Spart e& Wedstrpse
^ers-Overzicht
Zaken, onder mededéeling vau dc toe
dracht der zaak en met opgave, dat
waarschijnlijk ook door do Duitsche
Rogeering wel stappen zouden wor
den gedaan te Petersburg. Reeds eeni
ge dagen later mocht men van don
Minister van Buitcnlaudsche Zaken
er neme n, dat aan Hr. Ms. gezant te
Petersburg instruction ter zake ver
strekt waren.
In den loop der vorige week werd
een afschrift toegezonden van de ine-
dedeelmgen, die toen juist hij het
Ministerie van Buitenlundsche Zaken
waren ontvangen van het Russische
Departement van Buitcnlaudsche Za
ken. Dezs bevatten o. ui. opgaven dat
zoude gebleken zijn, dat de overval ©n
beroovrng beraamd "zouden zijn door
paardenhandelaars uit Rusland, die
met leed© oogen zouden aanzien, dat
Ten Doesschate c.s. hun in hun eigen
land concurrentie kwamen aandoen
en daarom de hulp eener bcevenbende
zouden hebben ingeroepen, ten einde
dien lastigen concurrenten eens voor
al ©en afschrikkend lesje ie geven.
Zelfs zou vermoeden bestaan van
medeplichtigheid van ©en der b e-
roofden, ook een paarden'nande-
laar, en van eenig© bewoners uit de
huurt waar het gebeurde plaats vond,
o. a. ©en wegwachter. Volgens opgave
van de Russische Regeering zijn drie
der roovers reeds gearresteerd, doch
is het niet gelukt de hand op het ge
roofde of een deel daarvan te leggen.
Do onderzoekingen worden echter
met kracht voortgezet.
D© politie zou van den aanvang af
al liet mogelijke gedaan hebben, om
den beroofden hulp te verschaffen en
de daders op het spoor te komen, en
op grond daarvan schijnt de Russi
sche Regeering zich vooralsnog niet
geroepen te achten de benadeelden
financieel tegemoet te komen. Intus-
schen moet de omvang der activiteit,
waarvan de Russische Regeering zoo
hoog in dozen opgeeft, allerminst
kloppen met de mededeelingen van
Ten Doesschate zelf.
ZELFMOORD IN EEN GEVANGE
NIS.
In de gevangenis te Kief, in Rus
land, heeft zich een tragisch geval
Van zelfmoord van een jong meisje
voorgedaan. Het meisje, een zekere
Matrena Prisjasnoek, was ter dood
veroordeeld en haar terechtstelling
wachtende. In de cel naast haar zat
een politiek gevangene, een zekere
Horn, en deze slaagde er in zich door
een stelsel van tikken en kloppen in
verbinding to stellen met het. meisje.
Horn wist het ten slotte, dank zij de
slappe bewaking, zoover te brengen,
dat hij een gat in den wand kon ma
ken, waardoor hij kleine voorwerpen
van d© ©ene cel in de andere kon doen
lovergaan.
Het (meisje Vroeg hem, of hij haar
Vergif wilde verschaffen, ten einde
een smadelijke terechtstelling te ont
gaan. Horn stemde toe en hij deed
het vergif (hoe hij er aan kwam is
hns een raadsel) omzichtig in de tuit
van een trekpot verborgen, aan Ma
trena toekomen. Horn fluisterde de
ongelukkige een vaarwel toe en Ma
trena slikte vastberaden het vergif
.weinige oogenblikken daarna gaf zij
iden geest. Horn schreef na afloop een
luitvoerigen brief aan zijn verloofd©,
waarin hij in aandoenlijke bewoor
dingen het gebeurd© beschreef. Die
brief werd in beslag genomen, en zoo
is men te weten gekomen, hoe het
droevige sterfgeval zich heeft toege
dragen.
De zaak tegen Horn is voor het Hof
te Kiëf behandeld. Hij werd vrijge
sproken.
NIEUWE BIJZONDERHEDEN OVER
DEN DOOD VAN KEIZERIN
ELISABETH.
Er is te Weenen een boek versche
nen van gravin Sztaray, met herinne
ringen uit haar leven. Zij was inder
tijd hofdame en vriendin van de
Keizerin, welke zij op hare talrijke
reizen vergezelde. Zij was ooggetuige
,van den moord op de Keizerin, en
vertelt, hoe de misdaad door Luccheni
gepleegd is.
Toen gravin Sztaray 's morgens den
ÏOden September 1898 zich bij do Kei
zerin aanmeldde, zeide deze, dat zij
dien nacht geen oog had toegedaan.
Eerst zoo zeide de Keizerin
hoorde ik de Italiaansche zangers
onder mijn vensters, daarna hinderde
mij het licht van den vuurtoren, dat
Ik van mijn bed uit zien kon. Einde
lijk sliep ik om twe© uur in, maar
kort daarop ontwaakte ik met schrik
en vloog uit mijn bed. De maan, die
helder op mijn gezicht scheen, had
mij wakker gemaakt. Het zilveren
schijnsel vulde mijn kamer met een
geheimzinnig waas, dat mij bijzonder
opviel.
Na over allerlei gepraat t© hebben,
verlieten wij het hotel en gingen wij
naar het schip, dat aan de kade lag.
Er was niet veel tijd en ik wilde me
wat haasten, om de boot niet te mis
sen, maar de Keizerin bleef bedaard
doorwandelen, bewonderde d© kas-
tanjeboomen en zei tegen mij
„Kijk eens, Irma, die kastanjeboo-
men bloeien nu al voor den tweeden
keer. Ook In Schönbrunn hebben we
zulke boomen, die tweemaal bloeien,
de Keizer heeft me juist geschreven,
hoe mooi ze zijn."
„Majesteit", zei ik, „de scheepsklok
luidt al voor de tweede maal, we
moeten ons haasten."
Onderweg merkte ik, dat een man
zich achter een boom verschool, die
in onze richting ging en die, toen wij
dichterbij kwamen, naar een anderen
boom liep, zich weer een oogenblik
verschool en zoo van boom tot boom
deze manoeuvre herhaalde. Ik dacht
„wat wil die veut toch van ons, dat
hij ons op zoo'n vreemde manier ach
tervolgt Plotseling zag ik, hoe hij
naar ons toekwam, en instinctief deed
ik een stap vooruit, om de Keizerin
te beschermen. Maar op dat oogen
blik hief hij zijn arm op en gaf hij
aan d© Keizerin een stomp op de
borst. Zonder een kreet te geven,
zakte de Keizerin in elkaar en ik ving
haar in mijn armen op. Na ©enige
oogenblikken kwam do Keizerin bij,
se sloeg hoar oogen op, koek ver
baasd rond en ging toen, op mij
leunende, naar de boot. De aanran
der was onderwijl verdwenen.
Toen ik d© Keizerin weer voor mij
eag staan, geloofde ik aan een won
der, zóó schitterden hare oogen en
zóó mooi was de rose kleur, di© haar
anders bleek gezicht plotseling be
dekte. Haar mooi haar (de Keizerin
was er beroemd om) was door den
val losgeraakt en viel over gelaat en
schouders. Ze zag er op dit oogenblik
vorstelijk uit.
„Hoe voelt ge u vroeg ik met
angstige stem, „gevoelt u zich on
wel
„In het geheel niet", antwoordde
de Keizerin glimlachend.
Niemand dacht op dat oogenblik,
dat zij door een dolk getroffen was.
De mcnschen, die waren toegesneld,
vroegen allen hoe het haar ging. En
aan allen zei ze, dat zij zich wel voel
de, en dat de stomp niet erg geweest
was.
De Keizerin maakte daarop haar
kapsel en hoed weer wat in orde,
nam waaier en parasol, die beide op
den grond gevallen waren, weer in
haar hand, groett© de menigte en
ging naar de stoomboot.
„Wat wilde die man eigenlijk van
me vroeg zij mij onder liet gaan.
„Ik weet het niet", antwoordde ik,
„maar het is zeker een boosdoener".
Na een kort© pauze zei de Kei
zerin
„Waarschijnlijk heeft hij mijn sjaal
van mijn schouders willen trekken en
meenemen."
De Keizerin stapte flink door, en
Sloeg mijn aanbod af om op mijn arm
te leunen. Een paar oogenblikken la
ter zei de Keizerin
„Ik zie nu toch, geloof ik, wel wat
bleek."
„Een beetje", antwoordde ik, „stel
lig van den schrik".
Op hetzelfde oogenblik kwam de
portier van ons hotel aangeloopen,
om te zeggen, dat men den kerel ge
pakt had.
„Wat heeft hij gezegd vroeg de
Keizerin.
Maar tegelijk zag ik, hoe zij haar
gezicht smartelijk vertrek. Z© klaag
de over pijn in de borst.
Wij begaven ons naar de aanleg
plaats. De Keizerin liep over d© brug
naar het schip. Maar nauwelijks was
zij aan boord of ze werd in eens dui
zelig. Ik vroeg om een dokter en een
glas water. Do Keizerin was doods
bleek en rustte met dichtgeslagen
oogen in mijn armen. Een jongen
kwam met water aanloopen en ik
besproeide het gezicht der Keizerin.
Zij deed de oogen weer open, maar
ze stonden vreemd en dof.
Met hulp van twe© reizigers werd
de Keizerin op een bank gelegd. Nog
maals riep ik om een dokter, waarop
eeu passagier mij de diensten van
zijn vrouw aanbood, die iets van ge
neeskunde verstond. Mevrouw Dar-
delle, zoo heette ze, had eau de co
logne bij zich, waarmee zij de Kei
zerin inwreef. Deze kwam toen weer
wat bij. Ik maakte haar corset los,
terwijl een aan boord zijnde liefde
zuster cornipressen van eau de colog
ne op d© borst legde.
Intusschen had het schip zich in
beweging gezet. Ik merkte dat de
Keizerin zich moeite gaf om op te
staan, waarop ik liaar een in aether
gedrenkt klontje suiker in den mond
stopte. Gelukkig kon do Keizerin ei-
op bijten en ik schepte weer moed.
Langzaam sloeg de Keizerin de oogen
nog eens op en keek doelloos rond.
Zij' richtte zich vervolgens kaarsrecht
op, ging toen weer zitten en zeide
met een fluister-stem tot de dame. die
haar hielp „dank u
De passagiers hadden zich terug
getrokken en er waren nog maar vier
menschon bij de Keizerin. Terwijl
deze tot dusver vaag had rondgeke
ken, vestigden zich hare oogen eens
klaps op de Dent du Midi. En bijkans
onhoorbaar vroeg zij mij
„Wat is ©r toch met mij gebeurd
Dit waren hare laatste woorden.
EEN BOEDDHISTISCH KLOOSTER
TE LONDEN IN ZICHT.
In een der laatste afleveringen van
het t© Calcutta "(Engelsch-Indië) ver
schijnend tijdschrift, „Journal of the
Maha-Bohdi-Soclety" komt eene op
roeping voor tot bijeenbrenging van
e©n som van 240.000, om in 1911 een
Boeddhistisch klooster te Londen te
stichten, ter herdenking van het feit,
dat de Boeddhistische religie 250 jaar
heeft bestaan.
EEN WREEDE SULTAN.
Over het lot, dat den roghi ten deel
gevallen is, nadat hij in handen kwam
van sultan Moeley Hafid, doen de
meest verschillende lezingen de ron
de. Meldde Reuter destijds, dat Boe
Hamara op hoog bevel des sultans
werd gefusileecrd, dadelijk spraken
onderscheidene Fransche bladen dit
bericht tegen. Van den eenen kant
beweerde men, Boe Hamara was nog
in leven, terwijl weer anderen verno
men hadden, dat de pretendent aan
de leeuwen van den sultan werd voor
geworpen.
Het heeft allen schijn, dat deze
laatste lezing de ware is. Een onder
zoek, naar het lot van den roghi, door
den Franschen consul te Fez inge
steld, werpt een treurig licht op het
karakter van Moeley Hafid en toont
aan, dat de roghi onder de meest
barbaarsche martelingen gestorven
is.
Dc correspondent van de Parijsche
Matin geeft in een brief aan zijn blad
de volgende bijzonderheden over het
uiteinde van den gevangen roofrid
der. In overleg met den consul heeft
ook de briefschrijver zelf, minutieus
en onpartijdig te weirk gaande, zich
van de ware toedracht der feiten
trachten te overtuigen.
De sultan keerde terug van zijn zo
merpaleis te Dar-Debibeg, in gezel
schap van twee zijner gunstelingen.
Toen hij in zijn winterpaleis aange
komen was, begaf hij zich onmiddel
lijk naar het gedeelte van het ge
bouw, waar zich zijn dierentuin be
vindt en dat den naam draagt van
Boe Khesissat. Hierheen liet hij den
roghi Boe Ilamara brengen, gaf dan
aan zijn dienaren bevel hem en zijn
begeleiders alloen te laten met den
gevangene, terwijl de poorten van het
paleis gesloten moesten worden.
De sultan en de beide euneuchen
grepen den aan handen en voeten ge
boeiden roglii aan en duwden hem in
een kooi, waarin zich twee jonge leeu
wen bevonden, die verleden winter uit
Senegal naar Fez werden gebracht
Do sultan zelf hielp ijverig mede aan
dit weinig vorstelijk werk en zijn
wraakzucht werd nog aangewakkerd
door de verwenschingen, die Boe Ha
mara hem toeriep.
Onmiddellijk stortten de beide leeu
wen zich op hun prooi en verscheur
den met hun tanden cn klauwen de
borst en armen van het geboeid
slachtoffer, dat niet bij machte was,
zich te verdedigen. Boe Hamara ver-1
loor bijna oogenblikkelijk het be
wustzijn, en viel als een lijk in de
kooi neer. De leeuwen lieten hem nu
met rust, en hoewel aangehitst door
den sultan, wilden zij niet tot hun
slachtoffer terugkeeren.
Niet tevreden over het verloop der
marteling, gaf nu de sultan last, den
halfdooden Boe Hamara weder uit de
kooi te halen, wat zonder moeilijkhe
den gelukte. Neergelegd midden op
het plein, reeds reutelend en worste
lend rnet den dood, werd de roghi op
bevel des sultans met petroleum over
goten, waarna door oen der euueu-
ch'en zijn kleederen in brand geslo
ken werden. Voortdurend het vuur
opnieuw met olie voedend, bleef Moe
ley Hafid de foltering tot het einde
toe gadeslaan. Niet eerder begaf zich
de sultan naair zijn eigen vertrekken,
dan toen van zijn vijand niets meer
dan eenige verkoolde beenderen over
waren.
EEN DRAMA.
Bij een voorstelling in het theater
Moncey te Parijs is een afschuwelijk
drama afgespeeld.
Een der bedrijven van het opgevoer
de stuk speelt in een menagerie.
Terwijl d© wilde dieren, hiervoor
benoodigd, rustig in hun kooi achter
de coulissen lagen te dommelen, is
een jonge vrouw, de vriendin van den
dierentemmer, op de stellage geklom
men, waarop het gevaarte stond en
heeft zich zoo dicht bij de leeuwen ge
waagd, dat ©en dezer haar met zijn
klauwen gegrepen heeft. Op haar
hulpgeroep kwam de dierentemmer
toeschieten, maar het was reeds te
Iaat, de ongelukkige was stervonde.
Men vermoedt, dat hier opzet in
het spel is, daar het slachtoffer sinds
een paar dagen in onmin leefde met
haar vriend, ©n zij de dieren voldoen
de kende, om te weten, dal wat zij
deed, levensgevaarlijk was. Do kooi
was bovendien zoo geplaatst, dat de
mogelijkheid was buitengesloten, dat
iemand toevallig er te dicht bij
kwam.
De paniek in de zaal was zoo groot,
dat men het ijzeren brandschenn
moest laten zakken om de menscheri,
die dachten, dat de dieren waren los
gebroken, gerust te stellen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
30 Cts. per regel.
DRINKT IN DE7.E DAGEN SLECHTS
Vïcioriawates*,
het bactariënvrij, natuurlijk mineraal
water uit de Bron te Oberlahnstein
Leger en v too-
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij Koninklijk besluit is:
a. met ingang van 16 October 1909:
lo. op zijne aanvrage eervol ont
heven uit zijne functie van gouver
neur der residentie, de luitenant-ge
neraal F. G. A. van Ertnel Scherer,
inspecteur-generaal der artillerie;
2o. benoemd tot gouverneur der re
sidentie, de generaal-majoor W. A. T.
de Meester, commandant der 1ste di
visie, thans aangewezen plaatsver
vangend gouverneur der residentie;
3o. voor fet geval van ontstentenis,
ziekte of afwezigheid van den gou
verneur der residentie, tot dc waarne
ming van diens betrekking aangewe
zen de generaal-majoor H. C. A. Nee-
teson, inspecteur der infanterie;
b. met ingang van 1 November 1909:
lo. aan den luitenent-generaal F.
G .A. van Ermel Scherer, inspecteur-
generaal der artillerie, op zijne aan
vrage, ter zake van langdurigen
dienst, onder toekenning van pensi
oen, eervol ontslag uit den militairen
dienst verleend;
2o. het bedrag van het pensioen
vastgesteld op f 3000 's jaars;
Van betrouwbare zijde verneemt de
Tel., dat de kolonel P. Kleynhens,
commandant van het regiment genie
troepen te Utrecht, binnenkort zal
worden bevorderd tot generaal-ma
joor en dan ernstig in aanmerking
komt voor de functie van inspecteur
van het militair onderwijs, als opvol
ger van den tot minister van Oorlog
benoemden generaal CooL
VOETBAL IN BELGIë.
Uitslagen van Zondag:
Antwerpen: BeerschotUnion St.
Gilloise, 24.
Brugge: Cercle Sporlif Brugeois
Racing Club Bruxelles 2—0.
Brussel: Excelsior—F. C. Brugeois
25; DaringLeopold 61.
Kortrijk: CourtraiF. C. Liègeois,
0-0.
Luik: StandardAntwerp F. C.,
5-0.
NEDERLANDSCHE KEGELBOND.
Zondag had te Utrecht eene olge-
mcene vergadering plaats van den
Nederlandsciien Kegelbond, waarin
werden vastgesteld de statuten en het
reglement van den bond, met inbe
grip van het reglement voor de
bondswedstrijden. Het bestuur werd
samengesteld als volgt: dir. J. A.
Schreuder, voorzitter, te Leiden; B.
Groenewegen, onder-voorzitter, te
Haarlem; M. J. Luysteraar, le secre
taris, te Amsterdam; H. de Leeuw,
2e secretaris, te 's-Gravenhage; N. C.
de Ruyter, penningmeester, te
Utrecht; dr. Rademaker, te Zwolle,
en F. Mersel, te Rotterdam.
LUCHTVAART.
De uilslag van de wedstrijden te
Johannistal, bij Berlijn, is geworden:
Snelheidswedstrijd: 1. Latham,
8000 mairk en een eereprijs, 20 kilome
ter in 18 min. 40 3;5 sec.; 2. Farman,
2000 mark, 22 min. 2 sec.; 3. baron dc
Caters, 22 min. 47 sec.
Afstandswedslryd: 1. Rougier, 40.000
mark en een beker, 120 kilometer in 2
uur 41 min.; 2. Latham, 15.000 mark,
82.5 kilometer in 1 uur 21 min.; 3.
Farman, 5000 mark, 80 kilometer.
Hoogleprijs, 10.000 mark, Rougier,
met 158 meter.
Latham hooft nog gevlogen op een
hoogte van 178 gieter, maar dit gold
niet meer voor don wedstrijd.
Vcvder heeft Latham een vlucht van!
36 minuten gedaan met een journa
list naast zich op zijn toestel. Hij
vloog toen op ©en hoogte van 50 me
ter cn legde ongeveer 30 kilometer af.
EEN REI ZENREN
zal, zoo meldt de N. S., het volgende
jaar plaats hebben in Argentinië. D©
Jockey Club te Buenos Ayres is voor
nemens, bij gelegenheid van d© natio
nale feestviering der Republiek, een
ren uit te schrijven, ter waard© van
250,000 Pesos (f270,000).
Rechtszaken
MOORD.
Voor de Rotterdamsche rechtbank
stond terecht de 36-jarige paarden-,
slachter J. H., die in de Veemarkt-
straat, ten huize zijner schoonmoeder,
zijn vrotiw, de 34-jarige II. H. een
mes in de borst had gestoken, ten ge
volge waarvan zij binnen eenige oo
genblikken overleed.
Uit dc behandeling der zaak bleek,
dat in deze de schuld aan de versla-
gene lag, die haar huishouden ver
waarloosde, terwijl de dader als een
oppassend man hekend stond. Ilij
had de daad dun <-ok in drift begaan
nadat hij nogmaals een poging had
aangewend dc vrouw te bewegen met
hem naar huis te gaan.
Ook het O. M. noemde het een zeer
treurig geval, doch dat neemt niet
weg, dat het feit hoogst ernstig blijft
cn een strenge straf daarop moet vol
gen. Geüischt werd 5 jaar gevangenis
straf.
Do advocaat, mr. J. Winkel, drong
in ©en treffend pleidooi aan op een
lichte straf.
,DE STANDAARD" EN Dr. KUYPER
Wij lezen in „Het Volk":
De leuke brutaliteit waarmee „De
Staudaard" alles behandelt wat dir.
Kuyper betreft, is toch wel moppig
om gade te slaan.
Men herinnert zich dal het blad
over de zaak Kuyper-Lehman-Wcst-
meijer nooit een letter heeft gegeven,
buiten de „verdediging" van Kuypur
en een ingezonden stukje van wethou
der De Vr./ tegen mr. Tideman.
Als een Uitsluitend lezer van „De,
Standaard" de drie naineu achter el
kaar hoort, dan weet hij heelemaal
niet wat er wel aan de hand mag
zijn.
Dit sterke staaltje wordt aangevuld
door het volgende:
Diusdagavond j.l. meldde „De Stan
daard" met de heele andore pers dat
iu de Kamer tot voorzitter van de
derde afdeeling gekozen was dr. Küy
per.
Den volgenden morgen meldden dc
ochtendbladen dat het niet waar was,
dat de koalitie-lui integendeel in de
vierde afdeeling, waarvan Kuyper lid
was, hem smadelijk hadden laten'
vallen.
Van die tegenspraak heeft De Stan
daard niets opgenomen. Voor haar
lezers is dr. Kuyper nog altijd voor
zitter van de derde afdeeling.
Dr. KUYPER GEPASSEERD.
D© „Stichtsche Courant" schrijft
Van welonderricht© zijde meldt
men ons
In de 4e afdeeling der Tweede Ka
mer waren j.l. Dinsdag slechts 6 a.-r.
leden tegenwoordig. Onder deze 6 was
dr. Kuyper zelf, die natuurlijk niet
zichzelf stemde, zoodat slechts 5 a.-r.
stemmen op hem konden komen.
Toch verkreeg hij 7 stemmen. Later
bleek, dat ook dr. De Visser en Jhr.
Van Sasse van Ysselt op hem gestemd
hadden. Maar de twee sociaal-demo
craten, de heeren Duys en Schaper,
en de 3 liberalen De Beaufort. Eland
en Roodhuijzen maakten complot met
3 der Roomsch-Katholieke leden, di©
de verzoeking niet weerstaan konden,
en deze 8 leden stemden blijkbaar op
d©n heer Van Sasse van Ysselt. Zoo
stond het 8 tegen 7 en kreeg de lieer
Van Sasse van Ysselt de meerderheid,
zoodat die tot voorzitter gekozen
werd
E©n kleinzielig© wraakneming van
d© sociaal-democrat©n en liberalen
over hun nederlaag in Juni I
„De Standaard" schrijft
liet heeft algemeen de aandacht ge
trokken, dat ditmaal de Centrale Sec
tie der Tweede Kamer bestaat uit vier
R.-Kath. lederi exi één Liberaal, ter
wijl noch d© Anti-revolutionaire, noch
de Christelijk-Historische groep er in
vertegenwoordigd is.
Dat dit voor een deel aan de stem
van enkel© R.-Kath. leden is t© wij
ten, spreekt van zelfmaar toch is
deze uilkomst in hek)fdzaak te wijten
aan d© houding der Liberalen en So
ciaal-democraten.
Steods toch plegen in en buiten de
Kamer de Liberalen en Sociaal-demo
craten de voorkeur aan een Rooinsch-
Katholiek te reven, boven een geloo-
vig Protestant.
Zoo waren zü 't. en zün zij 'i nog,
die ten plattelande onze mannen
steeds uit de Gemeenteraden hielden,
door de stemmen van Roomsch-Katho
lieke kiezers te koopen door afstand
van een of twee plaatsen aan een
Roomsch-KathoLieken candidaat.
Zoo snijdt het mes aan twee kan
ten.
Coaliseeren wij ons met de Roomsch-
Katholieken, dan heet dit eer» Mon
ster-verbond maai* komt dit Monster
verbond toch tot stand, dan pogen zij
het aanstonds weer te breken, door
zelf aan de Roomsch-Katholieken hun
steun aan te bieden en te vérleenen.
Ook dit is een gevaar, waartegen
de Coalitie zich zal t© wapenen heb
ben, of zij lijdt er welhaast schade
door.
Mr. P. J. Troelstra schrijft in „Het
Volk" over Dr. Kuyper
„Blijft hij echter zwijgen en ook
overigens het noodige licht aan de
Kamer en hot volk onthouden, dan is
de eenige weg, om tot klaarheid te
komen, dut de Kamer gebruik maakt
van haar recht van enq ïéte en uit
haar midden een voorstel tot het in
stellen van een onderzoek vanwege
de Kamer zelve wordt ingediend.
Men heeft daarbij de gelegenheid,
beredigde getuigenverklaringen te
verkrijgen men kan de gedagvaarde
getuigen met den sterken arm dwin
gen te verschijnen, op Je wijze als
dit in gewone processen plaats vindt;
iiieu kan de Lchmann's en Mathilde
Weslineijer en ook dr. Kuyper zelf
hooren.
Een voorstel hiertoe kan niet ach
terwege blijven, als men van d© zijde
van den beschuldigde cn diens poli
tieke vrienden de taktiek mocht vol
gen, om de zaak dood te zwijgen.
Zoo'n voorstel moet naar de afdeelin-
gen worden verzonden on wordt ove
rigens op gelijke wijze behandeld als
voorstellen der regeering. Het opent
de mogelijkheid, de Kuyper-Lehmann-
Westmeijer-zaak in vollen omvang in
de Kamer t© bespreken, voor zoover
dit op andere wijze mocht zijn ver
hinderd."
Kerk cn School
NED. HERV. KERK.
Beroepen te Groningen (vacature-
ds. Groeneweg) ds. C. W. Coolsma, te
Dubbeldam.
Beroepen te Eenigonburg ds. H.
Huizingu, emeritus predikant te
Groningen te Harderwijk ds. A.
B. te Winkel t© D© Meern.
Bedankt voor liet beroep te Lieuden
(2e predikantsplaats) door ds. W.
Westhoff te Hardcnberg; te Anna
Paulowna door ds. H. Huizinga te
Groningen.
Beroepen te Leiden (vacature Van
Meer) dr. J. Schokking te Dordrecht;
to Hedei ds. C. IJ. Holland te Don
Ham,
Beroepen te Draclifster-Compagnie
(toez.) ds. F. Reitsma te Noordwolde.
Aangenomen het beroep te Stolwijk
(toez.) door ds. D. Boer te Drielsch-
Nieuwland.
Bedankt voor het beroep te Geeste
ren door ds. N. Joller te Ilees.
GEREFORMEERDE KERKEN.
Aangenomen het beroep te Roden
(Drente) door ds. J. Scholten te Hin-
deloopen.
Bedankt voor het beroep le Iarseke
door ds. T. Rispen, te Werkendam.
Bedankt voor het beroep te Delft
door ds. S. Oudkark te Kralingen.
Beroepen te Oosterend (Fr.) ds. J. C.
Rullinann te Garijp.
Bedankt voor liet beroep te Ilein-
kenszand door ds. II. L. Both te An-
del.
VRIJE GER. GEMEENTE.
Aangenomen het beroep te Passaic
Noord-Amerika) door ds. C. Densel,
te Vlaardingen.
REMONSTRANTSCIIE BROEDER
SCHAP.
Beroepen te Hoorn ds. A. Klaver te
Oude-Wetering.
R. K. KERK.
Z. D. II. de Bisschop van Haarlem
heeft benoemd tot Directeur der Con
gregatie van de Eerw. zustere Augus-
tinessen en Rector van het SL Hippo-
lijtusgesticht te Delft den Weleerw.
heer J. L. F. Dankelman; tot kape
laan te Delft (H. Hippolijtus) den
Weleerw. hoer B. F. Kosters; tot ka
pelaan te Heilo den Weleerw. heer
W. Nolet (15 Aug. 1.1. priester gewijd)
en tot kapelaan te Heemstede den
Weleerw. heer J. L. Speet (15 Aug. 1.1.
priester gewijd).
TECHNISCHE HOOGESCHOOL.
Propaeductische examens: Geslaagd
voor civiel-ingenieur C. P. Boon-
zaayer en A. Gabel; werktuigk. inge
nieur C. F. M. Duijzings, J. L. B.
Gribling, J. P. Megroot, J. C. Zijd-
veld; electrotechn.-ingenieur G. de
Zwart; scheikundig-ingenieur mej. E.
Manson.
Propaedeutische examens Civiel in
genieur M. C. Visserwerkt. ing. A.
A. Bienfait, E. Botje, P. M. Quist, P.
W. II. Rieljens, P. Smit, B. Stelhan,
Valstar, J. A. P. Verschrage
scheepsb. ing. W. den Boer; electro-
ing. M. Dijkhuis, M. E. de Eerens, I.
Hartogs, U. Ph. Lely, H. M Noord-
lioorn Boelen, J. C. M. Wijsman
scheik. ing. L. N. M. de Weerd.
ACADEMISCHE EXAMENS.
Groningen. Bevorderd tot doctor in
de rechtswetenschap op Stellingen de
heer B .van Giffen, geboren te Gees
teren.
Leiden. Geslaagd voer het doctoraal
examen rechten, de hoeren C. P. C. E.
Steiumetz en E. E. Mentenvoor het
candiduats-examen godgeleerdheid
eerst© gedeelte de heer E. van Ruy-
tenbergvoor het tweede natuurkun
dig examen de heer P. do Mooy en
mej. 14. J. M. Westveer.
Amsterdam. Met gunstig gevolg is
afgelegd het doctoraal examen in de
geneeskunde door den heer J. Ph.
Joosten Hattink.
Amstei-dam. Met gunstig gevolg is
afgelegd het propaedeutisch medisch
examen door de heeren J J. Bloemen
en F. K. te Water Nvidé het docto
raal examen in dc geneeskunde door
de heeren E. W. den Hartog Jager, A.
Koopman en A. J. J. Wubbe.
UtrechL Geslaagd voor het 2e na-
tuurk. examen de heeren J. van Kees,
W. C. v. d. Linden en T. C. Unger,
Prop. Geneesk. de heer G. J. A. Es-
sink; Prop. Theologie do heer W. B.
Spijkerboer. Bevorderd tot arts de
heer J. J. Boswijk.
Utrecht. De heer van Rees is ge
slaagd voor het 2e natuurkundig
examen.
Geslaagd- Thcor. tandheelk.: B. fl.
de Haas en E. v. Blokland.
INAUGUREELS REDE PROF. Dr.
BECK.
Professor dr. J W. Bock, benoemd
tot gewoon hoogleeraar in de Latijn-
sche taal- en letterkunde aan de Am-
sterdamsche Universiteit, heeft dit
ambt aanvaard met het uitspreken
van een rede in de Aula der hooge-
school over klassieke philologie en in
het bijzonder over de literaire kritiek
te Rome."
Land en Tuinbouw
VRUCHTBOOM-BEMESTING.
Reeds meermalen in de laatste Ja
ren hebben wij onze lezers gewezen
op d© noodzakelijkheid eener bemes
ting van Yruchtboomen, en wel spe
ciaal met kunstmeststoffen. Waarom
Omdat d© eischen, welke een ooft-
boom aan den bodem stelt betrekke
lijk zijn voeding, zeer onderscheiden
zijn van die onzer cultuurgewassen,
eischen, waaraan door een bemesting
met stalmest niet steeds kan worden
voldaan. *t Is dan ook een meermalen
waargenomen feit, dat boomen, die
bij een rijke stalbemesting onvruchü
baar bleven of althans de kosten der
bemesting niet loonden, nieuw le
ven en grootere vruchtbaarheid toon
den, wanneer kunstmeststoffen wer
den aangewend. Wij zuilen op de oor
zaken van dit verschijnsel thans niet
nader ingaan. Ons hoofddoel is thans
onze lezers aan te sporen, om de be
mesting van hun oofttuin of boom
gaard vooral op den rechten tijd te
noen geschieden, dat is, volgens onze
meeniug, hoofdzakelijk in het aan
staande herfstseizoen. Wij weten, dat
velen nog anders handelen en juist
daarom achten wij het nuttig deze
zaak afzonderlijk met een enkel
woord te bespreken.
Wij vertelden al eer, hoe wij zelt
telken jaren het een© jaar wut ïneer^
het andere wat minder overvloedig
fruit mogen oogsten, sedert wij kunst
mest zijn gaan gebruiken, maar het
wil ons voorkomen, dat dit resultaat
voor een belangrijk deel hieraan is
te danken, dat de hoofdbemesting in
het najaar wordt toegepast.
Waarom wij aldus doen, en ook van
deskundige zijde in Duitschland
wordt aangeraden Omdat wij wil
len zorg dragen, dat de plantenwor
tels voedsel kunnen vinden, zoodru z©
dit noodte hebbendat is reeds in de
maand Februari. In die maand moei
voor den boom de tafel gedekt zijn. do-
wijl alsdan nieuw leven komt in de
wortels en in den stam, d© sapstroom
begint te vloeien ©n de aanwezige voe
dingstoffen worden reeds dan benut.
Om die reden zorgen wij voor een tij
dige bemesting, dat is straks, als de
bladen gevallen zijn. Dan blijft er al
de tijd voor de meststoffen, om zich
zooveel mogelijk in d©n grond te ver
spreiden en te komen daar, waar de
wortelharen ze te rechter tijd kunnen
vinden.
Deze regel geldt voor u 11 e meststof
fen, ook voor de Chili, want ook
stikstof heeft de boom immers noo-
dig, en ook deze stof dient dus, als de
sapstroom begint, ter beschikking te
wezen. Ongetwijfeld zal velen dit
vreemd in de ooren klinken Chili in
't najaar l Maar de genoemde reden
moet ieder duidelijk en gegrond voor
komen noch aan kali en kalk, noch
aan phosphorzuur en stikstof, mug
straks, iu het vroege voorjaar, de
boom gebrek lijden dit zou zicli stel
lig wreken.
Of die Chilisalpeter dan niet uit
spoelt Zet uw vrees daarvoor op zij l
Dat gaat zoo gauw niet, als sommigen
nog meenen. Maar let wol niet Al
de Chili moet ge in deu herfst geven
ja, dat zou min of meer verlies kun
nen geven. Ge dient den boon» slechts
zooveel toe, dat iu zijn allereerste
stikstofbehoefte straks wordt voor
zien, d© rest houdt ge in den zak tot
het volgend voorjaar. De hoeveelheid
is natuurlijk afhankelijk van den
staat, waarin de boom verkeertheeft
hij nog korte, zwakke loten gemaakt,
waren de bladeren misschien klein ©u
geelachtig, en werden daarbij de jon
ge vruchten, rijk in getal, afgeworpen
dan is dit een bewijs van groot©
stikstofbehoefte en kan men dadelijk
wat meer geven, dan wanneer d©
boom in betrekkelijk goeden staat vor-
keert. Toch, in ieder g?val, zou ik niet
een gift van hoogstens 100 -150 kilo
per Hectare (1—11/2 K.G. per Are)
volstaandaarmee is voorloopig ge
noeg gegeven, mits men dan do voor
jaarsbemesting niet te laat aanwendt.
Doch deze najaarsgift achten wij dan
ook, ais regel, onmisbaar en van groot
nut. Wij herhalen, dot wfj het l>e-
schouwen als een belangrijk onder
deel onzer hemestingswijze en zouden
ongaarne anders handelen.
Een waarschuwing is misschien ulot
overbodig men wacht© met de be
mesting tot de boom in rust is geko
men, tot het blad is gevallen.
Paste men ze vroeger toe, dan zou
dit juist kwade gevolgen kunnep heb
ben de boom zou dan '.e lang door
groeien, het jong* hout alsdan vóór
het invallen van den r/inter niet rijp
rijn en kunnen Luvrt«z©n. In don
herfst of den vroegen winter (niet te
laat, anders treft het geen doelmoet
de hoofdbemesting vallen, namelijk
wat betreft da minerale meststoffen;
van den stikste**.vst wordt tegelijker
tijd een kleiner of greoter doel uitge
strooid. Volgens den bekenden Duii-
schen deskundig© Llozke mag dit 1/3
of 2/3 zijn voorzichtigheidshalve zou
den wij liever 1/3 als maximum bo
schouwen. C. 15»