Extra aanbieding OITIQOBilIG. Thee Dames-Handschoenen Maatschappij „CREMA", Breda. Gez. VAN SANTÉ, loei voor jonge Moeders Burgerlijke Stand A. v. d. MAAREN JANSEN. f 115,- PIANINO f115,- É.Brqndsm^ §oizc!aon stad. Prima kwaliteiten. GROOTE HOUTSTRAAT 105. GOUDEN DAMES-REMONTOIR-HOMIiOGES, met zware kasten en fijne uurwerken, met inbegrip van Monogram voor f 28,50. Verkrijgbaar bij C. T'JSN BOOM, Barteljorïsslraat 19, aandacht op do schade door de vee teelt geleden in Groningen en Fries land en hoopte dat de Reg. er toe zou medewerken, door de bepalingen der artt. 1628 en 1629 B. W. (bepalende dat de eigenaar de schade niet op zijn huurdor kan verhalen) tot dwin gend recht te maken. De heer Van Idsinga, die tegenover den heer Drucker het handhaven der christ. beginselen verdedigde, al waren er dan ook verschillen ter rechter-, gelijk ter linkerzijde 1 het oneens met het weigeren, door de Reg., van antwoord op de vragen in do Kuyperquaestie gesteld. Alleen een beroep op het algemeen belang des lands kon van antwoorden weer houden. Of de persoon van den Min. een andere was dan die van zijn voorganger, deed aan het recht der Kamer niet af. Spr. betwistte voorts, dat do decoratie aan den heer Leh- mann op goede gronden en onder de noodige waarborgen van informatie was verleend. Een cheque was geen reden om iemand te decoreeren. En ons geheels stelsel van ridderorden- verleenen was verkeerd, voerde langs lijnen van geleidelijkheid tot daden als die ür. Kuyper werden verweten. Heden 10 1/4 uur voortzetting. Kecutszakeü De Papendrechtscbe Strafzaak Vierde dag. Maandag zette het Gerechtshof te A'rnhem de behandeling van de zaak- GarSthagen voort. Allereerst werd ge hoord Corn. Wiggers, werkman te Papendrecht Diens klacht kwam in hoofdzaak neer op het volgende: Zondagnacht kwam hij met dó laatste veerboot uit Dordrecht te Papendrecht. Hij begaf zich in gezelschap van den schippers knecht Adr. Kraai naar zijn woning. Onderweg langs het raadhuis komen de, werd hij aangesproken door den rijksveldwachter Bouterse, die hem verzocht op het gemeentehuis te ko men. Aldaar gekomen werd hij op do secretarie gelaten en bevond zich in tegenwoordigheid van de veld wachters Van den Berg, Van Loon en De Mcy. Dc nachtwaker Van der Esch, die met de veldwachters voor het raadhuis stond, was niet mede naar binnen gegaan. Door Bouterse werd hij ondervraagd over het stuk slaun van een ruit in het orrestan- tenlokaal. Hierna werd hem een stuk ter teekening voorgelegd en toen hij daartegen bezwaar maakte, omdat 't hem niet werd voorgelezen en hij 't ook niet lezen mocht, kreeg hij van Van den Berg onder het uiten der woorden: „Toe, avanceer een beetje!' een stomp in dc zij, wat evenwel niet veel le beduiden had. Na geteekend en van Bouterse een afschrift van een dagvaarding in ontvangst geno men te hebben, weg willende gaan, werd hem door Van den Berg too- gevoegd niet zooveel haast te maken, want dat hij nog een appeltje met hem te schillen had. Terwijl Bouter se en Do Mey op de secretarie ble ven, kwam hij toen met Van den Berg en Van Loon in de gang waar het donker was en werd daar zoodanig op het hoofd gestompt en geslagen. dat hij dientengevolge blauwe plek- ken, een -lijven 'huls en een bloedneus kan <le autoriteiten best vinden. TT- Volgende getuige was do schippers knecht Adr. Kraal, die zich 's nachts in gezelschap van Wiggers bevond, toen deze het gemeentehuis was bin nengeroepen. Hij vervolgde zijn weg, om op 40 a 60 meter afstand van het Raadhuis te blijven wachten totdat Wiggers terug kwam. Toen dat ge schiedde bloedde hij uit den neus. Wiggers zeide dat dit op het Raad huis was gebeurd. Den volgenden dag vertelde Wiggers hem dat hij van v. d. Berg en Van Loon op zijn smoel had gehad. Mr. Dicke heeft Kraal scheldwoor den hooren vallen? Kraal: Neen. Mr. Dicke: als Wiggers gevallen was, had hij het dan moeten zien? Kraal: Ja. Ik ben nog een eind hem tegemoet gegaan. Getuige Petronella Wiggers, zonder beroep te Papendrecht, bij wie Wig gers destijds inwoonde, verklaarde, dat haar neef haar onmiddellijk als reden van zijn bloedenden neus op gaf: „Ik heb klop gehad van de po litie" Vervolgens werd de gewezen nacht waker Van der Esch geconfronteerd mei de veldwachters. Van der Esch: Ik heb bij het open gaan van de deur bloed gezien. De petroleumlamp in de gang brandde, De Mey: er is alleen een lampje gehaald van de secretarie. Van der Esch: die man staat te lie gen. Do lamp brandde of de zon scheen. Ik keek en dacht: wat is hier gebeurd? Zoo veel bloed! Mr. Dicke: heeft hij Wiggers zien vallen? Van der Esch: neen. Hij liep gere geld naar huis. Mr. Dicke: Heeft hij scheldwoor den gehoord? Van der Esch: Neen. Het was dood stil. Hierna werd de rijksveldwachter C, van Loon uit Rilland Bath gehoord. Deze zei niet in het Raadhuis ge weest te zijn. Wiggers wilde volgens hem zijn naam niet opgeven, toen hij het Raadhuis scheldende verlaten had en opnieuw gevat was. Nadat hij zijn naam had gezegd, werd hij v/eer losgelaten. Daarna werd gehoord Arnolduc van der Linden, timmerman te Papen drecht. Deze getuige verklaarde ge durende een verhoor op het gemeen tehuis te Papendrecht door de Rijles- veldwachters Bouterse te zijn be dreigd en in het aangezicht geslagen om hem tot bekentenis te dwingen en uit vrees voor verdere mishande ling tee ken de hij een paar dagen la ter een verklaring, waarin was opge nomen dat hij bekend had iemand ee- nige slagen en trappen toegebracht te hebben. Geeu getuigen hebbende, heeft hij over de mishandeling niet geklaagd. Bouterse zei: als je niet be kent, sla ik je de hersens in. Advocaat-generaal: Waarom niet klaagd op het parket van den offi cier van justitie? Getuige: Wiggers had al een klacht ingediend. Advocaat-generaal: Dan hadt gij naar den procureur-generaal kunnen gaan of naar den minister van justi tie als men in Dordrecht er niets aan doen wilde. Dit is toch bekend. Dat wist Van Elk ook heel goed. Van Elk heeft bekomen. Dinsdag d.a.v. dien de get. een klacht over de ondervon den mishandeling bij den officier van justitie te Dordrecht in, doch zijn aangifte werd niet In schrift ge bracht. Wel werd tegen hem door de veldwachters Van den Berg en Van Loon proces-verbaal opgemaakt- wegens beleedïging en weerspannig heid, nadat hij het gemeentehuis had verlaten, en werd hij dientengevolge do-ir de -rechtbank te Dordrecht tot 3 weken gevangenisstraf veroordeeld, een straf die hij volgens zijn zeggen; onschuldig heeft ondergaan tengevol ge van de onware verklaringen der veldwachters. Wiggers bevestigde thans deze ver- klorincren. Hij erkende de ruit ge- brok-.» te hebben. De Mey, Van den Berg en Bouterse ontkenden, dat Wiggers op het ge- méen tehuis is mishandeld. Zij hiel den vel, dat hij, het raadhuis verla tende, is gaan schelden en toen, hard wcgloopende, zijn neus kapot is ge vallen. Bouterse noemde het verhaal van den nachtwaker Van der Esch, om trent het bloed in de gang en het bloedend weggaan uit hot gemeente huis van Wiggers gefantaseerd. Er bestaat een slechte verhouding tus- schen Bouterse en Van der Esch zei getuige, sinds Van der Esch de poli tie hoeft verlaten. Door mr. Dicke werd er op gewe ien, dat blijkens het proces-verbaal der veldwachters, Wiggers, het raad huis verlatende er. hon passeorende, 20 25 meters verder zich omdraai de en begon to schelden. Nadat de veldwachters hem nezetten, vluchtte hij en nadat hij een eind gevlucht was, viel hij in een stoep. Die stoep nu Is niet meer dan 20 meters van 't raadhuis verwijderd. Pleiter vroeg nu In verhand hiermede aan Van den Berg de stoep op een plattegrond aan te wijzen. Van den Berg erkende, dat de af stonden eenigszins anders zijn dan -*ïij in het proces-verbaal vermeldde. dereen weet trouwens dat men, als men geslagen wordt door agenten van politie, klagen kan en als de of ficier van justitie niet wil helpen, ga men naar hoogere autoriteiten. In wat voor een land leven wij dan hier! M'r. Van Hamel: De zaak-Wiggers is voor hem aanleiding geweest om niet te klagen. Als men klaagde kreeg men een proces-verbaal wegens verzet. Volgende getuige was de scheeps- klinker Wouter Buys te Papen drecht Ook deze -getuige klaagde reeds vroeger over een in den zomer van 1904 ondergane mishandeling tij dens zijn arrestatie wegens dronken schap en na insluiting in het arres tantenlokaal. De veldwachters Bou terse, Van den Berg, Van Loon en De Mey zouden hem zoodanig geslagen hebben, dat zijn ooren verwond wa ren en bloedden. Hij deed van de on dervonden mishandeling geen aan gifte omdat andere personen hem vertelden, na aangifte van een der gelijke mishandeling van de zaak niets vernomen te hebben. Ook hij kon geen getuigen bijbrengen. Getuige Buys gaf toe vroeger nogal eens gedronken te hebben en lastig te zijn geweest. De veldwachters voorgeroepen ont kenden ook dit feit. Daarna werd gehoord de kopersla ger Gerrit Rijsdijk uit Rotterdam. Hij werd volgens zijn verklaring in 1907 voor een mishandeling opge bracht en verscheidene uren in het arrestantenlokaal te Papendrecht op gesloten. Tijdens zijn verhoor in dit lokaal zou hij in tegenwoordigheid van den veldwachter De Mey door de rijksveldwachters Bouterse en Van den Berg In het gelaat geslagen en daarna weder In het arrestantenlo kaal geduwd zijn. Hij deed geen aan gifte van de mishandeling. De adv.-generaal: Wel verwonder lijk, dat van de mishandelingen nooit iets gehoord is behalve in de aaak-Garsthagenl Als bij mij als of ficier van justitie klachten inkomen, worden ze steeds onderzocht. Mr. Van Hamel: Inderdaad, zeer jammer dat deze adv.-generaal geen officier in Dordt was! De veldwachters voorgeroepen ont kenden weer. Volgens de tweede nota van den Minister blijkt uit het zak boekje van den rijksveldwachter Van den Berg dat deze op 15 Juli 1906 's namiddags tusschen 5 en 9 uur dienst heeft gedaan in de gemeente Slie- drecht, doch in den nacht van 15 op 16 Juli nachtdienst had te Papen- drecht. Mr. Van Hamel constateerde, dat dit een voorstelling is, die een eigen aardig licht werpt, op de bewijsvoe ring en het systeem der veldwach ters. (Applaus). President: Wanneer het weer ge beurt dat het publiek applaudisseert, laat ik de zaal ontruimen. Gehoord wordt nu de werkman Joost de Heer te Papendrecht, een tot dusver niet gehoorde getuige, die door het onderzoek van den Inspec teur der recherche Van de Pol voorschijn is gekomen. Deze getuige was de politie op verzoek behulp zaam bij de arrestatie van Rijsdijk. Hij zag dezen een klap toebrengen die goed gehoord kon worden. Mr. Van Hamel: Hebt ge daarover nooit gesproken tegen Garsthagen en mr. Dicke. Getuige: Neen.- Een dor Raadsheeren: Waarom niet? Getuige: Ja, het zou tegen de veld wachters gegaan zijn. Mr. van Hamel: Een verschrikke lijk idee dat de veldwachters meer recht hebben dan een burger. Mr. Van Hamel: De burgemeester, was hij er ook bij? Getuige: De burgemeester was er ook bij (beweging). De heer Bonten Jr. voorgeroepen, zegt: Ik herinner het mij niet of ik er bij was. Ik kan het niet tegen spreken. Mr. Van Hamel: Aangenomen, dat de burgemeester er bij was, heeft hij dan de klap moeten zien? Rijsdijk: Ja. Verder bleek dat er ook een boks beugel werd gevonden. Na de pauze werd gehoord de werkman Gijsbert Bezemer uit Pa pendrecht. Terwijl hij zich volkomen nuchter naar zijn huis begaf, werd hij, volgens zijn verklaring, op een Zondagavond in September van het jaar 1902 door den rijksveldwachter A. Bouterse, dien hij voorbijliep, met een sabel op den rug geslagen, zo-o- dat hij thuis gekomen bemerkte dat zijn kleeren stuk waren en zijn hemd bebloed aan zijn rug kleefde. De rijksveldwachter A. Bouterse verklaarde, dat er op een bewusten Zondagavond te Papendrecht een groote vechtpartij was tegen hem, De Mey en Van der Esch. Meer dan der tig personen namen er deel aan. Bij die gelegenheid werd geducht met flesschen geslagen en Bouterse werd bij die gelegenheid ernstig verwond zoodat hij zich met zijn sabel moest verweren. Of getuige Bezemer aan de vechtpartij deelnam en dientenge volge met de sabel een slag heeft ontvangen, wist Bouterse niet, doch hij ontkende beslist ooit iemand die hem rustig voorbij liep met een sa bel te hebben geslagen. Getuige Bezemer zei evenwel, dat er op het oogenblik dat hij den slag kreeg geen vechtpartij was. Bouterse deelde nog mede, dat Be zemer een schoonzoon is van Joost de Heer. Er kan dus een wrok in het spel zijn. Volgende getuige was de ijzerwer ker Willem van Dalen uit Papen drecht. Volgens zijn verklaring werd hij in een nacht van 1903, komende van de Dcxrdtsche kermis en zich voi- komende nuchter uaar huis begeven de, door den Rijksveldwachter Bou terse te Papendrecht geduwd en ge slagen en door den Rijksveldwachter Van den Berg geslagen in tegen woordigheid van de veldwachters De Mey en Van Loon. Ook hij deed geen aangifte. Bouterse ontkent dezen get. te heb ben aangesproken met de woorden: „zoo, knappe jongen, moet ik je hier zien"? Raadsheer mr. Hesse: Zijn het dan allemaal opgemaakte verhalen? Bouterse: Ja. Zoo netjes. Raadsheer mr. Van Schaik: Wist u dat De Mey het had gezien? Van Dalen: Ja. De Mey: Ik herinner het mij heele- maal niet. President: Heeft Van Dalen bet dan uit zijn duim gezogen? De Mey: Dat weet ik niet. Van den Berg zei, dat het geheele verhaal onwaar is. Hij heeft get. niet geslagen. Hij is nooit met hem in aanraking geweest. Gehoord werd vervolgens do heer Wm. Middelkoop, smid te Papen drecht. Hij zei Garsthagen niet ge kend te hebben. Zeven jaren gele den vestigde hij zich te Papendrecht en was er, behalve smid, houder van een café met vergunning. Toen hij te Papendrecht kwam was het er al lesbehalve rooskleurig. Er hadden ve le vechtpartijen plaats en vooral was er een vee te tusschen Oost en WesL Z. 1. was het wel noodig dat er Rijkspolitie kwam. Aan haar optre den was te danken dat er een betere toestand kwam. Nooit ondervond hij dat de politie te hardhandig optrad. Mr. Van Hamel: Is deze getuige goed bevriend met een der Rijkspoli- tie-ambtenaren? Maakten ze wel eens vertering? Getuige: Neen. Rlr. Van Hamel: Ik heb andere in lichtingen. Getuige: Ik moet zeggen dat ik dien menschen wel eens wat gegeven heb en dat waren mij die menschen dubbel waard. (Gelach). Mr. Van Hamel: Dus getuige heeft de veldwachters eens getracteerd. Hebben ze wel eens na bezetten tijd cognacjes gedronken? Getuige: Dat zal niet veel wezen. Mr. Van Hamel: Dus toch wel. (Ge lach). Thans kwam voor de heer A. H. v. Wijngaarden, directeur eener scheeps timmerwerf te Papendrecht. Hij ver klaarde dat de toestand te Papen drecht veel te wenschen liet. Op Za terdag- of Zondagavond waagde hij zich niet op den Veerdam. Politietoe zicht was noodig, doch van te hard handig optreden heeft hij nooit hoord. President: Als er geslagen is, dan zal dat wel verdiend zijn? Getuige: Dat is mijn stellige mee ning. Mr. Van Hamel: Heeft getuige een broer die wel eens wat met de politie heeft gehad? Getuige: Ja. Mr. Van Hamel: Is die zaak door burgemeester Bonten ter 'zijde ge legd? Getuige: Zij heeft geen gevolg ge had. (Gelach). De heer Willem Vergragt, kleer maker te Dordt, verklaarde, evenals in Den Bosch, dat hij vroeger aan burgemeester Bonten Jr. gevraagd heeft of het wel vertrouwd was dat hij een zijner jongens, destijds 17 jaar oud, met goed Zaterdagsavonds naar Papendrecht stuurde. Hij vroeg dit. omdat hij wel eens wat ongunsti over Papendrecht had vernomen. De burgemeester antwoordde: Als die kerels van Dordt komen, dan zien ze er niets in om je met hun tweeën of drieën aan te vallen. ïk vertrouw er mij zelf niet. Maar. zoo voegde hij er tevens bij, als wij ze binnen hebben, dan knevelen we ze ook wel. Getuige Bonten Jr. voorgeroepen, zei dat het gesprek plaats had, maar hij ontkende het woord knevelen ge bruikt te hebben. Dat gebruikt hij nooit. liierna werd gehoord do klinker Huibert van de Graaf te Papen drecht. Deze getuige verklaarde vroe ger dat hij in December 1906 door de veldwachters Bouterse en Maarsman van zijn werk werd gehaald om een verhoor te ondergaan wegens een door hem gepleegde mishandeling, ter zake waarvan hij later vervolgd is geworden. Hij werd in het arres tantenlokaal gesloten en bij die gele genheid zou hij door Bouterse in het gelaat zijn geslagen. Een half uur la ter in tegenwoordigheid van De Mey verhoord, zou hij telkens als hij niet spoedig genoeg antwoordde, van Maarsman een slag in het gelaat ge kregen hebben. Voorts ontving hij, zegt getuige, nog eenige klappen van Bouterse toen hij dezen beterschap beloofde. Een klacht diende hij niet in, wel beklaagde hij zich op de te rechtzitting van de Dordtsche Recht bank op 11 Januari 1907 over mishan deling door de politie, tijdens het verboor. Veldwachter Bouten zoowel als P. Maarsman, thans brigadier-titulair der rijksveldwacht le St. Anthony Polder, ontkenden dat er mishan deld was. Getuige Van de Graaf vulde zijn mededeelingen aan met nog een an dere mishandeling, waarvan hij vóór 1906 het slachtoffer werd. Hij kreeg toen tot driemalen toe een klap in het j gezicht. Getuige zei bij gerucht vernomen I te hebben dat Van Elk bij de Gebrs. i Visser te Sliedrecht kwam, daar met' de vuist op de tafel sloeg en zei: Van Tricht moet naar den donder toe. Ook vernam hij dat er lui waren on der wie Van Nes, die er wel geld voor over hadden. De getuige J. H. Kohier, hoofd ee ner school te Papendrecht, werd hier na gehoord. Hij zei gedurende zes ja ren te Papendrecht te zijn geweest. President: Was de toestand te Pa- pend'recht niet ergerlijk? Getuige: Ja. Raadsheer mr. Van Schaik: Onder de menschen, die van den beesten boel deel uitmaakten, was men zeker weinig gesticht toen het anders werd. Mr. Van Hamel: Is getuige van meening dat de politie te Papen drecht nooit noodeloos ruw en takt- loos optrad? Getuige: Ik geloof dat er nooit noo deloos is opgetreden, wel hardhandig. De zitting wordt hierop tot heden verdaagd. BENNEBROEK. BEVALLEN C. J. Roozen, geb. Vendel, z. P. de Wit. geb. Van Dam, z. Wilt U op 24 November a s. gratis in onze zaak een kopje Meik-Chocolade komen drinken? Er zullen op dien datum in on2e zaak, Kruisstraat 35, Haarlem proeven genomen worden met het Nieuwe artikel CREMA-CACAO, waaraan niets anders behoeft te worden toegevogd dan kokend water om een kop heerlijke Melk-Chocolade te bereiden I Dit lijkt vreemd, maar Is niettemin waar en wij zouden U gaarne van de veie voordeeien van deze Crema-Cacao willen overtuigen. Wij roodigen U daarom beleefd maar dringend tot een bezoek en een gratis proefname uit op Woensdag 24 Nov. a.s, in onze zaak, Kruisstraat 35, Haarlem Hoogachtend, Behalve bovenstaand Crema-Cacao fabriceeren wij Crema-Pudding, die eveneens met water moet worden bereid in plaats van met meik, en die eveneens bij A. v. d. MAAREN JANSEN verkrijgbaar is a 8 cent per pakje, in vier verschillende smaken. Vraagt inlichtingen omtrent Crema-Havermelk, 30 cent per pondspak, 6 cent per proefpakje van I ons. Heden verscheen: de tweede druk van door G. i. OOTMAR, Kinderarts. Prijs f 2.50, Gebonden f 2.90. Verkrijgbaar bij den uitgever G. W. GROENEVELD, Zijlstraat 7t. tc koop, voor slechts 115. Extra koopje, mooi van toon, en goed onder houden kast. Adres Kolkstraat 32 zwart. door iedereen is de alleen echte: Stokpaardjes-Lelienmelk-ZeEp van BERGMANN Co., Radebeul, want deze geeft een zacht rein gelaat, bloeiend jeugdig uiterlijk, blanke flu weel-zachte huid en schitterend mooie teint a 50 ets. per stuk, bij: H. VAN DIJK, E. v. VELTDM, F. W. MARTIN, A. OOIEVAAR. tlADC tair Verkrijgbaar in alle buurten d r In het by zonder wordt de aandaeht gevestigd op k f 1,30 per '/a K.G in Glacé, Juchtenleder, Peau de Suède, Castor, Imitatieleder, Tricot, Zijde en Wol

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 6