De Raadsheer,
Mei* zag hen veel samen fietsen en
het praatje liep ai gauw, dat bet tus
schen Mr. Theodor van Balen en Sl-
donia Reven burg zóó koek on el was,
dat de drukker nog maar op de oople
dor verlovingskaarten wachtte.
Hij keek, fraichement dêbarqué van
de academie, met een paar zwarte,
verstandige oogen yoI overmoed de
wereld in. Een nieuwe wereldverover-
aar te meer, aooetls allen op den leef
tijd van drle-en-4wintig jaar, die een
maarechalkstaf in hun ransel voelen
steken, In rich zelf gelooven. Doch het
ging Mr. Theodor als zoovelen het
eerste paar mooie oogen, dat In lijn
verstandige kijkers keek en waarin
hij een heele wereld ontdekte, was do
eerste verovering. Do tweede veldslag
duurde kort. Papa en mama Reven-
burg werden door hun eigen dochter
krijgsgevangen gemaakt Zij hadden
zich op slag overgegeven de copie
der kaarten kon verzonden worden.
De oude hoer Revenburg woonde op
een landgoed In Gelderland, waaraan
verscheidene hoeven verbonden wa
ren. Hij was in zeer goeden doen, zei
men
De laantjes van Mee rakker hadden
ïn de eerste dagen van do veelbeloven
de maand Juni, dat het „ja" van de
fijne, aristocratische lippen van Si-
donie gelispeld was, twee nieuwe gas
ten bij de vogeltjes en de eekhorentjes
gekregen, welke laatste schuwe beest-
fc schielijk wegwuifden, met hun
ge, bruine, donzige staartjes, en
Daar boven schoten in de hooge den
nen, om van daaruit het gedrentel
van het tweetal met hun fonkel-oogjes
*e begluren.
Hij geloofde in haar zij hield veel
Van hem. Maar Jammer was bet, dat
Mr. Theodor, die de wereld wilde ver
overen, nog steeds geen cliënten Ln
lijn studeervertrek zag binnenkomen.
Een paar onbeduidende zaakjes, die
hij wel droomend kon uitwerken,
brongen de gewenschte beroemdheid
niet.
Hij dacht aan de magistratuur.
Hij sprak er zijn meisje over, en
deze vond het erg goed.
Dus dan wordt ge rechter
Worden, worden ik zal al blij
fijn, als lk hier of daar substituut^
grilfiertls ben maar later. W'ie
weet 1 lk heb een oom, die met den
minister van justitie zeer bevriend is,
er over gesproken ik geloof, dat ik
het dos, want in de praktijk zijn er
nier zooveel en wij kunnen toch niet
van den wind leven.
Dus je kunt rechter worden
Natuurlijk later wel raads
heer. wel lid van den Hoogen Raad.
Mooi en dan zouden we in
Den Haag kunnen wonen heerlijk
Nee maar, dat moet je zeker doen,
Thé, in de magistratuur gaan.
Hij solliciteerde maar het was
tuis.
De minister had behalve den oom
Van Theodor van Balen nog ettelijke
dozijnen goede vrienden, die de een
voor een zoon, de ander voor een neef,
de derde voor zich zelf ook wel den
voet in den stijgbeugel wilden zetten.
Sidonle liet de lip hangen. De laan
tjes werden niet zoo druk meer be
zocht, en op de lawn tennisbaan in het
aangrenzend© Bastwijk een half
uurtje van de stad waar de fas
hionable jeugd kwam spelen, ging
het fluisterend van dameshoed tot
dameshoed, toen Sldonie dien namid
dag alleen kwam
Dat raakt nog uit.
Deze voorspelling kwam uit
Doch niet alleen om den tegenval
ler van het griffierschap.
Sldonie, een laatste woord.
m Nu?
Heb je werkelijk van me gehou
den
Ja
En boud je dan niet meer van
toe
Je zegt zelf, dat we niet kunnen
trouwen, of je moet een baantje heb
ben.
Ja.... en HIJ heeft geen baantje
noodig.
Sidonie kleurde.
Hij heeft zegt men zulk een
bvervloed, dat wij met een kwart er
van en een betrekking als prinsen
konden leven, en dan, hij isba
ron.
Ze stonden in ©en laantje van Meer-
akker, het geliefkoosde laantje, waar
in zij in hun ooren zulke gelukkige
toekomstmuziek hadden hooren rui-
sc lien.
Zij draaide zich met een nijdigen
twaal halverwege om
Pa zegt liet ook. Als Thé dan
toch voor een huishouden die zorg niet
op zich kan nemen, dan moet ik
Willem nemen en bovendien ik houd
van Willem 1
Zij zei dit laatste met nadruk. Toch
loog zij.
Dus je wijst me voorgoed af
Sidonie antwoordde niet, maar liep
weg, alsof zij bang was, dat haar hart
haar hoofd de baas zou worden.
Met ©en diepe zucht, een geuit©
smart, moer, een innig zieleleed, dat
in oen zucht, de klacht der ongeluk-
kigen, die in het hart geraakt zijn1
de borst ontsnapt, bleef Theodor
siaan.
Toen, plotseling, zette hij de borst
vooruit, balde hij de vuist naar den
kant, waar Sidonie gevlucht was.
De trots van den jongen man, die
zich eensklaps tot risé van heel een
oóterie weet, de trots, die bij Theodor,
hoe zacht overigens van inborst, in
hooge mat© dominee rend was was
getroffen tot in de diepste vezelen.
Het Hofriep de deurwaar
der.
Mevrouw de douairière baronesse
Sidonie van Laren tot Lindlerr, zit-
tend naast haar raadsman, keek op",
©it. uit eerbied voor de rechtsprekende
macht, die binnentrad, rees overeind
en wilde een buiging maken, toen
«ensklaps een huivering haar beving.
In ©en dor raadsheeren had zij ter
stond Van Balen herkend.
Zijn baardje hoe leuk kruid© het
eertijds over zijn blanke kin I was
iets langer en breeder geworden,
doGh maar weinig veranderd, en aan
zijn gelaat zou men niet gezegd heb
ben, dat hij vijftig was. Nog even
frisch, op de konen eonigszins blo
zend, helderde hot de in de zwarte
toga gehulde figuur op.
Hij had haar aangezien met oogen
- met oogen 1....
Heel haar wezen had een oogenblik
gesidderd bij dien blik.
Zij was daarna, als een zondares op
do bank der beschold^öen, gaan rif
ten toet gebogen hoofd.
Haar zaak een civiele zang
eon proces, dat nu al twee jaar duur
de, en waarvan zij do gelukkige op
lossing hier hoopte to vinden, .wan
kelde rij voelde, dat zij alles ook
hier ging verliezen. Want het gold
d© hoeven van Meerakker, haar eeni
ge bezitting, en die barer kinderen,
want de baron Van Laren tot Llndler
had meer schulden dan fortuin haar
ten huwelijk gebracht
De raadsheer zette zijn baret af, en
ging achterover ln zijn grooten stoel
leunen, wijdbeens op zijn gemak,
alsof hij in de groot© sociëteit een
boom wou gaan opzetten.
De president deed vele vragen j de
andere hoeren ookhet was een
kruisvuur van argumenten, van
wetsartikelen tusschen de verdedi
gers.
Van Balen keek, of hem de heele
zaak niet aanging, ln 3e zaal rond,
waar niemand aanwezig was dan een
paar advocaten en een paar leegloo-
pers, die over de balustrade der pu
blieke tribune hingen en rich in de
zaal, waar die droge procedure werd
gehouden, kwamen warmen.
Sidonie hoopte.
Neen, zóó wreed zou hij niet rijn I
Zij wist echter uit de eerste jaren
van haar huwelijk, toen zij hem eens
op een partij had moeten ontmoeten,
hoe gevoelig hij door een afwijzing
was geraakt. Bijna in het oog vallend
beleedigend was zijn houding ge
weest en van een vriendin vernam
zij, tot haar ontsteltenis, hoe diep de
haat in dat hart geworteld was, die
hare bejegening er in had gedron
gen.
Doch hij was geen alleensprekend
rechter I
Eu dit stelde haar gerust.
In de raadkamer hoorde Van Balen
de collega's aan en in de stukken zat
hij in den tijd, die het opmaken van
het vonnis voorafging, tot laat ln den
nacht te studeeren.
Dan worstelde zijn trotsch karakter
met zijn geweten. Maar als Sidonie
den duivelschen glimlach om zijn lip
pen had kunnen zien zweven, wan
neer hij nu en dan aanteekeningen
maakte, of iets scheen gevonden te
hebben in de wetboeken en rechtskun
dige bladen, die hij doorsnuffelde,
dan zou haar het bloed in de aderen
gestold zijn.
Van Balen kwam dan ook tot ver
bazing der andere heeren met zulke
nieuwe gezichtspunten, dat wie van
de raadsheeren met zijn beslissing
reeds gereed was, aarzelde.
Sldonie verloor haar procee en
daarmede haar geheel fortuin.
De Koningin zou voor de
maal de stad bezoeken.
In grooten getale waren de men-
schen saamgestroomd. Niet alleen uit
de stad zelve, maar van alle omlig
gende plaatsenexra treinen en
trammen hadden honderden en hon
derden aangevoerd en de rijtuigen,
auto's en rijwielen brachten nog
steeds meer vreemdelingen binnen de
bevlagde hoofdplaats dor provincie.
Van Balen liet van zijn studeerver
trek op de eerste verdieping aan de
straat, de crème gele gordijnen zak
ken, welke ieder oogenblik met sche-
mervlakken van rood en blauw wer
den gekleurd door de banen der vlag,
die door den weinigen wind werd ge
wiegd
Hij wilde zichzelf in het geheim be
wonderen. Hij was nog geen maand
lid der Eerste Kamer, en nu reeds
kon hij met zijn gouden ambtsge
waad, met zijn steek, met zijn degen
schitteren.
Al zijn trots steeg hem naar het
hoofd. Wat was hij gelukkig 1 Een
zoo eervol hoogstaand ambt, een goe
de vrouw, twee oppassende kinderen,
de een reeds op de eerste sport der
magistratuur, de ander een der ge-
zochtste partijen der stad en nu
dit nog
Hij zette de borst vooruit, deed voor
een spiegelkast een stap voorwaarts,
dan weer een achterwaarts verge
wiste zich nog eens, of hij het slot
der deur goed had dicht gedraaid en
trad weer voor den spiegoL De steek
zat hem niet naar den zin. Als ©ene
dame, die een nieuwen hoed oppast,
verzette hij hem dan wat naar vo
ren, dan naar achter, een tikje links,
nog meer, nu stond hij goed doch
hij stapte naar zijn bureau-ministre,
waar een groote handspiegel lag, en
begon zich met behulp hiervan ook
van terzijde te bezien. Ja, in profiel
leek .de steek hem wat te groot, te diep
op het voorhoofd. Fluks een weinig
dun postpapier ingelegd nog eens
gekeken ja, nu zat hij goed. Hij
nam den steek af, salueerde voor zijn
eigen spiegelbeeld
Men klopte aan de deur. Het rijtuig
was vóór.
Eeriigen tijd later was de stoet ge
vormd en niet de minste plaats er in
werd door het Eerste Kamerlid Mr.
Van Balen bekleed, die statig, met
onbeweeglijk bovenlijf, in zijn rijtuig
tusschen de dubbele haag van men-
sclien trok.
Eensklaps een kleine stremming
vóór in den stoet. De paarden van
het rijtuig van Van Balen werden ook
tot stilstaan genoopt.
Aangegaapt links en rechts zat met
een innige voldoening Van Balen,
hoog in zijn gouden kraag, den voort
gang af te wachten. Hij keek vlak
voor zich uit Bij wachten worden se
conden minuten en hij keek eindelijk
uit verveling de koppen der men-
scheninassa aan. Een siddering voer
hem eensklaps door de leden.
Zij
En dat vandaag....
Vooraan in de eerste rij der haag
stond, bijna platgedrukt door haar
buren, Sidonie. In haar burgerlijk
manteltje en eenvoudig hoedje voor
hem een levend verwijt 1 De wroeging
drong als de angel van een giftig in
sect in zijn zoo gelukkig gestemd ge
moed. Even had zij hem met hare
blauwe oogen de oogen, die hij een
maal zoo zielsgelukkig was te verove
ren aangezien toen sloeg zij ze
neer, als schaamde zij zich tusschen
dien burgerlijken menschenhoop...
De stoet kwam weer in beweging.
In de woeligheid en bedrijvigheid van
den dag trachtte Van Balen de oogen
van de naar lager wal gestooten Si
donie te vergeten.
Toen hij 's avonds zijn degen afleg
de en zijn goudgeborduurden rok uit
trok, kwam, nog levendiger dan de
werkelijkheid van den morgen, het
armoedige beeld der vernederde bom
zijn misdaad verwijten.
Benige #e£3n later z&i op een i
nteen voormiddag de raadsheer te
arbeiden.
De deur ging haastig open eco met
een vrooIUk gelaat etoroide een jong
man ech binnen.
Pardon, paqw. hebt me laten
roepen, maar die Vlo kan me niet
met rust laten Hoor ze, te bonst
waarachtig tegen de deur.
Hendrik deed de deur weer open en
riep in do bovengang i
Zeg eens, meld, nou is H m«ooi
geweest papa is hier binnen.
OogenblikKeüjk stoof Vlctorlne weg.
Hendrik wilde haar verontschuldi
gen.
Och, laat ze maar, Hens, het U
nog een echt kind
Maar ga daar eens zitten, mijn
jongen, ik moet eens met Jg spreken.
Maar, papa, u ziet geheel bleek 1
Ik? 1
Heusch I
Hendrik Je bent toch nooit
meer bij de Van Larens geweest
Hendrik kreeg een kleur.
Nooit, ik heb bet u toch beloofd,
vader
Maar hield Je werkelijk zooveel
van Betsy
Ach, veder, plaag me niet
dat weet u ook weL
Dus Je ton nog van haar hou
den als er omstandigheden waren,
die Je dit niet zouden beletten
Vader I.... Is dLt ernst?
Dat is ernst
En rijn er die omstandigheden
vroeg Hendrik met een stem, waarin
eec groote ontroering trilde.
Van Balen kon niet spreken
maar knikte met het zwijgende hoofd,
waarvan de rimpels schenen verdwe
nen, die de wroeging der laatste we
ken er in getrokken had-
Het huwelijk van Hens met de doch
ter der douairière Van Laren tot
LindLer zou zijn restitutie zijn.
(„Pr. Gr. Cf)
De knevel.
Acht jaar lang had Heinrich Wal
ther, doctor in de philosophic en on
bezoldigd hul plee raar aan het insti
tuut te R., een knevel gedragen, en
nooit was het een sterveling vergund
geweest, de schendend© hand daar
naar uit te strekken. In de stad zij
ner inwoning had men een tooneel-
voorstelling gegeven ten voordeel©
van de armen. Ook Gretha, de mooie
dochter van den commissaris van po
litie, had daarin een rol vervuld, en
wijl Heinrich mede voor het goede
doel had gewerkt, waren zij op een
«enigszins vertrouweiijken voet ge
komen, zoo vaak het resultaat van
liefhebberij-voorstellingen.
Walther kon zijn beschroomdheid
niet overwinnen. Hoe dikwerf hij ook
een aanloopje nam, om een welover
wogen liefdesverklaring te doen, ge
regeld bleef hij midden er in steken.
Gretha voeide dan wel medelijden
met den onbeholpen jonkman, maar
zijn plotselinge verwarring deelde
zich ook aan haar mee, zoodat het
groote woord naar het scheen onuit
gesproken zou blijven.
Op zekeren dag ontving Heinrich
zijn benoeming tot buitengewoon
1 eeraar aan het gymnasium eener
klein© stad. Met het vermogen, dat
hij bezat, zou dit ambt hem in staat
stellen, voor hen belden een nestje te
bouwen. Aanstonds deelde hij haar
zijn benoeming mee en beiden beslo
ten zij met Kerstmis den ouden heer
den gestrengen commissaris van
politie hun liefde te openbaren.
Doch de arme Heinrich had een
zware proef van trouw en gehecht
heid te doorstaan hoe zwaar liet
hem ook viel, zou hij zich moeten
ontdoen van zijn fraaien knevel.
Zie je, lieve, vleide zij, ik vind
dat hij je heel goed staat, maar roode
haren zijn papa een gruwel Je hoofd
haar is hoog blond, maar dat andere
is een beetje rossig uitgevallen. Papa
zou om die reden iets tegen je kunnen
krijgen want pa is gewoon steeds
op zijn eersten indruk af te gaan 1
De jongeman gaf toe hij zou zich
ontdoen van het mannelijk sieraad,
en trad met loome schreden het lo
kaal binnen, waar dergelijke kunst
bewerkingen worden verricht-
De barbier zat in zijn salon, een
donker, ongezellig vertrek, en las de
courant, waarin een met vette let
ters gedrukte aankondiging al zijne
attentie trok. Zij luidde
„Het lijdt geen twijfel meer, of
„de onlangs gepleegde inbraak
„bij den bankier B. is door den
„beruchten S. verricht. Hij is een
„man van middelbare grootte,
„met onrustigen oogopslag. Een
„bijzonder kenteeken is de rossige
„knevel, dien hij wel zal laten
„afscheren. Als voormalig schrij-
„ver bij een procureur heeft hij
„er slag van zich welgemanierd
„voor te doen. Voor de arrestatie
„van den misdadiger is een pre-
„mie van 200 mark uitgeloofd."
Tweehonderd mark I mompelde
de barbier, dat zou nog eens de
moeit© waard wezen. Ik wou, dat ik
dat heer eens onder het mes kreeg
Op dat oogenblik werd de deur ge
opend en verscheen onze vriend Wal
ther het was de eerste maal, dat hij
daar kwam.
De barbier staarde hem ais eone
spookverschijning aan.. De rossige
knevel, de onrustige oogen, geen
twijfel, dat was de gevreesde inbre
ker.
Ik verlang...., ik verlang, dat gij
mijn knevel afscheert, begon Walther
met verlegen stem.
Van dolle vreugde had de barbier
hem wel willen omarmen. Het stond
zoo vast als een paal boven water,
dat was de beruchte inbreker, en de
man voelde de uitgeloofde premie ai
in zijn hand. Hij wenkte den leerjon
gen in een hoek van het lokaal, en
fluisterde dezen iets ln het oor.
Verwonderd keek de jongen hem
aan en noodigde daarna Walther uit,
om plaats te nemen, terwijl de bar
bier zich de deur uit spoedde.
De jongen begon hem iu te zeepen.
Maak toch wat voort I gebood
Walther kortaf, gij hebt zoo verba
zend lang werk.
De baas heeft gezegd, dat lk u
enkel moest ln zeepen.
Op dat oogenblik trad de barbier
met een politieagent binnen.
Na Walther duchtte vemonsterd te
eoö- netteen, ffcgtfö <9? man ttefr wfct rijns'
hand op den schouder en sol
Karei S., genaamd „de paneeb
zager", in naam der we*, rijt gij mijn
arrestant.
Walther ward doodsbleek, en rank
weer in dan stool terug.
Zegevierend knikte aè potttlebcamh
to den barbier toe
Geen twijfel meer, hij is het
Daarop sleepten rij den ongelukki
ge, nadat zij hei schuim van de zeep
om zijn mond luidden weggeveegd,
met zich voort.
Half verdoofd legde Walther In de
vlgelante, welke zijne begeleiders ge
nomen hadden, den weg naar het po
litiebureau af. Eén gedachte be-
heerschte hem de commissaris, voor
wiea hij zou gebracht worden, mocht
nooit vernemen, wien hij in werkelijk
heid voor zich had. Walther besefte,
dat hij zich op een zijner vrienden te
beroepen had, om dadelijk de vergis
sing te doen inzien, maar evenzeer
overwoog hij, dat zijn ontzettend
avontuur dan d<x>r do heele stad be
kend zou worden. Totdat de ware
misdadiger gevat werd, was rijn
eenig redmiddeleen ondoorgronde
lijk zwijgen.
De (xmimiasaris vroeg allereerst
naar zijn persoonlijke omstandighe
den. Walther zweeg en beantwoordde
geen van zijn vragen.
De commissaris maande hem aan,
de waarheid t» zeggen, doch de ge
vangene bleef onvatbaar voor over
reding.
Inmiddels zou telegraphisch wor
den bericht gezonden van de arresta
tie en zouden nadere Inlichtingen
worden gevraagd.
In gedachten verzonken, ging de
commissaris tegen etenstijd naar rijn
woning, waar zijn lieve dochter met
ongeduld op ham wachtte.
Met de woorden Papa, ik heb u
iets gewichtigs mede te deelen, ont
ving zij hem reeds in de gang.
Zoo wat Is dat voor gewich
tigs
Och, papa, antwoordde rij
aarzelend, dat is vandaag zal er
iemand komen toe wees vriende
lijk voor hem.
En wie is dat
Het Is Heinrich Walther.... een
En wat wil die leera&r van mij
Hij komt u mijn hand vragen,
fluisterde zij.
Hm, bromde de commissaris,
we zullen eens zien, hoe die lear&ar
zich voordoet, en of hij mijn lieve
kind verdient
Daarop vlijde hij zich in rijn leun
stoel, stuk een sigaar aan en wachtte
kalm den aspirant-schoonzoon af.
Maar het een© uur na het andere
verliep en de bezoeker liet steeds op
zich wachten.
Lieve Gretha, zei hij, zich
moeite gevend om bedaard te blijven,
ik moet nog even uit, lk geloof dat
bet heerschap vanavond niet meer
komt.
Uren van de pijnlijkste onzekerheid
had de gevangene doorgebracht, tot
hij ten tweeden male voor den com
missaris gebracht werd toch bleef
bij yoI harden op alle vragen volgde
een dof, hardnekkig zwijgen.
Ik zal u nog ©enige uren gelegen
heid geven, om u te verantwoorden
blijft gij dan uw laffe komedie voort-
spelen, zoo wordt gij verwezen naar
den rechter van instructie, merkte
de commissaris na het verhoor op.
Walther wankelde en werd weer
achter slot en grendel gebracht.
Den volgenden morgen stond Wal
ther ten derden male voor den com
missaris.
Dezen werd volgend telegram ge
bracht
„De gerapporteerde arrestatie
„van den inbreker S. moet op een
„misverstand berusten. Deze is in
„den voormiddag in hechtenis
„genomen. Bij den verdachte
„heeft men alle papieren van
„waarde teruggevonden, en de
„arrestant heeft volledig be-
„kend."
De commissaris keek sprakeloos
Heinrich aan, die zijne vreugd? uit
jubelde.
Memsch, wie ben je dan eigen
lijk riep de commissaris.
Heinrich Walther, doctor in de
philosophic en docent alhier, ant
woordde nu vastberaden het slachtof
fer der gerechtelijke dwaling.
Maar hoe kom je dan hier
Mot afgebroken volzinnen en Stot
terend rapporteerde Heinrich, wat
hem in het salon van den barbier
overkomen was.
Het doet mij genoegen, dat die
dwaze geschiedenis voor u is opgehel
derd. Gij rijt dus vrij.
Maar Walther, nu moedig, driest
zelfs geworden, kwam eene schrede
nader, greep de hand van den com
missaris en smeekte
Vrij... ja..., maar ik heb u nog
een enkel verzoek te doen. Ik be
min uw dochter, geef mij Gretha.
Gretha zat droevig op haar stoel,
niet kunnende verklaren, waar Hein
rich gebleven was, toen twee leven
dige. welbekende stemmen haar tegen
klonken uit de gangda deur werd
geopend, daar waren ze allebei.
Toen het uur van scheiden had ge
slagen, nam de commissaris Heinrich
bij den arm en voegde hem lachend
toe
En nu, waarde, toekomstige
schoonzoon, nu komt de commissaris
weer aan het woord, en deze gelast
morgen ouder mijn persoonlijk toe
zicht de knevel er af I Voor Gretha, en
ook voor u zelf, wil ik niet, dat jo
nieuwe gevaren zult loopen, voor een
inbreker te worden aangezien.— var
beeld je da schoonzoon van den
commissaris als misdadiger „gekne
veld" 1
De commissaris begon zelf luid
keels te lachen over zijn woordspe
ling, en Heinrich en Gretha lachten
hartelijk mee.
C.Hgx.")
EEN WAARSCHUWING VOOR
DAMES.
.In een groote inrichting te Londen
lieten dames zich het haar droog was-
schen, zoogenaamd. Dat geschiedde
met een vloeistof, waarin koolstof-
tetrachloride is en die snel verdampt
Een paar maanden geleden stierf een
meisje onder de behandeling. Om de
aandacht van het publiek op het ge
vaarlijke van deze bewerking te ves-
tlgööj sfeMe uien «en vervolging wo-
tens doodslag la tegen den bestuur-
er van de Inrichting en de jongeda
me, die het slachtoffer het haar had
gewasschea. Het ia een langdurig pro-
Oea geworden, waarbij vele getuigen,
p. u, een aantal dokters en geleerden,
werden gehoord en dat thans geëin
digd is met intrekking van de be
schuldiging. De vervolger merkte ech
ter daarbij op, dat nu het gevaarlijke
van die droge haarwassching geble
ken was, er hij een nieuw geval met
doodelijken afloop geen verontschul
diging voor den manslag meer moge
lijk was. Al geruimen tijd was deze
haarwassching toegepast zonder dat
ar ooit een ongeluk mee was gebeurd.
Ofschoon, meermalen hadden dames
zich er onwel bij gevoeld, en ook was
er wel een bezwijming bij voorgeko
men. Het slachtoffer bleek bij de lijk.
schouwing een hartgebrek te hebben,
hetgeen haar zelf en haar dokter ge
heel onbekend was. Zij had zich altijd
wed gevoeld. Maar terwijl haar het.
haar gewasschen werd, viel ze flauw.
Do jiaffrc'üw, die haar hobandekto,
legde het meisje lang uit op d«w vloei;,
waardoor rij het, in haar ontMsUod-
hetd, nog erger maakte, want da vay-
giftige gassen, zwaard8dan de lucht,
waren beneden het dichtst,
DE KIESRECHTDAMES .VERVOLGD
De Engelsche rechter begint stren
ger op te treden tegen de suffraget
tes. Twee dames, die ter gelegenheid
van het optreden van minister Lloyd
George zich schuldig maakten aan
het inwerpen van ruiten, werden ver.
oordeeld tot een maand dwangarbeid,
drie andere kiesrechtvrouwen kregen
voor gelijke overtreding veertien dar.
gen dwangarbeid.
Twee dames, beschuldigd van on
ordelijk gedrag, zullen een mand ga
vangenlsstraf ondergaan.
DAMRUBRIER.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
'Alle correspondentie deze rubriek
betreffende, gelieve men te richten
aan den heer J. Meyer, Kruisstraat 84.
Telephoon 1543.
PROBLEEM No. 92,
motto „Gretha",
voor den Wedstrijd No. EL
Zwart
Wit
Schijven op 8, 12, 14, 18, 19, 20, 30 en dam op
drijven op 11, 28, 29, 39, 40, 42. 49 en dam 00 18*
PROBLEEM No. 93,
motto „Alida",
voor den Wedstrijd No. X.
Zwart
46 47 48 49 60
Wit
Zwart Schijven op 6, 8,
Wit Schijven op 7, 22, 2
9, 10, 15, 16, 26 en dam op 13.
i, 27, 29, 31, 34, 39, 40, 41 en 43,
Oplossingen op deze problemen
worden ingewacht uiterlijk Dinsdag
26 October, aan bovengenoemd adres.
Oplossingen na dien datum inkomen
de, geven geen punten voor den wed
strijd.
Oplossing van probleem, motto
Vonkjes van den auteur Wit
9 - 33, 41 - 37, 30 - 24, 29 - 23, 38 - 32,
6 20, 40 - 34. 45 36
Oplossing van probleem, motto
„Vonkjes II", van den auteur Wit
43 - 39, 42 - 38, 32 - 28, 11 - 7, 16 - 11,
45 - 40, 41 - 86, 36 9. 25 1 of 12 1
Goede oplossingen ontvangen van
de Heeren L. F. wiegman te Scheve*
ningen, Chr. F. Visse te Overveon,
Joh. N. Arendsen, W. J. Balkenend#»
F. v d. Booren, R. Bouw, Joh. H*
Blom, W. van Daal en, P. J. Eype, P.
Geldorp, Th. S. Germans, G. P. Heek,
J. Jacobson Azn., D. G. Koning, W. J«
A. Matla, J. Mulder, C. L. Nagel, Pa-
trizio Ottolini, J. Prins, W. Prins Afc
(alleen No. 5), C. Serodini, JL F-
Spanjaard, F. Th. Timmer.
ETAND UIT EEN GESPEELDE
PARTIJ
Zwart
4Q 47 48 49 fcü
Wit
Zwart aan de beurt zijnde, speelde
27 - 32, waarna Wit de partij gewon
nen verklaarde. Wij raden den lief
hebbers aan, eerst eens zelf te onder
zoeken, alvorens de oplossing in te
zien.
Het verloop was als volgt
Zwart
27-32
32:41
41 32
28 19
35 :24
45 43
Wit.
50-44
42-37
29-23
34-30
44-40
49 291
De Haarlemsche Damclub houdt
hare bijeenkomsten iederen Maandag
avond van 8 tot 12 uur, in de boven,
zaal van Café Suisse, Smedestraai
19, (ingang naast het Café).
Liefhebbers van hei Damspel rijd
steeds welkom.