m m HP ui JU m if Mi Hl SU jjf ijj JË s i H s heerlijke kledingstuk engagementen kunnen aannemen als er eens ooit mbchten komen Ja, mijn rok moest ik behouden, er kome wat wil. Ik woonde nu ergens in een soort zolderkamertje, waar Ik al vier we ken huur achter was. Mijn kostjuf- frouw, een best mensch. werd nu toch een beetje ongeduldig en ik wist, dat ik over een paar nachten onder den blooten hemel zou staan, als Ik niet betaalde. Dat was een lamme geschie denis. Op een mistigen Donderdagavond klom ik de trap op naar mijn armzalig kamertje en zag een brief liggen, die onder de deur was geschoven. Bij ope ning bleek hij een toegangskaartje te bevatten voor eene uitvoering, welke dien avcnd in een van de groote con certzalen werd gegeven. Kaartjes Werden me dikwijls gezonden, van wege mijn artistiek beroep, doch een isnee brood zou me meer welkom zijn geweest. De kerktoren sloeg zes uur. I-Iet was nog tijd om me te kleedcn en naar het concert te gaan als ik wilde, en, bo vendien, 't was toch maar beter den avond door te brengen in een warme, beider verlichte zaal, dan bij het schijnsel van een kaars in een zolder kamertje. Ik besloot dus naar het con cert te gaan. Ik maakte haastig mijn toilet en juist was ik daarmede gereed, toen op de deur werd geklopt. Binnen, riep ik vlug. Mijn kostjuffrouw verscheen zelf. Mijnheer, zei ze snel en zenuw achtig, ik kwam eens even boven, om le vragen, wanneer u denkt mij een gedeelte te kunnen betalen. Ik ben geen hardvochtige vrouw, dat weet u wel, maar ik heb nog een man en een aantal kleintjes, aan wie ik ook moet denken. Wanneer kunt u afrekenen Ik trachtte kalm te blijven, toen ik antwoordde Zeer spoedig, hoop ik. In allen geval, ik zal mijn best doen. Meer dan 'dat kan ik niet zeggen, m'n waarde juffrouw. Ze mompelde iets en was op het punt heen te gaan, toen zij uit haar xak een klein visitekaartje haalde. Dat moet van u zijn, mijnheer, zei ze, mij het kaartje gevende. Ik raapte 't vanmorgen in de kamer op, nadat ik uw bed had opgemaakt. Goe den avond. Ik keek op het stukje carton. Ja, 't was een van mijn visitekaartjes en 't herinnerde mij aan de dagen, dat mijn leven heel anders was en de menschen me graag in hunne wonin gen ontvingen. Sinds lang had ik de luxe van een naamkaartje niet meer gekend en 't kwam nu tot me als een boodschapper van een ver en verge ten verleden. Onwillekeurig stak ik hel in den zak, blies de kaars uit en ging naar beneden. Mijn weg naar de concertzaal leid de me langs een rivier en een onver klaarbare drang dreef me naar de steenen borstwering. Ik leunde er te gen en keek in den wazigen stroom. In mijn hart kwam een plotseling en overweldigend verlangen op om hier mijn leven te eindigen en ik klom op den steeneu muur om mij zelf in do donkere diepte te werpen. Ik aar- telde. Ik keerde terug. De hoop herleefde in mijn hart. Ik wilde verder leven en 'den levensstrijd voeren tot het einde. En in de dagen, die komen zouden, I «ou ik dikwijls terugdenken aan de zen avond en danken uit den grond van mijn hart, dat mij kracht ge schonken was in deze vejschrikkelij- k© verzoeking. Het was een groote verlichting voor me van de ongezellige straat de vroo- lijk© en schitterend verlichte concert zaal binnen te treden. Er had zich reeds een groote menigte verzameld, want het programma vermeldde de beroemdste namen uit de muzikale wereld, o. a. dien van signor Luigi. Hoewel zijn naam Jtaliaansch was, had hij evenveel Italiaansch bloed in de aderen als u of ik, maar, zooals zoo vele zangers, had hij den vreem den naam om beroepsredenen aange nomen. Ik had altijd met veel belang stelling naar Luigi geluisterd, want vele personen hadden mij verleid, dal mijne stem op de zijne geleek werkelijk, sommigen waren zóó ver gegaan, om te beweren, dat wanneer hij en ik samen moesten dingen naar een prijs, ik de onderscheiding zou be halen. Maar Luigi was vermaard en ge teerd en kreeg duizend gulden per lied terwijl ik nu, allen die het voor gaande gelezen hebben, zullen het ver schil tusschen ons beiden wel kennen. Luigi werd met veel geestdrift, ont vangen dezen avond en zong twee liedoren.. Het was vrijwel op het ein de van het programma en toen de uit voering geëindigd was, stonden de meeste toehoorders, waaronder ik, op. Toen ik door de straat liep bonslo ik tegen een man, die met snellen pas voortging. Hij maakte een kort ex cuus en ik herkende hem in 't licht van een lantaarn, dat op zijn gelaat viel, als don zanger, dien ik juist had gehoord Luigi. Ik kreeg een plotselinge ingeving. Ik moest Luigi eens vragen mij te helpen. Misschien zou hij in het uur van zijn eigen triomf een behulpzame hand uitstrekken naar den man, dien hij op zijn weg ontmoette. Ik iiep hem achterna en haalde hem spoedig in. Hem zacht op den urm kloppend, zeide ik Excuseer, maar kan ik u even 6preken Hij keerde zich plotseling om en Vroeg Wie ter wereld zijt ge Wat ver langt ge iZijn toon was uiterst ruw en al mijn hoop verdween reeds. Doch ik liet al mijn trots varen en zeide haastig Ik vraag u verontschuldiging, jdot ik u zoo lastig val, doch ik heb pbsoluut geen cent meer. O neen, ik vraag nie't om een aalmoes, zeide ik vlug, toen ik hom zijn hand in den zak z.ag steken. Ik vraag een andore soort hulp. Ik ben zanger. Ik geloof, dat ik er wel geschikt voor ben, doch ik kan geen engagement vinden, hoe wel ik er mijn best voor gedaan heb. Wil u me helpen om er een te vinden? Hij keek me erg onvriendelijk aan, toen hij mij antwoordde Werkelijk, u gedraagt u uiterst «onderling, mijnheer. Iemand op straat aan te houden en hem daar op ieze manier om hulp te vragen, is iets heel nieuws voor me. Geef me échter uw kaartie en als ik iels ge schikts vtnd, zal Ik het u laten ten. Ik haalde mijn laatste naamkaart je voor den dag, dat m'n kostjuffrou me dien avond gelukkig overhandigd had en gaf het hem. Zonder er een blik op te werpen, stak hij het in zijn vestjeszak en mij goeden avond wen- schende, liep hij verder. Een oogenblik lateT zag ik, dat hij weei; werd aangehouden, blijkbaar door een vreemdeling. Ik hoorde deze hem hartelijk geluk wenschen en Ik twijfelde er niet aan, of de gevierde zanger had mij alweer vergeten, alsof ik nimmer zijn weg had gekruist. Op mijn weg huiswaarts had ik dien avond toch nog een gelukje. Ik ont moette een ouden schoolkameraad, die, mijn netel'ge positie vernemende, er op aandrong mij ©en tientje te lee- nen. Daarvan gaf ik m'n kostjuffrouw wat op afbetaling en ging veel gerus ter naar bed dan in de laatste weken het geval was geweest. Den volgenden Maandag ontving ik een brief die me geheel van streek brach. Hij luidde aldus De heer Kent, een onzer directeu ren, overhandigde ons uw kaartje met het oog er op, om u te engageeren voor een reeks concerten, door zijn agentschap te oTganiseeren. Tot on zen spijt is de heer Kent naar New- York geroepen sinds hij het genoegen had u te ontmoeten, zoodat hij de za ken met u niet persoonlijk zal kun nen regelen. Indien u echter zoo goed wilt zijn, zoo spoedig hier te.komen als u kimt, zullen wij trachten zoo eenigszins mogelijk ai uwe wenschen te bevredigen. Met de meeste hoogachting, Algemeen Concert-Bureau. G. WILLES, secretaris. Een tweevoudig gevoel streed om de overhand in mijn hart, toen ik deze regels las verbazing en vreugde. Verbazing dat zulk een brief aan mij geaddresseerd was vreugde omdat hij gekomen was. Mijn eerste gedachte was direct naar het Concert-Bureau te gaan, doch bij eenig nadenken leek me dat toch wel wat onpolitiek. Blijkbaar was de brief geschreven onder den in druk, dat ik een „ster" was in de mu zikale wereld en te veel haast mijner zijds zou misschien dien indruk weg nemen. Ik besloot daarom een klein briefje le schrijven, waarin ik meld de, dat ik zou komen zoodra mijn en gagementen dat toelieten. Ik moest onwillekeurig lachen, toen ik dit laatste zinnetje schreef. Den volgenden Woensdag ging ik naar het Bureau. Daar werd ik in een klein vertrek gelaten, met papieren bezaaid, waartusschen een jongeman zat te werken. Hij stond op en ont ving mij met veel voorkomendheid Goeden morgen, zeide hij, ter wijl hij een stoel voor me neerzette. Gaat u zitten. Het spijt mij zeer, dat mijnheer Kent de zaken niet zelf met u kan regelen, doch zooals ik u in mijn brief meldde, is hij op reis gegaan. Hij hoorde u verleden Donderdag avond zingen op het groote concert in de concertzaal en hij besloot aan stonds, dat u zich bij ons gezelschap moest aansluiten voor onze winter en voorjaars-seizoens. Dat wil natuur lijk zeggen, als wij liet eens kunnen worden. Toen hij had uitgesproken was mij eensklaps alles duidelijk geworden. Luigi had den directeur, met wlen ik hem na het concert had zien spreken, mijn kaartje overhandigd, in de haast meenende, dat het zijn kaartje was. De directeur had daarna ongetwijfeld zijn secretaris opgedragen, den op het kaarlje vermelden zanger te engagee ren. Ja, dat was het geheim. Met mijn laatste, naamkaartje had ik werkelijk geboft 1 Wat er nu nog volgde, kan ik zoo kort mogelijk meedeelen. De mij aan geboden voorwaarden waren zóódanig dat ik neiging had om van blijdschap van m'n stoel Le springen, doch ik deed natuurlijk niet zoo dwaas en ge droeg me zooals dat een verstandig persoon van mijn slag betaamde. Vóór ik het vertrek verliet, had ik het con tract voor een heele reeks concerten geteekend. Het eerste concert had drie weken later plaats. Hoe opgewonden ik tevo ren was, kan ik niet zeggen. Mijn op gewondenheid was eenvoudig over weldigend. want ik wist nu, dat het groote moment, dat beslissen zou over had verlangd, waarom ik had gebe den, eindelijk was gekomen Maan dagavond, de avond van het eerste concert, zou over mijn toekomst be slissen. Eindelijk kwam hij Ik beefde hevig tot op het oogenblikken, dat ik voor het publiek verscheen toen verliet mij alle vrees en ik overzag het groo te en schitterende auditorium met groote vrijmoedigheid. Ik zong mijn eerste lied. Als ik terugzie op dien avond, zie ik terug op den gelukkigsten avond van mijn leven. Ik had een succes als waarop ik nauwelijks had durven ho pen, mijn gehoor was dol van enthou. siasme. Ik werd vijfmaal teruggeroe pen. Mijn triomf was volmaakt. Weinig blijft er te vertellen over. Van dien avond af was het één zege tocht engagements-aanbiodingen stroomden me toe, de dagbladen be spraken dag op dag mijn succes. Door een gelukkig toeval had ik naam en fortuin gemaakt. Later kwam de geheele waarheid natuurlijk aan het licht; doch Luigi scheen het, in plaats van er woedend over te zijn, erg grappig te vinden. Toen hij me ontmoette, stak hij mij de hand toe en zeide Ik wensch je van harte geluk. Leuk hé, dat ik in abuis jouw kaartje gaf in plaats van het. mijne Ik zou 't engagement toch niet hebben kunnen accepteeren, daar ik reeds verbonden was. 't Doet me plezier, dat 't je zoo goed gaat. Een sigaar opsteken ik maakte van zijn aanbod gebruik en onwillekeurig vergeleek ik de ma nier, waarop de menschen je behan delen als je aan lager wal zijt ge raakt en als je fortuin maakt Ko misch hé Maar ik had dat alles te danken aan het stukje carton, dat m'n kostjuffrouw bij het opmaken van m'n bed had gevonden. Een ernstig gemeend huwelijksaanzoek. De lust om ia trcruwen scheen on der de mannen van .rijperen leef tijd" niet heel groot te zijn slechts vijf antwoorden waren ingekomen op het „ernstig gemeend huwelijksaan zoek", dat jnffrouw Martha Beer- baum, boekhoudster bij C. F. Weber, in de courant had doen plaatsen. Zoo werd haar de keuze niet bij zonder moeilijk en ze besliste na een kort overleg ten gunste van het aan zoek van een zekeren meneer Frie- drich Muller, wiens netjes en foutvrij geschreven brief ze nogmaals door las, eer ze besloot er op te antwoor den. De heele manier, waarop meneer Muller haxl geschreven, Levlel haar, c-n daarom antwoordde zij, dat ook zij niet ongenegen was, om den vol genden Zondagnamiddag tegen vijf uur in het ververschingslo-kaal van Aschinger aan liet Alexanderple'n te zijn ze zou een roode roos v-oor zich op de tafel leggen, waaraan hij haar herkennen kon. Zoo trok zo dan des Zondags haar beste japon aan, kocht een volle, don kere roos, en begaf zich op weg. Meneer FriecLrich Muller had reeds op haar gewacht, want toen ze was gaan zitten en de roode roos voor zich op de tafel had gelegd, stond een heer, die bij een tafeltje in de buurt zat, op en ging naar haar toe. Mejuffrouw Martha Beerbaum? vroeg hij, terwijl hij haar groette. Ja, meneer 1 antwoordde blozend. Daarop stelde hij zich aan haar voor en nam aan haar 1 af eitje plaats. Martha Beerbaum's hart klopte, alsof het zou bersten, deze man was knap, niet zoo heel jong meer, maar krachtig, mannelijk, met een flinken knevel en levendige, donkore oogen, waaraan hij soms ook een droomerige uitdrukking wist te geven. Zijn optreden was beslist en han dig, zijn kleeding echter kwam niet volkomen overeen met zijn optreden. Doch juffrouw Beerbaum vond daar voor al spoedig een verontschuldiging een vrijgezel, die de zorg van een vrouw ontbeerde, die tot dusver altijd op gemeubileerde kamers had ge woond, tegenover wien zooais hij zelf had geschreven hef lot niet al tijd vriendelijk was geweest, dit alles verklaarde veeL Bescheiden dronk hij, evenals zij, een kop koffie, hielp haar en zeker ook zlchzelven door een paar goed gekozen woorden over de eerste verlegenheid heen en tracht haar daarna, uit bef binnenste der stad onder de schaduwrijke hoornen van den dierentuin. En hier stc-rtte hij zijn hart voor haar uit, op zulk een openhartige wijze, en in zulke een voudige woorden, dat Martha. Beer baum geen twijfel meer kon koesteren aan de oprechtheid ziiner bedoelingen en van zijn geheele wezen. Hef is tegenwoordig geen onge wone weg meer, juffrouw Martha, zei hij, langs welken we elkaar gevonden hebben. Maar u moet daar om niet denken, dat hef voor m ij slechts om een zaak, om een zooge naamd huwelijk uit berekening gaat. Ik ken u thans pas een uur en toch kan ik niet slechts met u>n goed ge weten, maar ook volgens de eerlijk ste overtuiging van mijn hart tot u zeggen ik bemin u 1 Ozei juffrouw Beerbaum en sloeg blozend d© oogen neer. Ja, zeker, lieve Martha, ver volgde hij, de eerste indruk is al tijd beslissend enals ge 't daarom wilt wagenmet een c,envoudig ge woon man.... Het was intussc-hen donker gewor den en juffrouw Beerbaum wist niets beters te doen dan hem haar lippen tot een kus, den verlovingskus, aan te bieden. Het verbond was dus bezegeld, en op den terugweg stelde Martha Beer baum zelf voor, den dag in een res taurant of misschien beter nog hij Kempinski te besluiten. Friedrich Muller aarzelde een oogen blik en toen antwoordde hij met een trouwhartigen opslag van zijn mooie, zwarte oogen Van harte gaarne, besle Martha. Maar zullen we dadel>>k bij den eer sten stap in ons nieuwe leven eene lichtzinnigheid begaan Ge ziet, hoe oprecht ik tegenover je ben, en ook zijn moefIk moet op mijn eerste salaris nog ongeveer zes weken wach ten, daar ik mijn nieuwe betrekking pas over veertien dagen kan aanvaar den, en tof zoolang wil en moet ik met het weinigje geld rondkomen, dat ik bespaard heb en dat reeds aan merkelijk begint t© verminderen. Martha Beerbaum was letterlijk betooverd door zijn openhartigheid en eerlijkheid hij was niet alleen een knap en beschaafd mensch hij was ook eerlijk en spaarzaam. Dat bc-viel haar bijna nog het meest van hem. Welnu, meneer Muller, zei ze daarom gelukkig en tevreden tege lijk, we zijn elkander nu immers piet meer vreemd. Als u dus wilde toestaan, dat ik.... dof wij,... ik be doel, dat u van mij, die nu toch spoe dig in een nadere betrekking tot u kom te staan, zonder complimenten kunt aannemen, dat..... Nooit Friedrich Muller zag er letterlijk verontwaardigd uit. Nooit zal ik toestaan, dat gij dat we op uw kostenreeds mijn eergevoel zou daar tegen opkomen. Neen, Martha Dat moef ge zelf in zien. Ennietwaar ge zijt daar om niet boos op mij. Er zullen nog vele dagen kornen, waarop we geluk kig en tevreden met elkaar kunnen eten, wat -mij betreft op een Zondag ook nu en dan bij Kempinski. Martha Beerbaum zweeg ze knik te zacht met liet hoofd en haar vin gers drukten zwijgend zijn arm. Daarop vergezelde hij haar naar huis en zij begaf zich, gelukkig glim lachend en steeds aan hem denkend, ter ruste. De volgende dagen zagen ze elkan der altijd slechts voor een half uur, des avonds, wanneer hij haar van het kantoor haalde en naar huis ver gezelde. Elk en morgen echter ontving se een groet van hem een prentbriefkaart of een langen brief, waarin hij haar van het geluk sprak, dat hij in haar had gevonden, en de toekomst voor hen beiden in de schoonste kleuren afmaalde. Tegen het etnde der week deelde hij haar mede, dat hij op reis moest, slechts voor twee dagen, zooals hij zei, naar bloedverwanten op hef land, op wier kleine bezitting liij nog eei paar duizend mark hypotheek had hij moest dit geld nu zelf gebruiken als borgstelling in zijn nieuwe betrek king. Martha zou hein gaarne voor dit doel haar spaarpenningen hebben aangeboden, maar ze had zijn gevoe ligheid In geldzaken 1-eeren kennen en deed het daarom niet. Des Maandags kwam hij terug, en teven hij haar van het kantoor haai de, pruilde ze, eerst eenig-e oogenblik ken, omdat hij haar niet eens een briefkaart had gezonden, en dus ver moedelijk in 't geheel niet aan haar had gedacht. Lieve Martha, antwoordde hij ernstig, en streek zich met de hand over het voorhoofd, ik was inder daad niet in een stemming om je te schrijven, ofschoon ik veel aan je heb gedacht. Mijn bezoek bij mijne bloedverwanten had geen beste resul taten. Het. zijn brave menschen, maar het gaat hun niet voor den wind, en mijn klein kapitaal kan ik in elk ge val niet voor October terugkrijgen. Dat is mij pijnlijker dan je denkt, want de borgstelling moet onvoor waardelijk hij het aanvaarden mij ner betrekking worden gestort. Ge schiedt dat niet, dan moet ;k bedan ken, en.... Hij voltooide den zin niet, maar zag ernstig en nadenkend voor zich neer*. Martha Beerbaum aarzelde een oogenblik, maar toen zei za op een toon, die bijna verwijtend klonk Fritz, heb je dan in het geheel niet aan mij gedacht Zeker kind, zei hij schijnbaar verstrooid, juist daarom ls het mij dubbel pijnlijk. Hoe onbaatzuchtig is hij, zeide ze tot ziohzeive en vervolgde daarop luide Neen, je begrijpt me niet Aan mijn geld, mijn spaarpenningen. Aan jouw Maar- ik heb je immers gezegd, dat ik vijfduizend mark bezit, een kleine erfenis en wat ik er zelf bij bespaard heb. O juist I En.... neen, Martha het gaat niet Het gaat wel, Fritz, zeide ze mei een voor haar ongewone vastbe radenheid, wij kunnen de papieren bet zijn Consols reeds morgen verkoopen, en jij betaalt dan het con tante geld bij je nieuWe firma. Nu, goed dan, hij gaf eindelijk toe we moeten dan tot October met het huwelijk wachten, want eerder kan ik mijn geld niet krijgen. Ach, •m ik had je zoo gaarne reeds dadelijk als vrouw aan mijn zijde gezien. Hij zuchtte nog eenmaal diep, en scheen den ganschen avond ontstemd zijn. Den volgenden dag was hij weer heter gemutst. Toen zij te zamen de ConsoLs verkochten, stak hij er zelfs den gek mee, dat zij beiden in weerwil van haar reuzen vermogen nu toch eigenlijk straatarm waren. Martha had dien namiddag verlof gevraagd en vergezelde hem naar het groote bankiershuis, zijn toi-komstige werkplaats, waar hij de borgstelling moest brengen. Ze behoefde slechts weinige oogen blikken voor het prachtige gebouw t>e wachten en toen kwam bij er weer uit, overhandigde haar een kwitantie over het gestorte bedrag en was nu weer uitstekend gehumeurd. Hij wandelde met haar de hoofd-, straten door, dronk koffie met haar bij Josty en betreurde het alleen maar, dat hij haar ook niet den avond kon wijden, daar hij had afgesproken met zijn nieuwe collega's een glas bier te drinken. Maar den volgenden avond beloofde hij haar te komen. Zij verwachtte hem voor haar kan toor, een vol uur tevergeefs. Toen ze ook den volgenden morgen geen bericht van hem kreeg, schreef ze naar de Artilleriestrasze. De brief kwam als onbesteldbaar terug „niet bekend, waarheen de adressant is vertrokken." Nu werd ze angstig en een somber vermoeden kwam bij haar op. Maar neen 1 Dat was immers niet mogelijk Ze deed'hem zeker'onrecht. Bovendien ha.d ze immers de kwi tantie over het betaalde geld in han den. Ze wachtte nog een dag, nog een tweeden. Toen ging ze. naar zijn hos pita. Juffrouw Beusemann in de Artille riestrasze was niet heel vriendelijk. Meneer Muller is vier of vijf da gen geleden hier vandaan gegaan. Waarheen, dat heeft hij niet gezegd. Nadat ze dit gezegd had, sloot ze de deur weder. Martha Beerbaum begreep het ge val nog altijd niet en waagde nu den laatsten stap ze ging naar het ban kierskantoor, toonde de kwitantie en roeg naar meneer Muller. Mij niet bekend, verklaarde de kassier lakoniek, maar keek toen toch de boeken na, onderzocht de kwitan tie en gaf ze haar met een medelij dend schouderophalen terug, terwijl hij zeide Een betaling van zulk een groot bedrag is dien dag bij ons niet ge daan bovendien is de handteekoning onder deze kwitantie valsch. Martha Beerbaum was, in weerwil van li-aar vrouwelijke zwakheden, een sterk meisje slechts voor eenige second-en sloot ze de oogen, toen ging ze voor hot loket weg en verliet zwij gend het vertrek. Buiten lachte haar de warme voor jaarszon tegen, maar zij voelde haar levenwekkenden adem niet. Ze zag ook niet, wat er om haar heen ge beurde, ze hoorde niets, ze dacht al leen maar dit eene opgelicht, voor de zorgvuldig bewaarde, met moeite vergaderde spaarpenningen opge licht l Toen ging za met langzame schre den en met oogen zonder tranen naar haar kantoor terug, nam voor haar lessenaar plaats en begon weer te werken, zooals ze dat nu al twintig jaar had gedaan. HET NUT VAN HET SCHEREN, „The Lancet" merkt op, dat „clean shaving", zooals het in Engeland veelal geschiedt, een zekere onvat baarheid schijnt te geven tegen ver koudheid en mogelijk ook tegen ande. re ziekten, die door besmettings' men worden overgebracht. De snor vooral zou tot infectie aanleiding kun nen geven, omdat zulke kiemen er licht In achter kunnen bl'jven en een afdoende reiniging niet zoo gemak kelijk is. Naar het schijnt, zijn som mige personen, die veel last van ver koudheden hadden, door het wegsche ren van hun snor daarvan inderdaad voor goed bevrijd. BACTERISN OP VRUCHTEN. In de biologische vereeniging te Parijs werden onlangs onderzoekin gen bekend gemaakt over het voorko men van bacteriën op vruchten, die in winkels en op straat te koop wa ren geboden. Op druiven, aardbeien en bessen werden, naar gelang van de zindelijkheid der verkoopers van 68,000 tot ruim 3 milüoen kie-men op den kubieken centimeter aangetrof fen. Wasschen bracht die cijfers op 7000 en 120,000, en na nog een was- sching wisselden zij nog maar van 3000 tot 27.000. SPOORWEGONGELUK. Ten gevolge van het springen van een rail werden vier wagens van een passagierstrein van de Southern Railway Company bij Reidsville ia Noord-Caroiina van een 20 M. hoogen spoordijk afgesiingerd, waardoor 14 personen gedood en 25 gewond, wer den. Do millionnair George Gotüd en zijn zoon, die zich in den restauratie wagen bevonden, kwamen er met lich te kneuzingen af. PER FIETS DOOR AFRIKA I Dat is een kranig stukje 1 Zekere Don, geologisch student aan de Uni versiteit te Edinburg, heeft een fiets tocht in Zu'd-Afrika gemaakt, van Zuid naar Noord. Hij vertrok in Mei te Koning Willemstad in Kaapkolo nie, vanwaar hij vla Boelawajo, Fort Jameson, over het gebergte van Tan- ganjika, Oegonda en Chartoem zijn reis maakte. VERBETERING DER TELEFOON, De Zweedsche telegraaf directie Is voor 25.000 Kr. eigenares geworden van een uitvinding van de ingenioiurs Igner en Holmström, nl. een verbe terd telephoontoestel, waard a or het telephoneerep op lang© afstam; en met groote stroomsterkte mogelijk wordt gemaakt. In Januari a.s. zul len proefgesprekken worden gehou den tusschen Stockholm en Frankfort a. d. Main. DAMRUBRIEK. HAARLEMSCHE DAMCLUB. Alle correspondentie deze rubriek betreffende, gelieve men te richten aan den heer J. Meijer, Kruisstraat 34. Telephoon 1543. PROBLEEM No. 110, yan M. Charly, St. Etienne. Zwart Way, '■■zi-i - ut mm 'y/M, as ifff Wit Zwart. Schijven op 7, 8, 12, 13, 14, 17, 18, 19, 22, 24, 28 en 30. IVit Schijven op 33, 35, 37, 38, 39, 44, 46, 47, 48 en 49. PROBLEEM No. 111, door Excelsior, opgedragen aan de Redactie der Dam- rubriek. Zwart ■L wÊ «F .ik tó jjj 'GG i iÜ iF Wit Zwart. Schijven op 8, 10, 11, 12, 13. 14, 15, 17, 19, 21, 22, 23, 25, 26, 27 en 0. Wit. Schijven op 24, 32, 33, 35, 37, 38, 39, 40 ,42, 43, 45, 47 en 48. LN. v. 't N.") Oplossingen van deze problemen worden ingewacht uiterlijk op Dins dag 28 December aan bovengenoemd adres. Oplossing van probleem No. 106 van den auteur Wit44 - 40, 23 - 18, 47 - 42, 42 2, naspel wit 2 35, 16 - 11, 35 2, 2 35, 35 10. Zwart 14- 19, 10- 14, 9- 13, 20 - 24, 25 - 30, 5 14. Wit 11 -7, 7 - 1 1 Zwart 17 -19. Goed opgelost door de Heeren J. Jacobson Azn., R. Bouw, D. G. Ko ning, W. J. A. Matla, alhier, en J. v. d. Werff Gzn., te Zand voort. Oplossing van probleem No. 107, van den auteur: Wit 33- 28, 45 - 40, 48 - 43, 29 9, 25 5, 5:111 Tweede oplossing: Wit 32 - 28, 45 - 40, 18 - 32, 48 - 43, 29 9, 25 5, 5 11 I Goed opgelost doo.r de Heeren J. Jacobson Azn., R. Bouw, D. G. Ko ning, W. J. A. Matla. ERRATUM. In de vorige rubriek is onder de namen van Heeren mededingers den oplossings-prijs van den wedstrijd abusief vermeld de heer R. Bouw, die sleohts 19 punten heeft, behaald al leen de Heeren JOH. N. ARENDSEN, F. v. d. BOOREN. JOH. II. BLOM, W. VAN DAALEN, P. J. EYPE, P. GELDORP, TH. S. GERMANS, en D. G. KONING dingen mede. A.s. Maandag 20 dezer, des avonds 9 uur, zal de loting plaats hebbenin liet gewone vereenigings- lokaal van de I-iuartemsche Damclub, Smedestraat 19, en worden Iieeien mededingers beleefd tot bijwoning daarvan uitgenoodigd. NUTTIGE WENKEN EN RAAD- GEVLNGEN. Elke amateur is in staat een be kwaam dammer te worden, en het aangename van het spel te onder vinden, als hij zich houdt aan de vol gende gegevens Men moet de Llieorie van bet sped goed beoefenen, zich de geana liseerde partijen eigen maken, en veel werk besteden aan het ontleden van vraag stukken, het damspel betreifende. Men moet vooral langzaam spelen, en alles zoo goed mogolijk trachten door te rekenen. Ock moet men het doel van den tegenspeler steeds nagaan, en acht gevea, opdat men niet. in een valstrik geraakt, ter wijl voortdurend mot-t aangestuurd worden op een goed positie-spel. Men moet zich niet de gewoonte eigen maken, om vlug en doelloos voort te schuivensteeds denken, dat het beter is een partij te verliezen met de overtuiging, dat de beste krachten hieraan zijn besteed, dan tien par tijen te winnen op een manier, het damspel onwaardig. Zoekt vooral uw tegenspeler onder de beter geoefenden, ten einde spoedig de noodige kennis op te doen, en vraagt hun zooveel mogelijk om raad gevingen in datgene wat gedaan en vermeden moet worden. Maakt er geen gewoonte van, oni zoogenaamd op een zetje te loopen. Een goede combinatie-zet ontwikkelen is geoorloofd, maar men mag nimmer zijn eigen sped hiervoor in de waoer- schaal stellam 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 12