KWARTJES
ADVERTENTIES
VRAAC-EN-AANBODS
ADVERTENTIEN:
1-6 RECELS 25 CENTS
3PLAATSINCEK f 0.50
BIJ VOORUITBETALINC
Toen gij to 1901 door H. M. K»-
nliipa goro-yon werd, om do doer
n»r. Venleg Meines* openge Laten
plaat* to verruilen. bleek weldra, dat
bet m o gsoioMe tertrouwen lea voile
.vas gerechtvaardigd.
Rood* sposdig zaagt gij u voor da
yeoro took gesteld, in roer moeilijke
Omatoodigliodon het bewind te voe
ren «ei waar Ut toen ln de gelegen
heid ivo*, van nabij uw optreden Re-
do to slaan, ksuo Ik getuigen ren de
oov*rmne>do «e-taanrnheld en <k
groote to* w lyttr.st door u betoond,
van do tor?, waarmede allee door u
word geregeld. en steeds getracht
werd. te voorkomen, olies wat de
moeilijkheden *011 kunnen vergrooten
en tot betreurenswaardige conflicten
leiden.
Ook naar bulten werd door u steeds
opgetreden als krachtig» verdediger
van de belangen onzer sted en al»
hoor waard! ee vertegenwoordiger,
die daan-oor geen moeite ontzag.
Dit alles mankt, dat wij uw weg
gaan uit den grond van ons hort be
treuren, maar legt ons tevens den
plicht op, u onzen dank te betuigen.
Ik meen dan ook uit naam van mijne
medeleden te motren zegcren. Burge
meester Van Leeuwen, de Raad van
Amsterdam brengt n zijn lnnlgen
dank voor allee wat gij voor deze
stad hebt gedaan, en hoopt, dat het u
nog lang moge vergund zijn., met vol
doening op dit ti'dperk, van uw leven
terug te zien." (Applaus).
Dan spreekt de heer Th. F. A. Del-
prat, de oudste wethouder, en zei
o.a.:
*De -too ontmoedigende beschouwin
gen do <r dagbladen verspreid, platen
voorstellende een ontredderd, zinkend
Koggeschip, door den schipper ln
wanhoop verinten, ze mogen op velen
Indruk maken, den waren toestand
schetsen ze niet; het Kogsresehip is
niet ontredderd niet zinkend; ware
het zoo Schipper Van Leeuwen bleef
an het roer Vergelijk het Ams'er-
dam uit de dogen, toen u het
hewind nnnvanrdde met het Amster
dam van heden- vooruitgang op ve
lerlei gebied, geen achteruitgang is
waar te nemen.
Verbeteringen op alLe gebieden von
den plants wei uwen steun, onder
uwe medewerking.
Het Koggeschip Is niet een zinkend
wrak, maar een hecht, gezond, sterk
getimmerd schip, dal ook de tegen
woordige zware buien zal weten te
trolseeren.
In bijna dagelijkschen omgang met
a, hebben wij, wethouders, u -e vele
gaven lecrer» op prijs ateLlen,
Wij zullen u in onze vergaderingen
«nissen, maair de geest van doortas
tendheid en van te weten wat men
wil, daarin door u gekweekt, zal blij
ven voortleven.
Wij. die uwe veelzijdige kennis en
werkkracht hebben leeren op prijs
stellen, zijn er van overtuigd, dat oen
nuttig werkzaam leven u wacht, ook
na 't afsluiten van dit deel van uw
loopbaan. Moge succes, gezondheid
en levensgeluk daabij uw deel zijn
en mogen de uren doorgebracht in
Burgemeesterskamer nu en don nog
aene aangename herinnering bij u
opwekken. (Applaus).
REDE VAN DEN BURGEMEESTER.
De Voorzitter zei ongeveer het vol
gende:
Mijne Heerral
Hei zij ook nuj vergund alvorens
deze vergadering te sluiten nog een
enkel woord te zeggen. Een woord
van dank ben ik verschuldigd aan t
oudste raadslid en aan den oudsten
wethouder voor de waardeerende en
hartelijke woorden tot den sclteiden-
den burgemeester gericht.
Over ue redenen, die tol mijn ont
slagaanvrage hebben geleid, behoef
ik niet lang uit te weiden.
ln de vergadering van 8 Mei 1907
deelde ik mede, dat ik mijne herbe
noeming slechts had aanvaard onder
het uitdrukkelijk voorbehoud, dat ik
mij niet voor zes jaar gebonden acht
te. Ik voorzag dat de bestaande be
stuursorganisatie aanleiding zou ge
ven tot moeilijkheden en ongewenach-
te verhoudingen zou scheppen. Ik had
de ervaring opgeuaan dat het bestuur
van de Gemeente, hetwelk van 1851
dateert, gelieei verouderd was en een
behoorlijke behartiging van de ge
meentezaken vaak ernstig belemmer-
de en da', de bestuursorganisatie be
langrijk gewijzigd zou moeten wor
den, wilde het bestuur opgewassen
blijven voor de steeds omvangrijker
wordende taak in verband met de uit
breiding der gemeentebemoeiingen.
Dat eer college van 45 personen,
dut slechts periodiek bijeenkomt ln
een stad »Ls Amsterdam met al hare
verscheidenheid van belangen volle
dig op de hoogte kan zijn van alles
waarover het volgens de wet te oor-
deolen en te beslissen heeft, acht ik
eene onmogelijkheid. Dit verklaart,
tot zekere hoogte, de neiging tot uit
breiding van het aantal Raadscom
missies Maar zoolang de wet luidt
zooals zij luidt verwacht lk hiervan
geen heil. Integendeel. Uitbreiding
V an het aantal Raadscommissies zon
der bestuursbevoegdheid en zonder be
stuuTsverantwoordelijkheid, terwijl
de wet de verantwoordelijkheid voor
het dagelijksch beheer in zijn vollen
omvang legt op de schouders van
het college van Burgemeester en
Wethouder*, ui naar mijne vaste
pvertulglng het bestuur slechts ver-
dor ontwrichten, waardoor de moei
lijkheden .wei kunnen vermeerderen,
maar «1st verrnfnderen. Eb de g»
echledenls van den joogstan tijd wet
tigt de verwachting niet dat het aan
tal Raadscommissies reed» zijn maxi
mum beeft bar el kt.
Ook de taak van bet college
Burgemeester en Wethouder» ia
omvangrijk geworden dan dat alle
zaken near «lach kunnen worden be
handeld. Geen enkel lid van hel col
lege zal durven beweren dat hij vol
kome® op de hoogte 1» van alles,
waartoe hij geacht wordt zijne mede
werking te verloenen. Een groot be
zwaar acht lk onder die omstandig
heden, vooral voor dra burgemeester,
die met de uitvoering der besluiten is
belast en alle stukken van zijne hand-
teeketüng heeft te voorzien en die
derhalve aansprakelijk wordt geacht
voor hetgeen gedaan, verkeerd
daan of niet gedaan wordt, de collec
tieve verantwoordelijkheid, die de wet
den leden van bet dagelijksch bestuur
oplegt.
Die collectieve verantwoordelijk
heid 1» een logisch gevolg van het
stelsel der wet, die collegiale behan
deling van zaken onderstelt. Waar
echter de uitbreiding der gemeente-
bemoeiingen hoe langer hoe meer
verdeeling van werkzaamheden en
zelfstandig optreden van de individu
eel» leden van het dagelijksch be
stuur heeft noodzakelijk gemaakt en
dus collegialebehandeling zich slechts
tot een deel der zaken moet beperken,
overechriidt die collectieve verant
woordelijkheid verre de grenzen,
waarbinnen zulk eene verantwoorde
lijkheid kan worden gedragen.
De groote uitbreiding der ge mee®-
tebeaioeaingen, welke het best geïllus
treerd wordit door het feit dat het
aantal personen in vasten gemeente
dienst in den tijd dat ik aan deze ta
fel zit, van nog geen vijfduizend tot
ruim twaalf duizend is gestegen,
eischt dringend eene andere bestuurs- M,w
organisatie. Alleen reeds de behande-
ling der zaken dit talrijk personeel
betreffende, waarbij dikwijls tot m
de geringste détails moet worden af
gedaald, eischt zooveel tijd dat die
niet zonder groote schade voor de ge
meente aan de behandeling der zaken
van algemeen belang en de ernstige
bestudeering van maatregelen ter
voorziening in nieuwe behoeften, kan
worden onttrokken.
Eene andere bestuursorganisatie
kan echter niet worden verkregen
zonder wijziging van de Gemeentewet
en overtuigd van den tragen gang
onzer wetgevende machine heb Lk
reeds in 1904 in eene andere qualiteit
en op eene andere plaats liet denk
beeld in overweging gegeven de voor
bereidende stappen te doen om tot
zulk een wijziging te geraken.
Ik zal wel niet behoeven te zeggen,
dat ik met zeer gemengde gevoelens
afscheid neem van mijn ambt. In vele
opzichten valt mij dat afscheid
zwaar. Ik heb zooveel zien tot stand
komen, waartoe ik min of meer heb
meegewerkt, er zijn zooveel zaken
waaraan ik gehecht ben geraakt, ik
heb zoo met en in Amsterdam ge
leefd, dat ik er toe gekomen ben om
do Amsterdamsche belangen ais de
mijne te beschouwen. Maar de om
standigheden waaronder lk heb ge
werkt zijn niet bevorderlijk geweest
aan den lust om mijn ambt langer te
blijven waarnemen en waar ik in de
naaste toekomst daarin geen veran
dering mocht verwachten ,heb ik mij
volkomen verantwoord geacht, na
mij 14 jaren en 4 maanden aan de
Gemeentebelangen te hebben gewijd,
ten slotte gevolg te geven aan een
langzamerhand gerijpt voornemen om
mijn plaats in te ruimen.
lk acht dit ook in het gemeentebe
lang, hetwelk op deze plaats een
man eischt met een nieuwen kijk op
de zaken en die zijn volle kracht kan
ontplooien omdat hij nog de illusie
heeft, dat hij onder de bestaande om
standigheden met de middelen, die
hem ten dienste staan iets van belang
tot stand kan brengen.
Intusschen wil ik van deze plaats
niet scheiden zonder eveneens te
herdenken al he tgoede dat lk onder
vonden heb. Gedurende den tijd, dat
ik zitting heb gehad ln 't Dagelijksch
Bestuur heb ik met een groot aantal
mannen kennis gemaakt, die lk heb
leeren h -r rhten en waardeeren,
voor wier prachtige medewerking en
steun zoowel aan deze als aan gene
zijde van deze tafel ik dank verschul
digd ben. of die mij als eerlijke tegen
standers hun sympathie niet hebben
onthouden.
Een woord van warmen dank moet
mij van het hart aan dat deel der bur
gerij, dat mij in zoo ruime mate zijn
genegenheid heeft betoond, waarvan
ik in den laatsten tijd zulke ondub
belzinnige blijken mocht ontvangen.
Met de van die zijde ondervonden
waardeering acht ik ruimschoots be
loond de pogingen, die ik heb aange
wend om iets in het gemeentebelang
te doen.
Ik kan U, Mijne Heeren, niets be
ters toewenschen, waar leder uwer
toch Amsterdammer is, dan dat het
U gegeven moge zijn iets bij te dra
gen tot bevordering der ware belan
gen van deze stad. Ik zal mij gelukkig
reken on, wanneer zulks mij gegeven
zal zijn.
Op de rede volgde een kort ap
plaus. Daarna sloot de Voorzitter de
vergadering.
hem In tteA belang dar smRenaren
werd verricht.
De serenade op Zaterdagavond gaat
op verlangen van den burgemeester
niet door.
HET AMSTERDAMSCHE
BURGEMEESTERS-SALARIS.
In do snsleren gehouden raadsver
gadering kwam In behandeling de
bekende missie', o van de Gedebuteer
de Staten, waarbij het gevoelen van
den raad gevraagd wordt omtrent do
door hen beoogde verhooging van de
jaarwedde van den Burgemeester.
De voorzitter stelde voor, aan Ge
deputeerde Staten te antwoorden, dat
de raad geen bezwaar beeft tegen de
verhooging van de Jaarwedde van
den burgemeester tot 15.000.
Aldus werd na nog ©enig debat be
sloten.
EEN KARAKTERSCHETS VAN
Mr. \V F. VAN LEEUWEN.
De Haagsche hoefijzer-correspon
dent van het Algemeen Handelsblad
g*e!t in zijn serie: „De heeren In Den
Haag" een schets van Mr. Van Leeu
wen.
We antleenra daaraan
Den afgevaardigde van Noord-Hol
land, die tevens burgemeester ls
neen was van Amsterdam, heeft
men ln den laatsten tijd slecht» zel
den gezien in de Eerste Kamer. Am
sterdamsche zorgen hielden hem wel
licht terug.
Hij ls daar, in den Senaat, een der
beduidendsten.
Mr. W. F. van Leeuwen nu geniet
zoowel van de bijzondere als van de
gemeene gratie in de aandacht van de
Eerste Kiuner. Men schikt zich tot
luisteren als hij het woord vraagt,
zooals men "t daar nu eenmaal steeds
gewoon is voor elkandor ln 1 ge
meen. Maar men schuift bovendien,
in wat bijzondere aandacht, naderbij,
omdat men weet, dat deze afgevaar
digde van Noord-Holland behoert tol
de dii m a j ores in dezen kring
Ook hij gedraagt zich bijna steeds
naar wat de heer Van
van den goeden gang van zaken tn
de grootste gemeenten van ons land,
waar altijd-rnoer gciudra wordt op de
bestuurders en waar hot bestuur
zwaarder vaüen gaat daar de eene
hand moer lasten optast en de andere
de schatkist leeggraaft. Zorg oin een
toekomst, die den» afgevaardigde tn
zijn functie van bestuurder zeker al
lengs meer verdonkeren zag. Inder
daad heeft hij bij zijn financieels be
schouwingen nooit die monterheid
van toon, die (afgescheiden van de
strekking) mr. Van Nierop's
speeches altijd eigen ia Er is indien
uiet meer van het pessimistische, dan
tdch wel minder van het optimisti
sche ln zijn redevoeringen. De oudere
schijnt zonniger van inzicht, of al
thans van aanzicht, dan de Jongere
te zijn gebleven.
Van groote kracht, van levendig
heid, ruaar levens van een hoog besef
van waardigheid spreekt deze figuur
Ze doet, in de Eerste Kamei, met dat
altijd merkelijk ingetoomde van het
temperament, ondanks die waardig
heid, vrij jeugdig aan. En het ls ge
lukkig, dat althans niet, niet don Bur
gemeester uit het Prinsenhof, do af
gevaardigde van Noord-Holland, die
zijn naam draagt, van het Binnenhof
verdwijnt
De aandacht voor zijn woorden taf
er daar niet minderen al is hij Bur
gemeester-af.
POLITIEKWESTrE TE OSS.
Te Oss zijn ln den laataten tijd ern
stige onaaneennamheden gerezen on
der het politiecorps.
„De Stad Oss" geeft hiervan in een
uitvoerig artikel verslag, waaraan wij
een en ander ontleenen.
Op Nieuwjaarsmorgen ging de chef
veldwachter Hollander naar den bur
gemeester en wenschte hem een ge
lukkig Nieuwjaar. Deze antwoordde
Het spijt mij, dat Ik u geen aange
name tijding heb mee te deelen, n.L
dat ge van dit oogenblik af aan ont
heien 7.ijt van nw ambt aU chef-veld
wachter.
Het bestuur der Vereenlging van
hoofdambtenaren, commiezen en met
hen gelükgestelden ter Gemeente
secretarie heeft zich met een schrij
ven tot den Burgemeester gericht,
waarin met een woord van afscheid
dank wordt betuigd voor hetoeen door
heeft gesignaleerd. Ook hij ls een
schoenmaker, die zich pleegt te hou
den bij zijn leest. Financiën en ge
meentebelangen, dat zijn de beide on.
derwerpen, waarover de heer Van
Leeuwen meestal spreekt, deskundige
in allebei. Hij vormt, met de heeren
Van Nierop en Godin de Beaufort, de
trits van fmancieele specialiteiten en
laat. door de vereenlging van belang
rijke ervaring èn van kennis, op het
stuk van de gemeentebelangen, an
dere deskundigen in deze Kamer ach
ter zich.
Zijn redevoeringen bekoren niet
door oratorische schittering, doch
boeien door het gehalte. In de Eerste
Kamer beoefent rnen trouwens min
der nog dan in de Tweede de rheto-
riek als kunst. Er zijn er zelfs niet
weinigen, h»er, die lezen. Dat hoort
men van inr. Van Leeuwen nooit. Al
doet hij aan de schoone woordkunst
weinig, hij is een gemakkelijk spre
ker, die zijn woorden èn gedachten
goed baheerscht, en niet vooraf ze
hoeft te ordenen op een stuk papier.
Hij legt zich blijkelijk toe op zuiver
heid van denklijn, op een logisch-
klemmende argumentatie, pogen waar
hij vaak in slaagt. Zijn redevoeringen
zijn gemeenlijk suggestief, zij wek
ken gedachten door de gedachten,
die er in zijn verwerkt. Ze geven
steeds te denken, soms niet tn de
richting waar de spreker in gedacht
heeft, maar toch ln een richting, die
door zijn gedachten is ontsloten, 1 Is
als een erf, dat wordt geopend voor
den hoorder met de aanbeveling, om
daarop liefst zóó te wandelen. Men
volgt vaak de snnwiizSne, maar wordt
ook we! verleid tot wandelen langs
andere paden, waar men nu eerst op
aandachtig werd. Maar 't loopt dus
altijd uit op een verrijking, bij de
hoorders, van hun geestelijke kennis
van terrein.
Zij hebben ook. d!e redevoeringen
van mr. Ven Leeuwen, vaak Iets
waarschuwends, Iets ernstig- (schoon
voorzichtig-) manend». Er klinkt niet
zelden een toon ln. zooal van bezorgd
heid niet, dan toch van zorg Zorg
voor (zorg OM ook wel) de financiën
van het land .of van de gemeente» of
De burgemeester gaf twee redenen
op. Ten eorste, dat de chef hem geene
of niet voldoende rapporten uitbracht
en ten tweede, dat de vrouw van den
chef hem bedreigd had.
Als een staaltje van de wanver
houding tusschen het hoofd der poli-
tfe en den burgemeester, diene het
volgende
Toen Hollander op een uitvoering
verscheen werd de veldwachter
Stroop eerst recht woedend en in aller
bijzijn, ook van nog ander publiek,
uitte hij da woorden, dat hij zijn best
wel doen zou om deu chef er uit te
werken.
Den volgenden dag ging Stroop er
groot op, dat hij in den bewusten
avond.... 23 borrels had gedronken.
Natuurlijk rapporteerde de chef het
geval aan den burgemeester. En de
straf? Hollander werd enkele dagen
daarna, door den burgemeester ge
straft met een dag velddienst.
Omtrent de bedreiging, die de
vrouw van den chef tegen den burge
meester geuit zou hebben, geeft het
blad de volgende bijzonderheden
De chef ging zeer gebukt onder de
wijze, waarop de burgemeester hem
behandelde, tengevolge waarvan de
zenuwen bij heui hevig begonnen te
werken. Zijne vrouw maakte zich
daar ongerust over en vervoegde zich
bij den burgemeester en zei„Als u
ruiju man tn het graf helpt en lk als
weduwe met mijne weezen van kinde
ren onverzorgd achterblijf, dan twij
fel lk er niet aan ol mijn man zal
eenmaal gewroken worden 1"
TENTOONSTELLING VAN GEZOND
HEIDSLEER DER EERSTE KIN
DERJAREN TE ANTWERPEN.
De Minister van Buitenl. Zaken ves
tigt de aandacht op eene ln Januari
en Februari te Antwerpen te houden
tentoonstelling van gezondheidsleer
der eerste kinderjaren.
Hoewel de tentoonstelling feitelijk
geen internationaal karakter draagt,
zullen Nederlandsche inzendingen
gaarne worden aanvaard.
ült de Haagsctfl en Amsterdamsche
brieven aan d« verschillende bladen
Kouter schrijft uit Den Haag
't Nieuwsblad voor 't Noorden.
Een andere misstand wil evenwel
nog niet ophouden: lk bedoel hei
hinderlijk volgen van de Koningin
al» ZIJ op straat of van het palet» io
hot Noord-Einde naar dat van de
Koningin-Moeder wandelt.
In een blijkbaar geïnspireerd be
richt hebben de couranten er weder
over geklaagd, dat H. M. de Koning
in niet over straat kon wandelen, zon
der dal een heole stoet nieuwsgieri
gen achter Haar aankomt. Verleden
week. was de Koningin zelfs genood
zaakt, zooals ge weet. ln plaats van
den hoofdingang van het paleis ln te
gaan, te vluchten voor hel publiek
door de koninklijke stallen. Dat tee
kent den toestand. Ik vermoed even
wel, dat deze vermaningen ln de pers
weinig zullen geven. Verwijten van
onbeschaafdheid, als die collectief
worden gedragen, richten heel zel
den iets uit Een Hagenaar is nu een-
al een zeer nieuwsgierig mensch,
nog nieuwsgieriger dan oen Amster
dammer, en als hij dus de kans heeft
Koningin to kunnen „zien wande
len," laat hij dat buitenkansje niet
loopen en gaat hij met de Koningin
roede uit wandelen. Daar kunnen de
couranten lange of korte artikelen
over schrijven: aan dien toestand ls
weinig te varanderen. Men vergete
ook niet, dat wij hier geen royalty
gewend zijn, 50, 60 jaar geleden, toen
hier tien, twaalf prinsen en prinses-
san woonden, was dat anders.
Ook schrijft de correspondent
de ondermijning dar zedelijkheidsbe
grippen.
Wat men daar van hoort is
meer dan schandalig, want het zijn
niet alleen individuen van geringe
kom-af, die zich op het zedelijk onder
mijnen der jeugd toeleggen, maar
zelfs zeer ontwikkelde personen moe
ten daarbij gemoeid zijn. Wat dunkt
n b v. van iemand, die Grieksehe en
Latijnsche lessen geeft an van die ge-
gelegenheld gebruik maakt om met
zitn leerlingen passages uit de cl as-
si aken te bestudeeren, waardoor de
jon rel leden zedelijk als het ware ver
giftigd worden?
W aak tegen zulke aanslagen nu
maar eens als ouder of voogdI
Hoewel tie „leeraar", die zich met
zulke jpraktijken onledig houdit, be
kend is, is het zeer lastig het „bewijs"
te leveren, dat hier noodig is om aan
die „cursussen" een eina te maken.
Ware dat niet het geval, het zou
plicht zijn een dergelij persoon met
naam eu toenaam te signaleeren.
Toevallig sprak ik dezer dagen ie
mand, die ambtelijk bij deze zaken
betrokken was, maar dan staat men
eenvoudig versteld van den omvang
dien speciaal ln Den Haag dit kwaad
heeft verkregen en is het te begrijpen,
dat speelhalen, nachtkroegen, chan
teurs, etc. etc. hier een bestaan kun
nen vinden, zooals zelfs in een groote
stad bijna niet kan verworven wor
den.
Z'n collega van do Prov. Gr. Ct.:
Dat 't druk was en mooi op het hof-
boL van Woensdag weten we nu,
door al de verslagen ln de bladen, die
ons over de fraaie toiletten en rijke
bals- ra haarversieringen van de Ko
ninginnen ra de dames uit de hoogste
kringen vertelden en van de muziek
van do beide orkesten (militair en ci-
clel, ook al droegen de ex-schutters
hun uniform nog), van de bloemen
en eloctrische verlichtingspracht in
de bal- en nevenzalen en van de rijk
voorziene en duchtig aangesproken
buffetten. Maar wat de kranten niet
hebben meegedeeld is toch wel het
interessantste. Vooreerst het feit, dat
H. M- de Koningin zich, op een cana
pé in de kleine balzaal gezeten, tal
van dames ra heeren liet voorstellen,
om zich met hen te onderhouden,
maar zich minder dan anders onder
't hooge gezelschap bewoog. Dat H.
M. bij afwezigheid van den Prins
aan den dans niet deelnam, lag voor
de hand, maar het viel toch iedereen
op, dat de Koninklijke gastvrouw zich
den ganschen feestavond ongeveer
niet verplaatste. Men bracht dat
laat mij 't maar zeggen in verband
met sedert gerulmra tijd al loopend e
geruchten van verblijdenden aard en
waarvan wij ln de naaste toekomst
eerst de zekerheid zullen erlangen.
De Koningin zag er overigens zeer
welvarend en opgewekt uit in haar
schitterend toilet en briljanten-tooi.
De Standaard:
Er Is trouwens, voor wie het poli
tieke leven overziet, wel reden
zijn kruit droog te houdenl
Intusschen is er nog een reden
voor, dat de rust geenszins volkomen
zal kunnen zijn in het pas ingetreden
jaar, en wel een reden, die, voor het
groote publiek, meer klemt dan al
lerlei andere overwegingen.
Immers zal wel geen Tweede Ka
merverkiezing ra geen g<
Raadsverkiezing ons dit jaar bezig
houden, maar een Statenverkiezing
wacht ons, een verkiezing dus. die op
zich zelf wellicht niet van zoo over
wegend belang'geacht wordt door
menigeen, maar die dan toch in ieder
geval als indirecte Eerste Kamerver
kiezing zeer groote beteekenis heeft.
Laten we echter eens even zien,
hoe het met de Staten der provin
ciën gesteld is, wier beteekenis
kiescolleges voor de Eerste Kamer
natuurlijk afwisselt naar gelang van
het aantal leden voor die Kamer, die
ze mogen kiezen krachtens art. 82
van de Grondwet., welks de volgende
verhouding heeft vastgelegd: Noor*
Brabant 6, Gelderland 6. Zn id-11 oK
tend 10, Noord-Holland 9. Zeeland 2,
Utrecht 2, Friesland 4, Overijsel 3,
Groningen 3. Drente 2 ra Limburg 3,
te zomen 50.
Het getal leden dor Staten zelf 1
draagt, krachtens art. 2 der Provin
ciale Wet, na de wijziging van J8M7:
Noord-Brabant 64, Gelderland 02. Z.-
Holland 82, Noord-Holland 77. Zee
land 42, Utrecht 41. Friesland 50,
Overijsel 47. Groningen 45, Drente 35/
en Limburg 45.
De stand der partijen Is I11 Oven»
ijsel in de Staten zoo, dat het ten
naaste bij half om half ls. Voor da
Rechtsche groepen ls het daarom
zaak. te zorgen, dat ze dit jaar voor
uitgaan en era zekerder positie ver
krijgen dan ze tof dusver Innamen.
Zal Friesland links blijven? Ook
daar moet naar vooruitgang gestreefd
worden, opdat vandaar eerlang 4
mannen van Rechts naar het Hoo
gerhuis gezonden kunnen worden.
Utrecht, Gelderland en Zeeland
zijn in de Staten overwegend Recht».
Utrecht en Zeeland zijn echter met
Drente voor de Eerste Earner de
minst beteekenende provincies en
Juist in Gelderland, dat evenveel le-
afvaardigt als de drie genoemde
kleine provincies samen, ontvielen in
laatste jaren enkele zetels aan
Rechts, zoodat oppassen wel ln alle
drie de genoemde Rechtsche provlrw
cies de boodschap is, maar met nam»
Ln Gelderland versterking der positie
gewenscht Is.
Zuid-Holland, de provincie, die het
grootst aantal leden naar de Eerste
Kamer zendt, en wiaarop dus ln 't
bijzonder de oogen des volks gericht
zijn, heeft 50 Rechtsche en 32 Link-
sche Statenleden. Onder de 41 (de
helft van 82) leden, die aftreden moe
ten, bevinden zich 18 Liberalen, en 23
mannen van Rechts, nl. 13 Anti-revo
lutionairen, 4 Roomsch-Katholiekra
1 6 Christelijk-Histerischen.
De 18 aftredende Liberalen zijn al
dus over de provincie verdeeld: Lel
den 1, 's-Giravenhoge 5, Rotterdam
I 2, Rotterdam III 2. Rotterdam V 2,
Gorinchem 2, Dordrecht 2, Oud-Beijer*
land 1, BrLelIe 1.
De meerderheid 5032 moet nan
tuurlïjk gehandhaafd blijven.
Uit Amsterdam schrijft men aan de
Prov. Gron. Ct
Met de volkstelling is het hier vrij
vlot gedaan. Natuurlijk heeft niet ie
der gezinshoofd onmiddellijk knns ge
zien om de niet altijd door duidelijk
heid uitmuntende vragen der kaarten
te beantwoorden, doch het gemeente
bestuur had een heirleger van onder
wijzers onder de tellers opgenomen
en deze hebben doorgaans wel kans
gezien om te zorgen voor een behoor-
lijke Invulling der kaarten.Doorgaans
de dagbladen hebben echter enkel»
gevallen wereldkundig gemaakt,
waarin huisvaders en vooral hul»,
moeders zich hardnekkig kontten te
gen de Invulling der kaarten, die op
hun gezin betrekking hadden. Zij heb
ben evenwel niets medegedeeld om
trent een curieus geval, dat mij is ter
oore gekomen. Hot. betreft een atreng
rechtzinnig neen dat is nog te
zwak, laat ik liever spreken van era
steilooTlg hoofd van een gezien, dat
begon met te weigeren de kaarten
zelfs ln ontvangst te nemen, laat
staan ze in te zien. Hij had ge
hoord wat de strekking dier kaarten
was en met een beroep op een passage
uit den Bijbel, betrekking hebbende
op een volkstelling, verklaarde ht|
met dat helsche gedoe niet» van noo
da te hebben.
De volksteller trachtte hem tot be
tere gedachten te hrengen, betoogde,-'
dat hij door de invulling geen enke
len godsdienstplicht overtrad, enkel
zijn plicht als staatsburger nakwam
en wees hem er ten slotte op, dat hij
kans had in de gevangenie terecht te
komen, indien hij weigerachtig bleef
de kaarten in te vullen of te doen
invullen.
Maar dat was olie op het vuurt
Want toen de volkatelier enkele da»
gen later terugkwam om de kaarten
van den weerbarstige op te halen,
belde hij vergeefs aan: het huis was
onbewoond ra van de buren vernam
hij, dat de man den dag na zijn'eerste
bezoek al zijn hebben ra houden had
te gelde gemaakt, deu huishaas be
taald. had wat hij hem schuldig waa,
met zijn leverancier had afgerekend
en*nadat hij aan zijn patroon, hij was
looper voor een der grootste bankin
stellingen, een afscheidsbrief had ge
schreven, met zijn gezin, bestaand»
uit vrouw en twee kinderen, naar
Duitschland was vertrokken, in da
hoop daar z'n brood te kunnen verdie
nen zonder dat getracht wordt at
zijne godsdienstige overtuiging s
weid aan te doen! Ter wille van zijn
gezin hoop ik het beste voor hem,
doch ik hoop tevens, dat hij het eens
aan den lijve zal bemerken, dat
Duitschland de individueele vrijheid
nog heel wat meer aan banden ligt
dan ln ons vaderland.
ADRESBOEK WERKLIEDEN-
ORGANISATIES.
De vragenlijst aan d» vakorganisa
ties betreffende samenstelling van e
adresboek voor de wei'klieden-vakor
ganisatie in Nederland, ls het gevolg
van het voornemen van dra directeur
generaal van den Arbeid, dra heer
Van IJsselsteyn, om te bevorderen,;
dat van Regeeringswege worde uitgeJ
geven een adresboek van de werkhof
dra-vakorganisatie in Nederland.
Tot nog toe ontbreekt ten eenramn*
lo een» volledige adressenlijst van dfl