E -lAARLElVrS DAGBLAD. DERDE BLAD. Quinnion de Philosoof. ZATERDAG 29 JAKCAK1 1910 Biritenlandsch Overzicht Do stand dor VERKIEZINGEN IN ENGELAND is thans, dat gekozen zijn 264 unio nisten 262 liberalen, 40 arbeiders en 75 iersche nationalisten De unionisten bobben in 't geheet 125 zetels gewonnen. Er zijn dus nu 641 volksvertegen- woord igers gekozen, zoodat nog -slechts in 29 districten gestemd be- hoeft te worden. Het Lagerhuis is dus haast bij el kaar. 'loch zal het nog een heel eind in Februari worden, eer het Huis ge opend' wordt. Rij het besluit tot ont binding van het vorige Huis, is het nieuwe parlement wel tegen 15 Fe bruan bijoen geroepen, maar op dien dag kan er van do nog niets komen. Eerst moeten ver schillende voorbereidingen gemaakt worden. Zoo moeten in den ochtend van den 15den, der gewoonte ge trouw, eerst do kelders van 't paleis van Westminster nauwkeurig door zocht worden, om zeker to zijn, dat.... revolutionnairen of andere boosdoe ners daar geen ontplofbare stoffen, hommen, granaten gelegd hebben, om de geheele boel in de lucht te laten vliegen. Sedert den aanslag op Guy Fawkes gaat deze inspectie aan elk onderzoek vooraf. Het is tegenwoor dig niet meer dau een handhaving van een traditie, want de nuchter- denkende Engelschen hebben niet zul ke kwade plannen. Intusschen, rrièn kan aan deze voorzichtigheid zien, dat de Engelschman en de Rus bond- genooten zijn Dan moeten de heeren den eed af leggen, een speaker kiezen, enz. De officieel® opening van het parlement ts dan ook eerst legen 21 Februari aangekondigd. Al zijn de Engelschen niet voor gev.eldmifldolen, in liet nieuwe La gerhuis zal het wel meer dan eens stormen. Door de nieuwe verhouding der partijen zal het meermalen op «nkele stemmen aankomen, en boven dien is de behandeling van verschil lende gewichtige zaken te verwach ten de Hoogerhuts-quaestle. Home Rule voor Ierland, scheiding van kerk en staat in Wales, enz. En de VLOOT-QUAESTIES niet te vergeten I Mag men Lord Charles Beresford, welbekend in deze verkiezingsdagen, gelooven, dan ha pert er iets aaP de vloot. In een ver kiezingsrede te Dartford heeft hij ge zegd „De „Invinciblewerd verleden Maart- in dienst gesteld cu heeft se dert haar ktuiopneu-van twaalf inf.h nog niet kuanen afvuren. De Admi raliteit weet even goed als ieder zee officier, dal, ais er oorlog kwam, de „Invincible" onmiddellijk op een werf zou worden opgeborgen, onidat zij haar kanonnen niet kan afvuren". Een ernstige beschuldiging 1 De. „Invincible" is eon grooto, uieü- wo kruiser, van 't dreadnought-type, die als standaardschip voor een klas se van groote kruisers is aangeno men. De Rritsche marine heeft thans vier van deze kruisers; zij meten 70.750 tons, do turbines zijn van 168.000 I. P. K., de bewapening be staat uit 32 kanonnen van meer dan tien centimeter, en elk schip heeft twaalf torpedo-iaiiceerbulzen. Toen de plannen voor de „Iuvincible" werden gemaakt, werd besloten de hydrauli sche beweegkracht van de torens en liet geschut te vervangen door elec- trische kracht. Met deze elecirische beweegkracht zouden ook de kruisers worden uitgerust, die nog in deze klasse zouden worden bijgebouwd. Wanneer de Lord waarheid gespro ken heeft, is lief een zeer ernstige zaak, want dau deugen do schepen, naar de „Invincible" gemaakt, ook niet. Do „Daily Chronicle" heeft verno men, dat de „Invincible" eerst niet deugde, maar nu is verbeterd liet eigenaardige is evenwel, dut het schip nog steeds geen schietproeven heeft gehouden. Ongetwijfeld zullen DE ENGELSCHE MINISTERS NOG MET ANDERE MOEILIJKHEDEN TE KAMPEN HEBBEN. Gemeld wordt, dat de arbeiders partij de liberalen wel wil steunen, maar. en dan worden eenige voor waarden gesteld, o. a. dat een arbei der (Ramsuy Macdonald wordt ge noemd als de uitverkorene) in hel mi nisterie zal worden opgenomen, dat de beslissing van het Hoogerhuis ter zake van de aanwending der contri buties van de trade unions (de vak- vereenigingen) to niet zal worden ge daan, en dat een wet wordt aangeno men, waarin bepaald is, dat de re geering bij gebrek aan arbeid, daarin moet voorzien. De andere voorwaarden zijn nog niet bekend. Arme Asquith, arme eerste-mlnis- ler De arbeiders stellen voorwaarden, de Leren doen 't zelfde De Engelsohe minister-president Asquith is naar de Rivierra vertrok ken en minister Lloyd George zal hem binnenkort volgen. Daar zullen de heerèn nog eens kalm nadenken, wat ze moeten doen blijven aanhouden en richten gedurig nieuwe en grootere verwoestingen aan. De Seine blijft maar aldoor was sen. Meer dan 500 H.A. van Parijs zijn ondergeloopen. Ied6r oogenblïk kunnen hi.izen, wier grondvesteu zijn ondermijnd, instorten bruggen wor- den afgesloten straten of avenue's, waarin diepe gaten vallen, door het overstroomen der riolen, die het wa ter niet meer in de rivier kunnen loo- zen, worden voor het verkeer afge sloten, de muren langs de rivier scheuren, enz. Bijna geen trein rijdt meer, alleen aan het O asters tation, meest voor hel vervoer van do vluchtelingen uit de omstreken. De omtrek van het station St. La- zare vormt thans het gevaarlijkste punt van Parijs. De plaats van het Palais Bourbon is een meer. De afgevaardigden moe ten binnenkomen met behulp van munitie-wagens der artillerie. Ma trozen in schuitjes doen dienst in het paleis. De politie doet dienst in schuitjes. De telegraaf en telefoon is bijna geheel verstoord, ook de aansluitin gen met het buitenland zijn defect Door liet wassen der Seine zijn gis teren weer verschillende straten on dergeloopen. Het station Tuilerien van den Métropolitain is geheel on- dergeloopen het hospitaal Boucicaut wordt ontruimd, enz. De straat is ingezakt aan de Ave nue des Champs Elysées. Een vrouw, die voorbij kwam, viel in de kloof en verdween. Een bereden politie-agent, die ook in den afgrond viel, kon uog gered worden, zijn paard echter niet Bij de pogingen tot redding zijn weer eenige soldaten omgekomen. In de omstreken van Parijs en ook in geheel andere deelen van Frank rijk is de toestand nog ellendiger. Eenige cijfers Van de 18000 'inwo ners van Aifortville zijn er 16000 zon der dak. Vele fabrieken zijn stop ge zet, zoodat 100.000 arbeiders zonder werk zijn. En steèds wordt de ellendo nóg grooier I De directeur van het „Alg. Han delsblad" is naar Parijs getrokken, om eenige Van-dag-tot-dag-stukken over den watersnood te schrijven. Aan een zijner schetsen ontleenen we „Over de rivier kwam telkens een platboomde schuit met politie voorbij, om orde te handhaven en plundering te voorkomen. Maar ik zag niets, dat op wanorde, paniek of plundertocht geleek. Ik bleef de Parijsche bevolking even bewonderenswaardig vinden, als ze dit in 1870 bij de belegering was Dit onheil trouwens is een nieuwe belegering. Huizon storten in of wor den onbewoonbaar, voedsel wordt duur, toevoer van zuiver drinkwater, groenten en melk wordt bezwaarlijk Ik vroeg mij telkens afzouden onze Amsterdammers bij een dergelijk onheil even kalm, ordelievend en hulpvaardig zqii Ik geloof liet. en hoop het, omdat bij zulk een ramp het beste in elk karakter zich toont e.n bij ons zijn de grondvesten nog goed. Maar de blijmoedigheid, de harte lijkheid, waarmede ieder eigen leed droeg of anderen hielp, die ik hier zag, zijn bewonderenswaardig. Voor waar, een nieuw Parijs voor hen, die noch Parijs, noch Frankrijk ken nen Ook Dit alles is diep treurig. Maar wat moe-t de nobele houding der Parijsche bevolking Franschen vaderlanders het hart omhoog heffen. Ook IN ANDERE LANDEN wordt nog veel schade en ongemak door den sionn en het hooge water veroorzaakt, zoo in België en Zwit serland. Bij Frankrijk vergeleken is dit evenwel vrij onbeteekenend. SCHIPBREUKEN Uit Vlgo wordt geseind Een schippersvaartuig is vergaan op de Cantabrische kust, waarbij 10 mensciten om het leven kwamen. Uit Lorient Door den hovigen storm is de ..Dun dee" vergaan. Zeven opvarenden zijn verdronken. PARIJSCHE BRIEVEN. CXVIIL Of de watersnood hier groot Is? Sedert een week stijgt het water Ln do Seine gestadig, voortdurend. En het laat zich aanzieh, dat de stijging nog minstens eenige dagen zal aan houden. Heden .Dinsdag 25 Januari, staat het. er bij den Pont Royal op 7.59 meier, terwijl het in normale om- gfandigheden geen grootere hoogte burciki dan 2.48 meter. Een reusach tig verschil1 Nog eenigo cijfers. Vergelijkende j cijfers omtrent .bandjirs" der Seine. Pont d'Austerlitz Dac. 1872: 8.10 M., Maart 1S766.69 M Jan. 1879 M., Dec. 1882 6.12 M.. Jan. 1883: 6.24 M Jan. 1910: 6.74 M. Pont de la ToumeUeDec. 1872 5.85 M., Maart 1876: 6 50 M.. Jnn 1879 5.2Q-M., Déc. 1882 5.84 M., Jan. 1833 6.— M-, Jan 1910 6 57 M. Pont Roval Dec 1S72 6 85 M., Maart 1876: 7.30 M.. Jan. 1879: 6.21 M Dec. 1882 - 6.84 M., .Tan. 1883 7;— M Jan. 1910 7.59 "M. Men ziet hetde diljarige bandjir slaat riog het record. Iloe zal ik u beschrijven, machtige stortvloed van 't gebergte!Ach neen, dat heeft Multatuli al gezegd. Waaróp hij de beschrijving liet vol gen Dies ontzinkt rne de moed, in bij zonderheden te beschrijven, dat tien arrondissementen van Parijs hun ..soussol" ik ge"leof dat men het in Holland sousterrain" noemt on dergedompeld zien, dat alle gemeente werken in disorder zijn en te Choisy- lc-Roi 5000 personen dakloos Mijn kelder, ah mijn kelder bij elke verdieping in mijn woning b:- hoort een afzonderlijke kelder is ook geheel onder water. De ficsschen Bourgogne en Champagne, die er niet zijn (net als „de piano, die er niet was" in Gorter's „Mei"), zijn nu hee- Ieinaal verdronken. Een paar dagen vóór de onderstrooming raakte mijn kolen voor raad uitgeput. Met den wa tersnood coln.cldeerde rnijn geldnood, zoodat ik op het oogenblik geen nieu wen „stock" kon inslaan. En ziehier, hoe alles zich ten goede heeft ge keerd. Hadde ik toen do noodige Louis d'or gehad, lk had een nieuwe lading opgedaan. Hadde ik een nieu we lading opgedaan, ik had nu gelde lijk verlies geleden. Ik heb dus slechts eon paar dagen'een i<-nou gelo den, ©en heel klem beetje, want se dert weken staat de barometer te Pa rijs op „mooi weer", inet sléchts af én toe kleine zwenkingen in de ande re richting. Het persoonlijke verheffend tctt het algenieene. geloof ik, dat niet weini gen, die er door den watersnood ach terop zijn gelteiUép, er ten slotte wèl bij zullen varop, Want de liefdadig- hcidszln, zoo spontaan in Frankrijk, is ai duchtig aan het werk. Valt er nood to lenigen, dau Btaat de beurs van den Franaopmah gauw open. Ik houd van dergelijke „lichtzinnigheid" 1 en stel die zeits boven onze Bataaf- sche koelzinnigheid c'est plus fort que moi. Menschen kunnen zich nog eeuigs- zms redden. Doch de arme dieren I Uok do J aid in des Plantes staat voor een groot gedeelte onder water. Na tuurlijk moest de berenkuil er het eerst aan gelooven. Die kuil is nu om geschapen in oen vijver waar de be ren gebleven zijn, weet ik niet. Toen ik hedenochtend den Jardin des riantes bezocht, met liet doel, een gier naar het leven te beschrijven, was er bijna geen inenschelijko ster veling te bekennen. Wel. wie wil er ook zoo zonder dool, voor niets, tot over de enkels in hot water baggeren'? Ik zag hoofdzakelijk een groep van 20 A 25 druk gosticuleerende mensclien, van beiderlei kunne. Het viel me op, dat de gezichten der hoeren even glad waren als die der dames. Wat moet dat troepje hier loch doen Tvroeg ik mezelf niet zonder ver wondering af. Na eenige oogenbhkken van attenlief regardeeren en minu tieus obsei voeren, zooals slechts ge wetensvolle journalisten dat vermo gen te doeD, kwam ik tot do ontdek king, dat hel lawaaierige troepje be stond uit tooneelspelers en -speelsters van d* Porte Saint-Martin, welke ar tiesten diverse rollen in Rostand's „Chanteclor' zullen hebben le vervul len. Blijkbaar kwamen zij hier de be trokken beesten naar de natuur be- studeeren. Ik voel iets als bewonde ring voor zooveel nauwgezetheid. Ahl „Chanteclor Al dat geblèr! Men weet in Holland natuurlijk al eenigórrnato, welke grenzenlooze re clame er voor dat tooneelstuk wordt gemaakt, dat reeds sedert 7, zegge ze ven jaar op zich tent wachten en dat, vólgens een verklaring, onlangs. kippetje gaal? Buffon heeft het ons geleerd. Nu dan, Chantecler, meester op de sporen en den snavel, bakkeleit ten slotte met zijn jonger evenlxsest. Evenals Cyrano de Bergerac vindt Chantecler onder het schermutselen allen tijd om, pralend gelijl; een Gas- conJer, verzen te. zeggen. Ziehier het dichterlijk fragment, moeizaam door mij in het Hollandsch vertaald. Chantecler. Ik schud met veel gratie mijn kammc, van 'Edmond Rostand zelf. vier jaar ik maak langzaam aan mij getrecd. lang in een schrijftafellade heeft „ge- ik ben, weet dat wel ,o, gij lamme, slapen". Men weet, dat „L'IUustra-j ik ben qua kemphaan gansch com- tion'Mj et recht vun uitgifte van Chain- ploot, tecler" bij'opbod heeft gekocht voorj Behendig on van zessen klaar, eventjes l.OOO.OOl) francs de heele Vlug, licht als een aeroplaan ia, journalistiek In Holland to zamen Waarschuw ik u, o, Peuteraar, verdient niet zooveel por jaar dat Dat aan het eind 't met u gedaan is! het itnüaansclio dagblad „11 Seco-i (Eerste gerinkel der sporen), lo" dë> Ode aan den Nacht bij voor-Toon nu maar vrij je kunsten, baat lioeft gereproduceerd; dat een, stramme, paar Parijsche bladen die reproduc-' Waar zal 'k Jo treffen, lieve joch?... tie uit. liét. Transtilpijnsche orgaan Zal 't in je pens zijn, de zoo klamme, hebben overgenomen; dat dp heeren fn 't hart, of elders? 'k tiref jo toch. Henri Hertz on Jean Coquelin, di-j Mijn sporen klett'ren, krik-krek-kroki recteurcn van do Porte Saint-Mar- Mijn vlerken heffen zich 't maair tin, vervolgingen hebben Ingesteld] waan isl tegen'.bedoeld© kranten, benevens te-I Docli stellig is het, o, gij graanschrok, gén acteurs en andoren, die heeten' Rat aan het eind 't met u gedaan is I die Maden hoegvevradertijk le Imb. m'SSSï bei, Ingelicht, beneveaa legen Hld-IS!1 Jïï, 1? «ra™» schriften,' die fictieve grappige, onthul lingén moeten hc-blxm gedaan en- zóoVoort. enzoovoort, ad infinitum. Iedereen vermoedt, en rnet veel grond, dat bovenvermeld reclarne-ge- doe'uitgaat van don uiterst mercan tiel éh commercieel nangclegden Ed mond. Rostand, schitterend bijge staan dcrcv d? I wolverige handlan gers Henri Hertz en Jean Coquciio. Intusschen laat «ie première van „Chantecler"1 nog altijd op zich wach ten Zo zpu vanavond gaan ze is, onder allerlei voorwendsels, voor den zooveelslen keer uitgesteld voor onbe paald en tijd. De reclame schijnt nog niet gehéél uitgewerkt te liebbcn. Rostand kon anders wel tevreden zijn. Persoonlijk ken ik oen postze gel handelaar, die reeds voor 10.000 francs plaatsen heeft opgekocht, met de bedoeling er voor minstens het- rk vind geen rijm 't kan m' ook niks bamme. Piets 1 Ik pareer uw aanval»- koek. Dacht gij m' er meê te raken, kind? Nu is t mijn beurt... pas op 'k val aan wis Thans staat het vast, mijn jonge vrind, Dat aan Iret eind 't met u gedaan is (Hij kondigt piechlstatigiijk aan). Mijn joch, maak nu maar veel mis baar 1 lk klapwiek, kraai Koekzesmeerka- nis 1 Ik snel, ik spring, ik vlieg (Uitvallend). Heb 'k jou daar 1 (Reikt zijn kam en zijn zporen aan den souffleur). Aan 't eind des strijds 't gedoe ge daan is (Scherm gaat herhaalde malen op en neèr). Dat t i manhaftige, krijgshaftt- üc umwriwj ci »ovi j ge, oorlogszuchtige scène, zelfde bedrag aan winst uit te slaan. Er zijn echter ook ander© tooneel- En een ondernemende man te New-'tjos. Meer huiselijke, schoon soms York heeft een reek, ven uitstapjes ra allen deelt vreedzame. K.i- r, - roktenstiek is bijvoorbeeld do scène nane Porij. georg,,meeerd. op welker tMKhM chonteoler en madame Pon- programs onder moer do bijwoning le h<3t tweede bedrijf oen scène, van een opvoering van „Chantecler"di© met een scène oftewel ruzie be- voorkpmt. Epatant, tout ga! gint en met een idylle eindigt Het is me, op mijn beurt gelukt, del overigens oogluikende waak- MadamePoule. zaamheid van het hnndelslrlnmvieant Eolw Chtmtecter. U 't nit I Ros.and-Hertz-Coquelln te vorschal- jc j)ent een schoelje, ©en schavuit I ken. Dank zij een zeker aantal louisOm trouw geef je geen rooden duit d'or en een paar hoogverraderlijke f Zoo ben je lief, zoo is 't weer uit toorieelepelers van tie Porto Saint-1 do geeft geen steek meer om je bruid. Martin, die natuurlijk l» rijnar t,jd,'k Verschiet aan tranen al mgn krult, I O, dat de loop der wereld stuit 1 den rechters nlrt rullen ontloopen. I u,nt m JeSrha,„. dalr. i5 ken ik,den heelen „Chantecler" be reids op mijn duimpje. Het spreekt vanzelf, dat ik mijn lezers de primeur van die mijn weten- Chantecler. schap gun: De korte Inhoud? Ruk nu maar op 1 Kip zonder kop, Eenige jaren geleden teekende de j Je bent m- 3trop. karikaturist Roubille een haan, die, parmantig staande op een mestvaalt, de zon zag opgaan. Ten hoogste ver wonderd sprak de haan: „Do zon ontwaakt en toch heb ik nog niet gekraaid!" Welnu, dat is, In het kort, de In houd van „Chantecler." Simple com- me bonjour! Het is best mogelijk, dat de spotprent van Roubille den rcuzen- grooten schrijver op het idee van zijn tooneelsiuk heeft gebracht. Eenige spotgeesten beweren, dat Rostand, ln een ontzaglijk lucide oogenblik van uiterste zelfkennis eh minzaamste oprechtheid, in .Chanteclerzijp eigen verwatenheid heeft wachten te symbolise eren. Mij is bel goed zoo. Wilt go bijzondere mededeelingen ol te wel onthullingen? AU right. lil het dorde bedrijf krijgt Chante cler hoogloopendo ruzie met een jon geren haan, die eveneens op madame Poulï, „la grande favorite", verliefd is. Hebt gij wel opgemerkt, dat het tusschen hanen altijd op vechten uit loopt, zelfs wanneer het niét om een Madame Poule (weenend). 'k Voel me zoo naar Chantecler (hardvochtig). Geen haan kraait er naar. Madame Poule (wanhopig). O. was ik maar dood Je bent niet te temmen Chantecler (onvermurwbaar) Madame Poule (smeekend). O, vent, hang den gebraden haan weêr uit. Ik smeek Je: min toch weer je bruid.. Chantecler (verteederd) Viens, Madame Poule (overgelukkig). Juste ciel II «n'aitne encore, tiens l (Klapperend omwiekeh zij elkan der). Apothéose Voor ditmaal meen ik genoeg onfe huid tc hebben. Do lezer kan zich in elk geval reeds ©enigermate eeri voor stelling vormen van hetgeen ons bij de aanstaand© opvoeringen van „Chantecler", het lang verbeide won der, aangeboden zul worden. Mijn ge reserveerde plaats voor de première sta ik zelfs voor geen tien aandeelen in de eene of andere weid ad igh<ï da- club in Holland uf. Ilet is mogelijk, dat het illuster© triumviraat Rostand-Hertz-Coquelin nu ook tegen mij een gerechtelijke vervolging zal instellen. Misschien zal het drietal echter genade voor recht wiliep doen gelden. Sprak nie! onlangs do bekende advocuat Lagas se, ccn oudgediende in zake theater en pers-delicten, onder meer de vol- gende woorden „Tot dusver had lk gedacht, dat de auteurs niet afkoerig waren van oen handig geleide reclame, die d nieuwsgierigheid van het public prikkelt en ze nooit verstikt heeft.. Voorts dacht ik, dat een uitgo- ver Ik vergat u nog te vertellen, dat ook de uitgever Fasquelle. die d© uit gave voor 1.000.000 francs heeft ge-, kocht, links en rechts vervolgt, ol' doet alsóf..... .niet bung was, dat, wanneer hij do spoedige verschijning van eeu werk aankondigde, de bladen eenige der beste bladzijden weêrgaven. En ten 6lotte, afgescheiden van de moreel© schade, waarvan de heer Rostand gewaagt, denk ik, uit eeu materieel en geldelijk oogpunt he- sen hiwd. dat schrijvers en uitgevprs bij dezen nieuwen vorm van publici-* teit meer te winnen dan te verliezen hebben." Moitr© Lagasse kant zijn Pappen- heimeis. Ik ook zoon beetja. Al die R os tend j..s zijn reclame plu» bluf. En, met hondorden anderen, vrees ik, dut „Chantecler" gruwelijk zal tegenvallen. Nous verrons. OTTO KNAAP. Esperanto. IN EEN HANDSCHOENEN- EN WITTE GOEDERENWINKEL. En magazeno de gantoj kaj MajoJ Geef mij s. v. p. een paar band schoenen. Donu, ml petas, pa-ron da gantoj. Glacé handschoenen, niet waar? Ledajn gantojn, cu ne? Bevalt u deze kleur? Cu tiu ci koloro places al YlT lk zou u deze tuit aanraden; die zeer duurzaam. Ml kontilus al vi ci tlom nuancov ^1 estas tre daurema. Neen, ik zou gaarne wat lichte» hebben. Ne, ml dezirus ion pli helau. 2ial Ik ze een weinig oprekken? Cu ju devas ilin iom plilar^igl? De prijs is tamelijk hoog. La prezo estas sufice alta. Ik kan het onmogelijk goedkoop doen; ik verdien oc niets aan. Estas al mi neeble ilin lasi pli ma? kare; mi tut© nenion per laboras. Wenscht u ook nog iets? Niel meer? Cu vi dezlras ankorau ion plu? Cl nenion plu Ik moet nog een half dozijn hen» den hebben. Mi deziras ankorau duonon dekda on da cemizoj. Gewone of nachthemden? Tag- au noktcemizojn? Heeft u geen overhemden, ixoordei of manchetten noodig? Cu vi bezonas antaucemlzojn, kol» mojn au manumojn Dank u. op 't oogenblik Iwb daar mets van noodig. Dankon, momenta mi bezonas iW nion de Üo. Wil u het mij bezorgen. Hier I mijn adres. Sendu al mi don. Jen mia aJrest Alios zal prompt bezorgd wix-daa, Cio estas akurale prizorgita. J. II. W. HABER.VEHL, FEUILLETON Naar het Engolsch van GUY BOOTIIBY. 27) Maar welk soort van vrefis Icon het geweest zijn, die zich zoo vun zijn ge- heelen persoon had meester gemaakt, 'int hij zelfs niot den tijd had een hoed te halen, inanr hlootshoofd* tic Aoreld in moest, gaan op oen uur, waarop leder© winkel gesloten was. Hoe meer ik hierover nadacht, 'hoe -nadselaehtigcr het, mij voorkwam. Alvorens de hal to verlaten, onder zocht ik de v oordeur, alleen om tot dé ontdekking le komen, dat zij good ge sloten was met grendel, slot. en ket ting. Toon ik mij omkeerde, om heen le gaan, kwam AJphonse naar mij loc. Ik vertelde hem het geheim van de hoeden en vroeg er zijn opinie over. Hii wist niet, wat er van tc moeten denken. Maar ook rk, mijnheer, heb een ontdekking gedaan, riep hij uit Als mijnheer zoo vriendelijk wil zijn even met mij mee te gaan, zal ik het hem vertellen. Ik volgde bom naar zijn keuken, die er, zooais gewoon!:.:k, onberispelijk netjes uitzag ©n vandaar naar de. pro visiekamer er achter. Met een thea traal gebaar wierp hij (1e deur open en verzocht mij binnen t© gaan. Ik deed dat, ofschoon ik in de verste ver te nioi. wist welke nieuwe ontdekking jk nu weer doen zou. Ik kende Alpheu se echter te goed om niet overtuigd te zijn, dat, ais hij mij hierheen meenam hij er ook wel zijn goede redenen voor zou hebben. ïk keek om mij heen op do wel voorziene planken, maar kon nie! s ongewoons ontdekken en dat vertelde ik hem. Maar ziot mijnheer dan niets? riep hij, zijn handen uitspreidend, en de schouders ophalend, LoUIut zij bij na zijn ooreu bereikten. Kijk dan, mijnheerOkijk dan alstublieft. Waar is do ham, die prachtige ham, waarvan gisteren aan het ontbijt nau welijks gebruikt is Waar is de koude roaslbeef Waar is de kaas van Gar- gonzola En toen het deksel van den brood trommel oplichtend, ging hij voort, terwijl hi; er mot zijn vinger op wees. Gisterenavond waren er nog twee onaanposneden brooden waar zijn zij nu? Zij zijn weg. Ja, mijnheer, zij zijn wegl Zij waren zéker weg, zóoals hi.1 ge zegd had. en dat. feit gevoegd bii de ontdekking betreffende de hoeden, die ik gedaan luid, voord© mijn verba zing ten toppunt. De zaak werd iedere minuut ingewikkelder. Do gesloten deur, het open venster, do moeilijk heid om beneden op straat te komen, tiet feit, dat de vermiste het huis blootshoofds en zonder overjas ln een bitter kouden nacht had verlaten, daarbij "evoegd nog, dat hij zich op zijn vlucht belast had met een groo- ten ham, een biefstuk, oen halve kaas en twee brooden dit alles scheen haast al tc onmogelijk en toch had den wij de feiten hier duidelijk voor ons. Ev>n minuut lang stond ik te storen naar den ledigen broodtrommel, toen verzocht ik Alphónse niets over dit on derwerp aan juffrouw Sylvia te ver tellen, ik ging bij hem vandaan en snelde nog eens naar boven, naar de slaapkamer vun mijn chef on vriend. Ik was verlangend te weten of hij ol die dingen had meegenomen in de kleine Gladstonereistttsch, die altijd onder zijn bed stond. Maar au stond ik opnieuw verstomd, want do tusch stend daar nog precies zooals ik het do laatste maal gezien had. Hoe had bij die artikelen dan mee kunnen ne men Het was niet aan te nemen, dat hij ze uit het venster in de straat gegooid zou hebben, en ze later weer opgeraapt, terwijl het aan den ande ren kant absoluut onmogelijk was. dat hij ze op zijn gevaarlijke ivis langs' de lijst van het huis zou hebben mee genomen. Blondiu zelf zou zoo n waag stuk niet hebben volbracht, hoeveel minder een man met gekwetste zenu wen. die al beefde en sidderde, terwijl hij gewoon op den vloer stond. Als Ik'nog meer zulke ontdekkin gen doe zei ik tot mijzelf, zal ik mijn verstand er bij verliezen. Het eerste wat mij nu te doen staat, is het nieuws a«n juffrouw Sylvia bekend te maken en hoe spoediger ik dut doe, des tc beter voor alle partijen, di© er mee te maken hebben. O, als hij mi] maar vertrouwd had en go«xl gevon den, dat ik hem hielp, dan zouden wij nu niet in deze moeilijkheid zitten. Maar gedane zaken nemen geen )'/.©r, het eouigo wat ous nu te doen steal, is tc trachten hom te vinden, lk ben echter bang, dat het gelijk staat met het zoeken van een naaid in een hooi berg, vooral a'.s, wat ik vrees, do man niet recht wel bij het hoofd is, Nie mand is zoo scherpzinnig ais een krankzinnige. Wat de Natuur hem in één richting ontrooft, schijnt zij hem in andere opzichten dubbel en dwars te vergoeden. Van die gedachte vervuld, koerd© ik naar de studeerkamer terug, om daar-, zooals ik verwachtte, juffrouw Sylvia op mij te vinden wachten. Omdat lk daartoe mijn woordenkeus niet ge noeg tot mijn dienst heb, kan ik niet hopen, u te doen begrijpen, hoe be-1 koorlijk zij er uitzag in haar nette, donkergrijze japon mei de wit linnen boord* en manchetten. Toen ik de kamer binnen kwam, was zij bezig de bloemen opnieuw te rang schikken, als sneeuwvlokken lagen zij op de tafel, terwijl haar vlugge hand jes ze met zooveel bekwaamheid ieder op haar plaats wisten te brengen, dat het leek of er een tooverroede over het geheel was heen gestreken. Goeden morgen, mijnheer Armi- tagc, zei ze, mij met een glimlach be groetend, die mij duidelijker dan met woorden to kennen gaf, dat zij tot nu toe nog niets wist van de catastrophe, die had plaats gehad, en oom zijn allebei heel laat vanmorgen. Ik ge loof, dat u niot opstaat ais u geroe pen wordt. Weet u misschien ook of oom nog lang denkt boven te blijven, want als dut het geval is. moet ik do dmgen naar boneden zonden om warm te houden. Er bleef mij .nu niet» anders over, dan haar met het nieuws bekend te maken. Maar hoe ik dat doen moest, zag ik nog niet duidelijk in. ik wilde haar niet bang maken, maar hoe moest ik dat aanleggen Zij merkte blijkbaar mijn aarzeling op, want haar gelaat werd plotseling bleek, en zij zette de vaas, die zij in do hand hield weer op haar plaats. Wij keken elkaar een oogenblik aan zonder te ti. cm de ta» spreken, en toen kwam fel heou tiaar mij toe. Mijnheer Arinitugo, i ze, ik kon aan uw gezicht zien, d-'.i or lets ergs is gebeurd. Wat is er Ik smeek u, het mij te vertellen. Itotrefi. net rnijn oom* Juffrouw Sylvia, u heeft goe-i ge raden, hot spijt mij, dat te moeten zeg gen, was mijn antwoord, ik heb in«" derdar.d slecht nieuws voor u. Moar u moet mij belooven dapper te zijn, anders kan ik het u niot vertellen. Ik zal dapper zijn, antwoordde; zij, terwijl zij met haar ruooie ocgen vol vertrouwen naar mij opkeek. Ver-1 berg mij alstublieft niets, vertel mif alles, zoodat ik overtuig! kan z'jn, dat ik het ergste weet. Wat is mijn ur men oom overkomenLi wil toch niet zeggen, dat hij dood is Neon, zoo org is het gelukkig niet, antwoordde ik. Muar hij is ner gens te vinden. Wij vonden vanmor gen zijn deur gesloten, lk brak huur open, alleen 0111 lol ue ontdekking te komen, dat zijn 1-ou niet beslapen, cn hij void wenen was. Maar kun hij ook zijn uitgegaatw voor een wandeling? vroeg zij. U: weet, dat hij dat dikwijls doet vóór het ontlui t. Wat is ervoor angstigs in; het feit. dat u hem niet in zijn kamen vondt ou dat de deur gesloten was? Heel waarschijnlijk zal hij den sleuW hebben meegenomen. (Wordt vervolgd)*^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 9