NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. Quinnion de Phiiosoof. 27e Jaargang. No. 8141 Verschijnt uagsüiks, behalve op Zon- en Feestdagen. ZATERDAG 8 JANUARI 1910 HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN PBR DRIB MAAWDBHi Voor Haarlem 128 Voor de dorpen ui den omtrek waar een Agent gevestigd ia (kom der gemeente),1.30 Franco per post door Nederland ,1.55 Afzonderlljkè nummers0.02 M Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem 0.37 H 111 0.45 omstreken en franco per post der Vennootschap Lonreas Coster. Directeur PËEREB90ISI ADVERTENISËBli Van 1—5 regels 50 Cts.: Iedere regel meer 10 Cta, BuKen het Arrond&ssraent Haarlem van 1—5 regels /t—, elke regel meer /0. itö Reclames 30 Cent per regel. Bij Abonnement aanzienlijk rabat AdvertantiSn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing! 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant Redactie en Administratie! Groot© Houtstraat loicrcommanoall Telefoonnummer der Redactie 600 ©g der Administratie 724. Drukkerijs Zolder Buiteuspaarae 6. Telefoonnommer 122. Tofde plaatsing van advertentiën en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Bultenlandscb Advertentie-Bureau D. Y, ALTA, Warmocsstraat 76—78, Amsterdam. Telephoon Interc. 6229. DERDE BLAD. Baïtenlandsch Overzicht DE ENGELSCHEN VECHTEN la deze dageu, welke partij 't bij de tem bus zal winnen. Meestal beeft too'n politieken strijd een vreedzaam aanzien, ook al wordt ,,'t Duitsche gevaar" ter sprake gebracht. Toch niet altijd 1 Allereerst heeft men de kiesrechtdames, die soms lust gevoe len haar mannelijke tegenstanders te laten gevoelen, dat de indeeling bij 't zwakke geslacht ongemotiveerd is. Werd een der ministers niet onlangs door de zweep van een suffragette be werkt? Van suffragettes gesproken I In Juli werd tegen een 100-tal proces verbaal opgemaakt, omdat ze bij een betooging voor het Lagerhuis-gebouw met de bevelen der politie In botsing kwamen De zaak kwam voor den po litie-rechter, maar op verlangen van den verdediger werden eerst eenlge Juridische giiaesties dit geding betref fende, uitgevochten. Nu moesten de dames weer terugkomen, om haar veroordeeling aan te hooren. De ver tegenwoordiger van de politie ver klaarde nu evenwel, dat hij 't niet wenscheliik achtte thans, na verloop van bijna zes maanden, opnieuw de dames te vervolgen en hij verzocht dus de aanklachten te mogen intrek ken. En aldus geschiedde, nadat de rech ter de hoop had uitgesproken, dat het gebeurde een les zou zijn, en dat geen wanordelijkheden van dezen aard meer zouden voorkomen. Een groot vertrouwen 1 Maar de da mes boffen. We dwalen afwe zouden gaan ver tellen va.n de vechtende EngeJschen. Nu dan 't Wordt in 't land der Brit ten. in navolging van Amerika, meer en meer eewoonte, om bij verkiezin gen toespraken tn de open lucht te houden Sir William Bull, de conservatieve »ertegen woordlger van het Louden- sche district Hammersmith, sprak uit tea tuf de menigte toe. Iemand van zijn gehoor maakte een hatelijke opmerking op het advokaten- buroep. ook door Buil uitgeoefend de bekende Engelsche woordspeling, die ie kennen geeft, dat een advokaat en een leugenaar ongeveer hetzelfde is. Buil zei daarop, dat hij lust had den opmerker om zijn ooren te slaan. Kom maar opwas het antwoord. En Buil kwam uit zijn tuf en een bokspartij, volgens de regelen van do kunst, begon. Weldra Lag Bull's Tioo- ge hoed tegen den exond en had hij een ponr flinke slagen beet, maar zijn tegenpartij met minder. Nadat het ge vecht een paar minuten had geduurd, scheidde een inspecteur-van politie de boksers en schreef bun namen op. Toen een paar omstaanders Buil hun afkeuring over zijn gedrag te kennen gaven, zei hij,,lk ben eerst Engelsch- man, en dan pas een meneer." in een ander Londéüsch district kregen de vrouw en de dochter van den conservatieven caodidaat het van een volksoploop te kwaad. Men gooide moeder en dochter met aardappelen eoi sf.raatvu.il. De moeder kreeg bij een andere gelegenheid een steen voor 't hoofd. OVER MISDADEN. Dit is het onderwerp van H gepraat en geschrijf in Frankrijk, vooral naar aai t idina van de medcdeelingen, dal de afschuwelijke moord op me vrouw Gouin door twee soldaten ge pleegd is. De Temps schrijft o. a. „Het Fran- sche leger moet vooreerst verlost wor den van allen, die volgens 't gemeene lecht veroordeeld zijn (in Frankrijk worden de strafrechterlijk veroor deelden in het leger toegelaten), van alle slechte elementen, die de regimen ten vergiftigen en die door een ver keerd begrepen en onverantwoorde lijk humanïtarisme beschermd wor den. Het vooruitzicht om twee van de mooiste jeugd-jaren in de woestijnen van Afrika te gaan doorbrengen, on der een ijzeren tucht, (bedoeld wordt het vreemdenlegioen) zou de deugnie ten nog wel eens doen nadenken en tegenhouden op de gevaarlijke hel ling. Bovendien is de openbare mee ning nu heusch moede van alle uit vluchten, alle beloften die nooit tot lets geleid hebben om de goede soldaten van de slechte te scheiden. Fatsoenlijke ouders willen niet, dat hun kinderen, die dienen moeten, tot omgang gedwongen worden met „apachen", die voor alles te vinden zijn en wier geweten en hart besmet zijn. Wolven moeten leven met wol ven." Dan klaagt t blad er over, dat de militaire opvoeding verwaarloosd wordt. „Men brengt de soldaten op de hoogte van de tabakscultuur, hot leven der bijen, het groeien van hoo rnen en paddestoelen ze worden on derwezen in sociale en politieke eco nomie, alles ten koste van het mili taire onderwijs en de militaire opvoe ding ,die de grondslag behooren te zijD van het leven van den soldaat. De tucht verstompt en verslapt bij al die meer dan moderne denkbeelden en men vergeet het woord van generaal Hoche de tucht, wordt ingevoerd en gehandhaafd door aanhoudenden mi litairen arbeid." Boertzef, de Parijsehe onunaske- raar van Russische agents-provoca- tejir en politiespionnen, heeft nog meer pijlen op zijn boog. Hij Is blij kens zijn laatste onthullingen niet alleen doorgedrongen in de geheimen van de politieke politie, maar ook in d'e der diplomatie. In de „Monde II- lustré" geeft hij een overzicht van de voorgeschiedenis van den Mantsjoe- rljschen oorlog, die hij steunt door de publicatie van eenige geheime docu menten. De Russische hofpartli tdronsr. reeds van 1894 of 1895 af, op een oorlog aan, uit angst voor revolutie Koeropat.kJn, Witte en Lamsdorf, die de kracht van Japan kenden, wilden dien gevaarlij ken strijd voorkomen maar in de omgeving von den Tsaar hadden Pleh- we, Besóbrasof en Aibasa zulk een ui vloed, dut zij namens den Tsaar bevelen en instructies zonden aan Russische vertegenwoordigers m Mandsjoerije en Japan, waarvan de officieele regeeringspersonen niets wisten. Zoo ontstond een dubbele cor respondentie met die vertegenwoordi ger^ een officieele met de ministers, een geheime met de omgeving van den Tsaar. De documenten, door Boertzef gepu bliceerd om de juistheid zijner mede- deelingen te bewijzen zijn een gehei me instructie van den Tsaar aan Alexejef, en telegrammen, door of na mens den Tsaar van Alexejef gezon- don. De bedoeling van de hofkringen spreekt duidelijk uit die instructies, welke strekten, om den Japanners toe te stuan vasten voet te krijgen, en ze dan tot den aanval te prikkelen, wanneer het in Petershurg noodlg werd geacht. Uit deze onthullingen van Boertzef en uit de gepubliceerde stukken blijkt, welk een dubbelzinnige rol door Rus sische vertegenwoordigers, en vooral door den onderkoning Alexejef. in Oost-Azië werd gespeeld, en hoe de Russische nederlagen, de ontzettende rampen in Oost-Azië, door onverant woorde! ijke personen uit de omge ving van den Tsaar moedwillig en lichtzinnig zijn uitgelokt, ondanks en tegen den raad van de ministers Koe- ropatkin, Witte en Lamsdorf Althans wanneer dn onthullingen van Boertzef op waarheid berusten. Hoe treurig DE TOESTAND IN RUSLAND nog Is, blijkt wel uit het volgende be richtje Op de jongste zitting vnn den krijgs raad to Odessa zijn 19 personen ter dood veroordeeld wegens roof en moord. In de laatste drie weken zijn 42 doodvonnissen door genoemden krijgsraad uitgesproken, terwijl 39 personen zijn veroordeeld tot dwang arbeid. HET HONGAARSCHE KABINET is haast samengesteld Ladislaus von Lukacz aanvaardt., behalve het presi dium van den ministerraad, de porte feuille van f'nanciën het ministerie van het koninklijk huis, dat van bin- nenlandsche zaken en ad interim dat van openbaar onderwijs zijn opgedra gen aan Emerich Jgkobffv de porte feuilles van handel en ad Interim van landbouw aanvaardt. Serenvigene raal Hazy zal de portefeuille van landsverdediging en Hela Vlvrik die van justitie overnemen. Lukacz zal waarschijnlijk morgen den koning de volledige lijst van zijn kabinet aanbieden. EEN GEVECHT MET CHLNEEZEN. Op 5 dezer had te Saigon een ge vecht plaats tusschen 150 man gere- gelde troepen met Chineesche opstan- i delingen, deserteurs eD vluchtelingen in 't landschap Laskey. De Chmeezen werden uiteengeslagen met verlies van vele dooden en gewonden. Aan Fransche zijde werd een soldaat ge dood, vier maD gewond. DE MANDSJOERIJSCHE SPOORWEGEN. Gemeld wordt, dat Amerika bij de mogendheden het voorstel heeft Inge diend lot neutralisatie van de Mand- sjoerijsche spoorwegen, door ze te verkoopen aan China, dat dan finan cieel gesteund zou worden door de mogendheden, d>e daardoor op de ex ploitatie scherper toezicht zouden kunnen houden en wel op zuiver com- mercieeleii niet-politieken grond- Am!iterdaiii8che Koot CCCXVI. Veel heil en zegen in heit Nieuwe- jaar U zult misschien vinden, dat ik wat laat kom met mijn wensch, uiaar och, daar zijn we aan gewoon door de „kaartjes", die de „post" ons nog met het slaalste geziclu van de we reld een week na den eerste brengt. Niet dal er nog even veel kaartjes zouden verzonden worden als eenige jaren geleden in 't algemeen is trou- wens, wat de hoofdstad betreft, in het i „wenschan" ©enigszins de slad geko- men. Waar is de tijd gebleven, dat i de jongere familieleden op Nieuw- j jaarsdag een bezoek gingen brengen aari de oudere generaties, om hun het compliment van den dag te bren gen eD voor die lieve moeite beloond te worden met een kopje chocolade, een zoetigbeidje of iets anders. Een tikje egoïsme school dus wel in dit oude gebruik, maar er lag in de at tentie en in de persoonlijke moeite toch wel iets poëtisch. Ook dit ver dween geheel, toen de groote men- schen er zich uitsluitend rivet kaartjes gingen afmaken. Toen werd het een „karwijtje", dat Je beleefdheidshalve moest verrichten, en daarom maar zoo spoedig en gemakkelijk mogelijk in orde bracht. In het begin van December gaf je je honderd kaartjes voor twee kwar tjes al op, want de drukkers en voor al de kleine met een handpers wer kende drukkers, hadden het druk In dien tijd van 't Jaar. Tegen de Kerst dagen ging men op z'n schrijf, de kaartjes moesten toch gebruikt wor den en wel een vijftig enveloppen werden volgeschreven met namen van naaste betrekkingen, personen aan wie men verplichting had, losse ken nissen, om te eindigen bij menschen, die men slechts van aanzien kende. Een kleine week voor Oudejaars avond werden de kaartjes op 't post kantoor gebracht met een dwars- streep over den envelop, In het vaste vertrouwen, dat ze dan op Nieuw jaarsmorgen wel in handen van de geadresseerden zouden komen. Je hoefde er dan heelemaal niet meer naar om te kijken. Maar er kwam een tijd, dat de men schen ook dit te omslachtig en te ver moeiend vonden. De dagblad-adminis traties wezen er op, dal het veel een voudiger en doeltreffender was, bij haar oen Nieuwjaars-annonce té plaatsen. Ware dit gebruik zoo alge- meen geworden ais vroeger het „kaartjes sturen", onze Amsterdam- sche da.cbladen zonden ln formaten verschijnen, waarbij dat van „Times" en New-York Herald meer op strooi biljetten geleken Het zijn in Amster- dam in hoofdzaak de zakenmenschen, die dergelijke annonces plaatsen, en men proeft uit den voorspoed-wensch v-oor anderen dan ook duidelijk de voorspoed-wensch voor den steller zelf de reclame ligt er vaak dik bo ven op. Bepaalt Jansen er zich een voudig toe, zijn compliment af te ste ken en achter zijD naam te vermelden in welke artikelen hij handelt, ande ren zoeken naar een origineelen of geestigen voorn voor hun recl&me- wensch. Zoo hoopt een schoenmaker, dat zijn klanten op hun levensweg een gemak kei ijken gang zullen heb ben. \vaar_bij hij hoopt zijn medewer king te mogen verleenen, en een hoe denwinkelier wenscht zijn geachten begunstigers toe, dat hij in het Nieu- wejaar hen zal blijven be-hoed-en. Er zijn nog andere oorzaken, waar door vooral dit jaar het alêemeene wenschèn is verminderd en bepaald bleef tot den naasten familiekring, bijv, door de sluiting op Nieuwjaars dag van verschillende cafê's, waar door minder „losse kennissen" mei el kaar in aanraking kwamen. Nieuw jaarsdag was altijd de uitgaansdag bij uitnemendheid voor de Amster dammers, op geen enkelen datum maakten de schouwburgen zulke goe de zaken als dan, Menschen, die an ders nooit gewoon waren theaters te bezoeken, gingen dan naar 't Leid- schepiein om Vondel's Gysbrecht van Anisiel te zien vertolken en daarna weer in vroolijker stemming te gera ken bij het zangspelletje Kloris en Roosje, waarin Thomas en Pieternel den Nieuwjaarswensch afstaken. Zoo'n Nieuwjaarswensch is een soort revue, waar m zonder niontoering, lichi-effecten of muziek alleen door het gesproken woord het belangrijk ste wordt gereleveerd, wat in dit tijds- spacie in stad, binnen, of buitenland passeerde. Doch niet alleen de Stads schouwburg gaf vroeger zoo'n wensch, maar het aantrekkelijke van het Meuwjaarsprogram, de wensch met of zonder Kloris en Roosje, werd bij na ln elke publieke vermakelijkheid gehoord. Doch het officieelste warder toch in den Stadsschouwburg ge- wenscht, d&ar zat de burgemeester steeds ln zijn loge en hoorde welwil lend de dichterlijke ontboezemingen aan, stond op en boog beleefd als tot hem van het tooneel af het woord werd gevoerd en het publiek dit door applaus onderstreepte. Dit Jaar werd er, wie weet na hoe veel Jaar e©n uitzondering op den re gel gemaakt. In de burgemeestersloge van den Stadsschouwburg zat ditmaal eeri der wethouders. Had Zijn Bdel- Achthare het misschien te pijnlijk ge vonden, deu luatsten regel van „Gys brecht.., „Vaarwel mijn Amstelstad, verwacht een ander Heer" aan te hoo ren En wat de Nieuwjaarswenschen zelf betreft, slechts op drie plaatsen werden ze du keer afgestoken. Aan „stof" was anders geen gebrek ge weest, er was misschien te veel, waar door de dichters voor den „embarras du choix" kwamen te staan. Men denke slechts een oogenblik terug. Weinige dagen geleden vermeldden de couranten het overlijden van Am- slel's oud-burgemeester Mr, Vening Meinesz, en even later kwam de Staatscourant ons vertellen, dat aan Mr. Van Leeuwen op zijn verzoek eer vol ontslag was verleend, enz. Welk een verschil tusschen beide eminen- ten, al waren er ook punten van groo te overeenstemming. De een zoowel als de andere aristocraat ln de goede beteekenis van het woord en tevens schatrijk, wat noodzakelijk Is, want de representatiekosten voor een bur gemeester der hoofdstad zijn zóo hoog, dat ze zelfs voor een miniem gedeelte niet uit het tegenwoordige burgemees- terssalaris bestreden kunnen wor den. hetwelk, gelijk men weet, slechts f 8000 bedraagt Men moet d/us niet alleen gefortu neerd zijn, maar zelfs puissant rijk om zich de weelde te kunnen veroor loven onder de tegenwoordige om standigheden ais burgemeester van Amsterdam op te treden, althans zoo lang geëischt wordt, dat de burge meester de stad op behoorlijke wijze zal vertegenwoordigen. Een tweede punt van overeenstemming tusschen beide maunen was zeker wel hun groote rechtvaardigheidszin en het vertrouwen dat algemeen in hun rechtvaardigheid werd gesteld. Maar dan komt de tegenstelling. Mr. Ve ning Meinesz was een Fries, flegma tisch, koud van uiterlijk, streng, wars vau alles wat leek op zoeken naar po pulariteit ln zijn wijze van te woord staan was geen verschü of hij met den Invloedrijksten burger sprak, dan wel met menschjes uit de achter buurt. Hij bleef gelijk en dezelfde an der allerlei omstandigheden, op zijn deftig-aristooratasch gelaat was nooit merkbaar wat hem Inwendig beroer de. Sterk was de tegenstelling met zijn opvolger; door diens aderen vloeit Indisch bloed, dat zich bij hem nooit heeft verloochend. Als een der hun nen werd indertijd door de oud-libe rale kiezersvereeniging De Grondwet de aandacht voor het Raadslidmaat schap op hem gevestigd. AI spoedig ward hij populair door zijn Innemen de persoonlijkheid en door kleinighe den, waarvan sommige menschen het geheim bezitten, wist hij zich als bur gemeester bij de groote massa be mind te maken. Ondanks of misschien juist om dat hij soms ongezouten de waarheid wist te zeggen, liepen duizenden met hem weg; menschen die altijd het zelfde zijn van temperament, hebben gewoonlijk weinig vijanden maar ook weinig vrienden. En Mr. Van Leeu wen kon vooral tn vuur geraken, la ten we gerust zeggen driftig worden als hij zich verzette tegen moderne maatregelen, die z. I. niet in 't belang waren van do al gemeene welvaart, de vooruitgang, de vrijheid. Om maar een enkel voorbeeld te noemen was mr Van Leeuwen een verklaard te genstander van gedwongen winkel sluiting. Een voorstel dienaangaan de werd met kleine meerderheid ver worpen en 't ligt In de reden dat zijn persoonlijk overwicht de schaal naar die zijde heeft doen overslaan. Nu mr. Van Leeuwen ons dan ook gaat ver laten, wordt de strijd heropend, zul len de voorstanders van sluitings- dwang weer krachtiger actie gaan De Leeuw gaat de post verlaten voor hetgeen i wat hij meende bevor derlijk te zijn aan welvaart en per soonlijke vrijheid, het spel kan weer beginnen. Met mr. Van Leeuwen gaat een stuk geschiedenis van Amsterdam heen, méér nog dan een groot m-enscbi was hij de Incarnatie van een begin sel. Feller zal de branding worden tusschen d'e stroomingen, dóe ten prooi aan allerlei Invloeden tegen e4- knor tullen botsen. De geschiedenis zal oordeelen welk en wiens beginsel liet waire was. H. HENNING Jr. Tan da Resldantla an haar bBWonurs. XXXVIIL Op kalme wijze zijn we hier het nieuwe jaar Ingegaan. De avond van 31 December bracht weinig vermel denswaards. De groote café's na 10 uur gesloten, evenals de variété's liet Nederlandsch Tooneel zag er ook van af een voorstelling te geven, en liet den schouwburg aan da Ver- kadisten, die weinig succes hadden van hun durf, op Oudejaar te gaan spelen. Er waren heel wat meer leegs stoelen dan bezoekers ln de za&l. Den eersten Zondagavond in 1910 „Kloris en Roosje" met den nieuw jaarswensch. In tegenstelling met Am sterdam, waar het bijwonen van de traditioneele Gijsbreeht-opvoering een min of meer officieele plicht is, zullen we hier nooit burgemeester en wet houders en vertegenwoordigers van toonaangevende kringen dien avond in den schouwburg aantreffen. Wel zijn alle dure rangen dan dicht bezet, maar meestal door menschen. die slechte stoffeering vormen van loges en stalles. Waardoor dit verschil veroorzaakt wordt In de eerste plaats door de traditie, die In A rosier*Lam meebrengt dat men Vondel's spel moet gaan zien en hier niet bestaat, waar ook geen zwaar verzenstuk, maar een of ander onschuldig blijspelletje gegeven wordt en in de tweede plaats door het an- bUlLLÜTUfr Naar het Engelsch van GUY BOOTHBY, 9) Dat is eerst mannentaal. zei de ander, en haalde dadelijk een handvol zilver uit zijn zak. Ik ben uw man laten wij maar dadelijk beginnen. Mijn geheele leven door heb ik dat spel gespeeld en ik heb er nu weer allen tijd voor. Ik wensch u geluk met de keuze van uw tijdverdrijf, merkte de an der op. Ik merk, dat u het ware eport-instinct heeft Met uw verlof zeg •ik nu „kop". Hij raadde goed, stak do shilling von zijn tegenstander in den zak en het spel begon opnieuw. Weer won hij. Dat ging zoo ongeveer eeD kwar tier door, toen het den vreemdeling blijkbaar begon te vervelen, dat hij voortdurend verloor. Ik weet niet, wie of wat u is, «ooveel geluk dat is te gek, xei hij. Ik zet dubbel op en dan is het er op of er onder, want dan heb ik niets meer. Heb je daar wat tegen, vriend, hè Mijn weldoener, want ik kon bom met een gerust hart zoo noemen, om dat hij nnj een middagmaal wilde verschaffen, steimde er gewillig in toe en had in minder dan geen tijd zijn winst verdubbeld. Daarop zei hij zijn tegenstander beleefd „góeden- nacht". en mij een teeken gevend hem te volgen, ging hij de straat verder door, terwijl hij den ander bij den lantarenpaal achterliet, die blijkbaar zijn uiterste best dood, een goed be grip van den toestand te krijgen. Heb ik u niet gezegd, dat gij mijn goede genius waart begon hij, oortwandelend. Zooals u ongetwij feld heeft opgemerkt, heb ik maar ééns verloren. Gun mij het genoegen, de winst met u te deelen. Den gehee- len dag door ben ik ongelukkig ge weest, nu ben ik van plan er met uw hulp weer bovenop te komen. Ik zag niet goed in, op welke wijze ik hem zou kunnen helpen, maar daar hij mij een souverein had gege ven, was ik niet van plan over deze zaak met hem te redetwisten. Van de straat, waarin wij den scheepsmaehinist ontmoet hadden, want ik was tot de slotsom gekomen, dat dit zijn beroep was, sloegen wij een andere straat in, die, als lk mij goed herinner, ergens in de huurt van St. (jeoj'gestraat moet geweest zijn. Halverwege die straat stonden wij voor een rustig, kiein hoteL Mijn gids duwde de deur open, waarop het wdbrd „Restauratie" met groote letters geschilderd stond, en trad binnen. ik volgde hem. Na de koude en het modderige der stralen was liet daar binnen verrukxelijk warm en gezel lig. Mijn metgezel nam het woord en vroeg ol de hotelhouder ons in een particulier vertrek een diner kon voorzetten. Hel behoefde niet weelde rig te zijn, maar stevig een stuk vleesch, groenten, een pudding, kaas en bier. Alles stond heel spoedig op tafeL Nadat er een slaapkamer besteld was, deed ik rayn best, mijzelf zoo netjes mogelijk te maken, maar het was ronduit gesproken een hopelooze taak er kan niet veel begonnen wonden met schoenen, die geen teenen verber gen kunnen, met een broek, die uitge rafeld en zoo vers leien is, dat hij met moeite in elkaar blijft, ook kan men er onmogelijk deftig uitzien, als zijn jas langs den achternaad uitge scheurd is en de elleboog zóó versle ten, dat de bloote arm te zien komt. Voeg hier nog bij het feit, dat ik mij in langer dan veertien dagen niet had laten scheren, en dat mijn haar lang over mijn Jaskraag (want ik kon mij op geen anderen beroemen) hi nar. en u zal zich een mooi .denk beeld kunnen vormen van bet fraaie beeld, dat ik te zien gaf. lk deed echter wat er ln die om standigheden nog aan te doen was, en ging toen weer naar mijn gast heer in de zitkamer beneden. Hij had zijn hoed eu jas afgedaan en zoo was ik nu in staat hem beter od te nemen. Zooals ik al verteld heb, hij was lang en magerzijn goed gevormd hoofd stond flink op zijn schouders, terwijl hem een eigenaardige bevallige manier van doen eigen was. Hij was zorgvuldig gekleed, maar volstrekt niet opzich tig. Zijn handen waren klein en goed gevormd, en ik merkte op, dat hij geen juweelen droeg, behalve een merkwaardigen gouden ring, die een slang voorstelde, bezig haar eigen staart te verslinden. Zijn gelaat was gladgeschoren, zijn haar, bijna zwart, droeg bij heel kort geknipt. Alles bij elkaar genomen, was hij iemand van zokero distinctie, wiens evenbeeld ik niet knn zeggen ooit meer ontmoet te hebben. Ik was Juist tot dit besluit geko men, toen er een meisje met het eerste gerecht van ons diner binnen kwam. Drommels I wat rook dat heerlijk Ik ben er nu nog van overtuigd, dat lk er toe zou hebben kunnen komen, er zonder behulp van mes en vork op aan te vallen, om er als een wild dier san te beginnen, zóó uitgehon gerd was ik. Wil u hier gaan zitten, mijnh..,. mijnh Hier zweeg hij en wachtte, tot ik den naam aan zou vullen. Ik bracht hem toen op de hoogt©, dat mijn naam Armitage was Cyril Armiiage en ik voegde er bij Wij zijn afkomstig uit Sussex. Mijnheer Armitage, ging hij voort, terwijl hij een stoel voor mij klaar zette, Nu wil ik mij tegelij kertijd aan u voorstellen als Justus Quinnlon, van Nieiruuidshuis uit Ner- gensland. Ik keek hem aan om te zien, of hij een lachend gezicht trok. Maar er was geen sprake van. Zijn gelaat stond strak, als dat van een Sphmx. Menigmaal echter na dien tijd heb lk om mij zelf gelachen, over mijn dwaas zeggen. Om de waarheid te zeggen, was ik onder den invloed van de warme kamer, het vroolijk brandend vuur, het diner en het aan gename gezelschap van mijn metge zel, voor het oogenblik vergeten, dat ik een verworpeling was. Iémand, die op stoepen sliep en gunsten aannam van een keukenmeisje. 0 wat een heerlijk middagmaal was dat. Ik had nooit en heb ook nooit na dien tijd eten geproefd zoo als dat. Het vleesch en de groent© waren uitstekend klaar gemankt, de pudding zou een Parijschen kok tol eer cresirekt hebben, en het bier was nectar en ambrozijn. Ik vertrouw, dat de lezer van mijn nederige avonturen mij het steken van dezen loftrompet zal vergeven, maar, ais ik er aan denk, kan ik het niet onderdrukken. zich tevreden met naar mij te kijken en op te letten, of ik nog Iets noodlg bad. Ik dankt© honderdmaal den kleinen Octavius Garridge, dat hij mij naar Wapplng gezonden had. Aan hem dankt© ik mijn ontmoeting mot dit eigenaardig individu, die verklaarde dat het een manie van hem was, het menschel ijk leven en karakter te be- studeereu en die daarvoor de stad doorzwierf, om met toevallige voet gangers om shillings op te gooien. Wat nog meer beteekende, had Ik niet een echten gouden souvereln ln mijn tak, waarvan ik. als lk spaar zaam was, wie zou zeggen hoeveel dagen zou kunnen leven Eindelijk was ik gereed met mijn middagmaal en ik zat achterover ln mijn stoel geleund, voor het eerst 6lnds weken een volkomen tevreden (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 9