BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD S82S5&3I ÖROOTE HOUTSTRAAT DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6. tté Jaargang. 2A.TBBDAQ 9 OCTOBER 1909 Mo. 8068 DE ZATERDAGAVOND HAARLEMS DAGBLAD KOST f 1.20 PER 9 MAANDEN 9F 10 CENT PER WEEK. iN HAARLEM'S DAGBLAD Z!J^ A D VERTENTIÊN DOELTREFFEND. Rubriek voor Vrouwen De beroepskeuze onzer Doch ters. Wij leven in een tijd, waarop alle<r- bi nieuwe, elkander verdringende denkbeelden oprijzen, die dan met yuuir verdedigd en aangevallen wor den; maar over geen enkel onderwerp tvordt zeker zooveel gedebatteerd als over do hoogst belangrijke kwestie der vrouwenbeweging. Want dit is jtoker wel het voornaamste sociale Waagstuk van onzen tijd, en nog laat jilch In de verste verte niet gissen, hoe 'de oplossing zal zijn; wat eindelijk ^xet levensvatbare zal blijken onder al idle vooruitstrevende hervormingen. Met wantrouwende blikken wordt 'de beweging soms gadegeslagen en 'afkeurend wordt geoordeeld over de brutaliteit, waarmede de vrouw gelij ke rechten eischt als de man, zich geheel op één lijn plaatst met hém en hem do scherpste concurrentie aandoet. Spottend wordt op de dwaze Xütersten gewezen, die zoodoende Verkregen kunnen worden, maair ook dit Is niet billijk. Met zuiver objectie- Ven blik moet men het vóór en tegen onder de oogen zien; eerst don kan men ook tot een beter inzicht komen van het streven in rijn geheel. Laten wij ons nu voorloopig even bepalen tot het nagaan van slechts één onderdeel der veel omvattende Vrouwenbeweging, n.l. de beroepskeu ze onzer dochters. Een vorig geslacht kende deze nu ïBoo brandende vraag haast niet. Wèl Werd er in den familieraad overwo gen, „wat de jongen worden zou", maar voor de meisjes sprak het van- Belf, dat zij in het ouderlijk huls ble- Ven. Natuurlijk om later eenmaal 't beroep uit te oefenen, waarvoor ze èenig on alleen geschapen schenen te ;ijn, n.l.! het huwelijk. Landde haar lootje nu niet in de huwelijks- tven, dan bleef ze eenvoudig „zit ten" om verder het leven als oude Vrijster te eindigen. Maar de tijden Werden anders en de nieuwe sociale Verhoudingen brachten mee, dat de Vrouw en het meisje beiden een haar iot nog toe onbekend gebied betra den, door ook in de maatschappij werkzaam te zijn. En zoo komt het nu Ook, dat eenigszïns moderne ouders rich tegenwoordig even goed de vraag Stellen: „wat moet ons meisje wor den?" Nu is het natuurlijk niet gezegd, dat de beroepskeuze voor het meisje een zoo beslissende stap is als voor den jongen, want in den regel ver- Valt met haar huwelijk, ook de uit oefening van haar beroep. Vandaar, dat ouders zie hwel eens tweemaal bedenken of ze hun meisje nu zullen laten studeeren, te meer, daar ze dan 'dikwijls niet de gelegenheid heeft om rich voor te bereiden voor haar mo gelijke positie van huisvrouw. In den (egel geeft de financieels zijde van de kwestie dan wel den doorslag. Is er nog maar een klein sommetje ovetr Voor haar, dan bewaren de ouders dit liever voor een bescheiden bruids schat en laten haar iets leeren, dat een kortere en minder kostbare voor bereiding eischt. Toch is het maar ge raden, om ook onze dochters door haar opvoeding in staat te stellen in haar eigen levensonderhoud te kun nen voorzien, want de kans op een huwelijk wordt al geringer. Het Schijnt, dat de man zich tegenwoor dig langer bedenkt, eer hij tot een huwelijk over gaat; misschien wel, omdat de levensstandaard over 't ge heel zooveel hooger Is geworden. (1) Vele mannen komen daardoor eerst op middelbaren leeftijd in de financi- eele omstandigheden, die hun veroor loven er een huishouden op na te houden. Dan moet men niet vergeten, dat in de stad ten minste, heit leven Voor de ongetrouwde heer en hoe lan ger hoe gemakkelijker wordt ge- tnaakt, zoodat ze niet zoo gauw zul len verlangen naar een huwelijk, en, door dit lange uitstellen gaat de man, meer kalm redeneerend, zijn eischen ook hoo langer hoe hooger stellen. Misschien ziet menig man er dan ook hog tegen op, een wél-gestudeerd, tnaar niet hulshoudelijk-ontwikkeld (1) Is, willen wij vragen, daaraan bok niet voor een deel het meisje zelf schuld dat ten opzichte van de inrich ting van haar huis, haa rboiletten en eventueel dienstpersoneel, hoogs el- fechen stelt? Wanneer zij bereid was, het huwelijk aan te vangen mét den éenvoud van vroeger, dan zou, mee- hen wij, de jonge man niet zoo tegen den grooten stap opziea. REDACTIE, meisje tot zijn vrouw te kiezen. In elk geval, hoe dit nu ook zij of niet, de kans op een huwelijk voor de meis jes wordt al geringer: dus van een economisch standpunt uit, is het zeer te wenschen, dat de vrouw zich ook een zelfstandig beroep kiest. En toch is het immers maar veel beter, dat ook zij in staat is zichzelf te onder houden. Hoeveel huwelijken werden er vroe ger niet gesloten, van den kant der vrouw, alleen maar om verzorgd te zijn. De kans op huwelijksgeluk is in zulke gevallen ook uiterst gering, ter wijl bij een van weerskanten vrijwil lige keuze, het huwelijk veel idealer wordt. Ook zelfs voor degenen, die genoegzaam met aairdsche goederen gezegend rijn, is het nog aan te be velen, maar een beroep te kiezen, want arbeid is voor alle menschen het heilzaamste wat er bestaat Het geeft kleur en inhoud aan een leven. En niet alleen van een materieel standpunt af, maar ook In verband met de heele beschavlngsleer der menschheid is het van belang, dot de meisjes een goede vakopleiding krij gen: want niet dilettantenwerk, maair wel ernstige vakstudie werkt karak tervormend. Ze verbreedt den blik, maakt veelzijdiger ontwikkeld en doet ook vooral haar bewust- moree- len invloed voelen op elke persoon lijkheid. De geest van den tijd verlangt, dat ook het meisje een ruimer Inzicht heeft In het zoo gecompliceerde ge meenschapsleven, dat zij een zelfstan dig oordeel heeft, zich zelf een begrip heeft leeren vormen van het ontstaan van het recht van bezit, het onder scheid in rang en stand en al derge lijke maatschappelijke verhoudingen. En hoe dikwijls komt het niét voor, dat de vrouw als weduwe nagenoeg onverzorgd achterblijft; heeft zij dan vóór haar huwelijk een beroep uit geoefend, welnu, mogelijk kan zij dit voortzetten, waardoor zij weer op el- gen beenen kan staan. En nu nog een enkele wenk bij de keuze van het beroep: Ga vooral ook te rade met den natuurlijken aanleg van het meisje, zoowel physiek als moreel en klas niet een geleerde stu die, alleen voor den schijn. Bedenk dat niet het beroep den persoon vormt maar de persoon het beroep. Ook het eenvoudigste kan zóó uit gevoerd worden dat het een zegen Is voor de omgeving en een aanwinst voor heel de maatschappij. MARIE VAN AMSTEL. Het Rijke Natuurleven HERFST en HERFSTPLANTEN. Als in de lente de natuur zich tooit met de heerlijkste bloemen, als alles jeugd en blijden levenslust ademt, als de vogeltjes hun frissche stemme tjes door geheel het woud doen weer klinken, dan is het een genot te dwa len door velden en bosschen, dan is het een vreugde in een rijk met na tuurschoon gezegende omgeving te wonen om te kunnen genieten van al die pracht en die weelde. Wij zijn dan geneigd tot zingen en juiohen, wij voelen ons als verjongd te mid den der opbloeiende natuur. Anders is de Indruk dien het herfst landschap op ons maakt. Wel is ook dan het woud rijk aan stemmingen, wel werkt ook dan de natuur op ons gemoed, maar de uitwerking is tegen gesteld aan die welke de lente bij ons teweegbreng! Wij rijn hier meer geneigd tot ernst en somberheid. De herfst spreekt ons van de ver gankelijkheid van het bestaande en roept herinneringen bij ons wakker. Het is de verandering die in de na tuur plaats grijpt, die ons zoo eigen aardig treft. De planten en dieren gaan rich wapenen 'tegen de nade rende koude, de natuur gaat rusten, na de inspanning van den zomer, maar als vergoeding voor wat zij ons ontneemt schenkt zij ons eerst nog haar rijkste schaftten; vóór de winter gaat heerschen worden bosch en veld nog getooid met de warmste tinten en do levendigste kleuren. Ga nu een duinwandeling maken, beklim een hoogen top en blik van daaruit om u heen. De wonderlijke kleurenmenging zal u verbaasd doen 6taan en het oog zal wonden geboeid door de rijke afwisseling van groen, van rood en violet. Het Is niet slechts de wilde wingerd, die in dezen tijd haar prachtig scharlaken laat zien, ook de bramen en de gxootbladige eiken doen mee In hét kleurenspel en de kardinaalemutsjes zijn als kleine klokjes, die worden bewogen door den herfstwind. Deze laatste planten zijn zoo talrijk in onze duinen, zij zijn zoo karakte ristiek van vorm en in het oog loo pend van kleur, dat wij ze genist wat gedetailleerd kunnen beschou wen, zonder gevaar te loopen, over onbekende dingen te spreken. De takken van dezen fraaien hees ter zijn groen gekleurd, maai' bij de ze overeenkomst met andere planten vertoonen zij een eigenaardig var- schil. Over de geheele lengte ziet men vier kurkachtige strepen, waaraan de planten ook vóór den bloei en de vruchtvorming reeds door lederen leek zijn te herkennen. Vrij vroeg in bet voorjaar komen de kruiswijs ge plaatste, gezaagde bladeren te voor schijn. Hun fraai groen steekt dan aardig af bij de nog gedeeltelijk dorre omgeving. Later in Mei en Juni ver schijnen don de kleine bloemen. Erg opvallend zijn deze nle! Wel doet dat wit der vier kroonblaadjes aardig aan, wel hebben de vier meeldraden mooie oranjekleurige helmknoppen, maar alles is te klein en te onaan zienlijk. Veel belangrijker en mooier zijn dan ook de vruchten. Deze hebben zoo'n prachtige karmijnkleur dat geen enkele gekweekte plant beter past ln een herfstbouquet, wóarin aan de kleurcombinaties de meeste zorg is besteed. Deze zoo opvallend gekleurde vruch ten stempelen de kardinaalsmuts tot een onzer meest geliefde herfslplan- ten, aan hen heeft deze plant haar groote bekendheid te danken. Tijdens den bloei zijn zij groen gekleurd. Dui delijk is de toekomstige vorm dan reeds waar te nemen al komt het krulsmodel later wat meer tot zijn recht. In dezen tijd zijn de vruchten na genoeg rijp. Het is aardig, dat de plant juist in den herfst haar grootste pracht heeft bereikt, een tijd waarin de meeste planten hun sieraden gaan verliezen. De naam zegt reeds zander dat wij ze hebben gezien, hoe de vruchten zijn gevormd. Heel goed gekozen lijkt mij ook de naam verborgen oranjeklan ten. Hebt gij deze vruchtjes wel eens ge opend? Wat liggen die oranjekleurige za den daar aardig in die bedjes van rose zijde. Wat wij nu met geweld de den, wordt later door de najaarszon gedaan. Deze beproeft haar krachten op den harden vruchtwand en na enkele dagen heeft rij de overwinning be haald. In dien tijd zijn de vruchten het sierlijks! De zaden bengelen nog eenigen tijd aan dunne teere steeltjes en geven den vruchten een sierlijk voorkomen. Nooit zijn rood en oranje in zoo volmaakte harmonie als Juist hier. Vroolijk wiegelen deze herfst- klokjes op den adem van den wind en eerst als gure najaarsstormen het schoone herfstkleed gaan verwoesten, eerst als aan alle pracht een einde komt, laten ook de zaadjes en de vruchtwanden los, de eerste om te rusten tot de volgende lente, de laat ste om te vergaan. Dan vallen ook de bladeren af en weldra heeft de plant niets meer over dan de naakte takken en de enkele verschrompelde blaadjes, wier vaat- bundels nog met den tak rijn verban den. Daar de menschen worden zij dan weer ge ruimen tijd schromelijk ver waarloosd. Meen echter niet dat de plant zich dan eenzaam gaat gevoelen, want nauwelijks Is de koude begonnen, of heele scharen hongerige dulnkonijn- tjes gaan hun tanden eens probeeren op den bast der stammen an zelfs der takken. Er zijn dan gauw plaatsen in de duinen waar geen enkele gave kar dinaalsmuts staat. Zoo hoog mogelijk trachten de brutale springers zich op te heffen, om het weinige voedsel dat de schors hun biedt te bemachtigen. Altijd heb ik gedacht, dat dit den dood der planten tengevolge zou heb ben, ten minste, als zij de stammen Ln de rondte zouden bewerken. Om zekerheid te hebben, heb ik daarom den vorigen winter enkele geringde stammetjes gemerkt en ln het voorjaar de resultaten gaan op nemen. Het grootste deed der planten droeg volop bladeren. Aan den voet waren de stammen geheel wit, maar de top was even dicht begroeid als die der niet mishandelde buren. Wij mo gen daaruit dus het besluit trekken, dat de ontvelling ln de meeste geval len niet diep genoeg gaat en dat de sappenstroom nog even regelmatig plaats heeft. Die, waarbij het houtlichaam geheel aan de oppervlakte was gekomen ver droogden en stierven af, maar het aantal dezer planten was gering in verhouding tot de overige gelukkiger soortgenooten. Intusschen is dit ontvellen, al Is het niet direkt doodelijk, toch schadelijk voor de plant en wij doen goed, de konijntjes zooveel mogelijk uit de houtaanplantingen te weren. H. PEUSENS. De Steelznchtige. Dokter Serlais ia een specialiteit voor steelzuchtigen. Hij heeft met de grootste nauwgezetheid de zieken be studeerd, door deze zonderlinge kwaal, speelzucht of kleptomanie ge- heeten, aangetast De kleptomanie met al haar verscheidenheden heeft voor hem geen geheimen meer: hij heeft er groote ervaring in verkregen. In een huis, dat hij te Saint Mande bezit, neemt hij de zieken in pension, die men hem toevertrouwt, hij ver laat hen niet, hij slaat hen voortdu rend gade en tracht hen te genezen van hun noodlottigen hartstocht. Hij is een zeer zachte, geduldige dokter, die belang in zijn zieken stelt, die liefde en hart voor hen heeft, hij houdt voor hen een boetepreek of geeft hun vaderlijke vermaningen. Hij heeft groot vertrouwen ln zijn kunst, hij verricht wondoren. Als de zieken betar worden, gaat hij met hen uit, stelt hen bloot aan be koringen om hen te beproeven; indien zij nog bezwijken, treedt hij tusschen- beide, neemt him het gestolen voor werp af, geeft het aan den eigenaar terug en berispt met zachtheid den schuldige. Hij telt een zeker aantal genezin gen. Zijn roem is ver verbreid, uit alle landen komen zieken naar hem toe. Onlangs ontving bij bezoek van oen huisvader, die er treurig uitzag. Dokter, zei de bezoeker tot hem* ik ben markies Lina Croz, Ik kom uit Madrid om u te spreken; ik heb uw groote geleerdheid en bekwaamheid hoog hooren roemen. Mijn geleerdheid is zeer gering, onderbrak hem de dokter nederig. Gij zijt een meester in uw kunst Ik doe wat ik kan. Gij ziet hier voor u een armen vader, bijna tot wanhoop gebracht; ik heb een dochter, die door de vree selijke kwaal is aangetast, waarvan gij studie hebt gemaakt. Het is on begrijpelijk hoe mijn dochter met die vreeselijke kwaal behept Is; zij heeft steeds niets dan goede voorbeelden voor oogen gehad, zij heeft een goede opvoeding genoten, zij is voortdurend bewaakt en nagegaan, ik kan niet be grijpen, hoe die hartstocht in haar ontstaan is. De oorzaken zijn vaak ondoor grondelijk, zei de dokter ernstig. Er Is iets in haar, sterketr dan haar wil, dat haar onophoudelijk aanzet, rich voorwerpen toe te eige nen, die haar niet toebehooren. Zij spreidt daarbij ongelooflijke slim heid, verwonderlijke handigheid en groote vermetelheid ten toon; rij jaagt mij onophoudelijk schrik aan. Niets kan haar verbeteren, noch verwijten, noch zachtheid, noch geweld. Ik heb alles beproefd." Het geval Is ernstig, merkte de dokter op. Zij gaat nooit alleen uit, hernam de markies, zij is steeds vergezeld door eene Engelsche gouvernante, een zeer ernstige en vertrouwde persoon, die haar voortdurend gadeslaat en be waakt, en ondanks die voorzorgen, slaat mijn ongelukkige dochter nog vaak haar slag, en dikwijls word ik daardoor in moeilijke en zeer onaan gename zaken gewikkeld. In één woord, het is niet langer om uit te houden. Ik zou haar ln het huwelijk willen doen treden, maar dit Is on mogelijk, zoolang zij niet van haar vreeselijke ziekte genezen is. Men heeft mij aangeraden naar u te gaan, gij alleen kunt haar redden. Ik kan het ten minste beproe ven, zei de dokter, Ik mag mij gedu rende mijne jarenlange pnactijk op eenig succes beroemen; die ziekte is niet altijd ongeneeslijk. Gij laat mij dus nog eenige hoop? vroeg de markies verheugd. ONZE ANNONCES WORDEN OPGEMERKT» nan-'jaaamarj-»-. .gjMHimr.e' Ik kan u niets beloven, ik moet haar eerst wat hebben gadegeslagen. Ik zal haar morgen met haar gouvernante bij u zenden, ik zal baar bij u in pension laten, totdat zij gene zen is. Ik zal haar vertrekken laten ge reed maken, zei de dokter. Wat mij betreft, zei de markies, Ik zal mij zoolang te Parijs vestigen, ik zal haar dikwijls komen opzoeken. De markies en de dokter bespraken daarna den prijs van het pension, men kwam overeen, dat in goval van succes de markies twaalfhonderd francs aan den dokter zou geven. Den volgenden morgen bracht de ongelukkige vader zijn dochter, een zeer mooi meisje van achttien jaar. De gouvernante vergezelde haar. Bij het zien van zijn patiente kromp het hart van den goeden dok tor van medelijden ineen. Iioe jam mer, dacht hij, dat zoo iemand met die vreeselijke kwaal behept is. Na het vertrek van den markies in stalleerde de dokter zijn pensionnai- ras; daarna onderhield hij zich met het jonge meisje. Toen het onderhoud geëindigd was, bemerkte de dokter, dat zijn horloge verdwenen was. Mijn kind, zeide hij tot de zieke, gij hebt mijn horloge ontvreemd. Het jonge meisje keek hem met ver wonderd gezicht aan. Ik? Ik heb het niet gezien. Geef het mij terug, hernam de dokter. Gij vergist u, zei zij. Gij alleen hebt het kunnen doen, gij hebt echter onwetend gehandeld, gehoorzamend aan uw ziekelijke na tuur. Ik heb het niet, zoek maar. Spaar mij die moeite. Mylady heeft het horloge on! vreemd, zei het jonge meisje, het handvaiiesje van haar gouvernante openend, kijk maar, voegde zij er bij. Het horloge lag er werkelijk is. Het is slecht van u, mij te be schuldigen, zei de Engelsche, gij hebt het horloge In mijn valiesje verbor gen. Ja, lk heb het gedaan, bevestigde het jonge meisje triomfantelijk, nie mand heeft er iets van gemerkt. Zij zal moeilijker te genezen zijn dan ik dacht, mompelde de dokter. Den volgenden dag ging hij met zijn pensionnaires uit. Zijn patiënte drukte het verlangen uit eenige lnkoopen te doen in een parfumeriewinkel. Zij trad binnen en vroeg eenige fla cons reukwater. Een bediende legde er eenige op de toonbank. De dokter sloeg de min ste bewegingen der zieke gade. Eens klaps zag hij, dat zij een flacon ln haar zak liet glijden. Hij nam haar ter zijde en verweet haar op vaderlijken toon heutr fout. Zij ontkende eerst. De dokter haal de toen het fleschje uit haar zak. Het is maar een grap, zei zij een beetje beschaamd. Betaal het en ge kunt het behou den, hernam de dokter. De prijs Is zes francs, zei de be diende. De dokter betaalde en gaf het flesch je aan het Jonge meisje teu*ug. Neen, zeide zij geheel treurig, nu geef ik er niets meer om. De dokter hield aan. Het Is vergeefs, hernam zij, nu bet betaald is heb ik er geen pleizier meer in. Om zijne patiente niet meer aan de bekoringen bloot te stellen, verbood de dokter haar eenige dogen het huis te verlaten. Toen hij oordeelde, dat hij het weer kon wagen, stemde hij er in toe haar te laten uitgaan. Zij vroeg eenige groote winkels te zien. De dokter vergezelde haar, en sloeg haar nauwkeurig gade, Zij gedroeg zich goed. Toen zij thuis gekomen waren, opende zij haar valiesje en zei: Kijk eens, Ik heb dat alles weg genomen. Het valiesje was gevuld met aller lei gestolen voorwerpen: kant, juwee- len en andere snuisterijen. Men heeft er niets van gezien, zei zij, ik ben slim.' De dokter was verbaasd. Ge moet alles teruggegeven, zei hij. Teruggeven, riep zij uit, waar om? Ik geef niets terug. De dokter berispte haar.. Wees verstaand ig, zei hij, men moet zich nooit dingen toeëigenen, die ons niet toebehooren. Dat is strij dig met de eerste voorschriften der moraal, gij stelt u bloot aan vervol ging, gij weet, dat de diefstal door de wetten gestraft wordt; men zal u met moordenaars en dieven opslui ten, gij zult vooï het gerecht gedaagd en veroordeeld worden tot een on! eerende straf, dat zal een schande voor u en uw familie zijn. Niet gezient niet gesnapt, zei het jonge meisje. Men heeft u ditmaal niet ver rast, een andermaal zal men u ech ter op heeterdaad betrappen. Welnu, mijn vader zal betalen. De dokter verbood opnieuw zijn pa tiente het huis te verlaten. Hij ver maande haar en trachtte haar te doen begrijpen, dat haa rongelukkige hartstócht noodlottige gevolgen zou hebben. Zij luisterde zwijgend toe. Hij deed haar beloven niet weer opnieuw te beginnen en bleef haar verbieden uit te gaan. Op een namid dag moest hij do stad uit; hij ver trouwde zijn patiente aan de gouver nante toe en beval haar goed over haar te waken. Toen de dokter des avonds terugkeerde, was hij zeer ver baasd te hooren, dat de zieke ondanks zijn verbod met baar gouvernante was uitgegaan. Toen hij zijn kantoor binnentrad, was hij echter nog meer verwonderd hier alles ten onderste boven te vin den; verscheidene voorwerpen van waarde waren verdwenen; zijn secre taire was opengebroken en een be drag van dertig duizend franks, die hij er onlangs in gelegd had, was er uit ontvreemd. De dokter begaf zich aanstonds naar den markies Llna-Croz, naar het adres, dai hij had gegeven: hij was er echter onbekend. De markies, zijn dochter en de gouvernante waren een trio geraffi neerde oplichters. Thuis komend vond de dokter een brief van den volgenden Inhoud: „Waarde dokter! „Ik neem mijn dochter terufc neem het mij niet kwalijk, dat lk de twaalfhonderd franks niet betaal, zij is niet genezen." Geen ongeluk, zonder geluk. Mijn ideaal, mijn levenawensch was vervuldik had een automobiel. Van al mijn wenschen was deze de grootste geweest en zonder bedenkingen had ik alle kleinere aan de vervulling er van opgeofferd. De iels naar Spanje, de beide Perzische tapijten, die ik in hunne etalage reeds zoo vaak had be wonderd, zelfs do bontmantel, zon der welken lk vroeger niet aan don komenden winter had durven denken. Maar dat alles moet natuurlijk ach terwege blijven voor de auto. Een echtgenoot noemt zoo iets ver standig. Maar daarvoor was do auto dan ook waarlijk prachtig. Sneeuw wit gelakt met blauw leeren zittingen en bekleeding. Alleen ging het instap pen wat moeilijk. Ik geloof, dat slechts een zeer goed acrobaat dat zonder moeite vlug kon doen. Ik ben geen goed acrobaat, zelfs geen matig acrobaat en mijn man evenmin. Vóór dat ik dan ook daarvoor de noodige behendigheid had verkregen, waren een paar weken vervlogen en tegelijk daarmee drie van mijn mooiste cos- tuums. Maar des te grooter was dan ook onze trots, toen we er goed en wel Inzaten en onder de zekere leiding van een chauffeur, dien een tuffende vriend ons tijdelijk had afgestaan, door de straten suisden. 't Was verrukkelijk. Een schaduw zijde was wel, dat onze auto niet over dekt was. De aanbrenging van een" dak met glas, enz., zou ongeveer veer tien dagen duren en zoo lang konden we ons onmogelijk van onze kar schei den. We dachten er echter niet lang over en in het gure herfstweder reden we den ganfichen dag door ln onzen open wagen. De wind woei ons om de ooren, de koude regen kletterde ons üi het ge zicht en doorweekte ons door en door. Weer bewees het zwakke geslacht ster ker te zijn don de mannon. Ik hield dapper stand tegenover de kuren van het weer, maar mijn man vatte een zoodanige koude, dat do dokten, die oomplicaties vreesde, hem dringend voorschreef onmiddellijk de warme lucht in het Zuiden to zoeken. Zoo ging hij toch nog naar Spanje. Vóóraf echter wilden we een nieuwen chauf feur zoeken, opdat ik me met autorij den kon troosten. On onze advertentie kwamen hon- derde aanbiedingen. Onze keus viel na lang zoeken op een klein, vlug, zwart mannetje, dat Gustaaf heette. Zijn ge tuigschriften waren zoo schitterend als getuigschriften maar kunnen zijn. Ieder, die eens het geluk had getrof fen Gustaaf tot chauffeur te bezitten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 13