De Raadsheer, Mei* zag hen veel samen fietsen en het praatje liep ai gauw, dat bet tus schen Mr. Theodor van Balen en Sl- donia Reven burg zóó koek on el was, dat de drukker nog maar op de oople dor verlovingskaarten wachtte. Hij keek, fraichement dêbarqué van de academie, met een paar zwarte, verstandige oogen yoI overmoed de wereld in. Een nieuwe wereldverover- aar te meer, aooetls allen op den leef tijd van drle-en-4wintig jaar, die een maarechalkstaf in hun ransel voelen steken, In rich zelf gelooven. Doch het ging Mr. Theodor als zoovelen het eerste paar mooie oogen, dat In lijn verstandige kijkers keek en waarin hij een heele wereld ontdekte, was do eerste verovering. Do tweede veldslag duurde kort. Papa en mama Reven- burg werden door hun eigen dochter krijgsgevangen gemaakt Zij hadden zich op slag overgegeven de copie der kaarten kon verzonden worden. De oude hoer Revenburg woonde op een landgoed In Gelderland, waaraan verscheidene hoeven verbonden wa ren. Hij was in zeer goeden doen, zei men De laantjes van Mee rakker hadden ïn de eerste dagen van do veelbeloven de maand Juni, dat het „ja" van de fijne, aristocratische lippen van Si- donie gelispeld was, twee nieuwe gas ten bij de vogeltjes en de eekhorentjes gekregen, welke laatste schuwe beest- fc schielijk wegwuifden, met hun ge, bruine, donzige staartjes, en Daar boven schoten in de hooge den nen, om van daaruit het gedrentel van het tweetal met hun fonkel-oogjes *e begluren. Hij geloofde in haar zij hield veel Van hem. Maar Jammer was bet, dat Mr. Theodor, die de wereld wilde ver overen, nog steeds geen cliënten Ln lijn studeervertrek zag binnenkomen. Een paar onbeduidende zaakjes, die hij wel droomend kon uitwerken, brongen de gewenschte beroemdheid niet. Hij dacht aan de magistratuur. Hij sprak er zijn meisje over, en deze vond het erg goed. Dus dan wordt ge rechter Worden, worden ik zal al blij fijn, als lk hier of daar substituut^ grilfiertls ben maar later. W'ie weet 1 lk heb een oom, die met den minister van justitie zeer bevriend is, er over gesproken ik geloof, dat ik het dos, want in de praktijk zijn er nier zooveel en wij kunnen toch niet van den wind leven. Dus je kunt rechter worden Natuurlijk later wel raads heer. wel lid van den Hoogen Raad. Mooi en dan zouden we in Den Haag kunnen wonen heerlijk Nee maar, dat moet je zeker doen, Thé, in de magistratuur gaan. Hij solliciteerde maar het was tuis. De minister had behalve den oom Van Theodor van Balen nog ettelijke dozijnen goede vrienden, die de een voor een zoon, de ander voor een neef, de derde voor zich zelf ook wel den voet in den stijgbeugel wilden zetten. Sidonle liet de lip hangen. De laan tjes werden niet zoo druk meer be zocht, en op de lawn tennisbaan in het aangrenzend© Bastwijk een half uurtje van de stad waar de fas hionable jeugd kwam spelen, ging het fluisterend van dameshoed tot dameshoed, toen Sldonie dien namid dag alleen kwam Dat raakt nog uit. Deze voorspelling kwam uit Doch niet alleen om den tegenval ler van het griffierschap. Sldonie, een laatste woord. m Nu? Heb je werkelijk van me gehou den Ja En boud je dan niet meer van toe Je zegt zelf, dat we niet kunnen trouwen, of je moet een baantje heb ben. Ja.... en HIJ heeft geen baantje noodig. Sidonie kleurde. Hij heeft zegt men zulk een bvervloed, dat wij met een kwart er van en een betrekking als prinsen konden leven, en dan, hij isba ron. Ze stonden in ©en laantje van Meer- akker, het geliefkoosde laantje, waar in zij in hun ooren zulke gelukkige toekomstmuziek hadden hooren rui- sc lien. Zij draaide zich met een nijdigen twaal halverwege om Pa zegt liet ook. Als Thé dan toch voor een huishouden die zorg niet op zich kan nemen, dan moet ik Willem nemen en bovendien ik houd van Willem 1 Zij zei dit laatste met nadruk. Toch loog zij. Dus je wijst me voorgoed af Sidonie antwoordde niet, maar liep weg, alsof zij bang was, dat haar hart haar hoofd de baas zou worden. Met ©en diepe zucht, een geuit© smart, moer, een innig zieleleed, dat in oen zucht, de klacht der ongeluk- kigen, die in het hart geraakt zijn1 de borst ontsnapt, bleef Theodor siaan. Toen, plotseling, zette hij de borst vooruit, balde hij de vuist naar den kant, waar Sidonie gevlucht was. De trots van den jongen man, die zich eensklaps tot risé van heel een oóterie weet, de trots, die bij Theodor, hoe zacht overigens van inborst, in hooge mat© dominee rend was was getroffen tot in de diepste vezelen. Het Hofriep de deurwaar der. Mevrouw de douairière baronesse Sidonie van Laren tot Lindlerr, zit- tend naast haar raadsman, keek op", ©it. uit eerbied voor de rechtsprekende macht, die binnentrad, rees overeind en wilde een buiging maken, toen «ensklaps een huivering haar beving. In ©en dor raadsheeren had zij ter stond Van Balen herkend. Zijn baardje hoe leuk kruid© het eertijds over zijn blanke kin I was iets langer en breeder geworden, doGh maar weinig veranderd, en aan zijn gelaat zou men niet gezegd heb ben, dat hij vijftig was. Nog even frisch, op de konen eonigszins blo zend, helderde hot de in de zwarte toga gehulde figuur op. Hij had haar aangezien met oogen - met oogen 1.... Heel haar wezen had een oogenblik gesidderd bij dien blik. Zij was daarna, als een zondares op do bank der beschold^öen, gaan rif ten toet gebogen hoofd. Haar zaak een civiele zang eon proces, dat nu al twee jaar duur de, en waarvan zij do gelukkige op lossing hier hoopte to vinden, .wan kelde rij voelde, dat zij alles ook hier ging verliezen. Want het gold d© hoeven van Meerakker, haar eeni ge bezitting, en die barer kinderen, want de baron Van Laren tot Llndler had meer schulden dan fortuin haar ten huwelijk gebracht De raadsheer zette zijn baret af, en ging achterover ln zijn grooten stoel leunen, wijdbeens op zijn gemak, alsof hij in de groot© sociëteit een boom wou gaan opzetten. De president deed vele vragen j de andere hoeren ookhet was een kruisvuur van argumenten, van wetsartikelen tusschen de verdedi gers. Van Balen keek, of hem de heele zaak niet aanging, ln 3e zaal rond, waar niemand aanwezig was dan een paar advocaten en een paar leegloo- pers, die over de balustrade der pu blieke tribune hingen en rich in de zaal, waar die droge procedure werd gehouden, kwamen warmen. Sidonie hoopte. Neen, zóó wreed zou hij niet rijn I Zij wist echter uit de eerste jaren van haar huwelijk, toen zij hem eens op een partij had moeten ontmoeten, hoe gevoelig hij door een afwijzing was geraakt. Bijna in het oog vallend beleedigend was zijn houding ge weest en van een vriendin vernam zij, tot haar ontsteltenis, hoe diep de haat in dat hart geworteld was, die hare bejegening er in had gedron gen. Doch hij was geen alleensprekend rechter I Eu dit stelde haar gerust. In de raadkamer hoorde Van Balen de collega's aan en in de stukken zat hij in den tijd, die het opmaken van het vonnis voorafging, tot laat ln den nacht te studeeren. Dan worstelde zijn trotsch karakter met zijn geweten. Maar als Sidonie den duivelschen glimlach om zijn lip pen had kunnen zien zweven, wan neer hij nu en dan aanteekeningen maakte, of iets scheen gevonden te hebben in de wetboeken en rechtskun dige bladen, die hij doorsnuffelde, dan zou haar het bloed in de aderen gestold zijn. Van Balen kwam dan ook tot ver bazing der andere heeren met zulke nieuwe gezichtspunten, dat wie van de raadsheeren met zijn beslissing reeds gereed was, aarzelde. Sldonie verloor haar procee en daarmede haar geheel fortuin. De Koningin zou voor de maal de stad bezoeken. In grooten getale waren de men- schen saamgestroomd. Niet alleen uit de stad zelve, maar van alle omlig gende plaatsenexra treinen en trammen hadden honderden en hon derden aangevoerd en de rijtuigen, auto's en rijwielen brachten nog steeds meer vreemdelingen binnen de bevlagde hoofdplaats dor provincie. Van Balen liet van zijn studeerver trek op de eerste verdieping aan de straat, de crème gele gordijnen zak ken, welke ieder oogenblik met sche- mervlakken van rood en blauw wer den gekleurd door de banen der vlag, die door den weinigen wind werd ge wiegd Hij wilde zichzelf in het geheim be wonderen. Hij was nog geen maand lid der Eerste Kamer, en nu reeds kon hij met zijn gouden ambtsge waad, met zijn steek, met zijn degen schitteren. Al zijn trots steeg hem naar het hoofd. Wat was hij gelukkig 1 Een zoo eervol hoogstaand ambt, een goe de vrouw, twee oppassende kinderen, de een reeds op de eerste sport der magistratuur, de ander een der ge- zochtste partijen der stad en nu dit nog Hij zette de borst vooruit, deed voor een spiegelkast een stap voorwaarts, dan weer een achterwaarts verge wiste zich nog eens, of hij het slot der deur goed had dicht gedraaid en trad weer voor den spiegoL De steek zat hem niet naar den zin. Als ©ene dame, die een nieuwen hoed oppast, verzette hij hem dan wat naar vo ren, dan naar achter, een tikje links, nog meer, nu stond hij goed doch hij stapte naar zijn bureau-ministre, waar een groote handspiegel lag, en begon zich met behulp hiervan ook van terzijde te bezien. Ja, in profiel leek .de steek hem wat te groot, te diep op het voorhoofd. Fluks een weinig dun postpapier ingelegd nog eens gekeken ja, nu zat hij goed. Hij nam den steek af, salueerde voor zijn eigen spiegelbeeld Men klopte aan de deur. Het rijtuig was vóór. Eeriigen tijd later was de stoet ge vormd en niet de minste plaats er in werd door het Eerste Kamerlid Mr. Van Balen bekleed, die statig, met onbeweeglijk bovenlijf, in zijn rijtuig tusschen de dubbele haag van men- sclien trok. Eensklaps een kleine stremming vóór in den stoet. De paarden van het rijtuig van Van Balen werden ook tot stilstaan genoopt. Aangegaapt links en rechts zat met een innige voldoening Van Balen, hoog in zijn gouden kraag, den voort gang af te wachten. Hij keek vlak voor zich uit Bij wachten worden se conden minuten en hij keek eindelijk uit verveling de koppen der men- scheninassa aan. Een siddering voer hem eensklaps door de leden. Zij En dat vandaag.... Vooraan in de eerste rij der haag stond, bijna platgedrukt door haar buren, Sidonie. In haar burgerlijk manteltje en eenvoudig hoedje voor hem een levend verwijt 1 De wroeging drong als de angel van een giftig in sect in zijn zoo gelukkig gestemd ge moed. Even had zij hem met hare blauwe oogen de oogen, die hij een maal zoo zielsgelukkig was te verove ren aangezien toen sloeg zij ze neer, als schaamde zij zich tusschen dien burgerlijken menschenhoop... De stoet kwam weer in beweging. In de woeligheid en bedrijvigheid van den dag trachtte Van Balen de oogen van de naar lager wal gestooten Si donie te vergeten. Toen hij 's avonds zijn degen afleg de en zijn goudgeborduurden rok uit trok, kwam, nog levendiger dan de werkelijkheid van den morgen, het armoedige beeld der vernederde bom zijn misdaad verwijten. Benige #e£3n later z&i op een i nteen voormiddag de raadsheer te arbeiden. De deur ging haastig open eco met een vrooIUk gelaat etoroide een jong man ech binnen. Pardon, paqw. hebt me laten roepen, maar die Vlo kan me niet met rust laten Hoor ze, te bonst waarachtig tegen de deur. Hendrik deed de deur weer open en riep in do bovengang i Zeg eens, meld, nou is H m«ooi geweest papa is hier binnen. OogenblikKeüjk stoof Vlctorlne weg. Hendrik wilde haar verontschuldi gen. Och, laat ze maar, Hens, het U nog een echt kind Maar ga daar eens zitten, mijn jongen, ik moet eens met Jg spreken. Maar, papa, u ziet geheel bleek 1 Ik? 1 Heusch I Hendrik Je bent toch nooit meer bij de Van Larens geweest Hendrik kreeg een kleur. Nooit, ik heb bet u toch beloofd, vader Maar hield Je werkelijk zooveel van Betsy Ach, veder, plaag me niet dat weet u ook weL Dus Je ton nog van haar hou den als er omstandigheden waren, die Je dit niet zouden beletten Vader I.... Is dLt ernst? Dat is ernst En rijn er die omstandigheden vroeg Hendrik met een stem, waarin eec groote ontroering trilde. Van Balen kon niet spreken maar knikte met het zwijgende hoofd, waarvan de rimpels schenen verdwe nen, die de wroeging der laatste we ken er in getrokken had- Het huwelijk van Hens met de doch ter der douairière Van Laren tot LindLer zou zijn restitutie zijn. („Pr. Gr. Cf) De knevel. Acht jaar lang had Heinrich Wal ther, doctor in de philosophic en on bezoldigd hul plee raar aan het insti tuut te R., een knevel gedragen, en nooit was het een sterveling vergund geweest, de schendend© hand daar naar uit te strekken. In de stad zij ner inwoning had men een tooneel- voorstelling gegeven ten voordeel© van de armen. Ook Gretha, de mooie dochter van den commissaris van po litie, had daarin een rol vervuld, en wijl Heinrich mede voor het goede doel had gewerkt, waren zij op een «enigszins vertrouweiijken voet ge komen, zoo vaak het resultaat van liefhebberij-voorstellingen. Walther kon zijn beschroomdheid niet overwinnen. Hoe dikwerf hij ook een aanloopje nam, om een welover wogen liefdesverklaring te doen, ge regeld bleef hij midden er in steken. Gretha voeide dan wel medelijden met den onbeholpen jonkman, maar zijn plotselinge verwarring deelde zich ook aan haar mee, zoodat het groote woord naar het scheen onuit gesproken zou blijven. Op zekeren dag ontving Heinrich zijn benoeming tot buitengewoon 1 eeraar aan het gymnasium eener klein© stad. Met het vermogen, dat hij bezat, zou dit ambt hem in staat stellen, voor hen belden een nestje te bouwen. Aanstonds deelde hij haar zijn benoeming mee en beiden beslo ten zij met Kerstmis den ouden heer den gestrengen commissaris van politie hun liefde te openbaren. Doch de arme Heinrich had een zware proef van trouw en gehecht heid te doorstaan hoe zwaar liet hem ook viel, zou hij zich moeten ontdoen van zijn fraaien knevel. Zie je, lieve, vleide zij, ik vind dat hij je heel goed staat, maar roode haren zijn papa een gruwel Je hoofd haar is hoog blond, maar dat andere is een beetje rossig uitgevallen. Papa zou om die reden iets tegen je kunnen krijgen want pa is gewoon steeds op zijn eersten indruk af te gaan 1 De jongeman gaf toe hij zou zich ontdoen van het mannelijk sieraad, en trad met loome schreden het lo kaal binnen, waar dergelijke kunst bewerkingen worden verricht- De barbier zat in zijn salon, een donker, ongezellig vertrek, en las de courant, waarin een met vette let ters gedrukte aankondiging al zijne attentie trok. Zij luidde „Het lijdt geen twijfel meer, of „de onlangs gepleegde inbraak „bij den bankier B. is door den „beruchten S. verricht. Hij is een „man van middelbare grootte, „met onrustigen oogopslag. Een „bijzonder kenteeken is de rossige „knevel, dien hij wel zal laten „afscheren. Als voormalig schrij- „ver bij een procureur heeft hij „er slag van zich welgemanierd „voor te doen. Voor de arrestatie „van den misdadiger is een pre- „mie van 200 mark uitgeloofd." Tweehonderd mark I mompelde de barbier, dat zou nog eens de moeit© waard wezen. Ik wou, dat ik dat heer eens onder het mes kreeg Op dat oogenblik werd de deur ge opend en verscheen onze vriend Wal ther het was de eerste maal, dat hij daar kwam. De barbier staarde hem ais eone spookverschijning aan.. De rossige knevel, de onrustige oogen, geen twijfel, dat was de gevreesde inbre ker. Ik verlang...., ik verlang, dat gij mijn knevel afscheert, begon Walther met verlegen stem. Van dolle vreugde had de barbier hem wel willen omarmen. Het stond zoo vast als een paal boven water, dat was de beruchte inbreker, en de man voelde de uitgeloofde premie ai in zijn hand. Hij wenkte den leerjon gen in een hoek van het lokaal, en fluisterde dezen iets ln het oor. Verwonderd keek de jongen hem aan en noodigde daarna Walther uit, om plaats te nemen, terwijl de bar bier zich de deur uit spoedde. De jongen begon hem iu te zeepen. Maak toch wat voort I gebood Walther kortaf, gij hebt zoo verba zend lang werk. De baas heeft gezegd, dat lk u enkel moest ln zeepen. Op dat oogenblik trad de barbier met een politieagent binnen. Na Walther duchtte vemonsterd te eoö- netteen, ffcgtfö <9? man ttefr wfct rijns' hand op den schouder en sol Karei S., genaamd „de paneeb zager", in naam der we*, rijt gij mijn arrestant. Walther ward doodsbleek, en rank weer in dan stool terug. Zegevierend knikte aè potttlebcamh to den barbier toe Geen twijfel meer, hij is het Daarop sleepten rij den ongelukki ge, nadat zij hei schuim van de zeep om zijn mond luidden weggeveegd, met zich voort. Half verdoofd legde Walther In de vlgelante, welke zijne begeleiders ge nomen hadden, den weg naar het po litiebureau af. Eén gedachte be- heerschte hem de commissaris, voor wiea hij zou gebracht worden, mocht nooit vernemen, wien hij in werkelijk heid voor zich had. Walther besefte, dat hij zich op een zijner vrienden te beroepen had, om dadelijk de vergis sing te doen inzien, maar evenzeer overwoog hij, dat zijn ontzettend avontuur dan d<x>r do heele stad be kend zou worden. Totdat de ware misdadiger gevat werd, was rijn eenig redmiddeleen ondoorgronde lijk zwijgen. De (xmimiasaris vroeg allereerst naar zijn persoonlijke omstandighe den. Walther zweeg en beantwoordde geen van zijn vragen. De commissaris maande hem aan, de waarheid t» zeggen, doch de ge vangene bleef onvatbaar voor over reding. Inmiddels zou telegraphisch wor den bericht gezonden van de arresta tie en zouden nadere Inlichtingen worden gevraagd. In gedachten verzonken, ging de commissaris tegen etenstijd naar rijn woning, waar zijn lieve dochter met ongeduld op ham wachtte. Met de woorden Papa, ik heb u iets gewichtigs mede te deelen, ont ving zij hem reeds in de gang. Zoo wat Is dat voor gewich tigs Och, papa, antwoordde rij aarzelend, dat is vandaag zal er iemand komen toe wees vriende lijk voor hem. En wie is dat Het Is Heinrich Walther.... een En wat wil die leera&r van mij Hij komt u mijn hand vragen, fluisterde zij. Hm, bromde de commissaris, we zullen eens zien, hoe die lear&ar zich voordoet, en of hij mijn lieve kind verdient Daarop vlijde hij zich in rijn leun stoel, stuk een sigaar aan en wachtte kalm den aspirant-schoonzoon af. Maar het een© uur na het andere verliep en de bezoeker liet steeds op zich wachten. Lieve Gretha, zei hij, zich moeite gevend om bedaard te blijven, ik moet nog even uit, lk geloof dat bet heerschap vanavond niet meer komt. Uren van de pijnlijkste onzekerheid had de gevangene doorgebracht, tot hij ten tweeden male voor den com missaris gebracht werd toch bleef bij yoI harden op alle vragen volgde een dof, hardnekkig zwijgen. Ik zal u nog ©enige uren gelegen heid geven, om u te verantwoorden blijft gij dan uw laffe komedie voort- spelen, zoo wordt gij verwezen naar den rechter van instructie, merkte de commissaris na het verhoor op. Walther wankelde en werd weer achter slot en grendel gebracht. Den volgenden morgen stond Wal ther ten derden male voor den com missaris. Dezen werd volgend telegram ge bracht „De gerapporteerde arrestatie „van den inbreker S. moet op een „misverstand berusten. Deze is in „den voormiddag in hechtenis „genomen. Bij den verdachte „heeft men alle papieren van „waarde teruggevonden, en de „arrestant heeft volledig be- „kend." De commissaris keek sprakeloos Heinrich aan, die zijne vreugd? uit jubelde. Memsch, wie ben je dan eigen lijk riep de commissaris. Heinrich Walther, doctor in de philosophic en docent alhier, ant woordde nu vastberaden het slachtof fer der gerechtelijke dwaling. Maar hoe kom je dan hier Mot afgebroken volzinnen en Stot terend rapporteerde Heinrich, wat hem in het salon van den barbier overkomen was. Het doet mij genoegen, dat die dwaze geschiedenis voor u is opgehel derd. Gij rijt dus vrij. Maar Walther, nu moedig, driest zelfs geworden, kwam eene schrede nader, greep de hand van den com missaris en smeekte Vrij... ja..., maar ik heb u nog een enkel verzoek te doen. Ik be min uw dochter, geef mij Gretha. Gretha zat droevig op haar stoel, niet kunnende verklaren, waar Hein rich gebleven was, toen twee leven dige. welbekende stemmen haar tegen klonken uit de gangda deur werd geopend, daar waren ze allebei. Toen het uur van scheiden had ge slagen, nam de commissaris Heinrich bij den arm en voegde hem lachend toe En nu, waarde, toekomstige schoonzoon, nu komt de commissaris weer aan het woord, en deze gelast morgen ouder mijn persoonlijk toe zicht de knevel er af I Voor Gretha, en ook voor u zelf, wil ik niet, dat jo nieuwe gevaren zult loopen, voor een inbreker te worden aangezien.— var beeld je da schoonzoon van den commissaris als misdadiger „gekne veld" 1 De commissaris begon zelf luid keels te lachen over zijn woordspe ling, en Heinrich en Gretha lachten hartelijk mee. C.Hgx.") EEN WAARSCHUWING VOOR DAMES. .In een groote inrichting te Londen lieten dames zich het haar droog was- schen, zoogenaamd. Dat geschiedde met een vloeistof, waarin koolstof- tetrachloride is en die snel verdampt Een paar maanden geleden stierf een meisje onder de behandeling. Om de aandacht van het publiek op het ge vaarlijke van deze bewerking te ves- tlgööj sfeMe uien «en vervolging wo- tens doodslag la tegen den bestuur- er van de Inrichting en de jongeda me, die het slachtoffer het haar had gewasschea. Het ia een langdurig pro- Oea geworden, waarbij vele getuigen, p. u, een aantal dokters en geleerden, werden gehoord en dat thans geëin digd is met intrekking van de be schuldiging. De vervolger merkte ech ter daarbij op, dat nu het gevaarlijke van die droge haarwassching geble ken was, er hij een nieuw geval met doodelijken afloop geen verontschul diging voor den manslag meer moge lijk was. Al geruimen tijd was deze haarwassching toegepast zonder dat ar ooit een ongeluk mee was gebeurd. Ofschoon, meermalen hadden dames zich er onwel bij gevoeld, en ook was er wel een bezwijming bij voorgeko men. Het slachtoffer bleek bij de lijk. schouwing een hartgebrek te hebben, hetgeen haar zelf en haar dokter ge heel onbekend was. Zij had zich altijd wed gevoeld. Maar terwijl haar het. haar gewasschen werd, viel ze flauw. Do jiaffrc'üw, die haar hobandekto, legde het meisje lang uit op d«w vloei;, waardoor rij het, in haar ontMsUod- hetd, nog erger maakte, want da vay- giftige gassen, zwaard8dan de lucht, waren beneden het dichtst, DE KIESRECHTDAMES .VERVOLGD De Engelsche rechter begint stren ger op te treden tegen de suffraget tes. Twee dames, die ter gelegenheid van het optreden van minister Lloyd George zich schuldig maakten aan het inwerpen van ruiten, werden ver. oordeeld tot een maand dwangarbeid, drie andere kiesrechtvrouwen kregen voor gelijke overtreding veertien dar. gen dwangarbeid. Twee dames, beschuldigd van on ordelijk gedrag, zullen een mand ga vangenlsstraf ondergaan. DAMRUBRIER. HAARLEMSCHE DAMCLUB. 'Alle correspondentie deze rubriek betreffende, gelieve men te richten aan den heer J. Meyer, Kruisstraat 84. Telephoon 1543. PROBLEEM No. 92, motto „Gretha", voor den Wedstrijd No. EL Zwart Wit Schijven op 8, 12, 14, 18, 19, 20, 30 en dam op drijven op 11, 28, 29, 39, 40, 42. 49 en dam 00 18* PROBLEEM No. 93, motto „Alida", voor den Wedstrijd No. X. Zwart 46 47 48 49 60 Wit Zwart Schijven op 6, 8, Wit Schijven op 7, 22, 2 9, 10, 15, 16, 26 en dam op 13. i, 27, 29, 31, 34, 39, 40, 41 en 43, Oplossingen op deze problemen worden ingewacht uiterlijk Dinsdag 26 October, aan bovengenoemd adres. Oplossingen na dien datum inkomen de, geven geen punten voor den wed strijd. Oplossing van probleem, motto Vonkjes van den auteur Wit 9 - 33, 41 - 37, 30 - 24, 29 - 23, 38 - 32, 6 20, 40 - 34. 45 36 Oplossing van probleem, motto „Vonkjes II", van den auteur Wit 43 - 39, 42 - 38, 32 - 28, 11 - 7, 16 - 11, 45 - 40, 41 - 86, 36 9. 25 1 of 12 1 Goede oplossingen ontvangen van de Heeren L. F. wiegman te Scheve* ningen, Chr. F. Visse te Overveon, Joh. N. Arendsen, W. J. Balkenend#» F. v d. Booren, R. Bouw, Joh. H* Blom, W. van Daal en, P. J. Eype, P. Geldorp, Th. S. Germans, G. P. Heek, J. Jacobson Azn., D. G. Koning, W. J« A. Matla, J. Mulder, C. L. Nagel, Pa- trizio Ottolini, J. Prins, W. Prins Afc (alleen No. 5), C. Serodini, JL F- Spanjaard, F. Th. Timmer. ETAND UIT EEN GESPEELDE PARTIJ Zwart 4Q 47 48 49 fcü Wit Zwart aan de beurt zijnde, speelde 27 - 32, waarna Wit de partij gewon nen verklaarde. Wij raden den lief hebbers aan, eerst eens zelf te onder zoeken, alvorens de oplossing in te zien. Het verloop was als volgt Zwart 27-32 32:41 41 32 28 19 35 :24 45 43 Wit. 50-44 42-37 29-23 34-30 44-40 49 291 De Haarlemsche Damclub houdt hare bijeenkomsten iederen Maandag avond van 8 tot 12 uur, in de boven, zaal van Café Suisse, Smedestraai 19, (ingang naast het Café). Liefhebbers van hei Damspel rijd steeds welkom.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 14