NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. OM ONS HEEN StafteoJaadacli Overzicht FEUILLETON Het Vergaan van de „Lady Jermvn." JWelM*g«g. «AU—— i i nnuf—in I 5 Vergc&ifot dagtifilka, bafcafrg op 2cw an Fessfalsgsn- WOENSDAG 80 OOTOBEB 1B09 B HAARLEM S DAGBLAD ABONHEMBNTBH PBS DRIB MAASDBKi Voor Haarlem 1,1.t j j I 8. I Voor de dorpen In den omhel! wan een Agent gevestigd b (kom der gemeente)1.30 Franco per port door Nederland - 1.65 Aizonderl^ke munnier» 0SOU Gemurtrrord Sgrbtolj, voor Haarfem 03TH fx omstreken en Itaceo pet port i Ü45 tHteave der Vennooiae&ap Covens Coaler. Bfaedwa J. G. PEERE3003. ADVERTENTIÊNi Van 1—5 regels 5D Cis.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Haarlem van i—5 regels fit—, dice regel meer/0.16 Reclames 30 Cent per read, B§ Abonnement aanzienlijk rabat Advertenties van Vraag en Aanbod, hoogstens zes rogels 25 Cts. per plaatsing! 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant Redactie en Administratis: Groote Houtstraat MefOOiananul ïsieioonaianme? der Redactie 600 en der Administratie 724. Drukkerij; Znlder Bnttenspgairis 6. ïeleloonnummer 122. Tot de plaatsing van adverientlêo en reclames van bniten het Arrondissement Haarlem bi dit blad Is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buüenlandsch Adverientle-Bureaa D. V. ALTA, Warmoe&straat 75—78, Amsterdam. Telcphoon latere. 0229. "T TWEEDE BLAD. Ne. 1016. der Zomervacantie aan de scholen voor M. en H. 0. IL Een van de vaders haait bij het plan om aileen in Haarlem de vacantie» te .wijzigen, nog even ter herinnering on sen nu gelukkig geëindlgden dubbelen ÜJd aan en roept dan. zijn afkeuring over de nieuwe vakantieplannen in Ideze woorden uit „Belachelijk dualisme 1 De Hollan ders zijn de Chineezen van Europa, Haarlem zou hiermede het Peking van het Westen worden Over de ontworpen najaarsvacantie »ljn velen niet te spreken. Maar voor dat ik daartoe overga, wil ik even vermelden, dat een vader, sprekende ©ver het gemak van de kortere vacan- lie, zoo eenvoudig en juist opmerkt „Wat gemak aangaat, zou lk wel Voor inkrimping zijn, maar dat is een ondergeschikte zaak." Eto in verband met die zes laatste, eenvoudige maar hartelijke woorden, wil ik nog een andere beschouwing afdrukken, die mij bijzonder getrof fen heeft We mogen dus niet denken die neven weken hebben m ij lang ge noeg geduurd ze vervelen zich op het laatst maar, er kunnen, wat m ij aangaat, best een paar weken af. Dat is een egoïstisch stand punt. Want eigenlijk loopt het met dat vervelen zoo'n vaart niet. Maar de zaak is, dat hun thuis zijn ons ouderen dikwijls las tig en vervelend is. Ze stoeien op plaatsen waar 't niet mag, ze be dreigen onze meubelen, hebben veel te veel praats, halen lastige Vrienden over den vloer, doen hon derd dingen, waaraan we ons er geren. Ook convenieert het ons niet dikwijle, om ons eens een beetje met hen te bemoeien. Klei ne, aardige speelpopjes zijn het niet meer, en 't omgaan met lui, die hun Fiegeljahre bezig zijn door te maken, is een zeer dubieus genoegen. En zoo komen we er toe, te denken en we zeiden het zelfs tegen den armen zondaar: „hè jongen, wat zal lk blij wezen als Jij weer op de schoolbanken zit I" Laten we barmhartig we zen ze moeten zoo ontzettend veel uren op die schoolban ken zitten! Ze groeien zoo hard op hun leeftijd j ze schieten op als jonge palmboomen. En al loopen ze met frontjes en wandel- Stokken als heusche heeren, in hun hart zijn het (gelukkig) nog yulko kinderen I Hun leeftijd Vraagt nog om lachen, stoeien, plezier makenook willen ze wel ernstig denken en redeneeren als men ze er maar tijd en held toe geeft. Ik geloof, dat we er ons niet genoeg indenken, dat on ze studeerende jeugd eigenlijk een moeilijk en eentonig leven leidt. De opmerkingen verbieden commen taar, ze zouden er maar door ver zwakken. Moet ik nog zeggen, dat hier een moeder aan het woord is In mijn vorig artikel haalde ik aan, dat er voor de gezondheid van sommi ge leerlingen een lange vacantie noo dig wordt gevonden. Ik citeer maar weer uit mijn overvloed van kopy Het Is mijne ervaring, dat de leerlingen reeds in het begin van Juli verschijnselen vertoonen, waaruit blijkt, dat zij vermoeid en min of meer op zijn. De belang stelling in het onderwijs ver flauwt j de ijver wondt daardoor geringer en het opgedragen werk wordt vaak met tegenzin verricht- Men kan het den kinderen, die hunnen tijd niet verlummelen, ook aanzienhun uitzicht wordt phy- siek slechter. Zulke verklaringen staan niet op zichzelf. Lucht, volop lucht en licha melijke oefening en ontspanning In de open lucht acht een ouderenpaar noo- dig voor wie maanden achtereen de lessen aan de bedoelde scholen heeft gevolgd. Blijkbaar heeft de moeder de opmerkingen geschreven, de vader onderteekende ze. En als bewijs, dat we hier niet enkel met theorie te ma ken hebben, volgen dan deze woorden: Ik heb dat ondervonden met mijne dochter. Zeven weken lang heeft zij van de versterkende bui tenlucht genoten. Het is verba lend welke uitwerking ten goede dit op hare lichamelijke ontwikke ling heeft gehad. „Voor zwakke kinderen", zoo schrijft een ander, „is volgens advies van alle geneesheeren, minstens zes weken rust noodig." Maar er is nog een ander argument en niet ten onrechte roepen velen daarvoor de aandacht op. Een kind Is niet alleen een persoontje dat leeren moet, maar ook een, dat zich ontspan nen mag. Sterk drukt een vader zich hierover uit, waar hij zegt 'n Paar weken vrijheid ontne men aan de jeugd in den mooien V-ol-zomer, den feestelijken tijd in bosch, in duin, in de weide, aan het strand, ik zou het een aanslag Vinden op de gezondheid en de vreugde van onze Spes patriae. Waartoe bekorting der vacanties? vraagt een inzender en hij antwoordt o. a. Stelt men zich voor, dat bij min der vacantie de kinderen meer zullen leeren In Duitschland zijn, vooral op de volksscholen, de vacantiën langer dan in ons land en toch hoort men daar zelden klagen over te lange vacanties. In Engeland en Amerika zijn ze Veel langer. Hier hegeeren som mige ouders de vrijheid om aan hunne kinderen vacantie te geven of niet, naar gelang het in hun kraam te pas komt. Onze fraaie leerplichtwet bezorgt hun daarbij geen moeilijkheden van eenige be- teekenis. Er zijn kinderen (ziekelijk of verkeerd opgevoed) die zich niet weten bezig te houden, dte zich altijd vervelen als ze niet in 't ga reel loopen. Als zulke kinderen niet leeren zich nuttig bezig te houden, groeien ze op tot ongeluk kige menschen. Oudera van zulke kinderen vinden ook de kleinste vacantie te lang en zouden zelfs de Zondagen willen afschaffen, want ze zitten met hun kinderen verle gen. Om der wille van zulke kin deren de vacantiën te verkorten a c h ij n t in 't belang dier kinde ren, maar ia het niet. Een zomervacantie van 6 weken acht ik voor oudere leerlingen eer te kort dan te long, wijl ik de school beschouw als een noodza kelijk kwaad. Het zou onverant woordelijk zijn om jongelui van 13 tot 18 jaar een flinke zomervacan tie in 't heetste der dagen te ont houden, omdat sommige ouders de vacantie lastig vinden en andere jaloersch zijn op de leeraren, die niet alleen veel geld verdienen, maar ook nog mooie vacantiën hebben. Met het slot van deze beschouwing dwalen we evenwel van de hoofdzaak, de leerlingen af. Ik kom er op terug met de opmerking van een der inzen ders, „dat de jeugd het tijdperk is om zich te vermaken, om te genieten. Jeugdgenietingen Inruilen voor kun digheden is niet altijd een winst. Een vroolijke genotvolle jeugd is een schat voor heel het verder leven. De schooL autoriteiten moeten al heel duidelijke cijfers geven omtrent onvoldoende re sultaten van de tegenwoordige schooltijdregeling; anders zal ik in mijn hart de H. B. S. leerlingen be klagen, indien hun iets van hun Jeugdperiode, waarover zij tot heden de beschikking hadden, wordt ontno men." Maai1 er is nog meer. Verschillende Inzenders waardeeren een lange zo mervacantie, omdat de kinderen daar in den tijd hebben, iets aan hunne particuliere liefhebberijen te doen. Daarbij komt nog, dat ieder kind waar wat bij zit, naast zijn plichten voor de school, zijn eigen liefhebberijen heeft, dikwijls wij zende op mooie gaven, hem of haar door de natuur geschonken. Die moeten zij meestal, om goed mede te kunnen komen, in hunne klasse weken lang onderdrukken, hetgeen heel veel zelfoverwinning aan ze kost Een ander is van oordeel, dat de leerling toch reeds een te klein deel van den leertijd overhoudt voor lief hebberijen, vrije studie, ontspanning on uitstapjes. Hij behoeft eer meer vrije beweging, dan minder." Ik kom dan nu langzaam, wel heel langzaam, want telkens rezen er nieu we argumenten voor de lange vacantie tusschen, tot het al of niet wenschelij- ke van een week najaarsvacantie. Er zijn er onder de ouders, die deze als extra toegift na de lange zomervacan tie wel zouden wenechen, maar velen zien daarin geen heil, omdat het ein de October of begin November ge woonlijk slecht weer is, broertjes en zusjes op andere scholen geen vacan tie hebben en de ouders zich veel min der met hen zullen kunnen bemoeien, zoodat zij zich zullen gaan vervelen. Zoo zal, meent een inzendster, de najaarsvacantie vaak dienen voor bij werken of Inhalen. Bovendien zijn ve len tegen onderbreking van den pas- begonnen arbeid. Hiermee zou ik, om den lezer niet al te zeer te vermoeien, kunnen eindi gen. In artikelen als deze is beper king noodig, al zou ik, op mijn woord, gaarne minder weerstand hebben ge boden aan de verzoeking om hier en daar uit de bijdragen nog een gevleu geld wooxd aan te halen. Maar één opmerking is er toch, die ik nog even behandelen wiL Een van de inzenders vraagt mij, waarom niet in zaken als deze, door Burgemeester en Wethou ders een soort plebisciet onder de ouders kunnen worden gehouden. Ja, waarom niet 1 Ik weet het niet. Maar ia het van B. en W. te v e r- wachten? Dat heb ik mij afge vraagd en wanneer lk daarop een be vestigend antwoord had durven ge ven, zou lk mijn vragen aan de ouders niet hebben gezonden. Hadden B. en W. het gedaan, dan zou het uit den aard der zaak beter, vruchtbaarder geweest hebben kunnen zijn. Het Col lege had dan bij het zien van de na- meD allerlei conclusies kunnen trek ken, het zou bijvoorbeeld hebben kun nen nagaan of wellicht de ouders van vlugge kinderen ingekrompen, die van minder vlugge de bestaande va cantie wenschen, iets wat ik uit den aard der zaak niet zeggen kan, hoe wel lk den indruk heb, dat deze split sing onjuist is. B. en W., althans de wethouder van onderwijs, had met allerlei bezwaren zijn voordeel (en dat der kinderen) kunnen doen. Kort om, had ik op een enquête van B. en W. uitzicht gehad, ik had gaarne aan 't College den voorrang gelaten. Helaas, ik verwachtte deze daad van B. en W. niet. Me dunkt, ons da- gelijksch bestuur is zoover nog niet, dat het, van den hierarcliischen lad der, wrakke trap als die dikwijls is, afziende, rechtstreeksclie aanraking met do ouders zoeken zou. Ik hoor in gedachten zeggen: „dat ligt niet op onzen weg." Om het gevaarlijke woord maar eens te gebruiken, geachte vra ger, ik vrees, dat het College dit i al te democratisch zou hebben gevon- den. j Laat ons elkander troosten met de veronderstelling, dat het eens zoover wel komen zaL Of wij het zullen bele ven, is een andere vraag. Maar dat dan ook het onderwijs beter zal zijn, frisscher, eenvoudiger, ik zou haast zeggen barmhartiger, hoop ik tevens. Een enkel staaltje van eigen recente ervaring. Mijn zoontje had pas les In een nieuw vak en vond dat prettig. Den leeraar toevallig ontmoetende, meende ik hem genoegen te doen door hem dat te zeggen. „Och ja", zei hij, half lachend, half weemoedig, „dat zal wel overgaan, want ze komen gauw aan de formules en vinden het dan een rot vak 1" Mij dunkt, commentaar is ook hier overbodig 1 Binnen een paar dagen geef ik de beschouwingen van de voorstanders der inkrimping en invoering eener najaarsvacantie ten beste. Maar vooraf nog enkele gevleugel de woorden daarover van voorstan ders der onverkorte zomervacantie Ondoordacht en tegenover de leer aren onrechtvaardig. Noodelooze, ondoordachte nieuwig heid 1 J. C. P. In afwachting op de officleele stuk ken, die de Spaansche regeering zal openbaar- maken, beijvert de buiten- landsche pers zich, om voor 't gericht der „publieke opinie" bewijzen voor en tegen Ferrer te verzamelen. De „Köllnisclie Volkszeitung" publi ceert een stuk uit een bx*ief van Fer rer, waaruit moet blijken, dat FERRER WEL EEN ANARCHIST is. Hij schreef „Om de menschen niet af te schrikken en de regeering geen aanleiding te geven mijne inrich tingen van onderwijs te sluiten, noem ik ze „moderne" school in- plaats van anarchistenschool. Want het doel mijner school ia, lk beken het openhartig, daar anarchisten te kweeken. Mijn wensch is de revolutie voor te bereiden. Voor het oogenblik moeten wij er ons toe bepalen in de hoofden der jeugd het denk beeld van de gewelddadige oprui ming te doen postvatten. Zij moet leeren, dat er slechts één middel is tegen de gendarmen en folte ring, de bom namelijk en het gif „De Tijd" roept nu uit „Wat zeggen hiervan de volksmen ners en de dagbladschrijvers, die het publiek in den waan hebben gebracht dat Ferrer's school eenvoudig eene vrije neutrale school was, welke con currentie aandeed aan de godsdien stige scholen, zóó dat de monniken uit jaloezie en fanatisme besloten die school en zijn stichter uit den weg te ruimen 1 Ferrer's stichting was een kweekschool voor anarchisten, waar de jeugd leerde te „werken" met bom en gif.... En welke waarde wil men dan, dat wij hechten aan een verkla ring van Ferrer's vrienden als zou deze man van de toebereidselen tot het oproer in Barcelona niets geweten hebben, hij, de vriend van Malato, de vriend van Morral, den koningsmoor denaar, de leeraar in anarchisme dat met bommen en gif werkt, dus in het anarchisme van de daad...." In ons overzicht van gisteren en onder de telegrammen kon men lezen over de INTERPELLATIES IN DE SPAANSCHE KAMER. Veel is aan het medegedeelde niet meer toe te voegen. Toen Moret (de leider der liberalen) de rede van den minister-president Maura wilde be antwoorden, ontstond er een gewel dig lawaai de oppositie en regee- ringspartij wedijverden in het leven maken Eindelijk kon Moret spreken. Hij verklaarde, dat de inlichtingen, door den minister gegeven omtrent den oorlog in Marokko niet duidelijk in het licht stellen, welke bedoelingen men eigenlijk met het Rif heeft. Verder zei hij niet te begrijpen, waarom de schorsingvan de consti- tutionneole waarborgen te Barcelona zoo lang had geduurd, daar de rede nen om haar te handhaven reeds niet meer aanwezig waren korten tijd na de gebeurtenissen. Het slot zijner rede was weer het ministerie-Maura heeft het vertrou wen van het volk verloren en moet aftreden. Moret zei evenwel niet, welke re- georing er dan moet komen. Duidelijker nog dan ln de Kamér, heeft de minister-president zich om trent HET STANDPUNT DER SPAANSCHE REGEERING uitgesproken, in een interview met een Fransch journalist Z. Exc. zei „De ambtelijke telegrammen, die wij ontvangen van de civiele gouver neurs der provincies melden alle, dat overal rust heerscht en dat de te rechtstelling van Ferrer nergens eeni- fe oproerige beweging heeft uitgelokt panje toch had Ferrer reeds geoor deeld, het land is overtuigd, dat hij zijn straf dubbel en dwars verdiend heeft. Spanje zag in Ferrer den aan stichter van de revolutie to Barcelona en begrijpt niet, dat men een anar chist als hij kan huldigen, een man, die zoovele menschenlevens op zijn geweten heeft. Wij meenen dan ook, dat het bui tenland er zich weldra rekenschap van zal geven, dat het lot van Narrer rechtvaardig is geweest en in over eenstemming met 's lands wetten, en trouwens mot de wetten van alle vol keren, die trachten naar veiligheid voor het individu en naar openbare orde, en die, evenals wij, hen bestrij den, die, gelijk Ferrer, de algemeene rust in gevaar brengen. De regeering bevond zich bij de ort« lusten "te Barcelona In een zeer moei lijken toestand de voornaamste han delsstad was de bakermat geworden van het internationale anarchisme, ieder oogenblik sprongen er bommen in de straten bij het begin der vijan delijkheden in Marokko en het ver trek dor troepen, bedreven deze men schen de gruwelijkste daden. Wij moesten toeslaan. Wij hieven derhal ve de grondwettige waarborgen op, daar do toestand dit eischte. Wij heb ben vijf personen, onder wie Ferrer, jdoen fusilleeren, daar zij vele malen schuldig waren en middellijk of on middellijk den dood van talrijke slachtoffers hadden veroorzaakt. Wij bestrijden de anarchisten, de wanorde en geweldpleging, maar ook niets anders. En wij houden ons overtuigd, daar bij een dienst te bewijzen aan de an dere volken, aangezien de anarchis ten de vijanden zijn van de sociale orde van alle landen. Wij weten, dat wij een zwanen strijd begonnen zijn, waarbij wij staan tegenover de anar chistische solidariteit, zoowel in bin- E. W. H o r n u n g. Met een cynisch toestemmend ge- naar haaide hij zijn schouders op. Och mijnheer, daar steekt in elk geval geen kwaad ln. Ik stond aan haar zijde, voordat er Kg een woord over zijn lippen kon men. Juffr. Denlson, wil u mij een onderhoud van vijf minuten toestaan Het kan het laatste wel zijn, dat wij polt samen kunnen voeren. Zij nam haar handen van de oogen in keek mil met een vreemd ver schrikte uitdrukking daarin aantoen «wam er iets vragend peinzende in, Üat nog vreemder was, omdat ik het Hiet kon begrijpen.- Zij liet echter toe, dat ik haar hand ftam en haar naar de boretweriug Bracht. Wat heeft mij te zeggen toroeg aij op haar beurt. Wat denkt eigenlijk f Haar stem was dringend, als smeek te zij om de waarheid. Dat wij allen een heel goeden kans hebben, zei ik op hartelijken toon. Is dat alles riep Eva. Mijn hart klopte angstig bij haar opgewonden manieren. Zij scheen tegelijk teleurgesteld en verlicht. Kon het mogelijk zijn, dat zij bang was voor een liefdesverklaring, die zij al lang gevreesd had? Mijn slechte eerste ervaring kwam mij waarschuwen op mijn hoede te zijn. Neen, ik zou nu niet spreken het was nu geen tijd daarvoor. Als zij mij liefhad, dan zou zij mij daardoor misschien minder liefhebbenheter was 't op God te vertrouwen, dat Hij ons béiden zou sparen. Ja, dat is alles, zei ik koppig. Zij kwam aarzelend wat naderbij. Haar teleurstelling scheen het nu van haar verlichting gewonnen te heb ben. j Weet u wat ik dacht, dat u van plan was mij te zeggen t— Neen. Mag »k 't u vertellen f U kan mij vertrouwen. Haar bleeke lippen openden zich. Haar groote oogen schitterden en het volgend oogenblik zou zij mij verteld hebben, waarvoor ik alles over gehad Zou hebben, om het te weten. Maar Juist op dat oogenblik hoordo lk een vluggen stap achter mij, en het licht verdween uit het lieve galaat, dat naar mij was opgeheven. Ik kan niet I Het moet ook niet 1 Hier is die man 1 Mijnheer Santos naderde een en al glimlach en in een wolk van blauwe kringetjes rook. U zal worden afgesneden, vriend Cole, zei hij. Het vuur breidt zich uit Laat het zich uitbreiden schreeuwde ik, 't Jonge meisje innig aankijkend. Ons gesprek is nog niet uit. Ja zekerzei ze plotseling heel beslist Ga ga om mijnentwille om uwentwille ga dadelijk I Zij gaf mij haar hand. Ik drukte haar. En zoo verliet lk haar bij do borstwering o hemel I hoe dikwijls hadden wij op diezelfde plek gerede twist Zoo verliet tk haar, wat mij op éón na de grootste inspanning in mijn le ven kostte, en toch kon Tk niet nala ten, hoe vol mijn hart ook was van liefde en van mijzelf, den armen Rea dy mijn hand op de schouders te leg- gem God zegen Je, oude jongen zei lk tot hem. (Hij keok mij aan met een doodsbleek gelaat, wat mij dwong oven stil te blijven gtaan. Voor mij is nu alles voorbij,, zei hij. Maai-, ik zeg, dat ik het bij het rechte eind had over de lading En ik hoorde een gegrinnik, toen ik den ladder bereiktemaar Ready be stond al niet meer voor mijzelfs Eva was op den achtergrond, toen ik als aan den grond genageld stond over hetgeen lk voor mij zag. HOOFDSTUK HL Op den Waterspiegel. Het was niet de nieuwe paniek op 't middenschip, dat mij het bloed in de aderen scheen te doen stollen ook niet, dat de eene boot voortdurend aan den voortakel bleef hangen, waar door degenen, die er in gegaan waren, vóórdat de boot behoorlijk in zee ge laten was, er uit geslingerd waren als steenen uit een kantelenden wa gen. Het was wel afschuwelijk om te zien, hoe de gelieele inhoud van de boot gillend en ach verwerend in zee wegzonkmaar voor zelfzuchtige oogen (en wie onzer ie ©r op zoo'n moment niet zelfzuchtig) was er nog iets veel ergers te zien want ik zag, dit alles over een onoverkomelijke vuurzee. Het halfdek had vlam gevathet was aan weerskanten van het bran dende luik éen en al vlammen al leen het vóór- en achterdek waren nog vrij, daartusschen lekten honderden vurige tongen. Zou ik er overheen kunnen sprin gen Ik ging nog wat dichter bij en keek. Het waren maar enkele voeten om er overheen te komenmaar als lk er in terecht kwam, zou het met een met mij gedaan zijn. Ik ging da delijk achteruit, minder omdat mij den moed ontbrak, dat kan lk in waarheid getuigen, dan omdat mijn gezond verstand er tegenop kwam. Sommigen hielden het oog op mij gericht hoe ik deze hel zou passeeren. De borstwering I schreeuwden zij. Loop langs de borstwering Ik stak mijn hand op ten teeken, dat ik gehoord en begrepen had en van plan was ernaar te handelen. En terwijl ik hun verzoek opvolgde, merk te lk op, wat anderen misschien al lang duidelijk was geweest; dat er geen wind was en dat het ten verderve opgeschreven schip in doodelijke kalmte voortslingerde. Slingerde, slingerde, slingerde, zoodat het minu ten scheen te duren, vóórdat ik mij een duim ver durfde voort te bewegen. Toen probeerde lk het op mijn han den en knieën, maar de blakerende borstwering scheen mij tot op het been te verbranden. En daarna sprong ik op, wanhopig van pijnen met mijn pijnlijke handen wijd uitgespreid om mij in balans te houden, liep lk die paar meters tusschen hooger worden de zee en lager wordend vuur, en vallende zee en hooger komend vuur, evenals een acrobaat wandelt langs een koord, en door de genade Gods zonder mis te stappen. Er was geen tijd om lang over mijn heldenfeit na te denken of over iets anders in een nacht, waarin ieder oogenblik gewichtiger was dan het vorige. En toch denk Ik, dat zij, die mij hadden aangemoedigd tot die ge vaarlijke daad mij gaarne levend wil den verwelkomen nu keken zij al weer naar iets anders. Een der bedienden van de hutten was op het voordek gekomen hij had een flescli ln de éene hand, een glas in de anderein den rooden gloed za gen wij hem dansen voor den kapi tein als een bewegelijke marionet Haris scheen hem te willen bedrei gen. Wat hij zei konden wij niethoo- ren door het geknetter en gesis van de vlammen. Maar wij zagen hoe de wankelende hofmeester hem een dronk aanbood; zagen hoe het glas het volgend oogonbllk den kapitein In het gelaat werd geslingerd, hoe er bloed stroomde,, hoe hij een pistool trok, zonder resultaat vuurde en hoe het door den dronken muiter werd weggepakt Het volgende oogenblik' regenden ar slagen met een zwarten wandelstok op het hoofd van den hof meester. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5