HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. riUiLLETON Quinnion de Philasoof. DONDERDAG 30 DECEMBER 1909 dat de heele conferentie uitliep op be sprekingen tusschen de beide burge meesters, die natuurlijk nooit het re sultaat konden opleveren, dat van een conferentie tusschen de twee col leges te vorwachten was geweest. Van mijn leven heb ik nog niet zoo'n voordeeligen Raadszuigeling ge zien, als den heer Bregonje. Daar hij gisteren geïnstalleerd werd en Maandag een voorstel van hem was rondgezonden, kan men, om in de lijn van de beeldspraak te blijven, van hern zeggen, dat hij al kraaide vóórdat hij in de kinderkamer was aangeland, daar na een verblijf van twee uur een redevoering hield on een kwartier later door een van de speelmakkers voor krenterig werd uitgemaakt. Laat ik. om tot de gewone alle- daagsche taal terug te keeren, even zeggen, dat zijn voorstel om de ver- eeniging voor bloembollencultuur de kosten voor het electrisch licht, dat zij gratis vroeg, te doen teruggeven, wanneer haar tentoonstelling winst maakt, niet werd aangenomen. Ik zou dit den heer Bregonje hebben kunnen voorspellen. De Raad heeft in dat op zicht sterk paedagogische begrippen, die neemt nooit een voorstel van iemand aan in de vergadering, waar in hij zoo juist Is geïnstalleerd. Het zou waarlijk den schijn geven, alsof de eerste nieuweling de beste een goed Raadslid kan zijn Dat nooit 1 En misschien moet ik den heer Bregonje daarmee feliciteerdn. Veni, vidi, vici, ik kwam, zag en overwon, moge een kreet zijn. die Caesar past, voor den Haarlemschen burger zou hij mis schien in de toekomst niet eens aan gename gevolgen hebben. Toch was dit het belangrijkste punt van de agenda niet. Dat was de goed keuring van de concessievoorwaarden voor de electrische trams van de Hollandsche Spoor. Raad en burgemeester raakten hier een oogen- blik aan 't kibbelen. Wel had de laat ste in 't algemeen gelijk door te pro testeeren tegen amendementen, die zoomaar onvoorbereid, dus zonder dat de weerpartij, de Hollandsche Spoor, daarover was gehoord, in de vergadering werden gebracht, de voorstellers bleven niet in gebreke er op te wijzen, dat zij het voorstel pas den 24sten thuis hadden gekregen, dus nauwelijks tijd hadden gehad voor rustige overweging. Over het algemeen waren de aan genomen amendementen trouwens van geringo beteekenis. Dat de Maat schappij, indien B. en W. haar vroegtrams opleggen, geen hooger ta rief dan vijf cen_t mag vorderen, zal wel geen bezwaar wezen. Anders krijgt ze er toch geen mensch in. Te Amsterdam wordt maar 21/2 cent ge vraagd. Ook tegen des heeren Van de Kamps loffelijk pogen, om zooveel mo gelijk menschen van het personeel der paardentram door de Holl. Spoor te doen overnemen, zal deze laatste niet in het geweer komen. De beoordee ling van geschiktheid blijft haar toch overgelaten. Hot amendement van den heer Tjeenk Willink, waardoor de Maatschappij van de zorg voor pen sioen van deze menschen ontslagen wordt, was zeker goed gezien. Alleen ben ik maar bevreesd, dat de Holl. Spoor zeggen zal„ons bezwaar is juist, dat wij deze beambten niet meer in de pensioenregeling kunnen opne men, omdat wij er op gesteld zijn al onze employés te pensioneeren, wan neer hun tijd 'van heengaan geko men is." Een argument waarvoor de Maat schappij allicht gevoelig zal wezen, is dit, dat zij haar lijnen dadelijk sym pathiek zal maken in de oogen van Haarlems bevolking, wanneer zij zoo veel mogelijk het personeel van de paardentram overneemt. Uit de behandeling van de voor waarden bleek wel duidelijk, hoe voorzichtig men te werk gaat, vooral tegenover de mogelijkheid van aan sluiting aan andere lijnen. Zoodra die tot stand mocht komen, zelfs bui ten toedoen der Holl. Spoor, vervalt de concessie. Om dit gevaar nog op een andere manier te verhoeden, moe ten de lijnen van de nieuwe trams bij Heemstede en Overveen een meter van de grens verwijderd blijven. Dat in weerwil daarvan binnen enkele ja ren het doorgaand verkeer een feit zal zijn geworden, geloof ik zeker. Maar misschien is dan ook het grootste bezwaar daartegen, namelijk dat volgens de tegenwoordige wet de regeering in den Haag en niet de Raad over de lijn zeggenschap heeft, meteen vervallen. Als twee dingen eikaar in den weg staan, moet een van beiden verdwij nen. De onderlinge verbinding der ge meenten is een krachtige zaak, de be paling, die haar toepassing belem mert zal dus dienen te wijken. Niet andersom Zooals in dit blad voorspeld werd, heeft Mr. Thiel de benoeming tot tij delijk wethouder aangenomen. Ik ver moed, dat hij die liever had afgewe zen, maar niet anders heeft gekund. Er zijn zoo van die dingen, welke zich aan ons oog als onafwijsbaar en onontkoombaar voordoen. Daarvan is er een, dat Thiel in 't College van B. en W. zitting heeft. En wanneer er naderhand weer eens een wethouders vacature mocht ontstaan, dan ver moed ik, dat Mr. Thiel deze onafwijs bare noodzakelijkheid gevoelen, en zich, zij het ook niet zonder verdriet, daaraan onderwerpen zal. Met ingenomenheid heb ik dé be noeming van den heer Jan Gerritsz tot voorzitter van de Arbeidsbeurs ge zien, al scheelde het maar één stem met Mr. Ribbius, die No. 2 op de voor dracht stond. Beide heeren mocht ik indertijd als geschikte candidaten aanwijzen. J. C. P. Wat 't jaar 1909 ons bracht. II. BINNENLAND. Als een aandenderende trein, die zijn vaart ietwat trager maken gaat, als hij Langs de perrons van 't statical rolt, waar hij straks doorheen zal daveren, zonder te stoppen, zoo snel len wij in de wentelvaart van het ge beuren aan op 't moment, waarin de jaren worden aaneengeschakeld. Als die trein door 't station zullen we heengaan door dat ©ogenblik, zonder vertoef 1910 in, een nieuwe wijdte van tijd, gelijk de locomotief de open landen gindsch doorduizelt. Wel snellijk doorleven we de da gen, de weken, de maanden, die in een woesten dans om je heen werve len 't verleden in. Wiens taak het is, in een krant te rev ie wen, wat er al- zoo in het tijdsverloop geibeurde, die kan eerst goed tot besef komen, hoe we voortylen 't verleden uit, het he den door de toekomst In. Daar ligt je overzichts-materiaal voor je: twee courantenliggers, waar in de jongste eiken dag nauwgezet een „Haarlem's Dagblad" heeft ge plakt, nu gezwollen tot twee dikke deel en: een jaar geschiedenis. Blad na blad sla je om, over een overstelpende reeks van feiten en feit jes glijdt je oog. Wat is er al weer veel vergeten. Dingen, die het heele land beroerden, liggen nu al weer in de vergetelheid vergaderd. De in drukken volgen elkaar op, overweldi gen elkaar, ronden de scherpe herin neringskantjes af, verdelgen elkan der zelfs uit een menschen geheugen. Je blijft even wijlen bij de in April heet van de pen geschreven Juliana- artikeltjes. Wat waren die al aan 1 wegdoezelen,, die typische gebeurte nisjes van dien spannenden tijd. Het heele voorjaar verbeid was de ge boorte van de jonge Oranje, maan den lang verkeerde 't land in span ning. 30 April 's morgens om 10 minuten over zevenen eindelijk werd Prinses Juliana, Louise, Emma, Maria, Wil- helmina in het Poleis aan 't Noord- einde geboren. Feest was 't allerwe- ge, een hartelijk blijdschap»- en hul debetoon, dat in verschillende ste den nog eens herhaald werd, toen 't voorspoedig herstel van de Koningin een feit was geworden. Met welk een genegenheid sloeg men gade, alles wat in die dagen in en om het Vor stelijk huisgezin plaats greep. De eerste uitgang van Koningin Wilhelmina, de doopplechtigheid (5 Juni) en de huldiging voor 't Konink lijk Paleis waren daar bewijs van. Was de geboorte van de Troonopvolg ster een belangrijke gebeurtenis, ook de periodieke verkiezingen op 11 en 25 Juni voor de Tweede Kamer wa ren zeer van belang. Zij bevestigden het regeerende Kabinet en versterkten de ministerieele meerderheid in do Tweede Kamer tot een stemmenaan- tal van 60. Desondanks hadden er belangrijke wisselingen in h»t Ministere-Heems- kerk plaats, hoewel door bijzondere oorzaken. Niet minder dan drie por tefeuilles kwamen in andere handen. De minister van Waterstaat Bevel's, overleed in het begin van Januari plotseling op een wandeling In het Ilaagsche Bosch. De heer Regout volgdo hem op. Do Oorlogsminister Sabron deed zich,wegens ziekte ver vangen door generaal Cool; terwijl minister Idenburg op 11 Augustus zijn plaatsje op het Plein in den Haag: afstond aan den heer Do Waal Ma- lefijt, de afgevaardigde naar de Twee- de Kamer voor Breukelen, en do Bui ten zorgsche troon beklom, daar gene raal Van Heutsz het Gouverneur-ge neraalschap over Nederlandsch-Oost- Indië wenschte neer te leggen en op 20 Augustus zijn eervol ontslag er langde. Het Kamerlid Mr. De Ridder over leed, evenals het Eerste Kamerlid Mr. Vening Meinesz en de Minister van Staat, Baron Aneas Mackay en de oud-kabinetsformateur Mr. N. G. Pierson, Kamerlid voor Gorinchem. Op Wetgevend gebied geschiedde ecn-en-ander, dat de aandacht waard ts. In het Staatsblad verschenen de Wet op het Vaderschap, die op 12 No vember door de Eerste Kamer werd aangenomen, de Regents chaps- en Voogdijwetten, de Schepenwet, de Achterstandswetten in zake de Rechts pleging, de Kinderwetten werden ge wijzigd, die Accijns op het gedestil leerd werd verhoogd. Op 1 Fehruairi trad de Wet op het Arbeidscontract in werking; op 1 Mei werd do Am- stordamsche tijd, ook op de spoorwe gen, ingevoerd. Do Lager Onderwijs wet werd in de Tweede Kamer gewij zigd. Zeer veel beroering bracht buiten en in de Kamer de kwestie Kuyper- Westmeyer-Lehmann, waarover Mr. P. Tideman op 26 Juni de eerste me- dedeetingen deed. In Juli daaraanvolgende baarde de mededeeling opzien, dat Baron Sweerts de Landas, burgemeester van Den Haag, eveneens in het verkie zingsfonds der Anti-rev. partij had bijgedragen. Het beweerde verband tusschén deze gift en een begeerde benoeming tot Commissaris der Ko ningin in Gelderland, bleek echter onaannemelijk te zijn. Op 28 October kwam de zaak-Kuy- per in de Tweede Kamer ter sprake, en op 18 November na de soherpe re devoering van Mr. Troelstra, kwam Dr. Kuyper, die na een kort verweer in de „Standaard" gezwegen had, een verklaring afleggen, die den volgen den dag, vooral door de heeren Drucker en De Savornin Lobman, be sproken werd. In het laatst van De cember diende mr. Troelstra een voorstel bij de Kamer In, om in deze zaak een Parlementaire enquête in te stellen. Dr. Kuyper schijnt thans de voor keur te geven aan een onderzeek door een Eereraad buiten bet Parlement om. Het jaar 1910 zal wellicht het einde dezer kwestie brengen. Nederland ten opzichte van 't bui tenland beschouwd, gaf dit jaar een rijker geschiedenis dan andere jaren. Keizer Wilhelm van Duitschland en Keizerin Augusta brachten op 9 Au gustus een bezoek aan Graaf Bentinck op het slot Middachten. Door de ge boorte van Prinses Juliana werd af gezien van een bezoek aan Koningin en Prins op het Loo. Noord-Amerika herinnerde zich on zer bij de Hudson-Fulton-feesten ter herdenking van de stichting van New- York door genoemde ontdekkingsrei zigers. Holland maakte een goed figuur bij deze feesten. In Januari van dit jaar was men reeds bezig met voorbereidingen te treffen tot inrichting van de Neder- landsche afdeeling op de Bruaselsche tentoonstelling in het jaar 1910. Men herinnert zich de afstemming van den desbetreffenden subsidie-post ih de Tweede Kamer en het later toe staan van een geringer bedrag De terechtstelling van Ferrer in Spanje veroorzaakte ook in ons land eenige beroering, door de op touw ge zette volksagitatie, waarbij demon straties tegen de Spaansehe consula ten werden gehouden. De rij van gebeurtenissen, die van internationaal gewicht waren, zij be sloten met de herinnering aan het in cident te lJmuiden, ontstaan door de poging tot in-beslag-neming van het Zweedsche oorlogsvaartuig „Hvalen" door Mr. P. Tideman, wegens het niet voldoen van het bedongen hulploon aan den logger „Alida". Na een klacht, door de Zweedsche regeering ingediend, was de Neder- landsche regeering genoodzaakt haar verontschuldigingen aan te bieden. Het West-Indische eiland Curasao kreeg een nieuwen gouverneur. Vooral in land- en tuinbouwkrin- gen werd veel gesproken over het af treden van den eminenten directeur- generaal voor den Landbouw, den heer Lovink. De Nederlandsche vloot werd ver rijkt met een modern oorlogsschip, „De Zeven Provinciën", door Prins Hendrik te water gelaten. Het is het grootste pantserschip dei' Nederland sche Marine. Dit schip met den roemruchten naam van De Ruyters admiraalschip, zal waarschijnlijk in 1910 Prins Hen- drink naar Oost-Indië overbrengen. De groote legeroefeningen werden dit jaar afgelast, wegens het uitbre ken der cholera, waarvan de eerste gevallen te Rotterdam voorkwamen. Den 20sten Augustus overleden daal de vier zusjes Korteland. Veel bewe ging verwekte dit geval, daar men de oorzaak zocht In vergiftigd snoepgoed. (Zuurtjes in poetspomadedoosjes). Zoodira op 25 Augustus de cholera de werkelijke oorzaak bleek te zijn, werden energieke maatregelen, zoo wel te Rotterdam als elders in den lande genomen, waardoor het aantal gevallen met doodelijken afloop tot een gering getal kon worden beperkt. Het uitbreken der vreesol ij ke ziek te verwekte echter veel angst. Eenige gevallen van meningitis ce- rebro-spinalis en van zoogenaamde kinderverlamming maakten ook velen bevreesd. Van BfnnenLandsch politiek belang was de scheuring in de S. D. A. P. Do jarenlange strijd tusschq^ de Mar xisten en de Revisionisten eindigde hiermee, dat een buitengewoon con gres, te Deventer op 13 Februari sa mengekomen, eenige voorlieden dei- Marxistische beweging royeerde. De zen stichtten daarop de S. D. P., die bij de algemeène verkiezingen in Ju ni in sommige districten eigen candi daten voor de Tweede Kamer stelde. Geen hunner werd echter verkozen. Verschillende voorvallen, In oor sprong van meer plaatselijken aard, trokken ook elders de aandacht. Den Haag had zijn Duitsche-Greet- histori, z'n vreemdsoortige hypnose- geschicdcujs Müller-Hirschmann-Van den Bergh, zijn Raadsleden-grondspe- culantenkwestie en zijn tweegevfcht Romer-Van de Capellen. Amsterdam zijn aftreden van Bur gemeester Van Leeuwen wegens de houding van een deel der Raadsleden, den verkoop van het oude-Beursler- rein aan de „Bijenkorf", zijn Dam plannen en de huldiging van kapitein Christoffel. Utrecht enz. hadden hun Heye-her- denk'IhgsfeestIJmuiden zijn staking op de visscherstrawlersBreda zijn stakingsrelletjes; Tilburg zijn Trap- pistenkloosierkwestie, enz. De rechtszaak, die wel het meest de aandacht trok, was de Papendrecht- sche strafzaak, waarin de arbeider Garsthagen als beklaagde optrad we gens smaadschrift tegen de Papon- drechtsehe politie en den Burgemees ter. Dit jaar diende deze zaak van 31 Maart tot 13 April voor 't Hof te 's-Hertogenbosch. Hendrik Garstha- hagen werd daar veroordeeld tot 3 maanden gevangenisstraf. Na een in terpellatie in de Kamer gelastte d® Minister een regeeringsonderzoek naar de toestanden bij de politie t® Papendrocht. De Hooge Raad vernie tigde daarop 't arrest van het Hof te Den Bosch en verwees do zaak naar het Hof te Arnhem, waar zij 16 No vember voorkwam, doch na acht da gen werd geschorst, om nadere in structie te doen houden. Door de eedsweigering door den Haarlemschen schilder C. Kriiler voor de Rechtbank te Amsterdam tij dens een rechtszaak tegen nnti-mlli- tairisten werd weer hel eedsvraag- stuk meer op don voorgrond ge bracht. Kriiler werd ontslagen van rechts vervolging. Andere de aandacht trekkend® rechtszaken waren die tegen de Am- hemsche Bankdirecteuren, Mr. Plies- ter en Mr. De Meyier, die tegen Ba ron Van Heeckeren van Brandenburg wegens valsche aangifte van een aan. geteekenden brief, die inzake do brandstichting in hotel Believue te Arnhem, waarbij iemand om het lo ven kwam, die tegen den Burgemees ter van Eigmond aan Zee, die tegen den Amsterdamschcn diamanthande laar Stokvis, die voor een half mil- lioen aan waarde verduisterde, en die tegen den Burgemeester van Eg- mond aan den Hoef wegens valsch- heid in geschrifte Van de ernstige branden, zijn d« volgende te vermelden. Op 9 Augus tus sloeg de bliksem in te Raams- donkveer. Er brandden 25 woningen af40 gezinnen werden dakloos 24 Februari brandde de fabriek der fir ma Clos en Leembruggen te Leiden af4 Maart werd de schouwburg te Harlingen een prooi der vlammen 24 Maart woedde er een hevige fa brieksbrand te Zaandam 18 Augus tus kwamen daar ter plaatse bij een brand de vrouw en drie kinderen van den sigarenmaker G. Schoen om hot leven 21 December eindelijk ging de fabriek der firma Gebr. Koch te Am sterdam in vlammen op. Van de moorden, dit jaar gepleegd, herinner 'k enkel aan don drievoud 1- September 1.1., waar een landbouwer, zijn vrouw en een knecht op gruwe lijke wijze werden vermoord. De da ders heeft men nog niet gevonden, Ongelukken op zee en op do rivieren kwamen in grooten getale voor. Het ernstigste was wel, dat aan boord van het vaartuig, dat heiast was met do opruiming der wrakken langs <lo Hollandsche kust. Op 14 October sprong dit schip voor Katwijk in do lucht, door do ontploffing van het pikrinezuur. Het ongeluk deed zes menschen, waaronder een luitenant ter zee, omkomen. Mede gebeurde een vreeselijk ongeluk op 14 Augustus aan boord van de „Zaanstroom" in volle zee, waardoor twee mcnschenlc- vens verloren gingen, door ontsnap ping van stoom. Den 5den Februari verdronken te Diemen 8 menschen, door het omslaan bij stormweer van een kettingpont13 Maart kwamen bij de aanvaring tusschen de „Mas cot" en de Duitsche boot „Margare- tha" 20 menschen om 23 April ver dronken bij de scheepsramp bij Lem mer 8 personen uit een schlppersgo zin. Bij zooveel droefs is 't blij-makend te kunnen wijzen op moedige pogin gen tot redding van in nood verkee renden. De plaatsruimte gedoogde niet, dat dit overzicht over 1909 veel moer werd dan een bijeenoogsten van fei ten. Dit artikel is dan ook alleen be- doeld als een vluchtige aanstipping van 't belangrijkste uit 't scheidend® jaar, met vluggen greep hier en daar opgegaard en samengebundeld ais een memoriam aan 1909. JAC. C. M. Jr. Emtenlandsch Overzicht Er is over de troonsbestijging van Belgies jongen koning al vwl ge schreven. Nu wordt er weer getwist over den naam van Z. M. Inderdaad is dit een belangrijke zaak, want het is een deeltje uit den strijd, dien DE VLAMINGEN voeren tegen de Fransch-gezindeo, om het behoud en de erkenning van OM ONS HEEN No. 1062. Nabetrachting van den Gemeenteraad. Voor ieder die eenig gevoel voor hu mor heeft, moet het een eenigszins kluchtig oogenhlik zijn geweest, toen Mr. Thiel, die een uur later weer ais wethouder, zij het dan ook tijdelijk, zou worden benoemd, een beslisten aanval deed op het beleid van B. en W. inzake hun voorstel over de proef neming met diepboring. „Zou hij dat als wethouder óók gezegd hebben i vroeg een toehoorder. „Zeker", ant woordde een ander, „maar in de ver gadering van B. en W." Bij het eerste voorstel van B. en W. heb ik al gezegd, dat het dagelijksch bestuur zichzelf wat al te zeer op den achtergrond had gehouden en dit tweede voorstel had evenzeer iets slaps en onferms. Ik waardeerde en waardeer nog het optreden van Prof. Dubois, omdat dit aanleiding zal ge ven tot een ernstig onderzoek, maar dat is heel iets anders, dan dezen deskundige nu naar de oogen te zien en angstvallig, met den rechtsgeleer den adviseur, vast te houden aan die Ezelen weide. Zeker, ik begrijp het motief men wil later, als de diepboring niet bet gedachte resultaat mocht opleveren en Haarlem dus de pogingen tot duin onteigening voortzet, de Regeering kunnen overtuigen, dat alles, wat de tegenpartij aanried, beproefd en ver geefs gebleken is. Maar van hoeveel waarde dat uit tactisch oogpunt ook wezen mag, ietwat meer zelfbewuste flinkheid zou mij, en ik denk ook an deren, in B. en W. aangenamer heb ben aangedaan. In elk geval schijnt het me gelukkig toe, dat de Commissie nu boren kan op de Ezelen weide en op andere ter reinen, welke laatste uitbreiding te danken is aan een amendement van den heer Van Lynden. De benoeming der Commissie van drie leden, die de diepboring leiden zal, levert B. en W. blijkbaar nog zorg op. Anders zou bet College nu meteen, dadelijk dit punt wel aan den Raad hebben voor gelegd. Wanneer men een oplossing wenscht, die zeker ook bij het Bloe- mendaalsche gemeentebestuur in den smaak zou vallen, dan zou het deze zijn, dat Haarlems gemeentebestuur een van de leden der Commissie be noemt, Bloemendaals bestuur den tweeden en dat deze twee een derden kiezen. Dit denkbeeld moet wel aan de liaarlemsche Raadsleden, die aan tactiek hechten, voldoen immers het is 'n 't geheel niet twijfelachtig, Wie door Bloemendaal zal worden uiwerkoren. En wanneer Prof. Du- bols zelf van ongelijk kon worden overtuigd, dan zou zeker de kans op het verkrijgen van het zoo begeerde duingebied niet weinig zijn gestegen. Ik voor injj zou nog altijd liever een Commissie zien, waarvan geen lid in deze zaak een rol had gespeeld, maar ik wil erkennen, dat samenwerking met Bloemendaal ook wat waard is. Tot dusver ïs daarvan namelijk geen sprake geweest. Pogingen van B. en W. van Bloemendaal om met B. en W. van Haarlem te overleggen, had den geen resultaat. Er schijnt op ons Stadhuis als adat te heerschen, dat niemand in de vergadering van ons volledig daselijksch bestuur, uit.gezon. derd de ambtenaren, wordt toegela ten om zijn belangen te verdedigen en toe te lichten. Welk beginsel van de zen maatregel de grondslag is, weet ik niet, maar dat hij ditmaal ongun stig heeft gewerkt, schijnt mij zeker. Immers toon Haarlems burgemeester antwoordde, dat de wethouders geen gelegenheid hadden, maar dat Z.E.A. alleen de heeren gaarne ontvangen zou, hadden de Bloemendalers daar op hun beurt geen ooren naar, zoo- Naar het Engelsch van GUV BOOTHBY. 2) Wat ik toen zag, deed mij van ge dachte veranderen. Wat, ben jij het? zei ik. Als Ik er eenig vermoeden van gehad had, dat jij het was, dan zou ik je tasch in de r>vier gegooid hebben. Neem je geld terug hoe hongerig ik ook ben, ik heb nQg te veel trots overgehouden om almoezen van jou aan te nemen l Met die woorden wierp ik hem het geldstuk voor de voeten. Cyril goede hemel I ben Jij Ja, het is Cyril, antwoordde ik, en door jouw schuld is het zoover met mij gekomeu. Neem je geld terug, ik zal het niet aanraken. Hij draaide zich om en liep weg, en tk stond hem na te kijken, een man tonder principes, zonder geweten, zonder zelfs een greintje medelijden. Een man, dio uit liefdadigheid zou .«oven. wanneer hij dacht dat dit hem duizendvoudig zou kunnen worden te rugbetaald, maar d>e alleen uit lief dadigheid een bedelaar geen halven stuiver zou toegooien. Zoo'n man was Gilbert Feversham, die mij en de mij nen had geruïneerd en die het zonder eenig gevoel van schaamte, graag weer gedaan zou hebben als het mo gelijk geweest was. Ik zei, dat ik hem stond na te kijken, terwijl hij 't schitterend verlichte voor plein overliep en het hotel binnen ging, vol eerbied gegroet door den portier. Over een uur waarschijnlijk zou hij voor éen der beste diners in Londen zitten, een flesch champagne drinken en zich later op den avond te rugtrekken in een weelderig ingerich te slaapkamer, voorzien van alle ge makken, die een volle beurs konden verschaffen en de hulpbronnen der moderne beschaving konden beden ken. Wat mijzelf betreft, ik wilde liever slapen in de open lucht met het uit vaagsel der stad tot gezelschap en zoo mijn leven wagen, dan door hem be schouwd te worden als iemand, die van zijn geld zich een nachtverblijf had verschaft. Toen ik voor mij keek, zag ik. de shilling nog liggen, waar ik haar had neergeworpen. Ik raapte haar op. Op dat ogenblik kwam er een politie agent voor don dag, die mij op ruwen toon gebood door te looDen. Ik deed I zooals mii bevolen werd, en liep nog eens weer langs het Strand, waar het nog dicht met groote vlokken sneeuw de. De koetsiers hadden de kragen van hun capes hoog opgezet, en hun slappe hoeden naar beneden getrok ken de voetgangers snelden langs de straat als wilden zij laten zien, dat zij vol verlangen waren zóo spoedig mo gelijk thu»s te komen, terwijl de cou rantenjongens aan de algemeene som berheid nog het hunne toevoegden door met schorre stemmen te schreeu wen „Ontzettende sneeuwstormen, treinen vast blijven zittenveel men- schenlevens verloren." Met mijn handen diep in mijn zak ken begraven, mijn ouden hoed naar beneden getrokken over mijn voor hoofd, en mijn kraag zoover mogelijk opgezet, liep ik voort langs de modde rige straten in de richting van Trafal gar Square. Hoe verleidelijk zagen de winkels er uit I Daar aan den over kant was het restaurant Gatti; waar ik zoo dikwijls had gesoupeerd In den tijd toen de zorg zijn scherpe klauw nog niet op mijn schouder had gelegd, en de geheele wereld vol le ven en zonneschijn scheen. Ik liep een smalle steeg door en vond een donkere portiek waarin het tot nu toe nog niet gesneeuwd had. Daarin ging ik zitten. Aan den overkant, maar eenige meters van mij af, was een andere portiek en daarin zaten twee andere daklooze stakkers een vrouw met een klein kind, die zich nestelden in haar shawl om nog zooveel warmte op te doen als haar arm lichaam kon produceeren. Ik merkte ook op, dat de linkerschou der van de vrouw onbedekt waszij gaf het grootste deel van de shawl om haar kleintje tegen de koude te be schutten. De shilling brandde mij in de hand. Moeder, ik ben zoo vermoeid en heb zoo'n honger, zei het zwakke stem metje van onder de shawl. Kunnen wij niet naar huis gaan Ik wou zoo graag naar huis, moeder 1 Gauw, lieverlje, heel gauw, ant woordde de moeder. Probeer nu te gaan slapen, schatje, en als je dan wakker wordt, zullen wij naar huis gaan. Ik hoorde haar stem breken, ter wijl zij dat zeide. Ik wist, dat zij al leen sprak om het kind te sussen; ar me stakkers, zij hadden geen tehuis. Ongeveer op dit oogenblik, zoo zei ik tot mijzelf, trok Feversham zijn stoel bij de tafel. Ik uitte een verwensching aan zijn adres en keek weer naar de anderen. Op dat oogenblik begon het kind te schreien en de moeder deed haar best het te sussen maar te ver geefs. Toen ging de deur achter haar open en een man in overhemdsmou wen beval haar op ruwen toon Maak dat je wégkomt, wij heb ben hier geen schreeuwlelijken noo- dig I Dat is schande, fijn mijnheertje, bromde ik woest. Ik zou wel eens wil len weten hoe jij het zou vinden als je vrouw en kind zoo weggejaagd wer den op zoo'n avond De vrouw stond vermoeid op en nam de kleine in haar armen, terwijl zij de shawl over het kind heenlegde. Wij meenden heelemaal geen kwaad, mijnheer, zei zo, met iets wan hopigs in haar stem wij wilden al leen maar wat buiten de sneeuw rus ten. Mijn kleine meid is doodop van het loopen langs de straat en ik dacht, dat wij hier wel even mochten rusten. En hier kun je niet rusten, zoo als je dat noemt, antwoordde de /nan. Dus maak dat je wegkomt. Als j© er geen zin in hebt, zal ik om een poli- tie-agent sturen. De vrouw zei niets meer, maar liep de laan weer door in de richting van het Strand. Hoe treurig het ook met mij gesteld was, ik had maar alleen om mij zelf te denken maar hier was een dub bele tragédie, waarnaast mijn eigen ongeluk tot niets ineenkromp. Ik kwam overeind, stijf zelfs van dat kleine oogenblikje zitten, en strom pelde achter haar aan. Ik haalde haar In, vóórdat zii tijd gehad had den hoofdweg te bereiken. Een oogenblikje, zei ik, terwijl ik mijn hand op haar arm legde, laten wij een woordje samen spreken. U zat daar zooeven op dien stoep. Zij zag mij zeker bij vergissing aan voor den man in de hemdsmouwen, want zij zei op zwakken toon Ik ben weggegaan, mijnheer, zoo als u mij gezegd had. U zal mij toch zeker niet bij de politie aanklagen, is 't wel, mijnheer Ik bedoelde geen kwaad er mee. Er zijn oogenblikken, waarop een man zich als een ongevoelig wezen moet voordoen, opdat hij zijn aandoe ning zal kunnen verbergen. Wees toch niet zoo dwaas, ant woordde ik ruw. Als u mij eens goed wil aankijken, dan zal u zien, dat ik de kerel niet ben, die zooeven met a sprak. Toen zij begreep, dat ik niet do ti ran van den stoep was, kwam haar moed en daarmee haar achterdocht weer terug. Zij vroeg mij, wat ik van haar wil de. Nachtvogels loeren op elkaar, en zelfs het bedeesde schaap zal zijn best doen zijn lam te verdedigen. Ga met mij mee en ik zal het u laten zien. antwoordde ik. Gij en het kind beiden hebt voedsel noodig en ik heb geld genoeg om u dat te ver schaffen. Het is niet ver van hier. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1909 | | pagina 5