HAARLEM'S DAGBLAD. «"SS.**®.
FEUILLETON
Het Vergaan van de
„Ladj Jermyn."
OM ONS HEEN
No. 1020.
Inkrimping der Zomerracantie
aan de scholen voor M. en H. O,
IV.
(S 1 o t.)
Tot slot heb lk nog ©enige afwijken
de meeningen te vermelden over de
quaestta Van ouders en verzorgers,
die noch zeven, noch vier weken va
cantie wenschen. Velen vinden zes
weken voldoende, anderen vijf, som
migen bepalen die zelfs op vijf en een
halve, hoewel de zaak nu niet zoo
precies op een paar dagen aankomt.
Over het algemeen heerscht in deze
antwoorden reeks, die vrij talrijk is,
een sterke neiging om het nu maar
eens precies te regelen. Ik heb bij
sommige wel eens aan een Sinter
klaas verlanglijst gedacht, bij voor
beeld toen ik los, dat een vader den
toestand zóó sterk wenschte „om te
wentelen", dat de zomervacantie vier
k vijf, de Kerstvacantie, die met Pa-
schen en Pinksteren elk twee weken
zouden zijn, en dat bij goed ijs boven
dien nog één week gegeven zou wor
den. Of bij het voorstel, dat voor alle
scholen een gelijke zomervacantie van
zee weken zou worden bepaald, of
telkens na proefwerk vacantie zou
worden gegeven. De laatste regeling
heb ik door een deskundig© als de
meest wenschelijke hooren aandui
den jammer dat hij er bij voegde,
dat de school arbeid die onmogelijk
maken zou.
Enkele vaders weaischten de vacan
tie nog veel verder in te perken, één
der vaders vindt tweemaal veertien
dagen per jaar méér dan genoeg en
een ander klaagt er over, dat voor al
dien vacantietijd, waarin de leerling
niets te leeren krijgt, betaald moet
worden. Ik vermeld deze laatste
bij wijze van curiosa, evenals de on
verschilligheids-verklaring van een
derde, in dezen vorm geuit
„Dit punt interesseert mij zóó
„weinig en vind het beat, zooals
„de mogendheden beslissen."
Uit deze kleine enquête is wel over
tuigend gebleken, dat do meeste
ouders er anders over denken en dat
de quaestie hun wel degelijk belang
stelling inboezemt.
Overigens geeft een der inzenders
nog een eigenaardig bezwaar aan te
gen verkorting der vacantie, wan
neer die bij vele ouders, zooals geble
ken is, niet in den smaak valt. Hij
voorspelt namelijk, dat aangezien er
ten opzichte van deze leerlingen geen
leerplicht bestaat, de klassen aan 't
einde en het begin van den cursus
gedeeltelijk ontvolkt zullen wezen.
Verzet van ouders dus i Of dat te ver-
wachten zou zijn, acht ik onzeker, j
maar de vraag is wel„wat zouden, I
indien het zich voordeed, de leeraren
doen
Waarom ouders van buitenwonen
de leerlingen tegen een verkorte zo
mervacantie zijn, illustreert de op
merking van een vader „half acht
aan den trein, vijf uur thuis, veel
huiswerk, dan 13 een maand rust te
kort om den nieuwen strijd weer aan
te vangen."
En voor hen, die de lange vacantie
lastig vinden, kan misschien dezo op
merking van een anderen vader tot
nadenken zijn
„Moeder heeft niet veel op met een
lange vacantie, want de jongens zijn
„thuis zoo lastig. Vader evenwel oor-
„deelt er anders over. Die vindt, dat
„een jongen, die op de H. B. S. een
„jaar lang flink, heeft gewerkt, ook
„eens flink moet kunnen uitrusten en
„genieten, om daarna niet te meer
„lust en ijver te beginnen.
„Daarom geen verkorting van de
„vacantie, wel verlenging, zooals in
„Amerika."
En hiermee sluit ik de rij van cita
ten, met leedwezen verklarende, dat
ik geen gebruik meer heb kunnen
maken van verschillende opmerkin
gen, die inkwamen, nadat ik de twee
eerst© artikelen geschreven had. Ik
moest eenmaal een grens stellen.
Misschien kan het zijn nut hebben,
eens na te gaan, welke beteekenls nu
dit overzichtje heeft gehad. In de
eerste plaats dunkt mij deze, dat de
ouders kennis konden nemen van ar
gumenten, die in strijd wanen met de
hunne. Een referendum, waarbij hel
aantal stemmen voor of tegen den
doorslag geeft, kon het niet zijn.
Daarom heb ik ook al die cijfers ach-
terwege gelaten.
Ik kan mij eigenlijk niet goed be
grijpen, dat onderwijs-autoriteiten er
toe zouden kunnen komen, na ai het
meegedeelde, een belangrijke inkrim
ping van de vacantie door te zetten.
Al ware het alleen om deze enkele
reden, dat tal van oudera oordeel en,
dat om gezondheidsredenen een lange
vacantie voor hunne kinderen noodig
is. Het zou ontactisch, ja wreed zijn,
na deze verklaring een belangrijke
inkrimping door te zetten.
En in verband daarmee moet ik
melding maken van een ander resul
taat dezer enquête. Ik bedoel de zeer
talrijke blijken van ontevredenheid,
die worden gegeven met de inrichting
van het middelbaar onderwijs. Ik
deelde daarvan al eenig© staaltjes
mee, helaas, ik heb er zeer vele. Op
goed geluk ai grijp ik er enkele uit de
prassa.
„Zoolang de tegenwoordige manier
„van werken op de H. B. S. blijft
„bestaan, roet de afmattende en ze
nuwachtig makende proefweken, is
„mijn besliste meening, dat de vacan
cies, te zamen genomen, ln geen ge
„val mogen worden ingekrompen.
waarloosd wordt. Verkondigt als
Ideaal, dat de maatschappij meer
behoefte heeft asm bruikbare, dan
aan geleerde jongens en meisjes, en
dat het geluk van verreweg de meea
ten niet ligt in geleerdheid, maar In
het bezit van een goede gezondheid
en van een ferm karakter.
Wanneer in deze richting ook maar
oen kleinen stoot kan worden gege
ven door hen, aan wier advies over
de regeling van hot onderwijs waarde
mag worden gehecht, dan zal deze
kleine enquête van groote vrucht
baarheid zijn geweest.
j. a p.
Mtenlandsch Overzicht
Een ander, niet minder beslist, ie.
van oordeel, dat aan de leerlingen in
een vacantie van vier weken „te we'-
„nlg tijd gegeven wordt, oin van hun
„overspannen arbeid geheel op ver- j
„haal te komen."
En een derde drukt zich uit op deze
wijze
,Ware de vraag geweesthet on
derwijs aan de H. B. S., dan zou ik
„wel meer te zeggen hebben en zeker
„anderen met mij. Als mijn jongen
„te huis komt en hij wijst mij, welk
„werk hij moet maken of wat hij lee-
„ren moet, dan haal ik somtijds
„mijn schouders op en vraag mijzel-
,ven af „waarom, waarvoor
Van ©en vierde is het bezwaar „het
.onderwijs geefi toch al te veel voor
„hot intellect en te weinig voor het
„gemoed I"
Welnu, van deze en andere klagers
ken ik velen. Het zijn geen prut
telaars uit gewoonte, geen mopper
aars van professie, maar bezadigde,
rustige menschen, aan wier critiek
waarde mag worden gehecht. Tegen
den berg van bezwaren, die uit de
ontvangen papieren kan worden op
gebouwd, heb ik met schrik opge
zien.
Wij, leeken, die enkel den buiten
kant zien en de bezwaren van binnen
niet voldoende kunnen schatten, moe
ten natuurlijk in onze critiek met om-
z.ichtigheid te werk gaan en er voor
al geen personen op aanzien, want
directeuren en leeraren zijn onder-
worpen aan het systeem, aan de in- J
richting van het onderwijs, zoo goed
ais wij en onze kinderen. 1
Maar wel mogen wij zeggen tot al
len, die eenigen invloed kunnen uit
oefenen ten goede
Maakt daarvan gebruik. Helpt toch
mee, om te verzachten dat drillen en
africhten op overgangs- en eind-exa
mens. Verkondigt het mee, gij, die het
voorrecht der ervaring bezit, dat het i
tegenwoordige stelsel niet deugt met
zijn streven naar geleerdheid, met
zijn noodzakelijkheid van inpompen
en uit het hoofd leeren. Stuurt, wat I
gij kunt, mee in de richting van een
wel ontwikkelend, maar niet over-
jachtend onderwijs, dat waar het
don geest bezighoudt met wetens
waardige dingen, meewerkt tot ka
raktervorming, die nu geheel ver-
DE TSAAR IN ITALI8.
De Itallaansche en Russische pers
gaat voort, hooggestemde lofliederen
tj zingen op de nu verwachte maar
reeds Iantr gewenschte toenadering
tusschen deze rijken. In Italië is Rus
land on de Tsaar alles en in Rusland
Italië en Koning Emmanuel....
De ontvangst van den Tsaar aller
Russen is dan ook schitterend te noe
men En hartelijk Als een bijzonder
heid wordt vermeld, dat de beide ge
bieders elkaar tot driemaal toe
omhelsd n. Wat wtlt ge nog meer?
Ook wordt, verzekerd, dat 't volk de
beide monarchen hartelijk toejuich
te. Onder deze toejuichers moeten
evenwel veel soldaten geweest zijn,
want er was bij de ontvangst te Rac-
oonigi een zeer sterke legermacht
Natuurlijk is aan tafel veel gespro
ken en getoast Als altijd zijn zulke
dronken bij koningsmaaltijden voor
de politiekers 't neusje van de zalm.
De Koning van Italië stelde aan
den gala-maaltijd den eersten dronk
in. Z. M. zei„lk begroet met vreugde
Uwe Majesteit als gast van Italië en
els de mijne, want het bezoek is de
ix vestiging van de ernstige vriend
schap en van de eenheid van bedoe
lingen, d»e onze stamhuizen, onze re-
geeringen en onze landen vereenigt
De gemeenschap van belangen en de
gevoelens van sympathie, evenals de
moed en de zelfverloochening der dap
pere Russische matrozen bij de groote
rampen, d»e ons land onlangs troffen,
droegen er toe bij Italië en Rusland
steeds nader rot eikaar te brengen.
Hei Russische volk en het Italiaan-
ache volk leerden elkander kennen en
achten, en onze regeeringen vereenig-
deu zich voor een, in gemeenschap
met andere mogendheden onderno
men arbeid, om de orde te bandhaven,
lk heb vast vertrouwen mei Uwe Ma
jesteit te kunnen samenwerken om
aan onze volkeren die weldaad te
kunnen verzekeren, en ik dank üwe
Majesteit hartelijk voor het mij ge
bracht bezoek, tevens mijn leedwezen
uitsprekend, dat ik aan Uwe zijde
niet zie Uwe Doorluchtige Gemalin,
voor wier gezondheid ik vurige wen
schen koesier."
Hierna dronk de Koning op de ge
zondheid van den Tsaar en diens fa
milie.
Vervolgens was 't woord aan den
Tsaar.
„De hartelijkheid waarmede Uwe
Majesteit mij het welkom toeroept,
treil mij diep door myn komst in
Italië hub ik een hartewenach ver
vuld, dieu ik allang koesterde. L>e
sympulhieke ontvangst, die ik in lta-
iie ondervond beantwoordt geheel aan
de ernstige vriendschap en de ge-
meen-chup van bedoelingen en belan
gen, die onze huizen, onze regeerin
gen c-n onze landen vereenigen.
Lie. levendig aandeel dat geheel
Rusland nam in bet ongeluk dat Ita
lië velleden jaar trof en de echo, die
deze gevoelens vonden in Italië, zijn
hel wcispreüeude getuigenis van de
steeds groeiende sympathie tusschen
de be.de volkeren.
Ik heb het vaste vertrouwen, dat
onze regeeringen op afdoende wijze
zullen medewerken om die sympathie
te doen toenemen, en door voortdu
rende en vertrouwelijke samenwer
king zullen bijdragen, niet alleen aan
de toenadering van Italië en Rusland
maar tevens aan het werk van den al-
gemeenen vrede".
't Bezoek van den Tsaar is niet van
langen duur geweest, want gisteren
middag te 3 uur heeft hij Racconigi
weer verlaten.
Zooals we reeds schreven, de pers
is vol verwachting over de nieuwe
vriendschap, 't Scherpst uit zich weer
de Russische „Noweje Wremja", die
schrijft
„Een toenadering tot Rusland is
voor Italië een onderpand voor vei
ligheid en vrede. En voor Rusland
heeft zij het voordeel, dat het rijk,
zich een conflict mocht voor
doen, op de grens tegenover het Gelli-
ciach strategisch tooneel een aantal
legercorpsen hun vrijheid van bewe-
g»ng zal kunnen ontnemen. Dat Is het
voordeel voor de toekomst Voor het
oogenbLik echter, is het in de eerste
plaats wenschelijk de verbeterde be
trekkingen dienstbaar te maken aan
het behoud van den status quo in het
Oosten. De Russische en ItaLiaansche
belangen gaan daar hand aan hand.
Het streven van beide landen is er
op gericht daar een spoorweg aange
legd te zien, die de Slavische volken
ln den Balkan zal vrijmaken van de
Oostenrijksche contróle."
De ministère van buitenlondsche zo-
ken hebben tegelijkertijd een samen-
sprek!ng gehouden. *t Gesprek tus
schen TIttoni en Iswolsky liep in het
bijzonder over de Ralkan-qunestfe.
Na deze beraadslaging heeft de Rus
sische minister een en ander gezegd
tegen een Fransch Journalist. Z.Exc.
verklaarde dat Rusland en Italië ge
meenschappelijke belangen hebben,
n.l. bandhaviug van den vrede, be
houd van den status quo in het Oos
ten en de ontwikkeling van het zelfbe
stuur van de Balkanvolken.
Er wordt niet gestreefd naar bet
brengen van verwarring in den hul
digen toestand van Europa, men wil
dien integendeel consolideeren. De
vriendschap van Italië is niet alleen
van hooge waarde wegens de sterkte
en macht van het land zelve, maar
ook wegens de verbonden, die het
heeft gesloten. Iswolsky verklaarde
zich voor den status quo op Kreta en
spiak de hoop uit, dat het Grieksche
volk niet zoo dwaas zal zijn de dynas
tie omver te werpen.
Minister Tiltoni, die bij hel onder
houd met den journalist tegenwoor
dig was. verklaarde het volkomen
eens te zijn met het gesprokene.
hebben dan eerst geraamd was, om
dat de regeering aan de oppositie be
langrijke toezeggingen heeft gedaan,
om de nieuwe regelingen minder
drukkend te maken
Maar, 1 eigenaardige Is, dat de be
lastingen waarvoor 't meest gevreesd
werd, 't best geloopen hebben.
Dat is een succesje voor de regee
ring.
En een waarschuwing voor het Hoo-
gerhuis.
DE MTNISTERCRISIS IN
DENEMARKEN.
De Koning droeg aan den leider der
radjcalen Zahle de vonning van een
ministerie op.
Stadsnieuws
RUSLAND EN FRANKRIJK.
De Tsaar kwam gisteravond op zijn
terugreis te Modane aan. Minister Is
wolsky verdocht den heer Pichon
den Franschen minister van buiten-
landscaen zaken ln den keizerlijken
waggon te stappen, waarna de Tsaar
geheel alleen gedurende eenige minu
ten een gesprek met Pichon voerde.
De trein vertrok daarna in de richting
van Chambéry, waar Pichon den kei
zerlijken wagcon weder zou verlaten.
Heeft de Tsaar aan Frankrijk willen
meedeeien, wat het resultaat van zijn
Italiaansche reis is geweest?
DE POLITIEK IN RUSLAND.
De binnenlandsche politiek in Rus
land is niet zoo actief als de buiten-
landsche. Nu is de Doema weer voor
de derde zittingsperiode geopend.
Zal de arbeid nu vruchtbaarder zijn,
dan de vorige jaren?
KEN BETOOGING IN SPANJE.
De groote betooging van Spaansche
republikeinen en socialisten tot welke
reeds sedert eenige dagen besloten
was, toen het kabinet-Maura nog aan
het bewind was, heeft Zondag te Mar
drid plaats gehad. Meer dan 50,000
personen deden mede. Het doei was,
zooals uiteengezet werd in een mani
fest aan de bewoners van Madrid, te
toonen, dat de Spaansche democrati
sche elementen, behoorende tot alle
partijen van de uiterste linkerzijde
vastbesloten zijn ten koste van wat het
ook zij en ten allen tijde de vrijheden
en rechten, bij de grondwet gewaar
borgd, te verdedigen en te verhinde
ren, dat Maura weder aan de regee
ring komt.
Te vier uur zette do onmetelijke
stoet zich in beweging. In vijf kwar
tier legden de betoogers in de grootst
mogelijke orde den 2 K. M. langen weg
af van het plein Canovas naar hot
standbeeld van Castelar, waar door
verschil lende sprekers het woord werd
gevoerd.
De orde werd niet verstoord.
GEEN FERRERHULDE.
De Raad van Parijs verwierp het
voorstel van het gemeentebestuur om
aan een straat te Purijs den naam
Ferrer te geven en de kleinkinderen
van Ferrer te adopteeren.
Het geheeie gemeentebestuur heeft
zijn ontslag ingediend.
DE BEGROOT1NGSSTRIJD IN
ENGELAND.
Nu de boraadslagingen van het La
gerhuis over de begrootiug zoo lang
duren, heeft de minister van finan
ciën een mooie gelegenheid om de
practijk der nieuwe belastingen te
zien. Zooals bekend is, worden de
belastingwetten in Engeland dadelijk
uitgevoerd.
Nu blijkt, dat verschillende belas
tingen zeer zijn meegevallen, zoodat
de bedrasren belangrijk verhoogd kun
nen worden. Daartegenover staat, dat
andere belastingen minder opgebracht
Gev. Voorwerpen.
Een hruinharig hondje, Groote
Houtstraat 51.
Een kalf, Leidschevaairt 252.
Een zakje, lnh. geld, Gen. de Wet
straat 46.
Een zakje meel, Turfmarkt 14.
Een hulssleutel, aan het Politie
bureau.
Een rol schoenenelastiek, Zomer
straat 23.
Een rozenkrans, Sophiastr. 59.
Een hondenzweep, Leldschestr. 128.
Een klndermuts, L. Poellaan 20 rd.
Een boterhammeataschje, Pieter
Kiesstraaat 73.
Een grijsharige keeshond, Koning
straat 51.
Een inmaakpot. Warmoesstraat 27
Een damesparaplule, Kampers tr.
24 rood.
Een dienstbodenmuts. Olieslagers-
laan 8.
Een portemonnaie inh. geld N.
Kerksplein 20.
Een portemonnaie, inh. geld, Brou
wersstraat 22.
Een boodschappenzak met inhoud,
Bannesteeg 13.
Een ledig boodschappermet, Krom
25.
Een portemonnaie inh geld, Groote
Houtsir. 76.
Een volgbriefje van verstrekte ge
reedschappen, Zuid Brouwersstraat
29 rood.
MilitaireZaken.
Aan het bestuur der nationale ten
toonstelling van Huisvlijt, uitgaande
van den Volksbond tegen drankmis
bruik, is door den Minister van Oor
log welwillend vergund om in het le
ger propaganda voor deze tentoonstel
ling te maken.
Te dien einde zijn aan de korps
commandanten door dat bestuur een
aantal biljetten, welke van die ten
toonstelling melding maken, benevens
een aantal gedetailleerde progrum-
ma's en reglementen gezonden, met
verzoek deze in de cantine's enz. on
der het bereik der militairen te bren
gen.
Wij twijfelen niet, of door deze wij
ze van propaganda maken zal het
bestuur, waarvan eere-voorzittter is
Z K. H. Prins Hendrik der Neder
landen, hertog von Mecklenburg, ten
opzichte der militairen zijn doel be
reiken, immers in de huisvlijt, die
tegen lediggang en verveling en de
daaruit maar al te noodlottig voort
vloeiende gevolgen, zulk een uitne
mend wapen is, schuilt ook voor hen
in hunne vrije oogenblikken veel
goeds.
Thans wordt zij in het leger zeer
sporadisch beoefend.
Tal van inschrijvingskaarten zijn
beschikbaar om aan hen, die er om
vragen, te worden uitgereikt.
Wij hopen, dat op deze tentoonstel
ling een flinke militaire af dee ling zal
worden gevormd.
Rubriek voor Vragen
Geabonoeerdeii hebben liet voorrecht
vragen op verschillend gebied, mits voor
beantwoording vatbaar, in te teoden by de
Reductie van Haarlem's Dagblad, Groote
Houtstraat 53
Alle antwoorden worden geheel kostelooe
gegeven en, voor sooveei mogelijk la, den
dag na de intending
Aanvragen, die niet volledig naam en,
woonpisata van don inzender vermelden
wordt geen aandachlgesebonken.
VRAAG: Twee zwagers, die elk aan
een gepensionneerde f 5 hebben ge
leend, kunnen dat geld niet terug
krijgen. Hebben zij het recht om die
schuld van zijn pensioen te eischen?
ANTWOORD: Dat hangt van om
standigheden af, die wij, zonder ze te
kennen, onmogelijk kunnen beoordee-
len. Vervoeg u aan het bureau van
consultatie, om kosteloos advies. Het
bureau vorgadert in het paleis van
Justitie den len en den Sen Vrijdag
van iedere maand.
VRAAG: Als ik een kamer n«n lp.
mand verhuur met pension per week,
om op een bepaalden datum te be-
trekken en die persoon niet komt, heb
Ik dan het recht een week kostgeld te
eischen als schadevergoeding?
ANTWOORD: Natuurlijk hebt O
recht op schadevergoeding wegens
het willekeurig verbreken van het
huurcontract. Hoeveel, dat zal do
rechter moeten bepalen, want vrijwil
lig zal de bewuste persoon wel niet
betalen.
VRAAG: Mag ik voordrachten van
bekende humoristen koopen, loeren
en voordragen, waar ik wil, hetzij in
besloten gezelschap of in een publie
ke vermakelijkheid, zooals b.v. een
variété-théater? Ik bedoel natuurlijk
zonder medeweten van de auteurs.
ANTWOORD: Het is nergens ver
boden; alleen brengt het gebruik me
de, dat men den naam des auteurs
noemt.
VRAAG: Kunnen echtelieden met
minderjarige kinderen en In gemeen-
schap van goederen getrouwd, een
testament laten maken, krachtens
hetwelk de langstlevende alles krijgt,
zoodat die kinderen geen erfrecht
hebben vóór beide ouders overleden
zijn?
ANTWOORD: Neen, de kinderen
hebben recht op een bepaald deel der
nalatenschap, hetwelk hun niet kan
worden ontnomen.
VRAAG: Een persoon te H. plaat
ste eene advertentie. Een werkgever
te D. verzocht genoemden persoon
over te komen en Iaat hem proef wer
ken. Twaalf dagen daarna meldt de
werkgever schriftelijk dat hij dien
persoon aanneemt, doch bij aanmel
ding zegt deze hem niet noodig U
hebben, als «reden opgevende dat he4
medegebrachte gereedschap niet vol
doende was, terwijl daarover niet ge
sproken was en voor het gemaakte
proefwerk geen andor gereedschap
vereischt werd. Heeft zulk een werk
man nu recht op vergoeding?
ANTWOORD: Zeker, als er schrift-
telijk bewijs van de aanneming be
staat, dan moet die werkgever wor
den aangesproken tot vergoeding van
kosten, schaden en interessen. Stel de
zaak in handen van eenen advocaat
of vervoeg u bij het bureau van con
sultatie, hetwelk den len en den 3en
Vrijdag van iedere maand in het pa
leis van justitie zitting heeft
VRAAG. Heeft een meisje recht op
kostgeld, wanneer zij naar huis is ge
zonden en met Kerstmis haar dienst
tijd is geëindigd? De reden is, dat
haar patroon is gestorven en de juf
frouw naar haar dochter gaat. Nu is
haar gezegd, dat zij haar geld tot
Kersttijd kreeg. Nu bij het weggaan
heeft zij haar geld tot Kersttijd ont
vangen, maar geen kostgeld, terwijl
de betrekking haar niet is opgezegd..
Wat is daaraan te doen
ANTWOORD. Wij zien een verbre
king van het bestaande contract met
onderlinge toestemming Immers, bet
meisje kan zich dadelijk bij een ander
verhuren en heelt dan voordeel in
plaais vun schade bij de zaak. ij ge-
looven wel, dat de rechter het ook zóó
zou opvatten en kunnen u n>et aanbe
velen hiervan een rechtzaak te ma
ken.
VRAAG. Ik huurde drie weken gele
den een dienstbode van 1 Nov. af en
heb haar den godspenning gegeven.
Nu kwam zij heden zeggen, dat zij
slechts voor een maand wil komen, lot
1 December. Ik zou haar loon per drie
maanden betalen. Is dit wettig of niet?
ANTWOORD. Neen, zij moet na
tuurlijk voor drie maanden in dienst
komen, maar zij kan met Nov. komen
voor drie maanden en dan toch inet
December weggaan. Gebeurt dat, dan
hebt u recht op schadevergoeding en
afhouding van den godspenning en
zal zij dus moeten vertrekken zonder
één cent te ontvangen. Komt zij daar
entegen in 't geheeL niet in dienst, dan
zult u den godspenning ook wel kwijt
wezen.
in
door
E. W. H o r n u n g„
De man ging naar de deur van
mijn hut.
Dat ziet er mooi uit, zei hij,
den naam van zijn eigen schip ver
geten. Waar is die lijst, mijnheer
Bowles Misschien is het hetzelfde
schip.
Ik heb haar weggelegd, mijn
heer.
Ga haar dan halen en kom hier
binnen, mijnheer Bowles, misschien
komt u op een gedachte.
Een blozend man met een haviks
neus en met een jolig gelaat kwam
binnen en glimlachte mij op de vrien
delijkste wijze toe de geur van uien
werd bijna ondraaglijk.
Ooit gehoord van het schip „La-
ry Jermyn" vroeg de eerst bin
nengekomen© met een wenk naar den
ander.
Ik dacht heel goed na de naam
klonk bekend maar neen. ik kon
niet zeker zeggen, dat ik hem meer
gehoord had.
De kapitein keek naar zijn stuur
man.
Het was duizend kansen tegen
één, zei hij, toch moeten wij liet
met de andere namen probeeren. Ooit
gehoord van kapitein Harris, mijn
heer
Niet dat ik weet.
Van Saunderson hofmeester
N... neen.
Van Grookes kwartiermeester?
Nooit.
Ook niet van Ready een pas
sagier
Neen.
Het heeft geen nut er verder mee
voort te gaan, zei de kapitein, ter
wijl hij het papier opvouwde.
Neen, mijnheer, zei de stuur
man.
Ready 1 Ready herhaalde ik.
Mij dunkt, dien naam heb ik meer
gehoord. Kan u mij nog geen ande
ren naam opgeven
Schouderophalend werd het papier
weer opengevouwen.
Nog een andere passagier met
den naam van San-Santos. Een Hol
lander, naar 't schijnt. Ooit van hèin
gehoord
Mijn teleurstelling was groot. Ik
kon niet zeggen, dat ik er wel van
gehoord had. Tech zou ik op het te
genovergestelde ook niet willen xwe-
Zoo Welnu, dan is er nog een
kans. Ooit gehoord van juffrouw Eva
Denison
Ja I Heeft u
Ik zat rechtop in mijn kooi.
Eindelijk 1 De laatste naam dus
wel
Heeft U van haar gehoord
herhaalde ik.
Wacht even, boste jongen I Niet
zoo snel. Ga weer liggen en zeg mij,
wie zij was.
Wie zij was schreeuwde ik.
Ik wil weten waar zij is I
Dat kan ik u onmogelijk zeggen,
zei de kapitein onhandig. Wij
vonden de kapiteinsboot van de
„Lady Jermyn" in de week nadat wij
u gevonden hadden, voor zoover wij
konden nagaan was er geen dame
aan boord geweest
Was er iemand in
Twee lijken en dit papier
hier.
Laat mij dat zien I
De kapitein aarzelde.
Zou het niet verstandiger zijn
nog wat te wachten
Neen, neen laat mij in vredes
naam l»et ergste zien denkt u, dat ik
het niet in uw oogen kan lezen
Dat kon ik en ik deed het ook.
Ik maakte hun dat duidelijk, en ein
delijk had ik het papier op mijne
knieën glad uitgestreken.
Het was een kort verhaal van het
geen zij, die ln de kapiteinsboot hun
leven hadden willen redden, hadden
uitgestaan, en er stond niets In, dat
ik nu niet verwachtte. Zij hadden
eerst Ready begraven toen mijn
lieveling daarna haar stiefvader.
De overigen verwachtten heel spoedig
de anderen te zullen volgen.
Het was allee duidelijk opgeschre
ven, op een vel papier uit het scheeps-
boek in verschillende beverige hand
schriften. Kapitein Harris was daar
op gestorven en de twee anderen wa
ren dood gevonden.
Hoe lang ik dat verkreukte stuk
papier heb bestudeerd, waarop het
zoute schuim nog glinsterde, ik weet
het niet Plotseling klonk er een
waanzinnig lachen in de hut. Mijn
bevrijders keken ontsteld op.
Dat lachen kwam van mij*
HOOFDSTUK VI.
De eenige overlevend©;
Een paar weken later landde ik ln
Engeland, Ik, die niet meer begeerde
ergens voet aan wal te zetten.
Op negen-en-twintigjarigen leeftijd
was ik vermagerd en grijs mijn ze
nuwen waren van streek mijn hart
was gebroken; en mijn gelaat gaf dui
delijk weer, dat ook mijn geest ge
broken was. Trots, wilskracht, moed
en volharding, dat alles was verdwe
nen in mijn langen en eenzamen
strijd met de zee. Daarvoor was Ik ln
leven gebleven.
Want iedere hand scheen tegen mii
te zijn opgeheven, maar in waarheid
was het de hand der vriendschap,
die de wereld naar mij uitstrekte. Ik
kon hot niet helpen, ©r was een ver
gift in mijn aderen, dat mij ondank
baar en achterdochtig maakte. De
wereld heette mij welkom en ik be
antwoordde het compliment, door een
zuur gezicht te zetten als do weer ge
pakte deserteur, dien ik in mijn hart
was. De wereld toonde plotseling
groote belangstelling in mij daarom
stelde ik geen belang meer in de
war ©ld, maar nam haar integendeel
haar attenties heel kwalijk en mijn
zoogenaamde vrienden beschouwde lk
als mijn ergste vijanden. Het meeren-
deel, daarvan ben ik overtuigd, meen
de het goed en vriendelijk met den
armen overlevende. Maar de over
levende kon niet vergeten, dat zijn
naam nog in de couranten stond,
noch het feit loochenen, dat hij ln
deze dagen onverdiend als held word
beschouwd. En hij ondervond genoeg
van bemoeizieke menschen en leegloo-
pers, van onbeschaamde en nieuws
gierige indringers, om eenige ver
denking te rechtvaardigen op oude
kennissen, die zich plotseling ontpop
ten als oude vrienden en op verre be
trekkingen, die zich onverwacht en
met aandrang op hun bloedverwant
schap beriepen. Menigeen heb ik veis
keerd beoordeeld ea dat heb ik lao*
geweten. Over het algemeen echter
vorbaas ik mij even weinig over mijn
houding, als ik haar wil verontschul
digen.
Als ik mij op een of andere wijze
onderscheiden had, zou hei iets an
ders geweest zijn. Het was de onbe
duidende, sent i men teeJe, oppervlak
kige belangstelling in iemand, dis
toevallig en tegen zijn wil in eene
pijnlijke positie gebracht ut het
vulgaire van een onuitsprekelijke tra
gédie dat mijn ziel afschuw Inboe-
zemde.
Ik beken, dal ik het van mijn eigen
zelfzuchtig standpunt uit beschouw
de. Wat een belaugrijke zaak was
voor de wereld, was ©en kwellende
herinnering voor mij.
Het ergste van die kwelling was bo
vendien mijn eigen geheim Het was
niet be* verlies van de „Lady Jer
myn", waarover ik niet kon hooren
spreken het was mijn eigen verlies j
maar het eene sloot het andere In
Afgescheiden vun mijn verlies ech
ter, was het kwellend genoeg om stil
te staan bij ervaringen, zoo vreeeelijk
on zoo pas doorleefd ais die van mij.
Ik deed wat ik beschouwde ais mijn
plicht tegenover het publiek, maar ik
deed zeker niet meer.
(Wordt vervolgd).