HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. OM ONS HEEN Ënitenlandsch Overzicht Stadsnieuws Binaeflbad Onze Lachhoek JhBUiJLLtilOi* Het Vergaan van de „Lady Jermyn." WOENSDAG 8 DECEMEEB 1909 No. 1048. Het Rapport van de Toen Ik onlangs mededeelingen deed over liet rapport van Prol. Du bois omtrent de Haariemsche water leiding, was het mij bekend, dat er nog een ander rapport bestond van de directie der Nederlandsche Heide maatschappij. Pogingen om dat te krijgen, gedaan aan verschillende adressen, haatten niet, totdat mij gistermorgen door onbekende hand een exemplaar werd toegezonden. De Heidemaatschappij ls een stich ting van algemeen erkende, zeer groo ve beteekenis. Het moet dus niet als 'pen onvriendelijkheid worden be schouwd, wanneer ik zeg, dal ik ver geefs gezocht heb naar de persoon of ffiet bestuur, waaraan dit rapport Jjts uitgebracht. Niet dat het er veel toe £Loet, maar volledigheidshalve had (het wel vermeld mogen worden. Nu ilat niet geschied is, mag ik wel als [Veronderstelling opperen, dat het is uitgebracht in opdracht of op verzoek /van roevrouw Van der Vliet, die als eigenaresse van de duinen wel de grootste belanghebbende In deze quaestie ls. In hoofdzaak wordt betoogd, zooals onze Lezers in het overzicht van het vorige nummer hebben kunnen na gaan, dat het onttrekken van water aan den grond op de manier, zooals ide Haariemsche waterleiding dat doet, de aardappelcultuur belemmert lof onmogelijk maakt en schade doet aan het houtgewas. Een en ander is zelfs in cijfers opgegeven. Zelfs stier ven er door de uitdroging zeedennen op do hooger gelegen duinen. En als gevolg van uitbreiding der waterlei ding volgens hetzelfde systeem, dat nu gevolgd wordt, voorziet de directie van de Heide-Maatschappij, dat de loonende cultuur .van wilgenteenen onmogelijk zal worden, en do bosch cultuur nadeel zal ondervinden, ter wijl het gevaar volstrekt niet denk beeldig is, „dat door een toenemende wateronttrekking aan de duinen de Vloeiendste tuinbouwstreek van ons land een gevoeligen slag zou krij gen." Een opmerking, die onzen Over- yoenschen bollenkweekers niet aange naam in de ooren zal klinken. Dat de jacht er door belemmerd Wordt lieeft niet de grootste beteeke nis. Het meeste wild valt allicht toch den stroopers in handen en wanneer een gemeente geen jachtvelden meer dn de buurt heeft, verdwijnt ook deze klasse van menschen, wat een voor deel is. Maar er zijn nog twee andere argumenten, die de Utrechtsche di rectie van de Heide-Maatschappij wel met een strak gezicht kan neerschrij ven, maar die wij, bewoners van Haarlem en omstreken, zonder glim lach niet kunnen lezen. Het is ia de eerste plaats dit, dat het terrein door verdere uitdroging ongeschikt zal worden voor villapark. De opmer king is daarom zoo komisch, omdat er sedert vele jaren geen snipper van deze uitgestrekte duinen voor bouw terrein is te krijgen geweest. En het tweede argument, dat voort gezette uitdroging het duin heel wat minder aantrekkelijk zal doen wor den, zal die weinigen treffen, die het landschap mochten Ieerien kennen. 'Aan het groote publiek is die weten schap door hekken, prikkeldraad en dreigende bordjes belet. De directie van de Heide-Maatschap pij weet dat wel zij erkent, dat er voorloopig nog geen sprake van is om 'die duinen in exploitatie te nomen, maar doet opmerken, dat er toch re kening mee gehouden moet worden. Zeer terecht. De loop der dingen zal, indien de duinstreek niet voor ander gebruik wordt gereserveerd, deze zijn, dat langzamerhand deze duinen voor villaterrein in exploitatie worden ge- bracht. Is het eenmaal zoover, dan kan ook de wandelaar van de schoon heid van het landschap genieten, al verklaart de directie der Heide-Maat schappij in haar rapport ©enigszins wreedaardiglijk, dat het ongewenscht zou zijn, wanneer de duinen geheel voor het publiek openstonden. Om al deze redenen komt dan ook het rapport tot deze conclusie, dat het onttrekken van water uit de diepte wenschelijker is, dan het tegenwoor dige systeem der Haariemsche water leiding. Bij diepputten wordt namelijk het water niet uitsluitend aan de onmid dellijke omgeving onttrokken, zoodot wanneer er al schade zou optreden, deze waarschijnlijk over een veel grooter oppervlakte verdeeld en daar door veel minder hevig wezen zou. Bij sterke doorvoering van het Haar iemsche systeem zou ontginning dear duinen in hooge mate worden bemoei lijkt of zelfs onmogelijk gemaakt. Ziehier dus het tweede deskundig rapport, waarin diepputten voor de Haariemsche waterleiding wordt aan bevolen. We zijn nu zoo langzamerhand zoo ver gekomen, dat we weten, dat Haar lem verzocht heeft om ten dienste harer waterleiding een groot duin- oppervlak te onteigenen, maar overi gens is ons van het standpunt der ge meente niets bekend. Het gemeentebestuur is ondoor grondelijk als een sfinx, het houdt zich achteraf als een ridder, die den strijd niet aandurft, ofschoon nu al tweemaal, eerst door Prof. Dubois, thans door directeuren van de Heide- Maatschappij de handschoen in het strijdperk geworpen is. In sommige, zeer bepaald omschre ven gevallen, kan ik mij die geheim zinnigheid wel verklaren. Bijvoor beeld wanneer er een zuiver admi nistratieve, theoretische quaes tie gaande is, die men óf om het beginsel óf voor zijn pleizier, eens met een hooger college weuschl uit te vech ten. In gevallen dus, die langs de nuchtere practijk van het dagelijk- sche leven heengaan. Maar een zoo danig geval bestaat hier niet. Het geldt hier een quaestie van practisch belang voor minstens drie gemeenten: Haarlem, Bloemendaal en Zandvoort Een quaestie Yan veel, maar wellicht peperduur, water voor Haarlem, van gemeente-uitbreiding voor Bloemen daal, en van cultuur voor Bloemen daal en Zandvoort belde. Indien aangelegenheden van deze soort niet meer in het volle licht der publiciteit worden behandeld, dan vraag ik mij toch af, welke verwron gen en verdraaide opvatting een ge meenteraad toch heeft van gemeente belang. Voorzeker, ik kon de psychologi sche, de zielkundige draad wel vin den, die langs deze gedragslijn gaat. Ter onzaliger ure heeft zich van bo venaf, bij 't dagelijksch bestuur, een neiging ontwikkeld tot het geheim houden zelfs van de meest eenvoudige zaken. Strenge bepalingen zijn uitge vaardigd tegenover ambtenaren, die mededeelingen doen aan particulie ren wanneer wij, journalisten, niet uit jacht naar nieuws, maar met de beste bedoelingen van de wereld, na melijk om de menschen voor te lich ten, de onbeduidendste inlichting aan een ambtenaar vroegen, kregen wij ten antwoord, dat liern op straffe van ontslag het geven van een antwoord verboden was. Men kan zeggen, dat het ook niet gewenscht is, dat alle ambtenaren op eigen gelegenheid over hun afdeeling praten. Wie iets wil weten, kan zich tot B. en W. weaiden. Volkomen juist, maar dit Collego heeft zich steeds (ik spreek nog altijd van de journalisten) zoo buitengewoon karig ten opzichte van 't geven van informatie getoond, dat de centralisatie van inlichtingen op het achterwege blijven daarvan uitliep. Ditzelfde stelsel nu schijut in het onderhavige geval de Raad te hebben overgenomen. Alweerik kan mij de psychologie van de zaak voorstellen. Er is iets verleidelijks in, belangrijke zaken te behandelen binnen de mu ren, alsof men de menschen daarbui ten niet noodig heeft, om hunne mee ning niet behoeft te geven. Dat ver hoogt het gewicht van het ambt, maar verkleint meermalen de practlsche beteekenis der beslissingen. Met zijn stelselmatig stilzwijgen heeft Haarlem niets anders bereikt, dan dat onder den invloed van de twee rapporten een algemeene opi nie bezig is, zich te ontwikkelen, die tegen haar en haar plannen is. Het is een vergissing, te meenen, dat deze op den uitslag van de zaak zelf geen invloed kan hebben. Zelfs de hoogste colleges bestaan toch altijd uit perso nen, wier inzicht en overtuiging door de meaning van anderen kunnen wor den gevormd en gewijzigd. Ik ben daarom van meening, dat het hardnekkig stilzwijgen van ons gemeentebestuur in deze belangrijke zaak een fout is, die in geen geval Haarlem ten voordeel zal kunnen zijn. J. C. P. De Amerikaansche volksvertegen woordigers hebben de gewone BOODSCHAP VAN DEN PRESIDENT ontvangen, die nu gesteld, is door Taft Allereerst wordt met vreugde ge constateerd, dat de betrekkingen met de buitenlandsche mogendheden vriendschappelijk bleven en zelfs ver beterd werden. Speciaal wordt hel Congo-vraagstuk besproken. Het heet „Wat de hervormingen betreft die na de annexatie door België in den Congo kunnen worden verwacht, ver klaar ik, dat de houding van de Ver- eenigde Staten is die van welwillend heid, aanmoediging en hoopvol ver trouwen m den goeden wil, die de zoo vurig begeerde resultaten zal brengen en voldoening zal geven aan de men- schelijke -evoelens van geheel de wereld." Blijkbaar wil Amerika dus nietmeeu doen met Engeland c. s. om tegenover België moeilijkheden in den weg te leggen en zelfs aan te sturen op een conferentie, om de verplichtingen van België vast te leggen, 't ls dus een wenk aan de bemoeizuchtigen in Lon den en Berlijn 1 Sprekende over den voortgang van den constitutioneelen regeerinersvorm op den Balkan merkt de president op, dat er alle reden voor de Amerikanen is om zich een grooter aandeel in den handel daar te verzekeren. Deze tijding is nu weer niet aange naam. Wanneer de kooplieden dezen raad volgen is er een land meer, dat belangen heeft In den Balkan, en zal de naijver daar nog toenemen I De president voorziet een reusachti ge ontwikkeling van den interkolonia- Ten Amerikaanschen handel, welke ontwikkeling zal bevorderd worden door vergemakkelijking van het ver keer. Hij maakte melding van het denkbeeld der oprichting van een groote bank in Latijnsch Amerika, sprak over de verbetering van de be trekkingen met Venezuela, enz. Ook de verhouding tusschen AMERIKA EN NICARAGUA werd besproken, waarbij gewag ge maakt werd van „Zelayas barbaar- sche onderdrukkingsinethoden". De onlangs daar terechtgestelde Amerika nen waren officieren in de georgani seerde legermacht der opstandelingen die nu reeds half Nicaragua in hun macht hebben. Hoewel 't in deze boodschap niet met ronde woorden erkend wordt, is 't toch tusschen de regels door te le zen, dat do Amerikaansche regeering sympatliiseerl met de opstandelingen. President Zelayas heerschen zal dus wel den langslen tijd geduurd hebben. 'L Belangrijkst zijn natuurlijk de mededeelingen over 'T VERRE OOSTEN, vrijwel de eenige plaats, waar Ame rika diplomatieke verwikkelingen kent. Do President verklaart, dat Amerika aan den eisch van gelijk heid van rechten in China vasthoudt en de eerbiediging van de integriteit van China wil. Een groep Amerikaan sche bankiers slaagde er in aandeel te krijgen in de groote spoorwoglee- ning, op voorwaarden waarin de re geering kon toestemmen. In de boodschap wordt verder mel ding gemaakt van de vriendschappe lijke betrekkingen met Japan, welks verzekeringen in de conventie met China van 4 September geen betrek king hadden op de Mandsjoerijsche mijnen. Wat de tariefwet betreft, President Taft hoopte, en geloofde ook, dat GEEN TARIKFOORLOG tal volgen, nu aan de regeering zekere macht bij de toepassing is gelaten. Ook is het FINANCIEEL VERSLAG DER UNIB openbaar gemaakt, t Deficit wordt geschat op 34 mlllioen dollar, niet meegerekend de betalingen voor het Panamakanaal, want dan zou er nog 49 millioen bijkomen. De begrooting voor 1910 geeft een saldo van 36 millioen aan. maar wan neer de Panama-uitgaven worden ge daan, dan is er weer IE millioen te kort Om deze tekorten te dekken, zullen schuldbrieven en schatkistbiljetten worden uitgegeven. Ook wórdt op be zuiniging aangedrongen en voorge steld 2 Panama-obligaties uit te geven. DE STANDVASTIGHEID IN DB SPAANSCHE POLITIEK is nog altijd afwezig. Dat het ministerie-Moret nog niet volkomen vast in den zadel zit, blijkt wel uit de telkens weder opduikende berichten over gerezen moeilijkheden. Nog steeds heeft de minister-presi dent de Cortes niet durven bijeenroe pen tot behandeling der begrooting en het toestaan der noodlge credieten voor den Marokkaanscheu veldtocht, wellicht omdat hij vreest dat de meer derheid, welke wat de algemeene po litiek betreft, nog altijd op de hand van den afgetreden minister Maura is, door verwerping dezer voorstellen zijn kabinet tot aftreden zal dwingen. Nu schijnt het gevaar weder uiteen anderen hoek te komen. Er is een per soonlijke oneenigheid ontstaan tus schen den premier eu den minister van oorlog, wegens diens weigering, generaal Weyler den titel te verleenen van kapitein-generaal, dezen door den heer Moret toegezegd. Zoodra de a. s. verkiezingen voor de gemeenteraden zullen zijn afgeloopen, wil de minister-president, zoo heet het, den koning de beslissing in han den geven in dezen twist, hetgeen waarschijnlijk het aftreden van den premier ten gevolge zal hebben. Als opvolger wordt al genoemd Montero Rius, die een kabinet zou vormen, waarin alle liberale partijen vertegenwoordigd zullen zijn. DE FERRER-ZAAK wordt weer druk besproken. Mevrouw Solodad Villafranca, die zich beijverd voor een revisie van hot prooes-Ferrer heeft aan een journalist verklaard De vorige week ben ik op audiëntie geweest bij den minister-president Moret, die mij o. a. verzekerde, dat hij van plan is, een enquête uit te lokken naar ai hetgeen tijdens de procedure geschied is, terwijl hij tevens maatre gelen wil nemen, om de tenuitvoerleg ging van de confiscatie der goederen van Ferrer te schorsen. Telephoniscli stelde hij zich in verbinding met den gouverneur van Barcelona, om den verkoop van de villa Germinal voor loopig uit te stellen. MINISTERSVERVOLGING IN DENEMARKEN. De Folketmg besloot io overeenstem ming met het voorstel van de commis sie van onderzoek de vroegere minis ters Christensen en Berg voor het Rijksgerecht te dagen. DE STAKING IN N. Z. WALES. duurt nog steeds voort. Krachtens de wet op de arbeidsge schillen heeft de regeering drie lei ders van de mijnwerkersstaking, den voorzitter, den secretaris on den pen ningmeester van den mijnwerkers- Jxiud, in hechtenis doen nemen, op een aanklacht wegens samenspan ning. De gevangenneming geschiedde onder woeste protesten. Troepen op gewonden stakers volgden de leiders naar het politiebureau. De politie macht daar moest versterkt worden om de woedende menigte in bedwang te houden. De werklieden-afgevaardigden en de leden van het stakingscomité voor spellen uitbreiding en verscherping van den strijd, nu de regeering tot dezen stap is overgegaan. In H Vrij havengebied te Hamburg» had gistermiddag EEN HEVIGE GASONTPLOFFING plaats in een nieuwen gashouder. Het vuur sloeg over op het dak van den ouden gashouder, van veertig duizend kubieke meter inhoud. Tot dusver zijn reeds zes lijken van slachtoffers ge vonden veertig gewonden werden naar het ziekenhuis vervoerd, waar van velen reeds zijn bezweken. Omtrent de oorzaak van de ramp wordt nog gemeld, dat In den nlenwen gashouder een scheur was ontstaan. Het uitstroomende gas drong in het retorten huis en op dat oogenhlik had de ontploffing plaats. Een reuzen- vlam streek over ongeveer 25 In de na bijheid van den gashouder werkende arbeiders, die allen, voor een deel doodelijk, gewond veerden. De in de nabijheid gelegen cantine is geheel verwoest, drie vrouwen, die zich hier bevonden, werden gedood. Het aantal dooden wordt op ten minste twintig geschat. De brand is bij afzending van hot laatste bericht in zooverre gebluscht, dat men thans aan de onderdrukking van het nog in de gebouwen woeden de vuur is begonnen. DE OPSTAND IN NICARAGUA. Gemeld wordt, dat bij Rama aan het leger van president Zelaya een nederlaag is toegebracht door de troepen van Estrada. Er vielen meer dan honderd dooden en gewonden. EEDSWEIGERING. Donderdag 23 dezer staat voor de Rechtbank hiew ter stede wegens eedsweigering, terecht de koetsier J. Hoogland, wonende in het Sohoterr- kwartier. Hoogland moest 4 November voor de Rechtbank getuigen in een zaak betreffende een vechtpartij tusschen eenige personen, die hij In een rij tuig had rondgereden. Gav. Voorwerpen: Een jongensjas, Jacobijneètmat 38 rood. Een blauwe werkkiel, Oranjestraat 144. Een handtaschje, inh. een wit doek je, Kloosterstraat 28 rood. Een jongenspet, Groot Heiligland 71. Een band van een kinderwagen. Gen. Cronjéstroat 61 rood. Een staart van een bont, Bosch en Vaartstraat 3, Heemstede). Een handschoen, Gen. Bothastr. 63. Een gulden, Brouwersstr. 111 Een hondenzweep, Voorzorgstr. 51. Een dameshorlogeketting, Morin- nesteeg 17. Aangifte is gedaan van het verlie zen van twee 1/2 loten der Staats loterij. AUDIËNTIES. De ministers van Buitenlandsche Zaken, Koloniën en Marine, verlee nen Vrijdag 10 December geen au diëntie. TENTOONSTELLING IN ARGENTINIë. Men schrijft ons Volgens rnededeeling van den Com missaris-Generaal voor Europa is de sluitingstermijn voor de aanmeldin gen, betreffende de Internationale Landbouwtentoonstelling voor vee, landbouwproducten, akkerbouwge- reodschap, enz., waaraan onlangs een afdeeling voor levensmiddelen is toe gevoegd, die in het volgend jaar van 3 Juni tot 31 Juli te Buenos-Ayros, on der beschcrmir-1- van de regeering der Argentijnsche Republiek, ter gelegen heid der viering van het eerste Eeuw feest der Onafhankelijkheid, zal ge houden worden, tot op 31 December 19U9 uitgesteld. Verdere inlichtingen worden ver strekt door de Argentijnsche gezant schappen en consulaten en door den Commissaris-Generaal voor Europa, Hon. Consul Gustuv Niederlein, Ber lin, Argent. Gesantschaft en verder door de permanente tentoonstellings commissies te Milaan, Rome. Parijs, Brussel, Zurich en te Berlijn. Mijco man denkt nu letterlijk aaa alles. Vanmorgen vond ik k de braad, pan een briefje: „Niet latex aanbraa- den", in do aardappelenpa* „Niet te veel zout", en in de groentenpan: „Geen boter vergeten." 'T VOORNAAMSTE. Man: Vrouw, we gaan vanavond naar den schouwburg. Fr wordt een blijspel gegeven Vergeet dus vooral je tanden niet. DE VROOLIJKE METSELAARSBAAS Een ihetselaar was van een steiger gevallen, op zijn hand terechlgcko men, en had al zijn vingers verzwikt. Toen de dokter het verband gelegd had, na een behandeling, die den pa tiënt niet weinig pijn had eedaan, vroeg deze Zou 't nog terecht komen t Welzeker, 'k heb er alle hoop op. antwoordde de heelmeester, En zal ik, als ik hersteld ben, pia no kunnen spelen Ook daar twijfel ik niet aan. Nu, don is de val toch orgena goed voor geweest, want ik heb het nooit van mijn leven geleerd DE HARE. Mevrouw In de krant staat, dut er voor elke 1300 menschen één. politie- agent is. DienstmeisjeZoo mevrouw t Nou ik heb den mijne I DE „LICHTZIJDE". A. Ik begrijp niet, mijnheer Licht» tiller, hoe gij u over die nieuwe be lastingen verheugen kunt Lichttiller En waarom niet?.... Nu hebben we immers iets, waarover we een heel jaar aan de kletstafel in hot bierhuis kunnen uitvaren. STIJLBLOEMPJE. UU een roman „ln snel opvlam mende woede stiot hij zijn tegenstan der den dolk in het hartmaar on middellijk kreeg hij berouw en hij trok hem haastig weer terug." TWEEDE KAMER. Men seinde ons gisteren uit Den Haug, te laat om nog in dat nummer op te nemen Bij de voortgezette replieken over de Marine-begrooting diende de heex Van Twist een motie in, uitsprekende, dat gehuwde mindere schepelingen en onderofficieren, voor zooveel de dienst dit toelaat, in het gezin zullen mogen middagmalen en hun daarvoor een voediugsgeld zal worden uitgekeerd. Deze motie werd dadelijk behan deld en bestreden door den heer Lob man, die de motie óf ondoeltreffend achtte, óf ongeoorloofd immers me debrengend een inmenging van de Kamer in den inwendigen dienst. De Minister had bezwaar, dat nu schen in actieven dienst in ongunsti ger positie zouden komen dan beman ningen van aan wal liggende sche pen en voerde nog administratieve en dienstbezwaren aan. Voediuggeld zou z. i. geen voordeel wezen voor gehuw de schepelingen. Beter was soldijver- hooging voor enkele categorieën van onderofficieren, ongeveer 800. Minister Heemskerk, sprekende over geestelijke belangen van het. marine personeel, zeide. dat de Regeer.ng niet. geroepen was, godsdienstzin aan te kweeken anders dan in belang der individuen zelf, niet met gezagver- sterking als doel. De Regeering mocht niet anders doen dan belemmeringen van contact tusschen kerken on sche pelingen wegnemen, maar de regee ring mocht de taak der kerken niet overnemen. De motie werd gewijzigd in dien geest, dat aan de Regeering den wensch werd te kennen gegeven, om zich niet door eventueele geldelijke gevolgen te laten weerhouden. De Minister van Marine vatte deze motie op als een verwijt, dat hij niet voldoende zorg had voor het. perso- neel. Hij ontraadde dus de motie. De replieken op de algemeene be schouwingen over „Marino", louter herhaling van het gesprokene, zou den geeii aanleiding bebben gegeven om er aandacht aan te wijden, ware het niet. gelijk reeds geseind werd, dat de Minister Heemskerk het noo dig had geoordeeld zijn collega te ko men bijspringen, wiens uiteenzettin gen in zake de geestelijke zorg voor de scheplingen ter rechterzijde blijk baar geen aangenarnen indruk had den gemaakt. Bovendien werd van de quaestie dei voedingsgelden (vergoeding voor het door E. W. Hornung. „Mannen van invloed en positie trachten hun avonden op onze ver anda door, o. a. de agent voor Mel bourne van de „Lady Jermyn", het aantrekkelijkste schip, dat toen in de haven lag, en waaraan de eerste voor raad stofgoud zou worden toever trouwd, als er maar een schipper ge bonden kon worden, die als plaatsver vanger kon optreden van den deser teur, die u hierheen had gebracht. „Santos deed zijn best er een te vinden. Hij had er weken voor noo dig, maar toevallig vond hij kapitein Harris in Bendigo, en kapitein Harris was zijn man. Nog meer dan dat, hij Yicl ook in den smaak bij den agent, en de „Lady Jermyn" werd toegerust yoor de zeereis. Nu begonnen de com plicaties. Geheel in 't openbaar had jSantos den schoener „Spindrift" ge- Ikocjht. hem met wol geladen en mii het commando daarover gegeven, en met kracht verzekerd, dat hij liever in den schoener naar Engeland zou gaan, dan nog een oogenbiik langer op de „Lady Jermyn" wachten. Op het laatste oogenhlik veranderde hij van gedachte, en ik zeilde alleen uit, zooveel dagen als mogelijk was voor de „Lady Jermyn", wat van het begin af aan het plan was geweestmaar het Liep alles zeer tegen, toen het oogenhlik daar was. Ik zou alles ge geven hebben om mij uit die onderne ming terug te trekken. Ik mocht niet meer eerlijk zijn maar wel had ik Eva Denison eerlijk lief. Als ik mij nu terugtrok, zou ik haar voor altijd verloren hebben. „Bovendien was het niet de eerste maal, dat ik tegen de wet zondigde, ik, die afstamde uit een familie, die zich niet aan de wetten stoorde; maar het zou voor het eerst geweest zijn, dat ik een kameraad ontrouw werd, of in den 9teek liet. Dat zou ik ook nu niet doem. „Maar dat kan ik u verzekeren, dat ik nooit vermoedde, dat het zoo af zou loopen, ofschoon ik toestem en altijd heb toegestemd, dat mijn zede lijke verantwoordelijkheid er maat weinig minder om is. Toch ben ik nooit eenigszins medeplichtig geweest aan een vooraf beraamden moord, wat ik dan overigens ook geweest mag zijn. Den avond, voordat ik uit zeilde, waren Santos en de kapitein tot middernacht bij mij aan boord. Zij beloofden mij, dat ieder lid van de bemanning of iedere passagier ge legenheid zou hebben te ontsnappeu dat alleen onvoorziene omstandighe den zouden kunnen voorkomen, dat de booten binnen enkele uren in Ascension waren dait al T andere er niets too deed, zoolang verondersteld werd, dat de kapiteinsboot met haar geheele bemanning in de golven was omgekomen. „Dat beloofden zij mij, en ik ben er van overtuigd, dat Harris van plan was zijn belofte te houden. Dat was geen doortrapte schurk maar de an der zou bloed laten vloeien als water, zooala ik u al vertelde, eu zooals ook niemand beter weet dan ik. Hij was berucht zelfs in Portugeesch Afrika, om zijn wreedaardige behandeling van de negers. Hij blufte er bij voor keur op, dat hij eens een geheel dorp had vergeven en dat hij zeil de boo ten van de „Lady Jermyn" wrak had gemaakt, kan u op mijn woord geloo- ven, want ik heb hem hooren be schrijven, hoe hij tot den laatsten avond wachtte, en toen de hamer slagen liet neervallen op het oogen biik van het applaus voor het con cert. Hij zei, dat het had kunnen uit komen, dat er stofgoud in de kleine sloep was. Het was veiliger niets te wagen. „Hetzelfde gebeurde aan boord van don schoener. Nooit zal ik het afschu welijke van die reis vergeten, nadat Santos aan boord kwam Ik had een bemanning van acht koppen, allen meegeteld, en twee bracht hij er met zich mee in de 6loep. Natuurlijk be gonnen zij over het goud te spreken, zij wilden hun aandeel hebben als zij aan wal gingen en er hing muiterij in de lucht, met den hofmeester en kwartiermeester van de „Lady Jer myn" als hoofdleiders. „Santos drukte het dadelijk met groote wraakzucht den kop in Hij en Harris schoten ieder lid van de be manning dood, en twee, die door heit hart geschoten waren, waschten en kleedden zij, en lieten zij drijven in de sloep, voorzien van valsche papie ren. 'k Weet niet, hoe wij Madeira bereikt hebbenwij verfden den ouden naam uit en schilderden er een nieuwen voor in de plaats en wij wierven Portugeesche matrozen aan waarvan er geen enkele Engelsch kon spreken. Wij scheepten hen in in het jacht „Braganza", van den Hertog van Mondejode schoener „Spindrift" was voor altijd van den waterspiegel verdwenen. En met de mannen namen wij veel bordeaux wijn en cigaretten in en wij betaal den de menschen goeden onder zulke omstandigheden vraagt de Por tugeesche zeeman naar niets. „En toen wenscMe ik, eerlijk' ge zegd, dat ik mij een kogel door het hoofd had gejaagd, voordat ik mij met deze moorddadige samenzwering had ingelaten maar terugtrekken was onmogelijk, zelfs al was ik er .le man naar geweest, om mij terug te trekken, nu ik eenmaal zoo ver was gegaan en ik had een nog krachti ger reden om bij de anderen te blij ven, tot het bittere einde toe. Ik kon Eva niet aan deze schurken overla ten. Aan den andtenen kant kon ik haai- ook niet van hen wegnemen, want (zooals u weet) beschouwde zij mij juist als de ergste schurk vau hen allen. In mij en door mij was zij bedrogen, beleedigd, vernederd dat zij mij dit ooit zelfs tot op dit uur een oogenbiik zou kunnen vergeven, is meer dan waarop ik kan hopen.... Zoo waren wij er dus in verward. Zij wilde mij zelfs niet aankijken. En ik wilde haar niet verlaten, totdat de dood mij wegnam. „Santos was altijd heel vriendelijk voor haar geweest tot op dat oogen biik hij was ook vroeger vriendelijk geweest tegenover haar moeder, dat begreep ik. Alleen in de uitvoering van zijn plannen toonde hij zijn min achting voor een menschenlevcnen daarom juist begon ik te vreezen voor het meisje, dat ik nog durfde lief te hebben. „Zij nam een houding aan. even gevaarlijk voor haar eigen veiligheid, dan voor die van ons. Zij vroeg om haar vrijheid te mogen hebben, als wij aan wal kwamen. Haar verzoek werd geweigerd. En, hoe was hot mogelijk, ik was de bitterste tegen stander 1 En attes wal wij deden, ver sterkte haar nog in haar besluitdat nog zoo jonge meisje slingerde ons be dreigingen in het aangezichtnooit zal ik dat tooneel vergeten 0 kent haar energie als wy tiaar niet in vrijheid stelden, zou zij alles vertel len als wij landden. En u herinnert zich nog wol hoe Santos gewoon was de schouders op te halen Dat was alles, wat hij toen deed. Het was ge noog voor mij, die hem kende."Lagen achtereen liet ik hen nooit samen. Nachten achtereen waakte ik v-or .le deur van haar hut. En zij haa-vte mij des te meer, omdat ik haar n-.oit al leen liet 1 Daaiaan had ik mij te on derwerpen. ,,'s Avonds ankerden wij in Fal mouth Bay, met hit plan, ons goud rechtstreeks naar de Bank van En geland te brengen, als vrws-ode, door de fortuin begunstigde, goudzoekers, dten avond dacht ik a at de laat ste zou zijn voor een van ons beiden. Hij sloot haar op in de hut, terwijl hij zelf buiten de deur bleef wachtea. Ik zat aan den anderen kant van de tafel eu bewaakte hem. „Ieder had een hand in zijn zak ieder had een pistool in die hand en' daar zaten wij met gesloten oogen, terwijl Harris aan wal ging om cou ranten te halen. Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5