NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD. 27e Jaargang. No. 8155 Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. DINSDAG 25 JANUARI 1»10 HAARLEM'S DAGBLAD ABONNEMENTEN PER DRIB MAANDEN» VOfV Haarlem 1 l l f 159 Voi.' de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der gemeente)150 Franco per post door Nederland 1.65 Afzonderlijke nummers0.02 U Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem(X37M omstreken en franco per post 0.45 der Veonootsc&ap Loareos Coster. Direct ear X G. PEEREB00E AD VERTENTl6Ni Van 1—5 regels 5C Cts.: Iedere regel meer 10 Cts, Bulten bet ArrondTsscment Haarlem van 1—5 regels /U- elke regel meer ƒ0. tv Reclames 30 Cent per scgc> Bij Abonnement aanzienlijk rabat AdvertentiSn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. Der plaatsing* 50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant Redactie es Administraties Groote Houtstraat Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724» DrnkkertJ: Zolder Bnitenspaarce 6. Telefoonnummer 122. Tot da plaatsing van advertentlëa en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem In dit blad fa altslultend gemachtigd het Algemeen Binnen- Warmoeastraat 76—78, Amsterdam. Telephoon latere. 6229. i Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA, DIT NUMMER BESTAAT UIT ZES BLADZIJDEN. EERSTE BLAD. AGENDA WOENSDAG 26 JANUARI. Brongebonw: Rolschaatsenbaan, geopend v-ui 811 uur. OM ONS HEEN sr.. 1078. De Slaven van den witten dood. Deze titel heeft een buitenlandsch kleurtje. Ik stel er dan ook prijs op, Ie zeggen. dat hij uit het Engelsch ver taald en beelwat anders is, dan de le zer oppervlakkig zou denken. In verschillende landen heeft men moeilijkheden met de bestraffing van misdadigers. De menschen, die geroe pen zijn om ever strafstelsels te oor- deelen. z"n al lang tot de conclusie gekomen, dut het opsluiten in een zaamheid -Vel oplevert, wat ervan verwach'. werd. Wei is de misdadiger daardoor uit do samenleving verwij derd en kan hij haar dus geen kwaad meer doen maar het tweede, het hoc- gere doel wordt niet bereiktdat de boosdoener in de stilte van de cel tot nadenken, inkeer en berouw komen zal. De ciifers der recidive toonan aan, dat de eenzame opsluiting di toe machteloos is gebleken te zijn. Ze ker ook hierom, dat de roerselen der misdaad veel ingewikkelder zijn, dan gewoonlijk wordt verondersteld. Het is toch niet enkel de neiging van den misdadiger, die hem aanzet tot de lui heid en bandeloosheid, welke tot mis drijf voeren, maar tevens de afkeer, dien hij na zijn straftijd in de maat- schappij ondervindt en de groote moeilijkheid om er zijn brood weer op fatsoenlijke manier te verdienen. Wij denken daar zoo niet over na, maar het is toch daarom niet minder zeker, dat er door gewezen gevangenen me nige harde strijd gestreden wordt te gen eigen verkeerde neigingen en noodlottige inblazingen van vroegere kameraden in de boosheid. Bij dezen kamp behoeft de strijder op hulp van de samenleving niet to rekenen die drijft hem integendeel door afkeer en wantrouwen onbewust altijd weer naar den verkeerden kant. Het is zeker heel moeilijk, precies Ieders aandeel in dit proces te bepa len. Wie zal uitmaken, in hoever de celstraf te kort schiet en in hoever de maatschappij haar plicht niet doet? Zoo ontzaglijk moeilijk is het vraagstuk dat een leek niet dan met de grootste voorzichtigheid daarover een meening behoort nit te spreken. Vooral omdat wanneer men de cel- etraf niet wil, de vraag wat dan? noodwendig overblijft. En nu is het eigenaardig, dat er een neiging schijnt te bestaan tot terugkeer naar vroegere vormen van bestraffing. Lijfstraf wordt weer verlangd en op zending naar een strafkolonie, ge paard met dwangarbeid Maar- al de ze dingen zijn vroeger in toepassing gebracht en wanneer ze naderhand zijn afgeschaft, dan zal dit toch wel geweest zijn, omdat zo niet voldeden. Bij da beoordeeling van de zaak die nen w'j leeken goed in het oog te hou den ,dat straf een dubbel doel moet beo02m bescherming van do maat schappij tegen herhaling en verbete ring van den misdadiger. In onze zelf zucht verliezen we dat laatste al te vaak u.t het oog. Immers elke strafkolonie en iedere dwangarbeid brengt mee de dagelijk- scho omgang van misdadigers met elkander, die door de ervaring ge bleken is een ware school der misdaad te worden, wanrin het karakter van 'den leerling zeker niet tot betere din gen wordt opgevoed. Onlangs heb ik een beschrijving gegeven van de Fran- sche strafkolonie Guyana, de uit drukking boven dit artikeltje S 1 a- Ven van den witten dood doelt op de hoosdoeners in Roemenië, die tot dwangarbeid in de zoutmijnen ®an den Staat worden veroordeeld. De Engelschman Rook Carne- gio, die dnarvor In een van de En- gelsche maandschriften mededeelin- gen doet, zegt o. a. dat hij bij het be zoeken van de mijn te Targn Ok- n a onder de veroordeelden, die er werkten, niemand heeft aangetroffen met een aantrekkelijk voorkomen. Het is, zoo schrijft hij letterlijk, „een waro portretgalerij van duivels, op wier gezichten duidelijk bandeloos heid en ruwheid geschreven staan. Wie deze schelmen met hun kwaad aardig gelaat aanziet, kan begrijpen, waarom bijna ieder geval van roove- rij en inbrekerij ln Roemenië paard gaat met daden van onbe schrijfelijke foltering, uit zuivere bal dadigheid gepleegd op weerlooze oude mannen, vrouwen en kinderen. Het is een treurige gedachte, dat onder de lagere standen bij dit volk, waar ik de overige eigenschappen bewon der, een sterke neiging tot wreedheid bestaat." En hij licht dat nader toe een van de misdadigers, dien hij in de zout mijn aan 't werk zag, Is een drievou dige moordenaar, de tweede een be ruchte bandiet wiens daden van wreedheid en foltering men niet kan neerschrijven, een derde sneed op straat een Turk als 't ware open (de schrijver heeft het zelf gezien) om een geschil over de waarde van een gulden. Maar er zijn ook andere misdadi gers een kapitein van administratie, die bijna 20.000 gulden ontvreemdde en die verdobbelde In Monte Carlo een jonge man van goeden huize, die een meisje, dat hij liefhad, maar hem door do ouders ontzegd werd, op straat, toen de familie uit de kerk kwam, met een dolk doodstak en daar op koelbloedig .tot haar vader zeide Pof tem, wat letterlijk beteekent ziezoo 1 Het is dus een verre van sympa thiek gezelschap, dat daar onder den grond het Roemeensche zout ver gaart., maar de straf is dan ook s zwaar. Buitengewoon ongezond is namelijk deze bezigheid. Zestig jaar geleden kwamen de veroordeelden, die eenmaal in de mijn waren afge daald, er nimmer meer uit, vóórdat zij hun tijd hadden uitgediend ot overleden waren. De meesten hielden dat ondergrondsche verblijf met als bijzondere gunst eenige uren per maand naar boven gaan om de zon te zien, voor wie zich door buitenge woon goed gedrag hadden onderschei den, niet langer dan vijf of zeven jaar uit. Tien was het maximum. Nader hand is dat gewijzigdde dwangar beiders wonen buiten de mijn in een gewone gevangenis en. werken onder den grond van 's morgens zeven tot 's middags vijf uur. De slaapzalen zijn ruim en luchtig, het eten is er goed, de gevangenen mogen extra artike len koopen voor wat zij ln de mijn verdienen, zelfs het rookeu is met mate geoorloofd, Zaterdag en Zondag wordt er niet gewerkt, maar in weer wil van dat alles kan niemand het werk langer dan hoogstens vijf en twintig jaar volhouden. Het gemiddel de is niet meer dan vijftien of twintig jaar. De omgeving oefent een hoogst na- deeligen invloed op de dwangarbei ders uit. Een man van veertig jaar ziet er uit als een van zestig .Toen de schrijver de mijn bezocht, trof hij in het kleine hospitaal van de gevange nis een viertal zieken aan. Op de vraag wat hun schortte antwoordde do directeur, dat zij in het geheel' niet ziek waren, maar aan verval van ki'achten leden. „Hoe oud zijn ze dan wel „VecrtLf tot vijf en veertig jaar." Het maakt dus blijkbaar, evenals in Fransch Guyana, voor de veroordeel den weinig uit of zij voor levenslang of voor een aantal jaren worden ver oordeeld. In de practijk komt dat ge woonlijk op hetzelfde neer. Geen wonder, dat de neiging tot ontvluchten wel groot is of be ter gezegd zou zijn, wanneer de ge legenheid maar gunstiger was. Feite lijk Is het evenwel een onmogelijkheid. Dag en nacht waken schildwachten, die zonder aarzeling op eiken vluchte ling schieten. Nu en dan wordt wel geprobeerd, om ln de mijn te blijven en van daar uit een gunstige gelegenheid af te wachten om weg te Bluipen, maar na een paar dagen is de man door kou en honger wel gedwongen, uit zijn schuilhoek voor den dag te komen. Dat hij daarna disciplinair gestraft wordt, spreekt van zelf. En indirect brengt de poging nog een veel grooter straf mee, dan die legen kjm zijn in water en brood of het dragen van ijzers. De eenige kans namelijk, die de veroordeelden heb ben om vermindering of kwijtschel ding van straf te verkrijgen, is op den verjaardag des Konings, wanneer de ze altijd een aantal dwangarbeiders op die wijze begenadigt. Wie evenwel zich ook maar in 't geringste verzet, heeft, zelfs even heeft geaarzeld in het uitvoeren van een gegeven bevel, komt voor gratie in t geheel niet meer in aanmerking. Dat is ook de reden, waarom de directeur en de bewakers geheel on gewapend tusschen de misdadigers gaan en staan, die natuurlijk allerlei werktuigen bij zich hebben, waarmee zij kwaad kunnen uitrichten. Nie mand valt hen aan. Wie het deed, weet te goed, dat hij zijn kans op be genadiging eens en voor altijd ver speelt J. C. P. Stadsnieuws De komeet vao Dreke. De komeet houdt zich, jammer ge noeg, schuil achter de dikke grij; woikenvaohten. We moeten op bete re dagen hopen. En dan dadelijk na zonsondergang op de Leidschevaart, in Bosch en Vaart, in 't Kleverpark of op den Wagenweg den Westelijken hemel bespieden, waar we de komeet vinden zullen in den omtrek der Zon. De komeet van Drake, aldus de me dewerker van het Hbld., behoort tot een grillige klasse en kan heel goed ons met een schitterend vuurwerk komen verrassen. Reeds Ovidius maakt er melding van, dat Ln 1200 v. C. een der „Ze vensterren" naar het Noorden toog, omgeven door laDge wapperende ha ffen; die is de eerste beschrijving om trent een komeet in de oudheid. Ei genaardig is het, dat men toen men bracht het in verband met de ver woesting van Troje al hierin iets tragisch zag. Of het komt door het flauwglorend matte licht, dan wel zijn ontstaan dankt aan de groote' zeldzaamheid van zichtbare kometen ln het algemeen, het feit blijft be staan, dat door alle tijden heen dit droevige nachtlicht heeft gegolden als een voorbode van zware rampen, als pest, oorlog, aardbevingen, enz. Zelfs de groote Keppler, die notahene de eerste astronoom was, welke kans zag de bewering van Aristoteles om ver te werpen, dat kometen zich in den dampkring ophoudende dampen waren; die ze beschouwde als hemel lichamen. waarvan de naar zijn n ning rechtlijnige baan te berekenen was, geloofde toch nog, dat zij aan kondigers van rampen waren, gelijk de toch waarlijk ook niet domme cal vinistische dominees ze hot volk voor hielden als een vinger Gods. Apollonius van Perga, de heraut van Keppler, knoopte aan kometen de grilligste geschiedenissen vast, wijl terzelfder tijd een Strato, in de meening verkeerende, dat men met door wolken omgeven sterren te doen had, de stelling opwierp, dat niets in den kosmos zooveel invloed op on ze moeder aarde had. als staartster ren-categorie. Is het dan wonder, dat heden geloovlge Wales-bewoners de meening zijn toegedaan, dat er innig verband bestaat tusschen de Engel- sche verkiezingen, het begrip oorlog en dit schemerschijnsel aan den he mel. Men zegt zelfs, dat do Bern's al last van de kometen krijgt. 1910 heeft als kometenjaar goed in gezet. Wij spraken een zeventigjarig oud-burgerschool lee raar in de kos- mographle, vertelt de schrijver In het Hbld. Hij beschreef ons, hoe vurig hij reeds in z'n jeugd naar het jaar 1910 verlangd had, het jaar van de komeet van Hailey. Hij las alle be richten, hij correspondeerde metster- rewachten, hij hoopte, hij wachtte. Nog een paar weken, maanden wel licht, moest hij geduld hebben. Dan zou Halley verschijnen, mogelijk weer zoo als voor pl.m. 800 jaar, toen de menschen haar als „een maan met een staart" beschreven, mogelijk ook slechts klein en nietig. Maar Halley zou komen, dat wist hij. En thans... is Drake gearriveerd, plots, geheel onverwachts, zonder kennisgeving, ais een dief ln den vooravond. Wat hij er van dacht? Hij stond verstomd; dit was alles. Thans krijgen wij. de quaestie van het gevaar. Vaak wordt de vraag daan, wat er gebeuren zal, wanneer de aarde met den staart in aanra king komt. Daarop don geantwoord, dat er niets zal gebeuren. Reeds dui zenden malen is de aarde door ko meetstaarten geloopen op haar zame wandeling, hetgeen zonder het geringste ongeval plaats heeft ge vonden; want de staart is zeer licht en ijl, om het zoo eens uit te druk ken. Waarschijnlijk zouden wij op z'n hoogst een meteorenregen kunnen waarnemen. Indien echter de as met de kern van de komeet ln aan raking zou komen doch deze t kans is gelukkig heel wat kleiner dan zou bet mogelijk niet zoo goed afloopen. Gesteld, dat deze kern uit metaal bestond en een doorsneê had van honderden K.M. (dit is echter niet het geval) dan zou de botsing ontzettend zijn. De aarde zou zich openen, een gloeiende massa zou al les dooden, verstikken, tot gas doen opgaan. Eindelijk zou „het jammer dal" zich verdeekl hebben in duizen den brokjes, die dan als een nieuwe serie „kleine planeten" om de zouden loopen. Zooals wij reeds opmerkten Is die kans gelukkig zeer gering. Want in vergelijk met de reuzigo uitgestrekt heid van den koe mos, is de aarde niet meer dan een splintertje, of, zoo als Engelmaan het zoo treffend be schreef: eerder wordt een te voren bepaalde vogel door een blinde ge raakt, dan dat de aarde met een ko meetkern ln aanraking komt. Uit een verzameling van oude boekjes over kometen in de Konink lijke Bibliotheek, heeft Do Nieuwe Courant verschillende gegevens ge vonden, uit welke weer en opnieuw blijkt in hoe groote angst do komst van een komeet in vroeger dagen de menschen bracht. Het blad deelt van het gelezene een en ander mede. Zoo over de vergiftigde lucht, „den leib durchdrlngent und inwendige vergif- tung des pluts versachent." Men zag de komoten als roeden en sabels, soms echter als een geheelen bundel zwaarden en spiezen, waar- tusschen „etlich vil angesichter gantz haricht" uitkeken. In een kometenjaar verschenen waarschuwende en vrome boekjes, waarin, tot versterking der boetpre dikatie vele griezelig© geschiedenis sen werden verhaald. Tot in de 17e eeuw hield men de kometen voor „jiieuwgeschapen sterren"' en de schrijver van een in 1665 verschenen „Nieuwe Prognosticatie over de Ster- re mette Staert ge-sien binnen Mid- delbu-rgh", scheen in de meening. te verkeeren, dat de ster van 1664 ge zonden was, era den Koning van En geland (waarmede wij toen in oorlog waren de onwettigheid zijner aan spraken te doen inzien „opdat de Ge reformeerde Religie bewaard zou blijven." Zekere Schulenis zegt in een „Trac- taat ofte PliiiosophLsche ondersoeo- kingen van. de Cometen" (1664) Clau- dianus na, „datter noyt op de aerde een Comeet sender straffe gesien is die door een al heel zwartgallig au teur als „Het nieuwe droevige Nacht licht, ontstoken door Godts toren" werd aangeduid. Weer een derde be schrijft Ln een „Conmeet-Boecken" van dat jaar „alle de girouwelycke ende schrickedycke cometen, die haer aen den Hemel vertoont hebben," waarin wij o.a. opgeteekend vinden, dal do komeet van 65 n. C., die na den brand van Rome (Neiro) aan de lucht stond, (de komeet van Halley) 6 maanden „brande.". Opvallend is het, dat in 1619 gezon de begrippen werden verkondigd door den schrijver van een „Aaen- merekingo op tegenwoordige Steert- sterro", welk gescluriftjo hij beetemt tot „Nieuwe-Jaerglfte allo rechtzin nige Verstanden toe-geeygent". De titelprent van dit pamflet vertoont een komeet roet zen staart van wel vijftig graden. Blijkbaar gelooft de auteur het boekje wordt aan Cats toegeschreven niet veel van de ver halen over noodlottige invloeden van kometen; hij constateert, dat sommi ge zijner tijdgenooten aan staartster ren volstrekt geen bijzondere betee ken is toeschrijven. In het in 1692 verschenen Onder zoek van de Betekeninge der Kome ten staat zeer positief: „Noit heeft men ook eenige besundere gevolgen uit de besondere geiegenlheid van ee nige staertsterre konnen voorseggen- Maar dan zijn we ook al ln deo tijd van Baithasar Bek k er. JONGE VRIJZINNIGEN PROPA- GANDACLUB. Maandagavond sprak de heer W. O. A. Koster uit Den Haag, oud-voor zitter van den Bond van Vrijzinnige Propaganda-vereenigingen voor leden van bovenvermelde club, een der bovenzaaltjes van de Socië teit Vereeniging. Met een kort woord van welkom opende de voorzitter, de heer A. Jon ker Azn., de vergadering, die slechts door weinig leden bezocht was, gaf daarop het woord aan den Koster, die spreken zou over landsiiefde en politiek. Aan 't begin van zijn betoog merkte spreker op, dat velen deze beide begrippen steeds als geheel los van elkaar staand be schouwden. Integendeel, meende de heer Koster, dat er een innig en ook noodzakelijk verband tusschen beide bestond. Aan de eene zijde kon een goede levenskrachtige politiek het niet stellen zonder een warm natio- naliteits-gevoel, aan den onderen kant was het vrijwel onmogelijk een innige liefde voor den Nodcrland- schen bodem te koesteren, zonder zich met de politiek bezig te houden. Slechts dan kon een land groeien in welvaart, in innerlijke kracht, als de begrippen vaderlandsliefde en poli tiek onder al zijn burgers verspreid waren, en tevens op gezonden grond slag rustten. Spreker laakte vervol gens 't drijven van die chauvinisten, die nooit verder zien dan hun eigen enge landsgrenzen die slechte goed en mooi vinden wat in eigen staat ge produceerd is, en die steeds afkeu ren al wat uit den vreemde, al is het ook iels goeds, tot ons komt. Ook kon spreker niet goed vinden het drij ven van de hartstochtelijke partijpo litiekere, die den staat nog liever aan vreemde overheersching overge leverd zouden zien, dan zich met hen, die een andere richting toegedaan waren, te verstaan. Vervolgens toon de de heer Koster aan, in hoeverre z. i. de school neutraal kan en mag zijn, en veroordeelde het drijven van ben, die b.v. alle Oranjefeesten zou den willen bannen. Hierdoor wordt het kind geleerd 't zingen van Oran je-liederen en 't dragen van die kleur, als iets slechts te beschouwen, en op die wijze wordt juist het partij dig zijn in de hand gewerkt» Daarna kwam het legervraagstuk ter sprake. Spreker bestreed een theorie van hen die het „geen man en geen cent" tot hunne leuze gemaakt hebben. Een al- gemeene dienstplicht achtte spreker zeer noodzakelijk voor een krachtig geoefend Nederlandsch leger. Ook zou, Volgens den heer Koster, een langer oefeningstijd in de duinen en op de hei nuttig zijn. De kazerne moest niet zulk een voorname plaats meer in den dienst innemen. Ten slotte wekte spreker allen op te ijveren voor algemeen kiesrecht, ook voor de vrouw. De lijden zijn voorbij, zei spreker, dat de vrouw als onmondig beschouwd wordt, zij kan ons staatkundig leven van groot nut zijn. Na eenige huishoudelijke bespre kingen werd do vergadering door den heer Jonker gesloten. S. D. A". P. In de Maandagavond gehouden vergadering van' do afd. Haarlem S. D. A. P. worden de aftredende be stuursleden de heeren Joosten, Oben- hulzen en Peper herkozen. Medegedeeld werd, dat met 'April waarschijnlijk bet Weekblad zal wor den uitgegeven onder Redactie va* het Bestuur. WETEN EN WERKEN. Gisteravond sprak de heer E. Hei mans in het gebouw aan de Oud» Gracht voor een zaal, die niet zoo vol was als anders, over het leven der bijen. Allereerst deed spreker uitko men van hoe groot nut die diertjes zijn voor hen, die boomgaarden bezit ten. n.m. door de bestuiving, waar door de vruchten tot stand komen. Nadat spreker deze totstand boming met behulp van teekeningen op een zwart bord voor ieder had duidelijk gemaakt, ging hij uitvoerig het doen en laten van het bijenvolkje na, waar bij hij zich bediende van een paar groote platen, deelde tal van eigen aardige bijzonderheden mede, waar door de aanwezigen een begrip kre gen van de schoone wijze, waarop al les in de natuur is ingericht. Meer en meer bleek, dat de heer Hesmans hot verstaat ziin onderwerp in een aan-, trekkelijkkleed te hollen, waardoor zijn gemoedelijke en zeer duidelijke voordracht de algemcene belangstel ling verkreeg. Met het bewustzijn, iets geleerd en iets bijzonders gehoord te hebben, ging het publiek hoen, ca zijn ingenomenheid te kennen te heb- ben gegeven. TUBERCULOSEBESTRIJDING. De afd. Haarlem van den A lg-v:ico nen Nederlandschen Bond van Meu belmakers, behangers en aanverwan te vakgenooten, heeft een bedrag van tien gulden ter hand gesteld aan het comité van bijstand, tot steun in dc-a strijd tegen de tuberculose. JOHN GLAYDE. Donderdag komt Royanrd's „Toé- neel" hier met het tooneelspel van Alfred Sutre „John Glayde', waarin Henri de Vries optreedt als gast. VEREENIGING „DE HAARLEM- SCHE PERS." Lu een der-zalen van het Bronge- bouw hield de vereeniging „De Haar- lemsche Pers" gisterenavond hare jaarvergadering, die gepresideerd werd door den heer J. C. Peereboom. De secretaris en de penningmees ter brachten hunne jaarverslagen uit. Hieruit bleek, dat do vereeniging op verschillende wijzen de belangen der pers en der loden had gediend en weer veel had bijgedragen tot be vordering der cameraderie. De finan cieels toestand der vereeniging mag bevredigend genoemd worden. Een tweetal nieuwe leden traden toe. De altredende secretaris, de heer P. J. M. van Tetering, werd met al gemeens stemmen herkozen. Nadat do agendapunten waren afgehandeld, bleven de leden nog geruimen tijd in gezellig samenzijn bijeen. Diploma zieken verpleegster. Na gunstig afgelegd examen is aan de dames T. Glijnis en L. H. van Raalte het diploma en insigne als zie kenverpleegster uitgereikt. Beiden waren ruim 3 jaren ais leerling-ver pleegster Jn het St. Elisabeths Gast huis werkzaam. Begin van Brand. Gistermiddag omstreeks zes uur ontstond in de afwezigheid der bewo ners brand ten huize van den opper man B. te rSmitten, in de beneden voorkamer van het perceel aan de Ba- kenessergracht 31. De brand w >s waarschijnlijk ontstaan doordat do 13-jarige zoon van ter S., die des middags zijn eten warmen komt op een petroleum stel, dit toestel te hoog opgedraaid heeft, waardoor de vlam in enkele oliedruppels, die rond het stel verspreid lagen, geslagen is. De rook, die door de niet al te dichte zol dering en wanden, van het vertrek uit naar boven steeg, en zich zelfs in de gang van het belendende perceel ver toonde, trok de aandacht van de be woonster van het bovenhuis en van de buren. Weldra was men 't er over eens, dat rook en brandlucht hun oor sprong in de benedenvoorkamer von den, die met een hangslot gesloten was. LJJings word nu bij den in de buurt wonenden barbier Immer om de politie getelefoneerd, die binnen korten tijd ter plaatse was. Het slot werd door den smid do Boer gefor ceerd. Toen de agenten de kamer bin nentraden, kwam hun een dichte rookwolk tegemoet en sloegen er groo te vlammen uit het stel. Bij nader in zien bleek evenwel, dat het vuur zich nog niet verspreid had, en met enkele emmers water werden de vlammen gebluscht, zonder dat 't noodig was de brandweer te ontbieden. De voorwer pen in de kamer waren zwart-berookt, maar hadden overigens meer van 't water, dan van 't vuur geleden, dat zich tot het stel beperkt had. Er was niets verzekerd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 1