I HAARLEM'S DAGBLAD. DERDE BLAD. FEUILLETON De Generaal. ZA.TKÜDAG 9 OCTOBER 1909 OM ONS HEEN No. 100». De Groet. Een van mijn kennissen liet zich .aanmelden, werd in de spreekkamer van het redactiebureau gelaten en lei daar zijn ronden, zwarten hoed met Stijven rand voor zich neer op tafel. Pat deze bijzonderheden beteekenis {lebben, zal nader blijken. '•„Kun jew, zoo vroeg hij, „nu niet «ons wat doen aan dat ellendige groe ten „Hoezoo „Afschaffen, bedoel ik 1" Bij zulke verzoeken glimlach je wel willend, maar je glimlacht. Wij schaf fen weinig aan, maar nog veel min der af. Krantonmenschen schrijven do .wereldhistorie heel indirect en uit de verte. „Wat kan ik er aan doen murmelde ik, welwillend. ,,'t Is te gek", viel hij uit. „lloe Lan ger ik hier woon, des te meer word Ik gegroet. Iedereen bij wien Ik wat koop, gaat me groeten, zijn bediende begint ook te groeten, de kellner, dio me soms een kop koffie brengt, vindt dat hij me op straat moet groeten. Ais ik niet teruggroet, ben ik een lom- pert. En 't kost me maar hoeden. Draag ik een slappen hoed, dan trek ik mei al dat groeten den rand naar henedii, heb ik een strooien hoed op, dan is de rand in een oogwenk naar de maan. Ik wil niet zooveel groeten. In Engeland doen ze dat veel minder. Kom je daar je gelijken tegen, dan zeg je bonjour. Voor een lioogeren buig je even je hoofd, maar neemt den hoed niet af. Dat vinden de En- gelschen niet mannelijk. Ze doen hier in alles de Engelsche mode napet ten, boorden, dassen, schoenen, 't moet alles Engelsch wezen. Waarom dan ook de groetmode niet Ik wou hem antwoorden, met ik weet niet meer welke opmerking die geen hout sneed, toen hij voortging „En dan de dames. Ik kan met den besten wil van de wereld die toiletten niet uit elkaar houden. Vandaag dra gen ze een groenen hoed, morgen een blauwen, dan een voile,dan weer geen voile, den eenen mantel of den anderen mantel Ik kan ze maai' niet telkens herkennen. Loop je zon der groeten voorbij, dan ben je lomp 1 Dat is in Engeland ook veel beter. Daar groet do dame eerst, met een hoofdknikje, zoo (en hij deed het me voor). Dan neemt de heer zijn hoed af, niet als hier met een zwaai van wat ben je me, maar even, zoo (en hij toonde het me). Zoolang als hier die groeterij zoo hevig is, draag Ik alleen harde hoeden met een stijven rand 1" Ik betoogde dat dit nu eenmaal ge bruik is, dat de menschen er aan ge woon zijn, dat iemand die niet op de voorgeschreven manier groet, onbe leefd wordt gevonden en zoo ineer. Het hielp niet, hij was niet te vermur wen. Ik moest en zou daar verande ring in brengen. Zoo nam hij af scheid, zette zijn harden hoed op en wandelde weg, met de mededeeling, dat ik er dus wel voor zorgen zou. Beteuterd bleef ik achter. „Lever me binnen eon uur een schijf van de maan, met boter en suiker", had hij mij evengoed kunnen opdragen. En ik zette me tot peinzen, in de hoop een uitweg, ol als die er niet was, een uitvlucht te vinden. Er uit raken moest ik in ieder geval. Sedert do zeventiende eeuw min stens ontbloolen we het hoofd voor el kaar, bij wijze van begroeting. ALs lk zeg wij, dan bedoel ik natuurlijk onze familiën, want wij waren er in die da gen nog niet. Het geldt dus, een oud en deftig familiegebruik zoo maai1 eens even op zij te zetten. En het feit, dat de groet door afnemen van muts of hoed voorheen een teeken van on derdanigheid, dus van minderheid, was, doet ter zake niet af, omdat die zelfde groet nu, behalve een blijk van eerbied, ook van vriendschap en wel willendheid geworden is. Iedereen groet op die manier tal van personen, tegenover wie hij geen onderdanig heid gevoelt, maai' dien hij een be leefdheid, een genoegen wil aandoen. „Zoo, is u daar ook wel, dat doet mij genoegen I Nu, ik wensch u een goeden dag I" Zoo denkt ongeveer iemand, die een ander op straat ont moet in zichzelf en neemt daarbij den hoed af. Maar hoed afnemen en hoed afne men is niet hetzelfde. Er zijn er, die dezen groet beoefenen als een weten schap. Zien ze iemand aankomen, dien zij wenschen te groeten, dan blij ven ze bijna staan, vatten den hoed aan en brengen dien zoover naar be neden, dat hij bijna de steenen raakt. Deze categorie groet weinig, maar ernstig. Als 't hoed afnemen verboden werd, zou het hun tot in de ziel grie ven. Die van de tweede soort nemen het luchtiger op, zij groeten veel, maar meer terloops, als een plicht, waaraan ze zich, Ik verzeker het u, niet zouden willen onttrekken, maar waarbij hun hart toch niet sneller klopt. En de derde categorie bestaat uit listigaards. Die wachten totdat zij vlak bij het groetvoorwerp gekomen zijn, brengen dan met een zwierig armgebaar de hand naar boven en nemeai den hoed niet af, maar raken dien slechts even aan. De gegroete kan dtat bedrog alleen opmerken, wan neer hij omkijkt, maar de goede vor men brengen mee, dat hij zich daar van onthoudt. Mijn lastgever kan dit opmerken bij den heer hei, daar had ïk bijna een naam genoemd, ik bedoel bij een bekend ingezetene, die hem in deze kunst wellicht een lesje zal willen geven. We zouden dus niet meer den bood moeten afnemen I Maar wat dan Een knikje, een hoofdbuiging Ik zie de verontwaardigde blikken al, waar mee de knikker zijn groet onbe antwoord zou zien. Want Haarlem is Londen niet Daar, in de drukte van duizende menschen, behoeft niemand een ander te zien, omdat hij immers verreweg de meesten niet kent. Maar hier, in ons goeie Haarlem, waar we elkaar bijna allemaal kennen, ver wachten we eikaars groet, we reke nen er op. Londens bevolking bestaat uit eenige millioenen onbekenden, in Haarlem wonen zeventigduizend huis- genooten. Of kent mijn Engelsche vriend het gezegde niet„als je twee maal de Groote Houtstraat op en neer gegaan bent, kennen ze je in de stad." 't Klinkt dreigend, maar 't is niet zon der fond van waarheid. En zouden wij dan voortaan, alle standen door el kaar, hooger en Jager geplaatsten, el kaar alleen maar toeknikken Dan de militaire groet, zegt mijn lastgever. Die hebben we voor een deel al ingevoerd. Wie een pet draagt, mag op soldatenmanier groeten. Maar, ik vraag u in gemoede, wie wijst er nu met zijn hand naar den rand van een stroohoed of, vreeseiij- kcr nog, naar dien van een hoogen hoed Dat zou in strijd wezen met de allereerste begrippen van elegantie, lk zie er geen gat in en toch: mijn bezoeker heeft me nu eenmaal de taak opgelegd, om hem van 't hoedafnemen to verlossen. Vóór de hoed afgenomen werd, groetten de menschen elkaar met woorden. Schalöm lechdl (Vre de zij met u) zeiden de Hebreeërs tot elkander. Chaire (verheug urie pen de Grieken elkaar toe. Es so- lam aleikum (vrede zij met u) zeiden do Arabieren. Maar klassieke termen zijn niet meer in den smaak en de Arabische groet klinkt te veel als de aanprijzing van een cigaretten- merk. Ook hier is dus geen heil te vinden, ja zelfs is het tegenwoordig volkomen uit den vorm, om elkaar bij het voorbijgaan een mondelinge groet toe te voegen. Want, om open kaart te spelen, mijn Engelsche vriend wil iets, dat wij Nederlanders niet willen. Wij zien een deftigheidsmeter in liet hoedaf nemen. Wie het doet, precies volgens de laatste voorschriften, met die juis te arm- en handbeweging, niet te veel links en niet te veel rechts, moet wel een deftig en beschaafd man wezen. Dat ls de reden, waarom in onze sa menleving do groote groet, legrand coup de chapeau in eere blijft. Ik zie eerlijk gezegd, geen kans daar tegen op te tomen, ik doe afstand van de opdracht. Het is met <lie over oude gebruiken net als met een egel ze hebben overal punten, waar je je aan kwetsen kunt en je weet niet, waar ze aan te vatten. Een voorzich tig man begint dus den aanval niet En als mijn lastgever, wat lk wel vrees, niet voldaan is, dan raad ik hem aan „blijf harde hoeden dragen, ze kunnen er tegen 1" J. C. P. SJaitenlandsch Overzicut OCST-AZIATISCHE QUAESTIES. Kleine oorzaken hebben soms groo te gevolgen. De waarheid van dit spreekwoord is nu weer voor den zoo- en zooveelston keer bevestigd. To Charbin een stad in Mantsjoe- rije staat een brouwerij, die oor- zo ak is geworden van een stoornis in da goede betrekkingen tusschen Duitschiand en Rusland in het Verre Oosten. Deze brouwerij gaat door voor een Duitsclie onderneming. Nu was de directie in moeilijkheden geraakt, en betaalde de verschuldigde belastingen niet, zoodat tot gerechtelijken ver koop der brouwerij was besloten. Toen do deurwaarder evenwel tot dien verkoop wilde overgaan, wendde zich de directeur der fabriek met zijn Duitsche werklieden tot het Duitsche consulaat om bescherming, de fabriek werd door den consul tot Duitsch ter ritorium verklaard, en de Duitsche vlag op het gebouw geplaatst. Het kwam tusschen den deurwaarder, die toch met een aantal Russische politie agenten liet gebouw binnendrong, en do werklieden tot een gevecht, met het resultaat, dat de politie de over hand behield en de verkooping toch plaats had. De Russische politie maakte intus- schen proces-verbaal op tegen de Duitsche werklieden, wegens beleedi- ging, verzet en belemmering bij de uitoefening van haar taak, terwijl de Duitsclie consul antwoordde met een klacht wegens schending der exterri torialiteit. Nu is intusschen uit een nader in gesteld onderzoek gebleken, dat de Duitsche consul te Charbin zich (fi guurlijk gesproken) in den vinger heeft gesneden en zijn optreden vol komen ongemotiveerd was. De consul ziet zich genoodzaakt zijn vergissing openlijk te erkennen en te verklaren, dat de Duitsche brouwerij, die zich verzette tegen den verkoop van de zaak, door een Russische rechtbank bevolen, op Duitsclie be scherming geen aanspraak kon ma ken. Do Duitsche vlag, die men er op geheschen had, is op bevel van den consul neergehaald, terwijl daarente gen de vervolging, van Russische zij de ingesteld tegen de Duitschers, die Russische beambten, toen dezen de brouwerij binnen drongen, hadden bolcedigd en geslagen, verwezen is naar den Duitschen consul te Moek- den, als behoorende tot diens recht spraak. Hiermede is het inciderjt op vredelievende wijze uit do wereld ge holpen, maar't heeft ook nog een ander staartje De quaestie heeft ten gevolge gehad, dat men is nagegaan, wat de positie der te Charbin verkeerende buitenlan ders is. Via 't officieel© inlichtings- bureau te Petersburg is het volgende bekend gemaakt „Vertegenwoordigers van enkele mogendheden met handelsbetrekkin gen in China, hebben twijfel geopperd aan liet recht, verordeningen af te kondigen, welk recht vanwege het stedelijk bestuur te Charbin, wordt uitgeoefend. In nota's, welke zijn ge richt tot de Chineesche en tot de Rus sische rogeering, hebben de bewuste vertegenwoordigers geconstateerd dat liet in bepaalde alinea's van het den lOden Mei te Peking onderteekende verdrag, aan hun staatsburgers het recht toekent van ex-territorialiteit. Voor zoover dat recht door verdragen wordt gewaarborgd, sluit het enkel in, het recht dat elke buitenlander heeft, van enkel te kunnen terecht staan ten overstaan van zijn eigen consul. Maar het ontslaat die buiten landers geenszins van den plicht, onn indien de stad Charbin nieuwe belas tingen oplegt, die belastingen te vol doen. Misschien, dat deze bekendmaking weer oen nieuw verzet uitlokt, want het moet tot heden met dat belasting- betalen dooi' buitenlanders niet nauw genomen zijn. Quaestie No. 2 is ingewikkelder, en wijst op een nieuwen Amerikaanschen veldtocht tegen Japan naar aanlei ding van de bepaling in hot verdrag tusschen China en Japan betreffende den spoorweg van Antoeng naar Moekden, volgens welke uitsluitend Chinoesch en Japansch kapitaal mag worden aangewend voor do mijnont- ginuing aan weerskanten van ge noemde spoorlijn, alsmedo van den Zuid-Ivjantsjoersehen spoorweg, zon der aanduiding van de grenslijn. De regeering in New-York ziet hier in een schennis van het stelsel van do open deur van de zijde van Japan, waartoe Japan zich heeft verbonden, krachtens het verdrag van Ports mouth. De Amerikaanscho regeering zou willen, dat Japan het spoorweg- verdrag weer zou terugnemen. China zou (althans volgens de Amcrikaan- sche medcdeelingen) genegen zijn de Vereenigde Staten hierin te steunen, omdat het erkent, dat het door Japan tot het verdrag gedwongen is. Het is de vraag, of Japan er in zal toestemmen, het verdrag te vernieti gen. Men vreest alzoo voor een herope ning der Oost-Aziatische quaestie. Verschillende Amerikaanscho bladen melden, dat de nieuwe Ainerikaan- sclie gezant te Peking, Crane, naar Washington teruggeroepen is, toen hij op het punt stond uit Californië naar China te vertrekken, ten einde overleg te plegen met Knox, den ml- nister van staat (buitonlandscho za ken). HET ENGELSCHE HOOG ER EN LAGERHUIS. De tusschentijdsche verkiezing voor het Lagerhuis, waarnaar de Unionis ten verlangden, om de stemming van het land te leeren kennen, is nu in zicht, en wel in een belangrijk dis trict. Het liberale lid dr. Cooper is Donderdagavond aan de gevolgen van eea beroerte, die misschien door par lementaire overspanning veroorzaakt was, bezweken. Hij vertegenwoordig de het Londensche district Bermond- sey, dat hij in 1906 met een meerder heid van 1759 stemmen aan do con servatieven ontworsteld had. In 1900 bedroeg de conservatieve meerderheid er nog 300 (40173717) stemmen. -Minister Churchill, te Londen ©en rede houdende, verklaarde niet te ge- iooven, dat het Hoogerhuis de be grooting zou verwerpen. Die verwer ping zou z. i. een constitutioneele bui tensporigheid zijn; een Kamer zon der vertegenwoordigend karakter zou dan immers regeeringen kunnen doen vallen of doen optreden. De regeering zou geen amendementen van de Lords aanvaarden en geen compromis aan gaan. DE CRISIS IN HONGARIJE. Minister-president Von Wekerle gaf den Keizer weer eens een nadere uit eenzetting van de iedenen, die hem nopen het ontslag te verzoeken van het Hongaarsche kabinet. De vorst antwoordde, dat hij binnen zeer korten tijd te dezer zake een be slissing zou nemen. 't Wordt ook tijd I FERRER IN DE GEVANGENIS. De correspondent van de „Matin" te Barcelona verzekert, dat hij met Ferrer in de gevangenis daar oen onderhoud heeft gehad. Ferrer zeido, dat men niets tegefi hem had kunnen bewijzen. Men had aan bijna drieduizend gevangenen, die sedert Juli in Catalonie opgesloten zaten, gevraagd, of zij bevolen van hem hadden gekregen. Allen hadden verklaard, dat zij hem niet kendon. Een had alleen gezegd „Ik meen, dat Ferrer een politicus is". Daaren tegen heeft te Masnou het heel© dorp, gesproken van geweerschoten, die zij in de richting van Premia (in de buurt van Montgat, waar het huis van Ferrer ligt) gehoord hadden en van eon bode, die van Ferrer's huis bevelen naar Premia zou gebracht hebben. De burgemeester van Premia houdt echter staande, dat, tijdens de onlusten, geen enkel gewapend man langs den weg van Montgat naar Premia is gekomen, omdat Montgat het eenige dorp was, waar niet ge staakt werd. Drie dagen en twee nachten lang, vervolgde Ferrer, heeft men in mijn huis olies ondersteboven gehaaid, zoo dot het. onbewoonbaar geworden is. Maar de politie heeft geen enkel be zwarend stuk kunnen vinden. Mijn verdediger is van mijne onschuld overtuigd en gelooft, dat ik vrijge sproken zal worden, indien men zich bepaalt tot de vraag van mijn schuld of mijn onschuld. Maar hij is bang voor de ongunstige stemming, die er te mijnen opzichte heerscht. Het eeni ge middel, om mijn onschuld te laten uitschijnen, zou zijn, dat men aan mijne zaak de grootst mogelijk© open baarheid gaf. Gij weet wat men tnct Dreyfus heeft uitgehaald Bij het scheiden zeide Ferrer Kijk eens hoe ik gekleed ben. Men heeft mij al mijne kleeren ontnomen, een apachenpet opgezet en een pak van zeven gulden aangetrokken, dat mij slecht zit. Alles om de rechters tegen mij in to nemen INTERNATIONAAL VREDES CONGRES. Bij de opening van het internatio nale vredescongres te Brussel waren ongeveer f-0 leden tegenwoordig. De heer Lafontaine nam het voorzitter schap waar. De heer Deneuvilie (Duitschiand), president van het internationale bu reau, sprak den wensch uit, dat de toenadering tusschen de verschillen de landen vergemakkelijkt zou wor den door internationale overeenkom sten en hij verklaarde te hopen, dat de Engelsche en Duitsche vredesvoor- standers zullen voortarbeiden aan de toenadering tusschen de beide volken eb ter bevordering- van inkrimping der oorlogstoerustingen. De heer Arnaud (Frankrijk) sprak de hoop uit, dat in het vervolg inter nationale geschillen scheidsrechter lijk zuilen worden beslist. De heer Alexander (Engeland uitte den wensch, dat aan den wedstrijd in oorlogstoerustingen tusschen Duitsch iand en Engeland een einde zou ko men. DE FRANSCHES IN COCHIN- CHINA. De zeeroover De than en 351 zijner aanhangers werden omsingeld door de colonne-Bonifaci en de troepen van Kharnian werden den 5deu October overvallen. Er ontstond eeh hevig ge vecht. De vijanden gingen op de vlucht met achterlating van 8 gewon den, 1 doode en een groote hoeveel heid munitie. Aan de zijde der Fransclien werd 1 Europeaan gedood en werden 13 Euro peanen, onder welke luitenant Gres- sine, gekwetst, terwijl nog 11 inboor lingen sneuvelden en 22 gekwetst wei-den. AARDSCHOK. Te Agram, bij Boedapest, is een hevig© aardschok gevoeld. Een aan tal woonhuizen en andere gebouwen, waaronder het post- en telegraafkan toor, werden beschadigd. Wokeijjkscb Beursovorzicöt yan Merens lieleman. Kassiers en Commissionnairs in Ef fecten, Damstraat 23, Haarlem. Telefoon 1240. WEEKBERICHT TOT 9 SEPTEM BER 1909. De eischen aan de geldmarkt ge steld in verband met de financieele regelingen, waarmede deze inaand- wisseiing gepaard gaat, hebben do kapitaaisruimte ten onzent sterk doen inkrimpen. Uiteraard heeft een ver meerdering der effectenzaken, zooals dat in de gepasseerde week kon wor den waargenomen, almede bijgedra gen tot de verheffing tot 2 3/4 van de prolongatierente. Die verhooging drukte ten zeerste de koersen van on ze Nationale Staatspapieren, vooral de Integralen ondervonden veel aan bod van hen, die geld moesten vrij maken om October-betaLingen te kun nen bewerkstelligen, of werden van de hand gedaan om elders hoogere rente te kunnen makenook do Drieën toonden in den loop der week eenige koersverlagingen. Hoewel er zich allerwege teekenen voordoen, dat er een tijdperk van mindere geld- ruimte op komst is, en dat is met liet oog op hot toenemend herstel van de achter den rug zijnde slechte tijden licht te begrijpen, mochten de Buiten- landsche geldcentra daarvan nog niet te veel invloed ondervinden. Enkele Staatsfondsen konden nog een min of meer vast verloop blijven handhaven, echter met zeer beperkte affaires. Russen werden bewerkt in verband met de nieuwe uitgifte van 4 1/2 Oblig. Moskow Kiew Woronesh, en waren op enkele dagen vast. De nieu we Obligaticleening dezer spoor moet haast wel geschieden ten koste van de aandeelhouders, want leest men het prospectus aandachtig, dan blijkt het, dat de rente op de straks ter in schrijving aangeboden wordende obli-; gatien nauwelijks verdiend wordt. Do eenige attractie er van is dan ook do garantie der Russische regeering. Dat men op Russische waarden nog gesteld blijft., bleek weder door» het spoedig verhandelen der genoenido obligation met 2 agio. Als de lee ning nu maai' werkelijk beoogt de ontwikkeling des lands en de spoor dus niet voor militaire doeleinden wordt uitgebreid, ia er nog vreda mee te hebben. Van do overige Buitenlandsche Staatspapieren viel er weder eens be weging waar te nemen in Preferente Peru vast was de houding, niette genstaande verminderde ontvangsten der Corporation, manipulanten zullen dart ook wel de oorzaak vormen voor de gunstige strooming. De locale markt was gedurende do gepasseerde acht dagen wederom vrij levendig, hoewel toch minder dan tij dens do voorgaande week. De Cultuur-waanlen werden thans, vooral gedurende de laatste dagen, door een anderen factor beïnvloed. Verleden week was het een gerucht aangaande verkoop van koffielanden door do Handelsvoroeniging Amster dam, waardoor men gestimuleerd werd, thans na eerst eenige reactie daarop getoond te hebben, kwam do afdeeling in goedo conditie door den ongunstigen stand van den Bietsui- keroogst, tengevolge van het aan houdende natte weer. Bepaald koersavans valt er voor do verschillende soorten niet te vermel den, daarvoor was het begin der week te ongeanimeerd. Alleen aand. Suikercultuur liepen iets op wij ves tigden op deze in ons vorig overzicht reeds de aandacht. De Mijnbouwmarkt had een onre gelmatig verloop, waarbij Ketahoens meest flauw, daarentegen Redjang Lebong on Totoks meerendeels vast van toon waren. Aandeelen Simau werden in de laatste dagen gevraagd in verband met de aanstaande in schrijving op de uieuwe aondeelen- uitgifte .de claims golden 20 k 22 Var de Buitenlandsche soorten onder gingen aandeelen Great Cobar koers- verhoogiug, naar men wilde op Bui tenlands clie vraag. Petroieuuiwaarden hadden over het algemeen een vast aanzien, hoewel dat ook hier niet in de koersen zoo zeer tot uitdrukking kwam. De om zetten in de Porlak-soorten waren nog tamelijk levendig en deze gaven aan het slot der week wel eenige percen ten avans te noteeren. Aandeelen Moeara Enim warén een oogenblik aangeboden naar aanlei ding van de verminderde productie in Augustus (lOiÜO Eng. ton na 15000 Eng. ton in Juli van dit jaar en 11000 ton in Augustus 1908). In den Spheepvaarthoek was het uiteraard stil, doch niettemin vast voor enkele soorten. Aandeelen Kou* Nederl. Stoomb. Mij. ondervonden geen invloed van do aankondiging eener nieuwe aandealen-uitgifte groot éen millioen gulden, ter inschrijving aangeboden ad 121 pCt. en doelende ia het volle dividend over dit jaar. Deze uitgifte verdient een goed ont haal. Het betreft nier een onzer groo te stoomvaartmaatschappijen, welke liet reeds tot een zekere bevredigende hoogte gebracht heeft, verder te ont wikkelen. Do Maatschappij zag hara ontvangsten steeds toenemen van f 925.000 ongeveer in 1904 tot f 1.315.000 in 1008, betaalde over do laatste 10 jaren gemiddeld een divi dend van 8 pcL Hare 37 zeeschepen stenden op de balans van 1908 voor circa 4.400.000, met 400.000 aan lcodsen, machinerieën, etc., tegen over 5 millioen gulden kapitaal. Ter betaling der vorderingen en het divi dend op 31 December j.l. samen ten bedrage van circa 1 millioen gulden, waren er ruim f 1.090.000 kasmiddelen aanwezig, behalve hetgeen er aan debiteuren (pl.m. f 710.000) en aan deelen in andere transportonderne mingen geboekt stond. In den loop van dit jaar sloot de maatschappij eene obligatieleening van 1 millioen guldon ter aanbouw van nieuwe sche pen. De Tabaksinarkt was voor ver scheidene hoog genoteerde soorten wederom vrij vast. Aandeelen Deli- Mij., Medan, Rotterdam Deli en Uni ted Laugkat waren nu en dan goed gevraagd, vooral laatstgenoemde aan deelen, Senembahs meer aangeboden, terwijl er overigens weinig beweging was. De Amerikaanscho markt had we der een merkwaardig verloop. Na do baukholiday op den laatsten dag der vorige week begon Wallstreet weder ze©r opgewekt en toonde zij in de ge passeerde dagen, dat men nog niet moede is van het opdrijven der koer- Door R. v. Wurmb. I) Toen de hoofdboekhouder der Bank van Paraguay, Paul Torrnbach, over leden was, verhuisde zijn weduwe haar Paraguari, een landstadje op zeventig leguas afstand van Asuncion, wijl het leven daar goedkooper was. Zo huurde een alleenstaand huisje aan het eindo van de Callo Liberstad en richtte dat zoo goed mogelijk in. Maar reeds den derden dag deed ze oen zonderlinge ontdekking. Toen ze in haar salon stond en overlegde, welk van haar drie vloerkleeden het beste passen zou, werd haar oog plot seling getroffen door een donkere plok in den vloer onder het venster. De zon brak juist door de wolken en Meeds duideLijker kwam ondc-r haar stralen een langwerpig ovaal met ge broken rand tegen het heldere rood dec vloersteenen voor den dag. Een fatale vlok I Hoe mocht ze Ontstaan zijE J Was verdrietig Juist daar, waar men eigenlijk niets neei kon leggen 1 Maar misschien kon da vlek met zand en aoda worden.' weggemaakt Ze riep de oude Sancha, die buiten onder de veranda aan liet werk was. Die wist besche'd. Wat kwam er niet al aan den dag I De donkere plek daar was overge bleven van éen bï&edpl&s het was het bloed van den generaal. Hij had zich doodgeschoten of doodgestoken niemand wist precies, hoe hij zich om het leven had gebracht, want zooals zijn gansche verleden vol raadsels en geheimen was, had hij ook zijn dood in 't duister gehuld. En de fatale vlek was niet weg to krijgen hier was alle moeite tevergeefs, hier hielp zand noch soda, het roode vocht had zich diep ingevreten, die kon door u'ets weggemaakt worden, zelfs niet dooi den tijd. Mevrouw Torrnbach schrikte en be dekte de plek dadelijk met een tijger vel. Maar dit paste daar slecht. Nu trachtte ze het verschrikkelijke ding op een andere wijze te verbergen en gaf do meubels een andere plaats, maar de salon kreeg daardoor een zonderling aanzien. Eindelijk schikte zo zich zuchtend in 't geval en schoof een schommelstoel voor 't venster, versierde die met een rood fluweelen kleed en legde het tijgervel weer neer. Voorloopig moest het maar zoo blij ven, later zou er wel een andere uit weg gevonden worden. Maar de bloedvlek hield haar ge dachten voortdurend bezig en dat was geen wonder, want haar zenuwen hadden >n de laatste maanden veelge leden. De ziekte van haar man, zijn dood, dé begrafenis eb alles, wat daar aan vast hing, daarna de verhuizing dat alles had haar zenuwachtig ge maakt en al zei ze ook telkens weer te gen zich zelve, dat de doode generaal haar niets aanging, hoogst onaange naam was het toch, dat hij zich hier om liet leven had gebracht. Ze kon geen vijf minuten in haar salon zijn, zonder aan hem te denken. Hier lag hij, hier blies hij den laatsten adem uit, hier vloeide zijn bloed. Onwille keurig trachtte ze zich dat voor te steLJen en rilde telkens daarbij. Ja, als de doode de een of andere gewone menscb was geweest, dan had men hem eerder kunnen vergeten, maar de divisie-generaal don Carlos Martinez© had tot de meest beieekenende man nen van Uruguay behoord. Van huis uit revolutionair, had hij in dertien opstanden telkens tegen de bestaand© regeering gestreden en zou de laatste maal stellig zijn doodgeschoten, wan neer men hem in handen gekregen had. Men had een prijs van tiendui zend pesos op zijn hoofd gesteld, maar niemand was stoutmoedig genoeg ge weest om dat bloedgeld te willen ver dienen. In elk geval was hij een bui tengewoon en een interessant mam dien men niet maar zoo uit zijn go- heugen weg kon wisschen. Een jaar lang had hij in Paraguari gewoond toen was het verschrikkelijke gebeurd en wel geheel onverwacht. Daar zijn vermogen door de Uraguay- sciïö regeering in beslag was geno men, hadden zija vrienden hem ruim schoots met geld onderstemuL Dezen keer waren de democraten zijn vrien den geweest, want de republikeinen hadden de macht in handen gekregen en mestten zich aan de staatsruif. Van tijd tot Lijd waren er zendboilon van zijn partij gekomen, met wie hij des nachts met gesloten deuren onder handelde tot hot weer licht begon te worden. In zulk© nachten had hier in den salon de champagne bij siroomen gevloeid. De oude Sancha was zijn dienstbode geweest en wist dat alles heel nauwkeurig. Ze was er trotsch op, zulk een buitengewoon man be diend to hebben. Dit eene jaar was bet schitterendste tijdperk van haar leven geweest. Zoo vernam de weduw© langzamer hand alles, wat er in dat jaar gebeurd was, want Sancha had een uitstekend geheugen en wist nog heel nauwkeu rig, wat do generaal bij deze of die gelegenheid tot haar gezegd had, en het was steeds iets goeds of iets schoons geweest. Ja, hij had een good hart eeha<L deze doldrieste man, was vriendelijk en goedhartig geweest, vooral legen kinderen, geen wonder dus, dat men hem in Paraquari alge meen betreurde. En er lag een waas van romantiek over zijn leven. Als een dolende ridder was hij van strijd tot strijd gesneld weliswaar niet om als de held uit een Duitsch sprook je onschuldige jonkvrouwen te be scherm eu, booze reuzen en draken te dooden en loovcEaars te overwinnen, maar om rijkdom en maChi ie erlan gen. Eindelijk had hij zelfs president der republiek willen worden, maar zijn tegenstander was hem de baas geweest. Nu, een weinig medelijden was hij in elk geval wel waar<L De bloedvlek zag men thans niet meer, maar zoodra mevrouw Torrn bach de deur opende, moest haar eer ste blik op het tijgervel vallen en op den schommelstoel met het roodflu- weelen kleed. De stoel stond, met de leuning naar het venster gekeerdhij scheen te wachten maar op wien V Niemand zou er in gaan zitten. Het was bepaald om ervan van streek te gerakon. En ©r scheen daar een geheimzinnige kracht verborgen te zijn. Er was iets magisch aan stoel en tijgervel. Natuurlijk, de bloedvlek droeg de schuld, en toen mevrouw Torrnbach op zekoren avond de onaangename plek beschouwde en er over nadacht hoe het te verunderen zou zijn, scheer het haar, alsof er onder de glinste rende tijgerharen iets roods zichtbaar werd. Verbeelding, overprikkeling van de zenuwen verder niets I Men moet niet zooveel aan den dood© denken, of nog beter, men moest hem geheel en al uit zijn geduchtenkring verbau- uen. Ze dacht dus aan haar overleden man en deed all© moeite om den ge* P.eraai te vergeten. Maar den volgen den morgen VCi'Jelde Sancha haar, dat hij do drie witto-rozêESlruiken en de witte leliën bij d© lieg had geplant.' Nu herinnerde de tuin haar ook aan hem. Een uur lang peinsde ze er over, waarom hij juist witte rozen ©n witte leliën geplant hud roode of gele zouden volgens haar minder de aan dacht hebben getrokken. Ze schold zichzelf oen zottin en kon de gedacht© toch niet kwijt raken. In het dienstbodonvertrek werd zijn naam dikwijls genoemd. Mevrouw Torrnbach verbood haar keukenmeid Inez met Sancha over hem te spre ken, dcch dit had slechts het gevolg, dat ze nu fluisterden, wanneer het in teressante thema werd behandeld. En eiken dag vernam zo meer van hem* fWordt vervolgd)*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 9