Uit de Omstreken Binnenland Van de Residentie en haar bewoners. XXXL Den oppervlakkigen bezoeker moet [ton Haag wel een gelukkige plaats tnet tevreden bewoners lijken. Op straat veel goedgekleede menschen, eau welke het zenuwachtig gejaagde, \vat den handelsman veelal kenmerkt, geheel en al ontbreekt. Kalm bewegen de menschen zich voort, praten kalm, doen kalm, en deze betrekkelijke rust, di? zelfs ln drukke straten is waar te nemen, geeft de residentie het aan- fcien van een stad, waar enkej wei- Vaart en geen ellende is. Toch ontbreekt hier heel wat aan. Geleden wordt er zeker niet minder dan in andere groote plaatsen, maar de armoede blijft verborgen, komt niet aan het daglicht, schuwt de hel verlichte straten, waar alles weelde schijnt Havelooss bedelaars, hongerige warkloozen, straatjongens in lompen, we zien ze nooit in de stadsdeelen, waar het meeste verkeer is. maar Wanneer we de bevolking ln alle la- §en willen leeren kennen, de mindere uurten opzoeken, informeeren naar sterftecijfers of woningstatistiekan, dan grijnst ons een misère aan, welke een schrille tegenstelling vormt met het luxe-leven van de meergegoeden. De eene helft van Den Plaag weet niet hoe de andere helft er lijdt. Is het b.v. wel voldoende bekend, dat de zuigelingensterfte hier heel veel meer dan normaal hoog is En dit op zich zelve reeds droeve feit schrijnt nog meer, wanneer we verne men, dat de vereenigingen, welke werkzaam zijn om hierin naar verbe tering te trachten, geen van alle kun nen helpen, zooals ze wel zouden wil len, uit gebrek aan.... geld. Hagenaars zijn brave menschen, royaal als het uitgaven voor hen zei ven betreft, maar o zoo schriel, wan neer aangeklopt wordt om onder stand voor een filantropisch doel. Verleden winter kwam in Amster dam voor de werkloozen twee ton binnen en ln de rijkste stad van Ne derland, de plaats, waar meer kapi talisten van alle soorten wonen dan ergens elders, met bidden en smeeken en na drie openbare collectes even 1 25.000 Het getal noodlijdende inrichtingen onder diegene, weike een sociaal be lang beoogen, is hier dan ook wan hopig groot. Kleine bodragen worden wol gegeven, maar van ferme giften van een of meer duizend gulden nooit melding gemaakt. De kassen blijven ledig eu een gemeentelijk subsidie of een liefdadigheidsvoorstelling moet ln de kosten voorzien. Is liet eerste zeker niet af te keuren, hel laatste middel van inkomsten be hoort tot de ongewenschte, wanneer het regel wordt. Staat een inrichting eens voor onverwachte uitgaven, wat is er in door middel van een of andere opvoering te trachten hei tekort te dekken maar anders is het ais men de opbrengst hiervan in plaats van onder de buitengewone, onder de ge- wuiie middelen gaal rekenen. Publiek is grillig en zelfs bij eene uitvoering ten bate van de liefdadig heid Is het eventueel voordeelig saldo op geen honderden te schatten. Blijkt de raming te hoog, dan staat de in richting voor een onverwacht tekort en in het tegenovergesteld geval blijft, wegens aanvankelijk gebrek aan middelen, veel ellende ongele- nigd. De twee vereenigingen, welke hier verpleging van zuigelingen op zich nemen, weten daarvan mee ie pra ten. Kapitaal bezitten ze niet en bei den kunnen alleen haar begrooting eeiiigszins sluitend maken, als de tra- ditiüiieele voorstelling goed bezocht wordt. De grootste, liet „tehuis" van de „Onderlinge Vrouwenbescherming", kan 21 kinderen opnemen en voor elke open plaats zijn steeds minstens een half dozijn sollicitanten. De verpleegkosteu, 50 cents per week, vormen een zeer onbelangrijke bron van inkomsten en de onkosten moeten dan ook grootendeels bestre den worden door gemeentelijk subsi die, contributies en opbrengst voor stelling. Hierbij moet nog in aanmer king genomen, dat door het plotseling verdwijnen van de ouders of van den,gene, die voor het kind betaalde, de inrichting meer dan eens blijft z.tten met een schepseltje, dat ze op den duur niet kan houden en toch niet wil afgeven. Wel ontfermt het burgerlijk armbestuur zich meestal over het kind, maar t o t dit gebeurt, vah het de inrichting ten laste. Het „Blauwe Kruis'", dat op het zelfde terrein werkzaam is, verkeert ook in chronisch geldgebrek en de vereeniging, welke raad bij de opvoe ding en geneesmiddelen geeft is er geen haar beter aan toe. Op den duuir is deze toestand onhoudbaar en de eenige oplossing m. i. daar belang rijke vermeerdering van contributies niet verwacht kan worden is, dat deze drie vereenigingen samenwer ken om te trachten een. fonds te vor men, uit de rente waarvan elk een deel ontvangt evenredig aan den om vang van haar werkzaamheden. Het bijeenbrengen van drie kapi taaltjes zal nooit gaan; drie malen aankloppen bij dezelfde menschen doet bot vangen. Coöperatie moet in deze -redding brengen en wanneer krachtig gepoogd wordt genoemd doel te bereiken dan twijfel ik niet of het geschiedt. Mogen Hagenaars niet gul zijn, wanneer nu eens aan alle moe ders verhaald wordt van de ellende, die honderden kinderen ondervonden door het onmachtig zijn van de veir- eenigingen om te helpen, dan zullen te wel zorgen dat manlief eens diep in de beurs grijpt. Openbare oproepen om steun wer ken te weinig uit; er dient op andere wijze gewerkt. Achter de schermen, heel zachtkens maar des te intenser. Voor de tweede maal binnen één jaar is een belangrijk raadsbesluit door Gedeputeerde Staten vernietigd: het Indertijd met groote meerderheid aangenomen voorstel tot Instelling van een grondbedrijf heeft bun goed keuring niet kunnen verkrijgen. Indirect is dit een succes voor mr. Treub, die bij de behandeling lijn recht stelling nam tegen het ont werp, maar don Raad niet vermocht om te praten. Volgens het voorstel zouden rente en aflossing van de op te nemen ka pitalen, noodig voor aankoop van grond, op het bedrijf bij-geboekt wor den. De later te behalen winst door waardestijging van de terreinen werd voldoende geacht om deze zoodoende steeds aangroeiende schuldenlast, eenmaal te delgen. Het bedLrijf zou ook de gronden, welke ln den loop van de Jaren reeds door de gemeente gekocht waren, omvatten. Mr. Treub nu wilde de aflossing uit de gewone middelen betalen daar het ophoopen van schuld wel eens ge vaarlijk kon warden, wanneer de waarde van den grond eens onver hoopt mocht dalen, waar wel weinig kans voor bestond, maar welke mo gelijkheid toch niet geheel uitgesloten was en hij bestreed tevens den in breng van oude gronden in het be drijf. Gedeputeerden maakten voorname lijk bezwaar tegen dit laatste, daar de deelhebbers in de leeningen, ge sloten voot aankoop van de terreinen er in andere conditie door zouden ko men. Ook het bijschrijven van de af lossing op het bedrijf keurden zij af, hoewel het geen d-rerte aanleiding tot de vernietiging van het voorstel zou geweest zijp. Naar verluidt zal de gemeente ln be roep gaan en redenen om dit te laten zijn er dan ook niet. Het besluit tot instelling van het be drijf is genomen na lange discussie en nauwgezet overwegen van het pro en contra en Gedeputeerden worden er misschien niet geheel ten om-echte van verdacht, het veruieügd te heb ben meer als priucip-e&le tegenstan ders van de instelling, dan wel van het stelsel. De weusclten, die zij, vóór de raad bet besluit nam, kenbaar maakten, geven er alle reden toe. De herstemming voor twee zetels in den raad hoeft nog een verrassing ge bracht. Niet in 11, waai- de anti-revo lutionair Gevers-Deynoot gekozen is, daar de S. D. A. P. den vrijz.-demo craat steun weigerde om plotseling opgekomen principieele redenen eu het slappe werken van vrijzmnige zij de een nederlaag deed voorzien, maar in 111, waar de heeren Van Deventer (vrijz.--dem.) eu Thomson (lib.) tegen over elkaar stonden. De laatste was de eerste maal 700 stemmen voor en scheen aanvankelijk met vlag en wimpel binnen te zullen zeilen. Zijn stemmen in de Kamer vóór het voorstel-Troelstra c. s., om een adres van rouwbeklag te zenden aan de kinderen van Ferrer, deed hem in een slecht biuudje staan bij de Lüristeiijse partijen en de iuesvexeti- nigingen nes.loten mr. Van Deventer te steunen, üe anU-revolutionaiien wel niet ollicieei, maai- toch voldoen de om haai- kiezers duidelijk te ma ken wien zij wensCUte. Daar de rechiscue partijen er een lfcVO summum kunnen uitbrengen, ste gen de aanueelen van de ludo-specia- ineit enorm, maar opnieuw blees, uat de band tuoscneu vcreeniguig en kie- zeis ook jjij rechts wel eens slapjes zijn kan. Mr. v. Deventer steeg steciits 5UÜ stemmen eu bleef er een HXJ 111 de minderheid bij Thomson, die ei even veel achteruitging, vergeleden bij de eerste stemming. Er is heel sieeht gestemd in 111. Van de ll.UUÜ kiezers kwamen er 3HA) op. ln de bureaux te Scheveuiugen, waar auueis een 40U stemmen geteld worden, kwamen nu 04 kiezeis hun pucht vervullen. De raad is nu weer voltallig en te hopen is het, dat hij hel voorloopig zal blijven, daar de tusscheutijdsche verkiezingen bier steeds een bron worden van zwuar gekibbel, dat bij de periodieke nog dikwijls niet geheel vergeten blijkt SINTRAM. Stadsnieuws Be lasting. De burgemeester brengt bij deze ter keimis vrni de iugecetenen dezer ge meente, dat heL op ueu 13deu Novem ber j.l. executoir verklaard kohier No. 7 op de Bedrijfsbelasting dezer ge meente, dienst 19091910, op heden aan den ontvanger der directe belus- ttngen is ter hand gesteld. G e v. V o o r w. Een spoorstuk vah een wagen, aan het politiebureau. Een band van een kinderwagen, Magdalenastruat 14 Een merklap met gekleurde zijde, Donkere Begijnehof Een bril in étui, Gortesteeg 2. Een paar kinderhandschoenen, Scheepmukersdijk 2. Een veiligheidsspeld waaraan twee sleuteltjes, aan het politiebureau. ORGELBESPELING ln de Groote- of St-Bavo-kerk te Haarlem op Dinsdag 23 November, des nam. van 1 tot 2 uur, door den heer W. Ezerman. Programma 1. Preludium en Fuga No. 2, Men delssohn. Adagio, Beethoven. 3. Sonate, Th. Kraussa a. Allegro moderata- b. Adagio. c. Finale. 4. Largo, Handel. 6. Ave Maria, Bach-Gounod. VOGELENZANG. De dir.-gen. der posterijen en tele graphic maakt bekend, dat het te»- legraafkantoor van de H. IJ. S. M. te Vogelenzang voortaan voor de af levering van telegrammen slechts open zal zijn voor zoover deze van de aanwijzing „station restant" xijn voorzien. HOFBERICHTEN. De Koningin-Moeder wordt Zater dagmiddag per extratrein op Het Loo uit hét buitenland terug ver wacht, TWEEDE KAMER. Toen de hear Troelstra gisteren zijn rede bij de Algemeen e Begrootings- beschouwingen bad geëindigd, trad cLr Kuyper binnen en vroeg het woord voosr een persoonlijk feit. Hot werd hem dadelijk verleend, te mid den van eenige sensatie. Daar brak oen historisch moment aan ln onze geschiedenis. Doch laat ons de volgorde niet ver- hreken. Van het eerste deel der vergadering werd telegrafisch gemeld. In het tweede deel zijner redo be toogde de beer Troelstra, dat bij de verkiezingen het conservatieve ele ment bar rechterzijde was versterkt en stelde hij de vraag wat de Reg. doen zou in zake kiesrecht en motie- Aulberso (10-urendag). Ewn onder uit vloeisel der verKlezingen was dat een meerderheid ontstond ten gunste van verplichte ouderdomsverzekerLug. Ook voor degenen die kleine 'inko mens hebben? Opkomende tegen de vaagheid der beginselverklaring in de Mem. van Antw., stelde hij ln hot licht, dat er geen eenheid van beginsel tor rech terzijde was en dat men vasthield aan de antithese, die bij de verkie zingen schoring en inslag was. Dat kweekte het politiek Farizeïsme, dat in de zaak-K uyper échec leed, een débécle vond. Hisroa kwam do beltendo Dr. ïuypar-zaak aan de orde. De heer TROELSTRA zei o~a.: Het Farizeïsme speelt een groote -rol iii de zaak Kuyper-Lehmann. ln dat hcht wil spr. de zaak beschouwen. In het optreden van dr. Kuyper Ln doze zaak, als hoofd van een christe lijk Kabinet, heeft spr het rechi een wapen te smeden tegen de anlithese- politiek, waarvan dr. Kuyper de in carnatie is. In deze zaak is niet te zien het bankroet van een bepaald persoon, maar van het stelsel in hem beli chaamd en dat met hem ineen is ge vallen. Voor spreker daarop Ingaat, een woord tot de regeering, die vooral in deze kwestie haar bekwaamlieid toont ln het opwerpen van excepties. De Min. zegt dat hij de verantwoor delijkheid van zijn voorganger niet kan voeren, en op dien grond weigert de regeering licht. Zij zegt niet: ik kan geen licht geven; zij weigert. Is de gewone weg gevolgd bij decoratie van Lehmonn, zoo is gevraagd. Die vraag was zoo eenvoudig, dat zij ge makkelijk te beantwoorden ware. Dat de regeering op enkele andere vragen niet ingaat, kan men zich nog begrijpen. Maar dat zij weigert te antwoorden op de vraag of A. E Leh- rnaiiii voorkwam op de- voorloopige lijst van 1995, dat us onbegrijpelijk. De Kamer heeft recht dit te weten. Het zou een afwijking zijn van de goede coiisütutioneele practijk, zoo beweert de regeering. Maar ex zijn twee gevallen van afwijking, de hou ding van Van Bosse in 1866 en van het Kubinet-Roëll, welk laatste corres pondenties overlegde van de vorige regeering over de kabinetsquaestie. Waar vindt de regeering steun in de grondwet voor dit beroep op die constitutioneels practijk? Artikel 54 van de Grondwet bepaalt niets om trent den omvang der ministerieele verantwoordelijkheid, art. 94, tweede alinea, spreekt niet alleen over ver antwoording der regeering, maar over het antwoorden der regeering. In meer algemeenen zin is de regee ring verantwoording schuldig voor hetgeen zij weet, voor zooverre zij zich voor geheimhouding niet kan be roepen op het belang van den staat De heer Lohman brengt in zijn Con stitutie de ministerieele verantwoor delijkheid in verband met het recht van contróle. En wij hier als volksvertegenwoor digers hebben het recht en den plicht de reg- te controleeren. De reg. heeft dan te zorgen ons de uitoefening van dit recht niet onmogelijk te maken. Toen dan ook ln -1868 aan Van Bosse vragen werden gesteld over de gestie van zijn voorganger, nam die be windsman sprekers standpunt in. Hij wilde zijn voorganger niet verdedi gen, noch beschuldigen, maar hij wil de slechts getuigenis der waarheid afleggen. De houding dezer regee ring is dan ook een zeer ernstig feit. Het is een ernstig feit dat de regee ring inlichtingen kan geven, maar dit weigert. Hoe kan het belang van den staat verbieden te antwoorden op de vraag of bij de decoratie van den heer R. Lehinann de gebruikelijke weg is gevolgd? (Gelach). En welk staatsbelang verbiedt de regeering mede te deelen of A. E. Lehmann voorkwam als adspirant-gedecoreer de op de voorloopige lijst? Als de re geering zich in een bepaald geval van een antwoord kan afmaken, wat blijft dan over van de ministerieele verantwoordelijkheid en van ons recht als volksvertegenwoordigers? De regeering moet deze zaak nog eens ernstig overwegen. De Kamer kan zich haar handelwijze niet laten welgevallen. Blijft de regeering ln haar houding volharden, dan ligt het misschien op den weg van leden der Kamer om althans hun verantwoor delijkheid voor de regeeringshoudtng af te schuiven door een duidelijke uitspraak der Kamer ts vragen. Mr. Troelstra eindigde met een pleidooi voor algemeen kiesrecht* Gr. Kaypar spreekt. De heer KUYPER vraagt het woord voor een persoonlijk feil (Geroep En hij is niet in de Kamer geweest. Wat is dan dit persoon li j£ feit?) De VOORZITTER. Do heer Kuyper weet waarover het gaat Ik behoef hem dit niet te vragen. De heer VAN TWIST: Zeer Juist De heer KUYPER zegt dat in het voorloopig verslag grieven tegen hem te berde zijn gebracht als oud- Minister en dat deze hier zijn her haald. Die grieven berusten op vier vergissingen, waarbij twee van spre kers kant Dat in 1902 reeds geen krijgsgevangenen waren op de Ber muda's beteekent niets, want die krijgsgevangenen zaten op St Hele na en werden eerst op 10 December 1902 te Rotterdam ln het gebouw ,,Car ledonla" feestelijk ontvangen. Een tweede vergissing is dal de Minister in „De Standaard" zou hebben ge waagd van Juli 1903, terwijl die da tum er niet ln stond. Maar de Minls- lar heeft zichzelf tweemaal verschre ven door te gewagen van de Bermu da's ln plaats van St Helena en door te spireken van 1 1/2 jsar later, in plaats van „geruimen tijd later." Ee- nig doel van zijn schrijven van 28 Juni j.l. was de rauwe beschuldiging van llntjeshandel en zich te hebben laten omkoopen van zich af te wer pen. Men zag voorbij, dat de brief van sprekers dochter, waarin van f 11.000 sprake was, niet van 1903, doch van 1905 dagteekende. Op dit punt is men niet meer teruggekomen- Op dit punt teruggeslagen, wierp men het over een anderen boeg. Het geld zou zijn gebruikt voor electorale doeleinden, maar zelfs „De Nieuwe Courant" moest erkennen dat dit ver band niet was aangetoond. Den 7en Juni stelde spr. in „De Standaard" het beding dat eerst alles moe1?! zijn gepubliceerd. Daarom zweeg hij ook iu de afdeelingeu, om niet van par tijdig refereereu verdacht te worden. Thans, in de volle vergadering, wil hij spreken. Het eerste punt is of de decoratie op 31 Augustus 1903 is var- leend ter zake van gunstbetoon, dan wei tor erkenning van verdiensten. Het laatste is het geval. Jonge man nen, krijgsgevangenen in den Trans- vnalscheu oorLog, leden groote ellen de. Alle hoop scheen verloren om hen te helpen. En toen nu de heer Rudolf Leh mann voor hun overtocht geld be schikbaar stelde, scheen het zaak van goede politiek deze nationale daad te eeren, te meer nu de Regeering zelf daartoe niet kon overgaan al had zij 't gaarne gewild. Geen decoratie was dan ook beter verdiend. Eenparig verleende de Ministerraad haar goed keuring aan de decoratie. De Minis ter van Buitenlandsche Zaken was echter voor een officierskruis, waar het hieir een oonsul-generaal gold. De heer Lehmann verzocht zijn naam als gever geheim te houden voor de geredden. De Vraag of informatiën naar den heer Lehmann zijn ingewonnen, be rust op onbekendheid met de diplo matieke usantiën. De Regeering waagt informatiën naar iemand met wien zij niet reeds in relatiëh staat. De Commissaris der Koningin en de burgemeester van Amsterdam had den geen bezwaar tegen zi,n benoe ming lot consul-generaal vau Grie kenland te Amsterdam. Hier werd nu niet üe Lrieksehe ambtenaar, maar de Neder landsche onderdaan gerid derd. Daarom ging de voordracht niet uit van den Minister van Buitenland- sclie Zaken, gelijk bij zijn benoeming tot eerelid van het Koobe Kruis de voordracht uitging van Oorlog en Marine. De bijdragen in het anti-revolution- nair verkiezingsfonds van den heer Lehmann staan hier geheel buiten. Wat hem bewoog tot den steun in 1904 bij de Statenverkiezingen, blijkt uit zijn schrijven dat hij het belang van hetgeen in 1903 was gedaan door de anti-revolutionaire partij, zoo groot achtte, dat hij zich daarbij aan sloot. Spr. was toen nog voorzitter van het centraal bestuur dier partij. Daarom werd de bijdrage aan hem gezonden. Maar in September 1904 vroeg hij zijn ontslag, daarbij voe gende dat hij dit voorzitterschap steed® onvereenigbaar had geacht met zijn tegenwoordige betrekking. Dat hij na dit ontslag nog enkele gelden ontving en den thésaurieir overmaakte, vond zijn oorzaak In het feit dat dit ontslag eerst later werd gepubliceerd. Dat dit geld door hem als minister werd ontvangen, heeft geen gezonden zin. Niet alles wat een minister doet, doet hij als minister, In zijn private correspondentie blijft de minister vrij, tenzij hij zich daar in ambtelijk verbond. Van een bewijs van het tegendeel valt schijn noch schaduw te ontdekken. Vermoedens hebben slechts kracht van bewijs, wanneer zij op geen andere wijze zijn uit te leggen. Slechts twee gronden geeft het Voorloopig Verslag op voor een an dere uitlegging: dat de minister her haaldelijk aan mej. Westmeijer heeft gezegd dat hij zich tot geenerlei ver plichting bond. Maar dit was ge- wenscht waar de minister te doen had met een niet altijd logisch den kende vrouw. En in de tweede plaats wijst men er op dat spr. sprak' van 1 1/2 Jaar later ln plaats van gerui men tijd daarna Op zulko zwakke gronden mag geen veroordeeling vol gen. En ln de hrlefjea aan mej. West meijer of aan Lehmann is van het verleenen van een decoratie geen sprake. Tot het verleenen van zulk een cereteoken b de Kroon geenszins ver plicht. Iets anders echter is dat de kans op een decoratie tot goede da den kan aanmoedigen. Daarvoor zijn dan ook de Militaire Willemsorde, de Neder landsche Leeuw, de Oranje Nassau Orde Ingesteld blijkens den considerans der desbetreffende wet ten. En wat in zijn algemeene strek king geoorloofd is, kan ook in een bij zonder geval niet ongeoorloofd zijn. Op het ter zake van de tweede de coratie vermelde doet spr. het zwij gen. Waarheen zou het gaan als men hier op voorloopige schema's moest ingaan? Geheel onverplicht wil spr. slechts dit zeggen: op de voorloopige lijst in 1905 door spr. ontworpen, kwam E. A. Lehmann in eik geval niet voor. Spr. heeft wel gesproken met een ambtgenoot over de mogelijk heid dezen koopman te decoreeren en deze bracht hem op een geheel voorloopige lijst, waarvan hij echter later Is geschrapt. Spr. geeft toe dat hij wellicht ge wikkeld is ln de draden van een weef sel dat hij vooraf niet doorzag, maar al moge hij zich aan onvoorzichtig heid hebben schuldig gemaakt, met zijn schuld heeft dit niets te maken. Spr. resumeert het gesprokene in 3 stellingen: la dat de decoratie aan R. Lehmann volkomen gewettigd was; 2o. dat hij alle verband tusschen die decoratie en hetgeen hij als voorzit ter van het Centraal Comité ont ving, blijft ontkennen; 3o. dat nog t eerste steekhoudend argument voor het tegendeel geleverd moet worden. Spr. zal over deze zaak geen woord meer zeggen. Diep zou het hein grie ven indien men na het door hem ge sprokene de beschuldiging nog bleef volhouden. Maar spr. heeft in deze discussie het laatste woord aangaan de deze zaak gesproken. Mocht hij zich aan onvoorzichtigheid hebben schuldig gemaakt, hij is overtuigd in deze zaak niets te hebben gedaan wat in strijd b met zijn geweten. (Bravo's en applaus). Heden 10 1/4 uur voortzetting. Men zie ons Persoverzicht van heden. BEGRAFENIS BARON MACKAY. Te kwart voor negen uur vormde zich Donderdagmorgen de begrafenis stoet voor het sterfhuis van mr. A.E. baron Mackay aan den Wassenaair- sclien weg te 's-Gravenhage, ter be geleiding van het stoffelijk overschot van den staatsman naar het Staats spoorstation voor de verdere over brenging naar de laatste rustplaats te Ubbergen bij Nijmegen. In de volgr ij tuigen achter de gala/- koetsen van de Koningin, de Koning in-Moeder en den Prins met verte genwoordigers, namen plaats fami lieleden, waaronder de burgemees ter der residentie baron Sweerts de Landas, en voorts vele leden van den Raad van State, Eerste en Twee de Kamer. enz. Onder de groote menigte, die in de wachtkamer het stoffelijk overschot van den minister van staat tot het doen van uitgeleide opwachtten wer den o.a opgemerkt: alle ministers, vele oud-ministers en zeer veie leden der Eerste en Tweede Kamer en an dere colleges. De voorzitter van de Eerste Ka mer, baron Schimmeipenninck van de Oye sprak een woord tot huldiging van den waardigen man, die ter laatste rustplaats werd geleid. Hij zei aa.: Voor dit alles mogen en moeten wij dankbaar zijn, mogen en moeten v/ij God danken voor hetgeen hij ook in Mackay aan ons Vaderland ge schonken heeft. Namens zijne vroegere ambtgenoo- ten in het kabinet-Mackay wijdde vervolgens de heer Havelaar, oud- minister van waterstaat en lid der Eerste Kamer, een woord van af scheid, herinnering en erkentelijk heid aan Mackay. Hierop richtte de zoon van den overledene zich in de eerste plaats tot de vertegenwoordigers en leden van het Koninklijk HuLs, met ven- zoek aan de Koningin,, aan de Ko ningin-Moeder en aan den Prins eer biedigen dank te betuigen voor de eer aan zijn vader bewezen en tevens de Koningin-Moeder de betuiging zij>- ner erkentelijkheid over te brengen voor het zenden van een bloemstuk. Verder zijn dank brengende aan al len voor hunne aanwezigheid te de zer plaatse. De meesten van de aanwezigen drukten vervolgens ten bewijze van hunne deelneming den familieleden de hand en allen begaven zich tot voor den trein, die te 9.48 uur, onder een stil en eerbiedig saluut van de met ongedekten hoofde saamgeko- men schare, het station verliet. Bij aankomst aan het station Nij megen was de belangstelling groot. Het was ongeveer 2 uur toen de lan ge, deftige stoet het kerkhof van Ub bergen naderde. De baar werd onder klokgelui grafwaarts gedragen. Het eerst werd het woord genomen door baron Th. Mackay, broeder van den overledene, die uiteenzette hoe nuttig en rijk hét leven van den over ledene geweest was. De zoon van den overledene, mr. E, baron Mackay, dankte voor de eeï xijn vader bewezen, en ds. Weiter, uit Den Haag, eindigde deze plech tigheid, die zich door grooten een voud kenmerkte, met gebed. JAVA-COMITé. Onder voorzitterschap van ds. P. E. Barbas uit Haarlem, ls Donden- dag te Amsterdam de jaarvergade ring gehouden van het Java-Comité. De voorzitter constateerde, dat het werk van den zendeling zoo ontzag lijk ernstig, zlh arbeid zoo zwaar is. De zendingstentoonsitelling, vervolgt spreker, heeft zooveel, belangstelling getrokken, dat wij met recht mogen veronderstellen, dat de bekendheid met ons werk zooveel grooter is ge worden. Uit 't jaarverslag, uitgebracht door den secretaris, den heer L. Kupérus, hleek, dat het comité in het laatste jaar wederom te kampen had met va le moeilijkheden, maar ook werden gunstige resultaten bereikt. Een uitvoerig overzicht werd gege ven van de zendingsyosten. In het bestuur kwam geen veran dering, terwijl de verhouding tot de zusteroorporatiën zeer gunstig bleef* Het verslag van den penningmees ter vertelde, dat op 31 October een te* kort in kas was van 8220.17 1/2. De Voorzitter wees, na het uitbren gen der jaarverslagen nog eens met nadruk op den slechten financieelen toestand van het comité en hoe het de plicht der Christelijke gemeenten is, het zendingswerk te bevorderen. Na de pauze behandelde de heer da. C. J. Mulder het onderwerp: „Waar om zending op Java?" Een gemeenschappelijken maaltijd besloot de samenkomst. HET KAMERLID DE MEESTER. Hoewel de gezondheidstoestand van het Kamerlid De Meester na zijn Jongsten ernstige ziekte op het oogen- blik bevredigend is, valt den patiënt het loopen nog vrij moeilijk. C. H. F. CHRISTMANN. Na een langdurig lijden is te Ain- stendam op 69-jarigen leeftijd over leden de heer C. H. F. Christmann, oud-directeur der Amsterdamscha Bank en lid van den Raad van Toe zicht dezer instelling. HET TELEPHOONGEHEIM. Door mr. J. A. Levy, die in ver schillende instanties de Amsterdam scha telephoonjuffrouw verdedigde, aan wie door den Hoogen Raad 14 dagen gevangenisstraf was opgelegd wegens schending van het telephoon- geheim, is aan de Koningin een ver zoek om gratie voor zijn cliënte ver zonden. H. M. heeft nu do gevange nisstraf gewijzigd in een geldboete van l 30. ROLSCHAATSEN. Te Hengelo.,is een rolschaats club opgericht, die geregeld weke- lijksche oefeningen zal houden. EEN ZONDERLINGE VONDST. Een agent van politie te Hilversum vond in de Nassaulaan een broodkar onbeheerd staan. Bij onderzoek bleek de inhoud te bestaan uit 25 konijnen en 15 levende kippen. Uit Baarn werd bericht ontvangen, dat de dieren al daar gestolen waren, terwijl men voor het gemakkelijk vervoer bij een bakker op Soestdijk de kar had ont vreemd. HOEVEEL ZULLEN ER ONTBREKEN Een zeer onaangenaam avontuur had een kassier te Amsterdam, die een zworen zak voi zilvergeld, guldeus en rijksdaalders op zijn schouder droeg. Op het Rembrandtplein vóór den ingang van de Amstelstraat brak het touwtje, waarmee de zak dicktge- bonden was en de geheele inhoud, eenige honderden guldens, rolde op straat. Amsterdam telt gelukkig een aantal gedienstige menschen en merk waardig vlug wus een aantal dezer be zig den kassier te helpen zoeken. Maar de politie, die spoedig kwam opdagen, zette een klein deel van het plein af en nu werd geraapt, gezocht- totdat er niets meer te vinden was. Wij zijn Z6ex benieuwd of bij natellen er niets zal ontbreken, besluit het N. v. N. de bovenstaande medecieeling. EEN ONWILLIG VARKEN. Arnhem acht uur in den morgen bakkers gooien met een slag, die langslapers met schrik doet ontwa ken, de deksels van hun karren dicht^ heeren spoeden zich naar hun kan toor, dametjes trfppelen naar het atelier of den wan el, w*.ar zij werk zaam zijn. ln de straten heerscht do roezemoezige drukte van den pas ontwaakten nieuwen dag.... In de Tullekensteeg wandelt een boertje met een varken, of juister uit gedrukt, in de Tuilekoosteeg wandelt een varken met een boertje, wat een groot verschil uitmaakt. Alles gaat goed, tot het hammendepot genaderd is tot aan de Rijnstraat, waar lange broekspijpen en zwierige damesrok ken, ronddraaiende wielen en stevig® paardenbeenen dicht langs de klein® varkens oogjes heentrekken. Dit is t® veel voor ons zwijntje, liet knort zijn ontevredenheid uit over al dat lawaai en maakt rechtsomkeert. Boertje trekt uit alle macht aan da wemig uitstekende deelen van het speklappenmonstar, eerst aan de ooren, dan aan het korte staartje, het geknor gaat over in een hartver scheurend geschreeuw, dat in een oogeublik alle aandacht naar het steegje trekt. Het boertje trekt, ma.ar het varkeu weet wat het wil en glipt tusschen de beenen van het boertje door, dat verbaasd krulstaart na staart. Er komt hulp opdagen, een stevige werkman tracht het varken tegen te houden, doch wordt tegen den muur gekwakt, dan stormt het boertje het wild achterna, grijpt de ooren van hert beestje en begint op-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 6