HAARLEM'S DAGBLAD.
TWEEDE BLAD.
HET SCHILDERIJ.
OM ONS HEEN
Me. 1060.
Dr. Van Eedeas Kolonisatieplan
Dezer dagen had ik de gelegenheid
Dr. Fredcrik van Eeden in Haarlem
over zijn Amerikaansch kolonisatie
plan te interviewen. De lezers weten
daar iets van uit een vroeger artikel,
dat lk schreef, maar na dien tijd heb
ben de plannen vaster vorm gekregen.
Wat daar te Wilmington in het noor
den van den Amerikaanschen staat
Carolina zal gebeuren, ia allicht van
evenveel belang als liet voor velen
ipoet zijn. om te vernemen wat er nog
niet mogelijk is. Toen ik namelijk den
boer Van Deden ontmoette, nam hij
Juist van een andieren bezoeker af
scheid.
,,Van deze visites", zei hij, „krijg
'Jjk er zooveel. Menschen die in Neder
land niet kunnen slagen, meenen dat
er in onze coöperatie te Wilmington
wel een plaatsje voor hen is. Schrijft
u toch vooral, dat we er voorloopig
niemand anders kruinen gebruiken,
dan bekwame vaklui, tuinders en
Lloemkweekers, die bovendien ieder
over duizend dollars moeten kunnen
beschikken. Er wordt nu weer in de
courant tegen mij geschreven door
Iemand, die teleurgesteld is. Hij gaf
zich uit voor ervaren tuinder, maar
hot bleek, dat hij dit niet was. Kan ik
dat helpen Er is mij door menschen
gevraagd, of ze maar zouden gaan
Jk heb gezegd, dat als ze op eigen ge
legenheid en op eigen verantwoor
ding wilden gaan, ze het zelf moesten
weten. Uit Wilmington is me ge
vraagd, alleen bekwame tuinders te
zenden. Ons heele plan is nog maar
een half jaar oud en ik denk er niet
over, de zaak op losse gronden te
doen. Er moet zekerheid wezen op het
punt van het kapitaal en de bekwaam
heid van de menschen. Als je ieder
een die niet slagen kan in de boot
neemt, dan zinkt de schuit zeker. Dat
heb ik met Walden ondervonden."
„Hoe is u eigenlijk toch aan dat
Amerikaansche plan gekomen
„Dat kwam zoo. Lang voordat ik
naar Amerika ging heb ik al gezegd,
dat daar het coöperatie-idée kans van
slagen zou hebben. Ik heb toen van
Robert lley, met wien ik letterkundi
ge relaties had, een uitnocdiging ge
kregen om een lezing le houden in
Carnegie Hall. Toen is Mr. Hoggson
bij die gelegenheid naar mij toegeko
men en hoeft mij gezegd, dat hij het
coöperatie-denkbeeld had toegepast
in het bouwvak. Samen hebben we
toen Mac Rae gevonden, die eigenaar
is van de gronden te Wilmington en
met ons drieën vormen we nu het be
stuur van de onderneming, maar nie
mand van ons wordt op de eene of an
dore manier bezoldigd. De goedkeu
ring op onze statuten is nu aange
vraagd.
Nu moet u weten, dat ik er nog niet
aan gedacht had om er Hollanders te
brengen. Dat wilden de Amerikanen
zelf. Hollanders, zeiden ze, waren de
beste kolonisten. Dat is niet te ver
wonderen. Onze karaktereigenschap
pen, zuinigheid en accuratesse, zijn
juist wat aan de Amerikanen ont
breekt, die te veel ruimte om zich
heen gekend hebben en daarom wat
ruw en wild met alles omspringen.
De grond bij Wilmington is bijzon
der geschikt voor tuinbouw, ook voor
bloembollen. Het klimaat is er prach
tig zomer van Februari tot Novem
ber on in den winter alleen wat
nachtvorst. Ik verzeker u, dat als je
daar vandaan komt, bij al de voldoe
ning van weer thuis te wezen, het Ne-
derlandsche weer met zijn grijze luch
ten, zonder zon, dagen achtereen,
een teleurstelling is.
We beeinnen met de kolonisatie
heel geleidelijk. Op dit oogenblik zijn
er vier Hollanders, over een paar we
ken gaat er weer een heen en zoo
wordt de onderneming gradueel opge
bouwd. Er is evenwel, met de beste
bedoelingen, veel over rondgestrooid,
wat toch onjuist is. Zoo is er bijvoor
beeld niets van aan, dat er een half
millioen voor het plan bijeengebracht
Is. Dat zou ook niet eens gelukkig we
zen, want als do menschen weten, dat
er een groot kapitaal achter een on
derneming zit, voeren ze niot veel uit.
Dat heb ik op Walden ondervonden
en om diezelfde reden is het ook in
Amerika mis gegaan met onderne
mingen, die door Rockefeller of Car
negie gesteund werden.
Op dit oogenblik staat de zaak zoo.
We willen beginnen met een kern
van vijf en twintig gezinnen, bekwa
me tuinders, die elk zelf duizend dol
lars bezitten. Daarnaast stellen Wll-
nüngtonsche bankiers 25000 dollars
beschikoaar als crediet. Voor* hun 1000
dollars krijgen de kolonisten elk een
stuk grond van vijf acres en daar
over hebben ze de vrije beschikking.
Ze krijgen het niet in vollen eigen
dom, maar ontvangen aandeelen In
de coöperatie, waarop dividend kaa
worden verkregen. Het moet vooral
goed begrepen wordenstumpers,
schipbreukelingen in 't leven kunnen
er geen plaats vinden. We hebben er
menschen noodig, die ook In hun
eigen land zouden slagen, maar het
daar tienmaal beter kunnen hebben,
wegens het klimaat en de omstandig
heden. Ik heb u al gezegd, dat het er
lang zomer isbovendien vinden tuin
ders in de noordelijke steden een
groot afzetgebied. Daar worden hoo-
ge prijzen gemaakt voor bloemen en
tuinbouwproducten, die nu zelfs ncrg
voor een gedeelte uit Europa moeten
komen. In New York kost een bosje
viooltjes op dit oogenblik twee dol
lars, dat is vijf gulden. En de eerste
afzet zal moeten worden gevonden in
Wilmington zelf, een groeiende stad
van nu ongeveer veertigduizend in
woners."
„Maar welke bijzondere voordeelen
stelt u zich van deze coöperatie voor?"
„In de eerste plaats gemeenschap
pelijke inkoop van alles wat be-
noodigd is en gemeenschappelijke
verkoop van de gekweekte producten.
Daarvoor moet een centrale adminis
tratie worden ingericht, die zuinig
werkt, maar toch een kantoor moet
hebben in Wilmington zelf en in New
York. Een ander voordeel van onze
coöperatie zal wezen, dat niet de een
zijn land kan verhuren of verkoopen
aan een ander en zelf op zijn gemak
ergens anders gaan wonen. En een
derde punt van belang is, dat iedere
deelnemer zijn kennis zal willen ge-
ven ten nutte van het algemeen. Als
nu een tuinder een methode heeft, die
goede resultaten oplevert, dan vertelt
hij die natuurlijk niet aan een ander.
Maar dat zal hij wel doen, als hij met
anderen in één maatschappij zit, zoo
dat de vermeerdering van ieders ken
nis neerkomt op vermeerdering van
dividend.
Maar we willen er geen gesloten ge
zelschap van maken. Een yierde van
de winst zal voor uitbreiding worden
bestemd en het geld, dat van buiten
af wordt gegeven zoo spoedig moge
lijk worden terugbetaald. Lukt dat,
dan zal het misschien op den duur
mogelijk wezen, er arme menschen
heen te laten komen, die geen ver
stand van 't vak hebben. Maar voor
eerst kunnen we die niet gebruiken,
want het kost geld, hen op te voe
den."
Zoo legde Dr. Van Eeden in groote
trekken mij zijn Amerikaansche plan
uit, waarover binnenkort In het tijd
schrift The Worlds Work eeni-
ge artikelen van hem zullen verschij
nen. En toen ik heenging, verzocht
hij mij nogmaals, er toch den nadruk
op te leggen, dat aanvragen van deel
noming nu welkom zullen zijn
maar alleen van bekwame vaklui,
die over f2500 kunnen beschikken.
Voor mij liggen verschillende uit
knipsels over het plan uit Amerikaan
sche couranten, maar wat Dr. Van
Eeden mij zelf vertelde, Is uit den
aard van de zaak meer een geheeL
Alleen wil ik er uit overnemen, dat de
heer Van Eeden in de Nieuwe We
reld meteen gelegenheid vond, de re
petitie van zijn tooneelwerk IJ s-
brand bij te wonen en dat een van
de Amerikaansche journalisten na
een gesprek met den ontwerper van
het plan in een P u 11 m a n-spoorwo-
gen o. a. dit over de aanstaande le
den der coöperatie schreef
„Niemand zal bevolen worden, dit
„of dat te doen. Iedereen zal datgene
„doen, waarvoor hij geschikt is. Hij
„zal sooveed land krijgen, als hij be
hoorlijk kan bebouwen. Is hij een
„werker, dan zal zijn aandeel groot
„wezen, Is hij een luiaard, dan zal
„het niet lang met hem duren (he
„won H last long). Maar zelfs dan zal
„hij niet aan zijn lot overgelaten of
„er uitgegooid worden. Wat hij bij
„den aanvang gestort heeft, zal wor-
„den teruggegeven, zoodat hij terug
„kan keeren naar Holland of waar hij
„andera vandaan gekomen is."
Ziedaar in weinig woorden bescheid
op vragen, die wel bij den lezer zul
len zijn opgekomen. Er zijn er meer.
Bijvoorbeeld, hoe vrede en tevreden
heid tulion blijven heerschen onder
al zijn het maar 25 menschen, die
noodzakelijk in bekwaamheid en ijver
van elkaar zuLien verschillen. Te
recht is er een middel om de luien te
verwijderen, maar vóórdat het zoover
komt, zal hij als een parasiet op den
arbeid van anderen hebben geteerd.
Dr. Van Eeden meent daartegen
een wapen te hebben gevonden ln de
1000 dollars, die elke deelnemer zelf
storten moet. Ik hoop, dat zijn opti
misme gelijk en mijn pessimisme on
gelijk krijgt, maar 't komt mij voor,
dat eelfs dit niet altijd een die van
nature minder werkzaam is, tot voort
durende inspanning prikkelen zal.
In dit verhand wensch ik één ding
te constateeren dat ik in het gesprek
met den heer Van Eeden heb opge
merkt, hoe deze alles wil doen om te
leurstelling bij de deelnemers te voor
komen. Ik blijf dus in de lijn van de
ze zelfde gedachte, wanneer ik zon
der daarom het denkbeeld af te keu
ren iedereen die er over denken
mocht, in overweging geef na te gaan,
of hij wat kennis en persoonlijke
eigenschappen betreft, voor vestiging
in zulk een samenleving wel geschikt
zal zijn.
J. C. P.
SaMenïandscfc Overzicht
De Fransche minister van buiten-
landsche zaken heeft gisteren in de
Kamer een beschouwing gegeven over
de buitenlandse he
POLITIEK,
Pldhon zei, dat de republiek, al
breidt ze haar verdedigingsmiddelen
uit, met de grootste standvastigheid
en het grootste succes meewerkt tot
de instandhouding van den vrede.
De betrekkingen van Frankrijk met
alle regeeringen zijn van vriendschap-
pel ijken aard. Parijs en Petersburg
zijn nooit te Yoren zoo innig verbon
den als thans.
Z. Exc. herinnerde aan de bezoe
ken, die Tsaar en de president van
de republiek en de Fransche en Rus
sische ministers hebben gewisseld.
De E-ngelsch-Ru88ische toenadering
versterkt het effect van de bij uitstek
vriendscnappelij ke entente met En
geland. Dat er overeenstemming be
staat tusschen Rusland en Italië,
bleek ook uit de samenkomst van de
vorsten dezer beide landen.
Ook herinnerde Pichon aan de
Balkan-crisis en bracht hulde aan de
Russische diplomaten, die veel heb
ben bijgedragen tot de handhaving
van den vrede.
Opgemerkt werd, dat het bestuur
van Kreta op het oogenblik nog niet
definitief geregeld kan wordenwan
neer de tijd daarvoor aangebroken is,
zullen de zes belanghebbende groote
mogendheden tot de .regeling mede
werken.
Met waardeering sprak de minister
over den arbeid van
DE HAAGSCHE VREDES
CONFERENTIE.
In antwoord op de Yraag, welke op
lossing hij denkt te geven aan ae
quaesties betreffende den internatio
nalen vrede, op de conferentie te
's-Gravenhage gesteld, zeide Pichon,
dat hij twaalf ontwerpen van wet zal
indienen, tot bekrachtiging der ver
schillende arbïtrage-tractatem De
minister zal zijn best doen, in alle
toekomstige tractaten de bepaling van
verplichte arbitrage te doen opne
men. Hij bracht hulde aan het vrucht
bare werk der interparlementaire
DINSDAG SS DECEMBER 1809
spoorwegen, telephoon- en tedegraal-
leidingen zijn ernstig beschadigd. Hot
gehëele verlies aan menschenl evens is
nog niet bekend.
Bij Boston is een vijfmaster-actioe-
nar vergaan. Men gelooft, dat van de
bemanning twaalf personen zijn ver
ongelukt.
Ook hebben nog een aantal kleinere
vaartuigen schipbreuk geleden.
De materSecle schade wordt op een
millioen dollars geschat.
PARIJSCHE BRIEVEN.
cxni.
Als ik zoo eens langs de Seine-kade,
linkeroever, drentel, op zoek naar oen
zeldzaam boek of een oude gravure
bij mijn vrienden en vriendinnen, de
„bouqutnistes" van beiderlei kunne,
blijf ik niet zelden een wijle stilstaan
vóór de mooie Gare d'Orsay (d'Or-
léans).
Niet dat -renoamd station mij zoo
zeer aantrekt, doch veór dat station
en verderop, aan weerskanten, ia een
honderd ji meters lange stoet van
fiacres „vHtatianneerd, gereed om de
zoo juist aangekomen spoorrelzigers
verder Parijs binnen te leiden.
En loop ik zoo met mijn open oogen
en ooren over straat, dan bezwijk ik
wel eens voor de verleiding, om mij
b ij n a door een fiacre telaten over
rijden.
Nee-nee, ik lieb geen zelfmoordnei
gingen, en ik ben ook geen zonder
ling. Voorts behoeven de enkele men
schen, die in mij belangstellen, rich
niet ongerust te maken, dat ik een
maal genoodzaakt zal zijn mijn waar
nemingsveld ónder een fiacre te zoe
ken. Want ik ben zoo vlug als een aal
en neem desnoods aan, ongedeerd uit
oen rennenden express-trein te sprin
gen.
En met het stilstaan voor het sta
tion èn met den „carambolage man-
qué is het mij uitsluitend te doen om
dj flacre-koetsters te hooren schel
den.
Dat is „auf Eluo oen literair
genot.
Want de Purijsche huurkoetsier is
de schejdkampioen, de uitjouw-maes
tro der illustre Seine-stad. Ik ver
moed, dat zelfs een Hollandsche visch-
vrouw nog eeuige jaren gezette studie
zöu hebben door te maken, om de
hoogte van schel dm eesterschap te be
reiken, waarop de Parijsche huur
koetsier staat, zelfs al raken zijn voo-
ten den beganen grond.
Waar de fiacre-koetsier ook gebo
ren moge zijn, te Parijs, te Rennes, in
Auvergne of elders zoodra hij zijn
voermanspakje aan heeft (dat even
veel lijkt op een livrei-kostuum als
een kip op een pauw), krijgt hij de
allures van den Parijschen „fau-
bourien" in het kwadraat. Hij twist
om alles, twist elk oogenblik, en put
dan zijn taal uit een dik woorden
boek, waaruit de Académie Frangaise
nog hitter weinig heeft overgenomen,
ter uitbreiding van haar dictionnaire.
Waarom de fiacre-koetsiers over
het algemeen dik of vleezig zijn, heeft
de wetenschap tot dusverre nog niet
kupnen verklanen. Zit het 'm in het
zittend leven Eten zij wellicht zoo
veel Bevordert het schelden de vet-
wording Mysterie Hoe het ook zij,
over het algemeen bezit de fiacre-
koetsier een embonpoint als de meest
alledaagsche rentenier.
Luister eens naar de gesprekken
dier koetsiers, wanneer zij, voor sta
tions of op andere standplaatsen ge
duldig op „een vrachtje" wachtend,
van hun hooge zitting zijn afgeklom
men en zich onderling onderhouden.
Nu eens spreken zij over politiek met
een achteloosheid en laatdunkend
heid, alsof ze gewend zijn, alle poli
tieke kringen en diplomatieke salons
te frequenteeren dan weêr kouten zij
over actualiteiten met een vastheid
van overtuiging, als hadden zij alles
persoonlijk beleefd. En steeds gaan
de gesprekken gepaard met slagjes
op den buik van den ander en
luid gelach.
Komt er iemand voorbij, wiens
voorkomen erg in het oog loopt, dan
worden er grappen over hem gedebi
teerd. Houd u gedekt, o, opvallende
voorbijganger, en antwoord niet, ten
zij met een geestigheid. Want maakt
ge u hoos. dan kent de gezamenlijke
koeteierlijk© spotlust geen grenzen.
Gij zoudt liet in hekelende woorden
rijkheid tegen elk hunner afzonder
lijk afleggen laat staan tegen hen
te zamen I
Doch het meest in zijn element is
de fiaare-koeisier, als hij reden heeft,
of meent le hebben, om boos te zijn.
Dan scheldt hij zijn slachtoffer de
huid vol. Scheldt onafgebroken, de
schampere woorden aaneenschake
lend met een schrikbarende virtuosi
teit. Of de Invectieven zin hebben,
komt er voor hem niet zoozeer op aan.
Hij scheldt dan ook minder om zijn
tegenstander onaangenaam te zijn of
hem te beleedigen, dan wel uit zuive
ren scheldlust, zooals een vogeltje
zingt uit puren «anglust, gevolg;
vitalen drang.
Is de betrokkene iemand uit liet jrtfr
bliek, dun duurt de scheldpartij ge
woonlijk niet lang, aangezien de koet
sier zich te zees»- bewust is van zijn
sueprioriteit ln den woordenstrijd,
terwijl overigens de uitgejouwde ge
meenlijk te onthutst ls om zijn her
sens te scherpen en zijn tong los* U
knoopen.
Heeft de strijd echter plaats tus
schen twee koetsiers, tusschen koet
siers beiden, dan schijnt de twist een
ernstige match om het kampioen
schap ln uitjouwecrij. De heeren, ie
der op zijn bok gezeten, kijken ei
kander woest aan, razen, Meren, var-
geten alles om zich heen, vergeten
behoorlijk te mennen, springen ang
stig wild met de zweep om maai?
slaan eir niet mee, tenzij het paard!
winden rich op, razen en Uwen weer,
minuten achtereen. En zelfs wanneer
zij elkander al long uit het gericht
hebben verloren, zit elk hunner nog
een!gen tijd voort te schelden.
Er Is Iets grootfestijnlijks ,ieto bao-
chanaUsch in de scheldpartijen tus
schen twee fiacre-koetsiers tets ge
weldigs, Iets gewelddadigs...
Hola! haltl Gewelddadigs, zeg ik?
Neen want nooit raken de koetstens
handgemeen. Zij zijn ten volle over
tuigd van de schoone beteekenis van
hun devies: „Scheld, scheld zooveel
mogelijk, maar vecht nooit anders
dan met den mond.'
Heo eerbied voor dien koetsiers-
mond, lezerl Zei Molière niet reeds:
,Qu 'est-ce que la raison aveo un fi
let de voix contre un© gueule commi
celle-La?" Ja, waarachtig, al zoudt ge
honderdmaal gelijk hebben, wat richt
indien ge slechts oen pieperig
stemmetje hebt, tegen dien passez-
moi le mot bek of muil -uit?
Eens, éénmaal slechts heb ik ie
mand het was een schildersleer
ling van de Ecole des Beaux-Arts
den woordentwist tegen een fiacre-
koetsier hooren volhouden. Het was
een hoete, felle strijd, waarbij de
scheldwoorden als raketballen sche
nen te vliegen. Ten slotte legde o,
wonderl de koetsier het af. Hij
zweeg het eerst. Toen wendde de
saam gestroomde menigte zich smade
lijk van hem af: hij had zijn prestige
verloren. Het publiek eLscht van den
fiacre-koetsier, dat hij, In een twist
met iemand anders dan een collega,
het laatste woord heeft.
Wanneer de fiacre-koetsier het
werk staakt, is het hem volstrekt niet
te doen om loonsverhooging of tela
van dien aard. Met dergelijke dingen
van den kouden grond, houdt hij,
hooggezeten e, zich niet bezig. Hij
wenscht zich dan eenvoudig eenigo
dagen vrij-af te verschaffen. In dien
vacantietijd vermaakt hij zich het al
lermeest met... in een 'fincre te rij
den. „Signe particulier" van zoo'n
passagierenden koetsier: hij geeft
gróóte fooien.
Heeft de fiacre-voerman ©en goeden
dag gehad, met andere woorden
ruim voldoende verdiend, ten, hoe
vroeg het ook zijn moge, weigert hij
passagiers in te nemen. Dan rijdt hij
voor zijn plezier de stad rond of bab
belt met een „copain" op een stand
plaats. Op zijn laatsteu rit, den tocht
huiswaarts, kan het gebeuren, dat g«
met hem moogt rijden, doen alleen
onder le mits dat gij in zijn wijk
woont, ln dat geval valt u de eer ta
beurt, hem een eindweega te mogen
vergezellen.
Tusschen twee ritten in stapt hii
niet zelden af bij een „mastroquet'
(wijntapper of kroeghouder), om er
een hartversterkinkje te nemen, lk
geloof niet, dat er één fiacre-koetsier
ridder van den Blauwen Knoop ofte
wel geheel-onthouder is. Hoe wil hei
dan ook Op zijn hoogen zotel, waar
hij, voor 's winters, is blootgesteld
aan weer en wind, leert men stellig
geen dingen als een „piereversckrk-
kertje" of een „pikkedanesie". zeggen
wij Batavieren, desapprccieeren. Ei*
men behoeft er zich dus geenszins
over te verwonderen, dat de neut
van een Parijschen huurkoetsier ge
meenlijk de kleurige kenteekeuen ver
toont van kroegschen omgang. IIeel(
hij na een veeljarige loopbaan
eigenlijk „rijbaan", niet cente^
genoeg verdiend en trekt hij zich van
het rollende leven terug, dan word£
hij het liefst gij raadt het, natuur
lijk.... kroegbaas.
Uitteraard is hij een mensohenken^
ner. Hij heeft immers in zijn leve%
zoo héél veel menschen gereden, mezu
rbUiLLbTON
Door
W. GEE.
En ook nu weer hoorde zij de ern
stige, dikwijls herhaalde vermaning
„Doe het nooit weg, Lavinia, wat er
©ok gebeurt."
En nu was de beproeving gekomen.
Den volgenden morgen keken op
straat vele menschen om naar het
wonderlijke vrouwtje met het slecht
zittende wintermanteltje, doch Lavi-
jiia, haastig voortspoedend door het
erjadsgowool, merkte er niet veel van.
Eindelijk had zij haar bestemming
bereikt.
De kunstkooper, een slecht gehu.
Tpeurd heertje van zestig jaar onge
veer, vroeg beleefd wat zij verlangde.
Lavliila toonde een groot pak, van
ettelijke vellen bruin papier, waaruit
èfen schilderij te voorschijn kwam.
Do kunstkooper beschouwde het,
boel nauwkeurig,
De lijst moet noodig opnieuw
verguld worden, zei hij eindelijk
en als u wilt, kunnen wij het schil
derij wat restaureeren. Wij doen dat
heel zorgvuldig
Lavina viel bom in de rede
lk wil het niet laten restauree
ren ik wil het verkoopen l riep zij
zenuwachtig.
's Mans hoffelijkheid verdween als
bij tooverslag.
T Spijt mij, dame, maar
Nu was Lavinia geheel uit het veld
geslagen.
De man raadde, dat uiterste nood
haar tot dezen stap dreef en kreeg
medelijdenIlij kon het ding wel
kcopen uit barmhartigheid. Maar
het gezond verstand zegevierde over
zwakke opwellingen en hij dacht aan
de strenge dame, die zijn levensgezel
lin was en nauwkeurig zijn inkomsten
en uitgaven controleerde.
Wij koopen alleen door onze
agenten, verklaarde bij op vrien
delijken toon. Maar ik wil toch
wel iets voor u doen het stuk expo-
seeren in onze étalagekomt er dan
bij toeval iemand, die er lust in krijgt
(hij staarde weifelend naar oenige du
bieuze viervoetige gedierten, die het
landschan stoffeerden), dan zal ik het
u dadelijk laten weten. Mag ik uw
adres
Lavinia dankte hem met warmte
en liet liet stuk onder zijne hoede. Op
weg naar huis nam zij vijf pond op
van het kleine kapitaaltje, waarvan
zij moest leven.
Na een wachttijd van veertien da
gen bezweek Lavinia's optimisme.
Aanbod van lessen bad ook geen
verder resultaat gehad dan één onge-
manierden jongen, die heel wein'g
betaalde en haar veel moeite be
zorgde.
En zoo kwam op een goeden morgen
Lavinia eindelijk tot de laatste toe
vlucht van verarmde dames van goe
den huize ze zette voor het raam een
bordje met „Kamers te huur".
Met brandend ongeduld wachtte lij
op succesdoch velen passeerden hei
raam, verscheidenea lazen liet bordje,
maar niet één belde aan om nadere
inlichtingen te vragen.
Dan, op een namiddag in het laatst
van de week, juist toen Lavinia haar
eenigen leerling had gehad, kwam er
een bezoeker, een deftig heer. Hij
werd aanstonds met veel beleefdheid
binnen gelaten.
Juffrouw Lavinia Briarley
zei hij, buigend op innemende wijze.
conferentie en »al rich niet verzetten
tegen het toestaan van een subsidie
aan net Bureau te Brussel maar de
Unie der interparlementaire confe
rentie moet z. i. haar voLkomen on
afhankelijkheid behouden.
Na deze rede werd een motie tot
goedkeuring van de verklaringen der
regeering met groote meerderheid
aangenomen.
Wanneer men in Frankrijk met lof
over den bondgenoot spreekt, wordt
het treurige figuur der
RUSSISCHE POLITIE
zeker vergeten.
Uit het onderzoek naar de omstan
digheden, samenhangend met den
moord op den chef dor geheime politie
kolonel Karpof, is gebleken, dat de
aanslag plaats had door middel van
eene helsche machine, die 15 pond
dynamiet bevatte, en die geplaatst
was onder de kanapee, waarop Kar
pof zat.
Karpof had tot den aanslagpleger
Vosskressenski in zeer nauw© betrek
king gestaan en hem zijn vertrouwen
geschonken. Hij had de woning waar
in de aanslag plaats had, voor hem
doen inrichten en gaf zich bij den
hospes voor een oom van Voaskres-
senski uit en liet diens woning niet
door zijn agenten bewaken.
Dit is wel eigenaardig 1
Wie de zich noemend© Vosakres-
sen9ki eigenlijk is, kan nog niet wor-
dep vastgesteld, Hij was in liet bezit
van zeven passen, doch geen enkele
bevatte zijn juisten naam. „Men" zegt
dat hij de zoon is van een Russisch
geestelijke en sedert 10 jaren tot de
geheime politie behoort, terwijl hij
als revolutiormalr onder zijn kame
raden als de zoon van Pope bekend
staat.
Uit het onderzoek is verder geble
ken, dat Vosskressenskl van liet revo-
lutionnaire comité te Parijs beslisten
last had gekregen, zich te zuiveren
van de verdenking, dat hij als „agent
provocateur" optrad. Blijkbaar moest
de aanslag op Karpof dienen om te
bewijzen, dat hij wel echt revoiutlon-
nair is. Wel zonderling, dat een re-
geeringsaanhtenaar daartoe 'n moord
pleegt op ©en college-ambtenaar I
Vosskressenski had om zeker te zijn
van zijn ontvluchting, alle maatrege
len genomen, maar werd juist, toen
hij het huis verliet, door een politie
agent opgevangen.
Nu zal het de vraag zijn, of de ie-
geering haar dienaar zaJ vervolgen
Nog zonderlinger wordt de zaak,
nu Karpof ook verdacht wordt, met
do revolutionnairen betrekkingen te
onderhouden.
Boertzef, de bekende man van d©
onthullingen over d© Russische ge
heime politie, deelt in het „Journal"
mee, dat do moordenaar van Karpof
Alexander Alexejewitsj Petrof heet,
en dat hij door d© politieke politie
was aangewezen, de taak van Azef
over te nemen. Hij had schijnbaar
het aanbod aangenomen, doch was in
waarheid de revolutionnaire staak
blijven dienen.
Het wordt voor de regeering wel
een lastige zaak I
De interpellatie in de Doema is
door de commissie van onderzoek
dan ook maarafgewezen 1
EEN MOORDAANSLAG.
Een revolutionnair uit Zuid-China,
pleegde een moordaanslag op den
prins-regent van China, Tsjoen, die in
het onderlijf licht werd gewond. De
dader werd in hechtenis genomen.
EINDELIJK OP HET SPOOR
Uit Lissabon wordt gameid, dat drie
revolutionnairen een paar dagen ge
leden door de politie in hechtenis ge
nomen, bekend hebben, tien moord op
koning Carlos en den kroonprins
voorbereid en uitgevoerd te hebben.
Zij stonden in betrekking met Zuid-
Amea-ikaansche anarchisten.
D© justitie is terstond een uitgebreid
onderzoek begonnen.
NOG EENS FERRER.
E enige vrienden van Ferrer hadden
bij de Spaanscbe regeering protest
aangeteeaend tegen de verbeurdver
klaring van d© goederen van den
terechtgestelde. De Spaanscbe regee-
ring heeft van dat protest niets willen
weten, en Ferrer's eigendommen zul
len dus dezer dagen in beslag worden
genomen.
De regeering schijnt evenwel geen
aanspraak te zullen maken op het
feldelij k vermogen van Ferrer, dat ln
frankrijk belegd is. en evenmin op
zijn huis te Parijs.
SNEEUWSTORM.
De hevigste sneeuwstorm, die sedert
twintig jaar voorkwam, heeft sedert
twee dagen in de Oostelijke staten van
Amerika geheerscht. Drie personen
zijn gedood en 1500 personen dakloos
te Chelsea (Massachusetts) ten gevol
ge van een vloedgolf. De grootste hoe
veelheid sneeuw viel te Philadelphia,
waar zij 22 inches dik ligt. Te New-
York zijn 15 personen gedood. De
Lavinia was bijna te ontroerd om
te spreken. Ze schoof hem den ge-
niakkelijksten stoel toe en wierp roe
keloos een stuk steenkool op 't vuur,
terwijl ze al bedacht, of de vreemde
thuis zou willen dineeren en hoe
laat.
Ik zal mijn best doen, het zoo
rettig mogelijk voor u te maken,
aastte zij zich, hem te verzekeren.
Maar het werk is voor mij nog nieuw,
ziet u(Haar lippen trilden een
beetje)Dit is de zitkamer, die u
geheel vrij krijgt, en als u even boven
wilt zien
Zijn verbaasde blik deed haar zwij
gen.
O.... kwam u niet om de ka
mer
De blijdschap verdween van Lavi
nia's gelaat.
- Neen, zei hij kalm, ik kwam
om het schilderij.
Het spijt me, antwoordde zij,
t maar het is niet meer te koop. Ik
schreef vanmorgen aan meneer John
son, dat ik het terug wikte hebben.
Ik bad het nooit uit mijn huis moeten
laten gaan.
't Is jammer zei de oude heer.
r Ik zag het toevallig lu de étalage
en het trók mij aan. Kan ik u niet Y«r-
leiden Ik wii graag betalen elke
redelijke som die u vraagt.
Lavinia weifelde.
Elke som, die zij vroeg De moede
oogen dwaalden naar het noodlottige
stuk bordpapier, met de ultnoodiging
aan vreemden, om haar huiselijk hei
ligdom binnen te dringen zij hoorde
aam de voordeur Eliza kijven met de
groentevrouw, die om betaling maan
deMaar plotseling werd het smal
le, ondeugende gezichtje veredeld
door den glans van een kloek besluit.
In haar geest ruischte de vermaning
baars vader© „Doe het nooit weg,
Lavinia, wat er ook gebeurt'
Zij wilde dat vertrouwen niet voor
de tweede maal beschamen.
Neen, sprak ze flink, lk kan
er niet van scheiden.
En ik hoop ook, dat je het nooit
doet, zei nu de vreemdeling, op
staande herken je mij niet, La
vinia
Zij schudde het hoofd.
Och ja, hoe zou je dat I lachte
hij. Ik herinner me, dat jij een
klein meisje was, toen ik naar Austra
lië ging.
Er kwam e>en klein licht vonk je in
Lavinia's brein liet wakkerde lang
zaam aan, ©n eindelijk zeide zij
Dan bent u vaders Jongste broerl
Ja, en de zondebok van de fami
lie, vulde hij aan. Ik ben ginds,
tamelijk fortuinlijk geweest, fortuin
lijk genoeg om naar hot vaderland te
rug te keeren en berouw te toonen
over mijn zonden. Maar ik zal nooit
vergeten, dat t jou vader wgs, di$
mij hielp een nieuw leven te begin,
non.
En nu vertelde hij Lavinia, dat hij
een paar maanden na zijn terug
komst te Londen vruchteloos gezocht
had naar haar zijn eenige bloed»
verwante, die nog in leven was.
Ik had bijna dat hopeloos werk
opgegeven, zei hij. toen ik bij
toeval dat schilderij ontdekte bij John»
6on voor het raam. Ik herkende het
dadelijk, ging naar binnen, om te
informeeren, en tot inijn blijde var*
rassiug gaven ze mij jou adres.
Hij nam Lavinia's bevend handjè
In de zijne.
Ongelukkig kan ik mijn broeder^
edelmoedigheid niet meer aan hem
zelf vergoeden maar ik vertrouw,
dat zijne dochter een weinig ter af
betaling van de oud© schuld zal wllja»
aannemen.
EINDE.