HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAa Öaïtenlandsch OverzieM Stadsnieuws 0nz9 Lachhoek FEUILLETON De roods Pimpernel in Gevaar. WOENSDAG 25 AüQüBTUS 190» KRETA. n. Dó gunstige ligging, de aan de Noordzijde gunstige kustvorm en liet heerlijke klimaat gaven reeds in ouden tijd aanleiding tot landverhui zing naar Kreta. Reeds de Odyssee noemt vijf verschillende volksstam men op liet eiland der honderd ste den. Het waren deEteo Kreten zer s, <R» eerste bewonersde K y de- niörs, een Semiotische stam, die in het westen des eilands de stad Ky- donia stichtte, verder A c h a j e r s, Doriërs en Pelasgen. Deze uit Thessaile en Griekenland vomonde stammen vestigden op het eiland van elkaar onafhankelijke koloniën die in groot aantal hun afzonderlijk staatsverband handhaafden, tot In 66 v. Chr. de Romeinen onder Q. Cecillus Metellus het 6iland veroverden. Bij de verdeeling van hot Romo'nsche Rijk verviel Kreta aan Byzantium, werd later een doel van het Oost-Ro- meinscho rijk en van 823961 n. Chr. door do Sarasseenen onderworpen. In het laatste jaar werd hot door Nlcé- phores Phocas voor het Byzantijn- sche rijk veroverd. Bij de stichting van hot Latijnsche Keizerrijk in 1204 viel Kreta ten deel aan Bonifo- cius van Montferrat Hij ver kocht het eiland aan Venetië, dat er veel goeds tot stand bracht, de meeste steden versterkte en zich tot ln het midden der 17e eeuw tegen do aanvallen der Genueezen en Turken wist te handhaven, In Juni 1645 moes ten zij bukken voor de Turksche heer schappij de vijand veroverde Kanea en Retimo, doch belegerde do 6tad Kandia vergeefs. Herhaalde aanval len mislukten, totdat de stad. zich ein delijk den 27en September 1669 na een zeer roemrijke verdediging bij eervol verdrag moest overgeven. Al lengs weiden nu de Venetianen van het eiland verdreven, zoodat het te gen het einde der 17e eeuw geheel in de macht der Turken was. Een ge volg hiervan was, dat een groot deel van de Grieksche bevolking, voorna melijk in de steden, deels gedwongen, deels uit materieels overwegingen den Mohammedaanschen godsdienst aan nam. Aangezien in den loop der ja ren zich vele Turksche familiën in het land vestigden en de versterkte plaat sen een Osmanische bezetting kregen, vormde zich langzamerhand een niet onbeduidend Mohammedaansch ele ment, dat tot ongeveer 1/3 van de to tale bevolking klom. Hoevelen hier van Turken zijn is niet wel uit te maken. Immers, de Mohammedanen spreken nagenoeg allen Grieksch en gelijken ook in lichaamsbouw en ge laatstrekken op de zuiver Grieksche bevolking. Een nieuw volkselement werd i deze uit de vermenging van zoo ver schillende stammen gevormde men- schenmassa toegevoegd bij de bezet ting van het eiland door Metre- in e t A 1 i in 1822. Als een overblijfsel van deze uit Egypte en Cyrenaïca overgekomen Arabieren is de colonië aan de oostzijde van Kanea te be schouwen. Hier leven 2000 3000 Ara- beiren, die als bootslieden, sjouwers en bedienden hun brood winnen en op de meest rotsachtige en zandigs to dee- ten der kust zoowel in levenswijze als in den bouw hunner woningen aan de traditie van hun oorspronkelijk va derland getrouw blijven. Men vindt er een zuiver Afrikaansche gemeente met Bedouïnen-tenten en bewoners van zuiver Bedouïnen-ras en -kleed. Uit dit vluchtig historisch overzicht van de colonisatie in Kreta wordt het duidelijk, dat het grootste deel der bevolking tot een gemengd ras be hoort en dat zoowel plirygische, se miotische, Latijnsche als Turksche elementen met de Grieksche zijn sa mengesmolten. Slechts aan de S p ha- klote n is het gelukt door de natuur lijke afgeslotenheid hunner woon plaatsen en door hun godsdienstig en nationaal zelfbewustzijn de zuiver heid van hun bloed te bewaren. De opgaven omtrent het aantal in woners loopen zeer uiteen. D't kan ons niet verwonderen, omdat het aantal slechts kan worden geschat, daar volksregisters niet worden ge houden. Ook de lotgevallen der bevol king hebben groot-en Invloed: in tij-1 den van rust en vrede klimt het aan tal, in tijden van opstand, oorlog of ziekten wordt het minder. Zoo schatte Churmuzzi het aantal menschen in 1821 op 266.000 en in 1832 op 140.000. Maar tusschen die jaren ligt het tijd perk van een vernielenden opstand en In 1824 en 1825 de periode van een al verwoestende pest. Thans rekent Vi tal Cuinet, dat er 294192 menschen op het eiland wonen. Van dezen zijn 88.487 Mohammedanen en 204.781 Grieken. De rest zijn Israëlieten, Ka tholieken, Protestanten en Arme niërs. Nu we zien, dat het aantal Moham medanen, zooals straks is gezegd, nog geen derde gedeelte van de bevolking uitmaakt en onder dezen nog veel be keerde Grieken zijn, begrijpen we, dat de sympalhiën van Kreta meer naar Griekenland dan naar Turkije gaan en te meer, wanneer we ons herinne ren, dat de wijze, waarop de Turken gewoon zijn de tot hun gebied behoo. rende landen te besturen, niet recht vaardig Is en niet gericht op de be vordering van de welvaart der be woners. Dat deze voel te wenschen laat, blijkt uit de bevolkingsdichtheid. Op dezelfde' oppervlakte, waarop in Ne derland 2769000 menschen hun brood winnen, leven er in Kreta, als gezegd is, slechts 295.000, d. w. z. slechts 34 per vlerk. K.M. Dat komt, omdat slechts een klein deel van het eiland bebouwd wordt, terwijl in de oudheid Kreta als de ko renschuur van Griekenland werd be schouwd en vooral de vlakte van M e s s a r a rij ke koren-oogsten le verde. Tegenwoordig is een derde gedeelte van den bodem onvruchtbaar, zonder beploegbaar land en slechts geschikt magere heideschapen en geiten te voedeneen ander derde gedeelte ligt braak tengevolge van gebrek aan arbeidskrachten en het laatste derde deel wordt ook nog niet geheel ge bruikt. De dorpen en vlekken, de bouwhoeven en kloosters zien er er barmelijk uit en bestaan voor een deel uit bouwvallen. De bevolking heeft zich hoofdzake lijk op de heuvellanden en op de vóór de borgen liggende terrassen geves tigd. Zij mijdt de vruchtbare en voor het transport gunstig bij de zee ge legen vlakten daar in deze 's zomers ten gevolge van het uitdrogen der ri vieren moerassen ontstaan waardoor koortsen de bewoners ziek maken. De landbouw is zeer achterlijk. Door gebrek aan behoorlijke verzor ging geven zelfs de olijven, die het voornaamste landbouwproduct leve ren, slechts om do twee jaren een goeden oogst. De landbouwgereed schappen zijn zeer primitief, vooral de ploeg. De bewerking der akkers is ten gevolge van de zeer gebrekkige ontwikkeling der boeren, slecht. Bovendien bewerkt de eigenaar niet zelf den bodem, maar hij doet het werk verrichten door een onderge schikte, die daarvoor de helft ont vangt van wat de bodem opbrengt, nadat de Fiscus 1/10 in beslag heeft genomen. De voornaamste producten zijn olij ven, Johannesbrood, Ballonea, ge droogde wijndruiven en wijnen en eerst daarna koren. In weerwil, dat ook nu nog de vlakte van Messara de beste tarwe levert moet nog jaarlijks een belangrijke hoeveelheid graan voor de bevolking worden ingevoerd. Ook met de veeteelt is liet treurig gesteld. Stallen zijn er in het geheele eiland niet. Het vee schuilt in de grot- ton voor de hevige regens. De slechte verzorging is oorzaak van een gesta dige verarming van de beesten, zoo dat telkens uit Anatolië paarden en runderen tot verbetering van het ras moeten worden ingevoerd. Op de on land gezocht. In het binnenland wordt een zijde stof Pachlama ver vaardigd die meest naar Tripolis wordt uitgevoerd. Er zijn een elftal Leerlooierijen en 4 stoom- en 3 water molens leveren meel. De handelsomzet bedraagt gemid deld 55 mill, francs; steden van betee- kenis kent het eiland niet. Kandia heeft 12000 inw., Kanea 8000; Retiino 10.000 en Sphakia 2500. Volgens sommige schrijvers zouden; er meer dan 1000 dorpen zijn. De En- j gelsche kapitein ter zee Spratt, die' het eiland Wigowmetrisch opnam, het doorreisde en in een zeer lezens waardig boek beschreef, zegt, dat erj hoogstens 800, meestal armelijke uit j weinig-bewoonbare huizen bestaande plaatsen zijn. Deze toestand is geheel in overeen stemming met de geringe ontwikke ling der bevolking. 173 scholen wor den door 6026 Mohaminedaansche, 292 door Grieksche kinderen bezocht. De 19 overige scholen zijn voor de schoolgaande kinderen der overige gezindten. Dat de bevolking niet meer ontwik keld is, is ook de oorzaak van de treurig staatkundige toestanden. In weerwil van de herhaalde pogingen, vooral van de Sphakioten, tot afwer ping van het Turksche juk heeft Tur kije tot heden soms met steun der groote mogendheden zijn bezit we ten te handhaven. Waren de Kreten zers een wel ontwikkeld, eensgezind volk dan zouden zeker de groote mo gend lieden meer moeite hebben om aan den drang der bevolking weer stand te bieden, maar zou ook de sympathie van het overige Europa zich krachtiger voor de belangen van Kreta uiten. Toch is o.i. de verecni- ging van Kreta met Griekenland slechts een quaestie van korten tijd. Haarlem, Aug. 1909. V. DE KRETENSER QUAESTIE. „Der Vorhang fallt, das Stuck ist aus" Zou ITeine dat óók geschreven heb ben bij een bestudeering der Kreten- ser quaestie 7 Wel is thans het gor dijn gevallen, maar.... of het stuk ook uit is voor goed uit dat betwijfelen wc sterk 1 Vergun ons even aan het verloop der zaken te herinneren, om de gele genheid te hebben, op de wonderlijke oploss.ng te wijzen. Het begon met een verklaring der vier btschermende mogendheden, dat de tijd gekomen was, om de interna tionale bezetting van Kreta terug trekken. Algemeen werden moeilijk heden gevreesd, en om deze te voor komen, werd aangeraden de Europee- sche bezetting voorloopig nog niet op te heffen. De wijze raadgeving werd in den wind geslagen en de soldaten verlieten het eiland. De onaangename verwikkelingen bleven niet, uit. Onmiddellijk werd de aftocht der troepen gevolgd door een algemeens betooging der eilanders, dat zij zich wilden aansluiten bij Griekenland, als bewijs waarvan zij de Grieksche vlag heschcn op de vesting te Kenca. Eerst liep Europa de eilanders kalm hun gang gaan. Een ander gevolg was een wisse- begaanbare bergwegen Kunnen slechts jju<r -y j,u scherpe nota's tusschen Tur- muildietren voor het vervoer van men-kije oU Griekenland, die zoo'n vaart schen en lasten gebruikt worden. Er'nam, dit men den oorlog reeds voor zijn wel 40.000 ezels, 700.000 schapen de deur waande. pts 900 OOO oniton He mogendheden voorkwamen even- n t'7 wel tor elfder ure de uitbarsting, door Ds Industrie 13 nog zeer oniedul-haar McDle waarschuwingen en dend. Olijfolie en zeep zijn de eenige 1 vermaningen, die zoowel naar Kon producten. Zeepziederijcn zijn er 15 stantinopel en Athene ais naar Kreta in Kandia, 7 in Retimo en even zoo-1 gezonden werden. Vooral tegen de veel in Kanea. In de laatste jaren isKretonsers werd kras opgetreden Er er een aroota fabriek bii Ka-1 werden kortweg weer troepen aan ee? groota Jr J i 'and gezet, die met geweld de Gnek- nea door een Fransche maat-1 Yja., vau vesting verwijder- schappij opgericht. Zij maakt' d^n. van de uit de oliepersen overgebleven i Met deze gewelddaad kwam men afval, die PLrina genoemd wordt, een olie die gedeeltelijk bij de zeepfabri- catie voor een ander deel als smeer olie gebruikt wordt. De Hulsindustrie levert wolle goe deren en wolle dekens met breede wit te en roode streepen. j Katoenen gordijnen en handdoeken!™^ v2%en Wijven) ,van Retimo, Sphakia, maar vooral eQ Europeesche oorlogsschepen van Kandia zijn ook in het buiten-kruisen in de Kretenser wateren. den Turk in het gevlei en daar men in theorie ook de souvereinifceit van den Sultan over Kreta erkende, wa ren alle eischen van de „zieke men schen" ingewilligd. Althans schijn baar. Nu hebben de Europeesche soldaten Ivreta weer bezet (een wacht soldaten Plechtig is afgekondigd „ALLES BLIJFT ZOOALS HET WAS". Is lat nu geen wonderlijke oplos sing Een oplossing, die in geen ge val een oplossing is. Wanneer men niet deze regeling tevreden was ge weest, waarom dan ai dien onsmake- 1 ijken omhaal Als de mogendheden na 25 Juli haar soldaten op Kreta ge laten hadden, was alles precies het zelfde gebleven precies zooals het nu weer is 1 Nu heeft men bovendien vele onte vredenen gemaakt. Ontevreden zijn Turkije, èn Griekenland, èn Kreta. 'J "-'cije meent rechten te hebben op het onverdeelde bezit van Kreta doch hel ziet een toestand gehand haafd, die de souvereine rechten tot een frase maakt, wijl Kreta de auto nomie behoudt ondor toezicht van de mogendheden, en de koning van Grie kenland het recht heeft den gouver neur van het eiland aan te wijzen. Slechts voor de bemoeiing van de vier i>escherinende mogendheden moest Turkije wijken, en afzien van 't voor nemen, met het zwaard een oplossing van de Kretenser quaestie te doen ontstaan De Kietensèrs zien hun hoop en verwachting on de vereeniging met Griekenland, sedert een eeuw gekoes terd en in 1898 der vervulling nabij geacht, die door de houding \an de mogendheden in de verinopen tien jaren steeds werd gevoed, nu opnieuw bedrogen. Zij achten het verdere uit stel van de vereeniging met liet moe derland een moreel e en materieele schade, en een ernstige verstoring van hun nationaal ideaal. En Griekenland ziet opnieuw de toevoeging van een door ligging, be volking, afkomst en historie tot zijn rijk belioorend deel uitgesteld. Allemaal dus ontevreden Waartoe dat kan kdden We weten het niet, maar durven wel de veron derstelling te maken, dat het niet bij zonder lang zal duren, of er is weer een crisis in den Balkan. De vulkaan heeft dreigend gerommeld, men vreesde een uitbarsting, maar ziet, lo rost is weergekeerd. Nu maakt men een vreugde-dansje op den kra ter-rand geen uitbarsting meer vroezend, en toch.... Nauw hebben we dit geschreven, of een nieuw bericht komt onze vrees bevestigen. Particuliere mededeelin- gen uit Griekenland verzekeren, dat de bevolking geen genoegen neemt met de houding der regeering. De volksweiisch is zicli met de Kreten- sers te vereenigen, want ook die be- hooren tot den Helleenschen stam. Er dreigen in Griekenland zelfs on lusten, zoodat de regeering ijlings militaire maatregelen genomen iieeft, om volksoproerigheden te bedwin gt- Ook de Kretenser bevolking blijft betoogen. En zullen do Turksche on derdanen achterblijven TURKEN EN ALBANEEZEN. De Albaneezen nemen tegenover de autoriteiten van Verasovitsj een zeer dreigende houding aan. Er heeft zelfs een gevecht plaats gelxad, waarbij een groot aantal do oden en gewon den vielen. Nu hoeft de Turksche regeering een versterking naar de plaats van het oproer gezonden, welke legermacht ook over eenige kanonnen beschikt. Dat belooft dus weer wat ONLUSTEN IN YEMEN. Ook in Yemen is een revolutionaire beweging gaande. Turksche troepen zijn opgerukt naar llodeida en ook de kruiser „Volturne" is daarheen ver trokken. DE OORLOG IN MAROKKO. In de omstreken van Mclilla heb ben dagelijks schermutselingen plaats tusschen Spanjaarden en Marokka nen. Die van Maandag was evenwel bloediger dan deze kleine gevechten gewoonlijk zijn. De Moor-en, die zich verdekt hadden opgesteld op de heuvelen tegenover het kampement van Sidi Musa, deden namelijk een aanval op een konvooi, dat bc-geleid werd door 4 compagnieën infanterie, een escadron cavallerie en twee batterijen bergartillerie. Van twintig verschillende punten uit werd liet konvooi beschoten. De artillerie, zoowel van het kon vooi als van de omliggende verster kingen, beantwoordde den aanval en het hevig geschutvuur dwoug de Moeren zich in een ravijn terug te trekken. Aan Spaansche zijde werden 7 man gewond. DE TOESTAND IN SPANJE. Geheel rustig is het in Barcelona nog nHt. Nu heeft de regeering weer gelast 64 leekenscholen te sluiten. STAKINGSONLUSTEN TE PITTSBURG. Uit Pittsburg wordt geseind, dat er weder botsingen hebben plaats gehad tusschen arbeiders van de „Stcelcar"- maatschappij en de troepen, waarbij een aantal dooden zijn gevallen. De krijgswet is In werking getreden. SCHEEPSRAMP. Het Argentijnsche stoomschip „Co lumbia" is bij den ingang van de ha- van van Montevideo in aanvaring ge komen met een Duitsche stoomboot. l)e „Columbia" is gezonken. Het aan tal slachtoffers wordt geschat op 150 tot 390, allen pleizierreizigers, ko mende van Buenos-Ayres. ABR. VAN DAMME HERDACHT. Enkele weken geleden is te Haar lem zoo schrijft men aan 't N. v. d. D. een man begraven, die, stil en bescheiden, voor de kennis der ge schiedenis van Haarlem en ook van andere onderwerpen veel heeft bij gedragen: wijlen de heer Abraham van Damme. Twee en veertig jaar is hij werk zaam geweest, waarvan zeer vele ja ren als meesterknecht, in de bloe misterij van Voorhclm-Schneevoogt, en die als zoodanig ook het Vondel park te Amsterdam heeft helpen aanleggen. Voor genoemde firma heeft hij 53 medailles behaald op ten toonstellingen in het binnen- en bui tenland. Toen hij 42 jaar bij de ge noemde frrma werkzaam was ge weest, kreeg hij, wegens verandering in de zaak, een hoogst eervol ontslag, geteekend door den heer De Breuk, destijds ook lid dier firma, thans wethouder. Abraham van Damme was bij zijn ontslag 62 jaar cn had geen pensioen. Wat moest hij beginnen? Zij die liera genegen waren hielpen hem voort en bezorgden liein een postje op het Ste delijk en Provinciaal Archief als dag- schrijver. En dat is hij 18 Jaar ge bleven tegen één gulden daags. Hoewel allerminst voor het archief wezen opgeleid, heeft hij zich in het moeilijke oude schrift zoodanig inge werkt; dat wat voor velen onontcij ferbaar was, door hem gelezen werd als een kapittel uit den Bijbel. Hij kreeg smaak in het archiefwerk^ maakte schatten van aanteekeningen, heeft daarvan veel uitgewerkt. Zoo ontstonden achtereenvolgens: een werk over al de buitenplaatsen van Haarlem, uit den oudsten tijd tot het jaar 1813; en voorts een uitgebreid werk over de geschiedenis der bloem bollenteelt. De opteekeningen, in ou den tijd gemaakt bij bloembollen-ver- koopingen op het land te Overveen, had tot dusver niemand kunnen le zen; Abraham van Damme kon het, omdat hij de namen der bloembollen kende. Uit oude stukken heeft hij een aan tal namen opgetcekend, die een ko misch karakter hebben. Nog kort go- leden toonde hij aanteekeningen over de Haarlemmer Halletjes, en bij de reclame-tentoonstelling te Haairlem gaf hij een boekje over oude gevcl- steenen enz. Portefeuilles vol aantee keningen laat hij na, over alle moge lijke onderwerpen, o.a. ook over de verdwenen plateelbakkerijen te Haar lem. Voor dr. A. Bredius, oud-drrecteur van het Mauritshuis te 's-Gravenha- ge, maakte hij uittreksels uit het no tarieel archief over alles wat schil ders betrof, waarbij hij veel belang rijks ontdekte. Een reusachtig wvk heeft hij volbracht door het afschrij ven uit de Latijnsche taal van een lijvig handschrift voor de Holland- sche Maatschappij van Wetenschap pen. Dit was, evenals al zijn werk, keurig geschreven. Een kleine ijdelheid van Abraham van Damme was zijn grootgaan op zijn beweerde afkomst van den sche pen Jan Claesz van Damme, van wien een zegel bewaard wordt uit 1432. Zoo is Abraham van Damme, steeds voortwerkende en in eenvou digheid zijn weg gaande, 80 jaar ge worden, werkende voor het archief, werkende voor zichzelf en voor an deren. ■PRACTISCH. Koffiehuisbezoeker ('s avonds Iaat) t Nu moot ik spoedig heengaan (tot kcllner)Jan, ga eens naar mijn huis en bel maar vast. Een half uur laat mijn vrouw me toch wachten, vóór ze opendoet. UIT DE SCHOOL. Onderwijzer Kon je mij een strijk instrument opnoemen, Jan? Jan Een penseel, meester. LOGISCH. ProfessorWat gebeurt er, als goud in de open lucht wordt gelegd Student (na eenig nadenken) Dan dan wordt het gestolen, professor. EEN SLIMMERD. Mijnheer Lims zou eens vertellen hoeveel personen er aan tafel hadden gezeten. De twee Jansons, dat is éénik zelf, dat's twee en dan Van Doornik, dat's drie.... maar wie, was do vierde dan Nog eens tellen De twee Jansens, dat 's één, Van Doornik, dat 's twee en ik zelf dat 's toch drie... En we waren toch met ons vieren. Ik kan me onmogelijk vergist hebben. Van Doornik, dat 's één, de twee Jansens, dat 's twee, on dan me zelf dat is drie.' Neen. dan zijn we be paald maar met ons drieën geweest. WELKOM. Ma, mag ik vanmiddag naar Piet? Hij heeft gevraagd, of ik kwam. Och, jongen, ik houd daar niet erg van, als Piet's mama je niet zelf Vraagt. Misschien vindt zij 't niet goed. Jawel, ma 1 Piet zei, dat ik be paald moest komen. Jan ging, en toen hij 's avonds thuis kwam, vroeg zijn moeder En kwam je niet ongelegen In 't geheel nietMevrouw deed mij zelf open en ze zei „Die ontbrak er nog maar aan." EEN VEGETARIERSHATrit. In antwoord op een advertentie ln Het Volk, waarin vegetarisch pension gevraagd werd, kwam een briefkaart van den volgenden inhoud uit Haar lem Geachte Juffrouw, Bij dezen bericht ik u, dat ik in een zeer rustige omgeving, 21/2 uur buiten Amsterdam nog een stukje weiland heb liggen, waar u als vege tariër kalmpjes kunt komen grazen. In afwachting, Uw Dienaar, Hooiopper* Rubriek voor Vragen Geuboaneerdeu nebben üet vuurrecht rr&geu op verschillend gebied, mits voor beantwoording vatbaar, in te zenden by de keiactie van Haarlem's Dagblad, Groote Houtstraat 63 Alle antwoorden worden geheel kosteloos gegeven en, voor zooveel mogelijk ia, den dag na de inzending Aanvragen, die niet volledig naam en woonplaats van den inzender vermelden, wordt geen aandacht geschonken. VRAAG: Bij wien moet ik mij var- voegen om dienst te nemen als reser- ve-machinist-leerling? ANTWOORD: Wend u om inlich tingen tot de Machinistenschool te Amsterdam. VRAAG: Tot wien moet men zich wenden ora bij de zeemilitie geplaatst te worden? ANTWOORD: Wend u tot den plaat- selijken adjudant, Bureau Groote Markt. VRAAG: Zijn er alhier, behalve de Berlitzschool nog andere Inrichtin gen, waar cursus-lessen ln de Duit- sche taal worden gegeven? ANTWOORD: In ons blad worden van tijd tot tijd dergelijke cursussen geadverteerd. VRAAG: Kan men in zes weken met behulp van bestaande boekjes een vreemde taal aanleeren? ANTWOORD: Voor het ieeren spre ken van een vreemde taal is gerui- men tijd noodig. VRAAG: Wie stelt de prijzen van het uitgekookte afgekeurde vleesch aan het Gemeente-slachthuis vost? ANTWOORD: De Haarlemsehe Var- Naar het Engelscb, door Barones Orczy. 87) Van lijd tot tijd dwongen dezelfde vriendelijke en bevende hondenhaar, wat vloeibaar voedsel door de onwil lige lippen heen in te nemen, wat warme soep, of een glas melk. Behal ve de pijn in haar hoofd, was zij zich van geen lichamelijk ongemak be wust j zij voelde zich volkomen kalm èn een eigenaardig gevoel van vrede en rust scheen to lioerschon in dit ÏUein kamertje met zijn klein venster, 'waardoor de zonnestralen langzamer hand met meer kracht binnenkwamen en daarna geheel verdwenen. De een tonige stem vlak bij haar werkte als een kalmeerend middel op haar zenu- Wen. Tegen den middag viel zij in een natuurlijken en weldad'gen slaap Maar daarna ontwaakte zij tot vol komen bewustzijn. O I het afschuwe lijke, het dwaze van dit allee. Het kwam in haar gedachte terug met al de kracht van meelijwekkende zeker heid. Zij was een gevangene in de han den van degenen, die lang geleden ge zworen hadden den Rooden Pimper nel ter dood te brengen. Zij, zijne vrouw, een gijzelaar in hunne handen- haar vrijheid en veiligheid zou hem wonden aangebo den in ruil voor zijn eigen. Hier was geen quaestie van droomen of nacht merries, geen twijfel over de plannen van de vijanden van haar echtgenoot. Het was alles werkelijk, en zelfs nu nog voor zij de kracht had ze door haar eigen krankzinnige en harts tochtelijke opwelling hopeloos het le ven van den man, dien zij liefhad op het spel had gezet. Want door haar groote vertrouwen in hem, twijfelde zij geen oogenbiik, welke keuze hij zou doen, als hij voor de feiten gezet weid. Hij zou zich voor haar opofferen hij zou liever dui zend dooden sterven, dan dat zij in gevaar kwam. Om haar zelf, haar eigen lijden, haar gevaar of vernede ring gaf zij niets. Neen,, op ditzelfde oogenbiik was zij zich bewust van een wild, hartstochtelijk verlangen naar den dood.... Op dit oogenbiik, nu haar geheu gen zoo plotseling terugkeerde, wenschte sij met haar geheele hart bier dadelijk te sterven, op deze harde matras, in deze eenzame en donkere gevangenis.... zoodat zij eens en voor altijd uit den weg zou zijn... zoodat zij niet de hinderpaal zou wezen in zijn leven. Hij zou veel lijden, heel ernstig bij haar verlies, omdat hij haar boven alles op aarde liefhadhij zou lijden in iedere zenuw van zijn hartstochtelijke en vurige natuur, maar hij zou niet de vernedering heb ben door te maken, niet voor dat af schuwelijke alternatief gesteld wor den, dat zijn vijanden nu waar schijnlijk al voor hem in orde maak ten. En toen kwam er een verandering in haar gevoelens. Marguérite liad voor alles een levendige en werkzame natuur, oen scherpzinnig brein, dat bezig was, dat plannen maakte, eer der dan het onvermijdelijke aan te nemen. Nauwelijks hadden deze gedachten van wanhoop en dood in haar geest post gevat, of zij moeeten plaats ma ken voor nieuwe denkbeelden. Als alles toch eens bleek niet zoo hopeloos te zijn Reeds was zij instinctmatig ver vuld van plannen om te vluchten. Had zij het recht te wanhopen? Zij, de vrouw en levensgezellin van den man, die de wereld verstomd had doen staan van zijn durf, zijn scherpzin nigheid, zijn goed geluk, zij zou zich een oogenbiik verbeelden, dat de Roo de Pimpernel zou falen. Was de Engelsche samenleving niet vol van mannen, vrouwen en kinde ren, die door zijn vindingrijkheid ge red waren uit toestanden schijnbaar even hopeloos als haar eigen, en zou den niet alle hulpbronnen van dit scherpzinnig brein aan 't werk gezet worden voor deze redding, die hem nader en dieper betrof dan eenige an dere, die hij tot nu toe tot stand had gebracht. Nu verweet Marguérite zichzelf haar twijfel en vreezen. Nu herinner de zij zich, dat zij tusschen de men- schenmenigte op den steiger direct achter ChauveLin en zijn gezelschap een gestalte had opgemerkt onge woon lang Nieuw ontwaakte hoop had haar al verzekerd, dat zij zich niet vergist had, dat Percy tegen haar eerste meening in, gisteravond al in Londen was aangekomen; hij doed altijd zoo geheel anders dan men van hem verwachtte, dat het best moge lijk was, dat hij toch met de gewone passagiersboot was overgestoken. O ja I hoe meer tij over alles nadacht, das te meer was zij overtuigd, dat Percy al in Boulogne was, en dat hij bekend was met haar inhechtenisne ming en het gevaar, waarin zij >'«- Welk recht had zij te twijfelen, zelfs voor een oogenbiik, dat hij haar zou weten te bereiken, hoe, als de tijd daar was, hij zichzelf en haar zou welen te redden? Een warme gloed doorstroomde haar lichaam, zij voelde zich opge wonden cn tot veel in staat, absoluut onbewust nu van pijn of vermoeide heid, bij deze stralende vreugde over nieuwe ontwaakte hoop. Leunend op haar elleboog kwam zij wat overeindzij was nog heel zwak, en de lichte beweging maakte haar duizelig, maar spoedig zou zij weer sterk en volkomen in orde zijn.... Zij moest sterk en flink en bereid zijn, om zijne wenschen uit te Yoeren, tds de tijd voor vluchten was aangebro ken. O U is beter, mijn kind, zie Ik, zed die eigenaardige, bevende stem weer met haar zangerigen tongval. Maar u moest vooral voorzichtig zijn. De dokter zei, dat u een zwaren elag hadt gekregen. De hersenen zijn ruw dooreengeschud.... en u moest den geheelen dag doodstil blijven lig gen of uw arm hoofdje zal weer pijn beginnen te doen. Marguérite keerde zich om, om den spreker aan te kijken, en zijn uiterlijk op te nemen* Zijn gestalte was mager en ver schrompeld, de smalle schouders war ren licht gebogen, de dunne beenen staken in een paar veel gestopte, gro ve kousen. Het was de gestalte van een oud man, met een vriendelijk, goed besneden gelaat, doorgroefd met ontelbare rimpels, en omgeven door dunne, witte lokken boven een effen voorhoofd, dat geel en glimmend waa als een oud stuk ivoor. Hij had naar Marguérite gekeken, terwijl hij sprak, en een paar weer galoos vriendelijke en zacht blauwe oogeu waren met hartelijk verwijl op haar gevestigd. Marguérite dacht, da» zij nooit te voren zooveel goedheid en eenvoud des harten op eon gsiaai vereenigd had gezien. Het straaide letterlijk uit die lichtblauwe oogea, die vol schenen van ouvergoten trUr nen. De oude man droeg een afgedragen kleed, een wonder van glimmende netheid, dat eens een soutane van lijn zwart laken was geweest, maar nu niets dan een verzameling van lompen, op knieën en schouders go- heel versleten. Hij scheen geheel ver diept ln de taak van schoenpoetsen, en na deze kleine boetpredikatie te gen Marguérite nam hij plechtig ed ernstig zijn werk weer op. (Wordt v*rvo!g<*V.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5