m
m
HP
ui
JU
m
if
Mi
Hl
SU
jjf
ijj
JË
s
i
H
s
heerlijke kledingstuk engagementen
kunnen aannemen als er eens ooit
mbchten komen Ja, mijn rok moest
ik behouden, er kome wat wil.
Ik woonde nu ergens in een soort
zolderkamertje, waar Ik al vier we
ken huur achter was. Mijn kostjuf-
frouw, een best mensch. werd nu toch
een beetje ongeduldig en ik wist, dat
ik over een paar nachten onder den
blooten hemel zou staan, als Ik niet
betaalde. Dat was een lamme geschie
denis.
Op een mistigen Donderdagavond
klom ik de trap op naar mijn armzalig
kamertje en zag een brief liggen, die
onder de deur was geschoven. Bij ope
ning bleek hij een toegangskaartje te
bevatten voor eene uitvoering, welke
dien avcnd in een van de groote con
certzalen werd gegeven. Kaartjes
Werden me dikwijls gezonden, van
wege mijn artistiek beroep, doch een
isnee brood zou me meer welkom zijn
geweest.
De kerktoren sloeg zes uur. I-Iet was
nog tijd om me te kleedcn en naar het
concert te gaan als ik wilde, en, bo
vendien, 't was toch maar beter den
avond door te brengen in een warme,
beider verlichte zaal, dan bij het
schijnsel van een kaars in een zolder
kamertje. Ik besloot dus naar het con
cert te gaan.
Ik maakte haastig mijn toilet en
juist was ik daarmede gereed, toen
op de deur werd geklopt.
Binnen, riep ik vlug.
Mijn kostjuffrouw verscheen zelf.
Mijnheer, zei ze snel en zenuw
achtig, ik kwam eens even boven, om
le vragen, wanneer u denkt mij een
gedeelte te kunnen betalen. Ik ben
geen hardvochtige vrouw, dat weet u
wel, maar ik heb nog een man en een
aantal kleintjes, aan wie ik ook moet
denken. Wanneer kunt u afrekenen
Ik trachtte kalm te blijven, toen ik
antwoordde
Zeer spoedig, hoop ik. In allen
geval, ik zal mijn best doen. Meer dan
'dat kan ik niet zeggen, m'n waarde
juffrouw.
Ze mompelde iets en was op het
punt heen te gaan, toen zij uit haar
xak een klein visitekaartje haalde.
Dat moet van u zijn, mijnheer,
zei ze, mij het kaartje gevende. Ik
raapte 't vanmorgen in de kamer op,
nadat ik uw bed had opgemaakt. Goe
den avond.
Ik keek op het stukje carton. Ja, 't
was een van mijn visitekaartjes en 't
herinnerde mij aan de dagen, dat
mijn leven heel anders was en de
menschen me graag in hunne wonin
gen ontvingen. Sinds lang had ik de
luxe van een naamkaartje niet meer
gekend en 't kwam nu tot me als een
boodschapper van een ver en verge
ten verleden. Onwillekeurig stak ik
hel in den zak, blies de kaars uit en
ging naar beneden.
Mijn weg naar de concertzaal leid
de me langs een rivier en een onver
klaarbare drang dreef me naar de
steenen borstwering. Ik leunde er te
gen en keek in den wazigen stroom.
In mijn hart kwam een plotseling
en overweldigend verlangen op om
hier mijn leven te eindigen en ik klom
op den steeneu muur om mij zelf in
do donkere diepte te werpen. Ik aar-
telde.
Ik keerde terug. De hoop herleefde
in mijn hart. Ik wilde verder leven en
'den levensstrijd voeren tot het einde.
En in de dagen, die komen zouden, I
«ou ik dikwijls terugdenken aan de
zen avond en danken uit den grond
van mijn hart, dat mij kracht ge
schonken was in deze vejschrikkelij-
k© verzoeking.
Het was een groote verlichting voor
me van de ongezellige straat de vroo-
lijk© en schitterend verlichte concert
zaal binnen te treden. Er had zich
reeds een groote menigte verzameld,
want het programma vermeldde de
beroemdste namen uit de muzikale
wereld, o. a. dien van signor Luigi.
Hoewel zijn naam Jtaliaansch was,
had hij evenveel Italiaansch bloed in
de aderen als u of ik, maar, zooals
zoo vele zangers, had hij den vreem
den naam om beroepsredenen aange
nomen. Ik had altijd met veel belang
stelling naar Luigi geluisterd, want
vele personen hadden mij verleid,
dal mijne stem op de zijne geleek
werkelijk, sommigen waren zóó ver
gegaan, om te beweren, dat wanneer
hij en ik samen moesten dingen naar
een prijs, ik de onderscheiding zou be
halen.
Maar Luigi was vermaard en ge
teerd en kreeg duizend gulden per lied
terwijl ik nu, allen die het voor
gaande gelezen hebben, zullen het ver
schil tusschen ons beiden wel kennen.
Luigi werd met veel geestdrift, ont
vangen dezen avond en zong twee
liedoren.. Het was vrijwel op het ein
de van het programma en toen de uit
voering geëindigd was, stonden de
meeste toehoorders, waaronder ik, op.
Toen ik door de straat liep bonslo
ik tegen een man, die met snellen pas
voortging. Hij maakte een kort ex
cuus en ik herkende hem in 't licht
van een lantaarn, dat op zijn gelaat
viel, als don zanger, dien ik juist had
gehoord Luigi.
Ik kreeg een plotselinge ingeving.
Ik moest Luigi eens vragen mij te
helpen. Misschien zou hij in het uur
van zijn eigen triomf een behulpzame
hand uitstrekken naar den man, dien
hij op zijn weg ontmoette.
Ik iiep hem achterna en haalde
hem spoedig in. Hem zacht op den
urm kloppend, zeide ik
Excuseer, maar kan ik u even
6preken
Hij keerde zich plotseling om en
Vroeg
Wie ter wereld zijt ge Wat ver
langt ge
iZijn toon was uiterst ruw en al mijn
hoop verdween reeds. Doch ik liet al
mijn trots varen en zeide haastig
Ik vraag u verontschuldiging,
jdot ik u zoo lastig val, doch ik heb
pbsoluut geen cent meer. O neen, ik
vraag nie't om een aalmoes, zeide ik
vlug, toen ik hom zijn hand in den
zak z.ag steken. Ik vraag een andore
soort hulp. Ik ben zanger. Ik geloof,
dat ik er wel geschikt voor ben, doch
ik kan geen engagement vinden, hoe
wel ik er mijn best voor gedaan heb.
Wil u me helpen om er een te vinden?
Hij keek me erg onvriendelijk aan,
toen hij mij antwoordde
Werkelijk, u gedraagt u uiterst
«onderling, mijnheer. Iemand op
straat aan te houden en hem daar op
ieze manier om hulp te vragen, is
iets heel nieuws voor me. Geef me
échter uw kaartie en als ik iels ge
schikts vtnd, zal Ik het u laten
ten.
Ik haalde mijn laatste naamkaart
je voor den dag, dat m'n kostjuffrou
me dien avond gelukkig overhandigd
had en gaf het hem. Zonder er een
blik op te werpen, stak hij het in zijn
vestjeszak en mij goeden avond wen-
schende, liep hij verder.
Een oogenblik lateT zag ik, dat hij
weei; werd aangehouden, blijkbaar
door een vreemdeling. Ik hoorde deze
hem hartelijk geluk wenschen en Ik
twijfelde er niet aan, of de gevierde
zanger had mij alweer vergeten, alsof
ik nimmer zijn weg had gekruist.
Op mijn weg huiswaarts had ik dien
avond toch nog een gelukje. Ik ont
moette een ouden schoolkameraad,
die, mijn netel'ge positie vernemende,
er op aandrong mij ©en tientje te lee-
nen. Daarvan gaf ik m'n kostjuffrouw
wat op afbetaling en ging veel gerus
ter naar bed dan in de laatste weken
het geval was geweest.
Den volgenden Maandag ontving ik
een brief die me geheel van streek
brach. Hij luidde aldus
De heer Kent, een onzer directeu
ren, overhandigde ons uw kaartje met
het oog er op, om u te engageeren
voor een reeks concerten, door zijn
agentschap te oTganiseeren. Tot on
zen spijt is de heer Kent naar New-
York geroepen sinds hij het genoegen
had u te ontmoeten, zoodat hij de za
ken met u niet persoonlijk zal kun
nen regelen. Indien u echter zoo goed
wilt zijn, zoo spoedig hier te.komen
als u kimt, zullen wij trachten zoo
eenigszins mogelijk ai uwe wenschen
te bevredigen.
Met de meeste hoogachting,
Algemeen Concert-Bureau.
G. WILLES, secretaris.
Een tweevoudig gevoel streed om de
overhand in mijn hart, toen ik deze
regels las verbazing en vreugde.
Verbazing dat zulk een brief aan mij
geaddresseerd was vreugde omdat
hij gekomen was.
Mijn eerste gedachte was direct
naar het Concert-Bureau te gaan,
doch bij eenig nadenken leek me dat
toch wel wat onpolitiek. Blijkbaar
was de brief geschreven onder den in
druk, dat ik een „ster" was in de mu
zikale wereld en te veel haast mijner
zijds zou misschien dien indruk weg
nemen. Ik besloot daarom een klein
briefje le schrijven, waarin ik meld
de, dat ik zou komen zoodra mijn en
gagementen dat toelieten. Ik moest
onwillekeurig lachen, toen ik dit
laatste zinnetje schreef.
Den volgenden Woensdag ging ik
naar het Bureau. Daar werd ik in een
klein vertrek gelaten, met papieren
bezaaid, waartusschen een jongeman
zat te werken. Hij stond op en ont
ving mij met veel voorkomendheid
Goeden morgen, zeide hij, ter
wijl hij een stoel voor me neerzette.
Gaat u zitten. Het spijt mij zeer, dat
mijnheer Kent de zaken niet zelf met
u kan regelen, doch zooals ik u in mijn
brief meldde, is hij op reis gegaan.
Hij hoorde u verleden Donderdag
avond zingen op het groote concert in
de concertzaal en hij besloot aan
stonds, dat u zich bij ons gezelschap
moest aansluiten voor onze winter
en voorjaars-seizoens. Dat wil natuur
lijk zeggen, als wij liet eens kunnen
worden.
Toen hij had uitgesproken was mij
eensklaps alles duidelijk geworden.
Luigi had den directeur, met wlen ik
hem na het concert had zien spreken,
mijn kaartje overhandigd, in de haast
meenende, dat het zijn kaartje was.
De directeur had daarna ongetwijfeld
zijn secretaris opgedragen, den op het
kaarlje vermelden zanger te engagee
ren. Ja, dat was het geheim. Met mijn
laatste, naamkaartje had ik werkelijk
geboft 1
Wat er nu nog volgde, kan ik zoo
kort mogelijk meedeelen. De mij aan
geboden voorwaarden waren zóódanig
dat ik neiging had om van blijdschap
van m'n stoel Le springen, doch ik
deed natuurlijk niet zoo dwaas en ge
droeg me zooals dat een verstandig
persoon van mijn slag betaamde. Vóór
ik het vertrek verliet, had ik het con
tract voor een heele reeks concerten
geteekend.
Het eerste concert had drie weken
later plaats. Hoe opgewonden ik tevo
ren was, kan ik niet zeggen. Mijn op
gewondenheid was eenvoudig over
weldigend. want ik wist nu, dat het
groote moment, dat beslissen zou over
had verlangd, waarom ik had gebe
den, eindelijk was gekomen Maan
dagavond, de avond van het eerste
concert, zou over mijn toekomst be
slissen.
Eindelijk kwam hij Ik beefde hevig
tot op het oogenblikken, dat ik voor
het publiek verscheen toen verliet
mij alle vrees en ik overzag het groo
te en schitterende auditorium met
groote vrijmoedigheid. Ik zong mijn
eerste lied.
Als ik terugzie op dien avond, zie ik
terug op den gelukkigsten avond van
mijn leven. Ik had een succes als
waarop ik nauwelijks had durven ho
pen, mijn gehoor was dol van enthou.
siasme. Ik werd vijfmaal teruggeroe
pen. Mijn triomf was volmaakt.
Weinig blijft er te vertellen over.
Van dien avond af was het één zege
tocht engagements-aanbiodingen
stroomden me toe, de dagbladen be
spraken dag op dag mijn succes. Door
een gelukkig toeval had ik naam en
fortuin gemaakt.
Later kwam de geheele waarheid
natuurlijk aan het licht; doch Luigi
scheen het, in plaats van er woedend
over te zijn, erg grappig te vinden.
Toen hij me ontmoette, stak hij mij
de hand toe en zeide
Ik wensch je van harte geluk.
Leuk hé, dat ik in abuis jouw kaartje
gaf in plaats van het. mijne Ik zou 't
engagement toch niet hebben kunnen
accepteeren, daar ik reeds verbonden
was. 't Doet me plezier, dat 't je zoo
goed gaat. Een sigaar opsteken
ik maakte van zijn aanbod gebruik
en onwillekeurig vergeleek ik de ma
nier, waarop de menschen je behan
delen als je aan lager wal zijt ge
raakt en als je fortuin maakt Ko
misch hé Maar ik had dat alles te
danken aan het stukje carton, dat
m'n kostjuffrouw bij het opmaken van
m'n bed had gevonden.
Een ernstig gemeend
huwelijksaanzoek.
De lust om ia trcruwen scheen on
der de mannen van .rijperen leef
tijd" niet heel groot te zijn slechts
vijf antwoorden waren ingekomen op
het „ernstig gemeend huwelijksaan
zoek", dat jnffrouw Martha Beer-
baum, boekhoudster bij C. F. Weber,
in de courant had doen plaatsen.
Zoo werd haar de keuze niet bij
zonder moeilijk en ze besliste na een
kort overleg ten gunste van het aan
zoek van een zekeren meneer Frie-
drich Muller, wiens netjes en foutvrij
geschreven brief ze nogmaals door
las, eer ze besloot er op te antwoor
den.
De heele manier, waarop meneer
Muller haxl geschreven, Levlel haar,
c-n daarom antwoordde zij, dat ook
zij niet ongenegen was, om den vol
genden Zondagnamiddag tegen vijf
uur in het ververschingslo-kaal van
Aschinger aan liet Alexanderple'n te
zijn ze zou een roode roos v-oor zich
op de tafel leggen, waaraan hij haar
herkennen kon.
Zoo trok zo dan des Zondags haar
beste japon aan, kocht een volle, don
kere roos, en begaf zich op weg.
Meneer FriecLrich Muller had reeds
op haar gewacht, want toen ze was
gaan zitten en de roode roos voor zich
op de tafel had gelegd, stond een
heer, die bij een tafeltje in de buurt
zat, op en ging naar haar toe.
Mejuffrouw Martha Beerbaum?
vroeg hij, terwijl hij haar groette.
Ja, meneer 1 antwoordde
blozend.
Daarop stelde hij zich aan haar
voor en nam aan haar 1 af eitje plaats.
Martha Beerbaum's hart klopte,
alsof het zou bersten, deze man was
knap, niet zoo heel jong meer, maar
krachtig, mannelijk, met een flinken
knevel en levendige, donkore oogen,
waaraan hij soms ook een droomerige
uitdrukking wist te geven.
Zijn optreden was beslist en han
dig, zijn kleeding echter kwam niet
volkomen overeen met zijn optreden.
Doch juffrouw Beerbaum vond daar
voor al spoedig een verontschuldiging
een vrijgezel, die de zorg van een
vrouw ontbeerde, die tot dusver altijd
op gemeubileerde kamers had ge
woond, tegenover wien zooais hij
zelf had geschreven hef lot niet al
tijd vriendelijk was geweest, dit alles
verklaarde veeL
Bescheiden dronk hij, evenals zij,
een kop koffie, hielp haar en
zeker ook zlchzelven door een paar
goed gekozen woorden over de eerste
verlegenheid heen en tracht haar
daarna, uit bef binnenste der stad
onder de schaduwrijke hoornen van
den dierentuin. En hier stc-rtte hij
zijn hart voor haar uit, op zulk een
openhartige wijze, en in zulke een
voudige woorden, dat Martha. Beer
baum geen twijfel meer kon koesteren
aan de oprechtheid ziiner bedoelingen
en van zijn geheele wezen.
Hef is tegenwoordig geen onge
wone weg meer, juffrouw Martha,
zei hij, langs welken we elkaar
gevonden hebben. Maar u moet daar
om niet denken, dat hef voor m ij
slechts om een zaak, om een zooge
naamd huwelijk uit berekening gaat.
Ik ken u thans pas een uur en toch
kan ik niet slechts met u>n goed ge
weten, maar ook volgens de eerlijk
ste overtuiging van mijn hart tot u
zeggen ik bemin u 1
Ozei juffrouw Beerbaum en
sloeg blozend d© oogen neer.
Ja, zeker, lieve Martha, ver
volgde hij, de eerste indruk is al
tijd beslissend enals ge 't daarom
wilt wagenmet een c,envoudig ge
woon man....
Het was intussc-hen donker gewor
den en juffrouw Beerbaum wist niets
beters te doen dan hem haar lippen
tot een kus, den verlovingskus, aan
te bieden.
Het verbond was dus bezegeld, en
op den terugweg stelde Martha Beer
baum zelf voor, den dag in een res
taurant of misschien beter nog hij
Kempinski te besluiten.
Friedrich Muller aarzelde een oogen
blik en toen antwoordde hij met een
trouwhartigen opslag van zijn mooie,
zwarte oogen
Van harte gaarne, besle Martha.
Maar zullen we dadel>>k bij den eer
sten stap in ons nieuwe leven eene
lichtzinnigheid begaan Ge ziet, hoe
oprecht ik tegenover je ben, en ook
zijn moefIk moet op mijn eerste
salaris nog ongeveer zes weken wach
ten, daar ik mijn nieuwe betrekking
pas over veertien dagen kan aanvaar
den, en tof zoolang wil en moet ik
met het weinigje geld rondkomen, dat
ik bespaard heb en dat reeds aan
merkelijk begint t© verminderen.
Martha Beerbaum was letterlijk
betooverd door zijn openhartigheid en
eerlijkheid hij was niet alleen een
knap en beschaafd mensch hij
was ook eerlijk en spaarzaam. Dat
bc-viel haar bijna nog het meest van
hem.
Welnu, meneer Muller, zei ze
daarom gelukkig en tevreden tege
lijk, we zijn elkander nu immers
piet meer vreemd. Als u dus wilde
toestaan, dat ik.... dof wij,... ik be
doel, dat u van mij, die nu toch spoe
dig in een nadere betrekking tot u
kom te staan, zonder complimenten
kunt aannemen, dat.....
Nooit
Friedrich Muller zag er letterlijk
verontwaardigd uit.
Nooit zal ik toestaan, dat gij
dat we op uw kostenreeds mijn
eergevoel zou daar tegen opkomen.
Neen, Martha Dat moef ge zelf in
zien. Ennietwaar ge zijt daar
om niet boos op mij. Er zullen nog
vele dagen kornen, waarop we geluk
kig en tevreden met elkaar kunnen
eten, wat -mij betreft op een Zondag
ook nu en dan bij Kempinski.
Martha Beerbaum zweeg ze knik
te zacht met liet hoofd en haar vin
gers drukten zwijgend zijn arm.
Daarop vergezelde hij haar naar
huis en zij begaf zich, gelukkig glim
lachend en steeds aan hem denkend,
ter ruste.
De volgende dagen zagen ze elkan
der altijd slechts voor een half uur,
des avonds, wanneer hij haar van
het kantoor haalde en naar huis ver
gezelde.
Elk en morgen echter ontving se een
groet van hem een prentbriefkaart
of een langen brief, waarin hij haar
van het geluk sprak, dat hij in haar
had gevonden, en de toekomst voor
hen beiden in de schoonste kleuren
afmaalde.
Tegen het etnde der week deelde hij
haar mede, dat hij op reis moest,
slechts voor twee dagen, zooals hij
zei, naar bloedverwanten op hef land,
op wier kleine bezitting liij nog eei
paar duizend mark hypotheek had
hij moest dit geld nu zelf gebruiken
als borgstelling in zijn nieuwe betrek
king.
Martha zou hein gaarne voor dit
doel haar spaarpenningen hebben
aangeboden, maar ze had zijn gevoe
ligheid In geldzaken 1-eeren kennen en
deed het daarom niet.
Des Maandags kwam hij terug, en
teven hij haar van het kantoor haai
de, pruilde ze, eerst eenig-e oogenblik
ken, omdat hij haar niet eens een
briefkaart had gezonden, en dus ver
moedelijk in 't geheel niet aan haar
had gedacht.
Lieve Martha, antwoordde hij
ernstig, en streek zich met de hand
over het voorhoofd, ik was inder
daad niet in een stemming om je te
schrijven, ofschoon ik veel aan je
heb gedacht. Mijn bezoek bij mijne
bloedverwanten had geen beste resul
taten. Het. zijn brave menschen, maar
het gaat hun niet voor den wind, en
mijn klein kapitaal kan ik in elk ge
val niet voor October terugkrijgen.
Dat is mij pijnlijker dan je denkt,
want de borgstelling moet onvoor
waardelijk hij het aanvaarden mij
ner betrekking worden gestort. Ge
schiedt dat niet, dan moet ;k bedan
ken, en....
Hij voltooide den zin niet, maar zag
ernstig en nadenkend voor zich neer*.
Martha Beerbaum aarzelde een
oogenblik, maar toen zei za op een
toon, die bijna verwijtend klonk
Fritz, heb je dan in het geheel
niet aan mij gedacht
Zeker kind, zei hij schijnbaar
verstrooid, juist daarom ls het mij
dubbel pijnlijk.
Hoe onbaatzuchtig is hij, zeide ze
tot ziohzeive en vervolgde daarop
luide
Neen, je begrijpt me niet Aan
mijn geld, mijn spaarpenningen.
Aan jouw
Maar- ik heb je immers gezegd,
dat ik vijfduizend mark bezit, een
kleine erfenis en wat ik er zelf bij
bespaard heb.
O juist I En.... neen, Martha
het gaat niet
Het gaat wel, Fritz, zeide ze
mei een voor haar ongewone vastbe
radenheid, wij kunnen de papieren
bet zijn Consols reeds morgen
verkoopen, en jij betaalt dan het con
tante geld bij je nieuWe firma.
Nu, goed dan, hij gaf eindelijk
toe we moeten dan tot October met
het huwelijk wachten, want eerder
kan ik mijn geld niet krijgen. Ach, •m
ik had je zoo gaarne reeds dadelijk
als vrouw aan mijn zijde gezien.
Hij zuchtte nog eenmaal diep, en
scheen den ganschen avond ontstemd
zijn.
Den volgenden dag was hij weer
heter gemutst. Toen zij te zamen de
ConsoLs verkochten, stak hij er zelfs
den gek mee, dat zij beiden in
weerwil van haar reuzen vermogen
nu toch eigenlijk straatarm waren.
Martha had dien namiddag verlof
gevraagd en vergezelde hem naar het
groote bankiershuis, zijn toi-komstige
werkplaats, waar hij de borgstelling
moest brengen.
Ze behoefde slechts weinige oogen
blikken voor het prachtige gebouw t>e
wachten en toen kwam bij er weer
uit, overhandigde haar een kwitantie
over het gestorte bedrag en was nu
weer uitstekend gehumeurd.
Hij wandelde met haar de hoofd-,
straten door, dronk koffie met haar
bij Josty en betreurde het alleen
maar, dat hij haar ook niet den avond
kon wijden, daar hij had afgesproken
met zijn nieuwe collega's een glas bier
te drinken.
Maar den volgenden avond beloofde
hij haar te komen.
Zij verwachtte hem voor haar kan
toor, een vol uur tevergeefs.
Toen ze ook den volgenden morgen
geen bericht van hem kreeg, schreef
ze naar de Artilleriestrasze. De brief
kwam als onbesteldbaar terug „niet
bekend, waarheen de adressant is
vertrokken."
Nu werd ze angstig en een somber
vermoeden kwam bij haar op.
Maar neen 1 Dat was immers niet
mogelijk Ze deed'hem zeker'onrecht.
Bovendien ha.d ze immers de kwi
tantie over het betaalde geld in han
den.
Ze wachtte nog een dag, nog een
tweeden. Toen ging ze. naar zijn hos
pita.
Juffrouw Beusemann in de Artille
riestrasze was niet heel vriendelijk.
Meneer Muller is vier of vijf da
gen geleden hier vandaan gegaan.
Waarheen, dat heeft hij niet gezegd.
Nadat ze dit gezegd had, sloot ze
de deur weder.
Martha Beerbaum begreep het ge
val nog altijd niet en waagde nu den
laatsten stap ze ging naar het ban
kierskantoor, toonde de kwitantie en
roeg naar meneer Muller.
Mij niet bekend, verklaarde de
kassier lakoniek, maar keek toen toch
de boeken na, onderzocht de kwitan
tie en gaf ze haar met een medelij
dend schouderophalen terug, terwijl
hij zeide
Een betaling van zulk een groot
bedrag is dien dag bij ons niet ge
daan bovendien is de handteekoning
onder deze kwitantie valsch.
Martha Beerbaum was, in weerwil
van li-aar vrouwelijke zwakheden,
een sterk meisje slechts voor eenige
second-en sloot ze de oogen, toen ging
ze voor hot loket weg en verliet zwij
gend het vertrek.
Buiten lachte haar de warme voor
jaarszon tegen, maar zij voelde haar
levenwekkenden adem niet. Ze zag
ook niet, wat er om haar heen ge
beurde, ze hoorde niets, ze dacht al
leen maar dit eene opgelicht, voor
de zorgvuldig bewaarde, met moeite
vergaderde spaarpenningen opge
licht l
Toen ging za met langzame schre
den en met oogen zonder tranen naar
haar kantoor terug, nam voor haar
lessenaar plaats en begon weer te
werken, zooals ze dat nu al twintig
jaar had gedaan.
HET NUT VAN HET SCHEREN,
„The Lancet" merkt op, dat „clean
shaving", zooals het in Engeland
veelal geschiedt, een zekere onvat
baarheid schijnt te geven tegen ver
koudheid en mogelijk ook tegen ande.
re ziekten, die door besmettings'
men worden overgebracht. De snor
vooral zou tot infectie aanleiding kun
nen geven, omdat zulke kiemen er
licht In achter kunnen bl'jven en een
afdoende reiniging niet zoo gemak
kelijk is. Naar het schijnt, zijn som
mige personen, die veel last van ver
koudheden hadden, door het wegsche
ren van hun snor daarvan inderdaad
voor goed bevrijd.
BACTERISN OP VRUCHTEN.
In de biologische vereeniging te
Parijs werden onlangs onderzoekin
gen bekend gemaakt over het voorko
men van bacteriën op vruchten, die
in winkels en op straat te koop wa
ren geboden. Op druiven, aardbeien en
bessen werden, naar gelang van de
zindelijkheid der verkoopers van
68,000 tot ruim 3 milüoen kie-men op
den kubieken centimeter aangetrof
fen. Wasschen bracht die cijfers op
7000 en 120,000, en na nog een was-
sching wisselden zij nog maar van
3000 tot 27.000.
SPOORWEGONGELUK.
Ten gevolge van het springen van
een rail werden vier wagens van een
passagierstrein van de Southern
Railway Company bij Reidsville ia
Noord-Caroiina van een 20 M. hoogen
spoordijk afgesiingerd, waardoor 14
personen gedood en 25 gewond, wer
den.
Do millionnair George Gotüd en
zijn zoon, die zich in den restauratie
wagen bevonden, kwamen er met lich
te kneuzingen af.
PER FIETS DOOR AFRIKA I
Dat is een kranig stukje 1 Zekere
Don, geologisch student aan de Uni
versiteit te Edinburg, heeft een fiets
tocht in Zu'd-Afrika gemaakt, van
Zuid naar Noord. Hij vertrok in Mei
te Koning Willemstad in Kaapkolo
nie, vanwaar hij vla Boelawajo, Fort
Jameson, over het gebergte van Tan-
ganjika, Oegonda en Chartoem zijn
reis maakte.
VERBETERING DER TELEFOON,
De Zweedsche telegraaf directie Is
voor 25.000 Kr. eigenares geworden
van een uitvinding van de ingenioiurs
Igner en Holmström, nl. een verbe
terd telephoontoestel, waard a or het
telephoneerep op lang© afstam; en
met groote stroomsterkte mogelijk
wordt gemaakt. In Januari a.s. zul
len proefgesprekken worden gehou
den tusschen Stockholm en Frankfort
a. d. Main.
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie deze rubriek
betreffende, gelieve men te richten
aan den heer J. Meijer, Kruisstraat 34.
Telephoon 1543.
PROBLEEM No. 110,
yan
M. Charly, St. Etienne.
Zwart
Way,
'■■zi-i
-
ut
mm
'y/M,
as
ifff
Wit
Zwart. Schijven op 7, 8, 12, 13, 14, 17, 18, 19, 22, 24, 28 en 30.
IVit Schijven op 33, 35, 37, 38, 39, 44, 46, 47, 48 en 49.
PROBLEEM No. 111,
door Excelsior,
opgedragen aan de Redactie der Dam-
rubriek.
Zwart
■L
wÊ
«F
.ik
tó
jjj
'GG
i
iÜ
iF
Wit
Zwart. Schijven op 8, 10, 11, 12, 13. 14, 15, 17, 19, 21, 22, 23, 25, 26, 27 en
0.
Wit. Schijven op 24, 32, 33, 35, 37, 38, 39, 40 ,42, 43, 45, 47 en 48.
LN. v. 't N.")
Oplossingen van deze problemen
worden ingewacht uiterlijk op Dins
dag 28 December aan bovengenoemd
adres.
Oplossing van probleem No. 106
van den auteur Wit44 - 40, 23 - 18,
47 - 42, 42 2, naspel wit 2 35,
16 - 11, 35 2, 2 35, 35 10.
Zwart 14- 19, 10- 14, 9- 13, 20 - 24,
25 - 30, 5 14.
Wit 11 -7, 7 - 1 1
Zwart 17 -19.
Goed opgelost door de Heeren J.
Jacobson Azn., R. Bouw, D. G. Ko
ning, W. J. A. Matla, alhier, en J. v.
d. Werff Gzn., te Zand voort.
Oplossing van probleem No. 107,
van den auteur: Wit 33- 28, 45 - 40,
48 - 43, 29 9, 25 5, 5:111
Tweede oplossing: Wit 32 - 28, 45 - 40,
18 - 32, 48 - 43, 29 9, 25 5, 5 11 I
Goed opgelost doo.r de Heeren J.
Jacobson Azn., R. Bouw, D. G. Ko
ning, W. J. A. Matla.
ERRATUM.
In de vorige rubriek is onder de
namen van Heeren mededingers
den oplossings-prijs van den wedstrijd
abusief vermeld de heer R. Bouw, die
sleohts 19 punten heeft, behaald al
leen de Heeren
JOH. N. ARENDSEN,
F. v. d. BOOREN.
JOH. II. BLOM,
W. VAN DAALEN,
P. J. EYPE,
P. GELDORP,
TH. S. GERMANS, en
D. G. KONING
dingen mede. A.s. Maandag 20 dezer,
des avonds 9 uur, zal de loting plaats
hebbenin liet gewone vereenigings-
lokaal van de I-iuartemsche Damclub,
Smedestraat 19, en worden Iieeien
mededingers beleefd tot bijwoning
daarvan uitgenoodigd.
NUTTIGE WENKEN EN RAAD-
GEVLNGEN.
Elke amateur is in staat een be
kwaam dammer te worden, en het
aangename van het spel te onder
vinden, als hij zich houdt aan de vol
gende gegevens
Men moet de Llieorie van bet sped
goed beoefenen, zich de geana liseerde
partijen eigen maken, en veel werk
besteden aan het ontleden van vraag
stukken, het damspel betreifende.
Men moet vooral langzaam spelen,
en alles zoo goed mogolijk trachten
door te rekenen. Ock moet men het
doel van den tegenspeler steeds
nagaan, en acht gevea, opdat
men niet. in een valstrik geraakt, ter
wijl voortdurend mot-t aangestuurd
worden op een goed positie-spel.
Men moet zich niet de gewoonte
eigen maken, om vlug en doelloos
voort te schuivensteeds denken, dat
het beter is een partij te verliezen met
de overtuiging, dat de beste krachten
hieraan zijn besteed, dan tien par
tijen te winnen op een manier, het
damspel onwaardig.
Zoekt vooral uw tegenspeler onder
de beter geoefenden, ten einde spoedig
de noodige kennis op te doen, en
vraagt hun zooveel mogelijk om raad
gevingen in datgene wat gedaan en
vermeden moet worden.
Maakt er geen gewoonte van, oni
zoogenaamd op een zetje te loopen.
Een goede combinatie-zet ontwikkelen
is geoorloofd, maar men mag nimmer
zijn eigen sped hiervoor in de waoer-
schaal stellam 1