RUBRIEK VOOR ONZE JEUGD Een moeilijke positie. Kaadsels u Raadseloplossingen Wedstrijd. Appelbloesems. De Pans en de Pastilles brievenbus De Czar in Londen. Een heer, die zich op de bank van den waggon had laten vallen, uitte tóó'n diepen lucht, dat zijn beide buurdames er van ópkeken- Excuseer me, dames, zoo ik u ver schrikt heb,... 't was geheel onwille keurig, dat verzeker ik u... maar Ik bevind me in zoo'n ellendige positie! En de reziger, nog zwaarder zuch tend dan te voren, nam zijn hoofd tusschen zijn handen, en staarde stil iyoor zich uit. MeJ. Boekla, de dame aan zijn lin kerzij, vroeg belangstellend: Ik ken u wel niet, mijnheer, maar u schijnt hevig geschokt... mis schien kunnen wij u van dienst zijn... Een goede raad is wellicht alles .wat u noodig heeft, vulde die aan z'n rechterzij aan. De heer hief het hoofd op, istreek eenige malen met de hand langs het Voorhoofd, als om een hem kwellende gedachte te verjagen, en zei: Gij hebt gelijk, dames, het kan «ijn nut hebben, wanneer Ik u met het geval in kennis-stel... maair eerst zijn enkeie uitwijdingen noodzakelijk. Ik heet Jules van Dalen. Mijn jeugd was ongelukkig. Ik had een goede vader, maar deze haalde zich in het hoofd om voor de tweede maal te trouwen, en mijn stiefmoeder be handelde me op zóó'n onuitstaanbare wijze, dat lk met genoegen het aan bod van een zeekapitein, die mij en twee van mijn kameraden in zijn dienst mee wou nemen op een reis om de wereld, aannam. De trein stopte op dat oogenblik, en de conducteuus riepen den naam van het station af. Wat is dat nu vervelend, riep mej. Boekla uit, ik ben waar ik wezen moet. Maar ik bijf zitten, ik stap uit aan het vogende station 1 Mejuffrouw, zei Jules, ik dank u voor zooveel belangstelling; ik zal mij haasten, om niet al te veel mis bruik te maken van uw kostbare oo- genblikken. Na zijn parapluis in het bagage net gedeponeerd te hebben, harnam hij: Ik had al twee maanden als ka juitsjongen gevaren aan boord van den driemaster „De Gouden Pom poen"*, toen kapitein Fr!poli mij op zekeren dag bij zich liet roepen. Jules, zei hij, ik heb opgemerkt, hoe verstandig en moedig Jij bent; hoewel nog geen zestien jaar oud, hoef je voor geen van mijn matrozen onder te doen; ik wil Je een blijk van verlirouwen geven, en zal je een groot geheim mededeelen. Ik dank u voor die schoone woor den, kapitein, zei ik, min of meer aangedaan. Luister! Mijn stuurlieden en ma trozen gelooven, dat ik een lading mosterd vervoer van New-York naar Liverpool, maar daar is niets van aan; ik ben op zoek naar een schat van meer dan 10 millioen gulden, die ln het laatst van de vorige eeuw door zeeroovers op de kust van Groenland is verborgen; oude documenten, toe vallig in mijn handen gekomen, heb ben mij op het spoor gebracht, en ik geloof, dat ik met weinig moeite de juiste plek, waar de schat verborgen ligt, zal kunnen vinden. Maar daar voor heb ik iemand noodig, die mij ter zijde staat. Wilt gij die Iemand wezen? Een vierde gedeelte zal dan jouw belooning zijn. Mijn hart bonsde van vreugde, Ben vierde van tien millioen!... twee en een kwart millioen!I Ik zag me reeds met dat fortuintje in het vaderland terugkeeren... mijn vader troosten... en hem ontrukken aan de wreede handelingen van mijn stiefmoederl Op dat oogenblik riep de stem van den conducteur het volgende station af. Neen, zei mej. Silma, aan den linkerkant, die het doel van haar reis bereikt had, ik stap nog niet uit; ik ga u nog niet verlaten! - Ik blijf ook nog wat zitten, zei mej. Boekla, aan zijn rechterzij. Dames, zei Jules, zooveel belang stelling ben ik uwerzijds niet waard; maar ik zal me haasten En zijn verhaal weer opvattend Kap'tein, do eene dienst is de an- dero waard, 't eene vertrouwen 't an dere, kortom Er heerscht een oproe rige geest onder uwe bemanning. Ik heb hooien mompelen, dat ze u over boord willen gooien Fripoli legde zijn breede hand op mijn schouder Ik wacht hen af, zei hij met een glimlach, die mij een rilling bezorg de. Ik heb dat oproer voorzieD, en lk heb in dien koffer daar iets, wat de ergste rebellen tam zal makeD Wat zal ik u zeggen Het flinke op treden van den kapitein deed mij een onbepaald vertrouwen *n hem stel len. Acht dagen lator kondigde de uit kijk land aan. Het anker werd uitge worpen, maar o wee. den volgenden morgen bevonden wij, dat ons schip totaal door ijsbergen was ingesloten, terwijl eon koude sneeuwstorm het schip langzamerhand onder een wit kleed bedolf. Toen ik Fripoli naderde, glimlachte hij weer op dezelfde onheilspellende wijze, die mij reeds eerder deed sid deren. Klim in den mast, fluisterde hij mij in 't oor, en op het oogenblik, dat de lantaarn aan do voorplecht wordt aangestoken, los je drie schoten met dezen revolver. En hij overhandigde me een revol- \er van buitengewoon zwaar kaliber. Bedekt met eon dikken berenmantel klom ik naar het puntje van den mast. Gedurende twee uren bleef ik daar, geteisterd door den ijzigen wind. Plotseling verhief zich beneden me een ontzettende kreettot aan de tan den gewapend, verscheen de beman ning aan dok vlammen sloegen uit de luiken I Overboord met hem 1 Weg met den verraderriepen de matrozen, zichi stortende op den kapitein, d^e kalm tegen de verschansing bleef staan, met een bandtaschje in de linker hand.- Jules van Dalen hield op, en brachf de hand aan zijn voorhoofd. En toen vroegen twee angstige stemmen gelijktijdig aan weerszijde© van den vernaler. En toen Dat Is T Juist, verder woet ik 't zelf nog niet. Wat, weet u 't niet? Neen. 't Is een roman, en ik motf gehangen worden, als ik weet, hoe Ik den held van mijn verhaal uit zijn moeilijke posit'e moet redden Is 't maar een verhaaltje Heeft a me daarvoor mijn station laten voor bijrijden riep mej. Boekla veront- waardigd uit Een roman?... En nu eten ze thuis zonder mij 1 riep mej. Silma. Onbeschaamde huichelaar 1 Onbe* schofto vlegel 1 11 De beide dames renden naar hei portier, om uit te stappen, want de trein had juist weer stilgehouden. Mijn roman slaat fn, zei de schrijver voldaan, maar ik weet met. hoe Jules van Dalen uit z'n benarde positie komtStil, ik ben er, het bandtasch je van den knpitein bevatte ontplofba re bommen 11 (Deze raadsels zijn alle Ingezonden door jongens en meisjes, die „Voor Onze Jeugd" lezen. De namen der kin deren, die mij vóór Donderdagmor gen goede oplossingen zenden, wor den in het volgend nummer bekend gemaakt). IEDERE MAAND WORDT ONDER DE BESTE OPLOSSERS EEN BOEK IN PRACHTBAND VERLOOT. Hierbij wordt gelet op den leeftijd in verband met het aantal oplossin gen en op de netheid van het werk. 1. (Ingezonden door Giljam Lokerse). Zet op den eersten regel een mede klinker op den 2den een gevaarlijk ding op den 3den Iets, waar men mee meet op den 4den iets, waar men kanon nen achlar zet* op den 5den een plaats in Neder land; op den 6den iets, wat men aan den hemel ziet op den 7den iemand uit het huisge zin op den 8sten een viervoetig' dier j op den 9den ook een medeklinker. 2. (Ingezonden door Johannes Wilh. Baatgever). .Welke spreekwijze leest ge hieruit? zegt wacht goed ar tot doe niet te stil in men men en dank de 8. (Ingezonden door Paulien Koele- mlj). Ik besta uit 13 letters en ben een man van den vroegeren tijd* 9 3 2 is niet vol, 9 10 1 is een getal, 5 4 5 6 is een bloem, 2 8 13 7 krijgt iedereen wel eens, een 12 5 8 11 ziet niemand graag iu huis. 4 (Ingezonden door Antoon Verstee- gen.) Ik ben een goed voedsel, vooral voor kleine kinderen. Doe mijn laatste let ter er af en ik ben iemand, waar go veel van houdt. 5. (Ingezonden door Nelly en Willem Willemsen). Ik besta uil 20 letters en ben iedere .week in de courant te vinden* 2 4 7 is een eiland, een 16 2 4 7 heeft ieder meisje.: 4 5 6 7 is een verkorte meisjesnaam, in een 3 9 17 7 leest men. 14 5 15 7 is men niet graag. 1 10 7 is een kleedingstuk. met een 8 12 11 7 eet men. 20 17 18 19 20 wordt beloond* 6. (Ingezonden door Ruurtje Aarts).- Zet onder elkaar Een stad in Zeeland. Een stad in N.-Holland. Een stad in Z.-Holland* Een stad in Schotland. Een eiland in den Atl. Oceaan* Een stad in Zuid-Holland., Een stad in Gelderland. Mijn beginletters vormen den naam van een eiland in den Atl. Oceaan. 7. (Ingezonden door A. S. Politiek). Ik ben oen klom lichaamsdeel. Ver ender mijn eerste letter en ik ben een groot maü. (Ingezonden door Nanne Nauta.) Ik ben een visch, doch zonder staart, Draag ik wel zieke menschen Ontneemt men mij mijn kopje, dan Word ik een plantendeel, waarvan De boeren zeer veel wenschen. 9. (Ingezonden door Piër Heidweiller.) lk ben een plaats in Groningen van 0 letters. 4 5 7 9 is een vrucht, 1 2 3 zit in een vrucht, 6 7 8 9 bevat water, 7 8 9 moet men goed oppassen.- 10. (Ingezonden door Aaltje van der Ploeg). Welk spreekwoord leest gij hieruit? al ht er gen ha ac is nog alt id waa zoo de 1de ar sne rhe ha Jem wel 11. (Ingezonden door Jo en Frans van Egmond). Welke inhoudsmaat wordt een mu ziekinstrument, als men de 3de let ter er uitneemt? 12. (Ingezonden door Jan en Cor Huijer). Ik ben iets, dat men bij de kachel gebruikt. Verander mijn 1ste letter en lk ben een beroemd man. De oplossingen der raadsels van de vorige week zijn 1. Eigen haard is goud waard. 2. Madras. Ma Sam ra das - Ada as ram ar Maas. 3. Kanonier. 4. Wie kaatst, moet den bal ver wachten. 5. Negen. t 6. Gordel gondel. 7. Doorn ik. Doornig 8. Londen Ekster Dij Iep Koe AmsterdanS Neus Thee Ledikant* 9. Napels* lft Giljam Lokerse 12* Paulina Fijen 11. Aaltje v. d- Ploeg 11. KLazina M. Bastiaan 12* Gerda Kurtz 12. Albert Wiegant 12. BEGRAVEN PLAATSEN. (Ingezonden door Zus Duursma). 1. De voorstellingen begonnen op einde Me'. (2 plaatsen) 2. Aan kleederdracht en taal kent men een volk. (2 plaatsen). 3. Sint-Nicolaas gaat spoedig weer op reis. 4. In den volksmond wordt een ge vangenis dikwijls „nor" genoemd. 5. De Koningin heeft hem pensioen verleend. (Ingezonden door Giljam Lokerse.) 6. Sommige menschen bleven loo- pen op straat. 7. Ge moogt niet zoo op uw lei kras sen, Willem-1 8. Was de beer tam, Anna 9. Wij zadelden onze paarden en gingen op reis. 10. Pieter borg het gereedschap op. 11. Men gooide den hond in het kou de water. 12. De man werd op een baar naar het ziekenhuis gebracht. I O N S A K K E R N K T P O T A P P E L O O T M 11. Kaap aap* 12. Boor oor* Goede antwoorden ontvangen Van,: Beppie Meijer 8. Johan en Bernard Biersteker 7. Antoon Verstegen 11. Zus Duursma 12. Jo en Frans van Egmond 11* Ernst Moolenaars 10. Johannes Raatgever 11. Nanne Nauta 11. Jan en Roeland v. Vendeloo 9* Aaltje en Siebe Huizinga 11. Zonder naam (uit Santpoort) 10* Harn de Wijs 10. Jacob de Wijs 10. Piör Heidweiller 10. Hendrik Rees 10. Hendrik de Nobel 12* Corrie Vreugdenhtl 12. A. en C. H. Erbrink 11. Nico en Herman Twisterling 6. Albert Wiegant 10 (van de vorige week). Marietje Rahusen 8 (van de vorige week). Zus Baaij 11* Wim Kauwe 11. Jeanne Slagveld 1L Maartje Verdel 11. Johan Koch 11. Gretha Blom 12. Gerard Blom 12* Jo Tijssen 8. Giljam Lokerse 11* Paulien Fijen 10. Aaltje v. d. Ploeg 10. Klazina M. Bastiaan 10* Cor lluijer 10. Jan Huijer 10. Ruurtje Aarts 11* Jo Aarts 11. Gerda Kurtz 12. Abraham van Brussel 11* Albert Wiegant 11. Willem de Kamper 7* BEGRAVEN DIEREN. Antwoorden. 1. Egel., 2. Spin. 3. Tijger* 4. Hoen. 5. Oester* 6. Mees. 7. Otter. 8. Meeuw* 9. Leeuw* 10. Slak. 11. Pelikaan 12. Hommel. Goede antwoorden ontvangen v$n: Beppie Meijer 12. Johan en Bernard Biersteker 7. Antoon Versteegen 12. Zus Duursma 12. J. Rieden 9. Jo en Frans van Egmond 12. Nanne Nauta 12. Jan en Roeland v. Vendeloo 10. Aaltje en Siebe Huizinga 12. Zonder naam (uit Santpoort) 11* Harri de Wijs 12. Piër Heidweiller 12. Hendrika de Nobel 12. Corrie Vreugdenhil 12. A. en C. H. Erbrink 11* Nico en Herman Twisterling 12. Albert Wiegant 10 (van de vorige week). Zus Baaij 12. Maartje Verdel 18. Johan Koch 12r Jo TUssei 12* Voor al de kinderen, die de laatste weken weer nieuw bij onze rubriek gekomen zijn, zal ik het bericht over onzen wedstrijd nog maar eons op nieuw plaatsen. Want we hebben nog 3 weken den tijd en 't is dus nog niet te laat voor al degenen, die nog mee: doen willen. Er zijn al twee inzendin gen gekomen. Al twee kindertjes wor- len door jullie toedoen blij gemaakt. Ik hoop, dat er nog een heeleboel zul len volgen, en ik denk, dat alle kin deren, die iets inzenden, op 5 Decem ber, als ze zelf cadeautjes krijgen, een extra, eixtra prettigen avond zullen hebben. Deze twee eerste inzendingen zijn van Catootje van Bilderbeek en Hannie de Mik, maar wat het zijn, vertel ik jullie nog niet I Dat hooren jullie over eeu poosje wel I En nu voor de nieuwe vriendjes Jullie weet alle maal wel, dat het op 5 December feest is, en een groot feest ook voor alle kinderen I Maar jullie weet ook wel, dal Sint-Nicclaas 't veel te druk heeft, om bij a 11 e kinderen te komen 1 En dat is voor jullie nu niet zoo heel erg, want al komt de goede Sint niet zelf, dan zorgen jullie ouders of familieleden wel, dat je dat niet merkt en dat er toch wel cadeautjes, lekkers, enz., genoeg ia, om je een heel, heel prettigen avond te bezor gen. Maar er zijn ook kindertjes, waar van de ouders veel en veel te arm zijn om iets, al is het ook nog maar zoo'n kleinigheid, voor hen te koopen. Kin deren, die niet eens alle dagen zooveel boter hammen kunnen krijgen als ze noodig hebben, die geen warme klce- ren hebben, als het koud is en geen dekens genoeg op hun bedje om zich daar 'snachts lekker in te kunnen warmen. En die kindertjes verlangen toch allemaal naar Sint-Nicolaas I En weet je waarom Omdat ze iederen keer toch weer hopenvan 't jaar zal Simt wel ko men 1 van 1 jaar zal hij onze deur toch wel niet voorbij gaan I En dan zingen ze 's avonds liedjes van „Sint- Niklaas, goed heilig man", en ze zet ten hun klompje neer met hooi voor het paard en dan vinden ze.... niets l Och, och, wat zou dat een teleur stelling zijn 1 Maar, gelukkig, de jongens en meis jes van den Zaterdagavond zijn er ook nog 1 En die hebben Sint al zoo dikwijls wat geholpen, die willen het van het jaar stellig weer doen I Komaan, jongens en meisjes I wie doet er mee Wie helpt moe een klompje of kousje vullen Een arm kindje, dat nooit ander speelgoed gezien heeft, dan achter do winkelramen, is, o, zoo blij, als er wat moois komt 1 En jullie kunt heel wat 1 Wat hout, wat papier, wat lappon, eenige spijkers, een pot lijm, wat verf, een klos garen, een heelcbod ge duld, en.... weet Jullie 't nog wel? Poppekamers, pakhuizen, winkeltjes, kermiskramen, trams, veetin gen, spellen, poppen, kleertjes, kruiwagen- tjes, poppeledikantje®, poppekastjee of koffertjes, Ja, wat kunnen Jullie er al niet van maken 1 Bedenk allemaal maar eens goed, wat je het beste kunt en wat Je het liefste doet en dan maar flink aan het werk I Je hebt ruim den tijdstel liet beginnen dus niet lang uit, dan kan op je gemak Iets aardigs maken. Ik heb dezen keer 5 afdeelingen. lste afdeeling TIMMERWERK. 2de afdeelmg KARTONWERK. Sde afdeeling EEN POP AANKLEEDEN. 4de afdeeling KLEEDINGSTUKKEN. 5de afdeeling ALLES, WAT NIET ONDER DE EERSTE VIER AFDEELINGEN VALT EN OP SINT-NICOLAAS TOCH WELKOM IS. In iedere afdeeHng geef ik 2prijzen en 1 premie; in het ge heel dus10 prijzen en 5 premiën. Natuurlijk houd ik rekening met den leeftijd van den inzender of de in zendster, let ik op de netheid en zorg vuldigheid van de afwerking en kijk, wie het aardigste of grappigste iets bedacht heeft De lste prijs voor de jongens is j EEN HORLOGE OF EEN PHOTOGRAFIETOESTEL. De 2de prijs: EEN PASSER- OF TIMMERDOOS OF EEN PAAR SCHAATSEN. De 3de prijs: EEN SCHAAK-, DAM-, OF ANDER SPEL. De 4de prijs EEN STOOMMACHINE O F EEN BOUWDOOS* De 5de prijs EEN SPOOR O F DEN TOOVERLANTAARN. De premies zijn BOEKEN IN PRACHTBAND. Voor de meisjes is de lste prijs EEN HORLOGE O F EEN PHOTOGRAFIETOESTEL. De 2de prijs EEN WERKDOOS O F EEN KERBSCHNITPLANK MET MESJES. O F EEN PAAR SCHAATSEN* De 3de prijs EEN BOEKENHANGER* O F REISMANDJE. De 4de prijs EEN SCHAAK-, DAM- OF ANDER SPEL. De 5de prijs EEN POP O F EEN TOOVERLANTAARN. De premies zijn BOEKEN IN PRACHTBAND. Nu beslis ik niet vooruit in welke afdeeling de lste prijzen zullen val len, maar laat dat van de inzendingen afhangen. Nu moet ik nog even iets aan de tne'sjes vertellen. In de 3de afdeeling, n.l. een pop aankleeden, begrijp ik wel, dat enke len niet mee kunnen doen, omdat haar spaarpot niet toelaat een pop, al is het maar een kleintje, te koopen. Daarom heb ik een pop gekocht en zal ik daarvan de maat opgeven. Wie nu geen pop zelf geeft, mag daarvoor een stelletje kleertjes maken, en die pop kan dan met de complete garderobe met al de andere dingen weggegeven worden. De lengte is van de hals tot de knieën 21 c.M., van het middel tot de knieën 12 c.M., de wijdte van den hals 11 c.M. en d6 wijdte van het mid del 18 c.M. In de 4de afdeeling is het de bedoe ling kleertjes voor de kinderen zelf, bijv.oen das, kousen, eeD schortje, enz. Ziezoo, nu geloof ik, dat lk jullie alles verteld heb. Wie nu nog iets niet goed begrepen heeft, mag het mij vragen. Jullie hebt den tijd tot 20 No vember, en natuurlijk moeten alle in zendingen voorzien zijn vanNaam, Leeftijd en Adres van den inzender en moet je er bij schrijven of het werk met of zonder hulp gemaakt Is. Eu nu WERK PRETTIG 1 De Engelsche schilder Millais schil derde zijn schilderij „Appelbloesems" in een boomgaard. Hij kon het in één voorjaar niet af krijgen, want de bloe sems bloeien maar korteen heel jaar bleef zijn schilderij rusten, vóór hij er aan verder kou gaan. Het eerste ge deelte was toen geheel droog, en wie, denk je wel, dat hem toen het verder schilderen bijna onmogelijk maakten? Dat waren de bijen, die voortdurend op het doek aanvlogen en naar het midden van de bloesems kropen. De bloesems onder aan de schilderij wa ren ongeveer op natuurlijke grootte, en die hadden hot meeste van de bij en te verduren. Zij kropen dan van de nieuw-geschilderde naar de oude bloesems en lieten overal een spoor van rose of witte verf achter. On danks den last, die ze hem aandeden, was de schilder de bijen toch dank baar, want zij lieten hem begrijpen, hoe goed hij geslaagd was. Paus Leo XIII hield wel van een grap. Eens moest hij een groote groep pelgrims ontvangen, en daar hij juist wat last van zijn keel had, gaf Dr. Lapponi, zijn lijfarts, hem een doos pastilles, van welke hij er telkens een moest nemen, ais zijn keel droog werd. De dokter was op de receptie te genwoordig en nam plaats op een gen afstand, vanwaar hij den Paus goed in het oog kon houden. Toen Leo XIII eenigen tijd met de pelgrims gespro ken had, begon hij zeer schor te worden, maar een pastille nam hij niet. Om hem er aan te herinneren, kuchte Dr. Lapponi eens, en toen nog eens. Toen liet de Paus den dokter roe pen, haalde zijn doos pastilles uit den zak en zei„Wat zijt ge verkou den, dokter, Mag ik u een pastille presenteeren Eens toen Czar Peter de Groote ln Londen reisde, liep een pakjesdrager tegen hem aan en duwde hem in de modder. Daar was Peter de man niet naar en hij hief zijn hand reeds op, om den man een slag toe te brengen, toen de Engelsche Lord, die hem ver gezelde en dia moest zorgen, dat hij niet in ongelegenheid kwam, hem te rug hield. Toen wilde de Lord den man ern stig onderhouden over zijn ergerlijk gedrag en vroeg hem, of hij wel wist, dat hij den Czar voor had „Czar 1" riep de pakjesdrager. „Och wat, Czar I We zijn hier allemaal Czar. hoor (Brieven aan de Redactie van de Kinder-afdeeling moeten gezonden worden aan Mevr. VENEMAVAN DOORN, Wagenweg 88, Haarlem). BEPPIE M. Ik dacht, dat Pepie mis schien naar het kleine schooltje ging. Gaan ze behalve de drie kleintjes al lemaal naar school Wat voor klee- ren maken jullie nu TREES. Wel, wel, wat heb jij het druk tegenwoordig! Ik kan me best begrijpen, dat er dan niet veel tijd voor de briefjes overblijft Maar Moe der zal wel blij zijn, dót jij zoo ferm helpen kan. Hoe is 't nu met Moeder? We zullen hopen, dat zij gauw weer beter is. J" hebt in Rotterdam maar een heerlijk tijdje gehad. Ga je er den volgenden zomer veer heen ZUS D. Ja, ik heb ze wel graag, want de meeste kinderen vinden het gezellig om ze op te lossen. Vind jij het ook niet prettig, om ze te beden ken Het is niet veel wandelweer te genwoordig, hè Blijf je nu veel in huis J. R. Het is best, als je ook met ons meodoet. Heb ik jou naam er vroeger ook al niet eens bij gezien JO en FRANS v. E. Ik bedoelde het schrift ln de eerste plaats, maar ver der ook don brief zelf, en dan niet in ongunsti^en zin, hoor 1 Dus het hoeft niet veranderd te worden. Neen, ik had van iullio niet veel raadsels meer en dit waren nog al mooie! Ja, je kunt wel goed gezien hebben, maar 't was maar voor één dagje 1 JOHANNES R. Je schrijft me, datje al van de begraven dieren gevonden hebt, maar je hebt ze er niet bij ge schreven. Heb je ze vergeten Ja, dat is best, kom maar weer eens een an der halen, 't Is met dat gure weer heerlijk, als je wat te lezen hebt, vind je niet? NANNE N. De nieuwe raadsels zijn goed. Jij stuurt maar weer geregeld nieuwe in, hè, dat ik altijd wat van je in voorraad houd. Heb Je tegenwoor dig ook huiswerk voor school te ma ken? AALTJE en SIEBE H. Van harte ge feliciteerd, Aaltje l Wat aardig, dat mijn felicitatie precies op den goeden dag komt, hè 1 Wat zal dat Dinsdag ook een prettige dag geweest zijn, zoo'n dubbele verjaardag. Doe jullie vandaag weer spelletjes en heb je teel moois gekregen? Zou Je inzen ding op tjid klaar komen Harrie de W. Ik ben blij, dat je het boek zoo mooi vond. Ja, 't is altijd prettig er weer een bij te hebben, want nu kan je het ook nog voor een twee den of derden keer lezen, vind je niet PIëR H. Het nieuwe raadsel is goed. Wat een lang, hè HENDRIK R. 't Fietsspel ken ik niet. Vertel me eens, hoe dat is? Neen, <k ken het boek toch niet Als je tijd over hebt en je wilt eens een boek te leen hebben, moet je maar eens op een Woensdagmiddag tusschen 1 en 2 uur komen. Misschien heb ik dan wel een mooi voor je. CORRIE V. Het nieuwe raadsel la goed. A. en C. H. E. De nieuwe raadsels zijn prachtig. NICO T. Zou jij wel op tijd klaar komen, Nico? Herman speelt zeker ook erg graag buiten en moet 'savonds vroeg naar bod, is 't niet? Of gaan Jullie iegelijk HERMAN T. Wel, wat aardig, dat Jij nu ook brieven gaat schrijven, Her man 1 en 't gaat al lieeJ netjes ook I Heb je d<t heelemanl alleen gedaan dan wil ik wel gelooven, dat je op school ook V' derlandsche taal goed kan make zua ou, 'l is wat prettig, als de kachel maar weer brandt, want het is er heusch koud genoeg voor de Laat ste dagen. Ik vind, dat jij ai erg veel te doen hobt 's avonds. Blijf je Jang werken of moet je vroeg naar bed en maak je het dan 's morgens af WIM K. Noen, ik heb me niet ver gist, maar ik vond jou antwoorden even mooi als de andere en daarom heb ik jo raadsels toch goedgerekend- JEANNE S. Het is best, als je ook met ons meedoet. Lees je den Zater dagavond al lang? JOHAN K. Het nieuwe raadsel ia goed. Heb je een mooie atlas Leer je op school ook al aardrijkskunde van Europa, of heb je alleen nog maar Nederland? GRETHA B. Ja, de raadsels, die je iedere week oplost, tellen mee voor den prijs, zooais je er ook boven lozen kunt. Ais je onzen Zaterdagavond ge regeld leest, zal je wel z<en, dat er ook een heeleboel andere wodstrijdon komen. Lees deze courant ook maar goed. GERARD B. Jij moet ook den Zater dagavond maar flink meelezen, dan kom je vanzelf op de hoogte. Op welke school gaan jullie en heb jp ook vriendjes onder de andere raadseïkin- deren JO T. Ja, je mag nu al een raadsel inzenden. W eet je al een mooi GILJAM L. Jij houdt me maar prach tig in de begraven plaatsen of dieren, Giljam. Ik geloof, dat je er daarvan verreweg het meeste ingezonden hebt Het nieuwe raadsel is ook goed. Doe je aan dezen wedstrijd ook nog mee AALTJE P. Het nieuwe raadsel ia goed. Ja, je moet de antwoorden er altijd dadelijk bijzetten. Welke soort vind je het prettigst om to bedenken PAULIEN F. Het is nu zoo'n slechte tijd om te wandelen, dat ik me best kan begrijpen, dat jullie liever ineLje drietjes tiiuis blijft- Wat voeren jul lie dan nog meer uit COR H. J ullic gaan vooruit met het oplossen, vind je niet Nu al tien goed I Flink zoo, hoor 1 Vind je lief niet leuk, dat je-ingezonden raadsel er nu ook in staat RUURTJE en JO A. Ja, jo moogt de boeken gerust nog een weekje houden. Ik dachi wel, dat je dat eene erg mooi zou vinden, 't Is nu ocht weer om te lezen. Wandelen jullie nog, of zitten jullie veel in huis en verveelt dat jo al een beetje ANNIE v. Z. Hartelijk gefeliciteerd, Annie, al ben ik 2 dagen te vroeg. Ik hoop, dat je een prettigen dag zult hebben. HENDRIK V. Al heb ik ln ©en he©- len tijd niets van Je gehoord, lk kom je toch nog maar even feliciteeren met aanstaanden Dinsdag I Je leest o»ze Rubriek toch nog, is 't niet? Veel plo- z'er, hoor 1 ALBERT W. Je briefje kwam eigen lijk juist te laat, Albert I Wil jo voort aan maken, dat het cr Woensdags avonds is? anders blijft het meestal liggen tot de volgende week. Dit raad sel heb ik ook nog van een ander kind gekregen. Bedenk nog maar eens een ander. WILLEM DE K. Jou briefje was ook net te laat, Wim 1 Ja, den Haag is an ders wel een heerlijke stad met Sche- veningen er zoo dicht bij. In Leiden ben ik nog nooit geweest. Is het daar ook zoo prettig? Kom maar eens op een Woeusdagmiddag tusschen 1 en 8 uur, dan zal >k eens zien of lk nog oen aardig boek voor je te leen heb. Mevr. VENEMA—VAN DOORN. 90 October 1909.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 15