HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDB BLA1X
Britenlaadsch Overzicht
FEUILLETON
Be roede Pimpernel
in Gevaar.
DINSDAG 6 OCTOBEB 1909
OM ONS HEEN
No. 1005.
Joagenspolitie.
Hél gésprek van den dag Is de over
last In de Groot© Houtstraat. Een
dankbaar onderwerp, want de zaak
kan van verschillende kanten worden
bekeken. De twee hoofdlijnen langs
welke het gesprek kan gaan, zijn na
tuurlijk deze: is de grootste schuld
pan het brutale optreden van de
Jeugd, of aan het slap optreden van
$e politie? En uit deze hoofdlijnen
kunnen weer naar verschillende kan
ten zijlijnen wordon getrokken, zoo
idat een redelijk spraakzaam mensch
stof heeft voor een heelen avond ge-
spreks in vrienden- of familiekring.
Een van die zijpaden heeft mij op
©en avond naar a Amerika ge
bracht lk zeg dat maar dadelijk, op
dat de lezer zich nu voor gewaar
schuwd kan houden. Uit het groote
Jand over zee komt ulevel wat raars
en wanneer ik nu zeg, dat er te
Council Bluffs In den Staat
|owa een „jongenspolitie" gevormd
Is, dan hoor ik menigeen al vragen,
wat voor onzin dat nu weer Is en of
het den Yankees in hun bol geslagen
is, om politie te organieeeren uit jon
gens
Laat ons do zaak, om al te grooten
schrik te voorkomen, langzaam en
trapsgewijs behandelen. Het spreek
woord: met dieven moetmen
dieven vangen kllnke niet mooi,
er is toch zeker een grond van waar
heid in. Vidocq, die naar ik meen om
streeks een eeuw geleden, hoofd van
de geheime politie werd te Parijs, was
vroeger een brutale gauwdief geweest
en kende dus de knepen en treken.
Zoo is op groote Engelsche kostscho
len de handhaving van de orde, voor
namelijk in de slaapzalen, aan leerlin
gen opgedragen, die daarvoor spe
ciaal door den directeur worden aan-
gewezeu en aan deze benoeming wel
het noodige gezag ontleenen. Ze ken
nen natuurlijk al de grappen en stre
ken van hun makkers en kunnen veel
beter daartegen waken, dan secon
danten, die bovendien na de vermoei
ende dagtaak toch ook aanspraak heb
ben op een rustigen nacht I
Wordt, om nog een voorbeeld te
noemen, wanneer de Weerbaarheids»
vereeniging haar kamp betrekt, de
wacht niet waargenomen door de jon
gelui zelf?
Met een en ander hoop ik den lezer
©enigszins voorbereid te hebben op
het verhaal, dat Tlios. P. Reynolds
doet over the boy police, ,,'t Is
©en eenige organisatie", zoo vertelt
hij, „die jongenspolitie, zooals haar
naam voldoende aanwijst uitsluitend
gevormd door jongens, wier plicht
het is, de orde te bewaren onder de
■knapen van Council Bluffs en
er op toe te zien, dat het opkomend
geslacht niet al te rumoerig wordt.
De jonge agenten werken onder het
oog en onder de bevelen van de gewo
ne politie en hebben het recht tot ar
restatie, wanneer dat noodig is tot
handhaving van de orde.
De omvang van het jongenskorps is
afwisselend. Somtijds slinkt het, tot
dat er niemand meer op de rol staat
©n een anderen keer stijgt het aantal
tot het vastgestelde maximum van
tweehonderd vijftig. De jongens ont
vangen voor hun diensten geen beta
ling, maar worden alloen beloond,
door het prestige, dat het handhaven
van de orde hun verleent.
Deze eer wordt zoo hoog geschat,
flat ln vacantietijd, wanneer Jong
Amerika het meest tot kwaad geneigd
la, het hoofdbureau van politie letter
lijk belegerd wordt door vijfhonderd
tot vijftienhonderd jongens, die een
8ansielliug als „politieman" wen-
echen. Daartoe verkozen te warden ia
de grootste eer, die een jongen van
Council Bluffs overkomen Saai.
Onder de sollicitanten wordt elke
stand van de maatschappij aange
troffen, van den straatzwerver af tot
aan H bankierszoontje toe. Elke jon
gen ln de stad is als 't ware een vaste
candidaat naar het baantje van poli
tieagent.
Hot denkbeeld is aanvankelijk ont
sproten ln 't hoofd van den commis
saris van politie Richmond en was
meer het gevolg van een toeval, dan
van redeneering. Tooh was het een
Inval, die in deze eeno stad zoo goed
gewerkt heeft, dat in andere Amerl-
kaansche steden overwegen wordt,
het voorbeeld te volgen.
Drie Jaar geleden is de Jongens
politie ontstaan. Vóór dien tijd
moest Council Bluffs op Kerst
mis, Nieuwjaar, Onafhankelijkheids
dag en andere feestdagen evenals an
dere Amerikaansche steden heel wat
baldadigheid ondergaan. Bevelen van
de politie om daar eon einde aan te
maken, baatten niet en er scheen niets
aan te doen.
Toen er weer zoo'n feestdag in t
zicht was, begonnen de Jongens in de
stad zoo vroeg met hun ondeugende
streken, dat commissaris Richmond
aan zijn mannen opdroeg, alle Jon
gens te arresteeren, die baldadighe
den mochten begaan, welke op scha
de uitliepen. Het gevolg was, dat op S
den morgen vóór den feestdag een
agent van politie het bureau binnen
kwam met een haveloozen jongen,
dien hij bij de kraag had gegrepen.
De commissaris herkende hem als
Skinny, een krantenjongen en
hoofd van een heele bende.
Skinny huilde van angst. „Ik snap
te hem, toen hij dynamletpatroontjes
op do tramrails legde", zei de agent.
„Goed. Zet hem daar maar' ln den
hook", beval de commissaris en de
agent, na daaraan voldaan te hebben,
vertrok.
Skinny zat in zijn hoek en hield
langzamerhand met schreien op. In-
tusschen dacht de commissaris na.
„Skinny", zei hij, „hoe zou je er
over denken, om mij te helpen, de or
de onder de jongens te handhaven
„Ik niet", zei do jongen, „ik. ver
raad mijn kameraden niet 1"
„Neen, dat behoef je ook niet te
doen. Maai- hoe zou je 't vinden, als
je ook politieman was en hielp om de
jongens van 't kwaaddoen af te hou
den
„Zou ik dan ook een ster op mijn
jas krijgen
„Ja, je krijgt een ster."
De commissaris haalde een politie-
onderscheidingsteeken en speldde het
op de havelooze blouse van den jon
gen vast, waarna hij hem wegzond,
om orde te houden onder zijn mak
kers. „Als je een jongen vindt, die
kwaad doet, breng hem dan hier 1"
was Skinny's instructie..
Een halfuur later was er groot la
waai in 't portaal. De kamerdeur van
den commissaris werd opengegooid
en Skinny kwam binnen, die een jon
gen van zijn eigen leeftijd half trok,
half duwde.
„Dezo jongen schoot op de men-
schen met erwten en wou het niet la
ten, verklaarde Skinny.
„Hij heeft geen recht om me op te
brengen", beklaagde zich de gevange
ne, „hij is toch geen politieman."
De commissaris keek heel eins tig.
1-Iet was Skinny's eerste arrestatie en
Richmond nam een proef, waarvan
hij nieuwsgierig was naar het resul
taat Hij legde de zaak dus aan den
jongen uit en stelde hem voor, dat hij
Skinny zou helpen, de orde te bewa
ren.
„Krijg ik dan ook een ster vroeg
de nieuweling.
Dat verzoek werd ingewilligd en de
twee jongens verlieten verheugd het
kantoor.
's Middags verdrongen zich een vijf
honderd jongens Voor het' politiebu
reau, die allen politieman wilden
worden ecu een ster dragen.: Rich
mond koos er een vijftig uit, gaf hun
de ster en sprak de anderen toe, met
de belofte, dat hij tegen den volgen
den feestdag een aantal nieuwe hel
pers zou kiezen. Inmiddels zou elke
jongen, die kwaad deed, zijn kans
daarop vast en'zeker verliezen.
Na den feestdag hield de commissa
ris een soort van revue over de jon
gens, nam hun onderscheidingsteeken
terug en ontsloeg hen, maar- niet dan
nadat hij een toespraak tot hen gehou
den had, waarin hij hun voorhield,
hoe ze nu politieman geweest waren,
dus behoord hadden tot een soort van
©erewacht, wier taak het was goed te
handelen en nooit eenigen overlast
aim de politie te geven. Dat zou een
schande wezen voor hen zelf en voor
de heele politiemacht.
£00 was de jongenspolitie ontstaan.
Bij eiken feestdag koos Richmond
andere jongens voor de bewaking uit
en hield telkens de kleine toespraak.
En het resultaat is, dat de orde onder
de jongens in Council Bluffs
.voel beter Is, dan eldere. Ei' zijn wei
nig lastige straatjongens, zelfs moet
de invloed van de Jongenspolitie gun
stig werken op misdaden van kinde
ren.
en een stukje gras te beschutten, dan
Krijg je er genoeg van. Genoeg van
£ie verpulverden rechten weg, ge
noeg ook van de rechte vaairteu,
Waarin de zon maar altijd door op
dezelfde plaats een bad schijnt te ne
men, tot het voor je oogen wiben-
fwart schemert bij t onwillekeurig
kijken ex naar.
De genoegens van een wandeling
naar de Meer kunnen in gunstiger
omstandigheden grooter en de onaan
genaamheden kleiner in getal zijn, *k
geef dat graag toe; maar met den
besten wil van de wereld krijg je in
do liniaal-rechte wegen en „tochten"
niet ook maar de geringste bocht en
onze naar afwisseling hakende na
tuur dweept niet met de liniaal om
de eentonige dingen, die zij tot
stand helpt hrengen.
De fiets was dan ooit voor de Haar-
lemmermeêrbeworvza? eeei prachtige
vinding. Wel raoeetaa >0 nog als
vroeger. rechte lijn hytden, doch
het snelle vervoermiddel maakte van
1 kilometer een goede 300 meter. In
de goede seizoenen wielert de fiets
hooreloos over de prettig vlakke wo
gen. Je kunt op deze wegen nog eens
schot zetten, zonder bang te zijn, dot
je in een scherpe bocht onder paar
denhoeven zult te land komen, of een
heel-niet-vrijwillig bad in een mod
dersloot je goheele habitus zal trans-
formeereu.
Met je driemaal zoo groote
Tenminste *k meende in te stappen
In Coelen's wagentje, doch 't geviel,
dat 'k bij een concurrent van den
ouden vrachtrijder ten wagen kwam.
M'n onvoldoende kennis van do ver
keersmiddelen in den polder heeft mij
parten gespeeld.
Tot Zaterdag zou ik het aan ieder
bezworen hebben, dat elk groen ge
schilderd omnibusje, waarop links de
woorden Haarleni-Heemstede-Hoofd—
dorp en rechts die plaatsnamen in
omgekeerde volgorde, toebehoorde
aan Ceelen's onderneming. En toen ik
Zaterdagmiddag in het vrachtkarren-
kampement, dat bij de „Korenbeurs"
den toegang naar het Spaamo pleegt
te versperren, een wagentje zag, dat
aan de bovengedane beschrijving be»
•dde, stond het bij me vost,
Zij gaan met hun drieën over de voetgangerspas je Yoroor-
5 straat, brengen de jongens op die hal- j looft, deel je de onaangenoai-ih-'m
dadigheden doen en waarschuwen de 5
gewone politieagenten, wanneer zij
dus door drie.-
Idealer nog is de auto, die ten ge
noegen van den reiziger, het langge
rekte eenvormige landschap samen
knijpt tot een tafereel van bescheide
ner afmetingen, dan in dat geval den
vrijudelijksten indruk achterJ
wijl dan tiet„teveel schaadt'
zien, dat volwassen mannen kwaad
bedrijven. Ook in dat opzicht hebben
zij veel goeds gedaan."
Aldus ongeveer schrijft Mr.-. Rey
nolds. En de toepassing Die laat ik
aan den lezer over.
Of iets dergelijks in ons land moge
lijk zou zijn, wegens de wetten, we
gens den landaard, wegens zeden en
gewoonten, ik waag het niet te beslis
sen. Maar als merkwaardigheid loek
het me aardig genoeg. Etn, wie weet, j beide volgende kilometers wegdraai-
misschien geeft het Iemand, die meer
van nabij met deze dingen te maken
heeft, iets te denken.
J. C. P.
antwoQrdde,
dal dit het verkeersmiddel was, dat
het lang nagestreefde doel was. Want
zoo gemakkelijk had lk niet de plaats
van afrit gevonden, tot ik een half
uur voor het vertrek een telefoontje
kreeg, dat lk om half 3 bij Nelis op de
Kaasmarkt moest zijn, wilde ik dien
dag nog de Meerreis aanvaarden.
Met m'n fiets voor de terugreis
was ik er op tijd. De ondernemer
van het bedrijf bleek zeer gewillig,
om een passagier mee te nemen. Hij
ontruimde bet binnenste van zijn
karretje voor een goed deel an m'n
rijwiel kreeg een plaatsje bovenop.
(i. Het scheen, dat ik ditmaal de eenige
'i reiziger zou zijn, want tuaschen de
verwarring van wagens en kisten,
waagde zich niemand, die er als sol-
licitant-medereisgezel uitzag.
Heel nauw met den tijd nam de
voerman het niet, dus had ik tijcis ge
noeg om te ontdekken, dat het eigen
lijke wagentje van Ceelen een eindje
verderop stond. Ceelen, een verweerd
oud mannetje, on zijn zoon, een ste
vige zoon van het, platteland, waren
evenals mijn voerman druk bezig go©-,
deren in te laden, want het goe der en-
ven-oer is wel hoofdzaak.
Rijlaarsdam van waar die
vreemdsoortig» koppeling van een
voetschoeisel rnet een waterkeerüxg
arlaat. S z00 bleek mijn man te heeteu,
nieMw' 1
utm „revow i -yertelcLe me, dat Ceelen eiken dag
van toepassing is. Jnaar Hoofddorp rijdt, na er 'smor-
Heerlijk is zoo'n snelle auto- j gens vandaan gekomen te ziju. Hij
gang langs do Meerwegen. Je spat I zelf rijdt ook alle dagen, uitgezonderd
uit Hoofddorp weg de vaart op, dui- Donderdag, dan trekt hij van Hoofd-
zel-rent met aangename gewaarwor-1 dorp naar Amsterdam,
dingen van innerlijk behagen om de l Nog een derde concurrent gaat vier
snelheid <len kaarsrechten weg op, i malen ln d»e week uit de Meer naar
De Haarlemmermeer u!t kar
Verkeersisolemeut.
11.
Als de herinneringen aan de
Haarlemmermeer uit do brein-kamer
tjes van m'n goheugen bijeenschraap,
geloof 'k wel, dat 'k nu zoo ongeveer
op alle mogelijke manieren den pol
der ingekomen ben.
Historisch komt het eerst ©en wan
deling van een vacantie-vierend jon
genstroep je op ©en foL-zomer enden
middag. Langs de lekkerbeschaduw-
de wegen gaat het goed op zoo'n dag,
en in 't begin ook nog wel in de
Meer, al word je daar ook bruin-ge
blakerd.
Met frisschen moed, haal je eens
met van levenslust overvloeiend
stuift de eerst© brug voorbij, ziet do
beide volgende kilometers wegdraai
en ouder de wielen door, draait In
een zuiver-rechten hoek de brug over
<ie Hoofdvaart op, bij welke beweging
je naar de binnenbocht gedrukt wordt
totdat de afdraai van de brug je weer
naar den tegengestelden kant duwt, j
rutsch, nog e^ eindje en je Met atm j florlsanter dan thans, nu hij al sedert
oen overkant al de Ciuquius. jaar of vier het brievenvervoer
zijn n zes kilometers voor een vijl- ...J
Haarlem on twee malen naar Am
sterdam. Voorts rijdt er nog een
dienst uit Hoofddorp, twee of drie
keeren per dag naar Heemstede, om
van daar menschen en goederen den
polder in te brengen.
Ceelen's onderneming was vroeger
is van officieelc zijde verzekerd, dat
Spanje geen roof-politiek zou drijven
en niet streveu naar grooter machts
gebied in Marokko.
Wat is er nu van deze verzekering
terecht gekomen
Uit Madrid wordt gemeld
„De krijgsverrichtingen van de
Spanjaarden bij Melilla zijn nog
biet ten einde, maar zullen veel
eer op grooter basis voortgezet
worden. De regeering is van plan,
in elk geval tot de betaling der
oorlogskosten een belangrijk ge
bied in Marokko te bezetten met
Tetuan als basis. Daartoe zullen
nog 15.000 man naai- Afrika ver
scheept worden. De Goeroegoe-
berg wordt voortaan door Spanje
als zijn eigendom beschouwd, eu
zal dienen om een sterke vooruit
geschoven post te worden, ter be
veiliging van Melilla."
t Is Spanje dus wel om r 0 0 f p tf-
1 i t i e k te doen l Door de inpalming
toch van den Goeroegoe-berg wordt
het Spaansche gebied rond Melilla
belangrijk uitgebreid en het excuus,
dat deze bezetting noodig Is voor de
veiligheid van Melilla is natuurlijk
van geen waarde.
Reeds weken geleden voorspelden
we, dat Spanje wel zou trachten de
oorlogskosten op den Sultan te ver
halen. Dat de regeerders in Madrid
zoover durven gaan, om een deel van
Marokko t© bezetten, als pand, dat is
ons tooi* t© sterk. Elk begrijpt, dat
Marokko in de eerst© jaren, wellicht
nooit, de gevraagde 100 millioen
peseta's zal kunnen betalen, zoodat
Spanje dan al dien tijd heer en mees
ter in dat gebied zal zijn en blijven.-
En wat zullen de mogendheden
doen
W© kunnen niet gelooven, dat
Spanje geheel op eigen initiatief han
delt. Daarvoor treedt het te bru
taal op.
Wie staat er achter Spanje
Een Engolsch diplomaat heeft de
zer dagen gezegd, dat Spanje door
Engeland gesteund wordt. Indien
zoo'n geheim verdrag inderdaad be
staat en Spanje's avontuur als eind
doel heeft, om vriend Engeland in het
bezit tc stellen van Noord-Afrika,
waardoor de Brit dan de sleutels
krijgt van de Middellandsche Zee,
zou het gevolg zijn, dat het Dbead-
noughts-bouwende Oostenrijk in dc
Middellandsche Zee door Engéland
wordt opgesloten. Zoo iets kunnen
Oostenrijk-Hongarije en do bondge
noot Duitschland niet toelaten, want
dan zou Duitschland in een eventuee-
len oorlog van zjjn bondgenoot geen
de meer officieele, omdat hij den post-j hulp ter zee kunnen krijgen.
dienst had. 'Joen ging zijn bedrijf
tigmijlsvaart van een auto 1
Maar d© auto is niet „hot" verkeers
middel ln do Meea-, al wordt zij er
nogal gebruikt, zij en haar kleinere
zuster, de motorfiets.
Het motorrijwiel Leeft hetzelfde
euvel als de fiets. De in den zomer
prachtig gladde wegen kunnen in het
kwade seizoen vaak aller-onfiets-
baarst er bij liggen. Dat is in en na
den tijd van het bieten-rijden. Als de
beetwortelen van het land afgaan
kwijt is. Maai1 als vrachtrijder,
Rijlaarsdam, is onze dienst ouden*.
Deze onderneminkjes zullen wel een
zwaren slag krijgen, wanneer de
Hollandsch© Spoor als concurrent op-
treedt. Do tagenaars zijn er nogal
goedsmoeds onder. Och ja, waarom
zouden ze er ook over zitten piekeren,
daar ei* nu toch eenmaal niets meer
tegen te doen valt. Toen ik er op
zinspeelde tegen Rijlaarsdam en den
jongen Ceelen, gekscheerde de eerste
tegen z'n jeugdigen vakgenoot„Dan
die tijd komt nu weer aan zoo ln j bennen we al binnen, wat zeg jij, jól'
Horfct o.-t« Trwiuupfl»-Ceelen lachte eens terug om dier
laden wagens do wegen op een er
barmelijke manier. Deze vertoonen
dan een aanblik niet ongelijk aan
een geribde zinken dakbedekking,
met dit naxloellg verschil evenwel,
liedje uil. of je iraoht- S'Z'
met ie vnnden een koortje to UoKen. y/ass M oen inUktewtraotje to <i»>'
met je vrinden een koortje to fluiten.
Dan heb je nog niet veel last van de
hitte, die den heelen dag over de lan
den hangt en het wegendek tot witte
stof verpoedert
En dan die altijd-even rechte ein
den langs de vaart! Daar heb je al
leen gemak van, als je verplicht
bent je geografische kennis door een
landkaartteekening te onderstutten.
Dan is dat zuidelijk deel van Nootrd-
Holland een uitkomst.
Wat lijnen langs een liniaal ge
trokken en daar dwars doorheen nog
wat strepen met een jongensachtige
verachting van juiste ligging en cor-
recto plaatsbepaling... en in een wip
Is do Haarlemmermeer ln kaart ge-
brachtv
Maar, als je langs die zwarte
streepjes op je kaartje moet gaan loo-
pen, wanneer de weg een beete oven-
plaat gelijkt ca de aan den verkeer
den kant van de wegen geplaatste
boomenrijen den wandelaar in
zonnebrand laten, en al haar
duw naorstiglijli sparen om een sloot
den herfst, dan -.•fernieien. de zwaarge- i Ceelen lachte eens terug om dien
mop.
Onderwijl had Nelis, de oude
café-houder op do Kaasmarkt, voor
het wagentje twee zware schimmels
gezet. De beestjes zouden geen te
zware taak hebben, scheen het. Want
behalve, wat vrachtgoed bovenop
den
weg is gekeid, gaat 't nog wat, maar
o wee, als je dan te fietsen komt ach
ter een wat breeden wagen, die je
op straffo van halsbreken-gevaar be
let hem voorbij te komen.
In zulk een toestand heb 'k voor het
eerst van m'n leven kennis gemaakt
met het vermaarde wagentje van Cee
len, of liever met de achterzijde van
dit voertuig, dat me eens op een don
kereu avond noodzaakte, in z'n loo-
mig-stapvoetsch-paardentempo achter
hem te fietsen, eenige kilometers
11a elkaar. M'n eerste kennisma
king met dat vehikel was dus niet van
de prettigste. Integendeel leek medio
groene achterwand met hot raamp
je er middenin in den vervolge altijd
een soort van waarschuwingsbord,
dat me nog steeds met intiemen wre
vel vervulde-
Maar toen 'k Zaterdag den lozers
wat verteld had over 't wat-worden-
op den bok hadden ze alleen den
voerman en mij t© trekken, wat met
het wagentje zeker niet do helft van
het nauwkeurig op de achtei'zijde van
den wagen vermeld maximum ge
wicht van 1000 K.G. bedroeg.
Hoe ik in de Meer geraakte, zij een
volgend maal verhaald.
JAC. C. M. Jr.
WORDT DE VREDE IN EUROPA
WEER BEDREIGD
Deze vraag kan niet anders dan met
een JA beantwoord worden, 't Is wel
niet pleizierig, 0111 tot deze conclusie
te komen, maai*
Wat wel de oorzaak is van deze
nieuwe onrust V Natuurlijk de M
rokko-politiek,
Spanje's avontuur in Noord-Afrika
neemt groot© afmetingen aan l Herin
neren we ar nog eens aan, dat bet
vermoorden
ml op verkeersgebied in de Meer, heb '"n""»™»" van vier Spaansche
•ir ,„-.v „n.-notKie spoorwegarbeiders door de Mooren,
k mn antipathie op rif gezet en ben
antipathie op zij gezet en
door gameiden achterwand het omni
busje ingestapt om op oud-vaderland-
schen trant op reis te gaan, la dili
gence dus.
de onmiddellijke aanleiding is
weest, dat men in Madrid besloot een
straf-expeditie uit te rusten, om do
oproerig© Rif-bewoners voor hunne
euveldaden te straffen. Herhaaldelijk
Wanneer er iets waai* is van de
onthullingen van dezen diplomaat,
zullen verschillende mogendheden,
allereerst natuurlijk Duitschland zich
tegen de Spaansche politiek met
kracht verzetten.
Maar, ook wanneer er niets vaa
aan is,dan nog zal men in Duitsch
land zeker tegen de machtsuitbreiding
van Spanje ln Marokko protesteereis.
Het zal wefer het oude, bekend© Ma-
rokko-gemodder worden, want Spanje
heeft méér gedaan, dan de beruchte
Algeciras-acte toestaat.
W© denken niet dadelijk aan eea
Europeeschen oorlog, doch wel voor
zien we weer onverkwikkelijke scher
mutselingen op het papier. Misschien
krijgen we weer een Algeciras-confe-
rentie
Brrr de gedachte alleen maakt een
mensch we©
Toen dc Spanjaarden In het begin
der vorig© week den Goeroegoe-berg
bezet hadden, dachten ze den oorlog
al gewonnen te hebben. Het is mis,
hoorl Dc Mooren willen nog van geen'
staken weten. Donderdag wilden de
Spanjaarden een verkenningstocht
maken.
I11 een pas van het Milongebergt©
werden de Spaansche troepen ten*
slotte door ongeveer 6000 Mooren, did
zich achter do bergen verschanst had
den, aan allo kanten zóó hevig be
schoten en In het nauw gebracht, dat
na het sneuvelen van generaal Vica*
rlo besloten werd tot den terugtocht,
welke ouder zware verliezen, onder
dekking der artillerie en der mitrail
leurs, met groot© moeite werd vol*
bracht.
De geleden verliezen worden thans
reeds geschat op 235 dooden en ge-:
wonden.
„Baas" In Marokko Is Spanje dua
no>g niet I
De ontdekking van talrijke, afschu
welijk verminkte lijken ln de Moor*"
ach© Goeroegoe-stellingen, heeft aan
leiding gegeven tot een betreuren»*
waardige uitbarsting van weerwraak
vau de Spaansche bevolking van Me
lilla. Toen ©en aantal Mooren, wier.
onderwerping door den opperbevel*
hebber was aangenomen, in de stacl
Naar het Engelsch, door
Barones Orczy,
Zij wilde n'et zoo gedwarsboomd
Jvorden, en toen d© soldaten tracht
ten het venster te sluiten, waren da
delijk tw'ntig woedende vuisten klaar
om do ruiten in te slaan.
Ik kan onder dit lawaai dien
brief in zoo'n verwonscht© taal niet
afmaken, zei Sir Percy doodbedaard.
U heeft niet veel meer te schrij-
5r©n, Sir Percy, drong Ckauvelin met
Zenuwachtig ongeduld aan. Ik verzoek
U, maak er nu een. eind aan, en maak
dat gc u't deze stad wegkomt.
Stuur dio menschen <l«u weg,
herhaalde Sir Percy kalm.
Zij willen niet gaan.... Zij willen
b zien...,
Sir Percy zweeg eon oogenhlik
mot de pen lil da hand, als was hij in
«iep gepeins.:
Willen zij mij zien, zei hij la^
chond. Welnu,...a waarom niet* laten
zij mij dan zien I
En met eenige penneetreken maak
te hij vlug een ©inde aan den brief,
zotte er met eenige krullen op kloeke
wijze zijn handteekening onder, ter
wijl de menigte, joelde, schreeuwde,
duwde, tot de soldaten vloekte en met
steeds meer aandrang vroeg den Roe-
den Pimpernel te zien,
Chauvelln had een gevoel of hem
het hart zou barsten, zoo wild klopte
het.
Toen duwde Sir Percv met éen hand
op den brief gedrukt, zijn stoel wegen
zei nogmaals met zijn opgewekte,
doordringende stem
Welnulaten zij mij zien I
Met die woorden sprong hij ovecr-
eind en zich in zijn volt© lengte op
richtend, greep hij do twee massief
tinnen kandelaars, éen ln Iedere hand
en hield ze met zijn gespierde armen
uitgestrekt hoog boven zijn hoofd.
Do brief.... fluisterde Chauvelln.
op schorren toon.
Maar juist toen hij snel zijn hand.
uitstak, die beefdo van opgewonden
heid, naar den brief op de tafel,
smeet Blakeney do zware kandelaars
mot een luiden schreeuw tegen den
grond. Zij kwamen mot een ratelend
gewold beneden, de lichten doofden
uit on de geheele kamer werd onmid
dellijk in volslagen duisternis ge
huld.
De menigte hief een alles doordrin
gend angstgeschreeuw aanzij had
den alleen maar een enkel oogenbl'k
de reusachtige gestalte in het oog ge
kregen die met uitgestrekte armen,
bovennatuurlijk lang had geschenen
spookachtig verlicht door het flik
kerende licht der vetkaarsen, en het
volgend oogenhlik voor hun eigen
oogen in volkomen duisternis verdwij
nend. Overstelpt van plotseling opge
komen bijg©loovige vrees, keerden
pierrots en pierrettes, trommelslagers
en trompetters zich om en kozen tn
iedere richting het hazenpad..
Binnenskamers heerschte de groot
ste verwarring. Do soldaten hadden
een kreet gehoord
Het venster 1 Het venster I
Wie dien kreet uitte, niemand kon
het zich later herinnerenzeker is het,
dat als door éen zelfde gedacht© be
zield het meerendeel der mannen naar
liet open venster snelde, gedeeltelijk
daarheen gedreven door het wilde in
stinct om een ontvluchtenden vijand
na te zeiten en ten deele bezield door
dezelfde bljgeloovige vrees, die de me
nigte had doen vluchten. Zij klauter
den over de vensterbank en lieten zich
op het bolwerk neerzakken, toen
Yiuchtten zij zoo gauw zij konden.
Maar toen de algemeen© verwar
ring begon, liad Chauvelln een wilden
kreet uitgestooten.
De brief I 11...» Collot tVoor
mij... In zijn handDe brief L.
Het geluld van een hevigen plof,
van een hevig worstelen op den groml
in de duisternis liet zich hooren en
toen een zegepralende kreet van Col-
lot d'Herbois
Ik heb den brief I Naar Parijs 1
Hoera I zei Chauvelin opgewon
den en hijgend, hoera 11 Het Angelus,
vriend Hóbert l
Uit instinct wist Collot d'Herbois de
deur te vindenhij rukt© haar open,
waardoor een flauwe lichtstraal uit
de gong binnenkwam. Hij stond éen
oogenhlik ln de deuropening, zijn
plompe, logge gestalte duidelijk uitko
mend tegen den meer verlichten ach
tergrond, met een blik van opgewon
den en kwaadaardige triomf van doo-
delijken haat en wreedheid duidelijk
op zijn gelaat afgeteekend, en met
opgeheven hand wild zwaaiende met
het kostbare document, het bewijs van
011 teering van den vijand van Frank
rijk.
Naar Parijs I schreeuwde Chau
velin hem opgewonden toe. In Ro
bespierre's handen.... De brief
Toen viel hij hijgend, uitgeput op
den naastbijzijnden stoel.
Collot riep, zonder nog eens om te
kijken, op wilden toon om de mannen,
di© bom naar Parijs zouden begelei
den. Het waren uitgezochte soldaten.
flinke kerels van de oude stads
wacht. Zij waren niet wegens het tu
mult uit de gelederen geloopen, eu
volgden ln slagorde Burger Collot de
kamer uit.
Minder dan vijf minuten later kon
men het stampen van hoeven op de
binnenplaats beneden hooren, een be
vel van Collot en het geluid van een
een cavalcade, die met groote snel
heid in de richting van de Parijsche
poort weggaloppeerde.
HOOFDSTUK XXXÏV,
Het Angelus.
En langzamerhand stierven alle ge
luiden weg om het oude Fort Gayoio.
Het geschreeuw en gelach van de
pretmakers, dio zich spoedig weer van
hun vrees hersteld haddonklonk nu
alleen nog als het onderdrukt geloei
van ©en ver verwijderden storm, hier
en daar afgebroken door de sclirille
kreten van oen meisjesstem of een hef
tige fanfaro yan de koperen trompet
ten.
De kamer waar zooveel tumult had
plaats gehad, waar zooveel harten
van stormachtige aandoening geklopt
Itedden, waar do heftige tragedie van
wraak en haat, van liefde 011 harts
tocht was afgespeeld, was nu kalm en
stil.
De soldaten waren heengegaan*
sommigen waren de feestvierders ge
volgd, anderen met Collot d'Herbois
meegegaan, weer anderen met Héberli
en den abt, die het Angelus zou lui*
den.
Chauvelin, overstelpt door dc heftt»
ge opwinding eu angstige onzeker
heid die hij had moeten verdragen, zaé
daar vaag droomend, zich nauwelijks
van zijn bestaan bewust, maar volko*
men gelukkig en tevreden. Zonder
vrees ook, want zijn triomf was volko
men en hij gaf er nu niet meer om, of
hij leefde of dood was.
Hij had lang genoeg geleefd om do
volkomen vernedering en onteeringj
van zijn vijand te zien.
Wat er nu met Sir Percy BIakeney(
of met Marguérite zou gebeuren, wIot
hij niet en was hem ook volkomen on*
verschillig. Zonder twijfel had de En*
gelschmun overeind weten te komen»
en was door het venster of de deur ont-'
snapthij zou vol verlangen zijn, zijn
vrouw zoo snel mogelijk buiten dé
stad te krijgen. Het Angelus zou di
rect luiden, de poorten zouden ge
opend worden, do haven voor iedereen
toegankelijk gesteld..
En Collot was nu ongeveer een mij!
buiten Boulogne.... een mijl dichterbij,
Parijs.
/Wordt vervoladl.