NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
27e Jaargang. No. 8155
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
DINSDAG 25 JANUARI 1»10
HAARLEM'S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PER DRIB MAANDEN»
VOfV Haarlem 1 l l f 159
Voi.' de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der
gemeente)150
Franco per post door Nederland 1.65
Afzonderlijke nummers0.02 U
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem(X37M
omstreken en franco per post 0.45
der Veonootsc&ap Loareos Coster. Direct ear X G. PEEREB00E
AD VERTENTl6Ni
Van 1—5 regels 5C Cts.: Iedere regel meer 10 Cts, Bulten bet ArrondTsscment
Haarlem van 1—5 regels /U- elke regel meer ƒ0. tv Reclames 30 Cent per scgc>
Bij Abonnement aanzienlijk rabat
AdvertentiSn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. Der plaatsing*
50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant
Redactie es Administraties Groote Houtstraat
Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie 724»
DrnkkertJ: Zolder Bnitenspaarce 6. Telefoonnummer 122.
Tot da plaatsing van advertentlëa en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem In dit blad fa altslultend gemachtigd het Algemeen Binnen-
Warmoeastraat 76—78, Amsterdam. Telephoon latere. 6229.
i Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA,
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
AGENDA
WOENSDAG 26 JANUARI.
Brongebonw: Rolschaatsenbaan,
geopend v-ui 811 uur.
OM ONS HEEN
sr.. 1078.
De Slaven van den witten dood.
Deze titel heeft een buitenlandsch
kleurtje. Ik stel er dan ook prijs op,
Ie zeggen. dat hij uit het Engelsch ver
taald en beelwat anders is, dan de le
zer oppervlakkig zou denken.
In verschillende landen heeft men
moeilijkheden met de bestraffing van
misdadigers. De menschen, die geroe
pen zijn om ever strafstelsels te oor-
deelen. z"n al lang tot de conclusie
gekomen, dut het opsluiten in een
zaamheid -Vel oplevert, wat ervan
verwach'. werd. Wei is de misdadiger
daardoor uit do samenleving verwij
derd en kan hij haar dus geen kwaad
meer doen maar het tweede, het hoc-
gere doel wordt niet bereiktdat de
boosdoener in de stilte van de cel tot
nadenken, inkeer en berouw komen
zal. De ciifers der recidive toonan
aan, dat de eenzame opsluiting di
toe machteloos is gebleken te zijn. Ze
ker ook hierom, dat de roerselen der
misdaad veel ingewikkelder zijn, dan
gewoonlijk wordt verondersteld. Het
is toch niet enkel de neiging van den
misdadiger, die hem aanzet tot de lui
heid en bandeloosheid, welke tot mis
drijf voeren, maar tevens de afkeer,
dien hij na zijn straftijd in de maat-
schappij ondervindt en de groote
moeilijkheid om er zijn brood weer op
fatsoenlijke manier te verdienen. Wij
denken daar zoo niet over na, maar
het is toch daarom niet minder zeker,
dat er door gewezen gevangenen me
nige harde strijd gestreden wordt te
gen eigen verkeerde neigingen en
noodlottige inblazingen van vroegere
kameraden in de boosheid. Bij dezen
kamp behoeft de strijder op hulp van
de samenleving niet to rekenen die
drijft hem integendeel door afkeer en
wantrouwen onbewust altijd weer
naar den verkeerden kant.
Het is zeker heel moeilijk, precies
Ieders aandeel in dit proces te bepa
len. Wie zal uitmaken, in hoever de
celstraf te kort schiet en in hoever
de maatschappij haar plicht niet
doet? Zoo ontzaglijk moeilijk is het
vraagstuk dat een leek niet dan met
de grootste voorzichtigheid daarover
een meening behoort nit te spreken.
Vooral omdat wanneer men de cel-
etraf niet wil, de vraag wat dan?
noodwendig overblijft. En nu is het
eigenaardig, dat er een neiging
schijnt te bestaan tot terugkeer naar
vroegere vormen van bestraffing.
Lijfstraf wordt weer verlangd en op
zending naar een strafkolonie, ge
paard met dwangarbeid Maar- al de
ze dingen zijn vroeger in toepassing
gebracht en wanneer ze naderhand
zijn afgeschaft, dan zal dit toch wel
geweest zijn, omdat zo niet voldeden.
Bij da beoordeeling van de zaak die
nen w'j leeken goed in het oog te hou
den ,dat straf een dubbel doel moet
beo02m bescherming van do maat
schappij tegen herhaling en verbete
ring van den misdadiger. In onze zelf
zucht verliezen we dat laatste al te
vaak u.t het oog.
Immers elke strafkolonie en iedere
dwangarbeid brengt mee de dagelijk-
scho omgang van misdadigers met
elkander, die door de ervaring ge
bleken is een ware school der misdaad
te worden, wanrin het karakter van
'den leerling zeker niet tot betere din
gen wordt opgevoed. Onlangs heb ik
een beschrijving gegeven van de Fran-
sche strafkolonie Guyana, de uit
drukking boven dit artikeltje S 1 a-
Ven van den witten dood
doelt op de hoosdoeners in Roemenië,
die tot dwangarbeid in de zoutmijnen
®an den Staat worden veroordeeld.
De Engelschman Rook Carne-
gio, die dnarvor In een van de En-
gelsche maandschriften mededeelin-
gen doet, zegt o. a. dat hij bij het be
zoeken van de mijn te Targn Ok-
n a onder de veroordeelden, die er
werkten, niemand heeft aangetroffen
met een aantrekkelijk voorkomen.
Het is, zoo schrijft hij letterlijk, „een
waro portretgalerij van duivels, op
wier gezichten duidelijk bandeloos
heid en ruwheid geschreven staan.
Wie deze schelmen met hun kwaad
aardig gelaat aanziet, kan begrijpen,
waarom bijna ieder geval van roove-
rij en inbrekerij ln Roemenië
paard gaat met daden van onbe
schrijfelijke foltering, uit zuivere bal
dadigheid gepleegd op weerlooze oude
mannen, vrouwen en kinderen. Het is
een treurige gedachte, dat onder de
lagere standen bij dit volk, waar
ik de overige eigenschappen bewon
der, een sterke neiging tot wreedheid
bestaat."
En hij licht dat nader toe een van
de misdadigers, dien hij in de zout
mijn aan 't werk zag, Is een drievou
dige moordenaar, de tweede een be
ruchte bandiet wiens daden van
wreedheid en foltering men niet kan
neerschrijven, een derde sneed op
straat een Turk als 't ware open (de
schrijver heeft het zelf gezien) om
een geschil over de waarde van een
gulden.
Maar er zijn ook andere misdadi
gers een kapitein van administratie,
die bijna 20.000 gulden ontvreemdde
en die verdobbelde In Monte Carlo
een jonge man van goeden huize, die
een meisje, dat hij liefhad, maar hem
door do ouders ontzegd werd, op
straat, toen de familie uit de kerk
kwam, met een dolk doodstak en daar
op koelbloedig .tot haar vader zeide
Pof tem, wat letterlijk beteekent
ziezoo 1
Het is dus een verre van sympa
thiek gezelschap, dat daar onder den
grond het Roemeensche zout ver
gaart., maar de straf is dan ook s
zwaar. Buitengewoon ongezond is
namelijk deze bezigheid. Zestig jaar
geleden kwamen de veroordeelden,
die eenmaal in de mijn waren afge
daald, er nimmer meer uit, vóórdat
zij hun tijd hadden uitgediend ot
overleden waren. De meesten hielden
dat ondergrondsche verblijf met als
bijzondere gunst eenige uren per
maand naar boven gaan om de zon te
zien, voor wie zich door buitenge
woon goed gedrag hadden onderschei
den, niet langer dan vijf of zeven jaar
uit. Tien was het maximum. Nader
hand is dat gewijzigdde dwangar
beiders wonen buiten de mijn in een
gewone gevangenis en. werken onder
den grond van 's morgens zeven tot
's middags vijf uur. De slaapzalen zijn
ruim en luchtig, het eten is er goed,
de gevangenen mogen extra artike
len koopen voor wat zij ln de mijn
verdienen, zelfs het rookeu is met
mate geoorloofd, Zaterdag en Zondag
wordt er niet gewerkt, maar in weer
wil van dat alles kan niemand het
werk langer dan hoogstens vijf en
twintig jaar volhouden. Het gemiddel
de is niet meer dan vijftien of twintig
jaar.
De omgeving oefent een hoogst na-
deeligen invloed op de dwangarbei
ders uit. Een man van veertig jaar
ziet er uit als een van zestig .Toen de
schrijver de mijn bezocht, trof hij in
het kleine hospitaal van de gevange
nis een viertal zieken aan. Op de
vraag wat hun schortte antwoordde
do directeur, dat zij in het geheel'
niet ziek waren, maar aan verval
van ki'achten leden.
„Hoe oud zijn ze dan wel
„VecrtLf tot vijf en veertig jaar."
Het maakt dus blijkbaar, evenals in
Fransch Guyana, voor de veroordeel
den weinig uit of zij voor levenslang
of voor een aantal jaren worden ver
oordeeld. In de practijk komt dat ge
woonlijk op hetzelfde neer.
Geen wonder, dat de neiging tot
ontvluchten wel groot is of be
ter gezegd zou zijn, wanneer de ge
legenheid maar gunstiger was. Feite
lijk Is het evenwel een onmogelijkheid.
Dag en nacht waken schildwachten,
die zonder aarzeling op eiken vluchte
ling schieten.
Nu en dan wordt wel geprobeerd,
om ln de mijn te blijven en van daar
uit een gunstige gelegenheid af te
wachten om weg te Bluipen, maar na
een paar dagen is de man door kou
en honger wel gedwongen, uit zijn
schuilhoek voor den dag te komen.
Dat hij daarna disciplinair gestraft
wordt, spreekt van zelf.
En indirect brengt de poging nog
een veel grooter straf mee, dan die
legen kjm zijn in water en brood of
het dragen van ijzers. De eenige kans
namelijk, die de veroordeelden heb
ben om vermindering of kwijtschel
ding van straf te verkrijgen, is op den
verjaardag des Konings, wanneer de
ze altijd een aantal dwangarbeiders
op die wijze begenadigt. Wie evenwel
zich ook maar in 't geringste verzet,
heeft, zelfs even heeft geaarzeld in
het uitvoeren van een gegeven bevel,
komt voor gratie in t geheel niet
meer in aanmerking.
Dat is ook de reden, waarom de
directeur en de bewakers geheel on
gewapend tusschen de misdadigers
gaan en staan, die natuurlijk allerlei
werktuigen bij zich hebben, waarmee
zij kwaad kunnen uitrichten. Nie
mand valt hen aan. Wie het deed,
weet te goed, dat hij zijn kans op be
genadiging eens en voor altijd ver
speelt
J. C. P.
Stadsnieuws
De komeet vao Dreke.
De komeet houdt zich, jammer ge
noeg, schuil achter de dikke grij;
woikenvaohten. We moeten op bete
re dagen hopen. En dan dadelijk na
zonsondergang op de Leidschevaart,
in Bosch en Vaart, in 't Kleverpark
of op den Wagenweg den Westelijken
hemel bespieden, waar we de komeet
vinden zullen in den omtrek der Zon.
De komeet van Drake, aldus de me
dewerker van het Hbld., behoort tot
een grillige klasse en kan heel goed
ons met een schitterend vuurwerk
komen verrassen.
Reeds Ovidius maakt er melding
van, dat Ln 1200 v. C. een der „Ze
vensterren" naar het Noorden toog,
omgeven door laDge wapperende ha
ffen; die is de eerste beschrijving om
trent een komeet in de oudheid. Ei
genaardig is het, dat men toen men
bracht het in verband met de ver
woesting van Troje al hierin iets
tragisch zag. Of het komt door het
flauwglorend matte licht, dan wel
zijn ontstaan dankt aan de groote'
zeldzaamheid van zichtbare kometen
ln het algemeen, het feit blijft be
staan, dat door alle tijden heen dit
droevige nachtlicht heeft gegolden
als een voorbode van zware rampen,
als pest, oorlog, aardbevingen, enz.
Zelfs de groote Keppler, die notahene
de eerste astronoom was, welke kans
zag de bewering van Aristoteles om
ver te werpen, dat kometen zich in
den dampkring ophoudende dampen
waren; die ze beschouwde als hemel
lichamen. waarvan de naar zijn n
ning rechtlijnige baan te berekenen
was, geloofde toch nog, dat zij aan
kondigers van rampen waren, gelijk
de toch waarlijk ook niet domme cal
vinistische dominees ze hot volk voor
hielden als een vinger Gods.
Apollonius van Perga, de heraut
van Keppler, knoopte aan kometen de
grilligste geschiedenissen vast,
wijl terzelfder tijd een Strato, in de
meening verkeerende, dat men met
door wolken omgeven sterren te doen
had, de stelling opwierp, dat niets
in den kosmos zooveel invloed op on
ze moeder aarde had. als staartster
ren-categorie. Is het dan wonder, dat
heden geloovlge Wales-bewoners de
meening zijn toegedaan, dat er innig
verband bestaat tusschen de Engel-
sche verkiezingen, het begrip oorlog
en dit schemerschijnsel aan den he
mel. Men zegt zelfs, dat do Bern's al
last van de kometen krijgt.
1910 heeft als kometenjaar goed in
gezet. Wij spraken een zeventigjarig
oud-burgerschool lee raar in de kos-
mographle, vertelt de schrijver In het
Hbld. Hij beschreef ons, hoe vurig
hij reeds in z'n jeugd naar het jaar
1910 verlangd had, het jaar van de
komeet van Hailey. Hij las alle be
richten, hij correspondeerde metster-
rewachten, hij hoopte, hij wachtte.
Nog een paar weken, maanden wel
licht, moest hij geduld hebben. Dan
zou Halley verschijnen, mogelijk
weer zoo als voor pl.m. 800 jaar, toen
de menschen haar als „een maan met
een staart" beschreven, mogelijk ook
slechts klein en nietig. Maar Halley
zou komen, dat wist hij. En thans...
is Drake gearriveerd, plots, geheel
onverwachts, zonder kennisgeving,
ais een dief ln den vooravond. Wat
hij er van dacht? Hij stond verstomd;
dit was alles.
Thans krijgen wij. de quaestie van
het gevaar. Vaak wordt de vraag
daan, wat er gebeuren zal, wanneer
de aarde met den staart in aanra
king komt. Daarop don geantwoord,
dat er niets zal gebeuren. Reeds dui
zenden malen is de aarde door ko
meetstaarten geloopen op haar
zame wandeling, hetgeen zonder het
geringste ongeval plaats heeft ge
vonden; want de staart is zeer licht
en ijl, om het zoo eens uit te druk
ken. Waarschijnlijk zouden wij op
z'n hoogst een meteorenregen kunnen
waarnemen. Indien echter de as
met de kern van de komeet ln aan
raking zou komen doch deze t
kans is gelukkig heel wat kleiner
dan zou bet mogelijk niet zoo goed
afloopen. Gesteld, dat deze kern uit
metaal bestond en een doorsneê had
van honderden K.M. (dit is echter
niet het geval) dan zou de botsing
ontzettend zijn. De aarde zou zich
openen, een gloeiende massa zou al
les dooden, verstikken, tot gas doen
opgaan. Eindelijk zou „het jammer
dal" zich verdeekl hebben in duizen
den brokjes, die dan als een nieuwe
serie „kleine planeten" om de
zouden loopen.
Zooals wij reeds opmerkten Is die
kans gelukkig zeer gering. Want in
vergelijk met de reuzigo uitgestrekt
heid van den koe mos, is de aarde
niet meer dan een splintertje, of, zoo
als Engelmaan het zoo treffend be
schreef: eerder wordt een te voren
bepaalde vogel door een blinde ge
raakt, dan dat de aarde met een ko
meetkern ln aanraking komt.
Uit een verzameling van oude
boekjes over kometen in de Konink
lijke Bibliotheek, heeft Do Nieuwe
Courant verschillende gegevens ge
vonden, uit welke weer en opnieuw
blijkt in hoe groote angst do komst
van een komeet in vroeger dagen de
menschen bracht. Het blad deelt van
het gelezene een en ander mede. Zoo
over de vergiftigde lucht, „den leib
durchdrlngent und inwendige vergif-
tung des pluts versachent."
Men zag de komoten als roeden en
sabels, soms echter als een geheelen
bundel zwaarden en spiezen, waar-
tusschen „etlich vil angesichter
gantz haricht" uitkeken.
In een kometenjaar verschenen
waarschuwende en vrome boekjes,
waarin, tot versterking der boetpre
dikatie vele griezelig© geschiedenis
sen werden verhaald. Tot in de 17e
eeuw hield men de kometen voor
„jiieuwgeschapen sterren"' en de
schrijver van een in 1665 verschenen
„Nieuwe Prognosticatie over de Ster-
re mette Staert ge-sien binnen Mid-
delbu-rgh", scheen in de meening. te
verkeeren, dat de ster van 1664 ge
zonden was, era den Koning van En
geland (waarmede wij toen in oorlog
waren de onwettigheid zijner aan
spraken te doen inzien „opdat de Ge
reformeerde Religie bewaard zou
blijven."
Zekere Schulenis zegt in een „Trac-
taat ofte PliiiosophLsche ondersoeo-
kingen van. de Cometen" (1664) Clau-
dianus na, „datter noyt op de aerde
een Comeet sender straffe gesien is
die door een al heel zwartgallig au
teur als „Het nieuwe droevige Nacht
licht, ontstoken door Godts toren"
werd aangeduid. Weer een derde be
schrijft Ln een „Conmeet-Boecken" van
dat jaar „alle de girouwelycke ende
schrickedycke cometen, die haer aen
den Hemel vertoont hebben," waarin
wij o.a. opgeteekend vinden, dal do
komeet van 65 n. C., die na den brand
van Rome (Neiro) aan de lucht stond,
(de komeet van Halley) 6 maanden
„brande.".
Opvallend is het, dat in 1619 gezon
de begrippen werden verkondigd
door den schrijver van een „Aaen-
merekingo op tegenwoordige Steert-
sterro", welk gescluriftjo hij beetemt
tot „Nieuwe-Jaerglfte allo rechtzin
nige Verstanden toe-geeygent". De
titelprent van dit pamflet vertoont
een komeet roet zen staart van wel
vijftig graden. Blijkbaar gelooft de
auteur het boekje wordt aan Cats
toegeschreven niet veel van de ver
halen over noodlottige invloeden van
kometen; hij constateert, dat sommi
ge zijner tijdgenooten aan staartster
ren volstrekt geen bijzondere betee
ken is toeschrijven.
In het in 1692 verschenen Onder
zoek van de Betekeninge der Kome
ten staat zeer positief: „Noit heeft
men ook eenige besundere gevolgen
uit de besondere geiegenlheid van ee
nige staertsterre konnen voorseggen-
Maar dan zijn we ook al ln deo
tijd van Baithasar Bek k er.
JONGE VRIJZINNIGEN PROPA-
GANDACLUB.
Maandagavond sprak de heer W.
O. A. Koster uit Den Haag, oud-voor
zitter van den Bond van Vrijzinnige
Propaganda-vereenigingen voor
leden van bovenvermelde club,
een der bovenzaaltjes van de Socië
teit Vereeniging.
Met een kort woord van welkom
opende de voorzitter, de heer A. Jon
ker Azn., de vergadering, die slechts
door weinig leden bezocht was,
gaf daarop het woord aan den
Koster, die spreken zou over
landsiiefde en politiek. Aan 't begin
van zijn betoog merkte spreker op,
dat velen deze beide begrippen steeds
als geheel los van elkaar staand be
schouwden. Integendeel, meende de
heer Koster, dat er een innig en ook
noodzakelijk verband tusschen beide
bestond. Aan de eene zijde kon een
goede levenskrachtige politiek het
niet stellen zonder een warm natio-
naliteits-gevoel, aan den onderen
kant was het vrijwel onmogelijk een
innige liefde voor den Nodcrland-
schen bodem te koesteren, zonder
zich met de politiek bezig te houden.
Slechts dan kon een land groeien in
welvaart, in innerlijke kracht, als de
begrippen vaderlandsliefde en poli
tiek onder al zijn burgers verspreid
waren, en tevens op gezonden grond
slag rustten. Spreker laakte vervol
gens 't drijven van die chauvinisten,
die nooit verder zien dan hun eigen
enge landsgrenzen die slechte goed en
mooi vinden wat in eigen staat ge
produceerd is, en die steeds afkeu
ren al wat uit den vreemde, al is het
ook iels goeds, tot ons komt. Ook
kon spreker niet goed vinden het drij
ven van de hartstochtelijke partijpo
litiekere, die den staat nog liever
aan vreemde overheersching overge
leverd zouden zien, dan zich met hen,
die een andere richting toegedaan
waren, te verstaan. Vervolgens toon
de de heer Koster aan, in hoeverre
z. i. de school neutraal kan en mag
zijn, en veroordeelde het drijven van
ben, die b.v. alle Oranjefeesten zou
den willen bannen. Hierdoor wordt
het kind geleerd 't zingen van Oran
je-liederen en 't dragen van die
kleur, als iets slechts te beschouwen,
en op die wijze wordt juist het partij
dig zijn in de hand gewerkt» Daarna
kwam het legervraagstuk ter sprake.
Spreker bestreed een theorie van hen
die het „geen man en geen cent" tot
hunne leuze gemaakt hebben. Een al-
gemeene dienstplicht achtte spreker
zeer noodzakelijk voor een krachtig
geoefend Nederlandsch leger. Ook
zou, Volgens den heer Koster, een
langer oefeningstijd in de duinen en
op de hei nuttig zijn. De kazerne
moest niet zulk een voorname plaats
meer in den dienst innemen.
Ten slotte wekte spreker allen op
te ijveren voor algemeen kiesrecht,
ook voor de vrouw. De lijden zijn
voorbij, zei spreker, dat de vrouw als
onmondig beschouwd wordt, zij kan
ons staatkundig leven van groot nut
zijn.
Na eenige huishoudelijke bespre
kingen werd do vergadering door
den heer Jonker gesloten.
S. D. A". P.
In de Maandagavond gehouden
vergadering van' do afd. Haarlem
S. D. A. P. worden de aftredende be
stuursleden de heeren Joosten, Oben-
hulzen en Peper herkozen.
Medegedeeld werd, dat met 'April
waarschijnlijk bet Weekblad zal wor
den uitgegeven onder Redactie va*
het Bestuur.
WETEN EN WERKEN.
Gisteravond sprak de heer E. Hei
mans in het gebouw aan de Oud»
Gracht voor een zaal, die niet zoo vol
was als anders, over het leven der
bijen. Allereerst deed spreker uitko
men van hoe groot nut die diertjes
zijn voor hen, die boomgaarden bezit
ten. n.m. door de bestuiving, waar
door de vruchten tot stand komen.
Nadat spreker deze totstand boming
met behulp van teekeningen op een
zwart bord voor ieder had duidelijk
gemaakt, ging hij uitvoerig het doen
en laten van het bijenvolkje na, waar
bij hij zich bediende van een paar
groote platen, deelde tal van eigen
aardige bijzonderheden mede, waar
door de aanwezigen een begrip kre
gen van de schoone wijze, waarop al
les in de natuur is ingericht. Meer en
meer bleek, dat de heer Hesmans hot
verstaat ziin onderwerp in een aan-,
trekkelijkkleed te hollen, waardoor
zijn gemoedelijke en zeer duidelijke
voordracht de algemcene belangstel
ling verkreeg. Met het bewustzijn,
iets geleerd en iets bijzonders gehoord
te hebben, ging het publiek hoen, ca
zijn ingenomenheid te kennen te heb-
ben gegeven.
TUBERCULOSEBESTRIJDING.
De afd. Haarlem van den A lg-v:ico
nen Nederlandschen Bond van Meu
belmakers, behangers en aanverwan
te vakgenooten, heeft een bedrag van
tien gulden ter hand gesteld aan het
comité van bijstand, tot steun in dc-a
strijd tegen de tuberculose.
JOHN GLAYDE.
Donderdag komt Royanrd's „Toé-
neel" hier met het tooneelspel van
Alfred Sutre „John Glayde', waarin
Henri de Vries optreedt als gast.
VEREENIGING „DE HAARLEM-
SCHE PERS."
Lu een der-zalen van het Bronge-
bouw hield de vereeniging „De Haar-
lemsche Pers" gisterenavond hare
jaarvergadering, die gepresideerd
werd door den heer J. C. Peereboom.
De secretaris en de penningmees
ter brachten hunne jaarverslagen
uit. Hieruit bleek, dat do vereeniging
op verschillende wijzen de belangen
der pers en der loden had gediend
en weer veel had bijgedragen tot be
vordering der cameraderie. De finan
cieels toestand der vereeniging mag
bevredigend genoemd worden.
Een tweetal nieuwe leden traden
toe.
De altredende secretaris, de heer
P. J. M. van Tetering, werd met al
gemeens stemmen herkozen. Nadat
do agendapunten waren afgehandeld,
bleven de leden nog geruimen tijd in
gezellig samenzijn bijeen.
Diploma zieken verpleegster.
Na gunstig afgelegd examen is aan
de dames T. Glijnis en L. H. van
Raalte het diploma en insigne als zie
kenverpleegster uitgereikt. Beiden
waren ruim 3 jaren ais leerling-ver
pleegster Jn het St. Elisabeths Gast
huis werkzaam.
Begin van Brand.
Gistermiddag omstreeks zes uur
ontstond in de afwezigheid der bewo
ners brand ten huize van den opper
man B. te rSmitten, in de beneden
voorkamer van het perceel aan de Ba-
kenessergracht 31. De brand w >s
waarschijnlijk ontstaan doordat do
13-jarige zoon van ter S., die des
middags zijn eten warmen komt op
een petroleum stel, dit toestel te hoog
opgedraaid heeft, waardoor de vlam
in enkele oliedruppels, die rond het
stel verspreid lagen, geslagen is. De
rook, die door de niet al te dichte zol
dering en wanden, van het vertrek uit
naar boven steeg, en zich zelfs in de
gang van het belendende perceel ver
toonde, trok de aandacht van de be
woonster van het bovenhuis en van
de buren. Weldra was men 't er over
eens, dat rook en brandlucht hun oor
sprong in de benedenvoorkamer von
den, die met een hangslot gesloten
was. LJJings word nu bij den in de
buurt wonenden barbier Immer om
de politie getelefoneerd, die binnen
korten tijd ter plaatse was. Het slot
werd door den smid do Boer gefor
ceerd. Toen de agenten de kamer bin
nentraden, kwam hun een dichte
rookwolk tegemoet en sloegen er groo
te vlammen uit het stel. Bij nader in
zien bleek evenwel, dat het vuur zich
nog niet verspreid had, en met enkele
emmers water werden de vlammen
gebluscht, zonder dat 't noodig was de
brandweer te ontbieden. De voorwer
pen in de kamer waren zwart-berookt,
maar hadden overigens meer van 't
water, dan van 't vuur geleden, dat
zich tot het stel beperkt had. Er was
niets verzekerd.