Het N. v. d. D. schrijft:
„Het wordt héél fraai. Ziedaar nu
al twee bladen (Hbl. en Tijd) die er
samen alles van af weten, maar de
een ziet het heel somber in, de ander
laat de mogelijkheid open van iets
doodonschuldige. En hot publiek
kreeg wel de beschuldiging te hooren,
maar wordt in het duistere gelaten!
„Baron Sweerts zij dan schuldig of
niet, het schijnt ons wel zeer in het
belang van de Nederlandsche pers en
haair goeden naam dat er spoedig een
eind kome aan iets dat gaat gelijken
op een onaangename mystificatie."
Het \lg. Handelsblad (de Haagsche
hoefijzer-redacteur) schrijft q. a.
Het telegram van den heer Sweerts
heeft een verwarring en een misver
stand in de pers gewekt die, naar wij
hopen en vertrouwen, niet in de be
doeling van den afzender hebben ge
legen, maar die nochtans ontstaan
zijn en uit de wereld dienen te wor
den geholpen.
Maar het „Handelsblad" en burge
meester Sweerts spraken, en spreken,
elkaar niet tegen.
Wat is de zaak
Er is een z a a k-Kuyper-Sweerts,
waarvan liet fel t-Sweerts het uit
gangspunt uitmaakt. Het uitgangs
punt Moor niet.
Het feit-Swecrts is ditBurgemees
ter Sweerts hoeft geld gegeven voor
de anti-revolutionnaire partijkas.
Ziedaar alles wat dit feit belangt en
alles wat door het „Handelsblad" ten
aanzien van den lieer Sweerts is be
weerd. Eenige „verdachtmaking",
zinnig of „onzinnig", kan in die be
wering niet gestoken liebben, want er
was in de voorstelling niets oneervols
voor den burgemeester. Wij zien al
thans niet in, waarom een burgeme
ter niet, zonder ophef, zoodat hij dus
elk politiek-demonstratief karakter
mijdt, ©en partij zou mogen steunen,
die hem beter dunkt dan een andere.
De publicatie van het feit kon alleen
wat onplezierig voor den burgemees
ter zijn, omdat hij zich pleegt voor te
doen als een partijlooze en als
iemand, die zelfs geen voorkeur voor
eens partij heeft.
Maar het felt^Sweerts zou op zich-
zelve niet eens van voldoend publiek
•belang zijn geweest om het te publi-
ceeren, indien het niet tevens uit
gangspunt ware geweest van de zaak-
Kuyper-Sweerts. Die zaak was wèl
van publiek belang. Want zij betrof
de politieke moraliteit van den heer
Kuypar, waarop zijn relaties met de
heoren Lehmann en met juffrouw
Wesfcmeijer reeds zulk een vreemd
licht hadden geworpen. Dn zij raakte
ook de vraag, onder welke invloeden
het ministerie staat. Dr. Kuyper, niet
de heer Sweerts, is door het „Han
delsblad" beschuldigd. Beschuldigd
namelijk van pressie op de Regeering
ie hebben geoefend ten einde den heer
Sweerts, tot loon voor zijn partij -
steun, benoemd te krijgen tot Com
missaris van Gelderland. Beschuldigd
dus van 's lands belang te hebben
willen ondergeschikt maken aan par
tijbelang.
Toen wij de bevestiging van het
feübSweerts namelijk dat de heer
S. geld had gegeven voor de anti-re
volutionaire partijkas hadden ge
kregen van een absoluut vertrouw
baar man van rechts, die ons ten
overvloede zijn bronnen noemde,
waarvan de eene... bijna dr. Kuyper
en de andere de heer Sweerts zelf was,
terwijl het ging om een bevestiging
van wat onze hoofdredactie van een
geloofwaardige zijde (óók van rechts)
had vernomen, achtten wij onzen
plicht volbracht. Nochtans hebben
wij, doch eigenlijk meer pro forma,
ons nog tot den lieer Sweerts zelf
willen wenden. Doch die was uit de
stad.
Maar als „Het Vaderland" of „Het
Volk" of welk orgaan ook, nu de ze
kerhedd willen verkrijgen, die wij
reeds hebben, laat beu dan eens,
schriftelijk of, liever nog, mondeling
als de burgemeester terug is, den hoer
Sweerts een eenvoudige vraag stel
len, waarop een eenvoudig ja of neen
kan komen zonder omwikkeling in
„onzinnige verdachtmakingen", die
nooit werden geuit.
Deze vraag uamelijk Is het waar,
burgemeester, dat gij, onder andere
in 1907, voor de provinciale verkie
zingen, geld hebt gegeven voor de
anli-revolutioimaire partijkas
Wij zijn er zeker van, dat op deze
vraag de burgemeester met een rond
borstig „ja" zal antwoorden.
Mocht er maar het is een „on
zinnige verdachtmaking" jegens den
heer Sweerts om dat te verwachten
een „neen" op komen, dan zou on
ze zegsman uit eigen beweging, open
lijk, met verlaten van zijn anonymi-
te; t, den heer Sweerts ter verantwoor
ding roepen over het onoplosbare
conflict dat dan lusschen t\\ ee burge-
meesterlijke woorden zou blijken te
bestaan. Dat beeft die zegsman ons
aangekondigd.
Maar wij hcrhaLon, dat wij er niet
aan twijfelen of de burgemeester zou
toestemmend antwoorden, zoodat zou
blijken dat hij de bewering van het
„Handelsblad" te zijnen aanzien niet
heeft tegengesproken.
Stoomvaaitberïctiieis
Het stoomschip Kawi, van Rotter
dam naar Java, arriveerde 27 Juli te
Marseille.
Het stoomschip Prins Willem IV,
van Paramaribo naar Amsterdam,
passeerde 26 Juli St. Michaels.
De vader (van 't meisje). Zeg
eens, jonge man, rook jij sigaretten
De verliefde jongeman (zich wil
lende verontschuldigen). Ja, me
neer, maar
De vader. De mijne zijn op, heb
jij er een voor mij
Mevrouw (tot dienstmeisje, dat juist
een hoestbui kreeg). Wanneer mijn
man vraagt, wie daar zoo vreeselijk
gehoest had, zeg hem dan, dat ik het
geweest ben. Anna.
Dienstmeisje (toornig). Best, me
vrouw. (Bn zich zelf). Zoo gaat (t
in de wereld, ik moet hoesten en zij
reist er voor naar een badplaats.
Gouverneur. In dit plaatsje zijn
in het afgeloopen jaar veel branden
voorgekomen, en men heeft slechts
van één den dader kunnen opspo
ren.
Burgemeester. Ja. die Van den
Hoek was op school al een stomme
rik 1
Postbode (brommend in den regen),
t Is toch ergerlijk, dat ik nu in dit
hondenweer een prijscourant van een
modewinkel een uur ver moet bren
gen naar een boer, die niet lezen kan.
Patroon. Wie is er aan de tele
foon
Klerk. Mevrouw zelf, meneer.
Patroon. En wat wil mijn vrouw?
Klerk. Ik heb alleen maar het
woord „schaapskop" verstaan.
Patroon. Zoo, ga dan maar heen;
dan wil ze mij waarschijnlijk zelf
spreken.
Zij. 'Ach, je houdt niet zooveel
meer van me als vóór ons huwelijk.
Hij. Het tegendeel is waar. Nu
eerst begin ik van ie te houden.
Zij. Zoo, afschuwelijk nrensch,
dan heb je me zonder liefde getrouwd.
Een dokter wil een soldaat onder
zoeken, die iets aan z'n oor heeft. Hij
haalt het watje er uit. en kijkt er
met een oorspiegel in.
De snuggere soldaat zegt dan
U kunt er zoo niet doorheen zien;
in 't andere oor zit nog een watje.
REPLIEK.
Zondagsjager. Wat, verlang je
zóó'n hooge schadeloosstelling voor
Je aangeschoten voet Ik ben toch
geen millionair
Drijver Nee. maar ik ben ook
geen duizendpoot
Vervolg Gemeenteraad
Mededeelingen en ingekomen stuk
ken:
lo. een adres van Frans Perquin en
anderen, om do brug tegenover de
Leidschestraat te ver-lagen of de op
ritten zoodanig ie verbeteren, dat een
behoorlijke toestand wordt verkpe-
gen;
2o. een adres van het Bestuur van
de Haaxlemsche Politi e vereeniging,
om de agenten van politie na 30-Jarl-
gen dienst op 55-jarigen leeftijd te
peusionneeren
3o. oen actres van de firma Droste
en Co., om afwijking van het bepaal
de bij art. 7 der Bouwverordening
voor het maken van een gebouw tot
uitbreiding harer fabriek in den Veer-
polder no. 7.
4o. een adres van het Bestuur der
Ambachtsschool om subsidie voor de
kosten van verbouwing en inrichting
van de school en om verhooging van
de subsidie voor de aanstelling van
"eenen leeraar.
B. dat zijn ingekomen.
lo. een schrijven van den heer A.
Gravestein, houdende bericht, dat hij
wegens vertrek uit de gemeente ont
slag neemt als lid van den Raad;
2o. een verzoekschrift van G. Wes-
seldijk om hem met ingang van 1 Oc
tober a.s. eervol ontslag te verleenen
als le8raar aan het Gymnasium;
3o. een adres van P. Kuiper Jr., di
recteur van de Maatschappij Bosch
en Vaart, betreffende grond aan de
Schouwtjcslaan;
4o. een schrijven van den heer A.
van Rossum e. a. om het adres van
den aannemer A. de Haan te reuvoy-
eeren aan B. en W., met verzoek hier
over nader prae-advies uit te bren
gen.
(Te behandelen bij punt 15).
5o. een schrijven van J. Nierop, di
recteur der Gyrmnastiekvereeniging
Sparta" houdende dankbetuiging
voor de gunstige beschikking tot ge
bruik van een lokaal van den Doelen;
6o. een voorstel van den heer E. Le
vert om de Houtmarkt en den Korten
Dijk te doen bestraten met de keien
van den Wagenweg.
(Te behandelen bij punt 22).
7o. een schrijven van liet Bestuur
der afd. Haarlem en omstreken van
den Kon. Ned. Bond van oud-Onder
officieren, houdende dankbetuiging
voor de bij raadsbesluit van 7 Juli jl.
verleende subsidie ad 100.
8o. een schrijven van S. Bolhuis te
Blocmcndaal, om zijn dochtertje toe
te laten tot de vervolgklasse van de
school voor meer uitgebreid lager on
derwijs.
(In handen van B. en W. ter af
doening).
9o. een schrijven van Ged. Staten
der provincie Noord-Holland, ten ge
leide van het door hen goedgekeurde
raadsbesluit van 30 Juni jl.l. No. 8,
tot vaststelling van twee staten van
af- on overschrijving, dienst 1908;
lOo. een schrijven van dezelfden,
ten geleide van het door hen goedge
keurde raadsbesluit van 30 Juni j.l.,
no. 9 tot vaststelling van oenen staat
lot beschikking op den post „Onvoor
ziene uitgaven'"» dienst 1909;
llo. een schrijven van dezelfden ten
geleide van het door hen goedgekeur
de raadsbesluit van 30 Juni jl., no. 22,
betreffende verhuring van water aan
de Roei- en Zeilvereeniging „Het
Spaarne";
12o. een schrijven van dezelfden ten
geleide van het door hen goedgekeur
de raadsbesluit van 30 Juni j.l., no. 8,
betreffende den aankoop van het per
ceel aan de Lange Heerenvest no. 1;
13o. een schrijven van dezelfden ten
geleide van het door hen goedgekeur
de raadsbesluit van 30 Juni jl., no. 19,
betreffende verkoop van grond aan
de De Witstraat aan de Maatschap
pij tot verbetering der huisvesting
van minvermogenden.
C. dat door den Commissaris der
Koningin in de provincie Noord-Hol
land eervol ontslag is verleend als
buitengewoon gemeente-veldwachter
aan D. de Heer, eervol ontslagen
agent van politie;
D. dat aan de leden is toegezonden
een afdruk van een schrijven van de
commissie van toezicht op het Stede
lijk Museum betreffende de schilde
rijen van Frans Hals.
PUNT 2.
Door de Union Internationale Com
pagnie d'Assurances, Sociétó Anony-
rme, gevestigd te Antwerp-en, welke
naamlooze vennootschap door beta
ling is getreden in de rechten van
A. P. M .Kuypers» eigenaar van bet
schip „Anna Maria", is de gemeente
Haarlem gerechtelijk aangesproken
tot vergoeding van schade, door per
soneel van de gemeentelichtfabrieken
aan genoemd schip toegebracht bij 't
lossen van steenkool, welke schade
door eischeres is gesteld op 337.44.
Van weerszijden werd getracht tot
een minnelijke schikking te komen,
doch de onderhandelingen eindigden,
doordat geen overeenstemming was
te verkrijgen over het te vergoeden
bedrag, noch over de keuze van eenen
expert.
B. en W. stollen voor zich tegen de
ze actie te verweren.
Aldus wordt besloten.
PUNT 3.
Het rijtuig tot vervoer van lijders
aan nlet-hesmettelijke ziekten» waar
van veel gebruik wordt gemaakt,
hoeft sinds het jaar 1906, teen 't rij
tuig in dienst werd gesteld, aan on
derhoud weinig gevorderd. Thans is
het noodig gebleken, bedoeld rijtuig
grondig te doen nazien en opknappen,
tengevolge waarvan het ongeveer
acht weken buiten dienst gesteld zal
dienen te worden.
Daar het zieken transpor tr ij tuig ge
durende dien tijd niet kan worden
gemist en bet niet mogelijk is, om
het rijtuig voor besmettelijke ziekten
voor genoemden tijd te gebruiken
voor het vervoer van lijders aan an
dere ziekten, stellen B. en W. voor
tot den aankoop van een tweede
tranaportrijtuig over U gaan voor
l 2100..,
De heer RINKEMA kan zijn stem
aan dit voorstel niet geven. Het rij
tuig, dat hersteld moet worden, man
keert oppervlakkig niets. Men moet
nog gaan onderzoeken of er iets aan
defect is. Zoolang men nog niet weet
dat er iets aan scheelt, gaat liet niet
aan, al te bepalen, dat liet 8 weken
aan den dienst zal worden onttrok
ken. Bovendien kan men in 4 weken
heel wat doen, als er iets hersteld
moet worden. Dan heeft men geen
tweede rijtuig noodig.
De hoer VAN LYNDEN heeft de
zelfde gedachte als de heer llinkema.
Indien er bij voortduring een tweede
rijtuig noodig is, dan kan men om
die roden een voorstel doen om zulk
een tweede rijtuig te laten maken.
De lieer MODOO merkt op, dat nie
mand op de gedachte kwam, dat het
oude rijtuig herstelling behoefde, dan
de .leverancier. Dat gaat in 't gewo
ne loven niet zoo. Als er iets aan ons
huis moet gebeuren, wachten we niet
tot de aannemer komt, om te zeggen,
dat er een nieuwe deur in moet Dat
merken we zelf 't eerst. Bovendien
i 't besmettelijke-ziekten-rijtu'g
niet gebruikt worden De ontsmetting
gaat zoo' goed tegenwoordig, dat ineu
't rijtuig na ontsmetting wel tijdelijk
kan gebruiken voor vei-voer van met-
besmettelijke zieken. Redcneerendc
als B. en YV. zou men moeten beslui
ten, dat er ook nog een tweede rij
tuig noodig zou zijn, wanneer bet rij
tuig voor besmettelijke ziekten tijde
lijk aan den dienst moest onttrokken
orden.
De VOORZITTER merkt op, dat een
tweede rijtuig noodig is. Het rijtuig
moet eens nagez!en worden. Het be
smettel ij ke-ziekten-rij tuig kan moei
lijk voor andere doeleinden worden
gebruikt. Het rijtuig is wel rendabel.
Het kostte 21ÜÜ en bracht in één jaar
500 op.
De heer MODOO Maar de koetsier
kost alleen /50Ü.
Do VOORZITTER is liet hiermee
niet eens.
Bij stemming staken de stemmen
(12 tegen 12).
Vóór stemden de heer en Kleynen-
berg, Smit, Thijseen, Kruseman,
Thiol, Van Lynden, De Breuk, N.
Kruseman, Winkler, Seignette, Le
vert, Loosjes.
PUNT 4.
B. en W. achten het voor de
uitvoering van den gemeentelijken
ontsmettingsdienst noodzakelijk een
ontsmettingsoven in eigen beheer te
hebben.
Het voornemen bestaat, genoomden
oven, bij wijze van proef» te plaatsen
in een door Regenten van het St.
Elisabeth's of Groote Gasthuis koste
loos beschikbaar gesteld lokaal aan
het Groot Heiligland, aan welke be
schikbaarstelling door Regenten de
voorwaarde is verbanden, dat de door
het Gasthuis in te zenden goederen,
kosteloos worden ontsmet.
Voor de aanschaffing van genoem
den oven met toebehoor en zal een be
drag van 2775 benoodigd zijn» ter
wijl voor het aanbrengen van de noo-
dige veranderingen aan bedoeld lo
kaal een bedrag van 225 voldoende
wordt geacht.
Wordt goedgekeurd.
PUNT 5.
Een voordracht is ingekomen van
de Regenten van het St. Elisabeth's
Gasthuis tot goedkeuring van de eer
ste suppletoir e begrooting voor den
dienst van 1909, aanwijzende in ont
vangst e»n uitgaaf een bedrag van
f 4500.
Wordt goedgekeurd-
PUNT 6.
B. en W. bieden opnieuw, ter vast
stelling bij tweede lezing, aan, het be
sluit tot instelling eener gemeentelij
ke arbeidsbeurs en de verordening
daarop, waarbij de wijzigingen op 9
Juni door den Raad aangenomen
zijn aangebracht.
B. en W. merken op, dat de aange
nomen redactie van art. 5 aanleiding
kan geven tot ee'u onmoge
lijkheid van instelling der arbeids
beurs, namelijk, waarneer van eentg
beroep of bedrijf noch eene valt veree
rd ging als bedoeld, noch eene Kamer
van Arbeid bestaat.
Derhalve geven zij in overweging,
genoemd artikel aldus te lezen
„De voorzitter van het bestuur
wordt benoemd door den Gemeente
raad op een aanbeveling van twee
personen, in te dienen door Burge
meester en Wethouders. Do leden van
het bestuur worden benoemd door
den Raad, uit eene aanbeveling van
drie personen, ingediend door Bur
gemeester en Wethouders, gehoord de
rechtspersoonlijkheid bezittende vak-
veroenigingen binnen de gemeente
Haarlem, welke aan Burgemeester
en Wethouders hebben bekend ge
maakt, dat zij tot die aanbeveling
willen medewerken. Indien er Ka
mers van Abreid bestaan voor bedrij
ven, waarvoor geen vakvereeniging
zich hooft doen inschrijven, worden
die Kamers van Arbeid ook geraad
pleegd."
B. en W. stellen nog voor, hot regle
ment op 1 Januari 1910 in werking te
doen treden.
De heer KRELAGE stelt nog eeni
ge wijzigingen voor, o. a dat de Ka
mers van Arbeid zullen gehoord wor
den bij de benoeming van hot be
stuur.
De VOORZITTER maakt bezwaar
in deze tweede lezing, die alleen re-
sumptie bedoelt, ingrijpende wijzi
gingen in behandeling te nemen.
De heer KRELAGE stelt daarom
yoor, do beraadslaging te baropenem
Het voorstel tot heropening dor
beraadslagingen wordt verworpen
met 11 stemmen vóór en 13 8t. tegen.
Vóór waren de hoeren Van Sty-
rum, Kruseman, Thiel, Van Lynden,
De Breuk, N. Kruseman, Winkler,
Rinkema, Sneltjes, Willink ea Kre-
PUNT 8.
B. en W. stellen voor afwijzend te
beschikken op een adres van het Cen
traal Comité van Drankbestrijdonde
vereen igingen alhier, om het slui
tingsuur van de drinkgelegenheden
in deze gemeente gedurende dc ker
mis niet later te stellen dan op ge
wone dagen of gebtruik te maken van
d© bevoegdheid, op grond van art. 7,
le lid 4o, der Drankwet, om het slui
tingsuur van de drinkgetegenheden
één uur te vervroegen.
B. on W. hebben omtrent dit ver
zoekschrift liet gevoelen gevraagd
van den burgemeester, als hoofd der
politie, waarop zij htm afwijzend
prae-advies gronden.
De heer DE BR AAL vraagt inlich
tingen naar de motieven, die geleid
hebben tot liet afwijzend praeadvies.
Spr. vond in het rapport niete an
ders, dan dat bij den Burgemeester
als hoofd van de politie wel eens het
denkbeeld hoeft postgevat, om het
slulbingsuur te vervroegen maar dat
hij in deze omstandigheden niot kan
overgaan tot steuning van het ver
zoek van de verzoekers.
De heer TH IJ SS EN, herinnerende aan
het vroeger reeds geconstateerde feit,
dat in de laatste uren het meest wordt
gedronken en losbandigheid wordt
leegd, betreurt eveneens, dat er
geen nadere inlichtingen zijn ver
schaft
De heer SCHRAM spreekt mede
zijn leedwezen daarover uit
De VOORZITTER weet, dat hij niet
bekend slaat als een voorstander van
de kermisnoch als een voorstander
van het misbruik van sterken drank.
Daar de Raad zich echter onlangs zoo
beslist uitsprak voor behoud der ker
mis, meent spreker, dat het mot aan
gaat daar tegen in te gaan door de
café's vroeger te sluiten. Bovendien
zal het zeer moeilijk zijn de sluiting
dei- café's op een vroeger uur door te
voeren.
De heer LASSCHUIT vraagt of bij
een vervroegd sluitingsuur der café's
de kermis ook vroeger wordt geslo
ten.
Geroep Neeu
De heer LASSCHUIT Dan is liet
sluitingsuur moeilijk in te voeren.
Het voorstel van B. en W. wordt
zonder stemming aangenomen, de
café's worden dus niet vroeger ge
sloten.
PUNT 9.
B. en W. hebben ter goedkeuring
aangeboden een gewijzigde verorde
ning regelende den rang, het getal
en de bezoldiging der ambtenaren
enz. ter gemeente-secretarie te ver
vangen.
Do nieuwe functie van controleur,
die zij in het leven zouden willen roe
pen, zou de financiën der gemeente
stellig ten goede komen. Zijn bezoldi-
;ing wordt elk jaar door den Raad
bepaald.
De jaarlij ksche bezoldigingen be
dragen volgens de nieuwe verorde
ning voor ambtenaren s
den hoofdcommies, tevens chef van
de secretarie, f 25003QOO
do andere hoofd-commiezen 1850
ƒ2450
den controleur der gemeente-finan-
cien 2000-/ 2500
den commies-redacteur H00-*
2400,
de commiezen 13501850
de adjunct-commiezen der eerste
klasse 1150-/1350;
de adjunct-commiezen der tweedA
klasse 950—/ 1150
de klerken der eerste klasse 650-*
950
de klerken der tweede klasse f 350—
650;
de belasting-beschrijvers 700—
/1000.
Adjunct-commiezen en klerken, in
het bezit van het diploma, afgegeven
door de Nederlandsche Vereeniging
voor Gemeentebelangen of van een
door B. en W. eveaihoog of hooger ge
stelde bevoegdheid, genieten een ver
hooging hunner bezoldiging berqjtend
naar 50 per jaar.
Behalve de bezoldiging geniet de
ambtenaar, die door den secretaris
met de leiding eener afdeeling is be
last en ook de ambtenaar, die in zijn
opdracht de bovolkingswerkzaamhe
den loidit als zoodanig eene toelage
van 100 per jaar.
Bij aanstelling of bevordering ia
rang wordt al3 regel liet minimum
der bezoldiging toegekend.
Do aanvangsbezoldiglng wordt bij
de ambtenaren verhoogd met 100,
nadat zij gedurende twee jaren in
denzeifden rang hebben gediend en
zoo vervolgens, telkens na verloop
an twee jaren, met 100, totdat het
maximum aan den rang verbonden,
bereikt is.
De hoofdbode geniet een jaarlijk-
sche bezoldiging van ƒ950 tot 1100,
de boden van 750 tot 950, en da
hulpbeden van 500 tot 750.
Na twee jaren wordt de vorkooging
toegekend, tel kern s met ƒ50, totdat de
maximum-bezoldiging is bereikt.
Bovendien genieten de hulpboden
jaarlijks als tegemoetkoming in de
kosten van bovenkleedlng eon bedrag
van 50.
De verordening wordt geacht Lu
werking te zijn getreden den len Ja
nuari 1909.
Ten slotte schrijven B. on W. in hun
toelichting, dat invoering van deze
verordening in dit dienstjaar een
extra uitgave van 2000 zal vordeivm.
welk bedrag in 1910 als wanneer
ook een controleur der gemeentofi-
nancièn op /20U0 zal zijn aangesteld
met 2900 zal worden verhoogd.
Wordt aangehouden.
loten wordt een adres van het
H. A. S. ter zijde te leggen, omdat dit
op ongezegeld papier is gesteld.
PUNT 10.
De lieer J. Germaraad en 28 andere
oudere van buiten Haarlem wonenda
leerlingen der Burgeravondschool ver
zoeken den Raad, evenals voor dé
buiten Haarlem wonende leorlingisa.
der H. B. S.» dezelfde bepaling te
treffen, dat de ouders kunnen worden
aangeslagen voor het hoogste school*
geld, maar ook den onbemiddeld**!
wordt toegelaten het oude schoolgeld,
te blijven betalen.