NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD.
27e Jaargang. No. 8158
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
WOENSDAG 26 JANUARI 1910
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN
PBR DRIB BÏAANDENi
Voor Haarlem1.28
Voor de dorpen In den omtrek waar een Agent gevestigd te (kom der
gemeente),130
Franco per post door Nederland ,1.65
Afzonderlijke nummers0.02i$
Geïllustreerd Zondagsblad, voor Haarlem037U
omstreken en franco per post 0.45
P^.vq der Veagootsd-iap Lonrcns Coaler. Directe ar i. PEERED ÖORL
Tot de plaatsing van advertentien
ADVERTENT IÈ Ni
Van 1—5 regels 50 Cts.: iedere regel meer 10 Cts. Bulten bet ArrondlSKffienf
Haarlem van 1—5 regels /t—elke regel meer ƒ0. iC Reclames 3ü Cent per reeg.
B| Abonnement aanzienlijk rabat
Advertentien van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels. 25 Cts. per plaatsing i
50 Cts. voor 3 plaatsingen k contant
Redactie ea Administratie i Groote Houtstraat
ïatercommnoaal Teleloonnommer der Redactie 600 ee der Administratie 724.
Drnkkerijt Zolder Bnitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
i reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad Js uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en pmh*ni»nrf»yh Advertentie-Burean D. Y. ALTA,
Warmoesslraat 7678, Amsterdam. Telephoon interc. 6229.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
ZES BLADZIJDEN.
EERSTE BLAD.
AGENDA
DONDERDAG 27 JANUARI.
Gr. Kerk: Orgelbespeling, 2—3 uur.
Soc. Vereeniging: Maatschappij tot
bevordering der Toonkunst, Repeti
tie. 7 uur.
Schouwburg, Jansweg: N. V. Het
•Tooneel, John Glayde, 8 uuir.
Brongebouw: Rolschaatsenbaan,
geopend van 8—11 uur.
Sint Bavo: Cursus in de Katholie
ke gelools- en zedenleer. Onderwerp:
Over de geestenwereld.
OM ONS HEEN
No. 1079.
Weerpraatje.
Er is in de laatste jaren een besliste
Verandering waar te nemen in het
gesprek van kappers en barbiers. Zon
der eenigen twijfel is de tijd voorbij,
dat de barbiers (want kappers waren
er toen nog zoo talrijk niet) zich ver
plicht rekenden de begroeting van
hun klanten onmiddellijk te doen vol.
gen door een„Mooi weortje, mijn
heer" of„Slecht weertje mijn
heer", al naar de gesteldheid dat zoo
meebracht. Indien er tegenwoordig
onder de behandeling met mes of
schaar al eesproken wordt (inderdaad,
welk motie! is er, om deze operatie
niet stilzwijgend te laten gebeuren?)
dan gaat dat over andere onderwer
pen, liefst belangrijke gebeurtenissen
in de gemeente.
Ik behoef Justus van Mauriks naam
maar te noemen, om do lezers te her
inneren aan de virtuositeit, waarmee
de ouderwetsche barbier wist te rede
kavelen over het weer. Eu van nog
ouder datum kan o. a. Beets worden
ge.iteerd. In een van zijn kleine schet
sen Op het Water zegt hij o. a.
„Neen, ik kom van mijn denkbeeld
terug, dat er in spijt van Newton en
Herschel eene verandering in ons we
reldstelsel zou hebben plaats gehad.
Mijn harbier had er mij bijna toe over
gehaald. „Die komeet van Halley",
had hij wel tienmaal gezegd, „is niet
pluis geweesten toen nu de win
ters wegbleven en het in Italië kou
der was, dan bij ons, toen de Mei
maanden Novemberweer meebrach
ten toen ik Zaterdags vóór Paschen
(en het was een late Paschen van 't
jaar) over den sLraatwcg narde en op
oudejaarsmorgen laatstleden drie
bloeiende viooltjes plukte toen be
gon ik in den man met de lange,
blauwe jas en de zilveren oorringe
tjes, die altijd iets te scheren en te
praten weet., geloof te stellen en ik
zei met hem „die komeet van Halley
zal het hem gedaan hebben 1"
Aan de stiptheid van Beets heb ik
te danken, dat ik precies kan zeggen,
wanneer hij die veelbeteekenende
woorden schroef: het was den 9den
Januari 1838, derhalve nu meer dan
72 jaar geleden. En in het citaat is
eigenlijk dc persoon van den barbier
van minder gewicht, figuurlijk en ze
ker ook letterlijk, dan de komeet. Is
het, wil ik gevraagd hebben met al de
bescheidenheid van een leek in weer
voorspelling, is het niet merkwaar
dig, dat nu v/ij juist in de laatste
maanden het zoo druk hebben over
diezelfde komeet van Halley, het weèr
zoo ver van zijn gewone paden is af-
gedwaald. Ja zeker, terwijl ik dit
schrijf, dwarrelen groote sneeuwvlok
ken voor de ruiten, maar ongere
kend enkele zwakke pogingen, die
hun doel hebben gemist, is dit toch
eigenlijk de eerste echte winterdag
van het seizoen. En dat op 26 Janua
ri, wanneer we gewoonlijk al een of
anderhalf wintertje achter den rug
plegen te hebben 1
Ik zeg ude overeenkomst is ver
rassend. Wel heb ik niemand gespro
ken, die op den Oudejaarsmorgen
drie bloeiende viooltjes heeft geplukt,
maar aan ons redactiebureau kwa
men zich meermolen personen aan
melden met berichten over verschijn
selen, die bij een geregeldon gang van
zaken in April of nog wel later thuis-
behooren. Verleden week nog moest
bericht worden van de verschijning
van een witten vlinder wat zal den
stakker de wereld zijn tegengevallen I
Het naaste verleden komt dus met
dat van 1838 vrijwel overeen. En de
eerste toekomst Beets narde op
Zaterdag voor Paschen, een min of
meer duistere daad voor wie zich niet
herinneren, dat ons voorgeslacht van
een narreslee sprak. Er lag dus
blijkbaar in die dagen nog dik sneeuw
op straat. En 't was nog wel een late
Paschen. Als ik een oogenblikje voor
weerprofeet mag spelen zou het we
zen, om te betoogen, dat we in het
algemeen in ieder seizoen een onge
veer gelijke hoeveelheid krijgen van
het weer, dat er in behoort te komen.
Let wel: ongeveer. Het kan zeker in
een bopaalden winter meer sneeuwen
ol vriezen of regenen, dan in een vol
genden of voorgaanden, maar een
waarin het volstrekt niet
sneeuwt of vriest of regent, heb ik bij
mijn weten niet meegemaakt. En is
deze herïnneringsstatistieU betrouw
baar,' dan komt de tijd van sneeuw en
ijs nu aan. Ja, dan zou ik zelfs willen
verwachten, dat het jaar 1910 dat van
1838 nog in merkwaardigheid zal
overtreffen. Arde Beets Zaterdags
vóór den laten Paschen, waarom zou
den wij ditmaal op onzen vroegen
Paschen de eieren niet eten op het
ijs?
Die valt immers op 27 Maart, dat is
dus op vandaag over acht en een hal
ve week.
Dat zou een merkwaardigheid we
zen voor de liefhebbers, ik bedoel die
van ijs en eieren allebei. Het is meer
voorgekomen. Mij is het juiste jaartal
ontgaan, maar vaders en grootvaders
zullen het nog wel weten. Wat een
voldoening zou het ook wezen voor
het bestuur van de Haarlemsche ijs-
club, dat door het uittreden van ver
schillende bestuursleden, dit seizoen
vele nieuwe personen bevat, die bla
ken van ijver voor de gladde zaak,
ir tot dusver door de omstandig
heden op nonactief werden gehouden.
Inplaats van op de baan kunnen we
hen ontmoeten op de Baan, op weg
misschien naar het Brongebouw,
,r een surrogaat voor ijs\ermaak
in den vorm van rolschaatsenrijden
gehouden wordt. Ja zelfs, waar op
den eorstkomenden Zondag een wed
strijd zal worden gehouden in dit
zwierig, maar waarlijk oorverdoo-
vend vermaak.
En nu ik dat neerschrijf treft me
de samenloop der dingen opnieuw.
Weel u nog, van vorige jaren, dat als
de Haarlemsche IJsclub zich verstout
te een wedstrijd uit te schrijven, bij
na regelmatig, haast zou ik zeggen
utomatisch de dooi kwam in
vallen Welnu, a. s. Zondag is er rol-
schaatsen-concours en nu 13 vandaag
de winter begonnen. Zoodra er ijs
komt (cn dat volgt vaak op sneeuw) is
de pret van de rolschaatsenrijderij
wiskunstig zeker af.
De tijd zal leeren, wat er van dit al
les aan 'S- Want niets is moeilijker,
dan hot weer te voorspellen en met
name het weer in Nederland. Ik heb
eens een landgenoot, die juisi niet
aan overmaat van bescheidenheid
lijdende was, hooren zeggen„Hoe
is het mogelijk, dat het Nederlandsche
volkskarakter zoo standvastig en be
trouwbaar heeft kunnen blijven in een
zoo grillig en veranderlijk klimaat I"
Wie deze veer op zijn muts wil ste
ken, moet het voor zichzelf maar we
ten.
Intusschen zal men zeggen dat ik
afdwaal, maar dat is in ieder geval
meer schijnbaar, dan werkelijk. Ik
heb het daareven immers over weer
voorspelling gehad en kom daarmee
weer terug tot den barbier In den
aanhef. Het schijnt mij namelijk
gansch niet onwaarschijnlijk, dat de-
de weer-conversatie ddarom veel
minder druk dan vroeger beoefent,
omdat hij zoo'n geduchte concurren
tie heeft gekregen in de weer voor
spelling van de couranten. Toen
het Meteorologisch instituut In de
Bildt aan alle kanten zijn meening
ging verspreiden over het weer, dat
morgen zou komen, moesten beschou
wingen over het weer van vandaag
wei in beteekenis afnemen. De altijd
haastiger wordende mensch leeft meer
bij den volgenden, dan bij den huldi
gen dag. En wie nu nog zegt„mooi
weertje vandaag 1" zou het bij uitstek
moderne antwoord kunnen krijgen
„dat zie ik zelf wel I"
Ja, het weer van morgen, daar heeft
de 20ste eeuw haar belangstelling voor
over
Mitsgaders haar critiek. Zelden of
ooit heb ik de dagelijksche opgaaf van
het weerbericht voor den volgenden
dag hooren prijzen. Menigeen is van
oordeel, dat het dikwijls niet uitkom:
en zelfs zijn er, die beweren, dat ze
op het tegendeel van de voorzegging
met zekerheid durven afgaan.
Zulk betqog is bijna landverraad,
daar het instituut een rijks-instelling
is. Maar nog ergerhet is ook on
juist. De belangstellenden letten al
leen op de keeren. dat het niet uit
komt en gaan de verwezenlijkte voor
spelling zonder dankbaarheid voorbij.
Als de lozers zich de moeite willen ge
ven, daarop dag in, dag uit te letten,
en er aanteekening van te houden,
zullen zij toegeven, dat de Rijks-weer -
profetie meestal in vervulling gaat.
Ik erkenonfeilbaar is ze nog niet
Daarvoor zijn er nog te veel omstan
digheden, die de geleerden niet in
staat zijn te overzien, om van de bar
biers niet te spreken. Moge de meteo
rologie geen giskunde meer wezen,
wiskunde is ze nog niet. Wie positie
ve weorverklaringeu wenscht, moet
doen als de critische geest, die ver
klaarde ..wanneer ik me op de hoog
te wil stellen, ga ik in den tuin en
steek mijn vinger opals hij nat
wordt, dan regent het 1"
J. C. P.
Stadsnieuws
STUIVERS-SPAARBANK.
In de Dinsdagavond onder voorzit
terschap van den heer J. Drost ge
houden vergadering der Stuivers-
Spaarbank werd door den penning
meester, den heer H. M. E. van Bob
ben vers Lag uitgebracht over het jaar
1909. Daaruit bleek, dat ingebracht
waren 7055 posten, tot een bedrag
van 10.i54.66 1/2, en opgevraagd 871
posten tot een bedrag van 10.788.40J
Gemiddeld werd ingelegd 1.76 1/2
per persoon tegen 1.64 1/2 m 1908.
In 1909 werden 300 nieuwe boekjes
afgegeven of 66 meer dan het vorige
jaar.
Het aantal deelnemers bedraagt
thans 118-4 met een kapitaal van
20.103.27 1/2.
Het kapitaal der Bank bedraagt
21.443.47 1/2; het reservefonds
924.40.
Het bleek dat bij voortduring de
spaarbank blijft voldoen. Den pen
ningmeester werd hartelijk dank ge
zegd voor de vele bemoeiingen, die
hij zich ten deze getroost.
In de commissie tot nazien dezer
rekening werden aangewezen de hoe
ren J. E. A. R. van Helden, II. C. F.
Kerkhoff en J. Leyer.
De rente over het le halfjaar 1910
werd bepaald op 2 1/2 pet.
Medegedeeld werd dat de nieuw in
gevoerde spaairbusjes zijn „ingesla
gen". De eerste 25 waren dadelijk in
beslag genomen, in de tweede zitting
was het tweede 25-tal nagenoeg op
gevraagd. zoodat met spoed een der
de bestelling van 25 stuks Is gedaan.
Uitgesteld.
Volgens achterstaande advertentie
worden de generale repetitie en de
opvoering van het Klokje van den
Kluizenaar wegens sterfgeval uitge
steld.
HET TOONEEL
,LA FEMME NUE" DOOR MADE
LEINE DOLLE Y.
„La Femme nue" is een „spel der
wreedheid," waarin het I-evan een
groote rol speelt. Want het Leven
vernietigt soms zelf het schoonste
wat het heeft voortgebracht: het ver
nietigt soms de Liefde, een zijner
edelste kinderen.
Dit laat het stuk van Henry Ba-
taille ons zien.
De titel laat Iets anders en ergers
vermoeden, dan het eigenlijk ls. „La
Femme nue" is een vrij onschuldig
stuk wat den inhoud aangaat.
Het brengt ons onder de artistieke
bohèmes van Montmartre te Parij6.
Een jong schilder, Pierre Bernier
heeft er kennis aan een jong, knap
meisje, aan Loulou, een typetje als
de Mimi Pinson uit Henri de Mur-
ger's Vie de Bohème. Hij ls weinig
bekend, verdient nog weinig, en zij
hebben 't niet breed. Maar op
Salon wordt hij bekroond, verkoopt
hij zijn werk. En dan is zijn toekomst
gemaakt. Roem, bekendheid en geld
stroomen hem toe. En de oorspron
kelijk goede jongen heeft nu ook zijn
Loulou van Montmartre getrouwd.
Maar nu zij het toppunt van geluk,
waarvan zij zoo lang gedroomd heb
ben, bijna bereikt hebben, steekt het
ongeluk den kop op. Want Bernier
trekt de aandacht van een mooie,
rijke vrouw uit de eerste kringen,
die op hem veTlieft en zoover gaat,
dat zij van haar man scheiden zal
om met hem te kunnen hertrouwen.
En nu is de verdere geschiedenis van
het stuk, de strijd tusschen dezo twee
vrouwen, tusschen het lieve, trouw
hartige Louloutje en de groote mooie
vrouw uit de Parijsche beau-monde,
om het be.zit van Bernier, die ein
digt met de overwinning van de laat
ste en met een poging tot zelfmoord
door Loulou, die echter nog gered
wordt, waarna zij medelijdend door
een oud vriend opgenomen wordt.
Zoo heeft het wreede Leven die
liefde van Montmartre vernietigd en
ongeluk gebracht waar eerst blij ge
luk beerschto.
Er is iets van sympathieke liefheid
in dit stuk, dat anders niet veel om
het lijf heeft. Diepgaande of verras
sende psychologie, een scherp in
dringen in het zieleleven der perso
nen geeft het niet. Het blijft erg aan
den buitenkant en de oppervlakte.
En men leert de menschen, hun ka
rakters en beweegredenen slechts ter
loops kennen, zoodat zij vrijwel
vreemdelingen voor ons blijven, en
het slot is zelfs wat mal. Maar er
komen oenige mooie momenten in
voor.
En in die scènes kregen we ook het
beste spel van het Fransche gezel
schap, want de twee actrices, die
voor deze vrouwen spelen, zijn
ee-nige artisten van eenige beteekenis
bij dezen troep. De rest is niet veel.
Ja, de Franschen hebben een aange
boren gemakkelijkheid en beweeglijk
heid van manieren, benevens iets ac-
teerends In hun wijze van optreden,
dat hen tot geboren tooneelspelers
maakt en waardoor zij iets voor heb
ben op de meer stijve Hollanders. En
dat moest men gisterenavond ook
weer erkennen. Maar ieder, die een
theateroog en verstand van tooneel-
spelen heeft, zoodat hij door het ui
terlijk kon heenkijken, zag wel, dat
dit Fransche acteurs en actrices wa
ren van een logeren rang en van
het gehalte zooals men ze aan de
Hollandsche mindere rangsgezel
schappen met hoopjes aantreft,
Madeleine Dolley is achter, of
schoon geen „ster', toch een aardige
actrice. Van dramatische kracht
hebben wo niets in haar bespeurd,
maar het beet was zij in de lyrische
momenten. Zij wist in de rol van
Loulou zoo iets kinderlijks, van een
popvrouwtje en van lief vertrouwe
lijks te leggen, dat ze pakte en sym
pathie verwekte. In hei deirde be
drijf, in de groote scène met Bernier
en do andere vrouw, was zij op haar
best. Maar in bet laatste bedrijf, dat
aan het dito van de „Dame au Came
lia" doet denken, was zij te larmo
yant
Madame Dione als de princesse de
Chahran, een groote vrouw met een
mooi figuur en mooi gekleed, was
wel goed, maar niet beter dun me
nige Hollandsche actrice. Pierre Ber
nier werd door Jacques Volnys
hoogst middelmatig gespeeld, terwijl
Renó Pelot een aardigen aigeleefden
en gedegenereerden prins de Cha
hran liet zien, op 't kantje der
charge.
We hebben ons gisteren afge
vraagd, of Haarlem wel een plaats
voor Fransche gezelschappen is.
Amsterdam, Den Haag en Utrecht
wel. Daar is een groote maatschap
pelijke kring van menschen, die een
vlot gesproken Fransch verstaan en
't op bet tooneel volgen kunnen.
Maar Haarlem? De zaal was slecht
bezet en dan waren ar nog n
schen, die hun kennis van het
Fransch overschat hadden en die,
omdat zij t niet verstonden, zich ln
conversatie-amusementen verdiept»
De stemming was er dan ook niet,
en weinig applaus.
FRANS NETSCHER.
Van 't Kantongerecht
UITSPRAKEN.
Heden werden de navolgende uit
spraken gedaan
W. W., te Wijk aan Zee, en vijf
anderen, overtreding Jachtwet, zeven
dagen hechtenis, en 5 boete of vier
dagen hechtenis.
H. V., te Haarlem, overtreding der
Leerplichtwet, 7 boete of drio dagen
hechtenis.
J. H. D. van H., te Haarlem, over
treding Arbeidswet, drie maal 1.
boete of drie maal een dag hechte
nis.
M. de W., te Haarlem, overtreding
Drankwet, 1 boete of een dag hech
tenis.
P. A. v d. R„ te Haarlem, en J.
H. G-, te Amsterdam, overtreding Re
glement Vervoer, 5 boete of drio da
gen hechtenis, en 2 boete of drie da
gen hechtenis.
S. O., te Oostzaan, in dronkenschap
een voertuig besturen, 15 boete of
vijf dagen hechtenis.
P. T. H., te Haarlem, in dornken-
schap de orde verstoren, 7 boete of
vijf dagen hechtenis.
J. G- V., te Haarlem, straatschen
derij, /6 boete of drie dagen hech-
ten is.
G. B., te Velsen, nachtrumoer, ƒ5
boete of drie dagen hechtenis.
H. J. V., to Haarlem, en 14 anderen
100pon op verboden grond, 5 boete of
drie dagen hechtenis, en 2 boete of
twee dagen hechtenis.
A. C en C. V., te Bloemendaal.
overtreding Bouwverordening Bloe
mendaal, 7 2 boete of een dag hechte
nis, en 3 boete of een dag hech
tenis.
G. C. D., te Haarlem, overtreding
Prostitutie-verordening Haarlem, vijf
dagen hechtenis.
H. L.. te Haarlem» en 8 anderen,
overtreding Politieverordening Haar
lem, 5 boete of vijf dagen hechtenis,
2 boete of een dag hechtenis, twee
maal 1 boete of twee maal een dag
hechtenis, f 1 boete of een dag hech
tenis, en 7 0.50 boete of een dag liech-
tenis.
H. M., te Velsen, overtreding Poli
tieverordening Velsen, 2 boete of
twee dagen hechtenis.
J. de W. er H T. te Beverwijk,
overtreding Politieverordening Bever
wijk, 3 boete of ec-n dag hechtenis,
eb 0.50 boete of een dag hechtenis.
K. W., te Haarlem rnertneer, over
treding Politieverordening Haarlem-
merliede en Spaarnwoude, 5 boete
of vijf dagen hechtenis.
W. C-, te Bakkum, en W. v. d. K.,
te Heemskerk, overtreding Provinci
aal Reglement, 1 en ƒ2 boete of
een en tweo dagen hechtenis, en twee
maal 1 en 2 boete of twee maal een
en twee dagen hechtenis.
M. E. E V., te Haarlem, overtre
ding Motorkenteekenbesluit, 10 boete
of vijf dagen hechtenis.
H. P. van M., te Bloemendaal,
overtreding Motor, en Rijwielwet, 20
boete of zeven dagen hechtenis, en
de civiele vordering toegewezen.
W. L., te Haarlem, en 13 anderen,
overtreding Motor- en Rijwiel-Regle
ment, No. 111 boete of een dag hech
tenis, en 3 boete of drie dagen hech
tenis, de anderen 1 boete of een dag
hechtenis.
Voorts worden er nog 19 personen
veroordeeld wegens openbare dron
kenschap tot drie dagen hechtenis,
10 boete of drie dagen hechtenis, 7
boete of drie dagen hechtenis, 5 hoe-
te of drie dagen hechtenis, en 7 2 boe
te of twee dagen hechtenis.
(Zie verder Stadsnieuws onder laat
ste berichten).
Allegaartjes.
XII. Sneeuwstorm.,
Die naarliugsche komeet ook I Die
staat me daar eiken avond tegen zons
ondergang op den horizon, een fan-
tastisch-mal ding met 'n lichtstraal
vaart uit 'k-weet-niet-welke zonnestel
sels hierheen gerold, 'n Geligs schijf
je met een krommen, rooden staart
kwlek-parmantig de hoogte in gesto
ken. En tegelijkertijd hebben wij
aardlingen een weertje, dat al even
gek is, als dat hemel-ding, daar bo
ven de kimmen. En nu zeggen de ge
leerden wel, dat die komeet niets te
maken heeft met het weer, maar de
melkboeren en andere dergelijke me
teorologen zijn er ook nog. En vraagt
u ze 't maar eens, hoe we aan dat
heerlijke weertje komen, 'k Wed, dat
ze bedenkelijk-hoofdschuddend en met
'n veelzeggend achter-hun-ooren-krab.
gebaar mompelen zullen van 't Ja-
tja, die komeet ook 1
Ik meng me niet in den strijd der
deskundigen, en 'k volsta met 'n beet
je te mopperen 'n heel klein beetje
maar over ons allernieuwste kli-
maatje. We hebben nu drie dagen in
twijfel verkeerd, wat 't worden zou:
sneeuw, vorst of regen. Maar vandaag
weten we 't eindelijk, 't moest dan
maar sneeuwstorm zijn, is in den
raad van de weergoden besloten. En
vannacht zijn ze met alle macht aan
't werk gegaan, om de witte wereld
op de aarde te gaan maken. De groo
te stormblaasbalg is opengezet en d«
honderdmudszakken van den sneeuw,
zolder gehaald. En toen is 't lieve le
ventje begonnen De voorraad fijnste
crualiteit werd uitgestort en tegelijk
blies de blaasbalg z'n orkaanach: 111
wind in de millioenen witjes, dat rte»'
den en landen overpoeierd worden
met sneeuwstuifseL
Vanmorgen was 't werk nog niet
klaar en om 'n uur of half elf raakten
ze het best op dreef. De korrel-sto.'ies
werden met een geweld door het lucht,
ruim gesmeten en in de gezichten van
de huiver-klenrige menschen, die er
wei uit moesten. Maar velen waren
het niet. *n Mal gezicht, als je je plut«
selintr een eenzame wandelaar be
vond te zijn in 'n andors wel drukke
straat. Uitgestorven was er 't Leven
en in je eentje liep je midden in den
rijweg op te tornen tegen dat kwaad
aardig windgewuai. Eu als je even
achter je keek, zag je een lange rij
vreemde voetstappen achter je in a
sneeuw slaan. Ln 't werd kwaad in
je, dat je niet weg kou uit die keten
van laarzen-plekken, of je al plotse
ling uitweek naar links of naai' rechts
en dicht langs den huizenkant heen
sloop, ai maar gingen die sneeuw»
gaten achter je aan, met '11 sarrende
gewijs van zie je, hier heb je nu ge-
loopen, en daar, en daaraan kau je
nu toch niet ontkomen
En dan lachte je weer om je dwaas
heid, om je boos te maken, op die dwa.
ze sporen in de sneeuwvacht cn j«
zocht stil lachend weer je weg over
het witte fluweel, dht zoo mollig-zacht
wegplette onder den zooldruk van ja
laarzen.
De sneeuwen wereld lag toch wel
mooi, vond ie, met al die fijne contou
ren van blank dons op de huizen-
vlakken, op het dakeu-gewirwar en
het lijnen-spel van de gevels iu het
verre perspectief van de straten, waar
de kleine vlokjes met 'n minutieus®
preciesheid alle randjes en kantjes
hadden omboord met smalle bonden
van welig wit bont.
En buiten, buiten werd je even
vastgetooverd door het sneeuwen
mooi. Hoe daar de zwartende boomen
met hun mosgroenige voegsels langs
de stammen opstonden uit de decime
ter-dikke sneeuwveldenTusschen de
kruinen en de stammen hing ver een
schemerende mist van dalende dons
jes, als een brocaden gewaad van
smeltend zilver-grijs, waarop de don
kere arceering van twijgen en takjes
lag als eeu ijl-fijn weefsel van 'raai
kantwerk.
En daaronder weer d:e teere onge
reptheid van de blanke landen, hoog-
op-gestuiveld over de heuvels, een
reine winterbekoring.
Mot dat gevoel van het pas-geziene
intiem mooi in je, nam je welgemoed
den terugweg aan, schoon de wind el
ke streek heeriblies, waaruit je
juist kwam, eu de huid van je ga-
zicht gebruikte als een speldenkussen,
waarin honderden sneeuwen naaldjes
gepriemd werden.
Binnenland
EERSTE KAMER.
BEGROOTING VAN BUITEN-
LANDSCHE ZAKEN.
In het verschenen Afdeel>ngsvcr-
slag der Eerste Kamer omirent de be
grooting van Buitenlandsche Zaken
wordt den Minister hulde gebracht
voor zijn houding in zake het Vene
zuela-incident, maar ook als indruk
medegedeeld, dut wij door Venezuela
worden bezig gehouden zonder dat
door ons een afdoend resultaat v. :rdt
bereikt.
Bij het verslag is gevoegd een nota
van den heer Van Heeckeren van Keil
ten aanzien dor Noordzee-entente,
waarin hij breedvoerig nogmaals uit
eenzet, waarom z. i., in die entente
een stipulatie had moeten zijn opge
nomen, zekerheid gevende, dat dc in-
tregritéit, casu quo neutraliteit, van
ons vaderland in geval van een
Noord-Europeeschen oorlog voortaan
geëerbiedigd zou worden.
Het hoofdbezwaar van den heer Van
Heeckeren tegen de Noordzee-entente
is, dat, gegeven de algemeen gevoel
de behoefte om het onderlinge wan
trouwen weg te nemen, waarop do
Minister van Buitenlandsche Zaken
op 1 Mei 1908 met zooveel nadruk ge
wezen heeft, toch door dezen daarvan
geen gebruik is gemaakt om ook voor