Verscftfjirt dagelijks; behalve op Zon- en feestdagen
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
OM ONS HEEN
iaïtenlandsch Overzicht
IPtiUiLLUTON
Het Vergaan van de
„Lady Jermyn."
27* Jaargang* No. 5100
VRIJDAG 19 NOVEMBER 1909 B
ABONNEMENTEN
PER DRIB MAANDBNl
Voor Haarlem I 11 f 120
Voot de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd ls (kom der
gemeente)J-fO
Franco per post door Nederland l-w
Afzonderlijke nummers (X02H
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem027 H
<Se omstreken en franco per post 0.45
fDttgav® der Vennootschap Lonrens Custer. Dirscteor L fl» PBEREBQOfii
Tot de plaatsin® van advertentlën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Bultenlandsch Advertentle-Bureaa D. Y. ALTA,
Warmoesstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon Interc. 6229.
AD VERTENTSBrni
Van 1—5 regels 50 Cts=; iedere regel meer 10 Ci3. Bulten het Arrondissement
Haarlem van 1—5 regels ƒ1.—, elke regel meer ƒ0.28 Reclames 30 Cent per regel
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
Advertsnttën van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing!
50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant
Redactio en Administratie: Groote Bontstraat
tBtercommanaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724
Drukkerij: Zolder Boitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
TWEEDE BLAD.
No. 1037.
Ouclerwetsche dingen.
Het betalen van onze belasting, zoo
wel aan de gemeente als aan het Rijk,
is voor de meesten onzer zoo'n onaan
gename zaak, omdat ze niet van on
zen rijkdom, maar van beperkte mid
delen af moet, dat de openbare bestu
ren wel alles behoorden te doen wat
mogelijk is, om ons deze plicht zoo
gemakkelijk mogelijk te maken.-
Ik meen, dat daaraan evenwel het
een en ander hapert. Vooreerst is het
voor den belastingbetaler hoogst on
aangenaam, wanneer hij zijn belas
tingbiljet wat laat ontvangt en dan
sneller, namelijk in korter tijd moet
betalen, dan andere jaren. Ik weet
wel, dat men zich daarvan formeel
niets behoeft aan te trekken en veilig
zóo redeneeren kan„och, waarom
heeft de belastingschuldige, die toch
weet, dat zijn biljet komen moet, niet
vooraf een paar termijnen op zij ge
legd maar men dient den belasting
betaler, evengoed als ieder ander
menscli, te nemen zooals hij is en
vooral niet van hem de volmaaktheid
te eischen op een oogenblik, dat men
zelf te iaat is I
Toch is dit mijn grootste bezwaar
tegen de administratie niet. Komt een
enkelen keer het biljet wat laat, regel
behoeft dat n«et te wezen, het volgen
de jaar verschijnt het licht beter op
tijd. Maar een veel grooter bezwaar
is, dat de belastingschuldige, als hij
geen ondergeschikte heeft om hun het
werk op te dragen, zelf zijn kostelij-
ken tijd moet verspillen om het geld
aan één bepaald adres te gaan bren
gen. Dit heeft al zooveel jaar geduurd,
dat we niet meer weten of het behoort
zoo en ons ternauwernood voorstel
len, dat het ooit anders zou kunnen
zijn. Ik zio evenwel kans om aan te
toonen, hoe mal ouderwetsch die ge
woonte is om het geld te brengen aan
één bepaald kantoor en hoe het zeer
.wel anders zou kunnen, als men maar
kon besluiten te breken met den be-
staanden sleur.
Laat ik vooraf even zeggen, dat
wanneer wij allerlei soortgelijke din
gen moesten gaan doen op dezelfde
manier als belasting betalen, het mo
derne leven eenvoudig een onmoge
lijkheid zou zijn. Neem aan, dat een
particulier er op zou staan, dat een
som, die hij te vorderen heeft, aan
hem zelf werd betaald, hoe zou X. te
Haarlem het dan redden met voldoe
ning van een schuld aan IJ. te Rot
terdam. Zou hij daar zelf heen moeten
gaan of ej een bediende heensturcn
Nu heeft hij tal van middelen met
postwissel, postbewijs, telegrafischen
postwissel desnoods, met gewonen
wissel of chèque kan hij den man be
talen.
't Is waar dit geldt don handel tus-
schen personen. Welnu, ook het Rijk
geeft voorbeelden van het betalen van
vergoeding of van belasting bij voor
baat. Als ik een brief te verzenden
heb, ga ik toch niet naar het postkan
toor en stel den ambtenaar vijf cen
ten ter hand, waarvoor bij me dan
een quitantie geeft 1 Weineen, al naar
gelang van den stand van mijn vermo
gen koop ik twee of twintig of twee
honderd postzegels te gelijk en plak
daarvan een op den brief, dien ik ver
zenden wil. Die vierkante papiertjes,
bewijzen van gestorte vergoeding, kan
ik behalve aan 't postkantoor, ook nog
krijgen aan 't hulpkantoor en aan
verschillende depóts in de stad.
Zelfs kent het Rijk vooruitbetaling
van belasting. Als ik een contract wil
opmaken koop Ik een zegel en betaal
daardoor tegelijk een belasting, waar
van de ambtenaar geen andere moei
te heeft, dan dat hij er vroeger een
aantal tegelijk aan den boekhandelaar
of anderen tusschenhandelaar heeft
verkocht.
Zelfs het onnoozele plakzegel 's niet
andei's, dan een bewijs van betaalde
belasting.
ji£ta nu weet Ik wel, dat men zal zeg
gen hier betreft het gelijke sommen
en in zegels ligt meteen het bewijs van
betaling, maar ik houd dan toch vol,
dat het Rijk, om welke redenen dan
ook, al lang het beginsel heeft losge
laten, dat iedere belasting recht
streeks aan zijne ambtenaren moet
worden betaald.
Waarom dan nog altijd de belasting
op die manier ingevorderd?
De gemeente houdt er al een heel
tweeslachtige manier van handelen
op na. Voor het gebruikte licht of wa
ter stuurt zij quitanties aan de hul
zen rond; schikt het betalen je niet
dadelijk, dan wil de looper wel eens
weerom komen en als je 't hem daar
na vriendelijk vraagt, nog wel ander
maal.
Ons aandeel in het tekort op de ex
ploitatie van het slachthuis of van de
gemeenteroiniging moeten we evenwel
zelf naar den gemeente-ontvanger
brengen. Moet je daar een kwartier
wachten, omdat het druk is, dan heb
je niets te klagen. Maar ben je een
poos te laat, dan komt er een stuivers-
lmiefje en daarna een dubbeltjespa
pier ter waarschuwing. Wat een te
genstelling, niet waar, met de loopers
van gasfabriek en duinwaterleiding,
die voor niemendal een keertje extra
komen 1
Waarom nu het verschil tusschen
het eene gemeentebedrijf en het an
dere? Ik denk, dat ik het wel ver
klappen kan. Voor duinwaterleiding
en gasfabriek moeten de menschen
gewonnen worden, daar zijn ze klan
ten van. Niet van gemeentereiniging
en slachthuis, wier tekorten ze moe
ten helpen betalen naar verhouding
van hun vermogen.
Het eerste is dus vrije w>l, het twee
de dwang. Moesten we onze gasnota
aan de fabriek gaan betalen, dan zou
er meer petroleum worden gebrand.
Voor de administratie schijnt het
een heele toer, om zich goed in te
denken in de omstandigheid, dat zij
Ingesteld werd om het den menschen
zoo gemakkelijk mogelijk te maken.
Ik spreek niet van de ambtenaren,
die gewoonlijk vriendelijk en hulp
vaardig zijn, maar van de regelen vol
gens welke de administratie werkt.
Het is bijvoorbeeld wet, dat belasting
aan het kantoor zelf moet worden be
taald, tegen bewijs van ontvangst.
Wanneer daarop een enkelen keer een
uitzondering wordt gemaakt, dan ge
schiedt dat alleen omdat het niet an
ders kan. Als regel zou de fiscus het
nooit kunnen toelaten, zoolang de
wet niet veranderd wordt.
En waarom zou ze niet? Wat kan
er toch tegen zijn, om den ontvanger
per postwissel een bedrag ter betaling
van belasting toe te zenden. De kwij
ting op het belastingbiljet zelf Maar
die is van ondergeschikt belang.
Hoofdzaak is en blijft, dat de ont
vanger er aanteekeniing van houdt,
dat de belastingschuldige betaald
heeft. Dat doet hij nu en dat zal hij
blijven doen ook onder nieuwe rege
len. Voor den betaler zelf ls het re?u
van den postwissel voldoende bewijs
van betaling, dat hij bij mogelijk ver
schil zal kunnen toonen.
De ambtenaar moet die postwissels
gaan incasseeren, ongetwijfeld, maar
krijgt het ook rustiger op het kan
toor, kan daar zonder stoornis door
werken, arbeidt bovendien minder ge
jaagd en heeft weinig kans, zich te
vergissen.
Het zou allicht grooter bezwaar op
leveren, de belasting te betalen per
chèque, omdat de betaler daarin geeii
ontvangbewijs bezit. Maar tegen be
taling per postwissel is een ander be
zwaar, namelijk dit, dat de ophooping
van menschen, die nu op het belas
tingkantoor ontstaat, zich dan op het
postkantoor zou voordoen.
Evenwel zou dan toch in Haarlem
de stroom tusschen drie adressen ver
deeld wordenhet kantoor van den
ontvanger zelf, waar nog menigeen
zou blijven komen, het hulppostr
kantoor op het Plein en het hoofdpost
kantoor, later nog vermeerderd met
een hulpkantoor in 't station.
De kleine kosten der verzending zou
menige belastingbetaler er graag voor
over hebben, wanneer hij van het on
aangename wachten vóór des ont
vangers loketten verschoond kon blij
ven.
Dit is een zaak, die in de lucht
hangt. Die misschien nog wel andere,
betere oplossingen beeft. Die zelfs in
het vakhlad de Fiscus ter sprake
is gebracht. En die in een ontzaglijke
organisatie als Londen al lain? is op
gelost. Daar kan de belastingschuldi
ge heel gewoon zijn geld aan den ont
vanger sturen en krijgt e<r een qui
tantie voor terug. Zou het dan niet
tijd worden, dat wij die malle optoch
ten naar, die stoeten in het belasting
kantoor, afschaften
Te Amsterdam schijnt een proef ge
nomen te zullen worden hiermee, dat
de kassier aan het loket den belas
tingbetaler een regu geeft voor het
door hem betaald bedrag en zijn aan
slagbiljet behoudt. Binnen enkele da
gen krijgt de eigenaar dat dan, voor
zien van de afschrijving, terug.
Dit kan wel Iets baten, maar de op
loop aan de ontvangerskantoren
wordt er niet minder om.
J. C. P-
Bijzonder buitenlandsch nieuws ls
er nietNadat de diplomaten het
Balkanspel voorloopig hebben ge
staakt, nadat het in Marokko wat
rustiger is geworden, nadat de revo
lutie in Spanje bedwongen en de Fer-
rer-slorm bedaard is, nadat madame
Steinheil is vrijgesproken wachten
we geduldig op het nieuwe dat komen
zal.
Zeker ls de
POLITIEKE STRIJD IN
ENGELAND
van veel gewicht, maar, het nieuws
daarover juister gezegd nog slechts
over de voorbereiding, wordt ons zóó
druppelsgewijze toegediend, dat het
belangrijke njet zoo opvalt. Nu is er
weer een droppeltje I De heer Balfour,
de leider der oppositie en protectio-
nisten, heeft in Manchester weer eens
een groote politieke rede gehouden.
HET BETOOG VAN DEN LEIDER
DER UNIONISTEN
was er op bedoeld, te laten uitkomen,
dat de strijd gaat om drie dingen: om
de begrooting, om het socialisme en
om 't Iloogerhuis. In de begrooting
is z. i. een slecht financieel stelsel en
een verward socialisme belichaamd.
Zij zal verderfelijk werken op handel
en nijverheid, want door het kapitaal
en den grondeigenaar zwaar te belas
ten, zal er minder geld voor. onderne
mingen beschikbaar zijn, en drijft
men tevens kapitaal het land uit.
TARIEFHERVORMING,
daarentegen zal de vaderlandsche
nijverheid aanwakkeren en de werk
loosheid zooal niet opheffen, toch
aanmerkelijk verminderen. Het ka-
toenbedrijf zal zij ten goede kennen,
doordat Engeland met bedreiging van
invoerrechten het buitenland kan
dwingen den Engelschen invoer, o.a.
van katoen, voordeeliger toe te laten.
En door de koloniën voorkeurrechten
te verleenen, moedigt men er ook den
katoenaanplant aan, waardoor Lan
cashire van het Amerikaanse he ka
toen onafhankelijker zal worden.
Balfour verdedigde ook de motie
van Lord Lausdowne, betoogend, dat
de daarin voorgestelde opschorting
van de begrooting niet buiten de be
voegdheden van het Hoogerhuis
gaat.
Nu maar afwachten, wat de Lords
in 't Hoogerhuis zullen doen....
Zelden is een politieke strijd zóó
terdege van beide zijden voorbereid,
als nu in Engeland.
Eindelijk is men ar in geslaagd,
DE BELGISCHE LEGER-QUAESTIE
tot een eyide te brengen. Woensdag
hadden al de eerste beslissende stem
mingen plaats en gisteren de volgen
de. Eerst keurde de Kamer de vrijstel
ling van geestelijken goed. Reeds
vroeger had de linkerzijde, bij wijze
van concessie, beloofd, zich tegen de
ze uitzonderingen niet te verzetten.
Nu pruttelden nog wel eenige hoe
ren tegen en werd over „geen con
cessies voor de toekomst" gesproken,
maar het regeeringsvoorstel werd
toch goedgekeurd.
Daarna werd een amendement, om
alleen voor den tijd van oorlog den
persoonlijken dienstplicht in te stel
len, verworpen, en het regeerings
voorstel, om
REMPLACEERING AF TE
SCHAFFEN,
aangenomen, rnet 100 tegen 58 stem
men en 3 blanco. Drie ministers had
den, zooals ook wel verwacht werd,
tegengestemd.
Toen de uitslag der stemming be
kend werd, werd luid hoera geroe
pen en hoorde men ook op de publie
ke tribune toejuichingen.
Ter gelijker tijd werd in de Fran-
sche Kamer ook over een legerquaes-
tie gesproken, daar vond de bekende
socialist Jaurès, bij de behandeling
der staatsbegrooting, gelegenheid, om
over de meerdere uitgaven, veroor
zaakt door
DEN GEWAPENDEN VREDE,
te spreken. De afgevaardigde hoopte,
dat „aan den naijver tusschen Duit
schors en Engelschen op vredelieven
de wijze een einde zou komen en ver
klaarde te vertrouwen, dat er einde
lijk vrede zou heerschen, een toestand
die echter nog wel een menschenleef-
tijd op zich zal laten wachten."
Helaas een wel wat magere troost 1
Jaurès gaf voorts den raad, dat
Frankrijk een oog in 't zeil moet hou
den, daar een avontuurlijke minder
heid van pan-germanisten de hoop
blijft voeden, Frankrijk als onder
pand te kunnen nemen, in geval van
een gewapend conflict. Hij constateer
de verder, dat Elzas en Lotharingen
sedert meer dan 30 jaren hebben ge-
hoopt, dat het hun door Duitschland
aangedaan onrecht hersteld zoude
worden thans verwachten zij echter
niet meer, dat de vrijheid hun door
een leger zal worden gebracht, maar
hopen zij misschien, dat Frankrijk en
Duitschland over hen heen elkander
de hand zullen reiken.
Intusschen zijn, volgens de toas
ten, de
KONINGEN EDWARD EN MANUEL
nog druk bezig, om den aigemeonen
vrede te bevorderen, 't Nuttige wordt
in elk geval met 't aangename ver
bonden, want de majesteiten nemen
aan verschillende feesten deel.
Een journalist heeft een onderhoud
gehad met den koning-vergezellenden
Portugeeschen minister van buiten-
landsche zaken. Deze wees op het ge
wicht van de vorstelijke ontmoeting,
die in de eerste plaats van buitenge
woon nut zal zijn voor de betrekkin
gen tusschen de twee verbonden mo
gendheden. Te Windsor worden thans
onderhandelingen gevoerd over
EEN ENGELSCII-PORTUGEESCH
HANDELSVERDRAG,
iat naar de Excellentie hoopte
een bestaande leemte in de betrekkin
gen tusschen de twee rijken zou vul
len. Ook vond de Minister het noodig,
er op te wijzen, dat er een uitsteken
de verstandhouding bestaat tusschen
de Britsche en Portugeesche besturen
in Zuid-Afrika. Deze verklaring be
zweert dus de sensatie-geruchten, die
indertijd het tegenovergestelde hebben
willen aantoonen.
Was er in Nicaragua ook maar
zoo'n vredelievende toestand. In de
zen Amerikaanschen staat is het nog
altijd oproer, en de laatste berichten
spreken zelfs van
EEN REVOLUTIONAIR SCHRIK
BEWIND IN NICARAGUA.
Uit Washington wordt daarover ge
seind
Twee Amerikanen, die in het revö*
lutionnaire leger in Nicaragua dien
den, zijn gevangen genomen en door
president Zelaya ter dood veroor
deeld. Uit telegrammen, door het mi
nisterie van buitenlandsche zaken
ontvangen, is gebleken, dat de von
nissen reeds ten uitvoer zijn gelegd.
Twee Amerikaansche oorlogssche
pen hebben bevel ontvangen, ten spoe
digste naar Nicaragua te vertrekken.
Reizigers, komende van New-Orle
ans, hebben verklaard, dat meer dan
500 PERSONEN ZONDER VORM
VAN PROCES ZIJN DOOD
GESCHOTEN.
Alleen werden ze verdacht van re
volutionaire neigingen, wat voor pre
sident Zelaya blijkbaar genoeg was.
Bovendien wordt gemeld, dat de te
rechtstellingen nog voortduren.
In verband met deze ongeregeldhe
den is het bezoek van den nieuwen
gezant van Nicaragua aan president
Taft uitgesteld.
Z. H. de Paus heeft gisteren 300
pelgrims ontvangen, van de vereeöJ-
ging „Notre Dame du Salut".
DE PAUS HIELD EEN BELANG
RIJKE REDE
en verklaarde, dat zijn geschokt ver
trouwen verlevendigd is, door de ge
geven blijken van toewijding. Deze
toewijding immers bewijst, dat het
geioof in Frankrijk onoverwinnelijk
blijft, ondanks de vervolging, waar
aan het blootstaat.
De Paus voegde daaraan toe, dal
het woord „vervolging" niet to sterk
kan worden geacht, daar de vijanden
openlijk opstaan en een verbond slui
ten tegen den Heer. Die vijandige ge
zindheid vindt een smartelijke beves
tiging in den onverzoenlijken oorlog,
die den bisschoppen, beschuldigd van
trouwe onderworpenheid aan den Hei
ligen Stoel, wordt aangedaan.
De bisschoppen, die hebben loge
ren hoe ontzaglijk veel kwaad wordt
berokkend aan de zielen door
DE LEEKENSCHOLEN,
door den dwang aan de jeugd opge
legd, om goddelooze en onzedelijke
boeken te gebruiken, hebben een
noodkreet geslaakt teneinde do aan
dacht der huisvaders te vestigen op
de gevaren, die hunne kinderen be
dreigen, daar toch ieder Fransch bur
ger het recht heeft aan de autoritei
ten van zijn meening te doen blijken.
De door de bisschoppen verkondigde
waarheid wekt zelfs den haat op van
de regeerders. Men ontzegt aan de
bisschoppen niet alleen het recht, de
geloovigen te onderwijzen, men ont
ziet zich zelf niet degenen, die hen
voor de rechtbank dagen, aan te moe
digen en te ondersteunen. De vervol
ging zal echter noch den bisschoppen,
noch den Paus den moed doen ver
liezen.
Wij hebben het hier koud. Laten
we echter niet klagen 1 In Duitschland
zit men onder
DE SNEEUW
en zucht onder de gewone ongemak
ken, als treinoponthoud, gestoorde
telegraaf en telefoon om van natte
voeten en harde sneeuwballen-gooien
de straatjongens nog niet eens te ge-
wagen.
door
E. W. H o r n u n g.
32)
Het maakte den indruk of zij sinds
dien tijd altijd die japon had gedra
gen. De rozen waren gekreukt en ver
lept, de tulle gescheurd, in één weord:
de japon zag er afgedragen uit.
Ik dacht, dat mannen nooit op
kleeding letten? zei mijn lieveling
plotseling met (zoo dacht ik) een ver
heugde uitdrukking op het gelaat, in
weerwil van alles. Herinnert u zich
werkelijk deze japon nog
Ik ierinner mij al uw japonnen
nog ,zei ik verontwaardigd en dat was
waar.
U vraagt zich zeker af, waarom ik
deze draag, zei Eva snel. Het was de
eerste, die inij in dien afschuwelijken
nacht voor de hand kwam. Zij heb
ben mij er verscheidene gegeven sinds
dien tijd. Maar ik wilde er geen en
kele dragen geen enkele 1
Hoe schoten haar oogen vlammen 1
Ik vergat alles omtrent José 1
U weet zeker al, waarom zij geen
ruimte voor u hadden in de kapiteins
boot vroeg zij voorts.
Neen, dat weet ik niet, en het
kan mij ook niet schelen. Zij hadden
plaats voor u, zei ik, dat is voor mij
alles.
Maar wil u daarmee zeggen, dat
u niet weet dat deze moordenaars
het schip in brand staken
Neen jaDat heb ik u giste
renavond hooren zeggen.
En wil u niet weten, waarom zij
dat deden
Uit beleefdheid zei ik, dat ik dit
heel graag wilde weten maar, op
recht gesproken, het eenige wat ik
toen graag wilde weten was of mijn
geliefde mij beminde of zij het ooit
zou kunnen doen of zulk geluk op
aarde voor mij weggelegd, zou zijn I
U herinnert zich nog wel al die
geheimzinnigheid over de lading?
ging zij met belangstelling voort I
Het bleek buskruit te zijn, zei ik
met mijn gedachten nog alleen bij
haar.
Neen goud I
Maar het w a s buskruit, hield ik
volwant juist door mijn onverbeter-
lijken hartstocht voor accuratesse
hadden wij dikwijls op onze zeereis
zoo'n geanimeerd gesprek gevoerd;
maar ditmaal ging Eva er niet op
ln.
Ook goudtwaalf duizend ons
uit de goudvelden. Dat was het ware
geheim. Heeft u daar werkelijk nooit
eenig vermoeden van gehad
Neen, werkelijk nietzei ik.
Eindelijk had zij toch mijn belang
stelling voor die zaak opgewekt. Ik
vroeg haar of zij dat aan boord al had
geweten.
Niet voor het laatste oogenblik.
Ik kwam er achter tijdens den brand.
Herinnert u zich nog het oogenblik,
waarop wij afscheid van elkaar na
men Ik had het u toen bijna ver
teld.
Of lk het mij herinnerde I Woord
voor woord van dat laatste onderhoud
stond diep in mijn hart geschreven,
geen slapeloozen nacht had lk doorge
bracht zonder mij telkens weer al
haar woorden en blikken te herinne
ren en soms als ik uitgeput was
van verdriet en het hart niet meer kon
bloeden, had ijdele smart plaats ge
maakt voor nog ijdeJer hoop, en had
ik mij het vermoeide hoofd gebroken
over de beteekenis van de groote ver
ontwaardiging, die ik op het laatste
oogenblik in de oogen van mijn lieve
ling gelezen bad. Nu begreep ik het
en die enkele verklaring bracht zoo'n
verandering in mijn gedachtengang
teweeg, dat ik zelfs het groote gevaar
van dit oogenblik vergat voor hetgeen
er in het verleden gebeurd was.
Nu begrijp lk, waarom zij mij
niet in de boot wilden hebben-
Zij bevatte het gewicht van vier
zware menschen aan goud.
Hoe ter wereld kregen zij het aan
boord
In provisiekisten maar zij wa
ren al weken lang bezig geweest met
het vullen der kisten.
O, dan heb ik gezien, dat zij er
mee bezig waren 1 riep ik uit. Maar om
op die boot terug te komen Wie heeft
u aan wal gebracht?
Weer hield zij haar oogen op de
open deur gevestigd en met blijkbare
onverschilligheid gaf zij ten ant
woord
Mijnheer Rattray.
Dus dat is het verband I zei ik
en ik geloof, dat bet eenvoudige daar
van mij nog het meest verbaasde.
Ja; hij wachtte op ons te
Ascension.
r— Dus alles was vooruit bepaald
Tot in de kleinste bijzonderhe
den.
En die jonge schurk ls dus even
slecht als de anderen I i
Slechter, zei ze kortaf, op bitte
ren toon. Ook had ik haar blik nooit
zoo hord gezien als eens, en dat was
den vorigen avond geweest in de oude
rechtzaal, toen zij Rattray ln zijn ge
zicht vertelde, hoe zij over hem dacht.
Zij had nu dezelfde blos van woede,
denzeliden beslisten mond en dezelfde
minachtende stemen ik zette mij in
t hoofd, dat zij onrechtvaardig was
tegenover den armen man, hoe slecht
hij zich ook gedragen mocht hebben.
Met al zijn slechtheid kon ik toch niet
gelooven, dat hij even schurkachtig
zou ziju als de anderen. Ik zei haar
dat met zooveel woorden. En plotse
ling waren wij aan het redetwisten
alsof wij weer terug waren op de
„Lady Jermyn" met niets anders te
doen.
U mag dan volslagen moorde
naars en dieven bewonderen, zei
Eva. Ik niet
Evenmin als Lk. Ik wil alleen
maar zeggen, dat deze eene niet zoo
slecht is als de anderen. Ik geloof, dat
hij werkelijk blij was ter wille van
mij, toen bij ontdekte, dat ik niets
van die schurkerij afwist. Bedenk
eens, heeft hij ooit geweld tegenover
u gebruikt?
Tegenover' mij Mijnheer Rat
tray Natuurlijk niet
Heeft bij u nooit tegenover
iemand beschermd?
Ik ik weet het niet.
Dan weet ik het. Toen u hen gis
terenavond verliet, werd er over
sproken, om u met geweid weer te
rug te brengen. U kan wel raden wie
dat denkbeeld opperde en wie daar
tegenop kwam en zijn zin kreeg. U
zou beter over Rattray denken als u
gehoord had, wat er toen gebeurde.
Zou lk? vroeg zij half begeerig,
terwijl zij snel naar mij omkeek en
plotseling zag ik, hoe haar oogen zich
vulden. Och, waarom spreekt u over
hem barstte zij uit Waarom moet a
hem verdedigen, tenzij het alleen is
om mij tegen te spreken, wat u altijd
gedaan heeft I Ik heb nooit iemand
gekend zooals u nooit I Ik zou zoo
graag willen, dat u mij wegvoerde
van deze schurken, en alles wat u
doet ls hen verdedigen I
Maak u maar niet bang, ik zal a
bij hen vandaan halenover een uur
zal u als alles goed gaat, voor altijd
buiten hun bereik zijn 1
Maar waar zullen wij heengaan
fluisterde zij wild. Wat is u van plan
met mij te doen? Al mijn vrlendca*
denken, dat ik dood benals zij wte
ten dat dit niet zoo was, zou alles uit
komen.
Dat zal het ook, zei ik hoe eer
der hoe beter als Lk mijn zin had, zou
het al uitgekomen zijn.
lk zie haar nog, terwijl zij zich blee»
ker dan de maan naar mij omwendde.
Mijnheer Cole, zei ze, u moet mij
uw woord geven, dat het, voor zoover
u betreft, nooit zal uitkomen 1
Deze monsterachtige samenzwe.
ring? Deze koelbloedige moordpartij*
£n ik kwam daartegen in opslantL
CWordt vervolgd.)