I
HAARLEM'S DAGBLAD.
DERDE BLAD.
FEUILLETON
De Generaal.
ZA.TKÜDAG 9 OCTOBER 1909
OM ONS HEEN
No. 100».
De Groet.
Een van mijn kennissen liet zich
.aanmelden, werd in de spreekkamer
van het redactiebureau gelaten en lei
daar zijn ronden, zwarten hoed met
Stijven rand voor zich neer op tafel.
Pat deze bijzonderheden beteekenis
{lebben, zal nader blijken.
'•„Kun jew, zoo vroeg hij, „nu niet
«ons wat doen aan dat ellendige groe
ten
„Hoezoo
„Afschaffen, bedoel ik 1"
Bij zulke verzoeken glimlach je wel
willend, maar je glimlacht. Wij schaf
fen weinig aan, maar nog veel min
der af. Krantonmenschen schrijven do
.wereldhistorie heel indirect en uit de
verte.
„Wat kan ik er aan doen
murmelde ik, welwillend.
,,'t Is te gek", viel hij uit. „lloe Lan
ger ik hier woon, des te meer word
Ik gegroet. Iedereen bij wien Ik wat
koop, gaat me groeten, zijn bediende
begint ook te groeten, de kellner, dio
me soms een kop koffie brengt, vindt
dat hij me op straat moet groeten.
Ais ik niet teruggroet, ben ik een lom-
pert. En 't kost me maar hoeden.
Draag ik een slappen hoed, dan trek
ik mei al dat groeten den rand naar
henedii, heb ik een strooien hoed op,
dan is de rand in een oogwenk naar
de maan. Ik wil niet zooveel groeten.
In Engeland doen ze dat veel minder.
Kom je daar je gelijken tegen, dan
zeg je bonjour. Voor een lioogeren
buig je even je hoofd, maar neemt
den hoed niet af. Dat vinden de En-
gelschen niet mannelijk. Ze doen hier
in alles de Engelsche mode napet
ten, boorden, dassen, schoenen, 't
moet alles Engelsch wezen. Waarom
dan ook de groetmode niet
Ik wou hem antwoorden, met ik
weet niet meer welke opmerking die
geen hout sneed, toen hij voortging
„En dan de dames. Ik kan met den
besten wil van de wereld die toiletten
niet uit elkaar houden. Vandaag dra
gen ze een groenen hoed, morgen een
blauwen, dan een voile,dan weer
geen voile, den eenen mantel of den
anderen mantel Ik kan ze maai'
niet telkens herkennen. Loop je zon
der groeten voorbij, dan ben je lomp 1
Dat is in Engeland ook veel beter.
Daar groet do dame eerst, met een
hoofdknikje, zoo (en hij deed het
me voor). Dan neemt de heer zijn hoed
af, niet als hier met een zwaai van
wat ben je me, maar even, zoo
(en hij toonde het me). Zoolang als
hier die groeterij zoo hevig is, draag
Ik alleen harde hoeden met een stijven
rand 1"
Ik betoogde dat dit nu eenmaal ge
bruik is, dat de menschen er aan ge
woon zijn, dat iemand die niet op de
voorgeschreven manier groet, onbe
leefd wordt gevonden en zoo ineer.
Het hielp niet, hij was niet te vermur
wen. Ik moest en zou daar verande
ring in brengen. Zoo nam hij af
scheid, zette zijn harden hoed op en
wandelde weg, met de mededeeling,
dat ik er dus wel voor zorgen zou.
Beteuterd bleef ik achter. „Lever
me binnen eon uur een schijf van de
maan, met boter en suiker", had hij
mij evengoed kunnen opdragen. En
ik zette me tot peinzen, in de hoop een
uitweg, ol als die er niet was, een
uitvlucht te vinden. Er uit raken
moest ik in ieder geval.
Sedert do zeventiende eeuw min
stens ontbloolen we het hoofd voor el
kaar, bij wijze van begroeting. ALs lk
zeg wij, dan bedoel ik natuurlijk onze
familiën, want wij waren er in die da
gen nog niet. Het geldt dus, een oud
en deftig familiegebruik zoo maai1
eens even op zij te zetten. En het feit,
dat de groet door afnemen van muts
of hoed voorheen een teeken van on
derdanigheid, dus van minderheid,
was, doet ter zake niet af, omdat die
zelfde groet nu, behalve een blijk van
eerbied, ook van vriendschap en wel
willendheid geworden is. Iedereen
groet op die manier tal van personen,
tegenover wie hij geen onderdanig
heid gevoelt, maai' dien hij een be
leefdheid, een genoegen wil aandoen.
„Zoo, is u daar ook wel, dat doet
mij genoegen I Nu, ik wensch u een
goeden dag I" Zoo denkt ongeveer
iemand, die een ander op straat ont
moet in zichzelf en neemt daarbij den
hoed af.
Maar hoed afnemen en hoed afne
men is niet hetzelfde. Er zijn er, die
dezen groet beoefenen als een weten
schap. Zien ze iemand aankomen,
dien zij wenschen te groeten, dan blij
ven ze bijna staan, vatten den hoed
aan en brengen dien zoover naar be
neden, dat hij bijna de steenen raakt.
Deze categorie groet weinig, maar
ernstig. Als 't hoed afnemen verboden
werd, zou het hun tot in de ziel grie
ven. Die van de tweede soort nemen
het luchtiger op, zij groeten veel,
maar meer terloops, als een plicht,
waaraan ze zich, Ik verzeker het u,
niet zouden willen onttrekken, maar
waarbij hun hart toch niet sneller
klopt. En de derde categorie bestaat
uit listigaards. Die wachten totdat zij
vlak bij het groetvoorwerp gekomen
zijn, brengen dan met een zwierig
armgebaar de hand naar boven en
nemeai den hoed niet af, maar raken
dien slechts even aan. De gegroete
kan dtat bedrog alleen opmerken, wan
neer hij omkijkt, maar de goede vor
men brengen mee, dat hij zich daar
van onthoudt. Mijn lastgever kan dit
opmerken bij den heer hei,
daar had ïk bijna een naam genoemd,
ik bedoel bij een bekend ingezetene,
die hem in deze kunst wellicht een
lesje zal willen geven.
We zouden dus niet meer den bood
moeten afnemen I Maar wat dan
Een knikje, een hoofdbuiging Ik zie
de verontwaardigde blikken al, waar
mee de knikker zijn groet onbe
antwoord zou zien. Want Haarlem is
Londen niet Daar, in de drukte van
duizende menschen, behoeft niemand
een ander te zien, omdat hij immers
verreweg de meesten niet kent. Maar
hier, in ons goeie Haarlem, waar we
elkaar bijna allemaal kennen, ver
wachten we eikaars groet, we reke
nen er op. Londens bevolking bestaat
uit eenige millioenen onbekenden, in
Haarlem wonen zeventigduizend huis-
genooten. Of kent mijn Engelsche
vriend het gezegde niet„als je twee
maal de Groote Houtstraat op en neer
gegaan bent, kennen ze je in de stad."
't Klinkt dreigend, maar 't is niet zon
der fond van waarheid. En zouden wij
dan voortaan, alle standen door el
kaar, hooger en Jager geplaatsten, el
kaar alleen maar toeknikken
Dan de militaire groet, zegt mijn
lastgever. Die hebben we voor een
deel al ingevoerd. Wie een pet draagt,
mag op soldatenmanier groeten.
Maar, ik vraag u in gemoede, wie
wijst er nu met zijn hand naar den
rand van een stroohoed of, vreeseiij-
kcr nog, naar dien van een hoogen
hoed Dat zou in strijd wezen met de
allereerste begrippen van elegantie,
lk zie er geen gat in en toch: mijn
bezoeker heeft me nu eenmaal de taak
opgelegd, om hem van 't hoedafnemen
to verlossen.
Vóór de hoed afgenomen werd,
groetten de menschen elkaar met
woorden. Schalöm lechdl (Vre
de zij met u) zeiden de Hebreeërs tot
elkander. Chaire (verheug urie
pen de Grieken elkaar toe. Es so-
lam aleikum (vrede zij met u)
zeiden do Arabieren. Maar klassieke
termen zijn niet meer in den smaak
en de Arabische groet klinkt te veel als
de aanprijzing van een cigaretten-
merk. Ook hier is dus geen heil te
vinden, ja zelfs is het tegenwoordig
volkomen uit den vorm, om elkaar bij
het voorbijgaan een mondelinge groet
toe te voegen.
Want, om open kaart te spelen,
mijn Engelsche vriend wil iets, dat
wij Nederlanders niet willen. Wij zien
een deftigheidsmeter in liet hoedaf
nemen. Wie het doet, precies volgens
de laatste voorschriften, met die juis
te arm- en handbeweging, niet te veel
links en niet te veel rechts, moet wel
een deftig en beschaafd man wezen.
Dat ls de reden, waarom in onze sa
menleving do groote groet, legrand
coup de chapeau in eere blijft.
Ik zie eerlijk gezegd, geen kans daar
tegen op te tomen, ik doe afstand
van de opdracht. Het is met <lie over
oude gebruiken net als met een egel
ze hebben overal punten, waar je je
aan kwetsen kunt en je weet niet,
waar ze aan te vatten. Een voorzich
tig man begint dus den aanval niet
En als mijn lastgever, wat lk wel
vrees, niet voldaan is, dan raad ik
hem aan „blijf harde hoeden dragen,
ze kunnen er tegen 1"
J. C. P.
SJaitenlandsch Overzicut
OCST-AZIATISCHE QUAESTIES.
Kleine oorzaken hebben soms groo
te gevolgen. De waarheid van dit
spreekwoord is nu weer voor den zoo-
en zooveelston keer bevestigd.
To Charbin een stad in Mantsjoe-
rije staat een brouwerij, die oor-
zo ak is geworden van een stoornis in
da goede betrekkingen tusschen
Duitschiand en Rusland in het Verre
Oosten.
Deze brouwerij gaat door voor een
Duitsclie onderneming. Nu was de
directie in moeilijkheden geraakt, en
betaalde de verschuldigde belastingen
niet, zoodat tot gerechtelijken ver
koop der brouwerij was besloten.
Toen do deurwaarder evenwel tot
dien verkoop wilde overgaan, wendde
zich de directeur der fabriek met zijn
Duitsche werklieden tot het Duitsche
consulaat om bescherming, de fabriek
werd door den consul tot Duitsch ter
ritorium verklaard, en de Duitsche
vlag op het gebouw geplaatst. Het
kwam tusschen den deurwaarder, die
toch met een aantal Russische politie
agenten liet gebouw binnendrong, en
do werklieden tot een gevecht, met
het resultaat, dat de politie de over
hand behield en de verkooping toch
plaats had.
De Russische politie maakte intus-
schen proces-verbaal op tegen de
Duitsche werklieden, wegens beleedi-
ging, verzet en belemmering bij de
uitoefening van haar taak, terwijl de
Duitsclie consul antwoordde met een
klacht wegens schending der exterri
torialiteit.
Nu is intusschen uit een nader in
gesteld onderzoek gebleken, dat de
Duitsche consul te Charbin zich (fi
guurlijk gesproken) in den vinger
heeft gesneden en zijn optreden vol
komen ongemotiveerd was.
De consul ziet zich genoodzaakt zijn
vergissing openlijk te erkennen en te
verklaren, dat de Duitsche brouwerij,
die zich verzette tegen den verkoop
van de zaak, door een Russische
rechtbank bevolen, op Duitsclie be
scherming geen aanspraak kon ma
ken. Do Duitsche vlag, die men er op
geheschen had, is op bevel van den
consul neergehaald, terwijl daarente
gen de vervolging, van Russische zij
de ingesteld tegen de Duitschers, die
Russische beambten, toen dezen de
brouwerij binnen drongen, hadden
bolcedigd en geslagen, verwezen is
naar den Duitschen consul te Moek-
den, als behoorende tot diens recht
spraak. Hiermede is het inciderjt op
vredelievende wijze uit do wereld ge
holpen, maar't heeft ook nog een
ander staartje
De quaestie heeft ten gevolge gehad,
dat men is nagegaan, wat de positie
der te Charbin verkeerende buitenlan
ders is. Via 't officieel© inlichtings-
bureau te Petersburg is het volgende
bekend gemaakt
„Vertegenwoordigers van enkele
mogendheden met handelsbetrekkin
gen in China, hebben twijfel geopperd
aan liet recht, verordeningen af te
kondigen, welk recht vanwege het
stedelijk bestuur te Charbin, wordt
uitgeoefend. In nota's, welke zijn ge
richt tot de Chineesche en tot de Rus
sische rogeering, hebben de bewuste
vertegenwoordigers geconstateerd dat
liet in bepaalde alinea's van het den
lOden Mei te Peking onderteekende
verdrag, aan hun staatsburgers het
recht toekent van ex-territorialiteit.
Voor zoover dat recht door verdragen
wordt gewaarborgd, sluit het enkel
in, het recht dat elke buitenlander
heeft, van enkel te kunnen terecht
staan ten overstaan van zijn eigen
consul. Maar het ontslaat die buiten
landers geenszins van den plicht, onn
indien de stad Charbin nieuwe belas
tingen oplegt, die belastingen te vol
doen.
Misschien, dat deze bekendmaking
weer oen nieuw verzet uitlokt, want
het moet tot heden met dat belasting-
betalen dooi' buitenlanders niet nauw
genomen zijn.
Quaestie No. 2 is ingewikkelder, en
wijst op een nieuwen Amerikaanschen
veldtocht tegen Japan naar aanlei
ding van de bepaling in hot verdrag
tusschen China en Japan betreffende
den spoorweg van Antoeng naar
Moekden, volgens welke uitsluitend
Chinoesch en Japansch kapitaal mag
worden aangewend voor do mijnont-
ginuing aan weerskanten van ge
noemde spoorlijn, alsmedo van den
Zuid-Ivjantsjoersehen spoorweg, zon
der aanduiding van de grenslijn.
De regeering in New-York ziet hier
in een schennis van het stelsel van
do open deur van de zijde van Japan,
waartoe Japan zich heeft verbonden,
krachtens het verdrag van Ports
mouth. De Amerikaanscho regeering
zou willen, dat Japan het spoorweg-
verdrag weer zou terugnemen. China
zou (althans volgens de Amcrikaan-
sche medcdeelingen) genegen zijn de
Vereenigde Staten hierin te steunen,
omdat het erkent, dat het door Japan
tot het verdrag gedwongen is.
Het is de vraag, of Japan er in zal
toestemmen, het verdrag te vernieti
gen.
Men vreest alzoo voor een herope
ning der Oost-Aziatische quaestie.
Verschillende Amerikaanscho bladen
melden, dat de nieuwe Ainerikaan-
sclie gezant te Peking, Crane, naar
Washington teruggeroepen is, toen
hij op het punt stond uit Californië
naar China te vertrekken, ten einde
overleg te plegen met Knox, den ml-
nister van staat (buitonlandscho za
ken).
HET ENGELSCHE HOOG ER
EN LAGERHUIS.
De tusschentijdsche verkiezing voor
het Lagerhuis, waarnaar de Unionis
ten verlangden, om de stemming van
het land te leeren kennen, is nu in
zicht, en wel in een belangrijk dis
trict. Het liberale lid dr. Cooper is
Donderdagavond aan de gevolgen van
eea beroerte, die misschien door par
lementaire overspanning veroorzaakt
was, bezweken. Hij vertegenwoordig
de het Londensche district Bermond-
sey, dat hij in 1906 met een meerder
heid van 1759 stemmen aan do con
servatieven ontworsteld had. In 1900
bedroeg de conservatieve meerderheid
er nog 300 (40173717) stemmen.
-Minister Churchill, te Londen ©en
rede houdende, verklaarde niet te ge-
iooven, dat het Hoogerhuis de be
grooting zou verwerpen. Die verwer
ping zou z. i. een constitutioneele bui
tensporigheid zijn; een Kamer zon
der vertegenwoordigend karakter zou
dan immers regeeringen kunnen doen
vallen of doen optreden. De regeering
zou geen amendementen van de Lords
aanvaarden en geen compromis aan
gaan.
DE CRISIS IN HONGARIJE.
Minister-president Von Wekerle gaf
den Keizer weer eens een nadere uit
eenzetting van de iedenen, die hem
nopen het ontslag te verzoeken van
het Hongaarsche kabinet.
De vorst antwoordde, dat hij binnen
zeer korten tijd te dezer zake een be
slissing zou nemen.
't Wordt ook tijd I
FERRER IN DE GEVANGENIS.
De correspondent van de „Matin"
te Barcelona verzekert, dat hij met
Ferrer in de gevangenis daar oen
onderhoud heeft gehad.
Ferrer zeido, dat men niets tegefi
hem had kunnen bewijzen. Men had
aan bijna drieduizend gevangenen,
die sedert Juli in Catalonie opgesloten
zaten, gevraagd, of zij bevolen van
hem hadden gekregen. Allen hadden
verklaard, dat zij hem niet kendon.
Een had alleen gezegd „Ik meen,
dat Ferrer een politicus is". Daaren
tegen heeft te Masnou het heel© dorp,
gesproken van geweerschoten, die zij
in de richting van Premia (in de
buurt van Montgat, waar het huis
van Ferrer ligt) gehoord hadden en
van eon bode, die van Ferrer's huis
bevelen naar Premia zou gebracht
hebben. De burgemeester van Premia
houdt echter staande, dat, tijdens de
onlusten, geen enkel gewapend man
langs den weg van Montgat naar
Premia is gekomen, omdat Montgat
het eenige dorp was, waar niet ge
staakt werd.
Drie dagen en twee nachten lang,
vervolgde Ferrer, heeft men in mijn
huis olies ondersteboven gehaaid, zoo
dot het. onbewoonbaar geworden is.
Maar de politie heeft geen enkel be
zwarend stuk kunnen vinden. Mijn
verdediger is van mijne onschuld
overtuigd en gelooft, dat ik vrijge
sproken zal worden, indien men zich
bepaalt tot de vraag van mijn schuld
of mijn onschuld. Maar hij is bang
voor de ongunstige stemming, die er
te mijnen opzichte heerscht. Het eeni
ge middel, om mijn onschuld te laten
uitschijnen, zou zijn, dat men aan
mijne zaak de grootst mogelijk© open
baarheid gaf. Gij weet wat men tnct
Dreyfus heeft uitgehaald
Bij het scheiden zeide Ferrer Kijk
eens hoe ik gekleed ben. Men heeft
mij al mijne kleeren ontnomen, een
apachenpet opgezet en een pak van
zeven gulden aangetrokken, dat mij
slecht zit. Alles om de rechters tegen
mij in to nemen
INTERNATIONAAL VREDES
CONGRES.
Bij de opening van het internatio
nale vredescongres te Brussel waren
ongeveer f-0 leden tegenwoordig. De
heer Lafontaine nam het voorzitter
schap waar.
De heer Deneuvilie (Duitschiand),
president van het internationale bu
reau, sprak den wensch uit, dat de
toenadering tusschen de verschillen
de landen vergemakkelijkt zou wor
den door internationale overeenkom
sten en hij verklaarde te hopen, dat
de Engelsche en Duitsche vredesvoor-
standers zullen voortarbeiden aan de
toenadering tusschen de beide volken
eb ter bevordering- van inkrimping
der oorlogstoerustingen.
De heer Arnaud (Frankrijk) sprak
de hoop uit, dat in het vervolg inter
nationale geschillen scheidsrechter
lijk zuilen worden beslist. De heer
Alexander (Engeland uitte den
wensch, dat aan den wedstrijd in
oorlogstoerustingen tusschen Duitsch
iand en Engeland een einde zou ko
men.
DE FRANSCHES IN COCHIN-
CHINA.
De zeeroover De than en 351 zijner
aanhangers werden omsingeld door
de colonne-Bonifaci en de troepen van
Kharnian werden den 5deu October
overvallen. Er ontstond eeh hevig ge
vecht. De vijanden gingen op de
vlucht met achterlating van 8 gewon
den, 1 doode en een groote hoeveel
heid munitie.
Aan de zijde der Fransclien werd 1
Europeaan gedood en werden 13 Euro
peanen, onder welke luitenant Gres-
sine, gekwetst, terwijl nog 11 inboor
lingen sneuvelden en 22 gekwetst
wei-den.
AARDSCHOK.
Te Agram, bij Boedapest, is een
hevig© aardschok gevoeld. Een aan
tal woonhuizen en andere gebouwen,
waaronder het post- en telegraafkan
toor, werden beschadigd.
Wokeijjkscb Beursovorzicöt yan
Merens lieleman.
Kassiers en Commissionnairs in Ef
fecten, Damstraat 23, Haarlem.
Telefoon 1240.
WEEKBERICHT TOT 9 SEPTEM
BER 1909.
De eischen aan de geldmarkt ge
steld in verband met de financieele
regelingen, waarmede deze inaand-
wisseiing gepaard gaat, hebben do
kapitaaisruimte ten onzent sterk doen
inkrimpen. Uiteraard heeft een ver
meerdering der effectenzaken, zooals
dat in de gepasseerde week kon wor
den waargenomen, almede bijgedra
gen tot de verheffing tot 2 3/4 van
de prolongatierente. Die verhooging
drukte ten zeerste de koersen van on
ze Nationale Staatspapieren, vooral
de Integralen ondervonden veel aan
bod van hen, die geld moesten vrij
maken om October-betaLingen te kun
nen bewerkstelligen, of werden van
de hand gedaan om elders hoogere
rente te kunnen makenook do
Drieën toonden in den loop der week
eenige koersverlagingen. Hoewel er
zich allerwege teekenen voordoen, dat
er een tijdperk van mindere geld-
ruimte op komst is, en dat is met liet
oog op hot toenemend herstel van de
achter den rug zijnde slechte tijden
licht te begrijpen, mochten de Buiten-
landsche geldcentra daarvan nog niet
te veel invloed ondervinden. Enkele
Staatsfondsen konden nog een min of
meer vast verloop blijven handhaven,
echter met zeer beperkte affaires.
Russen werden bewerkt in verband
met de nieuwe uitgifte van 4 1/2
Oblig. Moskow Kiew Woronesh, en
waren op enkele dagen vast. De nieu
we Obligaticleening dezer spoor moet
haast wel geschieden ten koste van
de aandeelhouders, want leest men
het prospectus aandachtig, dan blijkt
het, dat de rente op de straks ter in
schrijving aangeboden wordende obli-;
gatien nauwelijks verdiend wordt. Do
eenige attractie er van is dan ook do
garantie der Russische regeering.
Dat men op Russische waarden nog
gesteld blijft., bleek weder door» het
spoedig verhandelen der genoenido
obligation met 2 agio. Als de lee
ning nu maai' werkelijk beoogt de
ontwikkeling des lands en de spoor
dus niet voor militaire doeleinden
wordt uitgebreid, ia er nog vreda
mee te hebben.
Van do overige Buitenlandsche
Staatspapieren viel er weder eens be
weging waar te nemen in Preferente
Peru vast was de houding, niette
genstaande verminderde ontvangsten
der Corporation, manipulanten zullen
dart ook wel de oorzaak vormen voor
de gunstige strooming.
De locale markt was gedurende do
gepasseerde acht dagen wederom vrij
levendig, hoewel toch minder dan tij
dens do voorgaande week.
De Cultuur-waanlen werden thans,
vooral gedurende de laatste dagen,
door een anderen factor beïnvloed.
Verleden week was het een gerucht
aangaande verkoop van koffielanden
door do Handelsvoroeniging Amster
dam, waardoor men gestimuleerd
werd, thans na eerst eenige reactie
daarop getoond te hebben, kwam do
afdeeling in goedo conditie door den
ongunstigen stand van den Bietsui-
keroogst, tengevolge van het aan
houdende natte weer.
Bepaald koersavans valt er voor do
verschillende soorten niet te vermel
den, daarvoor was het begin der
week te ongeanimeerd. Alleen aand.
Suikercultuur liepen iets op wij ves
tigden op deze in ons vorig overzicht
reeds de aandacht.
De Mijnbouwmarkt had een onre
gelmatig verloop, waarbij Ketahoens
meest flauw, daarentegen Redjang
Lebong on Totoks meerendeels vast
van toon waren. Aandeelen Simau
werden in de laatste dagen gevraagd
in verband met de aanstaande in
schrijving op de uieuwe aondeelen-
uitgifte .de claims golden 20 k 22
Var de Buitenlandsche soorten onder
gingen aandeelen Great Cobar koers-
verhoogiug, naar men wilde op Bui
tenlands clie vraag.
Petroieuuiwaarden hadden over het
algemeen een vast aanzien, hoewel
dat ook hier niet in de koersen zoo
zeer tot uitdrukking kwam. De om
zetten in de Porlak-soorten waren nog
tamelijk levendig en deze gaven aan
het slot der week wel eenige percen
ten avans te noteeren.
Aandeelen Moeara Enim warén een
oogenblik aangeboden naar aanlei
ding van de verminderde productie
in Augustus (lOiÜO Eng. ton na 15000
Eng. ton in Juli van dit jaar en 11000
ton in Augustus 1908).
In den Spheepvaarthoek was het
uiteraard stil, doch niettemin vast
voor enkele soorten. Aandeelen Kou*
Nederl. Stoomb. Mij. ondervonden
geen invloed van do aankondiging
eener nieuwe aandealen-uitgifte groot
éen millioen gulden, ter inschrijving
aangeboden ad 121 pCt. en doelende
ia het volle dividend over dit jaar.
Deze uitgifte verdient een goed ont
haal. Het betreft nier een onzer groo
te stoomvaartmaatschappijen, welke
liet reeds tot een zekere bevredigende
hoogte gebracht heeft, verder te ont
wikkelen. Do Maatschappij zag hara
ontvangsten steeds toenemen van
f 925.000 ongeveer in 1904 tot
f 1.315.000 in 1008, betaalde over do
laatste 10 jaren gemiddeld een divi
dend van 8 pcL Hare 37 zeeschepen
stenden op de balans van 1908 voor
circa 4.400.000, met 400.000 aan
lcodsen, machinerieën, etc., tegen
over 5 millioen gulden kapitaal. Ter
betaling der vorderingen en het divi
dend op 31 December j.l. samen ten
bedrage van circa 1 millioen gulden,
waren er ruim f 1.090.000 kasmiddelen
aanwezig, behalve hetgeen er aan
debiteuren (pl.m. f 710.000) en aan
deelen in andere transportonderne
mingen geboekt stond. In den loop
van dit jaar sloot de maatschappij
eene obligatieleening van 1 millioen
guldon ter aanbouw van nieuwe sche
pen.
De Tabaksinarkt was voor ver
scheidene hoog genoteerde soorten
wederom vrij vast. Aandeelen Deli-
Mij., Medan, Rotterdam Deli en Uni
ted Laugkat waren nu en dan goed
gevraagd, vooral laatstgenoemde aan
deelen, Senembahs meer aangeboden,
terwijl er overigens weinig beweging
was.
De Amerikaanscho markt had we
der een merkwaardig verloop. Na do
baukholiday op den laatsten dag der
vorige week begon Wallstreet weder
ze©r opgewekt en toonde zij in de ge
passeerde dagen, dat men nog niet
moede is van het opdrijven der koer-
Door R. v. Wurmb.
I)
Toen de hoofdboekhouder der Bank
van Paraguay, Paul Torrnbach, over
leden was, verhuisde zijn weduwe
haar Paraguari, een landstadje op
zeventig leguas afstand van Asuncion,
wijl het leven daar goedkooper was.
Zo huurde een alleenstaand huisje
aan het eindo van de Callo Liberstad
en richtte dat zoo goed mogelijk in.
Maar reeds den derden dag deed ze
oen zonderlinge ontdekking. Toen ze
in haar salon stond en overlegde,
welk van haar drie vloerkleeden het
beste passen zou, werd haar oog plot
seling getroffen door een donkere
plok in den vloer onder het venster.
De zon brak juist door de wolken en
Meeds duideLijker kwam ondc-r haar
stralen een langwerpig ovaal met ge
broken rand tegen het heldere rood
dec vloersteenen voor den dag.
Een fatale vlok I Hoe mocht ze
Ontstaan zijE J Was verdrietig
Juist daar, waar men eigenlijk niets
neei kon leggen 1 Maar misschien kon
da vlek met zand en aoda worden.'
weggemaakt Ze riep de oude Sancha,
die buiten onder de veranda aan liet
werk was. Die wist besche'd. Wat
kwam er niet al aan den dag I
De donkere plek daar was overge
bleven van éen bï&edpl&s het was
het bloed van den generaal. Hij had
zich doodgeschoten of doodgestoken
niemand wist precies, hoe hij zich om
het leven had gebracht, want zooals
zijn gansche verleden vol raadsels en
geheimen was, had hij ook zijn dood
in 't duister gehuld. En de fatale vlek
was niet weg to krijgen hier was alle
moeite tevergeefs, hier hielp zand
noch soda, het roode vocht had zich
diep ingevreten, die kon door u'ets
weggemaakt worden, zelfs niet dooi
den tijd.
Mevrouw Torrnbach schrikte en be
dekte de plek dadelijk met een tijger
vel. Maar dit paste daar slecht. Nu
trachtte ze het verschrikkelijke ding
op een andere wijze te verbergen en
gaf do meubels een andere plaats,
maar de salon kreeg daardoor een
zonderling aanzien. Eindelijk schikte
zo zich zuchtend in 't geval en schoof
een schommelstoel voor 't venster,
versierde die met een rood fluweelen
kleed en legde het tijgervel weer neer.
Voorloopig moest het maar zoo blij
ven, later zou er wel een andere uit
weg gevonden worden.
Maar de bloedvlek hield haar ge
dachten voortdurend bezig en dat was
geen wonder, want haar zenuwen
hadden >n de laatste maanden veelge
leden. De ziekte van haar man, zijn
dood, dé begrafenis eb alles, wat daar
aan vast hing, daarna de verhuizing
dat alles had haar zenuwachtig ge
maakt en al zei ze ook telkens weer te
gen zich zelve, dat de doode generaal
haar niets aanging, hoogst onaange
naam was het toch, dat hij zich hier
om liet leven had gebracht. Ze kon
geen vijf minuten in haar salon zijn,
zonder aan hem te denken. Hier lag
hij, hier blies hij den laatsten adem
uit, hier vloeide zijn bloed. Onwille
keurig trachtte ze zich dat voor te
steLJen en rilde telkens daarbij. Ja, als
de doode de een of andere gewone
menscb was geweest, dan had men
hem eerder kunnen vergeten, maar de
divisie-generaal don Carlos Martinez©
had tot de meest beieekenende man
nen van Uruguay behoord. Van huis
uit revolutionair, had hij in dertien
opstanden telkens tegen de bestaand©
regeering gestreden en zou de laatste
maal stellig zijn doodgeschoten, wan
neer men hem in handen gekregen
had. Men had een prijs van tiendui
zend pesos op zijn hoofd gesteld, maar
niemand was stoutmoedig genoeg ge
weest om dat bloedgeld te willen ver
dienen. In elk geval was hij een bui
tengewoon en een interessant mam
dien men niet maar zoo uit zijn go-
heugen weg kon wisschen. Een jaar
lang had hij in Paraguari gewoond
toen was het verschrikkelijke gebeurd
en wel geheel onverwacht.
Daar zijn vermogen door de Uraguay-
sciïö regeering in beslag was geno
men, hadden zija vrienden hem ruim
schoots met geld onderstemuL Dezen
keer waren de democraten zijn vrien
den geweest, want de republikeinen
hadden de macht in handen gekregen
en mestten zich aan de staatsruif. Van
tijd tot Lijd waren er zendboilon van
zijn partij gekomen, met wie hij des
nachts met gesloten deuren onder
handelde tot hot weer licht begon te
worden. In zulk© nachten had hier in
den salon de champagne bij siroomen
gevloeid. De oude Sancha was zijn
dienstbode geweest en wist dat alles
heel nauwkeurig. Ze was er trotsch
op, zulk een buitengewoon man be
diend to hebben. Dit eene jaar was bet
schitterendste tijdperk van haar leven
geweest.
Zoo vernam de weduw© langzamer
hand alles, wat er in dat jaar gebeurd
was, want Sancha had een uitstekend
geheugen en wist nog heel nauwkeu
rig, wat do generaal bij deze of die
gelegenheid tot haar gezegd had, en
het was steeds iets goeds of iets
schoons geweest. Ja, hij had een good
hart eeha<L deze doldrieste man, was
vriendelijk en goedhartig geweest,
vooral legen kinderen, geen wonder
dus, dat men hem in Paraquari alge
meen betreurde. En er lag een waas
van romantiek over zijn leven. Als
een dolende ridder was hij van strijd
tot strijd gesneld weliswaar niet
om als de held uit een Duitsch sprook
je onschuldige jonkvrouwen te be
scherm eu, booze reuzen en draken te
dooden en loovcEaars te overwinnen,
maar om rijkdom en maChi ie erlan
gen. Eindelijk had hij zelfs president
der republiek willen worden, maar
zijn tegenstander was hem de baas
geweest.
Nu, een weinig medelijden was hij
in elk geval wel waar<L
De bloedvlek zag men thans niet
meer, maar zoodra mevrouw Torrn
bach de deur opende, moest haar eer
ste blik op het tijgervel vallen en op
den schommelstoel met het roodflu-
weelen kleed. De stoel stond, met de
leuning naar het venster gekeerdhij
scheen te wachten maar op wien V
Niemand zou er in gaan zitten.
Het was bepaald om ervan van
streek te gerakon. En ©r scheen daar
een geheimzinnige kracht verborgen
te zijn. Er was iets magisch aan stoel
en tijgervel.
Natuurlijk, de bloedvlek droeg de
schuld, en toen mevrouw Torrnbach
op zekoren avond de onaangename
plek beschouwde en er over nadacht
hoe het te verunderen zou zijn, scheer
het haar, alsof er onder de glinste
rende tijgerharen iets roods zichtbaar
werd.
Verbeelding, overprikkeling van de
zenuwen verder niets I Men moet
niet zooveel aan den dood© denken,
of nog beter, men moest hem geheel
en al uit zijn geduchtenkring verbau-
uen. Ze dacht dus aan haar overleden
man en deed all© moeite om den ge*
P.eraai te vergeten. Maar den volgen
den morgen VCi'Jelde Sancha haar,
dat hij do drie witto-rozêESlruiken en
de witte leliën bij d© lieg had geplant.'
Nu herinnerde de tuin haar ook aan
hem. Een uur lang peinsde ze er over,
waarom hij juist witte rozen ©n witte
leliën geplant hud roode of gele
zouden volgens haar minder de aan
dacht hebben getrokken.
Ze schold zichzelf oen zottin en kon
de gedacht© toch niet kwijt raken.
In het dienstbodonvertrek werd zijn
naam dikwijls genoemd. Mevrouw
Torrnbach verbood haar keukenmeid
Inez met Sancha over hem te spre
ken, dcch dit had slechts het gevolg,
dat ze nu fluisterden, wanneer het in
teressante thema werd behandeld. En
eiken dag vernam zo meer van hem*
fWordt vervolgd)*