HAARLEM'S DAGBLAD. TWEEDE BLAD. ZATERDAG 8 JANUARI 1910 Haarlemsche JfiandeSsvereeniging Goedgek. b(j Kon. Bosl. a 12 Noy.1899. De Haarlemsche Handelsvereenl- ging hier ter stede, opgericht 10 Mei J892, heeft in den loop van den tijd Wel haar recht van bestaan bewezen. In zeer vele gevallen, zaken van ver schillenden aard betreffende, is zij opgetreden en dikwijls met groot *uccès. Jammer echter, dat men alge meen niet meer blijk geeft, dit te waardeeren, door als lid der Vereent- ging toe te treden. Er zijn wel «leer dan 600 leden, maar dat ia niet vol doende. Elk handelaar, neringdoen de, ja zelfs particulieren, moesten lid .worden, om ten minste te laten gevoe len, dai men het werk op prijs stelt, dat de Haarlemsche Handelsvereeni- ging steeds opneemt, als doende, wat hare hand vindt om t© doen. De voordeelen, die de Vereeniging buitea hare bemoeiingen van ver schillenden aard, haren leden aan biedt, zijn zeer vele en zeer groote tegenover de geringe jaarlijksche contributie van f 3.50, die gevraagd wordt. De Haai'lemsche Handelsvereeni- glng besnoeit zich in de eerste plaats er mede, de belangen van hare leden te bevorderen, door onwillige beta lers vO'.r hen tot betaling aan te manen en information voor ben in te winnen. Bovendien hebben de leden het recht het hun gratis te verstrek ken advies van den rechtsgeleerden adviseur der Vereeniging te vragen, die ook in proceduren en faillisse menten gratis voor hen optreedt, na tuurlijk alleen voor zaken betreffende den handel en het bedrijf der leden. Als proef kunnen voortaan nieuwe leden voor een half jaar worden aan genomen, doch slechts het 2e halfjaar (van 1 Nmember lot en met 30 April) ad I 1.75 de halve contributie. Rechtse.eleerde adviseurs der Ver eeniging zijn de heeren Mrs. Th. de Haan Bugenholtz en A. H. J. Merens, Spaarne 94, alhier, die voor de ledecn eik-n werkdag van 24 uur des na middags zijn te spreken. Het bureau der Vereeniging Is ge vestigd Jansweg 11. Voor incasso's door bemiddeling der Vereeniging wordt een vast recht van 5 pet, der vordering bere kend. Bovendien moet 10 cent voor port steeds worden bijgevoegd, bij Inzen ding van vorderingen door bemidde ling der advocaten to innen. De kosten van information naar buiten de stad woonachtige personen bedragen 60 ets. per informatie, plus vijf cents porto-vergoeding. Informa tion naar binnen de stad wonende personen worden gratis verstrekt. Pretention op buiten de stad wo nende personen worden niet behan deld, wanneer naei 10 cis. voor porto vergoeding ls toegevoegd. lluim 1748 information en rechts geleerde adviezen werden in het af- geioopen jaar gegeven. In October en November 1909 zijn 73 vorderingen tot een bedrag van 15-0.59 1/2 betaald; 12 vorderingen Worden fietaHld, 16 vorderingen zijn tüigesïold. Volgens art. 7 dient het geheim der lijsten van wanbetalers ongeschon den te blijven. Alle brieven, aanvragen, reclames of wat. ook, moeten worden geadres- peert aan het Bureau, dat geopend is dagelijks van 9 tot 5 uur en waar ook verdere inlichtingen zijn te bekomen. Het Bestuur heeft bemerkt, dat men soms meent, dat men, hoewel geen lid der H. H. V., toch van haar Infor mation kan bekomen, en brengt nu nogmaals en uitdrukkelijk ter kennis dat alleen aan leden der Vereeniging information door haar worden ver strekt, en dat voor information op hier ter stede woonachtige personen nooit betaling mag warden gevor derd. HET BESTUUR. PARIJSCHE BRIEVEN. cxv. Madame Steïnheil is kort geleden veroordeeld geworden tot eventjes twintig jaar gevangenisstraf. Waarachtig waair! Eerst over iets anders omtrent Meg. Nauwelijks was Meg vrijgesproken, of het liegende blad „Le Matin" nam in zijn kolommen eenige „onthullin gen" op der bekoorlijke vrijgesproke- ne, via den mond van een zekeren meneer Bourette of iets van dien klank, welke monsieur haar naar heur eerste wijkplaats had verge zeld. Natuurlijk waren die onthullin gen sensationeel.' Eenige dagen later verklaarde ge noemde heer in een open brief in „Le Journal", dat het andere dag blad zijn woorden schaamteloos had vedraaid, en dat hij daarom de 1000 of 2000 francs, die hij voor de revela ties had ontvangen, verachtelijk aan „Le Matin' had teruggezonden. Boni „Le Matin" ziet er inderdaad niet -tegen op schromelijk te liegen. Met het allesbehearsehende geld, meent dat cynische orgaan, kan men iedereen uit de school doen klappen, ja, zelfs ledereen woorden in den mond leggen, die niet geuit zijn. Intusschen vind ik dien monsieur Bourette of hoo-hij-ook-heeton-moge evenmin zuiver op de graat. Zoo'n kerel, die met dingen, in imtiemen kring medegedeeld, onmiddellijk naar de'krant loopt ein er geld voor op strijkt zoo'n kerel is toch ook onbe trouwbaar. En het kwamswïjs nobe le gebaar, waarmede hij de centen terugzendt, doet meesmuilen. Vlei er wellicht meer to verdienen? Ongeveer een week later kondigde Le Journal, de felste overigens on eindig meer betrouwbare concur rent van Le Matin, zegevierend aan, dat binnen een paar dagen in zijn kolommen een aanvang zou worden genomen met de publicatie van „Mon Calvoire" van madame Steinheil. Daarin zou deze schoone vrouwe een geregeld verhaal doen van haair smartelijke ervaringen. De dagen groeiden tot weken aan. Geen regel schrifts nog der doulou- reuze weduwe. Doch spoedig... ge duld maar... En nu, een paair maanden, later, wachten wij nog. Iniusschen is, zooals ik hierboven reeds heb gemeld, madame Steinheil veroordeeld tot twintig jaar gevange nisstraf. Door wie? Door de feministische vereeniging „La SoMdaritó féminine", aan welker hoofd de zich uitermate druk roeren- do doctoresse Madeleine Pelletier staat. In een plechtige vergadering dier doch teren Eva's werd plechtstn- tiglijk het strenge vonnis uitgespro ken. Is d'at niet kostelijk? Daarmede zijn do jury, die Meg heeft vrijgesproken, en de pers, die de vrijspraak heeft toegejuicht, kalm weg gedisqualificeerd. Flink zoo! Gelukkig is voot de betrokkene zel ve dat vonnis er slechts een van ideéelen, schoon niet van idealen, aard, en weigert de Franse lie rei ring halsstarrig, rekening te houden met deze uitspraak ln allerhoogste instantie en allerliefste substantie. In allen ernst: zelf ben ik vóór het feminisme doch is zulk ultra-supra- hyperfeministisch gedoe niet in hoo- ge mate belachelijk? Trouwens, die doctoresse Madelei ne Pelletier houdt er meer eigenaar dige begrippen op na, Deze blauwkous is vóór het stem recht der vrouwen. Best. Ook mijn persoontje is van meening, dat ontwikkelde vrouw beter in staat is goed te kiezen dan een ónontwikkel- d© man, en dat de vrouw „en maase" volstrekt niet minder Is dan het man nelijk stemvee. Madeleine is mede een aanhangster van de 'revolutie voor de mannen. Edoch en ziehier de intellec- tueele mankheid dezer bewegelijke feministe Madeleine verklaart zich de tegenstandster der revolutie voor mannen, zoolang de vrouwen van stemrecht verstoken blijven. „Wat denkt mijn kat?" zei Montaigne. „Ze steekt misschien den draak met me." In elk geval behoeven wij Madelei ne niet voor vol aan te zien, zoolang zij den algemeenen dienstplicht nog niet voor vrouwen reclameert O, die blauwkousen I Molière noemde ze „femrnes savan- les" nogal een vriendelijke bena ming, vind ik, ai geeselde de geestige blijspeldichter hen met. zijn raken spot. Het komt me echter voor, dat er in onzen tijd nog veel meer blauwkou sen zijn, niet het minst, dank zij ave rechts geleide begrippen omtrent „égalité" en „fraternité", in een repu. bliek als Frankrijk. Ik heb er hier althans eenige leeren kennen, die mij, in weerwil van mijn gelijkheidsbegrippen, het. genre heb ben doen.... het woord klinkt ln d>t verband ietwat zonderling, maar en fin.... doen tegeneten Vrouwen, die overloopen van vreeselïjke emancipa tie en verschrikkelijke artistiekerig heid. Men versta me welIk bedoel niet de vrouwen in den trant van de moedige, talentvolle, opofferende, al- tij'd vrouwelijk blijvende Séverine maar die Andere soort, die van Made. lewe Pelletier, die, heiaas, een gansch stelletje seksegenooten naar haar pijpen.... pardon, naar haar rok ken weet te doen dansen. Aan Sainte-Beuve vroeg, in een sa- ion, een kwansvvïjs geleerdè dame, springend van den hak op den tak: En, cher maitre, hoe denkt u over Homerus De groote criticus fronste even zijn wenkbrauwen en antwoordde: Is liet voor een keukenrecept, mevrouw, dat u me dat vraagt Wel, Sainte-Beuve muntte niet uit in galanterie, doch het ware wellicht, te wcnschen, dat er meer blauwkou sen gobeuviseerd werden. Sapristi ook dAt is toch een der bonsekwen- tiën van de „égalité" door dik en dun „Égalité" murmelde ook de milltar. dair-geneesheer, baron Henri de Roth schild, en hij schreef, zooais men weet, het tooneelstuk „La Rampe", een hoogst middelmatig ding, dat, dank zij den Inhoud der baronnelijke portemonnaie, met graagte door den directeur van het „ThéAtre du Gym- nase" aangenomen en door de betrok ken acteurs en actrices gespeeld Is geworden, al heeft de schrijver, in zijn stuk, der theaterwereld menige veêr uit den staart vetrokken. Thans is de medische Croesus-bo- ron, ai of niet met stille „collabora tion" van een ander, bezig aan een tweede tooneelstuk, dat „La Proie" heet en een karakteristiek moet in houden van de „gogos", de arme aan- deelhoudertjes der groote speculatie- maatschappijen. De milliardair komt,, krachtens zijn 1 geld, achter alle tooneelschermen. En* schrijft er, ongestraft, een stuk over. De milliardair vergroot zijn ge ërfd kapitaal gestadig, aanhoudend en voortdurend door op de goedgelo vigheid der „gogos" te speculeiren. Hij wordt er enorm vet van, ook li chamelijk. En schrijft een stuk over zijn magere slachtoffers. Wélk stuk baron Henri de Roth schild ook zal believen te schrijven plaats kan hij er stellig voor vin den. Zoodra het geld op de proppen komt, poetst de „égalité" onmiddellijk de plaat, ook in een rej?ubliek. Het geld Is de beste Rothschild- knaap. OTTO KNAAP. Esperanto. HET ESPERANTO EN DE MEDICI. Reeds vroeger deelde ik ln dit hlad mede, dat was opgericht een Esp. ver eeniging van geneeskundigen geheale wereld „Tutmonda Esperan to Kuracista Asocio.' Dat deze veree niging niet alleen levensvatbaarheid had, maar zeer spoedg in bloei zou verkeeren, moesst men bij eeaiig na denken begrijpen. Een geneesheer toch bekleedt een eigenaardige plaats Ln de sameale- viing. Is hij een humaan en kundig arts, dan is hij spoedig de huisvriend van rijk en arm; van oud en jong. En stel u nu een oogenbiik voor, dat ziek zïjt en men brengt een beer bij u, die u niet verstaat en dien gij niet verstaat. Verschrikkelijk, niet waar? Kunt ge u dan voorstel len, hoe onaangenaam het moet zijn, wanneer gij hier of daair in den vreemde krank wordt en de geroepen geneesheer verstaat u niet en gij hem niet. Hoe aangenaam moet het u dan aandoen, als gij tot de ontdekking komt, dat ge u toch belden Ln één en dezelfde taal kunt uitdrukken. Dit heeft de Vereeniging „het Roo- de' Kruis", wier afd. over de geheele aarde verspreid zijn, zoo juist inge zien, vandaar dat de leden dier ver eeniging allen met ijver het Esp. be studieeren. Maar een tweede niet minder ge wichtige reden toestaat er, waarom de geneesheeren voorstanders zijn van de wereldtaal. Een kundig arts gaat met zijn tijd mee, leert en bestudeert met dacht, wat collega's ln tijdschriften en op congressen meedeel en; maar om van anderen of aan anderen te leeren, moet men hen vera taan en begTijpen en ziedaar het groote strui kelblok. Welke Russische of Japan- sche medicus kan lezen, wat een Neder 1. Professor Ln een geneesk. tijd schrift meedeelt, welke Neder!, ge neesheer kan begrijpen, wat een Mo ravische dokter schrijft. En dan die congressen! Echte Baby lonische spraakverwarring. Eén wereldtaal dus op congressen, een gemakkelijk te leeren taal, die allo congreshezoekers verstaan, zie daar een gemakkelijk te bereiken ide ale toestand. Vele medioi hebben dit begrepen, vandaar dan ook, dat, zooals ik in het begin zei, deze vereeniging zeer in ledental toeneemt. In het Jaarboekje dar Vereeniging van 1909 staat een voorwoord van dr. Zamenhof, waarvan de inhoud onge veer ls, als volgt: „De geneeskunde behoort tot die wetenschappen en beroepen, welke meer da.n alle andere het karakter hebben van zuivere mensöhelijkheid. De geneesheer heeft altijd voor zich een mensch, die zijn hulp en belang stelling vraagt, onverschillig tot welk geslacht of land de hulpbehoevende behoort. Niet alleen vreemdelingen, maar soms zelfs vijanden, die zijn land aanvallen, wenden zich vol ver trouwen tot den geneesheer -en hij heeft niet het .pech t de gevraagde hulp te weigeren of die zelfs te rege len naar zijn nationale sympathie of antipathie. Vandaar dan ook dat lus- schon de geneeskundigen der ver schillende landen steeds een band be stond, meer dan men dat ooit bij an dere beroepsgenooten heeft. Vele zieken ondervonden liet pijn lijke van hun geneesheer niet te kun nen verstaan. Die hinderpaal weg te nemen, het spreken van één taal te bevorderen, ziedaar het schoone doel dar T. E. K. A. Ik begroet met groote vreugde deze vereeniging, diie van groot voordeel zal zijn voor de medi sche wetenschap, voor de genees hee ren en voor de zieken." Het Hoofdbestuur is eamengesteld als volgt: Dr. L. L. Zamenhof, Eere-Voorzit ter; Prof. da\ Henri Dor, Lyon, Voor zitter; Dr. Alijbs, AJtona, Vice-Voor- zitler; Dr. Whitaker, Liverpool, Vice- Vooraïtterj Dr. Fromageot, Beaune, Penningmeester, Dr. W. Robin, Vax- sovio, Secretaris. Verder is voor elk land een consul aangesteld (Voor Nederland Dr. Smul ders te Schijndel), en op vele plaat sen vertegenwoordigers. (Dr. Boshouwers alhier is vertegen woordiger voor Noord- en Zuid-Hol land). Het aantal leden bedraagt reeds eenige honderden, in alle landen der aarde vindt men ze, ook in Neder land, hoewel dit aantal nog zeer klein is. Ik vertrouw echter, dat dit aantal spoedig grooter zal worden, vooral wat betreft de Haart, medici, die Ln den laatsten tijd vooral zoo krachtig toonen open oog en oor te hebben voor de nooden van het volk (llghal-, moederschoot, melkkeuken).' Welk een schat van ondervinding zullen zij hiermede opdoen en welk een groot nut zullen zij stichten door ook andere collega's van die kennis en ondervinding te doen profiteeren. Maair dan niet alleen ln een Nederl. tijdschrift, neen, dan de grenspalen weggerukt en dan geschreven in: „Voce de Kuracistoj." (Stom van Geneeskundigen) een maandblad, dat gelezen wordt door medici in alle doelen der we reld I Dan helpt gij mede om het Es peranto zijn schoon en heerlijk doel te doen bereiken en bezorgt gij uwen grooten collega Dr. Zamenhof een heerlijken levensavond! Ni esperados! J. H. W. HABERMEHL. WekellJk8Cb Benrsoverzlcht van Hereiig Tlelemaa WEEKBERICHT TOT 5 JAN. 1910. De laatste dagen van het oude jaar gaven een aangename en gunstige stemming voor het nieuwe mede, doch de eerste dagen van 1910 waren een groote tegenhanger; op 3 Januari trad er voor de Amerikanen een ten- donz-verandering in, die de toonaan gevende waarden een moer of minder groot koersverlies deed lijden. Ten eerste heeft hieraan schuld de verstij- ng der geldmarkt, die van 10 tot steegj ten tweede de te verwach ten boodschap van den president Taft rnet betrekking tot do Trusts en de contrólo over de sporen vanwege de regeering. Wat het dure geld betreft, kan men wel aannemen, dat dit van voorbijgaanden aard is, daar de vrij gekomen renlen naar do Banken te rugvloeien. De boodschap aan het Congres van Taft moet echter teé ernstiger overwogen worden. Maap dug had een conferentie van een dei grootste spoorwegmagnaien met Taf plaats, die echter nog tot geen resul taat heeft geleid. Dit was niet zomlei uitwerking op de Beurs, daar vooraf van de zijde der Spoorweggrooten ge wezen was op de niet te voorziene do-, pressie op de hooge markt Zij zullen; naar men zegt, mocht de preside»' van geen groote matiging willen we ten, beginnen met de markt omlaag t< drukken. Ind'en de boodschap ongun stig mocht uitvallen zoo gelooven wi| wel aan een tijdclijken teruggaugj doch weldra zal een betere lenden» doorbreken, daar de toenemende bioe van het ianu. niet zal toelaten, dat hel pessimisme de voorhand krijgt Voof Londen werden dan ook groote koo pen in Unions en Southern Pacific» uitgevoerd, op grond van te verwach ten dividendverhooging en vooral ui* Londen wordt dringend aankoope! aunbevoleuof dit juist gezien 's, zal later blijken. liet zal in ieder geval een heden, tijd .vorderen om zulk een groote kwes tie "te bespreken in Congres en Se-; nuat, daarna komen de zeer langdu rige gerechtelijke onderzoekingen en' daarna de uitspraken en het zal dal vraag zijn, zooals meestal bij zulko sterk besproken wetten en bepalingen gaat, dat zo van kracht zijn als men er in de financieele wereld nognietsf van gemerkt heeft. Er zijn ln Amerika kringen, die do» mogelijkheid van een heropening dei' Rooseveltsche vervolging niet uitslui ten, waarom wij nog even hieraan' willen herinneren Er is momenteel heel wat le doen met betrekking tot een mogelijke werkstaking Lij de Steei-Córporation, daar echter reeds zoovele duizenden personen in haren dienst aandeelhou ders zijn geworden, lijkt ons het „strike" gevaar zoo buitengewoon groot niet. Ernstiger ziet het er echter voor de spoorwegen uit. Do goed be- heorue en financieel sterke maat schappijen 2agon hun netto-resulta ten reeds sterk aangetast door slute- lijk-gereduceerde tarieven e» -ver hoogde belastingen, alsook door da pas ingestelde belastingen op Het netto-resultaat, terwijl voor de zwak keren de „Interstate Commerce Com mission" bemoeiingen reeds een zwo ren dobber opleverden. Het is echtor niet zoozeer het even tueel verhoogen der looncn, dat als zeer ernstig moet aangemerkt wor den, als wel do inate van onrust en onzekerheid, welke daardoor geboren wordt en dit in verband gebracht niet de nog steeds heerschende onzeker heid omtrent Mr. Tafi's plannen is aanleiding tot. de bestaande zenuw achtigheid, welke bij bestuurderen ■an Vennootschappen en beursmag- naten valt waar te nemen. Ten tijde von het indienen der be kende aanklacht, tegen de controle der Union Pacific over de Southern Pacific werd daarin betrekkelijk wei nig aandacht geschonken, door men algemeen van opinie was, dat een vervolging op grond der „intersUile- commerce-law" weinig kans ep suc ces zou blijken te hebben, daar de lijnen in kwestie niet paralel loopen.. Sedert dien is men echter tot het in zicht gekomen, dat bedoeld© vervol ging niet op die wet gebaseerd zon zijn, doch veeleer zou steunen op de antitrust wetgeving en de beslissin gen der laatste maanden (raadplegend kwam men tot de overtuiging, dut onaangename verrassingen der markt bereid konden worden. Alhoewel de mogelijkheid be staat, dat Wall-street de zaak nu te ernstig opvat, zoogoed als zij daar over het eerst veel te lichtvaardig heenstapte, ls hot een absoluut feit, dat in Directiekamers eene zeker© mate van onrust heerscht, welko ze ker niet bevorderlijk genoemd mag worden voor de rustige verdere ont* Haarlemmer Halletjes EEN ZATERDAGAVOND-PRAAT.TE. De wolf is dood. Het Bloemendaal- Bche wilde dier, dat door den inspec teur van politie was aangeschaft voor de fokkerij van politiehonden, ls aan pijn in den buik bezweken. Al heef! het Bloemendaalsch Week blad in eên zachte gemoedsstemming verklaard, dat het beest zich zoo aar dig Het stFeelen, toch durf ik onge voelig genoeg wezen om te zeggen, ftatr het overlijden van 't beest mij 'geen-traan ontlokken kan. Van den beginne af kwam het dier mij anti- faaalschappelijk voor. Daargelaten jnog de mogelijkheid van ontvluchten, die door een van de bladen al was 'geprofeteerd, leek het toch wel zon derling, den wolf weer terug te bren gen in het maatschappelijk verband, ■Waaruit hij in vroeger eeuwen door Übnze voorouders met zooveel moeite 'is verdreven. Frankrijk, Oostenrijk, Rusland vooral zijn nog heden ten Rage niet van de wolvenplaag ver lost. Ik weet wel, dat de inspecteur al leen do bedoeling had, des wolfs jpigenschappen te vermengen met die jyan den hond, maar je weet. nooit jTOoruit, of de goede eigenschappen Óa.n zullen overblijven, of de slechte. jH Kan mee-, maar ook tegenloopen. Rn welk monster zou in het laatste tjgeval zijn losgelaten op de boosdoe ners Nu kan men wel zeggen, dat het er Riet zoo heel veel too doet, of een Inhreker eens ferm in zijn been woi-dt .gebeten, maar ik wil er toch op wij ten, dat rustige burgiers daaraan evengoed bloot, zouden staan. Op de uren, dat een politieman met zijn hond naar inbrekers speurt, komt nog wel eens een vredelievend mensch van een avond-partijtje of uit een vriendenclub. Kan een hond zóó ge dresseerd worden, dat hij zoo iemand dadelijk onderscheidt Ik hoop het, maar vrees er voor. En de deskundi gen zijn, naar het schijnt, op het ge val niet zoo heel gerust, daar ze tot dusver met hun politiehonden nog weinig of niet op de vlakte zijn ge weest. Er worden heel aardige proef nemingen mee gedaan, de dieren worden tentoongesteld en ook wel bekroond, maai' dieven hebben ze tot dusver niet gevangen. Misschien oefent hun aanwezigheid al een soort van preventieve werking uit, want 'n langen tijd Ls er van inbraken te Bloemendaal, dat anders nogal een gewild Jachtterrein voor de boeven was, niet gebleken. Indien later de politiebond in actie ven dienst wordt gesteld en blijken geeft, een braaf man niet op hot eerste gezicht van oen schelm te kunnen on derscheiden, wat zelfs voor bekwam e- ren dan een hond wel eens bezwaar lijk is, dan zal de rustige bur ger voortaan na tien uur in zijn woning moeten blijven, of wanneer hij bepaald de straat op moet, een harnas met beenstukken aanschieten. Daardoor kan de schilderachtigheid van onze omgeving niets dan win nen. Van de omgeving gesproken, ër hangt ons een gevaar boven 't hoofd. Eau paar groote Haarlemsche winke liers hebben besloten, hun klacht over de duurte van het electrisch liebt in daden om te zetten, door hun gebruik tot het aller hoognoodigste te beper ken. Nu zoeken zij lotgenooten, die deze manier van protesteeren met hen wil len meemaken. Ik ben er benieuwd naai-, of ze die zullen vinden. De zaak is toch niet om van leverancier te veranderen, zooals je een bak ker afzegt., In de hoop er een terug te krijgen, die het beter doet, maar het artikel zelf zoo goed als af te schaf fen. Met andere woorden geen brood meer to eten. En nu weet ik wel. dat electrisch licht misbaarder is dan brood, maar als 't er op aankomt heb je geen groote winkelramen in de dure Groote Houtstraat, om die op den duur 's avonds onverlicht te la ten. En een monopolist als de ge meente kan tegen een stootje, zal niet zoo gauw als een particulier zeggen „ais mijn klanten zóó be ginnen, zal ik maar gauw de prijzen verlagen." liet is piet die electrlsche centrale van ons altijd een eigenaardig geval. Dat haar systeem alweer verouderd ls, behoeft ons niet te hinderen. Er is in de laatste jaren op electrisch ge bied zooveel uitgevonden, dat ieder een, die zich vandaag naar de aller nieuwste gegevens heeft ingericht, over drie maanden alweer in de nachtschuit vaart. Da.t lot deeien we dus met zeer velen en wordt zoodoen de dragelijk. Maar het Ls een gek geval met de belastbaarheid. Heeft een electrische oentrale afzet voor niet meer dan de helft van den stroom, dien ze produceert, dan werkt ze onvoordeelig. Dit is helder als glas.- Komt ze er vervolgens toe om reven achtste van wat ze voortbrengt te ver koop en, dan gaat het al beter, en als ze klanten heeft voor de gansche hoe veelheid, dan is dat natuurlijk het voordeeli gst. Komen er evenwel klanten bij, dan wordt de zaak weer minder plezierig, omdat er dan ui tgebreid dient te wor den, wat aan rente en aflossing be langrijke uitgaven vordert, terwijl de dan voortgebrachte stroom niet on middellijk koopers vindt. Op haar voordeeligst werkt de cen trale dan weer, als opnieuw alle stroom verkocht wordt, of het bedrijf, zooals dat heet. vol belast ls. De nieuwe tram van de Hollandsche Spoor zal misschien haar stroom van onze Centrale betrekken. „Ik weet niet eens. of dat wel voor- deelig is", heb lit door een Raadslid hooren zeggen. Is dat nu geen merkwaardige on derneming, die in bepaalde omstan digheden klanten liever ziet gaan dan komen Welnu, al ben ik niet ingewijd ln do electrische geheimen, het zou me niet verwonderen, als daarom de prijzen van den electrïschen stroom voor avondlicht moeilijk te verlagen waren. Die vermindering zou dadelijk vermeerdering van verbruikers tenge volge hebben, dus uitbreiding van de Centrale kunnen vereischen, enz. enz. Zie den kringloop der dingen, hier boven geschetst. Het komt ar dus maar op aan, of een stroom-toenemlng, waarvan nie mand de beteekenis kan voorzeggen, opweegt tegen een uitbreiding, waar van men weet, dat z© veel geld kos ten zoL Als deze redeneering juist is, don bewandelen de protesteerende winke liers precies den verkeerden weg. Ze moesten, in plaats van anderen over te halen ook geen electrisch licht te branden, nieuwe klanten voor electri- citeit zien te werven en dan naar het gemeentebestuur gaan en zeggen „hier hebben wij een reeks nieuwe klanten, die elk een flink contract willen sluiten, maar geef ons dan nu ook de stroom-eenheid goedkooper 1" Ik schrijf dat zoo neer, maar beef inwendig voor de gevolgen. Heeft de zer dagen een bekend en met reden vermaard burger van deze stad niet in 't openbaar gezegd „als er in het kleinsteedsche stadje Haarlem, waar alles zoo eenvoudig, zoo gladjes, toe gaat, iets gebeurt, dan wordt dit gauw opgeblazen." Zou dit ook op mijn electrischen rand van toepassing wezen Of erger nog zou deze vernietigen de verklaring Inderdaad ons Haar lemsche leven en streven naar waar heid teekenen Ik heb onlangs gedacht, dat we wel een beetje kleinsteedsch zijn, name lijk toen ik op een avond door de Groote Houtstraat kwam en daar den geur van poffertjes rook. Een poffer- kraam in onze drukste winkelstraat, ja, dat is wel een beetje dorpsch. Miéar wanneer het gemeentebestuur daartoe vergunning heeft gegeven, om te voorkomen, dat er een open terrein zou ontstaan, dat het tooneel zou kunnen worden van verschillen de ongerechtigheden, dan prijs ik het wijs beleid. Zoo moet je alle dingen van ver schillende kanoën bekijken, ook een pofferkraam. Maar over de vraag, of Haarlem werkelijk kleinsteedsch is, ben Ik nog altijd niet in bet reine. Integendeel ben ik in staat, verschil lende dingen op te sommen, die op het tegendeel wijzen. Onze gemeenteraad bijvoorbeeld houdt bij voorkeur lange betoogen over onbeteekenende zaken, precie% als die te Amsterdam. Wij hebben onze waterleiding-quaestie evengoed als de hoofdstad en een paar kapitalö huizen in eigendom, waar we geen bestemming voor hebben. Op dit feit vestig ik de aandacht als van bijzon der grootsteedschen aard. Vervolgens hebben we een museum-quaes! ie, over gebouwen, Commissie van toe zicht en directeur, zóó ingewikkeld, dat zelfs de stad Londen er zich niet voor zou behoeven te schamen. Mis schien is het een beetje kleinsteedsch, dat ons museum niet over een half mill!oen kan beschikken, maar dat Is meer In 't bijzonder te wijten aan de erfgenamen van Jhr. DruyYëstein, die ons de som niet hebben willen laten. Vervolgens hebben we een groot- steedsch station, electrische trams in soorten, grachten die in den zomer, met permissie gezegd, tegen de Arm sherdamsche kunnen ops linken, een; Raadszaal die te klein is, precies als in andere groote gemeenten, en beta len een plaatselijke inkomstenbelas ting, die voor de grootsteedsche niet; behoeft onder te doen. Een en ander samenvattende, zoè ik dan ook durven bewenen, dai' Haarlem de beschuldiging van klein- steedschheid niet verdient Ik zou wel gevraagd hebben om? bewijzen van adbaesie met dit oom deel in te zenden aan het bureau vam dit blad, wanneer Ik niet vreesde, riot; dit zou doorgaan .voorkleiiii' steedscb. FIDELIO.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5