HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
OM ONS HEEN
Ënitenlandsch Overzicht
Stadsnieuws
Binaeflbad
Onze Lachhoek
JhBUiJLLtilOi*
Het Vergaan van de
„Lady Jermyn."
WOENSDAG 8 DECEMEEB 1909
No. 1048.
Het Rapport van de
Toen Ik onlangs mededeelingen
deed over liet rapport van Prol. Du
bois omtrent de Haariemsche water
leiding, was het mij bekend, dat er
nog een ander rapport bestond van
de directie der Nederlandsche Heide
maatschappij. Pogingen om dat te
krijgen, gedaan aan verschillende
adressen, haatten niet, totdat mij
gistermorgen door onbekende hand
een exemplaar werd toegezonden.
De Heidemaatschappij ls een stich
ting van algemeen erkende, zeer groo
ve beteekenis. Het moet dus niet als
'pen onvriendelijkheid worden be
schouwd, wanneer ik zeg, dal ik ver
geefs gezocht heb naar de persoon of
ffiet bestuur, waaraan dit rapport
Jjts uitgebracht. Niet dat het er veel toe
£Loet, maar volledigheidshalve had
(het wel vermeld mogen worden. Nu
ilat niet geschied is, mag ik wel als
[Veronderstelling opperen, dat het is
uitgebracht in opdracht of op verzoek
/van roevrouw Van der Vliet, die als
eigenaresse van de duinen wel de
grootste belanghebbende In deze
quaestie ls.
In hoofdzaak wordt betoogd, zooals
onze Lezers in het overzicht van het
vorige nummer hebben kunnen na
gaan, dat het onttrekken van water
aan den grond op de manier, zooals
ide Haariemsche waterleiding dat
doet, de aardappelcultuur belemmert
lof onmogelijk maakt en schade doet
aan het houtgewas. Een en ander is
zelfs in cijfers opgegeven. Zelfs stier
ven er door de uitdroging zeedennen
op do hooger gelegen duinen. En als
gevolg van uitbreiding der waterlei
ding volgens hetzelfde systeem, dat
nu gevolgd wordt, voorziet de directie
van de Heide-Maatschappij, dat de
loonende cultuur .van wilgenteenen
onmogelijk zal worden, en do bosch
cultuur nadeel zal ondervinden, ter
wijl het gevaar volstrekt niet denk
beeldig is, „dat door een toenemende
wateronttrekking aan de duinen de
Vloeiendste tuinbouwstreek van ons
land een gevoeligen slag zou krij
gen."
Een opmerking, die onzen Over-
yoenschen bollenkweekers niet aange
naam in de ooren zal klinken.
Dat de jacht er door belemmerd
Wordt lieeft niet de grootste beteeke
nis. Het meeste wild valt allicht toch
den stroopers in handen en wanneer
een gemeente geen jachtvelden meer
dn de buurt heeft, verdwijnt ook deze
klasse van menschen, wat een voor
deel is. Maar er zijn nog twee andere
argumenten, die de Utrechtsche di
rectie van de Heide-Maatschappij wel
met een strak gezicht kan neerschrij
ven, maar die wij, bewoners van
Haarlem en omstreken, zonder glim
lach niet kunnen lezen. Het is ia de
eerste plaats dit, dat het terrein door
verdere uitdroging ongeschikt zal
worden voor villapark. De opmer
king is daarom zoo komisch, omdat
er sedert vele jaren geen snipper van
deze uitgestrekte duinen voor bouw
terrein is te krijgen geweest.
En het tweede argument, dat voort
gezette uitdroging het duin heel wat
minder aantrekkelijk zal doen wor
den, zal die weinigen treffen, die het
landschap mochten Ieerien kennen.
'Aan het groote publiek is die weten
schap door hekken, prikkeldraad en
dreigende bordjes belet.
De directie van de Heide-Maatschap
pij weet dat wel zij erkent, dat er
voorloopig nog geen sprake van is om
'die duinen in exploitatie te nomen,
maar doet opmerken, dat er toch re
kening mee gehouden moet worden.
Zeer terecht. De loop der dingen zal,
indien de duinstreek niet voor ander
gebruik wordt gereserveerd, deze zijn,
dat langzamerhand deze duinen voor
villaterrein in exploitatie worden ge-
bracht. Is het eenmaal zoover, dan
kan ook de wandelaar van de schoon
heid van het landschap genieten, al
verklaart de directie der Heide-Maat
schappij in haar rapport ©enigszins
wreedaardiglijk, dat het ongewenscht
zou zijn, wanneer de duinen geheel
voor het publiek openstonden.
Om al deze redenen komt dan ook
het rapport tot deze conclusie, dat het
onttrekken van water uit de diepte
wenschelijker is, dan het tegenwoor
dige systeem der Haariemsche water
leiding.
Bij diepputten wordt namelijk het
water niet uitsluitend aan de onmid
dellijke omgeving onttrokken, zoodot
wanneer er al schade zou optreden,
deze waarschijnlijk over een veel
grooter oppervlakte verdeeld en daar
door veel minder hevig wezen zou.
Bij sterke doorvoering van het Haar
iemsche systeem zou ontginning dear
duinen in hooge mate worden bemoei
lijkt of zelfs onmogelijk gemaakt.
Ziehier dus het tweede deskundig
rapport, waarin diepputten voor de
Haariemsche waterleiding wordt aan
bevolen.
We zijn nu zoo langzamerhand zoo
ver gekomen, dat we weten, dat Haar
lem verzocht heeft om ten dienste
harer waterleiding een groot duin-
oppervlak te onteigenen, maar overi
gens is ons van het standpunt der ge
meente niets bekend.
Het gemeentebestuur is ondoor
grondelijk als een sfinx, het houdt
zich achteraf als een ridder, die den
strijd niet aandurft, ofschoon nu al
tweemaal, eerst door Prof. Dubois,
thans door directeuren van de Heide-
Maatschappij de handschoen in het
strijdperk geworpen is.
In sommige, zeer bepaald omschre
ven gevallen, kan ik mij die geheim
zinnigheid wel verklaren. Bijvoor
beeld wanneer er een zuiver admi
nistratieve, theoretische quaes tie
gaande is, die men óf om het beginsel
óf voor zijn pleizier, eens met een
hooger college weuschl uit te vech
ten. In gevallen dus, die langs de
nuchtere practijk van het dagelijk-
sche leven heengaan. Maar een zoo
danig geval bestaat hier niet. Het
geldt hier een quaestie van practisch
belang voor minstens drie gemeenten:
Haarlem, Bloemendaal en Zandvoort
Een quaestie Yan veel, maar wellicht
peperduur, water voor Haarlem, van
gemeente-uitbreiding voor Bloemen
daal, en van cultuur voor Bloemen
daal en Zandvoort belde.
Indien aangelegenheden van deze
soort niet meer in het volle licht der
publiciteit worden behandeld, dan
vraag ik mij toch af, welke verwron
gen en verdraaide opvatting een ge
meenteraad toch heeft van gemeente
belang.
Voorzeker, ik kon de psychologi
sche, de zielkundige draad wel vin
den, die langs deze gedragslijn gaat.
Ter onzaliger ure heeft zich van bo
venaf, bij 't dagelijksch bestuur, een
neiging ontwikkeld tot het geheim
houden zelfs van de meest eenvoudige
zaken. Strenge bepalingen zijn uitge
vaardigd tegenover ambtenaren, die
mededeelingen doen aan particulie
ren wanneer wij, journalisten, niet
uit jacht naar nieuws, maar met de
beste bedoelingen van de wereld, na
melijk om de menschen voor te lich
ten, de onbeduidendste inlichting aan
een ambtenaar vroegen, kregen wij
ten antwoord, dat liern op straffe van
ontslag het geven van een antwoord
verboden was.
Men kan zeggen, dat het ook niet
gewenscht is, dat alle ambtenaren op
eigen gelegenheid over hun afdeeling
praten. Wie iets wil weten, kan zich
tot B. en W. weaiden. Volkomen juist,
maar dit Collego heeft zich steeds (ik
spreek nog altijd van de journalisten)
zoo buitengewoon karig ten opzichte
van 't geven van informatie getoond,
dat de centralisatie van inlichtingen
op het achterwege blijven daarvan
uitliep.
Ditzelfde stelsel nu schijut in het
onderhavige geval de Raad te hebben
overgenomen. Alweerik kan mij de
psychologie van de zaak voorstellen.
Er is iets verleidelijks in, belangrijke
zaken te behandelen binnen de mu
ren, alsof men de menschen daarbui
ten niet noodig heeft, om hunne mee
ning niet behoeft te geven. Dat ver
hoogt het gewicht van het ambt, maar
verkleint meermalen de practlsche
beteekenis der beslissingen.
Met zijn stelselmatig stilzwijgen
heeft Haarlem niets anders bereikt,
dan dat onder den invloed van
de twee rapporten een algemeene opi
nie bezig is, zich te ontwikkelen, die
tegen haar en haar plannen is. Het
is een vergissing, te meenen, dat deze
op den uitslag van de zaak zelf geen
invloed kan hebben. Zelfs de hoogste
colleges bestaan toch altijd uit perso
nen, wier inzicht en overtuiging door
de meaning van anderen kunnen wor
den gevormd en gewijzigd.
Ik ben daarom van meening, dat
het hardnekkig stilzwijgen van ons
gemeentebestuur in deze belangrijke
zaak een fout is, die in geen geval
Haarlem ten voordeel zal kunnen
zijn.
J. C. P.
De Amerikaansche volksvertegen
woordigers hebben de gewone
BOODSCHAP VAN DEN PRESIDENT
ontvangen, die nu gesteld, is door
Taft
Allereerst wordt met vreugde ge
constateerd, dat de betrekkingen met
de buitenlandsche mogendheden
vriendschappelijk bleven en zelfs ver
beterd werden. Speciaal wordt hel
Congo-vraagstuk besproken. Het heet
„Wat de hervormingen betreft die
na de annexatie door België in den
Congo kunnen worden verwacht, ver
klaar ik, dat de houding van de Ver-
eenigde Staten is die van welwillend
heid, aanmoediging en hoopvol ver
trouwen m den goeden wil, die de zoo
vurig begeerde resultaten zal brengen
en voldoening zal geven aan de men-
schelijke -evoelens van geheel de
wereld."
Blijkbaar wil Amerika dus nietmeeu
doen met Engeland c. s. om tegenover
België moeilijkheden in den weg te
leggen en zelfs aan te sturen op een
conferentie, om de verplichtingen van
België vast te leggen, 't ls dus een
wenk aan de bemoeizuchtigen in Lon
den en Berlijn 1
Sprekende over den voortgang van
den constitutioneelen regeerinersvorm
op den Balkan merkt de president op,
dat er alle reden voor de Amerikanen
is om zich een grooter aandeel in den
handel daar te verzekeren.
Deze tijding is nu weer niet aange
naam. Wanneer de kooplieden dezen
raad volgen is er een land meer, dat
belangen heeft In den Balkan, en
zal de naijver daar nog toenemen I
De president voorziet een reusachti
ge ontwikkeling van den interkolonia-
Ten Amerikaanschen handel, welke
ontwikkeling zal bevorderd worden
door vergemakkelijking van het ver
keer. Hij maakte melding van het
denkbeeld der oprichting van een
groote bank in Latijnsch Amerika,
sprak over de verbetering van de be
trekkingen met Venezuela, enz.
Ook de verhouding tusschen
AMERIKA EN NICARAGUA
werd besproken, waarbij gewag ge
maakt werd van „Zelayas barbaar-
sche onderdrukkingsinethoden". De
onlangs daar terechtgestelde Amerika
nen waren officieren in de georgani
seerde legermacht der opstandelingen
die nu reeds half Nicaragua in hun
macht hebben.
Hoewel 't in deze boodschap niet
met ronde woorden erkend wordt, is
't toch tusschen de regels door te le
zen, dat do Amerikaansche regeering
sympatliiseerl met de opstandelingen.
President Zelayas heerschen zal dus
wel den langslen tijd geduurd hebben.
'L Belangrijkst zijn natuurlijk de
mededeelingen over
'T VERRE OOSTEN,
vrijwel de eenige plaats, waar Ame
rika diplomatieke verwikkelingen
kent. Do President verklaart, dat
Amerika aan den eisch van gelijk
heid van rechten in China vasthoudt
en de eerbiediging van de integriteit
van China wil. Een groep Amerikaan
sche bankiers slaagde er in aandeel
te krijgen in de groote spoorwoglee-
ning, op voorwaarden waarin de re
geering kon toestemmen.
In de boodschap wordt verder mel
ding gemaakt van de vriendschappe
lijke betrekkingen met Japan, welks
verzekeringen in de conventie met
China van 4 September geen betrek
king hadden op de Mandsjoerijsche
mijnen.
Wat de tariefwet betreft, President
Taft hoopte, en geloofde ook, dat
GEEN TARIKFOORLOG
tal volgen, nu aan de regeering zekere
macht bij de toepassing is gelaten.
Ook is het
FINANCIEEL VERSLAG DER UNIB
openbaar gemaakt, t Deficit wordt
geschat op 34 mlllioen dollar, niet
meegerekend de betalingen voor het
Panamakanaal, want dan zou er nog
49 millioen bijkomen.
De begrooting voor 1910 geeft een
saldo van 36 millioen aan. maar wan
neer de Panama-uitgaven worden ge
daan, dan is er weer IE millioen te
kort
Om deze tekorten te dekken, zullen
schuldbrieven en schatkistbiljetten
worden uitgegeven. Ook wórdt op be
zuiniging aangedrongen en voorge
steld 2 Panama-obligaties uit te
geven.
DE STANDVASTIGHEID IN DB
SPAANSCHE POLITIEK
is nog altijd afwezig.
Dat het ministerie-Moret nog niet
volkomen vast in den zadel zit, blijkt
wel uit de telkens weder opduikende
berichten over gerezen moeilijkheden.
Nog steeds heeft de minister-presi
dent de Cortes niet durven bijeenroe
pen tot behandeling der begrooting
en het toestaan der noodlge credieten
voor den Marokkaanscheu veldtocht,
wellicht omdat hij vreest dat de meer
derheid, welke wat de algemeene po
litiek betreft, nog altijd op de hand
van den afgetreden minister Maura
is, door verwerping dezer voorstellen
zijn kabinet tot aftreden zal dwingen.
Nu schijnt het gevaar weder uiteen
anderen hoek te komen. Er is een per
soonlijke oneenigheid ontstaan tus
schen den premier eu den minister
van oorlog, wegens diens weigering,
generaal Weyler den titel te verleenen
van kapitein-generaal, dezen door
den heer Moret toegezegd.
Zoodra de a. s. verkiezingen voor de
gemeenteraden zullen zijn afgeloopen,
wil de minister-president, zoo heet
het, den koning de beslissing in han
den geven in dezen twist, hetgeen
waarschijnlijk het aftreden van den
premier ten gevolge zal hebben.
Als opvolger wordt al genoemd
Montero Rius, die een kabinet zou
vormen, waarin alle liberale partijen
vertegenwoordigd zullen zijn.
DE FERRER-ZAAK
wordt weer druk besproken. Mevrouw
Solodad Villafranca, die zich beijverd
voor een revisie van hot prooes-Ferrer
heeft aan een journalist verklaard
De vorige week ben ik op audiëntie
geweest bij den minister-president
Moret, die mij o. a. verzekerde, dat hij
van plan is, een enquête uit te lokken
naar ai hetgeen tijdens de procedure
geschied is, terwijl hij tevens maatre
gelen wil nemen, om de tenuitvoerleg
ging van de confiscatie der goederen
van Ferrer te schorsen. Telephoniscli
stelde hij zich in verbinding met den
gouverneur van Barcelona, om den
verkoop van de villa Germinal voor
loopig uit te stellen.
MINISTERSVERVOLGING IN
DENEMARKEN.
De Folketmg besloot io overeenstem
ming met het voorstel van de commis
sie van onderzoek de vroegere minis
ters Christensen en Berg voor het
Rijksgerecht te dagen.
DE STAKING IN N. Z. WALES.
duurt nog steeds voort.
Krachtens de wet op de arbeidsge
schillen heeft de regeering drie lei
ders van de mijnwerkersstaking, den
voorzitter, den secretaris on den pen
ningmeester van den mijnwerkers-
Jxiud, in hechtenis doen nemen, op
een aanklacht wegens samenspan
ning. De gevangenneming geschiedde
onder woeste protesten. Troepen op
gewonden stakers volgden de leiders
naar het politiebureau. De politie
macht daar moest versterkt worden
om de woedende menigte in bedwang
te houden.
De werklieden-afgevaardigden en
de leden van het stakingscomité voor
spellen uitbreiding en verscherping
van den strijd, nu de regeering tot
dezen stap is overgegaan.
In H Vrij havengebied te Hamburg»
had gistermiddag
EEN HEVIGE GASONTPLOFFING
plaats in een nieuwen gashouder. Het
vuur sloeg over op het dak van den
ouden gashouder, van veertig duizend
kubieke meter inhoud. Tot dusver zijn
reeds zes lijken van slachtoffers ge
vonden veertig gewonden werden
naar het ziekenhuis vervoerd, waar
van velen reeds zijn bezweken.
Omtrent de oorzaak van de ramp
wordt nog gemeld, dat In den nlenwen
gashouder een scheur was ontstaan.
Het uitstroomende gas drong in het
retorten huis en op dat oogenhlik had
de ontploffing plaats. Een reuzen-
vlam streek over ongeveer 25 In de na
bijheid van den gashouder werkende
arbeiders, die allen, voor een deel
doodelijk, gewond veerden. De in de
nabijheid gelegen cantine is geheel
verwoest, drie vrouwen, die zich hier
bevonden, werden gedood.
Het aantal dooden wordt op ten
minste twintig geschat.
De brand is bij afzending van hot
laatste bericht in zooverre gebluscht,
dat men thans aan de onderdrukking
van het nog in de gebouwen woeden
de vuur is begonnen.
DE OPSTAND IN NICARAGUA.
Gemeld wordt, dat bij Rama aan
het leger van president Zelaya een
nederlaag is toegebracht door de
troepen van Estrada. Er vielen meer
dan honderd dooden en gewonden.
EEDSWEIGERING.
Donderdag 23 dezer staat voor de
Rechtbank hiew ter stede wegens
eedsweigering, terecht de koetsier J.
Hoogland, wonende in het Sohoterr-
kwartier.
Hoogland moest 4 November voor
de Rechtbank getuigen in een zaak
betreffende een vechtpartij tusschen
eenige personen, die hij In een rij
tuig had rondgereden.
Gav. Voorwerpen:
Een jongensjas, Jacobijneètmat 38
rood.
Een blauwe werkkiel, Oranjestraat
144.
Een handtaschje, inh. een wit doek
je, Kloosterstraat 28 rood.
Een jongenspet, Groot Heiligland
71.
Een band van een kinderwagen.
Gen. Cronjéstroat 61 rood.
Een staart van een bont, Bosch en
Vaartstraat 3, Heemstede).
Een handschoen, Gen. Bothastr. 63.
Een gulden, Brouwersstr. 111
Een hondenzweep, Voorzorgstr. 51.
Een dameshorlogeketting, Morin-
nesteeg 17.
Aangifte is gedaan van het verlie
zen van twee 1/2 loten der Staats
loterij.
AUDIËNTIES.
De ministers van Buitenlandsche
Zaken, Koloniën en Marine, verlee
nen Vrijdag 10 December geen au
diëntie.
TENTOONSTELLING IN
ARGENTINIë.
Men schrijft ons
Volgens rnededeeling van den Com
missaris-Generaal voor Europa is de
sluitingstermijn voor de aanmeldin
gen, betreffende de Internationale
Landbouwtentoonstelling voor vee,
landbouwproducten, akkerbouwge-
reodschap, enz., waaraan onlangs een
afdeeling voor levensmiddelen is toe
gevoegd, die in het volgend jaar van
3 Juni tot 31 Juli te Buenos-Ayros, on
der beschcrmir-1- van de regeering der
Argentijnsche Republiek, ter gelegen
heid der viering van het eerste Eeuw
feest der Onafhankelijkheid, zal ge
houden worden, tot op 31 December
19U9 uitgesteld.
Verdere inlichtingen worden ver
strekt door de Argentijnsche gezant
schappen en consulaten en door den
Commissaris-Generaal voor Europa,
Hon. Consul Gustuv Niederlein, Ber
lin, Argent. Gesantschaft en verder
door de permanente tentoonstellings
commissies te Milaan, Rome. Parijs,
Brussel, Zurich en te Berlijn.
Mijco man denkt nu letterlijk aaa
alles. Vanmorgen vond ik k de braad,
pan een briefje: „Niet latex aanbraa-
den", in do aardappelenpa* „Niet te
veel zout", en in de groentenpan:
„Geen boter vergeten."
'T VOORNAAMSTE.
Man: Vrouw, we gaan vanavond
naar den schouwburg. Fr wordt een
blijspel gegeven Vergeet dus vooral je
tanden niet.
DE VROOLIJKE METSELAARSBAAS
Een ihetselaar was van een steiger
gevallen, op zijn hand terechlgcko
men, en had al zijn vingers verzwikt.
Toen de dokter het verband gelegd
had, na een behandeling, die den pa
tiënt niet weinig pijn had eedaan,
vroeg deze
Zou 't nog terecht komen t
Welzeker, 'k heb er alle hoop op.
antwoordde de heelmeester,
En zal ik, als ik hersteld ben, pia
no kunnen spelen
Ook daar twijfel ik niet aan.
Nu, don is de val toch orgena
goed voor geweest, want ik heb het
nooit van mijn leven geleerd
DE HARE.
Mevrouw In de krant staat, dut er
voor elke 1300 menschen één. politie-
agent is.
DienstmeisjeZoo mevrouw t Nou
ik heb den mijne I
DE „LICHTZIJDE".
A. Ik begrijp niet, mijnheer Licht»
tiller, hoe gij u over die nieuwe be
lastingen verheugen kunt
Lichttiller En waarom niet?.... Nu
hebben we immers iets, waarover we
een heel jaar aan de kletstafel in hot
bierhuis kunnen uitvaren.
STIJLBLOEMPJE.
UU een roman „ln snel opvlam
mende woede stiot hij zijn tegenstan
der den dolk in het hartmaar on
middellijk kreeg hij berouw en hij
trok hem haastig weer terug."
TWEEDE KAMER.
Men seinde ons gisteren uit Den
Haug, te laat om nog in dat nummer
op te nemen
Bij de voortgezette replieken over
de Marine-begrooting diende de heex
Van Twist een motie in, uitsprekende,
dat gehuwde mindere schepelingen en
onderofficieren, voor zooveel de dienst
dit toelaat, in het gezin zullen mogen
middagmalen en hun daarvoor een
voediugsgeld zal worden uitgekeerd.
Deze motie werd dadelijk behan
deld en bestreden door den heer Lob
man, die de motie óf ondoeltreffend
achtte, óf ongeoorloofd immers me
debrengend een inmenging van de
Kamer in den inwendigen dienst.
De Minister had bezwaar, dat nu
schen in actieven dienst in ongunsti
ger positie zouden komen dan beman
ningen van aan wal liggende sche
pen en voerde nog administratieve en
dienstbezwaren aan. Voediuggeld zou
z. i. geen voordeel wezen voor gehuw
de schepelingen. Beter was soldijver-
hooging voor enkele categorieën van
onderofficieren, ongeveer 800.
Minister Heemskerk, sprekende over
geestelijke belangen van het. marine
personeel, zeide. dat de Regeer.ng
niet. geroepen was, godsdienstzin aan
te kweeken anders dan in belang der
individuen zelf, niet met gezagver-
sterking als doel. De Regeering mocht
niet anders doen dan belemmeringen
van contact tusschen kerken on sche
pelingen wegnemen, maar de regee
ring mocht de taak der kerken niet
overnemen.
De motie werd gewijzigd in dien
geest, dat aan de Regeering den
wensch werd te kennen gegeven, om
zich niet door eventueele geldelijke
gevolgen te laten weerhouden.
De Minister van Marine vatte deze
motie op als een verwijt, dat hij niet
voldoende zorg had voor het. perso-
neel. Hij ontraadde dus de motie.
De replieken op de algemeene be
schouwingen over „Marino", louter
herhaling van het gesprokene, zou
den geeii aanleiding bebben gegeven
om er aandacht aan te wijden, ware
het niet. gelijk reeds geseind werd,
dat de Minister Heemskerk het noo
dig had geoordeeld zijn collega te ko
men bijspringen, wiens uiteenzettin
gen in zake de geestelijke zorg voor
de scheplingen ter rechterzijde blijk
baar geen aangenarnen indruk had
den gemaakt.
Bovendien werd van de quaestie dei
voedingsgelden (vergoeding voor het
door
E. W. Hornung.
„Mannen van invloed en positie
trachten hun avonden op onze ver
anda door, o. a. de agent voor Mel
bourne van de „Lady Jermyn", het
aantrekkelijkste schip, dat toen in de
haven lag, en waaraan de eerste voor
raad stofgoud zou worden toever
trouwd, als er maar een schipper ge
bonden kon worden, die als plaatsver
vanger kon optreden van den deser
teur, die u hierheen had gebracht.
„Santos deed zijn best er een te
vinden. Hij had er weken voor noo
dig, maar toevallig vond hij kapitein
Harris in Bendigo, en kapitein Harris
was zijn man. Nog meer dan dat, hij
Yicl ook in den smaak bij den agent,
en de „Lady Jermyn" werd toegerust
yoor de zeereis. Nu begonnen de com
plicaties. Geheel in 't openbaar had
jSantos den schoener „Spindrift" ge-
Ikocjht. hem met wol geladen en mii
het commando daarover gegeven, en
met kracht verzekerd, dat hij liever
in den schoener naar Engeland zou
gaan, dan nog een oogenbiik langer
op de „Lady Jermyn" wachten. Op
het laatste oogenhlik veranderde hij
van gedachte, en ik zeilde alleen uit,
zooveel dagen als mogelijk was voor
de „Lady Jermyn", wat van het begin
af aan het plan was geweestmaar
het Liep alles zeer tegen, toen het
oogenhlik daar was. Ik zou alles ge
geven hebben om mij uit die onderne
ming terug te trekken. Ik mocht niet
meer eerlijk zijn maar wel had ik
Eva Denison eerlijk lief. Als ik mij nu
terugtrok, zou ik haar voor altijd
verloren hebben.
„Bovendien was het niet de eerste
maal, dat ik tegen de wet zondigde,
ik, die afstamde uit een familie, die
zich niet aan de wetten stoorde; maar
het zou voor het eerst geweest zijn,
dat ik een kameraad ontrouw werd,
of in den 9teek liet. Dat zou ik ook
nu niet doem.
„Maar dat kan ik u verzekeren,
dat ik nooit vermoedde, dat het zoo
af zou loopen, ofschoon ik toestem en
altijd heb toegestemd, dat mijn zede
lijke verantwoordelijkheid er maat
weinig minder om is. Toch ben ik
nooit eenigszins medeplichtig geweest
aan een vooraf beraamden moord,
wat ik dan overigens ook geweest
mag zijn. Den avond, voordat ik uit
zeilde, waren Santos en de kapitein
tot middernacht bij mij aan boord.
Zij beloofden mij, dat ieder lid van
de bemanning of iedere passagier ge
legenheid zou hebben te ontsnappeu
dat alleen onvoorziene omstandighe
den zouden kunnen voorkomen, dat
de booten binnen enkele uren in
Ascension waren dait al T andere er
niets too deed, zoolang verondersteld
werd, dat de kapiteinsboot met haar
geheele bemanning in de golven was
omgekomen.
„Dat beloofden zij mij, en ik ben
er van overtuigd, dat Harris van plan
was zijn belofte te houden. Dat was
geen doortrapte schurk maar de an
der zou bloed laten vloeien als water,
zooala ik u al vertelde, eu zooals ook
niemand beter weet dan ik. Hij was
berucht zelfs in Portugeesch Afrika,
om zijn wreedaardige behandeling
van de negers. Hij blufte er bij voor
keur op, dat hij eens een geheel dorp
had vergeven en dat hij zeil de boo
ten van de „Lady Jermyn" wrak had
gemaakt, kan u op mijn woord geloo-
ven, want ik heb hem hooren be
schrijven, hoe hij tot den laatsten
avond wachtte, en toen de hamer
slagen liet neervallen op het oogen
biik van het applaus voor het con
cert. Hij zei, dat het had kunnen uit
komen, dat er stofgoud in de kleine
sloep was. Het was veiliger niets te
wagen.
„Hetzelfde gebeurde aan boord van
don schoener. Nooit zal ik het afschu
welijke van die reis vergeten, nadat
Santos aan boord kwam Ik had een
bemanning van acht koppen, allen
meegeteld, en twee bracht hij er met
zich mee in de 6loep. Natuurlijk be
gonnen zij over het goud te spreken,
zij wilden hun aandeel hebben als zij
aan wal gingen en er hing muiterij
in de lucht, met den hofmeester en
kwartiermeester van de „Lady Jer
myn" als hoofdleiders.
„Santos drukte het dadelijk met
groote wraakzucht den kop in Hij
en Harris schoten ieder lid van de be
manning dood, en twee, die door heit
hart geschoten waren, waschten en
kleedden zij, en lieten zij drijven in
de sloep, voorzien van valsche papie
ren. 'k Weet niet, hoe wij Madeira
bereikt hebbenwij verfden den
ouden naam uit en schilderden er
een nieuwen voor in de plaats en
wij wierven Portugeesche matrozen
aan waarvan er geen enkele Engelsch
kon spreken. Wij scheepten hen in
in het jacht „Braganza", van den
Hertog van Mondejode schoener
„Spindrift" was voor altijd van den
waterspiegel verdwenen. En met de
mannen namen wij veel bordeaux
wijn en cigaretten in en wij betaal
den de menschen goeden onder
zulke omstandigheden vraagt de Por
tugeesche zeeman naar niets.
„En toen wenscMe ik, eerlijk' ge
zegd, dat ik mij een kogel door het
hoofd had gejaagd, voordat ik mij
met deze moorddadige samenzwering
had ingelaten maar terugtrekken
was onmogelijk, zelfs al was ik er .le
man naar geweest, om mij terug te
trekken, nu ik eenmaal zoo ver was
gegaan en ik had een nog krachti
ger reden om bij de anderen te blij
ven, tot het bittere einde toe. Ik kon
Eva niet aan deze schurken overla
ten. Aan den andtenen kant kon ik
haai- ook niet van hen wegnemen,
want (zooals u weet) beschouwde zij
mij juist als de ergste schurk vau
hen allen. In mij en door mij was zij
bedrogen, beleedigd, vernederd dat
zij mij dit ooit zelfs tot op dit uur een
oogenbiik zou kunnen vergeven, is
meer dan waarop ik kan hopen....
Zoo waren wij er dus in verward. Zij
wilde mij zelfs niet aankijken. En ik
wilde haar niet verlaten, totdat de
dood mij wegnam.
„Santos was altijd heel vriendelijk
voor haar geweest tot op dat oogen
biik hij was ook vroeger vriendelijk
geweest tegenover haar moeder, dat
begreep ik. Alleen in de uitvoering
van zijn plannen toonde hij zijn min
achting voor een menschenlevcnen
daarom juist begon ik te vreezen voor
het meisje, dat ik nog durfde lief te
hebben.
„Zij nam een houding aan. even
gevaarlijk voor haar eigen veiligheid,
dan voor die van ons. Zij vroeg om
haar vrijheid te mogen hebben, als
wij aan wal kwamen. Haar verzoek
werd geweigerd. En, hoe was hot
mogelijk, ik was de bitterste tegen
stander 1 En attes wal wij deden, ver
sterkte haar nog in haar besluitdat
nog zoo jonge meisje slingerde ons be
dreigingen in het aangezichtnooit
zal ik dat tooneel vergeten 0 kent
haar energie als wy tiaar niet in
vrijheid stelden, zou zij alles vertel
len als wij landden. En u herinnert
zich nog wol hoe Santos gewoon was
de schouders op te halen Dat was
alles, wat hij toen deed. Het was ge
noog voor mij, die hem kende."Lagen
achtereen liet ik hen nooit samen.
Nachten achtereen waakte ik v-or .le
deur van haar hut. En zij haa-vte mij
des te meer, omdat ik haar n-.oit al
leen liet 1 Daaiaan had ik mij te on
derwerpen.
,,'s Avonds ankerden wij in Fal
mouth Bay, met hit plan, ons goud
rechtstreeks naar de Bank van En
geland te brengen, als vrws-ode, door
de fortuin begunstigde, goudzoekers,
dten avond dacht ik a at de laat
ste zou zijn voor een van ons beiden.
Hij sloot haar op in de hut, terwijl
hij zelf buiten de deur bleef wachtea.
Ik zat aan den anderen kant van de
tafel eu bewaakte hem.
„Ieder had een hand in zijn zak
ieder had een pistool in die hand en'
daar zaten wij met gesloten oogen,
terwijl Harris aan wal ging om cou
ranten te halen.
Wordt vervolgd),