Verschijnt dageiijkat behalve op 2on« en Feestdagen. NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. ftaHenlandscïi Overzicht Stadsnieuws FEUILLETON Het Vergaan van de „Lady Jermyn." 37 a Jaargang, Ho. 5073 MAANDAG 18 OCTOBBB 1908 B HAARLEM S DAGBLAD mat*. ABONNEMENTEN 5>ea DRIB SÏAANDBNl Vodf Haarlem i if \2S Voor de dorpen Is den omtrek waar een Agent gevestigd Is (kom der franco per post door Nederland 1.65 Atzonderllike nummersO02H Oeïllustraerd Zondagsblad, voor Haarlem G31W ie omstreken en franco per post 0.45 Pltgave der Vennootactmp lonrens Coaler, Pirectear S. C. KBBRBBOOIB. Tot de plaatsing van advertentlSn en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem In dit blad is uitsluitend gemachtigd hel Algemeen Binnen- en Buitenlandscb Advertentle-Bnrean D. Y. ALTA, Warmoesstraat 7078, Amsterdam. Teieplioon interc. 6229. ADVERTENTIÊNi Van 1—5 regels 50 Cts.: Iedere regel tceer 10 Cis. Bulten het Arrondissement Haarlem van 1—5 regels elke regel meer /O. M Reclames 30 Cent per reg^. Abonnement aanzienlek rabat AdvertentlSn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing) 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant Redactie es Administraties Groote Houtstraat (Btercommanaiil Telefoonnummer der Refactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij', Zolder Buitenopname 0. Teleioonnammer 122. TWEEDE BLAD. Tan de Residentie en haar bewoners. XXVI. In zijn jongste vergadering heeft Oüze raad een besluit genomen, dat foor de toekomst van de gemeente yan groote beteekenis ral blijken te pijnmet 81 tegen 2 stemmen besloot hij in beginsel tot het Invoeren van èen Inkomstenbelasting. Een 2aak, die reeds een paar jaar Hangende was, tal dus eindelijk haar beslag krijgen en al wordt het 1911 Vóórdat we de aangiftebiljetten van de nieuwe belasting thuis zuilen krijgen, 'Verandering komt er de hoofdelijke omslag raken we kwijt en dat is voor allen, die onder den onredelijken maatstaf ervan gezucht hebben, een uitkomst. Bleek de raad vrij algemeen vóór de Verandering slechts twee nationaal- liistorischen stemden tegen minder eenstemmig was jn©n ten aanzien van 'de vraag, of de nieuwe belasting zelf standig diende te worden ingevoerd, of gewacht totdat het ontwerp wijzi ging-Gemeentewet, waardoor den ge meenten nieuwe bronnen van inkom sten geopend zullen worden, tot .wet zou zijn verheven, daar dan de mo gelijkheid bestond, dat de gemeenten •inzage zouden mogen nemen van de kohieren voor bedrijfs- en vermogens belasting, wat een eigen aanslag van •gemeentewege, met al de mogelijkhe den van vergissing, onnoodig zou ma ken. Dt heer Sillevis stond dit laatste voor: wilde de invoering opschorten tot <le Gemeentewet gewijzigd was, \yaarbij de wethouder van financiën zich aansloot. Deze was bij minister Heemskerk op bezoek gegaan, welke hem minzaam had meegedeeld, dat „inderdaad de Regeering, wat haar aangaat, niet anders dan spoedige be handeling bedoelde". Verder zou men door uitstel moge lijk de kosten van de aanslagambte naren ontgaan, want had men dezen eenmaal in dienst en kon later inza ge van de kohieren genomen worden, dan ging het niet aan ze weer naar huis te zenden. Ze zouden dus als noodzakelijk teveel over de andere takken van gemeentedienst verdeeld moeten worden. Zijn argumenten mochten niet ba ton. In een schitterende, logische rede mepte de hec r Treub de voorstan ders van uitstel uit het veld De verwachting, dat de Kamer het Ingediende ontwerp binnen, afzienba- ren tijd zou afdoen, noemde hij zeld zaam optimistisch. Ieder, die met de werkwijze van dat college bekend .was, zou de onmogelijkheid van vlug ge behandeling inzien. En dan behoor de het lang niet tot de onwaarschijn lijkheden, dat het voorstel tot het ter inzage geven aan de gemeenten ge schrapt zou worden, en dan zouden we net zoo ver zijn als nu. De toezeg ging van min. Heemskerk was 'n vage uiting, in een jolig oogenblik losgela ten. De ambtenaren voor de aanslagen noodig, zouden later gebruikt kunnen worden bij de voorbereiding van de nieUWÓ belastingen, die het ontwer; toch mee zou brengen. Een uitstel, van hoe korten tijd ook, zou afstel worden en daar wenschte spreker niet aan mee te doen. En vele leden met hem met 21 te gen 16 stemmen zag de heer Sillevis, die zijn denkbeeld in een motie had neergelegd, zich in de minderheid. Uit deze tweede stemming blijkt duidelijk, dat de inkomstenbelasting toch niet zoo de algemeene sympathie hoeft als men uit de eerste allicht zou opmaken. De hoofdelijke omslag was onhoudbaar, daar waren alle leden van overtuigd en in principe daarom voor verandering, i. d. het vaststellen van een belasting naar het inkomen, maar tusschen ergens voor zijn en het doen is een verschil, dat soms van onmeetbare breedte Is. Het voor- stol tot opschorting van de invoering werd slechts met een paar stemmen meerderheid verworpen, en zeker wa ren onder de voorstemmers leden, die alleen heil verwachtten van de wijzi ging van de Gemeentewet en alles wil den laten als het was, totdat dit ont werp wet zou geworden zijn, maar opvallend groot was hun aantal, na de klemmende rede van mr. Treub. die zoo heel duidelijk aantoonde, dat van spoedige afdoening niets te wach ten was. Wanneer in de eerstvolgende verga dering de artikelsgewijze behandeling begint, dan zal wel hetzelfde ver schijnsel te constateeren zijn, name lijk dat verschillende van de voor standers van veranderen, tegenstan dea's worden om fulititeiten. Van de vele amendementen, die in gediend zijn, vermeld ik thans alleen daft van mr. Treub, om het inkomen uit kapitaal progressief zwaarder te belasten dan dat uit bedrijf ont staan. Den hoofdelijken omslag raken wij kwijt, dat is voor het oogenblik het belangrijkste. Verandering in de grondslagen van betaling moét verbe tering brengen, want dwazer verhou dingen dan in de H. O. kunnen moei lijk geschapen worden. Zoo betaalde iemand, die bij een inkomen van f 50.000 een huis be woonde van 2000 huur, belasting over laatstgenoemde som, maar iemand, die jaarlijks een ton kon ver teren en een even duur huis had, droeg precies evenveel bij.... Kamerbewoners werden niet aange slagen naar de waarde van hun ver trekken, in verband met den huur van het geheel© huis, maar naar het geen zij aan den onderverhuurder be taalden. Zoo werd een huis bewoond in drie gedeelten de huurders hier- van betaalden te zamen f 300. plus f 240. plus f 120 aan de hospita, en werden naar die bedragen aangesla gen. terwijl het geheele huis maar f350 per jaar deed. Voor het meubi lair moest afzonderlijk betaald wor den en dit was dus niet in genoemde bedragen begrepen. En dit zijn slechts enkele voorbeel den van de ongelijkmatigheid van belastingdruk door den H. O. veroor zaakt.: Evenals verleden winter heeft zich ook thans een comité gevormd tot steun aan de werkloozen. Noodig zal dit zeker zijn, want de meesten zijn slachtoffers van d8 slapte in het bouwvak en daar noemenswaardige verbetering niet te bespeuren is, ligt het voor de hand, dat komende maan den weer velen om onderstand zullen aankloppen. Een zuivere opgaaf van het getal werkloozen in den vorigen winter be staat er niet; een moment-opname is nooit genomen; we weten alleen hoe veel er zich in de maanden October Maairt bij het comité hebben aange meld. Dit getal, 2813, is natuurlijk te groot om het als gemiddelde aan te nemen, maar bewijst in elk geval, dat er velen zijn, die geholpen moer ten worden. Van deze 2813 behoorden 73 pet, meeir of min direct tot het bouwvak en dat wijst den enormen invloed aan door den stilstand ln het bouwen uit- Ruim de helft van de werkloozen bleken geboren Hagenaars en onge veer 45 pet. had zich er reeds geves tigd voor 1899, was hier dus gekomen in de jaren toen door de enorme stadsuitbreiding In alle takken van bedrijf, behoefte aan arbeidskrachten bestond. De omvang van- die uitbreiding blijkt duidelijk uit de vermeerdering van bevolking, die in het tijdvak 1879 tot 1899 van 113.000 tot 206.000 steeg en groote vraag naar woningen deed ontstaan.- Op het oogenblik is in die vraag in ruim voldoende mate voorzien: gevolg voel werkloozen bouwarbeiders en krachtige steun van de burgerij zal noodig zijn om alle nood te lenigen. Van de burgerij, want het voorstel bij het afdeelingsonderzoek van de ge- meente-begrooting gedaan om ƒ100.000 beschikbaar te stellen voor de werk loozen van welke zijde het komt is duidelijk zal nooit de ver eis ch te stemmen vinden. Groote gaven van overheidswege verstikken nu eenmaal de particuliere bronnen. sintram. Nog altijd brengt de Ferrer-zaak vele monden en pennen in beweging ze is nog het onderwerp van den dag I De gelangrijkste vraag, die gesteld wordJt, is IS FERRER SCHULDIG Uit vorige Overzichten is reeds ge bleken, dat wij geen oordeel willen uitspreken eenvoudig, omdat we de gegevens missen voor een juiste en billijke uitspraak. Vandaar ook, dat we in 't Overzicht zoo onpartijdig mo gelijk trachten te zijn en zoowel het geen voor als tegen Ferrer wordt in gebracht, meedeelen. In het vorig nummer haalden we in het kort aan, wat een Spaansche mi nister aan een nieuwsbureau heeft gezegd. Nu ligt de volledige verkla ring voor ons en achten we het wel van belang, deze op te nemen. Z. Excellentie zei „Niet als propagandist van revolu- tionnake denkbeelden is Ferrer te recht gesteld, doch wegens deelne ming, als leider, aan daden van re bellie. De openbare meening in Span je, die beter ingelicht is dan het bui tenland, heeft in dit vonnis berust, in de overtuiging, dat de regeering niet anders handelen kon." Vervolgens besprak de minister de straatbetoogingen in Parijs en andere steden en zei „Deze mededeelingen hielden voor ons niets verrassends in. Wij hadden de uitbarstingen in dezen vorxn en in dergelijke afmeting voorzien. „Zij die, reeds vóór de ontdekking van Ferrer's schuilplaats, protesteer den tegen zijne aanhouding en tracht ten de politie op een dwaalspoor te brengen door allerlei verkeerde be richten zij die, vóór het proces, vóór het onderzoek der bewijsstukken le gen Ferrer, hardnekkig beweerden, dat hij onschuldig was, zij zouden natuurlijk, na de vcroordeeling en de executie, deze wel voorstellen als een aanslag tegen de vrijheid en het recht. Nu zijn er in de wereld cn in de pers, die zich met de binnenland-. sche toestanden van Spanje bezig houden, twee stroomingen, die men moet onderscheidende eene, die de Juli-revolutie van Barcelona goed keurt en waarmee wij geen rekening te houden hebbende andere, die overtuigd is dat Ferrer slechts een intellectueel en geen werkzaam deel nam aan die bloedige gebeurtenissen. Dit punt, de medewerking van Ferrer aan de revolutie, moest worden be wezen. En dat punt is bewezen, name lijk, dat hij als aanvoerder deelgeno men heeft aan feiten en oproerige da den, die met den dood worden ge straft." Ten slotte noemde de minister het „zeer betreurenswaardig, dat er in het buitenland personen zijn, die zich aan betoogingen overleveren naar aanleiding eener quaestie, welke zij niet kennen en die in Spanje is gere geld door de bevoegde overheid en volgens de bestaande wetten." De officieuse „Epoca" beweert, dat ..de militaire justitie, die de zaak heeft behandeld, den beklaagde geen enkel verdedigingsmiddel heeft ont houden, dat de wet strikt is toege past en hot openbaar rechtsgevoel is bevredigd, daar Ferrer reeds sedert langen tijd veroordeeld was door het meerendeel zijner landgenooten, zelfs door hen, die zich thans zoo in het harnas gejaagd betoonen." Nu de Spaansche Kamer geopend is, wordt algemeen van de regeering verwacht, dat deze nadere inlichtin gen over de Ferrer-zaak zal geven. Ook de Katholieke pers vraagt naar deze openbaarmaking der stukken. Zooals men in de telegrammen heeft kunnen lezen, is de eerste zit ting der Kamer (en ook van den ge meenteraad van Madrid) nogal ru moerig verloopen. 't Waren even wol alleen de republikeinen, democraten en socialisten die protesteerden. De andere leden gaven de regeering een votum van vertrouwen, door aan te heffen Leve de koning I leve Spanje leve t leger 1 DE HOUDING VAN DEN SPAANSCHEN KONING. Deze wordt druk beschreven en be sproken. Bij de straatbetoogingen klonk herhaaldelijk -. „weg met Al fonso I", „De dood aan Alfonso I".... Het blad der Fransche socialisten, de „Humanité", schreef o. a. „Heel Europa had zich vereenigd, om hem (Ferrer) te redden. Het zwar te Spanje, heeft het geantwoord met peLelonvuur. Het is een uittarting aan alle vrije denkers, aan de Euro- peesche beschaving. Deze uittarting zal aanvaard worden en stellig zal de wrekende bom op de misdadige fusil lade volgen. Het leven van Alfonso voor dat van Ferrer, Bloed roept om bloed. „De Tijd", deze en andere aanvallen op den Spaanschen koning bespre kend, haalt aan, wat de „Figaro" „ovor den moed van den jeugdigen Spaanschen monarch" schrijft. „Hij stelt zich door zijn ratificatie van het vonnis der militaire rechtbank, on vervaard als hij is, aan zóó groote gevaren bloot, waarmee de oproerige elementen hem bedreigen. De gratie welke zijn minister's om redenen 1 staat weigerden hem voor te stellen, en die de vrienden van Ferrer hem trachtten af te dwingen door hunne 1 weerzinwekkende bedreigingen deze gratie kón hij niet schenken zon der te wij keu voor een soort afper sing'en zonder hen in het ongelijk te stellen, die belast zijn met de leiding van 's lands zaken.... Door dit drama zich te laten afspelen tot het einde toe heeft hij meer moed getoond dan de rechters, de ministers on de betoogers van alle partijen te zamen, daar hij 'n de oogen der revolutionnairen, er geheel de verantwoordelijkheid voor draagt en te midden van de woeste kreten van hen, dfte om wraak roe pen, zijn jeugdige regeering alleen de bedreigde is." EENIGE BIJZONDERHEDEN OVER FERRER'S DOOD. Ferrer moet tegen de soldaten, die hem doodschoten, gezegd hebben „Kinderen, jullie kunt het niet hel pen. Mikt goed. Ik ben onschuldig. Levede laatste woorden sneed het doodende lood af. Op een tragische wijze vernam Fer rer's jongste dochter, die te Parijs vertoeft, het lot van haar vader. De redactie van de „Humanité" had beloofd, haar in kennis te stellen van alle telegrammen, die uit Barcelona binnen kwamen. Om zich persoonlijk op de hoogte te gaan stellen, nam zij des middags een rijtuig en reed naar het redactie-bureau. Terwijl zij het rijtuig uitstapte en den koetsier be taalde, kwam een courantenverkoo- per op haar toe en bood haar een dag blad aan, waarop met groote letters gedrukt stond „Ferrer is gefusil leerd". Nog voor zij het redactie-bu reau kon bereiken, viel de ongelukki ge iu zwijm en werd door redacteurs van de „Humanité" naar haar wo ning teruggebracht. nieu\ve"straatbetoogingen. Te PARUS werd Zondag weer ee>n hetooging ge houden tegen de terechtstelling van Ferrer, nu belegd door eenige anar chistische en socialistische vereeni- gingen, waaraan honderddui zend personen deelnamen. De betooging had een kalm verloop. De weg door de stad, dien het organisa tie-comité zich voorgenomen hacl af te leggen, werd tot het einde gevolgd. De betooging was op den ganschen weg ingesloten door een sterke politie macht en door militairen. Om twee uur vertrokken, bereikte de kop van den stoet om vier uur 45 min. de Place de la Concorde, waar de stoet ontbonden werd. In de buurt van het Spaansche ge zantschapsgebouw werden onder weg luide de kreten geroepen „Ter dood met Alfonso, den moordenaar I" Ove rigens zongen de betoogers de „Inter nationale" en de „Carpragnole". Wijl de politie den stoet ongemoeid liet, verliep alles in volmaakte orde. Aan de hetooging namen ook vele vrouwen deeL Nadat de stoet ontbonden was, had in den Jardin des Tuileries, waar eenige betoogers een Katholiek pries ter ontmoetten, een opstootje plaats. De politie kwam tusschenbeiden. Er werden eenige revolverschoten gelost, met liet gevolg, dat zes personen van politie en publiek gewond werden twee van hen werden ernstig ge wond. Zondagmiddag hielden de sociaal democraten te BERLIJN drie protest-vergaderingen, die zóó druk bezocht waren, dat vele duizen den geen toegang konden krijgen. Na heftige redevoeringen tegen Spanje, werden in al de drie bijeenkomsten gelijkluidende motiën aangenomen, waarin loet fusilleeren van Farrer, „de afschuwelijkste van olie gerech telijke moorden" werd genoemd en „uitdrukking werd gegeven aan de broederlijke gezindheid jegens het ge knechte Spaansche volk". Na afloop van de protestvergaderin gen werd een stoot van betoogers door de politie teruggedrongen. De politie trok de sabel, maar maakte gebruik, of- eldig oparong ook een protestbetoogin^ bende verbrijzelde de van de wapens geen schoon de menigte gewefc en er met steenen werd geworpen.- Verscheidene betoogers werden gear* resteerde Te LUIK had Zondag ook plaats. Een ruiten van het Dominikanen-klooster, van een nonneklooster en van een kerk. De betoogers trapten ook de deur in van de sacristie, welke zij plunderden. De betooging der socialisten had ie BRUSSEL plaats voor de standbeelden van de graven van Egmond en Hoorne, die hier tijdens de Spaansche heerschap pij in België onthoofd werden. Er had geen incident plaats. Na de meeting te LONDEN trokken de betoogers, ten getal© van ongeveer tien duizend, naar het SpaaTischa gezantschapsgebouw. Er ontstond een algemeen handgemeen met een sterke politiemacht, die de straten afzette en zich rondom het gezantschapsgebouw opstelde. De po litie legde beslag op en vernielde alle banieren en chargeerde verscheidene keeren om de menigte te verstrooien, die toen naar de Katholieke "kathe draal trok en voor het gebouw eene betooging hield. Hier werd de menig te zonder veel moeite door de politie verstrooid. Te GENèVB werd een protestvergadering gehou den, die door 5000 personen werd bij gewoond. Na afloop trok de menigte naar het oonsulaat, waar zij in bot sing geraakte met de politie. Aan bei de zijden werden personen gewond Te BARCELONA zijn op verschillende plaatsen zes bommen geworpen. Vele personen zijn gewond. DE OORLOG IN MAROKKO. Van het oorlogsterrein hooren we niets Ls het vechten gestaakt Wel heeft de Spaansche minister van financiën in de Kamer het ontwerp voorgelezen waarbij een crediet van 68 millioen wordt gevraagd ter bestrijding van de kosten van den veldtocht in Ma rokko tot het einde van het jaar. Schaken. Hedenavond heeft in het clublokaal der Amsterdam sche Schaakclub de returnmatch plaats tusschen de A. Sj C. en het Haarlemsch Schaakgezel schap. Vrije-en Orde-o efenin gen. Haarlem, 16 Oct. Geëx. 6 heeren en 4 dames. Geslaagd de heeren H. J« Brink en A. Bon te Haarlem, H. J. Jansen en W. B. Heere te Hilversum, J. J. PoLl te Alkmaar; de dames W. IL Jongelle en G. L. Swart, te Amstea> dam en T. de Haan te Heemskerk. GEMEENTERAAD. Vergadering van den Raad der ge meente Haarlem, op Woensdag 20 October, des namiddag te half twee, in de Statenzaal (Prinsenhof). De volgende zaken zuilen aan' dö orde worden gesteld 1. Mededeelingen en ingekomen stukken. Verzoekschrift Dr. II. Brongersma, eervol ontslag directeur H. B. S. met 5-Jarigen cursus. E. W. Hornun g. Met een reusachtlgen Ier aan het hoofd waren zij bezig brandemmers naar hot achteronder te sleepen het jhenschengedrang verborg het val luik voor ons oog, totdat wij het ach terdek bereikten maar wij hoorden hst water uit de branctemmere plas- jsen en in de vlammen, beneden sis sen en wij zagen een kolom witte rook voortdurend uit hun midden op stijgen. Bij heit begin van het achterdek slond kapitein Harris, met zijn bee- nen vei' van elkaar geplant, geweldig eh zeer beslist in zijn houding. En ik moet bekennen, dat de ruwe taal, die ons bij gevaarlijk weer al zoo dikwijls in de ooren hadden geklonken, mij een soort van vertrou wen inboezemde. Bovendien, zelfs van het achterdek af, kon ik geen vlammen zien. Maar de nacht was even mooi als hij een paar uur geleden was geweestdo sterren ©ven schitterend, het windje even balzomiek, de zee zelfs kalmer en wij waren al op hef ergste voor bereid. Op dit oogenblik van gevaar was liet achterdek natuurlijk overstroomd door passagiers van alle klassen, de een al angstiger, woedender, bedroef der en zenuwachtiger dan dé ander terwijl wij ons ©en weg haanden door deze angstige menigte, trok ik Ready aan den arm. De kapitein is een beest. zei ik, maar hij Ls vannacht het rechte beest op de rechte plaats, nietwaar, Ready r Ik hoop het, klonk zijn ant woord, Maar wij waren uit onzen koers vanmiddag, en tijdens het concert waren wij er weer uit, even zeker als nu op dit oogenblik weer. Zijn toon van spreken dwong mij, hem naar de verschansing te trek ken. Maar hoe weet u dat U kan dat toch niet zien, is 't wel Zeker aan de sterren. Hij kon mij niet tegenhouden ze te raadple gen, en lk ben er even zeker van, als dat ik overtuigd ben, dat wij een la ding aan boord hebben, waaiyan geen onzer Iets weet Het laatste praatje was natuurlijk al algemeen bekend op het schip maar deze toespeling trof mij als vol komen overbodig en onbeteekenend. Wat die andere zaak betrof, merkte ik op, dat de officieren daarvan eer der wat zouden gezegd hebben dan Ready, wanneer het waar was. Och, die verwenschte officieren riep onze teringlijder met groote heftigheid. Zij zijn niets meer dan aangekleed© matrozen ik geloof, dat zij geen van allen het certificaat van tweeden stuurman hebben, en zij zijn zieLsbang. Maar de kapitein toch niet. Neen hij is dronken hij kan goed schelden, maar u moest liem eens hooren, ate hij tracht te spre ken. Ik zette mijn weg voort zonder meer te antwoorden. Ziekelijk pessimisme, was de opmerking, die ik bij mij zeif maakte. En toch was de zieke man op dit oogenblik iemand met wien te reke nen vielde menschel ijk© geest was weer meester over het zwakke lichaam en met een onlogisch gevoel van verlichting vond ik hen, die ik zocht, kalm naast het kompashuisje staan. Mijn jonge vriendin zag heel bleek en haar oogen waren groot van angstmaar zij stond daar volkomen kalm in haar reismantel en kap, en met mijn geheele ziel genoot ik van do stoutmoedige zelfbeheerschlng, die ik mijn lieveling al had toegeschre ven. Ja ik had haar dus lief. Einde lijk was ik er van overtuigd, en ik ontkende het niet meer in mijn hart. In mijn onschuld en vreugde was ik geneigd 'hot vuur te zegenen, dat mij gelegenheid gaf haar zelf en mij in de ware gedaante te zien, en daar stond ik, haar openlijk vol llofde aan kijkend (om geen oogenblik te verlie zen). en vol verlangen, haar mijne liefdie te bekennen. Maar daar stond ook mijnheer San tos, bijna precies zooate ik hem het laatst gezien had, sigaret, dasspeld en alles. Hij droeg echter een over jas en leunde op een massieven, eb benhouten wandelstok, terwijl hij de guitaar van zijn dochter in een kist bij zich droeg, precies alsof zij op een trein stonden te wachten. Bovendien, meende ik, dat hij mij voor het eerst met een niet zegr wel- willenden blik aankeek. Beschouwt u het ate ernstig vroeg ik hem kortaf, terwijl mijn hart nog altijd van onbegrensde vreugde klppte. Als antwoord haalde hij op de be kende wijze zijn schouders op, en zei toen Een brand op zee te zeker ern stig. Waar is hij uitgebroken? Niemand weet hetmisschien te het wel gekomen door my concert. Maar zij zullen hef vuur wel meester worden Zij doen tot nu toe wonderen, mijnheer. Dus, juffrouw Denison, ver volgde ik opgewonden, onze harde schipper is toch de rechte man op de rechte plaats. Een sterke man op een sterke plaats, nietwaar en ik lachto als een dwaas, en keek bon in hun ernstige geziohten. Mijnheer Cole heeft gelijk, zeide Santos, ofschoon zijn scheids hier eenlgszins misplaatst schijnt. Maar je moet nooit weer tegen kapi tein Harris spreken, lieve. Dat zal ik ook niet, zeide het arme kind toch zag ik haar de wenk brauwen fronsen, toen d© kapitein zijn schorre stem in steeds bloemrij ker termen verhief en ik begon met Ready te vreezen, dat de man dron ken was. Mijn oogen waren nog op mijn lie veling gevestigd, ik keek haar verlan gend aan en genoot van haar bijzijn, toen ik plotseling zag, dat haar hand beefde in den arm van haar stief vader. Het was een verschrikte beweging in antwoord op eenzelfde gebaar van zijn kant. Hij rukte de sigaret uit zijn mond. Er kwam veel beweging op het voordek en van mond tot mond liet zich de kreet hooren De vlammen De vlammen Ik keerde mij om. en zag ze weer kaatsen op de witte kolom rook en stoom. Ik snelde voorwaarts- en zag ze kronkelen uit den hellemond van het scheepsruim. Het halfdek vertoonde nu een spook achtig tooneei die brandende trap deur in het midden en iedere man als 't ware een zwarte duivel, wer kend om zijn roosterend lichaam te redden. Achter den hoofdmast losten de passagiers elkaar voortdurend af met pompen droge lakens werden te voorschijn gehaald, en daarna door- ©ekt van het water één voor één in het vuur gegooid. Dat had meer uit werking dan enkel water de rook zuil werd zwarter, dichter de crisis was nabij plotseling was alles stil» zelfs onze schorre kapitein nweeg. Ik was naar beneden gesneld, in het ruim van het schip blozend over mijn aarzelen en reeds droeg ik lakens aan, evenals de anderen. Toen ik bij een gedwongen pauze even opkeek, zag ik hoe Santos den kapi tein wat in het oor Duisterde, met de uitdrukking van een sphinx, en mek zijn buitenlandse he gebaren achter hen een rij gezichten in doodsangst, waaruit twee op dat oogenblik even wild en vreemd als alles naar voren kwamen. De een was onze ongelukkige, ge lukkige goudgraver, de ander een reusachtige neger van de Zambesi, die de opdracht had gekregen hem te bewaken dat was de dienaar (of lie ver de slaaf) van mijnheer Santos. 1 (Worclt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5