HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAa
Öaïtenlandsch OverzieM
Stadsnieuws
0nz9 Lachhoek
FEUILLETON
De roods Pimpernel
in Gevaar.
WOENSDAG 25 AüQüBTUS 190»
KRETA.
n.
Dó gunstige ligging, de aan de
Noordzijde gunstige kustvorm en liet
heerlijke klimaat gaven reeds in
ouden tijd aanleiding tot landverhui
zing naar Kreta. Reeds de Odyssee
noemt vijf verschillende volksstam
men op liet eiland der honderd ste
den. Het waren deEteo Kreten
zer s, <R» eerste bewonersde K y de-
niörs, een Semiotische stam, die in
het westen des eilands de stad Ky-
donia stichtte, verder A c h a j e r s,
Doriërs en Pelasgen. Deze uit
Thessaile en Griekenland vomonde
stammen vestigden op het eiland van
elkaar onafhankelijke koloniën die
in groot aantal hun afzonderlijk
staatsverband handhaafden, tot In 66
v. Chr. de Romeinen onder Q. Cecillus
Metellus het 6iland veroverden. Bij
de verdeeling van hot Romo'nsche
Rijk verviel Kreta aan Byzantium,
werd later een doel van het Oost-Ro-
meinscho rijk en van 823961 n. Chr.
door do Sarasseenen onderworpen. In
het laatste jaar werd hot door Nlcé-
phores Phocas voor het Byzantijn-
sche rijk veroverd. Bij de stichting
van hot Latijnsche Keizerrijk in 1204
viel Kreta ten deel aan Bonifo-
cius van Montferrat Hij ver
kocht het eiland aan Venetië, dat
er veel goeds tot stand bracht, de
meeste steden versterkte en zich tot ln
het midden der 17e eeuw tegen do
aanvallen der Genueezen en Turken
wist te handhaven, In Juni 1645 moes
ten zij bukken voor de Turksche heer
schappij de vijand veroverde Kanea
en Retimo, doch belegerde do 6tad
Kandia vergeefs. Herhaalde aanval
len mislukten, totdat de stad. zich ein
delijk den 27en September 1669 na
een zeer roemrijke verdediging bij
eervol verdrag moest overgeven. Al
lengs weiden nu de Venetianen van
het eiland verdreven, zoodat het te
gen het einde der 17e eeuw geheel in
de macht der Turken was. Een ge
volg hiervan was, dat een groot deel
van de Grieksche bevolking, voorna
melijk in de steden, deels gedwongen,
deels uit materieels overwegingen den
Mohammedaanschen godsdienst aan
nam. Aangezien in den loop der ja
ren zich vele Turksche familiën in het
land vestigden en de versterkte plaat
sen een Osmanische bezetting kregen,
vormde zich langzamerhand een niet
onbeduidend Mohammedaansch ele
ment, dat tot ongeveer 1/3 van de to
tale bevolking klom. Hoevelen hier
van Turken zijn is niet wel uit te
maken. Immers, de Mohammedanen
spreken nagenoeg allen Grieksch en
gelijken ook in lichaamsbouw en ge
laatstrekken op de zuiver Grieksche
bevolking.
Een nieuw volkselement werd i
deze uit de vermenging van zoo ver
schillende stammen gevormde men-
schenmassa toegevoegd bij de bezet
ting van het eiland door Metre-
in e t A 1 i in 1822. Als een overblijfsel
van deze uit Egypte en Cyrenaïca
overgekomen Arabieren is de colonië
aan de oostzijde van Kanea te be
schouwen. Hier leven 2000 3000 Ara-
beiren, die als bootslieden, sjouwers
en bedienden hun brood winnen en op
de meest rotsachtige en zandigs to dee-
ten der kust zoowel in levenswijze als
in den bouw hunner woningen aan de
traditie van hun oorspronkelijk va
derland getrouw blijven. Men vindt
er een zuiver Afrikaansche gemeente
met Bedouïnen-tenten en bewoners
van zuiver Bedouïnen-ras en -kleed.
Uit dit vluchtig historisch overzicht
van de colonisatie in Kreta wordt het
duidelijk, dat het grootste deel der
bevolking tot een gemengd ras be
hoort en dat zoowel plirygische, se
miotische, Latijnsche als Turksche
elementen met de Grieksche zijn sa
mengesmolten. Slechts aan de S p ha-
klote n is het gelukt door de natuur
lijke afgeslotenheid hunner woon
plaatsen en door hun godsdienstig en
nationaal zelfbewustzijn de zuiver
heid van hun bloed te bewaren.
De opgaven omtrent het aantal in
woners loopen zeer uiteen. D't kan
ons niet verwonderen, omdat het
aantal slechts kan worden geschat,
daar volksregisters niet worden ge
houden. Ook de lotgevallen der bevol
king hebben groot-en Invloed: in tij-1
den van rust en vrede klimt het aan
tal, in tijden van opstand, oorlog of
ziekten wordt het minder. Zoo schatte
Churmuzzi het aantal menschen in
1821 op 266.000 en in 1832 op 140.000.
Maar tusschen die jaren ligt het tijd
perk van een vernielenden opstand en
In 1824 en 1825 de periode van een al
verwoestende pest. Thans rekent Vi
tal Cuinet, dat er 294192 menschen op
het eiland wonen. Van dezen zijn
88.487 Mohammedanen en 204.781
Grieken. De rest zijn Israëlieten, Ka
tholieken, Protestanten en Arme
niërs.
Nu we zien, dat het aantal Moham
medanen, zooals straks is gezegd, nog
geen derde gedeelte van de bevolking
uitmaakt en onder dezen nog veel be
keerde Grieken zijn, begrijpen we, dat
de sympalhiën van Kreta meer naar
Griekenland dan naar Turkije gaan
en te meer, wanneer we ons herinne
ren, dat de wijze, waarop de Turken
gewoon zijn de tot hun gebied behoo.
rende landen te besturen, niet recht
vaardig Is en niet gericht op de be
vordering van de welvaart der be
woners.
Dat deze voel te wenschen laat,
blijkt uit de bevolkingsdichtheid. Op
dezelfde' oppervlakte, waarop in Ne
derland 2769000 menschen hun brood
winnen, leven er in Kreta, als gezegd
is, slechts 295.000, d. w. z. slechts 34
per vlerk. K.M.
Dat komt, omdat slechts een klein
deel van het eiland bebouwd wordt,
terwijl in de oudheid Kreta als de ko
renschuur van Griekenland werd be
schouwd en vooral de vlakte van
M e s s a r a rij ke koren-oogsten le
verde.
Tegenwoordig is een derde gedeelte
van den bodem onvruchtbaar, zonder
beploegbaar land en slechts geschikt
magere heideschapen en geiten te
voedeneen ander derde gedeelte
ligt braak tengevolge van gebrek aan
arbeidskrachten en het laatste derde
deel wordt ook nog niet geheel ge
bruikt. De dorpen en vlekken, de
bouwhoeven en kloosters zien er er
barmelijk uit en bestaan voor een
deel uit bouwvallen.
De bevolking heeft zich hoofdzake
lijk op de heuvellanden en op de vóór
de borgen liggende terrassen geves
tigd. Zij mijdt de vruchtbare en voor
het transport gunstig bij de zee ge
legen vlakten daar in deze 's zomers
ten gevolge van het uitdrogen der ri
vieren moerassen ontstaan waardoor
koortsen de bewoners ziek maken.
De landbouw is zeer achterlijk.
Door gebrek aan behoorlijke verzor
ging geven zelfs de olijven, die het
voornaamste landbouwproduct leve
ren, slechts om do twee jaren een
goeden oogst. De landbouwgereed
schappen zijn zeer primitief, vooral
de ploeg. De bewerking der akkers is
ten gevolge van de zeer gebrekkige
ontwikkeling der boeren, slecht.
Bovendien bewerkt de eigenaar niet
zelf den bodem, maar hij doet het
werk verrichten door een onderge
schikte, die daarvoor de helft ont
vangt van wat de bodem opbrengt,
nadat de Fiscus 1/10 in beslag heeft
genomen.
De voornaamste producten zijn olij
ven, Johannesbrood, Ballonea, ge
droogde wijndruiven en wijnen en
eerst daarna koren. In weerwil, dat
ook nu nog de vlakte van Messara de
beste tarwe levert moet nog jaarlijks
een belangrijke hoeveelheid graan
voor de bevolking worden ingevoerd.
Ook met de veeteelt is liet treurig
gesteld. Stallen zijn er in het geheele
eiland niet. Het vee schuilt in de grot-
ton voor de hevige regens. De slechte
verzorging is oorzaak van een gesta
dige verarming van de beesten, zoo
dat telkens uit Anatolië paarden en
runderen tot verbetering van het ras
moeten worden ingevoerd. Op de on
land gezocht. In het binnenland
wordt een zijde stof Pachlama ver
vaardigd die meest naar Tripolis
wordt uitgevoerd. Er zijn een elftal
Leerlooierijen en 4 stoom- en 3 water
molens leveren meel.
De handelsomzet bedraagt gemid
deld 55 mill, francs; steden van betee-
kenis kent het eiland niet. Kandia
heeft 12000 inw., Kanea 8000; Retiino
10.000 en Sphakia 2500.
Volgens sommige schrijvers zouden;
er meer dan 1000 dorpen zijn. De En- j
gelsche kapitein ter zee Spratt, die'
het eiland Wigowmetrisch opnam,
het doorreisde en in een zeer lezens
waardig boek beschreef, zegt, dat erj
hoogstens 800, meestal armelijke uit j
weinig-bewoonbare huizen bestaande
plaatsen zijn.
Deze toestand is geheel in overeen
stemming met de geringe ontwikke
ling der bevolking. 173 scholen wor
den door 6026 Mohaminedaansche,
292 door Grieksche kinderen bezocht.
De 19 overige scholen zijn voor de
schoolgaande kinderen der overige
gezindten.
Dat de bevolking niet meer ontwik
keld is, is ook de oorzaak van de
treurig staatkundige toestanden. In
weerwil van de herhaalde pogingen,
vooral van de Sphakioten, tot afwer
ping van het Turksche juk heeft Tur
kije tot heden soms met steun der
groote mogendheden zijn bezit we
ten te handhaven. Waren de Kreten
zers een wel ontwikkeld, eensgezind
volk dan zouden zeker de groote mo
gend lieden meer moeite hebben om
aan den drang der bevolking weer
stand te bieden, maar zou ook de
sympathie van het overige Europa
zich krachtiger voor de belangen van
Kreta uiten. Toch is o.i. de verecni-
ging van Kreta met Griekenland
slechts een quaestie van korten
tijd.
Haarlem, Aug. 1909.
V.
DE KRETENSER QUAESTIE.
„Der Vorhang fallt, das Stuck ist
aus"
Zou ITeine dat óók geschreven heb
ben bij een bestudeering der Kreten-
ser quaestie 7 Wel is thans het gor
dijn gevallen, maar.... of het stuk ook
uit is voor goed uit dat
betwijfelen wc sterk 1
Vergun ons even aan het verloop
der zaken te herinneren, om de gele
genheid te hebben, op de wonderlijke
oploss.ng te wijzen.
Het begon met een verklaring der
vier btschermende mogendheden, dat
de tijd gekomen was, om de interna
tionale bezetting van Kreta terug
trekken. Algemeen werden moeilijk
heden gevreesd, en om deze te voor
komen, werd aangeraden de Europee-
sche bezetting voorloopig nog niet op
te heffen. De wijze raadgeving werd
in den wind geslagen en de soldaten
verlieten het eiland.
De onaangename verwikkelingen
bleven niet, uit.
Onmiddellijk werd de aftocht der
troepen gevolgd door een algemeens
betooging der eilanders, dat zij zich
wilden aansluiten bij Griekenland,
als bewijs waarvan zij de Grieksche
vlag heschcn op de vesting te Kenca.
Eerst liep Europa de eilanders kalm
hun gang gaan.
Een ander gevolg was een wisse-
begaanbare bergwegen Kunnen slechts jju<r -y j,u scherpe nota's tusschen Tur-
muildietren voor het vervoer van men-kije oU Griekenland, die zoo'n vaart
schen en lasten gebruikt worden. Er'nam, dit men den oorlog reeds voor
zijn wel 40.000 ezels, 700.000 schapen de deur waande.
pts 900 OOO oniton He mogendheden voorkwamen even-
n t'7 wel tor elfder ure de uitbarsting, door
Ds Industrie 13 nog zeer oniedul-haar McDle waarschuwingen en
dend. Olijfolie en zeep zijn de eenige 1 vermaningen, die zoowel naar Kon
producten. Zeepziederijcn zijn er 15 stantinopel en Athene ais naar Kreta
in Kandia, 7 in Retimo en even zoo-1 gezonden werden. Vooral tegen de
veel in Kanea. In de laatste jaren isKretonsers werd kras opgetreden Er
er een aroota fabriek bii Ka-1 werden kortweg weer troepen aan
ee? groota Jr J i 'and gezet, die met geweld de Gnek-
nea door een Fransche maat-1 Yja., vau vesting verwijder-
schappij opgericht. Zij maakt' d^n.
van de uit de oliepersen overgebleven i Met deze gewelddaad kwam men
afval, die PLrina genoemd wordt, een
olie die gedeeltelijk bij de zeepfabri-
catie voor een ander deel als smeer
olie gebruikt wordt.
De Hulsindustrie levert wolle goe
deren en wolle dekens met breede wit
te en roode streepen. j
Katoenen gordijnen en handdoeken!™^ v2%en Wijven)
,van Retimo, Sphakia, maar vooral eQ Europeesche oorlogsschepen
van Kandia zijn ook in het buiten-kruisen in de Kretenser wateren.
den Turk in het gevlei en daar men
in theorie ook de souvereinifceit van
den Sultan over Kreta erkende, wa
ren alle eischen van de „zieke men
schen" ingewilligd. Althans schijn
baar.
Nu hebben de Europeesche soldaten
Ivreta weer bezet (een wacht soldaten
Plechtig is afgekondigd „ALLES
BLIJFT ZOOALS HET WAS".
Is lat nu geen wonderlijke oplos
sing Een oplossing, die in geen ge
val een oplossing is. Wanneer men
niet deze regeling tevreden was ge
weest, waarom dan ai dien onsmake-
1 ijken omhaal Als de mogendheden
na 25 Juli haar soldaten op Kreta ge
laten hadden, was alles precies het
zelfde gebleven precies zooals het
nu weer is 1
Nu heeft men bovendien vele onte
vredenen gemaakt. Ontevreden zijn
Turkije, èn Griekenland, èn Kreta.
'J "-'cije meent rechten te hebben op
het onverdeelde bezit van Kreta
doch hel ziet een toestand gehand
haafd, die de souvereine rechten tot
een frase maakt, wijl Kreta de auto
nomie behoudt ondor toezicht van de
mogendheden, en de koning van Grie
kenland het recht heeft den gouver
neur van het eiland aan te wijzen.
Slechts voor de bemoeiing van de vier
i>escherinende mogendheden moest
Turkije wijken, en afzien van 't voor
nemen, met het zwaard een oplossing
van de Kretenser quaestie te doen
ontstaan
De Kietensèrs zien hun hoop en
verwachting on de vereeniging met
Griekenland, sedert een eeuw gekoes
terd en in 1898 der vervulling nabij
geacht, die door de houding \an de
mogendheden in de verinopen tien
jaren steeds werd gevoed, nu opnieuw
bedrogen. Zij achten het verdere uit
stel van de vereeniging met liet moe
derland een moreel e en materieele
schade, en een ernstige verstoring
van hun nationaal ideaal.
En Griekenland ziet opnieuw de
toevoeging van een door ligging, be
volking, afkomst en historie tot zijn
rijk belioorend deel uitgesteld.
Allemaal dus ontevreden
Waartoe dat kan kdden We weten
het niet, maar durven wel de veron
derstelling te maken, dat het niet bij
zonder lang zal duren, of er is weer
een crisis in den Balkan. De vulkaan
heeft dreigend gerommeld, men
vreesde een uitbarsting, maar ziet,
lo rost is weergekeerd. Nu maakt
men een vreugde-dansje op den kra
ter-rand geen uitbarsting meer
vroezend, en toch....
Nauw hebben we dit geschreven, of
een nieuw bericht komt onze vrees
bevestigen. Particuliere mededeelin-
gen uit Griekenland verzekeren, dat
de bevolking geen genoegen neemt
met de houding der regeering. De
volksweiisch is zicli met de Kreten-
sers te vereenigen, want ook die be-
hooren tot den Helleenschen stam.
Er dreigen in Griekenland zelfs on
lusten, zoodat de regeering ijlings
militaire maatregelen genomen iieeft,
om volksoproerigheden te bedwin
gt-
Ook de Kretenser bevolking blijft
betoogen. En zullen do Turksche on
derdanen achterblijven
TURKEN EN ALBANEEZEN.
De Albaneezen nemen tegenover de
autoriteiten van Verasovitsj een zeer
dreigende houding aan. Er heeft zelfs
een gevecht plaats gelxad, waarbij
een groot aantal do oden en gewon
den vielen.
Nu hoeft de Turksche regeering een
versterking naar de plaats van het
oproer gezonden, welke legermacht
ook over eenige kanonnen beschikt.
Dat belooft dus weer wat
ONLUSTEN IN YEMEN.
Ook in Yemen is een revolutionaire
beweging gaande. Turksche troepen
zijn opgerukt naar llodeida en ook de
kruiser „Volturne" is daarheen ver
trokken.
DE OORLOG IN MAROKKO.
In de omstreken van Mclilla heb
ben dagelijks schermutselingen plaats
tusschen Spanjaarden en Marokka
nen. Die van Maandag was evenwel
bloediger dan deze kleine gevechten
gewoonlijk zijn.
De Moor-en, die zich verdekt hadden
opgesteld op de heuvelen tegenover
het kampement van Sidi Musa, deden
namelijk een aanval op een konvooi,
dat bc-geleid werd door 4 compagnieën
infanterie, een escadron cavallerie
en twee batterijen bergartillerie.
Van twintig verschillende punten
uit werd liet konvooi beschoten.
De artillerie, zoowel van het kon
vooi als van de omliggende verster
kingen, beantwoordde den aanval en
het hevig geschutvuur dwoug de
Moeren zich in een ravijn terug te
trekken. Aan Spaansche zijde werden
7 man gewond.
DE TOESTAND IN SPANJE.
Geheel rustig is het in Barcelona
nog nHt.
Nu heeft de regeering weer gelast
64 leekenscholen te sluiten.
STAKINGSONLUSTEN TE
PITTSBURG.
Uit Pittsburg wordt geseind, dat er
weder botsingen hebben plaats gehad
tusschen arbeiders van de „Stcelcar"-
maatschappij en de troepen, waarbij
een aantal dooden zijn gevallen. De
krijgswet is In werking getreden.
SCHEEPSRAMP.
Het Argentijnsche stoomschip „Co
lumbia" is bij den ingang van de ha-
van van Montevideo in aanvaring ge
komen met een Duitsche stoomboot.
l)e „Columbia" is gezonken. Het aan
tal slachtoffers wordt geschat op 150
tot 390, allen pleizierreizigers, ko
mende van Buenos-Ayres.
ABR. VAN DAMME HERDACHT.
Enkele weken geleden is te Haar
lem zoo schrijft men aan 't N. v.
d. D. een man begraven, die, stil
en bescheiden, voor de kennis der ge
schiedenis van Haarlem en ook van
andere onderwerpen veel heeft bij
gedragen: wijlen de heer Abraham
van Damme.
Twee en veertig jaar is hij werk
zaam geweest, waarvan zeer vele ja
ren als meesterknecht, in de bloe
misterij van Voorhclm-Schneevoogt,
en die als zoodanig ook het Vondel
park te Amsterdam heeft helpen
aanleggen. Voor genoemde firma
heeft hij 53 medailles behaald op ten
toonstellingen in het binnen- en bui
tenland. Toen hij 42 jaar bij de ge
noemde frrma werkzaam was ge
weest, kreeg hij, wegens verandering
in de zaak, een hoogst eervol ontslag,
geteekend door den heer De Breuk,
destijds ook lid dier firma, thans
wethouder.
Abraham van Damme was bij zijn
ontslag 62 jaar cn had geen pensioen.
Wat moest hij beginnen? Zij die liera
genegen waren hielpen hem voort en
bezorgden liein een postje op het Ste
delijk en Provinciaal Archief als dag-
schrijver. En dat is hij 18 Jaar ge
bleven tegen één gulden daags.
Hoewel allerminst voor het archief
wezen opgeleid, heeft hij zich in het
moeilijke oude schrift zoodanig inge
werkt; dat wat voor velen onontcij
ferbaar was, door hem gelezen werd
als een kapittel uit den Bijbel. Hij
kreeg smaak in het archiefwerk^
maakte schatten van aanteekeningen,
heeft daarvan veel uitgewerkt. Zoo
ontstonden achtereenvolgens: een
werk over al de buitenplaatsen van
Haarlem, uit den oudsten tijd tot het
jaar 1813; en voorts een uitgebreid
werk over de geschiedenis der bloem
bollenteelt. De opteekeningen, in ou
den tijd gemaakt bij bloembollen-ver-
koopingen op het land te Overveen,
had tot dusver niemand kunnen le
zen; Abraham van Damme kon het,
omdat hij de namen der bloembollen
kende.
Uit oude stukken heeft hij een aan
tal namen opgetcekend, die een ko
misch karakter hebben. Nog kort go-
leden toonde hij aanteekeningen over
de Haarlemmer Halletjes, en bij de
reclame-tentoonstelling te Haairlem
gaf hij een boekje over oude gevcl-
steenen enz. Portefeuilles vol aantee
keningen laat hij na, over alle moge
lijke onderwerpen, o.a. ook over de
verdwenen plateelbakkerijen te Haar
lem.
Voor dr. A. Bredius, oud-drrecteur
van het Mauritshuis te 's-Gravenha-
ge, maakte hij uittreksels uit het no
tarieel archief over alles wat schil
ders betrof, waarbij hij veel belang
rijks ontdekte. Een reusachtig wvk
heeft hij volbracht door het afschrij
ven uit de Latijnsche taal van een
lijvig handschrift voor de Holland-
sche Maatschappij van Wetenschap
pen. Dit was, evenals al zijn werk,
keurig geschreven.
Een kleine ijdelheid van Abraham
van Damme was zijn grootgaan op
zijn beweerde afkomst van den sche
pen Jan Claesz van Damme, van
wien een zegel bewaard wordt uit
1432.
Zoo is Abraham van Damme,
steeds voortwerkende en in eenvou
digheid zijn weg gaande, 80 jaar ge
worden, werkende voor het archief,
werkende voor zichzelf en voor an
deren.
■PRACTISCH.
Koffiehuisbezoeker ('s avonds Iaat) t
Nu moot ik spoedig heengaan (tot
kcllner)Jan, ga eens naar mijn huis
en bel maar vast. Een half uur laat
mijn vrouw me toch wachten, vóór ze
opendoet.
UIT DE SCHOOL.
Onderwijzer Kon je mij een strijk
instrument opnoemen, Jan?
Jan Een penseel, meester.
LOGISCH.
ProfessorWat gebeurt er, als
goud in de open lucht wordt gelegd
Student (na eenig nadenken) Dan
dan wordt het gestolen, professor.
EEN SLIMMERD.
Mijnheer Lims zou eens vertellen
hoeveel personen er aan tafel hadden
gezeten. De twee Jansons, dat is
éénik zelf, dat's twee en dan Van
Doornik, dat's drie.... maar wie, was
do vierde dan Nog eens tellen
De twee Jansens, dat 's één, Van
Doornik, dat 's twee en ik zelf dat 's
toch drie... En we waren toch met ons
vieren. Ik kan me onmogelijk vergist
hebben. Van Doornik, dat 's één, de
twee Jansens, dat 's twee, on dan me
zelf dat is drie.' Neen. dan zijn we be
paald maar met ons drieën geweest.
WELKOM.
Ma, mag ik vanmiddag naar
Piet? Hij heeft gevraagd, of ik
kwam.
Och, jongen, ik houd daar niet
erg van, als Piet's mama je niet zelf
Vraagt. Misschien vindt zij 't niet
goed.
Jawel, ma 1 Piet zei, dat ik be
paald moest komen.
Jan ging, en toen hij 's avonds thuis
kwam, vroeg zijn moeder
En kwam je niet ongelegen
In 't geheel nietMevrouw deed
mij zelf open en ze zei „Die ontbrak
er nog maar aan."
EEN VEGETARIERSHATrit.
In antwoord op een advertentie ln
Het Volk, waarin vegetarisch pension
gevraagd werd, kwam een briefkaart
van den volgenden inhoud uit Haar
lem
Geachte Juffrouw,
Bij dezen bericht ik u, dat ik in een
zeer rustige omgeving, 21/2 uur
buiten Amsterdam nog een stukje
weiland heb liggen, waar u als vege
tariër kalmpjes kunt komen grazen.
In afwachting,
Uw Dienaar,
Hooiopper*
Rubriek voor Vragen
Geuboaneerdeu nebben üet vuurrecht
rr&geu op verschillend gebied, mits voor
beantwoording vatbaar, in te zenden by de
keiactie van Haarlem's Dagblad, Groote
Houtstraat 63
Alle antwoorden worden geheel kosteloos
gegeven en, voor zooveel mogelijk ia, den
dag na de inzending
Aanvragen, die niet volledig naam en
woonplaats van den inzender vermelden,
wordt geen aandacht geschonken.
VRAAG: Bij wien moet ik mij var-
voegen om dienst te nemen als reser-
ve-machinist-leerling?
ANTWOORD: Wend u om inlich
tingen tot de Machinistenschool te
Amsterdam.
VRAAG: Tot wien moet men zich
wenden ora bij de zeemilitie geplaatst
te worden?
ANTWOORD: Wend u tot den plaat-
selijken adjudant, Bureau Groote
Markt.
VRAAG: Zijn er alhier, behalve de
Berlitzschool nog andere Inrichtin
gen, waar cursus-lessen ln de Duit-
sche taal worden gegeven?
ANTWOORD: In ons blad worden
van tijd tot tijd dergelijke cursussen
geadverteerd.
VRAAG: Kan men in zes weken met
behulp van bestaande boekjes een
vreemde taal aanleeren?
ANTWOORD: Voor het ieeren spre
ken van een vreemde taal is gerui-
men tijd noodig.
VRAAG: Wie stelt de prijzen van
het uitgekookte afgekeurde vleesch
aan het Gemeente-slachthuis vost?
ANTWOORD: De Haarlemsehe Var-
Naar het Engelscb, door
Barones Orczy.
87)
Van lijd tot tijd dwongen dezelfde
vriendelijke en bevende hondenhaar,
wat vloeibaar voedsel door de onwil
lige lippen heen in te nemen, wat
warme soep, of een glas melk. Behal
ve de pijn in haar hoofd, was zij zich
van geen lichamelijk ongemak be
wust j zij voelde zich volkomen kalm
èn een eigenaardig gevoel van vrede
en rust scheen to lioerschon in dit
ÏUein kamertje met zijn klein venster,
'waardoor de zonnestralen langzamer
hand met meer kracht binnenkwamen
en daarna geheel verdwenen. De een
tonige stem vlak bij haar werkte als
een kalmeerend middel op haar zenu-
Wen. Tegen den middag viel zij in
een natuurlijken en weldad'gen
slaap
Maar daarna ontwaakte zij tot vol
komen bewustzijn. O I het afschuwe
lijke, het dwaze van dit allee. Het
kwam in haar gedachte terug met al
de kracht van meelijwekkende zeker
heid.
Zij was een gevangene in de han
den van degenen, die lang geleden ge
zworen hadden den Rooden Pimper
nel ter dood te brengen.
Zij, zijne vrouw, een gijzelaar in
hunne handen- haar vrijheid en
veiligheid zou hem wonden aangebo
den in ruil voor zijn eigen. Hier was
geen quaestie van droomen of nacht
merries, geen twijfel over de plannen
van de vijanden van haar echtgenoot.
Het was alles werkelijk, en zelfs nu
nog voor zij de kracht had ze door
haar eigen krankzinnige en harts
tochtelijke opwelling hopeloos het le
ven van den man, dien zij liefhad op
het spel had gezet.
Want door haar groote vertrouwen
in hem, twijfelde zij geen oogenbiik,
welke keuze hij zou doen, als hij voor
de feiten gezet weid. Hij zou zich voor
haar opofferen hij zou liever dui
zend dooden sterven, dan dat zij in
gevaar kwam. Om haar zelf, haar
eigen lijden, haar gevaar of vernede
ring gaf zij niets. Neen,, op ditzelfde
oogenbiik was zij zich bewust van een
wild, hartstochtelijk verlangen naar
den dood....
Op dit oogenbiik, nu haar geheu
gen zoo plotseling terugkeerde,
wenschte sij met haar geheele hart
bier dadelijk te sterven, op deze harde
matras, in deze eenzame en donkere
gevangenis.... zoodat zij eens en voor
altijd uit den weg zou zijn... zoodat
zij niet de hinderpaal zou wezen in
zijn leven. Hij zou veel lijden, heel
ernstig bij haar verlies, omdat hij
haar boven alles op aarde liefhadhij
zou lijden in iedere zenuw van zijn
hartstochtelijke en vurige natuur,
maar hij zou niet de vernedering heb
ben door te maken, niet voor dat af
schuwelijke alternatief gesteld wor
den, dat zijn vijanden nu waar
schijnlijk al voor hem in orde maak
ten.
En toen kwam er een verandering
in haar gevoelens. Marguérite liad
voor alles een levendige en werkzame
natuur, oen scherpzinnig brein, dat
bezig was, dat plannen maakte, eer
der dan het onvermijdelijke aan te
nemen.
Nauwelijks hadden deze gedachten
van wanhoop en dood in haar geest
post gevat, of zij moeeten plaats ma
ken voor nieuwe denkbeelden. Als
alles toch eens bleek niet zoo hopeloos
te zijn
Reeds was zij instinctmatig ver
vuld van plannen om te vluchten. Had
zij het recht te wanhopen? Zij, de
vrouw en levensgezellin van den man,
die de wereld verstomd had doen
staan van zijn durf, zijn scherpzin
nigheid, zijn goed geluk, zij zou zich
een oogenbiik verbeelden, dat de Roo
de Pimpernel zou falen.
Was de Engelsche samenleving niet
vol van mannen, vrouwen en kinde
ren, die door zijn vindingrijkheid ge
red waren uit toestanden schijnbaar
even hopeloos als haar eigen, en zou
den niet alle hulpbronnen van dit
scherpzinnig brein aan 't werk gezet
worden voor deze redding, die hem
nader en dieper betrof dan eenige an
dere, die hij tot nu toe tot stand had
gebracht.
Nu verweet Marguérite zichzelf
haar twijfel en vreezen. Nu herinner
de zij zich, dat zij tusschen de men-
schenmenigte op den steiger direct
achter ChauveLin en zijn gezelschap
een gestalte had opgemerkt onge
woon lang Nieuw ontwaakte hoop
had haar al verzekerd, dat zij zich
niet vergist had, dat Percy tegen haar
eerste meening in, gisteravond al in
Londen was aangekomen; hij doed
altijd zoo geheel anders dan men van
hem verwachtte, dat het best moge
lijk was, dat hij toch met de gewone
passagiersboot was overgestoken. O
ja I hoe meer tij over alles nadacht,
das te meer was zij overtuigd, dat
Percy al in Boulogne was, en dat hij
bekend was met haar inhechtenisne
ming en het gevaar, waarin zij >'«-
Welk recht had zij te twijfelen, zelfs
voor een oogenbiik, dat hij haar zou
weten te bereiken, hoe, als de tijd
daar was, hij zichzelf en haar zou
welen te redden?
Een warme gloed doorstroomde
haar lichaam, zij voelde zich opge
wonden cn tot veel in staat, absoluut
onbewust nu van pijn of vermoeide
heid, bij deze stralende vreugde over
nieuwe ontwaakte hoop.
Leunend op haar elleboog kwam zij
wat overeindzij was nog heel zwak,
en de lichte beweging maakte haar
duizelig, maar spoedig zou zij weer
sterk en volkomen in orde zijn.... Zij
moest sterk en flink en bereid zijn,
om zijne wenschen uit te Yoeren, tds
de tijd voor vluchten was aangebro
ken.
O U is beter, mijn kind, zie Ik,
zed die eigenaardige, bevende stem
weer met haar zangerigen tongval.
Maar u moest vooral voorzichtig
zijn. De dokter zei, dat u een zwaren
elag hadt gekregen. De hersenen zijn
ruw dooreengeschud.... en u moest
den geheelen dag doodstil blijven lig
gen of uw arm hoofdje zal weer pijn
beginnen te doen.
Marguérite keerde zich om, om den
spreker aan te kijken, en zijn uiterlijk
op te nemen*
Zijn gestalte was mager en ver
schrompeld, de smalle schouders war
ren licht gebogen, de dunne beenen
staken in een paar veel gestopte, gro
ve kousen. Het was de gestalte van
een oud man, met een vriendelijk,
goed besneden gelaat, doorgroefd met
ontelbare rimpels, en omgeven door
dunne, witte lokken boven een effen
voorhoofd, dat geel en glimmend waa
als een oud stuk ivoor.
Hij had naar Marguérite gekeken,
terwijl hij sprak, en een paar weer
galoos vriendelijke en zacht blauwe
oogeu waren met hartelijk verwijl op
haar gevestigd. Marguérite dacht, da»
zij nooit te voren zooveel goedheid en
eenvoud des harten op eon gsiaai
vereenigd had gezien. Het straaide
letterlijk uit die lichtblauwe oogea,
die vol schenen van ouvergoten trUr
nen.
De oude man droeg een afgedragen
kleed, een wonder van glimmende
netheid, dat eens een soutane van
lijn zwart laken was geweest, maar
nu niets dan een verzameling van
lompen, op knieën en schouders go-
heel versleten. Hij scheen geheel ver
diept ln de taak van schoenpoetsen,
en na deze kleine boetpredikatie te
gen Marguérite nam hij plechtig ed
ernstig zijn werk weer op.
(Wordt v*rvo!g<*V.