BIJBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD
S82S5&3I ÖROOTE HOUTSTRAAT
DRUKKERIJ ZUIDER BUITENSPAARNE 6.
tté Jaargang.
2A.TBBDAQ 9 OCTOBER 1909
Mo. 8068
DE ZATERDAGAVOND
HAARLEMS DAGBLAD KOST
f 1.20 PER 9 MAANDEN
9F 10 CENT PER WEEK.
iN HAARLEM'S DAGBLAD Z!J^
A D VERTENTIÊN DOELTREFFEND.
Rubriek voor Vrouwen
De beroepskeuze onzer Doch
ters.
Wij leven in een tijd, waarop alle<r-
bi nieuwe, elkander verdringende
denkbeelden oprijzen, die dan met
yuuir verdedigd en aangevallen wor
den; maar over geen enkel onderwerp
tvordt zeker zooveel gedebatteerd als
over do hoogst belangrijke kwestie
der vrouwenbeweging. Want dit is
jtoker wel het voornaamste sociale
Waagstuk van onzen tijd, en nog laat
jilch In de verste verte niet gissen, hoe
'de oplossing zal zijn; wat eindelijk
^xet levensvatbare zal blijken onder al
idle vooruitstrevende hervormingen.
Met wantrouwende blikken wordt
'de beweging soms gadegeslagen en
'afkeurend wordt geoordeeld over de
brutaliteit, waarmede de vrouw gelij
ke rechten eischt als de man, zich
geheel op één lijn plaatst met hém
en hem do scherpste concurrentie
aandoet. Spottend wordt op de dwaze
Xütersten gewezen, die zoodoende
Verkregen kunnen worden, maair ook
dit Is niet billijk. Met zuiver objectie-
Ven blik moet men het vóór en tegen
onder de oogen zien; eerst don kan
men ook tot een beter inzicht komen
van het streven in rijn geheel.
Laten wij ons nu voorloopig even
bepalen tot het nagaan van slechts
één onderdeel der veel omvattende
Vrouwenbeweging, n.l. de beroepskeu
ze onzer dochters.
Een vorig geslacht kende deze nu
ïBoo brandende vraag haast niet. Wèl
Werd er in den familieraad overwo
gen, „wat de jongen worden zou",
maar voor de meisjes sprak het van-
Belf, dat zij in het ouderlijk huls ble-
Ven. Natuurlijk om later eenmaal 't
beroep uit te oefenen, waarvoor ze
èenig on alleen geschapen schenen te
;ijn, n.l.! het huwelijk. Landde haar
lootje nu niet in de huwelijks-
tven, dan bleef ze eenvoudig „zit
ten" om verder het leven als oude
Vrijster te eindigen. Maar de tijden
Werden anders en de nieuwe sociale
Verhoudingen brachten mee, dat de
Vrouw en het meisje beiden een haar
iot nog toe onbekend gebied betra
den, door ook in de maatschappij
werkzaam te zijn. En zoo komt het nu
Ook, dat eenigszïns moderne ouders
rich tegenwoordig even goed de vraag
Stellen: „wat moet ons meisje wor
den?"
Nu is het natuurlijk niet gezegd,
dat de beroepskeuze voor het meisje
een zoo beslissende stap is als voor
den jongen, want in den regel ver-
Valt met haar huwelijk, ook de uit
oefening van haar beroep. Vandaar,
dat ouders zie hwel eens tweemaal
bedenken of ze hun meisje nu zullen
laten studeeren, te meer, daar ze dan
'dikwijls niet de gelegenheid heeft om
rich voor te bereiden voor haar mo
gelijke positie van huisvrouw. In den
(egel geeft de financieels zijde van de
kwestie dan wel den doorslag. Is er
nog maar een klein sommetje ovetr
Voor haar, dan bewaren de ouders
dit liever voor een bescheiden bruids
schat en laten haar iets leeren, dat
een kortere en minder kostbare voor
bereiding eischt. Toch is het maar ge
raden, om ook onze dochters door
haar opvoeding in staat te stellen in
haar eigen levensonderhoud te kun
nen voorzien, want de kans op een
huwelijk wordt al geringer. Het
Schijnt, dat de man zich tegenwoor
dig langer bedenkt, eer hij tot een
huwelijk over gaat; misschien wel,
omdat de levensstandaard over 't ge
heel zooveel hooger Is geworden. (1)
Vele mannen komen daardoor eerst
op middelbaren leeftijd in de financi-
eele omstandigheden, die hun veroor
loven er een huishouden op na te
houden. Dan moet men niet vergeten,
dat in de stad ten minste, heit leven
Voor de ongetrouwde heer en hoe lan
ger hoe gemakkelijker wordt ge-
tnaakt, zoodat ze niet zoo gauw zul
len verlangen naar een huwelijk, en,
door dit lange uitstellen gaat de man,
meer kalm redeneerend, zijn eischen
ook hoo langer hoe hooger stellen.
Misschien ziet menig man er dan ook
hog tegen op, een wél-gestudeerd,
tnaar niet hulshoudelijk-ontwikkeld
(1) Is, willen wij vragen, daaraan
bok niet voor een deel het meisje zelf
schuld dat ten opzichte van de inrich
ting van haar huis, haa rboiletten en
eventueel dienstpersoneel, hoogs el-
fechen stelt? Wanneer zij bereid was,
het huwelijk aan te vangen mét den
éenvoud van vroeger, dan zou, mee-
hen wij, de jonge man niet zoo tegen
den grooten stap opziea.
REDACTIE,
meisje tot zijn vrouw te kiezen. In
elk geval, hoe dit nu ook zij of niet,
de kans op een huwelijk voor de meis
jes wordt al geringer: dus van een
economisch standpunt uit, is het zeer
te wenschen, dat de vrouw zich ook
een zelfstandig beroep kiest. En toch
is het immers maar veel beter, dat
ook zij in staat is zichzelf te onder
houden.
Hoeveel huwelijken werden er vroe
ger niet gesloten, van den kant der
vrouw, alleen maar om verzorgd te
zijn. De kans op huwelijksgeluk is in
zulke gevallen ook uiterst gering, ter
wijl bij een van weerskanten vrijwil
lige keuze, het huwelijk veel idealer
wordt. Ook zelfs voor degenen, die
genoegzaam met aairdsche goederen
gezegend rijn, is het nog aan te be
velen, maar een beroep te kiezen,
want arbeid is voor alle menschen
het heilzaamste wat er bestaat Het
geeft kleur en inhoud aan een leven.
En niet alleen van een materieel
standpunt af, maar ook In verband
met de heele beschavlngsleer der
menschheid is het van belang, dot de
meisjes een goede vakopleiding krij
gen: want niet dilettantenwerk, maair
wel ernstige vakstudie werkt karak
tervormend. Ze verbreedt den blik,
maakt veelzijdiger ontwikkeld en
doet ook vooral haar bewust- moree-
len invloed voelen op elke persoon
lijkheid.
De geest van den tijd verlangt, dat
ook het meisje een ruimer Inzicht
heeft In het zoo gecompliceerde ge
meenschapsleven, dat zij een zelfstan
dig oordeel heeft, zich zelf een begrip
heeft leeren vormen van het ontstaan
van het recht van bezit, het onder
scheid in rang en stand en al derge
lijke maatschappelijke verhoudingen.
En hoe dikwijls komt het niét voor,
dat de vrouw als weduwe nagenoeg
onverzorgd achterblijft; heeft zij dan
vóór haar huwelijk een beroep uit
geoefend, welnu, mogelijk kan zij dit
voortzetten, waardoor zij weer op el-
gen beenen kan staan.
En nu nog een enkele wenk bij de
keuze van het beroep: Ga vooral ook
te rade met den natuurlijken aanleg
van het meisje, zoowel physiek als
moreel en klas niet een geleerde stu
die, alleen voor den schijn. Bedenk
dat niet het beroep den persoon vormt
maar de persoon het beroep.
Ook het eenvoudigste kan zóó uit
gevoerd worden dat het een zegen Is
voor de omgeving en een aanwinst
voor heel de maatschappij.
MARIE VAN AMSTEL.
Het Rijke Natuurleven
HERFST en HERFSTPLANTEN.
Als in de lente de natuur zich tooit
met de heerlijkste bloemen, als alles
jeugd en blijden levenslust ademt,
als de vogeltjes hun frissche stemme
tjes door geheel het woud doen weer
klinken, dan is het een genot te dwa
len door velden en bosschen, dan is
het een vreugde in een rijk met na
tuurschoon gezegende omgeving te
wonen om te kunnen genieten van al
die pracht en die weelde. Wij zijn
dan geneigd tot zingen en juiohen,
wij voelen ons als verjongd te mid
den der opbloeiende natuur.
Anders is de Indruk dien het herfst
landschap op ons maakt. Wel is ook
dan het woud rijk aan stemmingen,
wel werkt ook dan de natuur op ons
gemoed, maar de uitwerking is tegen
gesteld aan die welke de lente bij
ons teweegbreng! Wij rijn hier meer
geneigd tot ernst en somberheid.
De herfst spreekt ons van de ver
gankelijkheid van het bestaande en
roept herinneringen bij ons wakker.
Het is de verandering die in de na
tuur plaats grijpt, die ons zoo eigen
aardig treft. De planten en dieren
gaan rich wapenen 'tegen de nade
rende koude, de natuur gaat rusten,
na de inspanning van den zomer,
maar als vergoeding voor wat zij ons
ontneemt schenkt zij ons eerst nog
haar rijkste schaftten; vóór de winter
gaat heerschen worden bosch en veld
nog getooid met de warmste tinten
en do levendigste kleuren.
Ga nu een duinwandeling maken,
beklim een hoogen top en blik van
daaruit om u heen. De wonderlijke
kleurenmenging zal u verbaasd doen
6taan en het oog zal wonden geboeid
door de rijke afwisseling van groen,
van rood en violet. Het Is niet slechts
de wilde wingerd, die in dezen tijd
haar prachtig scharlaken laat zien,
ook de bramen en de gxootbladige
eiken doen mee In hét kleurenspel en
de kardinaalemutsjes zijn als kleine
klokjes, die worden bewogen door
den herfstwind.
Deze laatste planten zijn zoo talrijk
in onze duinen, zij zijn zoo karakte
ristiek van vorm en in het oog loo
pend van kleur, dat wij ze genist
wat gedetailleerd kunnen beschou
wen, zonder gevaar te loopen, over
onbekende dingen te spreken.
De takken van dezen fraaien hees
ter zijn groen gekleurd, maai' bij de
ze overeenkomst met andere planten
vertoonen zij een eigenaardig var-
schil. Over de geheele lengte ziet men
vier kurkachtige strepen, waaraan de
planten ook vóór den bloei en de
vruchtvorming reeds door lederen
leek zijn te herkennen. Vrij vroeg in
bet voorjaar komen de kruiswijs ge
plaatste, gezaagde bladeren te voor
schijn. Hun fraai groen steekt dan
aardig af bij de nog gedeeltelijk dorre
omgeving. Later in Mei en Juni ver
schijnen don de kleine bloemen. Erg
opvallend zijn deze nle! Wel doet
dat wit der vier kroonblaadjes aardig
aan, wel hebben de vier meeldraden
mooie oranjekleurige helmknoppen,
maar alles is te klein en te onaan
zienlijk.
Veel belangrijker en mooier zijn
dan ook de vruchten. Deze hebben
zoo'n prachtige karmijnkleur dat
geen enkele gekweekte plant beter
past ln een herfstbouquet, wóarin
aan de kleurcombinaties de meeste
zorg is besteed.
Deze zoo opvallend gekleurde vruch
ten stempelen de kardinaalsmuts tot
een onzer meest geliefde herfslplan-
ten, aan hen heeft deze plant haar
groote bekendheid te danken. Tijdens
den bloei zijn zij groen gekleurd. Dui
delijk is de toekomstige vorm dan
reeds waar te nemen al komt het
krulsmodel later wat meer tot zijn
recht.
In dezen tijd zijn de vruchten na
genoeg rijp. Het is aardig, dat de
plant juist in den herfst haar grootste
pracht heeft bereikt, een tijd waarin
de meeste planten hun sieraden gaan
verliezen.
De naam zegt reeds zander dat wij
ze hebben gezien, hoe de vruchten zijn
gevormd. Heel goed gekozen lijkt mij
ook de naam verborgen oranjeklan
ten.
Hebt gij deze vruchtjes wel eens ge
opend?
Wat liggen die oranjekleurige za
den daar aardig in die bedjes van
rose zijde. Wat wij nu met geweld de
den, wordt later door de najaarszon
gedaan.
Deze beproeft haar krachten op
den harden vruchtwand en na enkele
dagen heeft rij de overwinning be
haald. In dien tijd zijn de vruchten
het sierlijks! De zaden bengelen nog
eenigen tijd aan dunne teere steeltjes
en geven den vruchten een sierlijk
voorkomen. Nooit zijn rood en oranje
in zoo volmaakte harmonie als Juist
hier. Vroolijk wiegelen deze herfst-
klokjes op den adem van den wind
en eerst als gure najaarsstormen het
schoone herfstkleed gaan verwoesten,
eerst als aan alle pracht een einde
komt, laten ook de zaadjes en de
vruchtwanden los, de eerste om te
rusten tot de volgende lente, de laat
ste om te vergaan.
Dan vallen ook de bladeren af en
weldra heeft de plant niets meer over
dan de naakte takken en de enkele
verschrompelde blaadjes, wier vaat-
bundels nog met den tak rijn verban
den.
Daar de menschen worden zij dan
weer ge ruimen tijd schromelijk ver
waarloosd.
Meen echter niet dat de plant zich
dan eenzaam gaat gevoelen, want
nauwelijks Is de koude begonnen, of
heele scharen hongerige dulnkonijn-
tjes gaan hun tanden eens probeeren
op den bast der stammen an zelfs der
takken.
Er zijn dan gauw plaatsen in de
duinen waar geen enkele gave kar
dinaalsmuts staat. Zoo hoog mogelijk
trachten de brutale springers zich op
te heffen, om het weinige voedsel dat
de schors hun biedt te bemachtigen.
Altijd heb ik gedacht, dat dit den
dood der planten tengevolge zou heb
ben, ten minste, als zij de stammen Ln
de rondte zouden bewerken.
Om zekerheid te hebben, heb ik
daarom den vorigen winter enkele
geringde stammetjes gemerkt en ln
het voorjaar de resultaten gaan op
nemen. Het grootste deed der planten
droeg volop bladeren. Aan den voet
waren de stammen geheel wit, maar
de top was even dicht begroeid als die
der niet mishandelde buren. Wij mo
gen daaruit dus het besluit trekken,
dat de ontvelling ln de meeste geval
len niet diep genoeg gaat en dat de
sappenstroom nog even regelmatig
plaats heeft.
Die, waarbij het houtlichaam geheel
aan de oppervlakte was gekomen ver
droogden en stierven af, maar het
aantal dezer planten was gering in
verhouding tot de overige gelukkiger
soortgenooten.
Intusschen is dit ontvellen, al Is het
niet direkt doodelijk, toch schadelijk
voor de plant en wij doen goed, de
konijntjes zooveel mogelijk uit de
houtaanplantingen te weren.
H. PEUSENS.
De Steelznchtige.
Dokter Serlais ia een specialiteit
voor steelzuchtigen. Hij heeft met de
grootste nauwgezetheid de zieken be
studeerd, door deze zonderlinge
kwaal, speelzucht of kleptomanie ge-
heeten, aangetast De kleptomanie
met al haar verscheidenheden heeft
voor hem geen geheimen meer: hij
heeft er groote ervaring in verkregen.
In een huis, dat hij te Saint Mande
bezit, neemt hij de zieken in pension,
die men hem toevertrouwt, hij ver
laat hen niet, hij slaat hen voortdu
rend gade en tracht hen te genezen
van hun noodlottigen hartstocht. Hij
is een zeer zachte, geduldige dokter,
die belang in zijn zieken stelt, die
liefde en hart voor hen heeft, hij
houdt voor hen een boetepreek of
geeft hun vaderlijke vermaningen.
Hij heeft groot vertrouwen ln zijn
kunst, hij verricht wondoren.
Als de zieken betar worden, gaat
hij met hen uit, stelt hen bloot aan be
koringen om hen te beproeven; indien
zij nog bezwijken, treedt hij tusschen-
beide, neemt him het gestolen voor
werp af, geeft het aan den eigenaar
terug en berispt met zachtheid den
schuldige.
Hij telt een zeker aantal genezin
gen. Zijn roem is ver verbreid, uit
alle landen komen zieken naar hem
toe.
Onlangs ontving bij bezoek van oen
huisvader, die er treurig uitzag.
Dokter, zei de bezoeker tot hem*
ik ben markies Lina Croz, Ik kom uit
Madrid om u te spreken; ik heb uw
groote geleerdheid en bekwaamheid
hoog hooren roemen.
Mijn geleerdheid is zeer gering,
onderbrak hem de dokter nederig.
Gij zijt een meester in uw kunst
Ik doe wat ik kan.
Gij ziet hier voor u een armen
vader, bijna tot wanhoop gebracht;
ik heb een dochter, die door de vree
selijke kwaal is aangetast, waarvan
gij studie hebt gemaakt. Het is on
begrijpelijk hoe mijn dochter met die
vreeselijke kwaal behept Is; zij heeft
steeds niets dan goede voorbeelden
voor oogen gehad, zij heeft een goede
opvoeding genoten, zij is voortdurend
bewaakt en nagegaan, ik kan niet be
grijpen, hoe die hartstocht in haar
ontstaan is.
De oorzaken zijn vaak ondoor
grondelijk, zei de dokter ernstig.
Er Is iets in haar, sterketr dan
haar wil, dat haar onophoudelijk
aanzet, rich voorwerpen toe te eige
nen, die haar niet toebehooren. Zij
spreidt daarbij ongelooflijke slim
heid, verwonderlijke handigheid en
groote vermetelheid ten toon; rij jaagt
mij onophoudelijk schrik aan. Niets
kan haar verbeteren, noch verwijten,
noch zachtheid, noch geweld. Ik heb
alles beproefd."
Het geval Is ernstig, merkte de
dokter op.
Zij gaat nooit alleen uit, hernam
de markies, zij is steeds vergezeld
door eene Engelsche gouvernante, een
zeer ernstige en vertrouwde persoon,
die haar voortdurend gadeslaat en be
waakt, en ondanks die voorzorgen,
slaat mijn ongelukkige dochter nog
vaak haar slag, en dikwijls word ik
daardoor in moeilijke en zeer onaan
gename zaken gewikkeld. In één
woord, het is niet langer om uit te
houden. Ik zou haar ln het huwelijk
willen doen treden, maar dit Is on
mogelijk, zoolang zij niet van haar
vreeselijke ziekte genezen is. Men
heeft mij aangeraden naar u te gaan,
gij alleen kunt haar redden.
Ik kan het ten minste beproe
ven, zei de dokter, Ik mag mij gedu
rende mijne jarenlange pnactijk op
eenig succes beroemen; die ziekte is
niet altijd ongeneeslijk.
Gij laat mij dus nog eenige hoop?
vroeg de markies verheugd.
ONZE ANNONCES
WORDEN OPGEMERKT»
nan-'jaaamarj-»-. .gjMHimr.e'
Ik kan u niets beloven, ik moet
haar eerst wat hebben gadegeslagen.
Ik zal haar morgen met haar
gouvernante bij u zenden, ik zal baar
bij u in pension laten, totdat zij gene
zen is.
Ik zal haar vertrekken laten ge
reed maken, zei de dokter.
Wat mij betreft, zei de markies,
Ik zal mij zoolang te Parijs vestigen,
ik zal haar dikwijls komen opzoeken.
De markies en de dokter bespraken
daarna den prijs van het pension,
men kwam overeen, dat in goval van
succes de markies twaalfhonderd
francs aan den dokter zou geven.
Den volgenden morgen bracht de
ongelukkige vader zijn dochter, een
zeer mooi meisje van achttien jaar. De
gouvernante vergezelde haar.
Bij het zien van zijn patiente
kromp het hart van den goeden dok
tor van medelijden ineen. Iioe jam
mer, dacht hij, dat zoo iemand met
die vreeselijke kwaal behept is.
Na het vertrek van den markies in
stalleerde de dokter zijn pensionnai-
ras; daarna onderhield hij zich met
het jonge meisje.
Toen het onderhoud geëindigd was,
bemerkte de dokter, dat zijn horloge
verdwenen was.
Mijn kind, zeide hij tot de zieke,
gij hebt mijn horloge ontvreemd.
Het jonge meisje keek hem met ver
wonderd gezicht aan.
Ik? Ik heb het niet gezien.
Geef het mij terug, hernam de
dokter.
Gij vergist u, zei zij.
Gij alleen hebt het kunnen doen,
gij hebt echter onwetend gehandeld,
gehoorzamend aan uw ziekelijke na
tuur.
Ik heb het niet, zoek maar.
Spaar mij die moeite.
Mylady heeft het horloge on!
vreemd, zei het jonge meisje, het
handvaiiesje van haar gouvernante
openend, kijk maar, voegde zij er bij.
Het horloge lag er werkelijk is.
Het is slecht van u, mij te be
schuldigen, zei de Engelsche, gij hebt
het horloge In mijn valiesje verbor
gen.
Ja, lk heb het gedaan, bevestigde
het jonge meisje triomfantelijk, nie
mand heeft er iets van gemerkt.
Zij zal moeilijker te genezen zijn
dan ik dacht, mompelde de dokter.
Den volgenden dag ging hij met
zijn pensionnaires uit.
Zijn patiënte drukte het verlangen
uit eenige lnkoopen te doen in een
parfumeriewinkel.
Zij trad binnen en vroeg eenige fla
cons reukwater.
Een bediende legde er eenige op
de toonbank. De dokter sloeg de min
ste bewegingen der zieke gade. Eens
klaps zag hij, dat zij een flacon ln
haar zak liet glijden.
Hij nam haar ter zijde en verweet
haar op vaderlijken toon heutr fout.
Zij ontkende eerst. De dokter haal
de toen het fleschje uit haar zak.
Het is maar een grap, zei zij een
beetje beschaamd.
Betaal het en ge kunt het behou
den, hernam de dokter.
De prijs Is zes francs, zei de be
diende.
De dokter betaalde en gaf het flesch
je aan het Jonge meisje teu*ug.
Neen, zeide zij geheel treurig, nu
geef ik er niets meer om.
De dokter hield aan.
Het Is vergeefs, hernam zij, nu
bet betaald is heb ik er geen pleizier
meer in.
Om zijne patiente niet meer aan de
bekoringen bloot te stellen, verbood
de dokter haar eenige dogen het huis
te verlaten. Toen hij oordeelde, dat
hij het weer kon wagen, stemde hij er
in toe haar te laten uitgaan.
Zij vroeg eenige groote winkels te
zien.
De dokter vergezelde haar, en sloeg
haar nauwkeurig gade, Zij gedroeg
zich goed.
Toen zij thuis gekomen waren,
opende zij haar valiesje en zei:
Kijk eens, Ik heb dat alles weg
genomen.
Het valiesje was gevuld met aller
lei gestolen voorwerpen: kant, juwee-
len en andere snuisterijen.
Men heeft er niets van gezien,
zei zij, ik ben slim.'
De dokter was verbaasd.
Ge moet alles teruggegeven, zei
hij.
Teruggeven, riep zij uit, waar
om? Ik geef niets terug.
De dokter berispte haar..
Wees verstaand ig, zei hij, men
moet zich nooit dingen toeëigenen,
die ons niet toebehooren. Dat is strij
dig met de eerste voorschriften der
moraal, gij stelt u bloot aan vervol
ging, gij weet, dat de diefstal door
de wetten gestraft wordt; men zal u
met moordenaars en dieven opslui
ten, gij zult vooï het gerecht gedaagd
en veroordeeld worden tot een on!
eerende straf, dat zal een schande
voor u en uw familie zijn.
Niet gezient niet gesnapt, zei het
jonge meisje.
Men heeft u ditmaal niet ver
rast, een andermaal zal men u ech
ter op heeterdaad betrappen.
Welnu, mijn vader zal betalen.
De dokter verbood opnieuw zijn pa
tiente het huis te verlaten. Hij ver
maande haar en trachtte haar te
doen begrijpen, dat haa rongelukkige
hartstócht noodlottige gevolgen zou
hebben.
Zij luisterde zwijgend toe.
Hij deed haar beloven niet weer
opnieuw te beginnen en bleef haar
verbieden uit te gaan. Op een namid
dag moest hij do stad uit; hij ver
trouwde zijn patiente aan de gouver
nante toe en beval haar goed over
haar te waken. Toen de dokter des
avonds terugkeerde, was hij zeer ver
baasd te hooren, dat de zieke ondanks
zijn verbod met baar gouvernante
was uitgegaan.
Toen hij zijn kantoor binnentrad,
was hij echter nog meer verwonderd
hier alles ten onderste boven te vin
den; verscheidene voorwerpen van
waarde waren verdwenen; zijn secre
taire was opengebroken en een be
drag van dertig duizend franks, die
hij er onlangs in gelegd had, was er
uit ontvreemd.
De dokter begaf zich aanstonds
naar den markies Llna-Croz, naar
het adres, dai hij had gegeven: hij
was er echter onbekend.
De markies, zijn dochter en de
gouvernante waren een trio geraffi
neerde oplichters.
Thuis komend vond de dokter een
brief van den volgenden Inhoud:
„Waarde dokter!
„Ik neem mijn dochter terufc
neem het mij niet kwalijk, dat lk de
twaalfhonderd franks niet betaal, zij
is niet genezen."
Geen ongeluk, zonder
geluk.
Mijn ideaal, mijn levenawensch was
vervuldik had een automobiel. Van
al mijn wenschen was deze de grootste
geweest en zonder bedenkingen had
ik alle kleinere aan de vervulling er
van opgeofferd. De iels naar Spanje,
de beide Perzische tapijten, die ik in
hunne etalage reeds zoo vaak had be
wonderd, zelfs do bontmantel, zon
der welken lk vroeger niet aan don
komenden winter had durven denken.
Maar dat alles moet natuurlijk ach
terwege blijven voor de auto.
Een echtgenoot noemt zoo iets ver
standig. Maar daarvoor was do auto
dan ook waarlijk prachtig. Sneeuw
wit gelakt met blauw leeren zittingen
en bekleeding. Alleen ging het instap
pen wat moeilijk. Ik geloof, dat
slechts een zeer goed acrobaat dat
zonder moeite vlug kon doen. Ik ben
geen goed acrobaat, zelfs geen matig
acrobaat en mijn man evenmin. Vóór
dat ik dan ook daarvoor de noodige
behendigheid had verkregen, waren
een paar weken vervlogen en tegelijk
daarmee drie van mijn mooiste cos-
tuums. Maar des te grooter was dan
ook onze trots, toen we er goed en wel
Inzaten en onder de zekere leiding van
een chauffeur, dien een tuffende
vriend ons tijdelijk had afgestaan,
door de straten suisden.
't Was verrukkelijk. Een schaduw
zijde was wel, dat onze auto niet over
dekt was. De aanbrenging van een"
dak met glas, enz., zou ongeveer veer
tien dagen duren en zoo lang konden
we ons onmogelijk van onze kar schei
den. We dachten er echter niet lang
over en in het gure herfstweder reden
we den ganfichen dag door ln onzen
open wagen.
De wind woei ons om de ooren, de
koude regen kletterde ons üi het ge
zicht en doorweekte ons door en door.
Weer bewees het zwakke geslacht ster
ker te zijn don de mannon. Ik hield
dapper stand tegenover de kuren van
het weer, maar mijn man vatte een
zoodanige koude, dat do dokten, die
oomplicaties vreesde, hem dringend
voorschreef onmiddellijk de warme
lucht in het Zuiden to zoeken. Zoo
ging hij toch nog naar Spanje. Vóóraf
echter wilden we een nieuwen chauf
feur zoeken, opdat ik me met autorij
den kon troosten.
On onze advertentie kwamen hon-
derde aanbiedingen. Onze keus viel na
lang zoeken op een klein, vlug, zwart
mannetje, dat Gustaaf heette. Zijn ge
tuigschriften waren zoo schitterend
als getuigschriften maar kunnen zijn.
Ieder, die eens het geluk had getrof
fen Gustaaf tot chauffeur te bezitten.