RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD
Een moeilijke positie.
Kaadsels
u
Raadseloplossingen
Wedstrijd.
Appelbloesems.
De Pans en de Pastilles
brievenbus
De Czar in Londen.
Een heer, die zich op de bank van
den waggon had laten vallen, uitte
tóó'n diepen lucht, dat zijn beide
buurdames er van ópkeken-
Excuseer me, dames, zoo ik u ver
schrikt heb,... 't was geheel onwille
keurig, dat verzeker ik u... maar Ik
bevind me in zoo'n ellendige positie!
En de reziger, nog zwaarder zuch
tend dan te voren, nam zijn hoofd
tusschen zijn handen, en staarde stil
iyoor zich uit.
MeJ. Boekla, de dame aan zijn lin
kerzij, vroeg belangstellend:
Ik ken u wel niet, mijnheer,
maar u schijnt hevig geschokt... mis
schien kunnen wij u van dienst zijn...
Een goede raad is wellicht alles
.wat u noodig heeft, vulde die aan z'n
rechterzij aan.
De heer hief het hoofd op, istreek
eenige malen met de hand langs het
Voorhoofd, als om een hem kwellende
gedachte te verjagen, en zei:
Gij hebt gelijk, dames, het kan
«ijn nut hebben, wanneer Ik u met
het geval in kennis-stel... maair eerst
zijn enkeie uitwijdingen noodzakelijk.
Ik heet Jules van Dalen. Mijn
jeugd was ongelukkig. Ik had een
goede vader, maar deze haalde zich
in het hoofd om voor de tweede maal
te trouwen, en mijn stiefmoeder be
handelde me op zóó'n onuitstaanbare
wijze, dat lk met genoegen het aan
bod van een zeekapitein, die mij en
twee van mijn kameraden in zijn
dienst mee wou nemen op een reis
om de wereld, aannam.
De trein stopte op dat oogenblik,
en de conducteuus riepen den naam
van het station af.
Wat is dat nu vervelend, riep
mej. Boekla uit, ik ben waar ik wezen
moet. Maar ik bijf zitten, ik stap uit
aan het vogende station 1
Mejuffrouw, zei Jules, ik dank
u voor zooveel belangstelling; ik zal
mij haasten, om niet al te veel mis
bruik te maken van uw kostbare oo-
genblikken.
Na zijn parapluis in het bagage
net gedeponeerd te hebben, harnam
hij:
Ik had al twee maanden als ka
juitsjongen gevaren aan boord van
den driemaster „De Gouden Pom
poen"*, toen kapitein Fr!poli mij op
zekeren dag bij zich liet roepen.
Jules, zei hij, ik heb opgemerkt,
hoe verstandig en moedig Jij bent;
hoewel nog geen zestien jaar oud,
hoef je voor geen van mijn matrozen
onder te doen; ik wil Je een blijk van
verlirouwen geven, en zal je een groot
geheim mededeelen.
Ik dank u voor die schoone woor
den, kapitein, zei ik, min of meer
aangedaan.
Luister! Mijn stuurlieden en ma
trozen gelooven, dat ik een lading
mosterd vervoer van New-York naar
Liverpool, maar daar is niets van
aan; ik ben op zoek naar een schat
van meer dan 10 millioen gulden, die
ln het laatst van de vorige eeuw door
zeeroovers op de kust van Groenland
is verborgen; oude documenten, toe
vallig in mijn handen gekomen, heb
ben mij op het spoor gebracht, en ik
geloof, dat ik met weinig moeite de
juiste plek, waar de schat verborgen
ligt, zal kunnen vinden. Maar daar
voor heb ik iemand noodig, die mij
ter zijde staat. Wilt gij die Iemand
wezen? Een vierde gedeelte zal dan
jouw belooning zijn.
Mijn hart bonsde van vreugde, Ben
vierde van tien millioen!... twee en
een kwart millioen!I Ik zag me reeds
met dat fortuintje in het vaderland
terugkeeren... mijn vader troosten...
en hem ontrukken aan de wreede
handelingen van mijn stiefmoederl
Op dat oogenblik riep de stem van
den conducteur het volgende station
af.
Neen, zei mej. Silma, aan den
linkerkant, die het doel van haar reis
bereikt had, ik stap nog niet uit; ik
ga u nog niet verlaten!
- Ik blijf ook nog wat zitten, zei
mej. Boekla, aan zijn rechterzij.
Dames, zei Jules, zooveel belang
stelling ben ik uwerzijds niet waard;
maar ik zal me haasten
En zijn verhaal weer opvattend
Kap'tein, do eene dienst is de an-
dero waard, 't eene vertrouwen 't an
dere, kortom Er heerscht een oproe
rige geest onder uwe bemanning. Ik
heb hooien mompelen, dat ze u over
boord willen gooien
Fripoli legde zijn breede hand op
mijn schouder
Ik wacht hen af, zei hij met een
glimlach, die mij een rilling bezorg
de. Ik heb dat oproer voorzieD, en lk
heb in dien koffer daar iets, wat de
ergste rebellen tam zal makeD
Wat zal ik u zeggen Het flinke op
treden van den kapitein deed mij een
onbepaald vertrouwen *n hem stel
len.
Acht dagen lator kondigde de uit
kijk land aan. Het anker werd uitge
worpen, maar o wee. den volgenden
morgen bevonden wij, dat ons schip
totaal door ijsbergen was ingesloten,
terwijl eon koude sneeuwstorm het
schip langzamerhand onder een wit
kleed bedolf.
Toen ik Fripoli naderde, glimlachte
hij weer op dezelfde onheilspellende
wijze, die mij reeds eerder deed sid
deren.
Klim in den mast, fluisterde hij mij
in 't oor, en op het oogenblik, dat de
lantaarn aan do voorplecht wordt
aangestoken, los je drie schoten met
dezen revolver.
En hij overhandigde me een revol-
\er van buitengewoon zwaar kaliber.
Bedekt met eon dikken berenmantel
klom ik naar het puntje van den
mast. Gedurende twee uren bleef ik
daar, geteisterd door den ijzigen
wind.
Plotseling verhief zich beneden me
een ontzettende kreettot aan de tan
den gewapend, verscheen de beman
ning aan dok vlammen sloegen uit de
luiken I
Overboord met hem 1 Weg met den
verraderriepen de matrozen, zichi
stortende op den kapitein, d^e kalm
tegen de verschansing bleef staan,
met een bandtaschje in de linker
hand.-
Jules van Dalen hield op, en brachf
de hand aan zijn voorhoofd.
En toen vroegen twee angstige
stemmen gelijktijdig aan weerszijde©
van den vernaler.
En toen Dat Is T Juist, verder woet
ik 't zelf nog niet.
Wat, weet u 't niet?
Neen. 't Is een roman, en ik motf
gehangen worden, als ik weet, hoe Ik
den held van mijn verhaal uit zijn
moeilijke posit'e moet redden
Is 't maar een verhaaltje Heeft a
me daarvoor mijn station laten voor
bijrijden riep mej. Boekla veront-
waardigd uit
Een roman?... En nu eten ze thuis
zonder mij 1 riep mej. Silma.
Onbeschaamde huichelaar 1 Onbe*
schofto vlegel 1 11
De beide dames renden naar hei
portier, om uit te stappen, want de
trein had juist weer stilgehouden.
Mijn roman slaat fn, zei de schrijver
voldaan, maar ik weet met. hoe Jules
van Dalen uit z'n benarde positie
komtStil, ik ben er, het bandtasch
je van den knpitein bevatte ontplofba
re bommen 11
(Deze raadsels zijn alle Ingezonden
door jongens en meisjes, die „Voor
Onze Jeugd" lezen. De namen der kin
deren, die mij vóór Donderdagmor
gen goede oplossingen zenden, wor
den in het volgend nummer bekend
gemaakt).
IEDERE MAAND WORDT ONDER
DE BESTE OPLOSSERS EEN
BOEK IN PRACHTBAND
VERLOOT.
Hierbij wordt gelet op den leeftijd
in verband met het aantal oplossin
gen en op de netheid van het werk.
1. (Ingezonden door Giljam Lokerse).
Zet op den eersten regel een mede
klinker
op den 2den een gevaarlijk ding
op den 3den Iets, waar men mee
meet
op den 4den iets, waar men kanon
nen achlar zet*
op den 5den een plaats in Neder
land;
op den 6den iets, wat men aan den
hemel ziet
op den 7den iemand uit het huisge
zin
op den 8sten een viervoetig' dier j
op den 9den ook een medeklinker.
2. (Ingezonden door Johannes Wilh.
Baatgever).
.Welke spreekwijze leest ge hieruit?
zegt
wacht
goed
ar
tot
doe
niet
te
stil
in
men
men
en
dank
de
8. (Ingezonden door Paulien Koele-
mlj).
Ik besta uit 13 letters en ben een
man van den vroegeren tijd*
9 3 2 is niet vol,
9 10 1 is een getal,
5 4 5 6 is een bloem,
2 8 13 7 krijgt iedereen wel eens,
een 12 5 8 11 ziet niemand graag iu
huis.
4 (Ingezonden door Antoon Verstee-
gen.)
Ik ben een goed voedsel, vooral voor
kleine kinderen. Doe mijn laatste let
ter er af en ik ben iemand, waar go
veel van houdt.
5. (Ingezonden door Nelly en Willem
Willemsen).
Ik besta uil 20 letters en ben iedere
.week in de courant te vinden*
2 4 7 is een eiland,
een 16 2 4 7 heeft ieder meisje.:
4 5 6 7 is een verkorte meisjesnaam,
in een 3 9 17 7 leest men.
14 5 15 7 is men niet graag.
1 10 7 is een kleedingstuk.
met een 8 12 11 7 eet men.
20 17 18 19 20 wordt beloond*
6. (Ingezonden door Ruurtje Aarts).-
Zet onder elkaar
Een stad in Zeeland.
Een stad in N.-Holland.
Een stad in Z.-Holland*
Een stad in Schotland.
Een eiland in den Atl. Oceaan*
Een stad in Zuid-Holland.,
Een stad in Gelderland.
Mijn beginletters vormen den
naam van een eiland in den Atl.
Oceaan.
7. (Ingezonden door A. S. Politiek).
Ik ben oen klom lichaamsdeel. Ver
ender mijn eerste letter en ik ben
een groot maü.
(Ingezonden door Nanne Nauta.)
Ik ben een visch, doch zonder staart,
Draag ik wel zieke menschen
Ontneemt men mij mijn kopje, dan
Word ik een plantendeel, waarvan
De boeren zeer veel wenschen.
9. (Ingezonden door Piër Heidweiller.)
lk ben een plaats in Groningen van
0 letters.
4 5 7 9 is een vrucht,
1 2 3 zit in een vrucht,
6 7 8 9 bevat water,
7 8 9 moet men goed oppassen.-
10. (Ingezonden door Aaltje van der
Ploeg).
Welk spreekwoord leest gij hieruit?
al
ht
er
gen
ha
ac
is
nog
alt
id
waa
zoo
de
1de
ar
sne
rhe
ha
Jem
wel
11. (Ingezonden door Jo en Frans van
Egmond).
Welke inhoudsmaat wordt een mu
ziekinstrument, als men de 3de let
ter er uitneemt?
12. (Ingezonden door Jan en Cor
Huijer).
Ik ben iets, dat men bij de kachel
gebruikt. Verander mijn 1ste letter
en lk ben een beroemd man.
De oplossingen der raadsels van de
vorige week zijn
1. Eigen haard is goud waard.
2. Madras. Ma Sam ra das
- Ada as ram ar Maas.
3. Kanonier.
4. Wie kaatst, moet den bal ver
wachten.
5. Negen. t
6. Gordel gondel.
7. Doorn ik. Doornig
8. Londen
Ekster
Dij
Iep
Koe
AmsterdanS
Neus
Thee
Ledikant*
9. Napels*
lft
Giljam Lokerse 12*
Paulina Fijen 11.
Aaltje v. d- Ploeg 11.
KLazina M. Bastiaan 12*
Gerda Kurtz 12.
Albert Wiegant 12.
BEGRAVEN PLAATSEN.
(Ingezonden door Zus Duursma).
1. De voorstellingen begonnen op
einde Me'. (2 plaatsen)
2. Aan kleederdracht en taal kent
men een volk. (2 plaatsen).
3. Sint-Nicolaas gaat spoedig weer
op reis.
4. In den volksmond wordt een ge
vangenis dikwijls „nor" genoemd.
5. De Koningin heeft hem pensioen
verleend.
(Ingezonden door Giljam Lokerse.)
6. Sommige menschen bleven loo-
pen op straat.
7. Ge moogt niet zoo op uw lei kras
sen, Willem-1
8. Was de beer tam, Anna
9. Wij zadelden onze paarden en
gingen op reis.
10. Pieter borg het gereedschap op.
11. Men gooide den hond in het kou
de water.
12. De man werd op een baar naar
het ziekenhuis gebracht.
I
O
N
S
A
K
K
E
R
N
K
T
P
O T
A
P
P
E
L
O
O
T
M
11. Kaap aap*
12. Boor oor*
Goede antwoorden ontvangen Van,:
Beppie Meijer 8.
Johan en Bernard Biersteker 7.
Antoon Verstegen 11.
Zus Duursma 12.
Jo en Frans van Egmond 11*
Ernst Moolenaars 10.
Johannes Raatgever 11.
Nanne Nauta 11.
Jan en Roeland v. Vendeloo 9*
Aaltje en Siebe Huizinga 11.
Zonder naam (uit Santpoort) 10*
Harn de Wijs 10.
Jacob de Wijs 10.
Piör Heidweiller 10.
Hendrik Rees 10.
Hendrik de Nobel 12*
Corrie Vreugdenhtl 12.
A. en C. H. Erbrink 11.
Nico en Herman Twisterling 6.
Albert Wiegant 10 (van de vorige
week).
Marietje Rahusen 8 (van de vorige
week).
Zus Baaij 11*
Wim Kauwe 11.
Jeanne Slagveld 1L
Maartje Verdel 11.
Johan Koch 11.
Gretha Blom 12.
Gerard Blom 12*
Jo Tijssen 8.
Giljam Lokerse 11*
Paulien Fijen 10.
Aaltje v. d. Ploeg 10.
Klazina M. Bastiaan 10*
Cor lluijer 10.
Jan Huijer 10.
Ruurtje Aarts 11*
Jo Aarts 11.
Gerda Kurtz 12.
Abraham van Brussel 11*
Albert Wiegant 11.
Willem de Kamper 7*
BEGRAVEN DIEREN.
Antwoorden.
1.
Egel.,
2.
Spin.
3.
Tijger*
4.
Hoen.
5.
Oester*
6.
Mees.
7.
Otter.
8.
Meeuw*
9.
Leeuw*
10.
Slak.
11.
Pelikaan
12.
Hommel.
Goede antwoorden ontvangen v$n:
Beppie Meijer 12.
Johan en Bernard Biersteker 7.
Antoon Versteegen 12.
Zus Duursma 12.
J. Rieden 9.
Jo en Frans van Egmond 12.
Nanne Nauta 12.
Jan en Roeland v. Vendeloo 10.
Aaltje en Siebe Huizinga 12.
Zonder naam (uit Santpoort) 11*
Harri de Wijs 12.
Piër Heidweiller 12.
Hendrika de Nobel 12.
Corrie Vreugdenhil 12.
A. en C. H. Erbrink 11*
Nico en Herman Twisterling 12.
Albert Wiegant 10 (van de vorige
week).
Zus Baaij 12.
Maartje Verdel 18.
Johan Koch 12r
Jo TUssei 12*
Voor al de kinderen, die de laatste
weken weer nieuw bij onze rubriek
gekomen zijn, zal ik het bericht over
onzen wedstrijd nog maar eons op
nieuw plaatsen. Want we hebben nog
3 weken den tijd en 't is dus nog niet
te laat voor al degenen, die nog mee:
doen willen. Er zijn al twee inzendin
gen gekomen. Al twee kindertjes wor-
len door jullie toedoen blij gemaakt.
Ik hoop, dat er nog een heeleboel zul
len volgen, en ik denk, dat alle kin
deren, die iets inzenden, op 5 Decem
ber, als ze zelf cadeautjes krijgen, een
extra, eixtra prettigen avond zullen
hebben. Deze twee eerste inzendingen
zijn van
Catootje van Bilderbeek en Hannie de
Mik, maar wat het zijn, vertel ik
jullie nog niet I Dat hooren jullie over
eeu poosje wel I
En nu voor de nieuwe vriendjes
Jullie weet alle maal wel, dat het op
5 December feest is, en een groot feest
ook voor alle kinderen I Maar jullie
weet ook wel, dal Sint-Nicclaas 't veel
te druk heeft, om bij a 11 e kinderen te
komen 1 En dat is voor jullie nu niet
zoo heel erg, want al komt de goede
Sint niet zelf, dan zorgen jullie ouders
of familieleden wel, dat je dat niet
merkt en dat er toch wel cadeautjes,
lekkers, enz., genoeg ia, om je een
heel, heel prettigen avond te bezor
gen.
Maar er zijn ook kindertjes, waar
van de ouders veel en veel te arm zijn
om iets, al is het ook nog maar zoo'n
kleinigheid, voor hen te koopen. Kin
deren, die niet eens alle dagen zooveel
boter hammen kunnen krijgen als ze
noodig hebben, die geen warme klce-
ren hebben, als het koud is en geen
dekens genoeg op hun bedje om zich
daar 'snachts lekker in te kunnen
warmen.
En die kindertjes verlangen toch
allemaal naar Sint-Nicolaas I
En weet je waarom
Omdat ze iederen keer toch weer
hopenvan 't jaar zal Simt wel ko
men 1 van 1 jaar zal hij onze deur
toch wel niet voorbij gaan I En dan
zingen ze 's avonds liedjes van „Sint-
Niklaas, goed heilig man", en ze zet
ten hun klompje neer met hooi voor
het paard en dan vinden ze.... niets l
Och, och, wat zou dat een teleur
stelling zijn 1
Maar, gelukkig, de jongens en meis
jes van den Zaterdagavond zijn er
ook nog 1 En die hebben Sint al zoo
dikwijls wat geholpen, die willen het
van het jaar stellig weer doen I
Komaan, jongens en meisjes I wie
doet er mee
Wie helpt moe een klompje of
kousje vullen
Een arm kindje, dat nooit ander
speelgoed gezien heeft, dan achter do
winkelramen, is, o, zoo blij, als er wat
moois komt 1
En jullie kunt heel wat 1
Wat hout, wat papier, wat lappon,
eenige spijkers, een pot lijm, wat
verf, een klos garen, een heelcbod ge
duld, en.... weet Jullie 't nog wel?
Poppekamers, pakhuizen, winkeltjes,
kermiskramen, trams, veetin gen,
spellen, poppen, kleertjes, kruiwagen-
tjes, poppeledikantje®, poppekastjee of
koffertjes, Ja, wat kunnen Jullie er al
niet van maken 1
Bedenk allemaal maar eens goed,
wat je het beste kunt en wat Je het
liefste doet en dan maar flink aan het
werk I Je hebt ruim den tijdstel liet
beginnen dus niet lang uit, dan kan
op je gemak Iets aardigs maken.
Ik heb dezen keer 5 afdeelingen.
lste afdeeling
TIMMERWERK.
2de afdeelmg
KARTONWERK.
Sde afdeeling
EEN POP AANKLEEDEN.
4de afdeeling
KLEEDINGSTUKKEN.
5de afdeeling
ALLES, WAT NIET ONDER DE
EERSTE VIER AFDEELINGEN
VALT EN OP SINT-NICOLAAS
TOCH WELKOM IS.
In iedere afdeeHng geef ik
2prijzen en 1 premie; in het ge
heel dus10 prijzen en 5 premiën.
Natuurlijk houd ik rekening met
den leeftijd van den inzender of de in
zendster, let ik op de netheid en zorg
vuldigheid van de afwerking en kijk,
wie het aardigste of grappigste iets
bedacht heeft
De lste prijs voor de jongens is j
EEN HORLOGE
OF
EEN PHOTOGRAFIETOESTEL.
De 2de prijs:
EEN PASSER- OF TIMMERDOOS
OF
EEN PAAR SCHAATSEN.
De 3de prijs:
EEN SCHAAK-, DAM-, OF
ANDER SPEL.
De 4de prijs
EEN STOOMMACHINE
O F
EEN BOUWDOOS*
De 5de prijs
EEN SPOOR
O F
DEN TOOVERLANTAARN.
De premies zijn
BOEKEN IN PRACHTBAND.
Voor de meisjes is de lste prijs
EEN HORLOGE
O F
EEN PHOTOGRAFIETOESTEL.
De 2de prijs
EEN WERKDOOS
O F
EEN KERBSCHNITPLANK MET
MESJES.
O F
EEN PAAR SCHAATSEN*
De 3de prijs
EEN BOEKENHANGER*
O F
REISMANDJE.
De 4de prijs
EEN SCHAAK-, DAM- OF
ANDER SPEL.
De 5de prijs
EEN POP
O F
EEN TOOVERLANTAARN.
De premies zijn
BOEKEN IN PRACHTBAND.
Nu beslis ik niet vooruit in welke
afdeeling de lste prijzen zullen val
len, maar laat dat van de inzendingen
afhangen.
Nu moet ik nog even iets aan de
tne'sjes vertellen.
In de 3de afdeeling, n.l. een pop
aankleeden, begrijp ik wel, dat enke
len niet mee kunnen doen, omdat
haar spaarpot niet toelaat een pop,
al is het maar een kleintje, te koopen.
Daarom heb ik een pop gekocht en zal
ik daarvan de maat opgeven. Wie nu
geen pop zelf geeft, mag daarvoor een
stelletje kleertjes maken, en die pop
kan dan met de complete garderobe
met al de andere dingen weggegeven
worden. De lengte is van de hals tot
de knieën 21 c.M., van het middel tot
de knieën 12 c.M., de wijdte van den
hals 11 c.M. en d6 wijdte van het mid
del 18 c.M.
In de 4de afdeeling is het de bedoe
ling kleertjes voor de kinderen zelf,
bijv.oen das, kousen, eeD schortje,
enz.
Ziezoo, nu geloof ik, dat lk jullie
alles verteld heb. Wie nu nog iets
niet goed begrepen heeft, mag het mij
vragen. Jullie hebt den tijd tot 20 No
vember, en natuurlijk moeten alle in
zendingen voorzien zijn vanNaam,
Leeftijd en Adres van den inzender en
moet je er bij schrijven of het werk
met of zonder hulp gemaakt Is.
Eu nu
WERK PRETTIG 1
De Engelsche schilder Millais schil
derde zijn schilderij „Appelbloesems"
in een boomgaard. Hij kon het in één
voorjaar niet af krijgen, want de bloe
sems bloeien maar korteen heel jaar
bleef zijn schilderij rusten, vóór hij
er aan verder kou gaan. Het eerste ge
deelte was toen geheel droog, en wie,
denk je wel, dat hem toen het verder
schilderen bijna onmogelijk maakten?
Dat waren de bijen, die voortdurend
op het doek aanvlogen en naar het
midden van de bloesems kropen. De
bloesems onder aan de schilderij wa
ren ongeveer op natuurlijke grootte,
en die hadden hot meeste van de bij
en te verduren. Zij kropen dan van
de nieuw-geschilderde naar de oude
bloesems en lieten overal een spoor
van rose of witte verf achter. On
danks den last, die ze hem aandeden,
was de schilder de bijen toch dank
baar, want zij lieten hem begrijpen,
hoe goed hij geslaagd was.
Paus Leo XIII hield wel van een
grap. Eens moest hij een groote groep
pelgrims ontvangen, en daar hij juist
wat last van zijn keel had, gaf Dr.
Lapponi, zijn lijfarts, hem een doos
pastilles, van welke hij er telkens een
moest nemen, ais zijn keel droog
werd. De dokter was op de receptie te
genwoordig en nam plaats op een gen
afstand, vanwaar hij den Paus goed
in het oog kon houden. Toen Leo XIII
eenigen tijd met de pelgrims gespro
ken had, begon hij zeer schor te
worden, maar een pastille nam hij
niet. Om hem er aan te herinneren,
kuchte Dr. Lapponi eens, en toen nog
eens.
Toen liet de Paus den dokter roe
pen, haalde zijn doos pastilles uit
den zak en zei„Wat zijt ge verkou
den, dokter, Mag ik u een pastille
presenteeren
Eens toen Czar Peter de Groote ln
Londen reisde, liep een pakjesdrager
tegen hem aan en duwde hem in de
modder. Daar was Peter de man niet
naar en hij hief zijn hand reeds op,
om den man een slag toe te brengen,
toen de Engelsche Lord, die hem ver
gezelde en dia moest zorgen, dat hij
niet in ongelegenheid kwam, hem te
rug hield.
Toen wilde de Lord den man ern
stig onderhouden over zijn ergerlijk
gedrag en vroeg hem, of hij wel wist,
dat hij den Czar voor had
„Czar 1" riep de pakjesdrager. „Och
wat, Czar I We zijn hier allemaal
Czar. hoor
(Brieven aan de Redactie van de
Kinder-afdeeling moeten gezonden
worden aan Mevr. VENEMAVAN
DOORN, Wagenweg 88, Haarlem).
BEPPIE M. Ik dacht, dat Pepie mis
schien naar het kleine schooltje ging.
Gaan ze behalve de drie kleintjes al
lemaal naar school Wat voor klee-
ren maken jullie nu
TREES. Wel, wel, wat heb jij het
druk tegenwoordig! Ik kan me best
begrijpen, dat er dan niet veel tijd
voor de briefjes overblijft Maar Moe
der zal wel blij zijn, dót jij zoo ferm
helpen kan. Hoe is 't nu met Moeder?
We zullen hopen, dat zij gauw weer
beter is. J" hebt in Rotterdam maar
een heerlijk tijdje gehad. Ga je er den
volgenden zomer veer heen
ZUS D. Ja, ik heb ze wel graag,
want de meeste kinderen vinden het
gezellig om ze op te lossen. Vind jij
het ook niet prettig, om ze te beden
ken Het is niet veel wandelweer te
genwoordig, hè Blijf je nu veel in
huis
J. R. Het is best, als je ook met ons
meodoet. Heb ik jou naam er vroeger
ook al niet eens bij gezien
JO en FRANS v. E. Ik bedoelde het
schrift ln de eerste plaats, maar ver
der ook don brief zelf, en dan niet in
ongunsti^en zin, hoor 1 Dus het hoeft
niet veranderd te worden. Neen, ik
had van iullio niet veel raadsels meer
en dit waren nog al mooie! Ja, je
kunt wel goed gezien hebben, maar 't
was maar voor één dagje 1
JOHANNES R. Je schrijft me, datje
al van de begraven dieren gevonden
hebt, maar je hebt ze er niet bij ge
schreven. Heb je ze vergeten Ja, dat
is best, kom maar weer eens een an
der halen, 't Is met dat gure weer
heerlijk, als je wat te lezen hebt, vind
je niet?
NANNE N. De nieuwe raadsels zijn
goed. Jij stuurt maar weer geregeld
nieuwe in, hè, dat ik altijd wat van je
in voorraad houd. Heb Je tegenwoor
dig ook huiswerk voor school te ma
ken?
AALTJE en SIEBE H. Van harte ge
feliciteerd, Aaltje l Wat aardig, dat
mijn felicitatie precies op den goeden
dag komt, hè 1 Wat zal dat Dinsdag
ook een prettige dag geweest zijn,
zoo'n dubbele verjaardag. Doe jullie
vandaag weer spelletjes en heb je
teel moois gekregen? Zou Je inzen
ding op tjid klaar komen
Harrie de W. Ik ben blij, dat je het
boek zoo mooi vond. Ja, 't is altijd
prettig er weer een bij te hebben, want
nu kan je het ook nog voor een twee
den of derden keer lezen, vind je
niet
PIëR H. Het nieuwe raadsel is goed.
Wat een lang, hè
HENDRIK R. 't Fietsspel ken ik niet.
Vertel me eens, hoe dat is? Neen, <k
ken het boek toch niet Als je tijd over
hebt en je wilt eens een boek te leen
hebben, moet je maar eens op een
Woensdagmiddag tusschen 1 en 2 uur
komen. Misschien heb ik dan wel een
mooi voor je.
CORRIE V. Het nieuwe raadsel la
goed.
A. en C. H. E. De nieuwe raadsels
zijn prachtig.
NICO T. Zou jij wel op tijd klaar
komen, Nico? Herman speelt zeker
ook erg graag buiten en moet
'savonds vroeg naar bod, is 't niet?
Of gaan Jullie iegelijk
HERMAN T. Wel, wat aardig, dat
Jij nu ook brieven gaat schrijven, Her
man 1 en 't gaat al lieeJ netjes ook I
Heb je d<t heelemanl alleen gedaan
dan wil ik wel gelooven, dat je op
school ook V' derlandsche taal goed
kan make
zua ou, 'l is wat prettig, als de
kachel maar weer brandt, want het is
er heusch koud genoeg voor de Laat
ste dagen. Ik vind, dat jij ai erg veel
te doen hobt 's avonds. Blijf je Jang
werken of moet je vroeg naar bed en
maak je het dan 's morgens af
WIM K. Noen, ik heb me niet ver
gist, maar ik vond jou antwoorden
even mooi als de andere en daarom
heb ik jo raadsels toch goedgerekend-
JEANNE S. Het is best, als je ook
met ons meedoet. Lees je den Zater
dagavond al lang?
JOHAN K. Het nieuwe raadsel ia
goed. Heb je een mooie atlas Leer je
op school ook al aardrijkskunde van
Europa, of heb je alleen nog maar
Nederland?
GRETHA B. Ja, de raadsels, die je
iedere week oplost, tellen mee voor
den prijs, zooais je er ook boven lozen
kunt. Ais je onzen Zaterdagavond ge
regeld leest, zal je wel z<en, dat er
ook een heeleboel andere wodstrijdon
komen. Lees deze courant ook maar
goed.
GERARD B. Jij moet ook den Zater
dagavond maar flink meelezen, dan
kom je vanzelf op de hoogte. Op welke
school gaan jullie en heb jp ook
vriendjes onder de andere raadseïkin-
deren
JO T. Ja, je mag nu al een raadsel
inzenden. W eet je al een mooi
GILJAM L. Jij houdt me maar prach
tig in de begraven plaatsen of dieren,
Giljam. Ik geloof, dat je er daarvan
verreweg het meeste ingezonden hebt
Het nieuwe raadsel is ook goed. Doe
je aan dezen wedstrijd ook nog mee
AALTJE P. Het nieuwe raadsel ia
goed. Ja, je moet de antwoorden er
altijd dadelijk bijzetten. Welke soort
vind je het prettigst om to bedenken
PAULIEN F. Het is nu zoo'n slechte
tijd om te wandelen, dat ik me best
kan begrijpen, dat jullie liever ineLje
drietjes tiiuis blijft- Wat voeren jul
lie dan nog meer uit
COR H. J ullic gaan vooruit met het
oplossen, vind je niet Nu al tien
goed I Flink zoo, hoor 1 Vind je lief
niet leuk, dat je-ingezonden raadsel
er nu ook in staat
RUURTJE en JO A. Ja, jo moogt de
boeken gerust nog een weekje houden.
Ik dachi wel, dat je dat eene erg mooi
zou vinden, 't Is nu ocht weer om te
lezen. Wandelen jullie nog, of zitten
jullie veel in huis en verveelt dat jo
al een beetje
ANNIE v. Z. Hartelijk gefeliciteerd,
Annie, al ben ik 2 dagen te vroeg. Ik
hoop, dat je een prettigen dag zult
hebben.
HENDRIK V. Al heb ik ln ©en he©-
len tijd niets van Je gehoord, lk kom
je toch nog maar even feliciteeren met
aanstaanden Dinsdag I Je leest o»ze
Rubriek toch nog, is 't niet? Veel plo-
z'er, hoor 1
ALBERT W. Je briefje kwam eigen
lijk juist te laat, Albert I Wil jo voort
aan maken, dat het cr Woensdags
avonds is? anders blijft het meestal
liggen tot de volgende week. Dit raad
sel heb ik ook nog van een ander kind
gekregen. Bedenk nog maar eens een
ander.
WILLEM DE K. Jou briefje was ook
net te laat, Wim 1 Ja, den Haag is an
ders wel een heerlijke stad met Sche-
veningen er zoo dicht bij. In Leiden
ben ik nog nooit geweest. Is het daar
ook zoo prettig? Kom maar eens op
een Woeusdagmiddag tusschen 1 en 8
uur, dan zal >k eens zien of lk nog oen
aardig boek voor je te leen heb.
Mevr. VENEMA—VAN DOORN.
90 October 1909.