NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Quinnion de Philosoof. 27e Jaargang. No. 8140 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. VRIJDAG 7 JANUARI 1810 B HAARLEM S DAGBLAD ABOSNBMENTEH PBR DRIE MAANDBNl Voor Haarlem f 136 Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente)1.30 Franco per post dom Nederland 1.65 Afzonderlijke nummers O02U Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem037H Ce omstreken en franco per post CU5 Oltgavo der Vennootschap Looreos Coster. Directed? J. C. PEEREBÖ0& ADVERTENT (Soli I regels 50 Cts.: Iedere regel meer 10 Cts. Bulten het Arrondissement in 1—5 regelset.—-, elke rejpl meer a io Reclames 30 Cent per regel Van 1-5 i Haarlem van 1 Bij Abonnement aanzienlijk rabat Advertentiün van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsbar 50 Cts. voor 3 plaatsingen i contant Redactie ea Administratie t Groote Bootstraat Istercommtinaa! Telefoonnummer der Redactie 600 es der Administratie 724. Drakicrtjj Zolder Baitenspaarae 0, Telefoonnummer 122. Tot -je plaatsing van advertentie en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem ki dit blad ts uitsluitend gemachtigd het Algemeen Bianea- en Bultenlandsch Advertenüe-Bureau D. Y. ALTA, Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon latere. 6229. TWEEDE BLAD. OM ONS HEEN No. 1067. KwakzalYersadvertentlön. Er kan haast geen nummer van het Maandblad tegen de Kwakzalve rij venechijnen, of wij worden er in besproken. Wij, dat wil zeggen de couranten in 't algemeen. De redactie van dit maandblad is de meening toegedaan, dat de directies de adver tentiën van kwakzalvers behooren te weigeren en dat, wanneer zij dat niet doen, dit alleen toe te schrijven Is aan hun verfoei lijk» geldzucht. Op dit thema worden inderdaad zóóveel onvriendelijkheden geborduurd, dat een dagblad-directeur nu en dan ge neigd ts, zich af te vragen, of hij in. derdaad zoo zwart als hij in dit piaandbiad wordt afgeschilderd. Op gevaar ai van het met de re dactie van het Maandblad aan den stok te krijgen (de heeren zijn bij uit stek militant en dat is hun yak), wil ik eens trachten, aan te toonen waar om de directeur van een courant geen dan een zeer oppervlakkige cen- Buur over de advertentiën in zijn blad uitoefenen kan. Het is alleen hierom, dat de intrinsieke waard© der advertentiën niet aan hem te beoor- deelen staat Waardoor toch wordt de odvertenlierubriek gevormd? Dit kennisgevingen van het publiek aan het publiek. Voor het redactioneel gedeelte neemt de redactie een zekere verantwoordelijkheid op zich, kiest datgene, wat zij aan har© lezers wenscht mee te dee Ion en let er zorg vuldig op, in welken vorm dat ge schieden zal. Wanneer dus do lezer bedeedigende, onzedelijke of op ande re manier ongepast© stukken aan treft in het redactioneels gedeelte van zijn courant, heeft hij het volst© recht, daarvoor de redactie verant woordelijk te stellen. En indien hij bij voortduring daarin beschouwingen vindt, die zonder oanstootelijk te zijn toch tegen zijn meening indruisohen, zal hij niet aarzelen, om zijn abonne ment spoedig op te zeggen. Beleedigende, onzedelijke adverten tiën worden ook door de directie af gewezen, maar daarmee houdt dan ook de censuur vrijwel op, om de een voudige reden, dat ze niet verder gaan kan. Wij directeuren zijn ons er wel degelijk van bewust, dat wij aan het ziekbed of de recepteertafel al 'n heel slecht figuur zouden maken, maar we wenschen nu en dan, dat doctoren en apothekers zich konden voorstel len, dat er ook in ons vak moeilijkhe den zijn, die ZIJ niet overzien, voel minder oplossen kunnen. En nu kun nen de bestrijders van de kwakzalve rij ons wel vragen „breidt uwe cen suur over de advertentiën uit", maar wanneer zij er zelf toe geroepen wer den. zouden zij de onmogelijkheid daarvan Inzien. Hier is namelijk een beginsel in het spel, dat bij de zoogenaamde kwakzalverijen noch begint, noch eindigt. Indien directeuren of uitge vers van couranten er toe besluiten, hunne advertentiën aan een even scherpe contróle te onderwerpen, als de redactie dat doet met de berichten en artikelen, dan moeten zij die toe passen op al de annonces, onverschil lig van welken aard zij zijn. Hoe dit zal moeten gaan, verklaar Ik niet te beseffen. „Het fijnste brood bij Jan sen" Is een aankondiging, die den directeur tn de grootste verlegenheid zal brengen. Hoe moet hij nagaan, of inderdaad Jansen het fijnste brood verkoopt in den kring, waarin zijn blad gelezen wordt. Zal hij dat brood moeten laten onderzoeken op gewicht, op gehalte, op smaak, op voedzaam heid en vervolgens alle ander© brood soorten in d© omgeving, om na een jaar misschien, plechtig aan Jansen te komen vertellen, dait zijn brood het fijnst© isof niet Ik steek den draak niet met het onderwerp, <k wil alleen do onmoge lijkheid dor censuur zoo plastisch mogelijk aantoonen. Daartoe mogen nog een paar andere voorbeelden die nen. Er wordt een huwelijks-adver tentie aangeboden, waarin „een we duwnaar, oppassend man, vrij van sterken drank en met een goed loon", een levensgezellin zoekt. Zal de dag blad-directeur naar den man moeten informeeren, vóórdat hij de adverten tie opneemt Is hij inderdaad moreel verplicht, een expertise te doen instel len naar het huls, waarvan do aan staande veiling wordt geannonceerd, en dal als sterk, hecht en weldoor timmerd wordt geprezen En wan neer een schoenwinkel wenscht te ad- verteeren, dat do geheele voorraad wordt, opgeruimd met een korting van vijftig procent, moet da directeur zich dan gaan overtuigen, dat die korting wel en deugdelijk wordt ver leend Ieder die er lust in heeft kan, door maar één enkel nummer van een courant in te zien, deze voorbeelden naar welgevallen vermeerderen. Hij zal dan tot d« overtuiging komen, dat een zoodanige censuur op de adver tentiën een onmogelijke zaak is, en dat het publiek zelf uit zijn oogen behoort te zien. En nu kan men, hierop doorgaan de, betreuren dat het publiek dikwijls niet beter uit zijn oogen kijkt, maar dit is weer een geheel andere zaak. Persoonlijk kan ik mij niet begrijpen, hoe de menschen er toe kunnen ko men, poeiers, drankjes, pillen en zalven te gebruiken, die hun door den eerste den beste als heilzaam wor den aanbevolen. Geen van die arti- kelen, duur of goedkoop, hoe enthou siast ook gerecommandeerd, komt bij mij over den drempel. Zooals ik mijn schoenen niet naar den dokter 6tuur om z© te repareeren, zoo vertrouw ik mijn gezondheid en d'e van mijn fa milie niet toe aan een gewezen klom penmaker of hoefsmid. Ais iedereen er zoo over dacht, dan zou geen sterve ling in Haarlem en omstreken om maar in de huurt te blijven nog maar één fleschje of doosje van die artikelen koopen en was het met den hooien handel meteen gedaan. De heeren van het Maandblad tegen de Kwakzalverij zullen het mij ten goed© houden, wanneer ik zeg, dat zij naar mijn meening meer ter opvoeding van het publiek in die richting zouden kunnen doen. Dat stelsel zou beter werken dan de nu gevoerde strijd te gen de dagbladen. Immers wanneer de couranten bepaald© advertentiën u'et meer wilden, of, bij wettelijk voorschrift, niet meer mochten plaat sen, dan zou daarmee de handel in deze artikelen volstrekt niet zijn ge smoord. Men zou andere middelen t© baat nemen, strooibiljetten, circulai res, persoonlijk bezoek wellicht. Men begrijpe goed ik voer dat niet in ais verklaring, waarom Ik de advertentiën meen niet te moeten weigeren, maar om te bctoogen, dat in de opvoeding van het publiek tot betere begrippen heil dient te worden gezocht. Op welke manier Door de verspreiding van vliegende blaadjes, liefst uitgaande van particulieren, om niet altijd weer het wanbegrip te wekken, dat de strijd tegen de kwak zalverij een campagne is van eigen belang van doctoren en apothekers. Ik weet dat zij dit niet is, maar men moet ook den schijn vermijden. En verder, welnu, door artikelen in d© couranten. Mij dunkt, ik geef blijk, daartegen niet op te zien. De oude bewering van de kwakzalverij bestrij ders, dat het inconsequent is op de eerste bladzijde af te keuren, wat op de vierde wordt geadverteerd, i3 on juist ik behoef den lezer, die dit artikel volgde, niet meer uit te log gen waarom. En om dit nog even aan te dikken, zou ik aan al mijn leeera den vrien delijker, welgemecnden raad willen geven „koopt toch niet wat ge niet kent van een man, dien ge niet kent I Houdt u aan den raad van uw medi cus, die immers jaren van studie ach ter zich heeft, en die, wanneer ook zijn kennis als alle mensch©nwerk onvolmaakt gebleven is, toch in ieder geval tien- en honderdmaal moer van het menschelijk lichaam in 't alge meen en van uw kleine en groote kwalen in 't bijzonder weet, dan de man, die daarvan nooit studie heeft gemaakt." En wanneer ge mij dat toegeeft (en wie kan dat loochenen volgt daaruit dan niet vanzelf, dot de geneesheer ti©n- en honderdmaal be ter den weg ter genezing kan vb den, dan de leek En ten slotte gelooft niet zoo klak keloos aan merkwaardige genezin gen door ondeskundigen. Zulke ver halen worden vergroot, verfraaid en telkens maar weer zonder contróle 'overgebracht, zoodat meermalen de verbazingwekkende genezing werd be schreven van iemand, die al lang on der de groene zoden lag. Ik heb nu nog maar niet eens de vraag gesteld, wat eigenlijk wel kwakzalvers-advertentiën zijn. Daar over is ook nog wel een artikel te schrijven. Hoe moeilijk een goede de finitie daaraan gegeven kan worden, probeera ieder voor zich. Met een korte omschrijving als bijvoorbeeld „middelen, door onbevoegden aanbe volen ter genezing van verschillende, zeer uiteenloopende, ziekelijke aan doeningen", komt men er niet Che misch© fabrieken in Duitschland bij voorbeeld vervaardigen verschillende middelen, die zonder juist door een wetenschappelijker! naam gedekt te zijn, toch wel door medici worden aanbevolen en voorgeschreven. Dit wat de onbevoegdheid aangaat. En wat de genezing van verschil lende ongesteldheden betreft, zijn er niet inderdaad middelen, die in dat opzicht groot© diensten bewij- m Mar- 't kan zijn, dat de redactie van het Maandblad tegen de Kwak zalverij oen betere definitie kent. Ik houd mij dan voor de inededeeling aanbevolen, maar blijf niettemin, met alle waardeering van haren arbeid, van in een in g, dat een goede, afdoen de censuur op de advertentiën in een courant voor de directie ondoenlijk is en dat de ware weg, om verbetering te verkrijgen in de gewoonte om dure en waardelooze middelen te koopen, ligt in de opvoeding van het publiek. Dat middel moge langzaam gaan, het gaat in elk geval zeker. Van verbodsbepalingen kan dat niet gezegd worden. J. C. P. Jmtenlandscb Overzicht Thans is 't nog betrekkelijk rustig in dpn Balkan, maar 't ig een vreemd soortige rust; een die doet denken aan de stilte, die den storm vooraf gaat. Cj3teren wezen we op de koele hou ding tusschen Turkije en Bulgarije, ontstaan door het hatelijk optreden van de Turken tegenover de Bulga ren in Macedonië, en nu la er aanlei ding, om DE KRETENZER QUAESTIE nader te bespreken. De Kamer van de eiland-bewoners Is dezer dagen ver gaderd eeweest en daarbij heeft de voorzitter een rede gehouden, die bewijst, dat de Kretensers hun idea len onder geen stoelen of banken ver stoppen, maar er rond vooruit ko- De banden, zoo zeide hij, welke Kreta en Turkije bonden en die door de Kretenzers in herhaalde bloedige worstelingen werden losgemaakt, zijn door de beschermende mogendheden vervangen door een schijnverhouding. Het is ons niet mogelijk terug te kee- ren tot den toestand, zooals die was vóór September 1908. En ook is 't on mogelijk den tegenwoordigen onzeke- ren toestand le doen voortduren. De beschermende mogendheden hebben indertijd, zonder toestemming der Porte, den zoon van „onzen Koning" (de vorst van Griekenland) tot hooge commissaris benoemd en den Koning de bevoegdheid toegekend een opvol ger van zijn zoon als hooge commis saris te benoemen. Door die erken ning van de rechten van den Koning van Griekenland hebben de rechten van den Sultan feitelijk hun beteeko- nis verloren. Toen, tijdens de Balkun- crisis tengevolge van de wijziging van het Berlijnsche verdrag nopens Bulgarije en Bosnië, de proclamatie der Kretenzers verscheen, hebben do beschermende mogendheden zich wel willend voor de Kretenzers geuit De door de mogendheden gestelde voor waarden zijn stipt nagekomen en zul len ook in de toekomst worden nage komen. Het Kretenzer volk, in do school des lijdens gesterkt, zal zich, al3 tot dusver, de welwillendheid waardig toonen der mogendheden, die naar we hopen, het gebouw dat zij voor bet Kretenser volk oprichten, spoedig tullen voltooien. Van deze plaats, waar eenmaal de kreet tot ver een iging met Griekenland werd aan geheven, moge tot bet volk de drin gende oproep uitgaan om broederlijk met de Mohammedanen samen te wo nen. En tevens zij het verzoek tot de mogendheden gericht om aan den wensch der Kretenzers nopens de ver- eeniging met Griekenland gevolg te geven. Onder stormachtige toejuichingen besloot Michalidakis met een „leve 1" voor de beschermende mogendheden, het Kretenzer volk en do vereeniging met Griekenland. 't Eigenaardige van het geval is, dat ook. de Turken aandringen, op een regeling der Kretenzer quaes!ie, maar.... ze willen slechts één oplos sing, n.I. hun rechten op Kreta vol komen erkend, anders zullen ze die met wapengeweld herwinnen. En de beschermende mogendheden? Zij zullen dan gesteld worden voor een keuze tusschen Kreta en Turkije en willen deze onaangename zaak liefst zoo lang mogelijk uitstellen. Hiermee zullen de belanghebbenden wellicht geen genoegen nemen. In Konstantinopel wordt al een nota in elkaar gezet, waarin de beschermen de mogendheden tot spoed worden aangemaand. We zitten weer in een Balkan-crisis voor we 't zelf goed weten DE SCHEIDING VAN KERK EN STAAT IN FRANKRIJK. werkt nog altijd na. De burgemeester van Grisy-Suisucs heeft toebereidse len gemaakt, om dë kerk in dat plaats je voor afbraak te verkoopen. Dit geeft het nationalistisch Kamer lid Maurice Barrès (ook een bekend schrijver) aanleiding, om een protest aan den president van den minister raad te zenden, waarin hij o. a. schrijft: Dit is het begin. Van jaar tot jaar zullen we nu over heel Frank rijk kerken te niet zien gaan. Zult IJ werkloos toezien, dat het uiterlijk van ons land zóó verandert? IJ heeft de macht alle rijkdommen en alle be langen in Frankrijk te beschermen. De kerker behooren tot de voornaam ste schatten onzer beschaving, wij hebben ze van onze voorouders ont vangen en moeten ze overgeven aan onze zonen. Wij mogen ons niet laten overbluffen door hen, die ze verder voor nutteloos verklaren. Alle men- schen van beschaving in Frankrijk en daar buiteu zuilen weigeren te ge- looven, dat er een zoo barbaarsche re- geeriug bestaat, dat ze deze bronnen van geestelijk leven gaat Vernietigen. Zeg mij niet, dut U de kostbaarste kerken zult redden. Wie toch zal haar waarde bepalen en kan de nederigste kerk niet de waardevolste zijn? Wat kan het mij schelen of U te Toulouse een zeer sehoone kerk spaart als de kerk in mijn dorp tegen den grond geworpen wordt 1 Hel is niet mogelijk, dat iets zoo groots, iets dat de historie en de ziel van Frankrijk belang inboezemt, op zoo onedele wijze opgeofferd wordt aan de gevolgen van een polttiafce& strijd." Wanneer binnenkort de Kamer bij eeukomt, zal Barrès een interpellatie over de zaak houden. OVER DEN VERKIEZINGSSTRIJD IN ENGELAND is nog weinig nieuws lo vertellen, al les gaat z'n gewone gangetje. Lloyd George hield dezer dagen een rede, waarin hii de speech van z'n tegen stander Balfour op 4 Januari afgesto ken, besprak en (natuurlijk 1) veroor deelde. Balfour had gewezen op den vlootbouw van Duitschland en op de aan dat rijk toegeschreven vijandelij ke bedoelingen. De minister Lloyd George ze[ nn, dat het pogen om vrees voor Duitsch land te wekken een spel is, dat ge vaarlijk is voor den vrede vuu Euro pa en bovendien den leider van een groote partij onwaardig. DE CRISIS IN HONGTRIJE. Nu wordt dan toch verzekerd, dat Lu ka Cs er in zal slagen een ministe rie samen te stellen over enkele du- gen zuilen de namen der nieuwe mi nisters bekend gemaakt worden. De ministercrisis heeit nu... negen maanden geduurd. T Werd tijd, dut er een oplossing kwam NIEUWE ONGEREGELDHEDEN IN SPANJE Men seint uit Madrid aan de Temps? De alarmeerende geruchten betrof, fende den toestand te Barcelona blij ven aanhoudende censuur is ia volle werking. Op de aldaar gehouden meeting hebben republikeinsche, sociaüstischo en anarchistische woordvoerders hef tige revolutionnaire redevoeringen gehouden, doch zij loochenden het plan tot een algemeene staking, welk gerucht volgens hen door reuctionnui- ren is verspreid. De ten slotte aange nomen motie verwijt het gouverne ment, honderden ai>beiders gevaugen ie houden en kondigt een kruchtig doorgevoerde veldtocht voor amnestie aan. De civiele gouverneur Suores lnclan heeft verklaard, dat hij beton gingen in het openbaar niet beletten zal, doch wel zal optreden legen iede re daad van geweldpleging. Volgens hem is het verleen en van amnestie vooralsnog onmogelijk. Na de bomaanslagen te Saragossa, waarvan Reuter melding heeft ge maakt, ontving de overheid anonieme brieven, waarin wordt meegedeeld, dat „de daders geen slachtoffers wil len maken, doch slechts de belang stelling van het publiek willen gaan de maken, ten einde de invrijheidstel ling te verkrijgen van de personen, die de vroegere aanslagen pleegden en gearresteerd werden". Sinds de executie van Ferrer toch hebben er in Surugossa reeds twee aanslagen plaats gehad. PRESIDENT TAFT'S BOODSCHAP. De New-Yorksche bladen publicee- ren het ontwerp van president Taft's Boodschap, cn melden, dat de voor naamste punten hiervan zijneen aanbeveling tot stichting van Bonds- charters voor- fubrieks- en andere maatschappijen, betrokken bij den handel met het buitenland of tus schen de staten onderling, en tot vaststelling van een afzonderlijke handelsrechtbank voor de staten on derling, die, wanneer een of andere spoorwegmaatschappij beroep aaulee- i kent tegen de besluiten van de „In- PHUlLLb iON Naar het Engelsch van GUY BOOTHBY. 8) Ik weet precies wat u scheelt, merkte hij op, alsof hij volkomen aan zooiets gewoon was. U is uitgeput. U heeft behoefte aan een opwekkend middel. Er zijn oogenblikken, waarop ik daar zelf ook behoefte aan heb. Probeer dit eens. Terwijl hij dat zei, haalde hij een klein zilveren doosje uit zijn zak, dat veel leek op een foudraal van ©en sigarenpijpje. Daaruit nam hij een pilletje, nauwelijks grooter dan de knop van een kleine hoedenpen, en verzoclut mij, dat op mijn tong te leggen. Ik gehoorzaamde hem zonder ie aarzelen, en nauwelijks had ik dat gedaan, of het smolt geheel weg. Het was geen opium, zooals ik half ver moed had, ook kan ik niet zeggen, wat het wel was. Ik weet alleen, dat Ik mij in minder dan geen tijd een ander mensch voelde. Het. overheerschende gevoel van honger was verdwenen, evenals de vermoeidheid, en voor het eerst simls vele dagen begon ik te gelooven, dat het leven nog wel de moeit© waard was. Dat is alles, wat ik heb, zeide mijn eigenaardige metgezel, terwijl hij naar hel kleine stapeltje zilver en kopergeld tusschen ons op den grond wees. Als ge het wint, kunt ge het neinen en uws weegs gaan. Ik zal er niets tegen in brengen. Maar ik heb niets om er tegen te zetten, antwoordde ik. Alle voordeel is aan mijn kant. Des te beter voor u als ik verlies, en voor mij als 'k win, was zijn raadselachtig antwoord. Ik geloof, dat het mijn beurt is, to spreken. Ik gooide mijn shilling in de lucht, maar ving haar niet op. Ik zette er echter dadelijk mijn voet op. Hij deed hetzelfde in het bleeke gaslicht, en ving haar op zooals het behoorde, „Kop", riep hij uit, terwijl hij het geldstuk bekeek. Ik nam er mijn voet af en wij buk ten om mijn geldstuk te bekijken. „Kóp" was het. Hij haft gewonnen en stak het stapeltje geld weer in zijn zak. Nu is do zaak uitgemaakt, merkte hij op, even bedaard, alsof hij honderd belangrijke effecten had gekocht. Ik wild© u voorstellen, nu er gens samen goed te gaan ©ton. Wil u mij die eer aandoen HOOFDSTUK Hl. liet zou mij onmogelijk zijn u dui delijk te maken, welk effect de woor den van dien zonderlingen man op mij maakten. Toen hij voorstelde, dat wij samen zouden eten, had ik een gevoel, of ik in elkaar zou zakken, en dat is ook niet te verwonderen, als u bedenkt, dat ik in vijf-en-dertig urn- geen kruimeltje voedsel door mijn keel had gehad. Ik volgde hem langs de straat in een soort toestand van verdooving, eigenlijk alsof ik droomde. De vechtersbazen hadden blijkbaar vrede met elkaar gesloten, want zij waren naar binnen gegaan en maak ten nu een afschuwelijk lawaai <n hetzelfde logement, waaruit zij eerst verjaagd waren. Later zouden zij naar alle waarschijnlijkheid naar liet naaste politiebureau gebracht wor den, onderweg de wetten van een land vorwcnschend, waarin het da- nies en heeren verboden was samen rustig een glaasje le drinken, zonder door die bemoeizieke politieagenten daarin verhinderd te worden. Mijn metgezel was blijkbaar g bekend in dit deel van de stad, want hij liep de eene straat in en de andere uit met een zekerheid, die mij be wondering afdwong, in weerwil van mijn groote vermoeidheid. Eindelijk sloegen wij een zijstraat in, die broeder en beter verlicht was dan die, welke wij tot nu toe waren doorgeloopen. Ik kan zien, dat u vermoeid is, merkte mijn geleider op, terwijl ik naast hem voortstrompelde. Houd u echter nog uiaar een poosje good, wij behoeven niet veel verder meer t3 loopen, en dan zult ge een diner liebbeu, zóó goed, als ge u maar kunt droomen. Is dat niet waard, om er den moed in te houden De gedachte alleen maakt mij bijna dronken, antwoordde ik. Als u had doorgemaakt, wat ik pos heb moeten ondervinden, zou u zich evenzoo voelen, denk ik. Kom, beste kerel, ik weet het evengoed als gij, antwoordde de zonderlinge man. Toen voegde bij er, na even gezwe gen te hebben, met buitengewonen ernst aan toe U zal het misschien moeilijk kunnen gelooven, maar er zijn oogen blikken geweest in mijn leven, dat ik gedwongen was mijn jas te ver-panden om geld te krijgen, waardoor het mij mogelijk zou worden, voort te gaan met mijn studie van het men schelijk karakter. Denk daar eens goed over na. Gedwongen t© zijn, tijd verloren l© laten gaan, alleen om het gemis van enkele armzalige shillings. F.r kon geen twijfel aan bestaan. dat de man gek was. Ik was liet op dal puilt al lang met mijzelf eens. Kijk, fluisterde hij een oogen- bik later, daar komt een kans om ons geluk te beproeven. Mijn instinct, en dat dwaalt nooit, zegt mij, dat hij een maxi is naar mijn hart. In elk geval zal ik het probeeren. De man, die ons naderde, was een lang, goed gebouwd persoon, niet een puntbaard. Men kon dadelijk aan hem zien, dat zijn beroep zeeman was alles, van zijn waggelenden gang, de manier waarop hij zijn han den hield, tot zelfs de snit van zijn kloeren wees daaron. Uit den zwaai, dien hij maakte, toen hij een lantaren voorbijging, maakte ik op. dat hij zijn thuiskomst op de gewon© wijze ge vierd had. Hij kwam dichterbij, waar op mijn metgezel beleefd zijn hoed af nam en voor hem bleef staan, Vergeef mij mijn vrijmoedigheid, begon hij, maar wil u medelij den hebben en toegeven ann den gril van een beminnelijken zonderling Hij vergiste zich blijkbaar in de be teeken is van dat woord, of nog meer waarschijnlijk, bekeek hij hel van zijn eigen standpunt. Verwenschi zijn de zonderlingen, merkte hij met bewonderenswaar dige oprechtheid op. Waarom zou ik aan hen denken Heb Ik al niet genoeg van ze gehad op de laatste reis Ik wil ze liever vergeten, nu ik aan wal ben. Wat een gril betreft, daarmee heb ik niet te maken gehad, sinds ik vijftien jaar geleden van huis ben gegaan. Toen voegde hij er met achter docht bij Wat u hier tn Wapping te ma ken heeft niet grillen en zonderlingen, dat wil xk wei eens weten. U schijnt geen machinist te zijn, en ook geen mijnwerker. Wat is u daD, als ik vragen mag Hij hield zich tegen den lantaren paal staande, terwijl hij deze vraag deed. Ofschoon hij er niet naar uit zag, kon er toch geen twijfel bestaan omtrent den toestand, waarin hij ver keerde. Ik ben bang, dat wij een vragen- en-ant woorden-spel lotje spelen, merkte mijn metgezel op, nog altijd op denzelfden opgewekten toon. Ik wilde alleen maar vertellen, dut ik een ongevaarlijke krankzinnige ben, als u wilt, die er zijn genoegen tn vindt, van een geheel eigenaardig standpunt kurakters te beetudoe- ren. Bijvoorbeeld, ik hob u nooit moer gezien en toch noodlg Ik u uit met mij om een shilling op te gooien. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5