HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
Haarlemsche
Handelsvereeniging
PARIJSCHE BRIEYEN.
Stadsnieuws
FEUILLETON
fle roode Pimpernel
in Gevaar.
ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1009
Qoedg»k. bij Kon. Besl. Tan 12 Nor. 1999.
De Haarlemsche Handelsvereenl
ging hier ter stede, opgericht 10 Mei
1892, heeft in den loop van den tijd
wei haar recht van bestaan bewezen.
In zeer vele gevallen, zaken van ver
schillenden aard betreffende, Is zij
opgetreden en dikwijls met groot
•uccès. Jammer echter, dat men alge
meen niet meer blijk geeft, dit te
waardeeren, door als lid der Vereen!
ging toe te treden, gr zijn wel meer
dan 600 leden, maar dat is niet vol
doende. Elk handelaar, neringdoen
de, Ja zelfs particulieren, moesten lid
worden, om ten minste te laten gevoe
len, dat men het werk op prijs stelt,
dat de Haarlemsche Handelsvereeni
ging steeds opneemt, als doende, wat
hare hand vindt om te doen.
De voordeelen, die de Vereeniging
buiten hare bemoeiingen van ver
schillenden aard, haren leden aan
biedt, zijn zeer vele en zeer groote
tegenover de geringe jaarlijksche
contributie van 3.50, die gevraagd
wordt.
De Haarlemsche Handelsvereeni
ging bemoeit zich In de eerste plaats
er mede, de belangen van hare leden
te bevorderen, door onwillige beta
lers voor hen tot betaling aan te
manen en informatièn voor hen in te
winnen. Bovendien hebben de leden
het recht, het hun gratis te verstrek
ken advies van den rechtsgeleerden
adviseur der Vereeniging te vragen,
die ook in proceduren en faillisse
menten gratis voor hen optreedt, na
tuurlijk alleen voor zaken betreffende
den handel en het bedrijf der leden.
Als proef kunnen voortaan nieuwe
leden voor een half Jaar worden aan
genomen, doch slechts het 2e halfjaar
(van 1 November tot en met 30 April)
cd 1.75 da halve contributie.
Rechtsgeleerde adviseurs der Ver-
eeuiging zijn de heeren Mrs. Th. de
Haan Hugenholtz en A. H. J. Merens,
Bpaarne 94, alhier, die voor de leden
eiken werkdag van 24 uur des na
middags zijn te spreken.
Het bureau der Vereeniging Is ge
vest. gd Jansweg 11.
Voor Incasso's door bemiddeling
der Vereeniging wordt een vast
recht van 5 pet. der vordering bere
kend.
Bovendien moet 10 cent voor port
steeds worden bijgevoegd, bij inzen
ding van vorderingen door bemidde
ling der advocaten t« innen.
De kosten van informatiën naar
buiten de stad woonachtige personen
bedragen 60 ets. per informatie, plus
vijf cents porto-vergoeding. Informa
tièn naar binnen de stad wonende
personen worden grratis verstrekt.
Pretention op buiten de stad wo
nende personen warden niet behan
deld, wanneer niet 10 ets. voor porto
vergoeding is toegevoegd.
Ruim 1748 informatiën en rechts
geleerde adviezen werden in het al
ge loupen jaar gegeven.
In Juni en Juli 1909 zijn 50 vorde
ringen tot een bedrag van f 952.81 1/2
betaald; 13 vorderingen worden afbe
taald, 10 vorderingen zijn uitgesteld.
Volgens art. 7 dient het geheim der
lijsten van wanbetalers ongeschon
den te blijven.
Alle brieven, aanvragen, reclames
of wat ook, moeten worden geadres
seerd aan het bureau, dat geopend
is dagelijks van 'a morgens 9 tot 1 uur
en 's namiddags van 2 tot 4 uur,
waar dan ook verdere Inlichtingen
tijn te bekomen.
Het Bestuur heeft bemerkt, dat men
soms meent, dat men, hoewel geen
lid der H. H. V., toch van haar infor
matiën kan bekomen, en brengt nu
nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis
dat alleen aan leden der Vereeniging
Informatiën door haar worden ver
strekt, en dat voor informatiën op
hier ter stede woonachtige personen
nooit betaling mag worden gevor-
derd-
HET BESTUUR.
XCVH,
Met ons vieren zaten wij gezeüig
bijeen in een café op den Boulevard
Saint-Micheldo geestdriftige journa
list André Bénédic, een Russisch stu
dent ln de medicijnen, een satelliet
van aëronauten en mijn persoontje.
Natuurlijk liep het gesprek hoofd
zakelijk over „la semaine d'aviation A
Bétheny", de vliegweek te Bétheny.
Andró Bénédic, die gauw warm
loopt, slurpte haastig zijn kop koffie
op, haalde een papiertje uit een van
zijn zakken, zette zich in postuur ©n
las met een zokere zelfvoldaanheid het
begin voor van zijn artikel over de
veelbesproken vliegweek ta Reims,
beterto Bétheny.
„De grasvlakte van Bétheny Is deze
week het doelwit der wereld ge
weest
Slecht gezegd, mompelde de Rus.
Miflioenen menschen, die hun gedach
ten niet één second© te Bétheny heb
ben doen verwijlen. Er zijn gewichti
ger vraagstukken en grootero belan
gen op aarde dan.
Zwijg, vorstenmoordenaar, sprak
de journalist eenigermato geraakt.
Laat mij doorgaan, als je tenminste
eenige aanspraak wilt maken op den
naam van „intellectueel".
Ga je gang, hernam de anti-tsa-
rist berustend. Maar maak hot kort
met je journalistieke overpeinzingen.
Op dit onmetelijke terrein...."
De eerste de beste landmeter zal
je aan het verstand brengen, dat be
doeld terrein gemakkelijk te meten is,
begon de Rus weer. Ik houd niet van
overdrijving in woorden. Alleen in de
déad kan ik buitensporigheden ver
dragen. lomand als TolstoL
Scheid in 's hemelsnaam met je
flauwe aardigheden uit, Interrompi-
noff, of ik laat je door Harting-Lan-
desen aangeven.
De Slaviër glimlacht© goedig en
keek naar een paar voorbij wandelen
de dames.
Mon aiui André vervolgde
Op dit onmetelijk terrein, dat
zich ten Noorden van Reims uitstrekt,
heeft da geestdriftige menigte, saam-
gestroomd uit alle oorden van den
wereldbol....."
Toen kon ik me niet meer bedwin
gen, op mijn beurt
Het was er beslist niet vol.
Zelfs hoopjes Parijzenaars zijn thuis
gebleven, in weerwil van de korte reis
van slechts een paar uur sporens
Zwijg, verraderlijke collega,
branduetel van het publicisme.
Ik kan niet best tegen sierlijk schel
den en hield dus mijn mond.
L'ami André ging onverschrokken
verder
de romaneske evoluties gevolgd
van de laatste menschelijke vogels. In
dezo zelfde streek vsn het machtige
Champagne, waar, acht jaar geleden,
de tsaar Nicolaas II het Fransche le
ger de revue deed passeeren en de al
liantie van het oude Gallië met het
jonge Rusland inwijdde...."
De Rus keek den lezer hoonlachend
in het gezicht,
heelt de ontzaggelijke zwerm
vliegtoestellen boven de hoofden ge
zweefd. Het rhythmisch geiuid der
motoren heeft van s ochtends tot
's avonds gerommeld; menschen,
sciirijlmgs op him spookmachines ge
zeten, vlogen op en zweefden onder
den hemel...."
„Bóven den hemel" zou niet
gaan, grijnsde Interrompinoff.
„Zij draaiden om den idealen weg,
dien de vlakte hun boudgedurende
ganse he uxeu hebben zij zich in den
ether gehandhaafd en in snelheid
gekampt niet de verschrikte vogels.
De wetenschap verhoovaardigt zich
op dit oogenhlik op haar uiterste
overwinning..."
De wetenschap zou beter doen
met middelen te vinden tegen tering,
cholera, pest, nevrose, sprak de Sla
vische adspirant-medicus, ditmaal,
nu hij zijn vak „op de proppen"
hracht, met zeldzame geestdrift.
Ach wat, er zijn te veel menschen
op aairde. Maar ik ga verder.
„...zij roept het vertrouwen van
allen in; zij geniet van de zwijmel-j
dronkenheid, die de onverzadelijke
toeschouwers voor haar tooverachüge
openbaring beving. Zij legt, voor de
geschiedenis, den eersten steen van
het ideale monument, dat men haar,
der geschiedenis, verschuldigd is;
1909 is een sublieme haitplaats, die
haar genie is voorbijgetrokken met!
een glimlach onder den Augustus-he-
mei. De laatste sluiers der twijfel-'
zucht zijn gevallen voor de opgetogen
heid van de minuut..."
„Minuut" is prachtig van nauw
keurigheid.
„Do overmeestering der lucht ls ge
treden in de werkdadig© periode; de
successen sullen ln een orkaan vol
gen, do eindzege en de triomfen zijn
slechts een zaak van weinige jaren
misschien zelfs van dagen. En d«
droombeelden van een Jules Verne,
ons nog zoo nabij, zijn thans de ba
naalste en de stralendste der werke
lij.kheden..."
Heeft, vroeg de Rus arglistiglijk,
Jules Verne onder meer niet over een
reisje naar do maan geschreven?
Het oogenhlik was daar, dat wij
allen, de drie anderen, do lektuur
van vriend Andró Bénédic meer dan
moê waren.
Roomsoes der journalistiek,
voegde ik mijn contrater toe, zou je
er niet uitscheiden? We lezen je stuk
dan wel.
De satelliet der aëronauten, die tot
nog toe stijf zijn mond had gehouden
vond het een geschikt oogenhlik om
aan het woord te komen. Vriend Bal
liaux is van het genre der étonneurs.
Menschen met verbazing te slaan,
door zijn daden, doch vooral door
zijn woorden dat schijnt zijn groot
ste genoegen, ja, zelfs zijn levensdoel
te zijn. Naar zijn beweren heeft nie
mand zooveel Inzicht in de toekomst
als hij. Was hij voorheen een satel
liet van automobilisten, sedert ruim
een half jaar dringt hij zijn gezel
schap op aan aviateurs. Voor de bui
ten-wereld is hij nu eens een zwager
van Santos-Dumont, dan weer een
neef van Blériot, een derden keer een
ex-schoolkameraad van nog een an
deren vliegmensch Aangezien hij
geen woord Engelsch kent, is hii nog
niet aan Wilbur Wright en Curtiss
toe gekomen. Zeker is echter dat hij
alle pogingen aanwendt om een ge
deelte van den gezamenlijken iroem
van alle mogelijke aëronauten, van
de gebroeders Montgolfier af, op zich
zelf te doen afstralen.
Die reis naar de maan van Jules
Verne, sprak hij met een hoogst ern
stig gezicht, is voor ons, aëronauten,
zeker weggelegd, in een niet al te
verre toekomst. De tijd zal aanbre
ken, dat een aëroplane zóó hoog gaat,
dat ze een aëroplaneet wordt.
Ik keek hem bedenkelijk aan. Geen
trek van zijD gezicht duldde aan, dat
hij zich in een woordspeling had ver
meid.
De wetten van de zwaartekracht
moeten dan herzien worden. Een van
ons zal Newton corrigeeren. Kijk eens
dat een luchtballon naar boven gaat,
Is heelemaal „A Tinstar' van Newton.
Zoo'n ding houdt gas in, en gas is
lichter dan de lucht. Maar zoo'n vlieg
machine van mij en mijn vrienden
weegt honderden kilo's, is enorm veel
zwaarder dan lucht, dan stikgas,
dan...
Enfin, en tóch smeert ze *m de
lucht in. Waar blijft nou je zwaarte
kracht niet haar eeuwenouden roem?
Ik stond paf. Het ia al heel lang
geleden, dat ik mijn natuurkundige
boeken het laatst heb ingekeken. j
Ze hebben ons geleerd, vervolg-
de hij, dat de dampkringslucht om de
aarde, hoe liooger boe dunner wor
dende, eindelijk ergens ophoudt. Een
hvoolhese, meneer. Want wie bewijst
dat En zelfs al ware het waar
ous een zorg. Om te vliegen liebben
wij geen lucht noodig. En voor de in
ademing zouden wij de noodige hoe
veelheid gecomprimeerde lucht kun
nen meênemen.
Ik stond uog paffer.
André Bénédic scheen, naar aan
leiding van de gesproken woorden,
een nieuw artikel met nóg meer
roomsoezerigheid te bepeinzen.
De Rus glimlachte geheimzinnig.
Mijn ex-studiegenoot Farman is
het volkomen met mij eens, dat de
aeroplanes den wereldvrede zullen
bevorderen en de menschen mensche
lijker maken. In de lucht zijn geen
grenzen, wel Geen grenzen, geen
verschillende landen. Geen verschil
lende landen, geen nationaliteiten.
Geen nationaliteiten, geen oorlogen.
Geen oorlogen ziedaar do wereld
vrede bereikt. Quod erat de
monstrandum.
Het schemerde me voor de oogen.
Een razend knappe vent toch, die
Balliaux 1 Welk een blik in de toe
komst 1
Dat do aëroplan<e3 groeten In
vloed op de taal zullen uitoefenen,
behoeft geen betoog. Om maar een
paar voorbeelden te noemen„in de
wolken zijn" geeft dan uiteraard geen
opgetogenheid meer aan. omdat ln
de wolken zijn ons later Iets heel ge
woons zal wezen en „une chose en
Vair" een ding ln de lucht duldt
dan niet meer op iets onzekers. Inte
gendeel. Enzoovoort.
Juist, sprak nu do Rus, en die
vliegmachines zullen ook de leeuwen
jacht ten goede komen.
Dié sprong scheen zelfs Balliaux te
verrassen. Vragend keek hij den ads
pirant-medicus aan. De twee journa
listen roken copie.
Interrompinoff hernam In diepen,
nihilistischen ernst
Je spreidt onder de woestiin,
waar de koningen der aarde op hup
pelen, een groot net, waarvan je ue
vier einden verbindt aan even zooveel
aeroplanes. Deze stijgen op een gege
ven oogenhlik „full speed" de lucht
in Het net, met wat er op is, stijgt
meê. Het woestijnzand glipt door de
mazen. En de leeuwen blijven over.
Dan dalen Balliaux en zijn kornuiten
weêr op aarde, met de leeuwen, het
net en de dankbaarheid dei* Kaffers...
Nu stond Balliaux, de satelliet der
vliegmenschen, paf. Het was, alsof hij
zo zag vliegen.
Toen zijn we lucht gaan happen,
op weg naar huis.
OTTO KNAAP.
Esperanto.
XIX.
Groeten en Komplimenten. (Vervolg).
Kom mij als je belieft ook eens op
zoeken. Maar ook doen
Viritu min iam, mi petas 1 Sed ne
forgesu
Hartelijk dank I
Koran dankon 1
Ik dank u zeer l
Mi tre dankas vlnl
Mijn besten dank
Plej bonan dankon
U is wel zeer vriendelijk.
Vi estas vere tre afabla.
Zeer vriendelijk van u.
Estas tre afabla de vi.
Ik ben u zeer verplicht.
Mi estas tre danka.
Ik zou u zeer dankbaar zijn, als u
mij mijn hoed wilde overreiken.
Mi estus al vi tre danka, se vi bon-
volus pasigi al mian capeion.
Gaarne.
Volonte.
Met genoegen.
Kun plozuro.
Het doet mij leed.
Mi tre bedauras.
Ik vraag verschoontng.
Mi petas pardonon.
Vergeef mij, mevrouw I
Pardonu, Sinjorino I
Staat u toe, dat ik het venster een
weinig openzet?
Cu vi permesas, ke mi iom mal-
fermi la fenestron?
Zeker meirouw.
Certe Sinjorino.
Vergeef mij, wanneer ik u stoor.
Pardonu se mi vin ^enas.
Ik wensch u veel genoegen.
Mi desiras al vi muitan plezuron.
Ik feliciteer u 1
Mi gratulas vin 1
Veel succes.
Bonan sukceson.
Vervolg van het schrijven van den
heer E. J. van Det in de „Bode", or
gaan van den B. v. N. O.
Wij leven in een tijd van internatio
naal verkeer. Niet alleen, dat men ln
veie beroepen dagelijks met vreemde
lingen uit allerlei landen in aanra
king komt, niet alleen, dat internatio
nale verbintenissen tusschen kooplie
den, induólrieelen enz. zich steeds uit
breiden, neen, ook de vaststelling van
arbeidsvoorwaarden, van beroepsre
gelingen, van dienstverhoudingen be
ginnen steeds meer een internationaal
karakter aan te nemen.
De bodem, waarop een gemeen
schappelijk communicatie-middel, een
inieriiatiunale hulptaal, kon groeien,
is dus wel toebereid. Ja, de behoefte
daaraan is zoo groot, dat eike proeve
van kunsttaal steeds een welkome
ontvangst heeft gevonden en eerstaf-
gekeurd is, ais haar volkomen on-
br uikhaarnaid was gebleken. Een
menigte van dergelijke kunsttalen
hebben wij reeds zien verschijnen
en. verdwijnen.
In 1903 verscheen een werk door L.
Couturat en L. Leau, getiteld
„Histoire de la Langue universelle",
waaraan in 1907 nog een supplement
werd toegevoegd. Hierin worden de
verschillende kunsttalen behandeld,
't Is met de meeste en meer of min
groote mislukking geweest.
Dit schijnt echter met 't Esperanto
anders te zullen gaan.
T Verscheen reeds in 1874. In 't
eerst trok 't weinig do opmerkzaam
heid, maar langzamerhand nam liet
aantal beoefenaren toe, 't werd meer
bekend en zij, die er zich eenmaal op
hadden toegelegd, bleven het trouw.
Dit laatste mag op zichzelf reeds als
een bewijs van zijn geschiktheid be
schouwd worden.
In de laatste tijd heeft 't zich ont
zaggelijk verbreid. In Februari van
dit jaar waren er 1311 klubs van Es
perantisten en werden er 83 bladen en
tijdschriften uitgegeven. In April wa
ren deze aantallen reeds respectieve
lijk 1918 en 86.
Ik wees er hierboven op, dat in vele
beroepen een internationale hulptaal
als 't ware onmisbaar is. Geen won
der dan ook, dat bijvoorbeeld door 't
Roode Kruis het Esperanto allerwege
wordt beoefend. Zoo ook door de po
litie en door de spoorwegambtenaren.
Volgens het Esperanto-bulletin woj-
den er in verschillende groote steden
groepen van politie-agenten gevormd,
die zich toeleggen op 't spréken van
Esperanto. Ook zijn er reeds vele ho
tels waar men met Esperanto terecht
kan.
't Is aardig de wisselwerking gade
te siaan van *t Internationalisme op
't Esperanto en omgekeerd. Is 't Espe
ranto te beschouwen als een uitvloei
sel van 't internationaal verkeer, 't
heeft zijnerzijds dit laatste weer be
vorderd of doen ontstaan.
Er is bijvoorbeeld op 't gebied der
theoretische en practische wetenschap
zooveel aanleiding tot internationale
verbindingen, dat deze slechts op een
nlgemeene hulptaal hebben gewacht
om zich eerst recht te ontwikkelen.
Zoo is er een internationale vereeni
ging van geneesheeren gevormd, ge
naamd: „Teka" „Tutmonda Espe
ranto Kuracista Asocio". Hierbij slo
ten zich in éen jaar reeds 428 genees
heeren aan, te zamen 19 verschillende
landen vertegenwoordigende.
Wat dit zeggen wil, kan men zich
eerst recht voorstellen als men be
denkt, dat de Germaansche, Romaan-
scho en Slavische wetenschappen er
door tot elkaar gebracht worden.
Wanneer wij op ons gebied, 't on
derwijs overgaan, dan zien wij, dat
daar de internationale verbindingen
nog zeer weinig ontwikkeld zijn. Het
Nederlandsche schoolwezen profileert
veel, misschien wel eens te veel van
de Duitschsprekende landen, maar de
onderwijstoestanden in de Fransch-
en vooral in de Engelsch-sprekende
landen zijn bij ons heel weinig be
kend. En wat wete nwij haast van de
Noorsche, de Zweedsche en Deensche,
de Spaansche, Itaüaansche en Russi
sche schooltoestanden, schoolorgani
satie en theoretische wetenschap
En al zijn sommige dezer landen in
dit opzicht bij Nederland ten achter,
er is ongetwijfeld ook daar nog heel
wat voor ons te ieeren. Welnu, denk u
nu een internationale onderwijzers-
vereeniging, alleen mogelijk wanneer
er een goede internationale hulptaal
bestaat, en ge hebt geheel Europa,
neen, alle landen, waar scholen zijn,
met elkaar verbonden. Zij allen, kun
nen elkaar met hun ondervinding en
kennis steunen.
Er besiaat reeds een dergelijke ver
eeniging de „Intemacia Asocio de In-
struistoj".
Over 't ontstaan dezer vereeniging
deelt de Internacia Pedagogia Revuo
ln hoofdzaak 't volgende medo.
't Denkbeeld van een internationaal
congres van Esperanto-onderwijzers
werd 't eerst publiek gemaakt ln 1906
na 't 2e internationale Esperanto-con-
gres te Genève. In hei te Genève ver
schijnende blad „Esperanto" werd een
cproep gedaan, waaraan echter in 't
geheel sicchts 5 personen gevolg ga
ven. De tijd voor een congres was dus
nog niet aangebroken.
Het volgende jaar werd 't Interna
tionaal Esperauio-Congres gehouden
te Cambridge. Op het officieele pro
gramma kwam ook voor„interna
tionale vergadering van onderwij
zers". Zij werd gehouden 14 Augus
tus 1907 en bezocht door een vijftigtal
personen uit acht verschillende lan
den.
Met algemeene stemmen werd hier
besloten tot de stichting van een al
gemeene internationale onderwijzers-
vereeniging.
't Doel werd als volgt omschreven
le 't Jaarlijksch uitgeven van een
adresboek van onderwijzers en leerlin
gen, die Esperanto verstaan.
2e *t Uitgeven van kinder-lectuur in
Esperanto.
3e 't Vergemakkelijken van reizen
door onderwijzers met hun leerlingen.
+e 't Organiseeren van correspon
denties tusschen onderwijzers en leer.
lingen.
Op dezelfde vergadering werd be
sloten tot de uitgave der Internacia
Pedagogia Revuo.
't Lidmaatschap kost 1 spesmil is
1.20 per jaar, waarvoor men gratis
do Revuo ontvangt.
1 Spesmil is de internationale munt
door den Esperanto-Bond aangeno
men.
Men ziet, deze internationale on-
dcrwijzers-vereeniging is er bepaalde
lijk een van Esperanto-onderwijzers
en volstrekt geen vakvereenigiug.
Daarnaast is zeker nog plaats voor
een internationale vakorganisatie,
zooals wij er nu een in kiem bezitten.
Uit verschillende mededeelingen
van onzen gedelegeerde in 't Interna
tionaal Bureau heb ik echter opge
maakt, dat dit zich nooit tot iets de
gelijks zal ontwikkelen zonder een
algemeen© hulptaal. En daarvoor
schijnt het Esperanto wel 't geschikt
ste.
Zoo straks sprak ik van den Espe
ranto-Bond en eigenlijk had ik daar
mee wel mogen beginnen, deze toch
is do hoofdorganisatfe op Esperanto-
gebied.
't Is een zuiver neutrale vereeniging
wier doel bestaat in het tot stand
brengen van internationale verbinte
nissen onverschillig van welken
aard.
Zij heeft officieel het Esperanto als
internationale taal aangenomen en
houdt zich buiten alle discussies op
taalgebied.
Ilaar organisatie is er zooveel mo
gelijk op ingericht, dat verschillende
functionarissen den plicht hebben het
internationaal verkeer te bevorderen
en to onderhouden.
Zij houdt de congressen, waarover
ik zoo straks sprak.
In het vorige jaar werd 't 4e Inter
nationaal Congres to Dresden gehou
den. Dit werd door 2500 personen be
zocht.
Do Vereeniging geeft het reeds ge
noemde blad „Esperanto" uit, bene
vens een jaarboek.
't Schijnt, dat ook In ons land da
beweging voor 't Esperanto toenemen
de is. In Haarlem moet reeds een On
derwijzers Esperanto-club bestaan,
terwijl ln Den Haag er een in voorbe
reiding is. Ook bericht het Esperanto-
buüetln, dat men ln Amsterdam po
gingen doet tot oprichting van een
club.
Voorloopig wil ik hiermede beslui
ten. Niet, dat ik ook maar eeneenigs-
zms volledig beeld heb kunnen geven
van de uitgebreidheid der Esperanto-
beweging, in 't minst niet, maar ik
geloof wel voldoende gezegd te heb
ben om de aandacht op deze zaak ta
hebben gevestigd.
Intusschen houd ik mij aanbevolen
voor toezending van wat er nieuws op
dit gebied verschijnt."
J. H. W. HABERMEHL.
GEMEENTERAAD.
Vergadering van den Raad der ge
meente Haarlem op Dinsdag, 7 Sep
tember 1909, des namiddags te 1 1/2
uur, in de Statenzaal (Prinsenhof).
De volgende zaken zuilen aan de or
de worden gesteld
1. Beëediging en installatie nieuw
Inkomende leden.
2. Mededeel ingen en ingekomen
stukken.
3. Schrijven B. en W.W. ter aan
bieding rekening en verantwoording,
dienst 1908, met advies Commissie van
Bijstand in het beheer der gemeente-
financlën.
4. Voorstel id. beschikbaarstelling
meerdere gelden voor gemeentelijken
ontsmettingsdienst.
5. Id. Id. verzoekschrift Algemeen©
Vereeniging voor Bloem bollen cultuur,
deelneming in waarborgfonds natio
nale bloemententoonstelling.
6. Id. id. vaststelling verordening,
regelende den rang, het getal en de
bezoldiging der ambtenaren op het
kantoor van den gemeente-ontvanger.
7. Id. ld. aanvulling Raadsbesluit
d.d. 30 Maart 1904 No. 23.
8. Id. ld. verzoekschrift H. C. Ploeg,
teruggaaf watergelii.
9. Id. id. id. H. Dielemans, Idem.
10. ld. ld. ld. brugwachters, om hoo-
ger loon.
11. Id.-J. de Breuk en F. M. Baroa
van Lijnden in zake concessie electr.
trams aan de II. IJ. S. M., nader ver
zoekschrift II. IJ. S. M. en voortzet-
ting behandeling voorstel B. en W.W.
12. Id. B. en W.W. verzoekschrift
Naar het Engelsch, door
Barones Orczy.
45)
Zullen wij dan de zaak maar
dadelijk in den grond aanvatten Als
ik het goed begrijp, dan is u op het
oogenblik onder den indruk, dat mijn
plan is, u in het nauw te brengen en
den dood te bewerken van een En
gelsch gentleman, voor wien Ik, u
mag 't gelooven, het grootste respect
heb. Dat is zoo. nietwaar
Wat is zoo, mijnheer Chauvelin?
vroeg zij onnoozel. want zij had wer
kelijk nog niets van zijne bedoeling
begrepen. Ik begrijp u niet.
U denkt, dat ik op dit oogenblik
maatregelen neem om den Rooden
Pimpernel naar do guillotine te zen
den Nietwaar
Ja.
Nooit meer heeft een verstandige
vrouw zoozeer gedwaald. Mylady
moet mij gelooven als ik zeg. dat do
guillotine de laatste plaats op do we
reld ls, waaronder ik dien geheim-
ZLunigen en onvindbaren gentleman
zou willen zien.
Tracht u mij om den tuin te lei
den, mijnheer Chauvelin Zoo ja,
met welk doel? En waarom liegt u
zoo tegenover mij
Op mijn eer, het is de waarheid.
De dood van Sir Percy Blokeney
zoo mag ik hem wel noemen, niet
waar zou slecht passen bij het doel,
dat ik voor oogen heb.
Welk doel Vergeef mij, mijn
heer Chauvelin, voegde zij er snel,
ongeduldig zuchtend bij, maar
werkelijk waar. ik begrijp er niets
van, mijne hersenen liebben zeker in
de laatste dagen veel geleden. Ik ver
zoek u, in plaats van die vriend
schapsbetuigingen, liever duidelijk
en zoo mogelijk kort te zijn in uw
spreken. Welk doel had u voor oogen,
toen u mijn echtgenoot overhaalde
om naai* Frankrijk te komen
Mijn doel was de vernietiging
van den Rooden Pimpernel, niet de
dood van Sir Percy Blakeney. Geloof
mij, ik heb veel achting voor Sir Per
cy. Hij is een volmaakt gentleman,
geestig, schitterend, een onvergelijke
lijke dandy. Waarom zou hij niet
nog vele jaren de salons van Londen
of van Brighton met zijne tegenwoor
digheid vereeren
Zij keek hem nieuwsgierig vragend
aan. Eén kort oogenblik schoot haar
de gedachte door het hoofd, dat Chau
velin toch nog wel ln twijfel kon zijn
over de identiteit van den Rooden
PimpernelMaar neen I die hoop
was onzin. Het was belachelijk en
onmogelijk.... Maar waarom dan
waarom waarom O. was ik
maar wat geduldiger I
Wat ik zooeven zeide. kwam u
zeker wat vreerad voor, ging hij be
daard voort, maar zoo'n verstan
dige vrouw als u, zoo'n groote dame
ais de echtgenoot© van Percy Blake
ney zal toch wol weten, dat er andere
middelen zijn om een vijand te ver
nietigen, dan hem het leven te bene
men.
Bijvoorbeeld, mijnheer Chauve
lin
Door de vernietiging van zijn
eer. antwoordde hn langzaam.
Een lang, bitter, zenuwachtig la
chen van Marguérite volgde op deze
woorden
De vernietiging van zijn eer
ha ha ha ha werkelijk, mijn
heer Chauvelin. uwe vindingrijkheid
gaat alle perken te buiten. Ha ha
ha ha U wandelt werkelijk rond in
een diroomenland, mijnheer, als u in
één adem spreekt van Sir Percy Bla
keney en de mogelijke vernietiging
van zijn eer I
Maar hij bleef blijkbaar volkomen
kalm, en toen haar lachen wat be
daard was. zei hij alleen
Misschien
Toen stond hij van zijn stoel op,
en ging weer naar haar toe. Ditmaal
deinsde zij niet voor hem achteruit.
Het denkbeeld, dat hij zooeven had
opgewekt, dit plan. om de eer van
haar echtgenoot aan te randen, lie
ver dan zijn leven, scheen zoo on
mogelijk en belachelijk dit plan
koa alleen gemaakt worden door
iemand met benevelde hersenen
dat zij hot beschouwde als een teeken
van groote zwakheid van zijn kant,
bijna als een teeken van onvermo
gen.
Maar zij hield hom nu meer uit
nieuwsgierigheid, dan uit vrees ln het
oog, terwijl hij om de tafel heen naar
haar toekwam. Hij was haar 'n raad
sel, en zij had een gevoel, dat haar
kwelgeest nog iets meer bepaald
kwaadaardigs voor haar verborgen
hield.
Mag ik de eer hebben mylady
naar gindsch venster te brengen
Zc» hij de lucht is koel, en wat
ik to zeggen heb kan het best verricht
worden met het gezicht op gindsche
slapende stad.
Zijn toon was uiterst hoffelijk, ja
zelfs vol eerbied, geen spoor van sar
casme was er in te hooien, en zij,
heelemaal niet uit vrees, maar nog
vol nieuwsgierigheid en belangstel
ling, stond kalm op om hem te ge
hoorzamen Ofschoon zij de hand
negeerde, die hij haar toestak, volgde
zij hem dadelijk, toen hij op het ven
ster toeliep
Tiidens dit ffeheele eesorek had zii
zich hevig gedrukt gevoeld door de
bedompte atmosfeer in de kamer, die
voortdurend erger werd door liet wal
men van de vetkaarsen. Eens of twee
maal had zij vol verlangen naar het
venster gekeken bij de gedachte aan
de zuivere lucht, die daarbuiten
heerschte.
Chauvelin had haar blijkbaar nog
veel te zeggen, het kwellende ziele-
lijden, dat hij voor haar had uitge
dacht, had zijn toppunt nog niet be
reikt. Haar trots en vertrouwen
moest nog gebroken worden. Welnu I
dai moest dan maar gebeuren I Zij
was in zijn macht, had zichzelf door
haar eigen onberedeneerde opwelling
zoo ver gebracht. Dat onderhoud was
maar een van de vele zielsangsten,
dio zij zou moeten doormaken, en als
zij door zich daaraan te onderwer
pen. iets kon bijdragen om haar eigen
fouten te herstellen en van dienst kon
zijn voor den man, dien zij liefhad,
dan zou zij de opoffering klein en de
zielskwelling gemakkelijk te dragen
vinden.
Daarom ging zij, toen Chauvelin
het haar verzocht, naar het venster,
en leunde met haar hoofd tegen den
breeden steenen vensterbank, en keek
naar buiten in de avondlucht.
HOOFDSTUK XXVIL
De G ij z e 1 a a r.
Chauvelin strekte zonder te spre
ken ziin hand naar de etad uit. als
noodigd© hij Marguérite uit haar
aandacht daaraan te schenken. Zij
wist heelemaal niet, hoe laat het zoo
ongeveer was, maar het moest laat
ziju, want het stadje, omarmd door
de steenen armen van zijne forten,
scheen in slaap te zijn. De maan, dia
nu langzaam naar het Westen zonk,
omlijstte de torens en spitsen met
schittende randen van zilver. Aan
haar rechterzijde zag Marguérite de
Beffroi, die juist op dit oogenblik
haar zwaren klokslag Liet hooren.
Her klonk als de doodsklok, somber en
omfloersd. Na tien slagen hield zij
op.
Tien uur I Op dit oogenblik gingen
ver weg, in Engeland, in Londen, de
scliouwburgen juist uit, dan kwam
een menigte sierlijk gekleede vrou
wen en mannen luid pratend uit de
open deuren der schouwburgen, om
op hun bediende of rijtuig te wach
ten. Van daar naar bals of avond
partijen, vroolijk babbelend als zoo
wie vlinder©, schitterend en onbe
zorgd.
En ook had zij dikwijls in de mooie
tuinen van haar huls te Richmond
om tien uur alleen met Percy gewan
deld, als hij thuis was, en zijn lust
tot avonturen voor het oogenblik aan
banden gelegd was.
Het regelmatig klotsen der golven
was het eenige geluid, dat de welda
dige stilte verbrak.
(Wordt vervolgd).