E
-lAARLElVrS DAGBLAD.
DERDE BLAD.
Quinnion de Philosoof.
ZATERDAG 29 JAKCAK1 1910
Biritenlandsch Overzicht
Do stand dor
VERKIEZINGEN IN ENGELAND
is thans, dat gekozen zijn 264 unio
nisten 262 liberalen, 40 arbeiders en
75 iersche nationalisten
De unionisten bobben in 't geheet
125 zetels gewonnen.
Er zijn dus nu 641 volksvertegen-
woord igers gekozen, zoodat nog
-slechts in 29 districten gestemd be-
hoeft te worden.
Het Lagerhuis is dus haast bij el
kaar. 'loch zal het nog een heel eind
in Februari worden, eer het Huis ge
opend' wordt. Rij het besluit tot ont
binding van het vorige Huis, is het
nieuwe parlement wel tegen 15 Fe
bruan bijoen geroepen, maar op dien
dag kan er van do
nog niets komen. Eerst moeten ver
schillende voorbereidingen gemaakt
worden. Zoo moeten in den ochtend
van den 15den, der gewoonte ge
trouw, eerst do kelders van 't paleis
van Westminster nauwkeurig door
zocht worden, om zeker to zijn, dat....
revolutionnairen of andere boosdoe
ners daar geen ontplofbare stoffen,
hommen, granaten gelegd hebben, om
de geheele boel in de lucht te laten
vliegen. Sedert den aanslag op Guy
Fawkes gaat deze inspectie aan elk
onderzoek vooraf. Het is tegenwoor
dig niet meer dau een handhaving
van een traditie, want de nuchter-
denkende Engelschen hebben niet zul
ke kwade plannen. Intusschen, rrièn
kan aan deze voorzichtigheid zien,
dat de Engelschman en de Rus bond-
genooten zijn
Dan moeten de heeren den eed af
leggen, een speaker kiezen, enz. De
officieel® opening van het parlement
ts dan ook eerst legen 21 Februari
aangekondigd.
Al zijn de Engelschen niet voor
gev.eldmifldolen, in liet nieuwe La
gerhuis zal het wel meer dan eens
stormen. Door de nieuwe verhouding
der partijen zal het meermalen op
«nkele stemmen aankomen, en boven
dien is de behandeling van verschil
lende gewichtige zaken te verwach
ten de Hoogerhuts-quaestle. Home
Rule voor Ierland, scheiding van
kerk en staat in Wales, enz.
En de
VLOOT-QUAESTIES
niet te vergeten I Mag men Lord
Charles Beresford, welbekend in deze
verkiezingsdagen, gelooven, dan ha
pert er iets aaP de vloot. In een ver
kiezingsrede te Dartford heeft hij ge
zegd
„De „Invinciblewerd verleden
Maart- in dienst gesteld cu heeft se
dert haar ktuiopneu-van twaalf inf.h
nog niet kuanen afvuren. De Admi
raliteit weet even goed als ieder zee
officier, dal, ais er oorlog kwam, de
„Invincible" onmiddellijk op een werf
zou worden opgeborgen, onidat zij
haar kanonnen niet kan afvuren".
Een ernstige beschuldiging 1
De. „Invincible" is eon grooto, uieü-
wo kruiser, van 't dreadnought-type,
die als standaardschip voor een klas
se van groote kruisers is aangeno
men. De Rritsche marine heeft thans
vier van deze kruisers; zij meten
70.750 tons, do turbines zijn van
168.000 I. P. K., de bewapening be
staat uit 32 kanonnen van meer dan
tien centimeter, en elk schip heeft
twaalf torpedo-iaiiceerbulzen. Toen de
plannen voor de „Iuvincible" werden
gemaakt, werd besloten de hydrauli
sche beweegkracht van de torens en
liet geschut te vervangen door elec-
trische kracht. Met deze elecirische
beweegkracht zouden ook de kruisers
worden uitgerust, die nog in deze
klasse zouden worden bijgebouwd.
Wanneer de Lord waarheid gespro
ken heeft, is lief een zeer ernstige
zaak, want dau deugen do schepen,
naar de „Invincible" gemaakt, ook
niet.
Do „Daily Chronicle" heeft verno
men, dat de „Invincible" eerst niet
deugde, maar nu is verbeterd liet
eigenaardige is evenwel, dut het schip
nog steeds geen schietproeven heeft
gehouden.
Ongetwijfeld zullen
DE ENGELSCHE MINISTERS NOG
MET ANDERE MOEILIJKHEDEN
TE KAMPEN HEBBEN.
Gemeld wordt, dat de arbeiders
partij de liberalen wel wil steunen,
maar. en dan worden eenige voor
waarden gesteld, o. a. dat een arbei
der (Ramsuy Macdonald wordt ge
noemd als de uitverkorene) in hel mi
nisterie zal worden opgenomen, dat
de beslissing van het Hoogerhuis ter
zake van de aanwending der contri
buties van de trade unions (de vak-
vereenigingen) to niet zal worden ge
daan, en dat een wet wordt aangeno
men, waarin bepaald is, dat de re
geering bij gebrek aan arbeid, daarin
moet voorzien.
De andere voorwaarden zijn nog
niet bekend.
Arme Asquith, arme eerste-mlnis-
ler
De arbeiders stellen voorwaarden,
de Leren doen 't zelfde
De Engelsohe minister-president
Asquith is naar de Rivierra vertrok
ken en minister Lloyd George zal
hem binnenkort volgen.
Daar zullen de heerèn nog eens
kalm nadenken, wat ze moeten doen
blijven aanhouden en richten gedurig
nieuwe en grootere verwoestingen
aan.
De Seine blijft maar aldoor was
sen. Meer dan 500 H.A. van Parijs
zijn ondergeloopen. Ied6r oogenblïk
kunnen hi.izen, wier grondvesteu zijn
ondermijnd, instorten bruggen wor-
den afgesloten straten of avenue's,
waarin diepe gaten vallen, door het
overstroomen der riolen, die het wa
ter niet meer in de rivier kunnen loo-
zen, worden voor het verkeer afge
sloten, de muren langs de rivier
scheuren, enz.
Bijna geen trein rijdt meer, alleen
aan het O asters tation, meest voor hel
vervoer van do vluchtelingen uit de
omstreken.
De omtrek van het station St. La-
zare vormt thans het gevaarlijkste
punt van Parijs.
De plaats van het Palais Bourbon
is een meer. De afgevaardigden moe
ten binnenkomen met behulp van
munitie-wagens der artillerie. Ma
trozen in schuitjes doen dienst in het
paleis.
De politie doet dienst in schuitjes.
De telegraaf en telefoon is bijna
geheel verstoord, ook de aansluitin
gen met het buitenland zijn defect
Door liet wassen der Seine zijn gis
teren weer verschillende straten on
dergeloopen. Het station Tuilerien
van den Métropolitain is geheel on-
dergeloopen het hospitaal Boucicaut
wordt ontruimd, enz.
De straat is ingezakt aan de Ave
nue des Champs Elysées. Een vrouw,
die voorbij kwam, viel in de kloof en
verdween. Een bereden politie-agent,
die ook in den afgrond viel, kon uog
gered worden, zijn paard echter niet
Bij de pogingen tot redding zijn
weer eenige soldaten omgekomen.
In de omstreken van Parijs en ook
in geheel andere deelen van Frank
rijk is de toestand nog ellendiger.
Eenige cijfers Van de 18000 'inwo
ners van Aifortville zijn er 16000 zon
der dak. Vele fabrieken zijn stop ge
zet, zoodat 100.000 arbeiders zonder
werk zijn.
En steèds wordt de ellendo nóg
grooier I
De directeur van het „Alg. Han
delsblad" is naar Parijs getrokken,
om eenige Van-dag-tot-dag-stukken
over den watersnood te schrijven.
Aan een zijner schetsen ontleenen
we
„Over de rivier kwam telkens een
platboomde schuit met politie voorbij,
om orde te handhaven en plundering
te voorkomen. Maar ik zag niets, dat
op wanorde, paniek of plundertocht
geleek. Ik bleef de Parijsche bevolking
even bewonderenswaardig vinden, als
ze dit in 1870 bij de belegering was
Dit onheil trouwens is een nieuwe
belegering. Huizon storten in of wor
den onbewoonbaar, voedsel wordt
duur, toevoer van zuiver drinkwater,
groenten en melk wordt bezwaarlijk
Ik vroeg mij telkens afzouden
onze Amsterdammers bij een dergelijk
onheil even kalm, ordelievend en
hulpvaardig zqii Ik geloof liet. en
hoop het, omdat bij zulk een ramp het
beste in elk karakter zich toont e.n bij
ons zijn de grondvesten nog goed.
Maar de blijmoedigheid, de harte
lijkheid, waarmede ieder eigen leed
droeg of anderen hielp, die ik hier
zag, zijn bewonderenswaardig. Voor
waar, een nieuw Parijs voor hen, die
noch Parijs, noch Frankrijk ken
nen
Ook
Dit alles is diep treurig.
Maar wat moe-t de nobele houding
der Parijsche bevolking Franschen
vaderlanders het hart omhoog heffen.
Ook
IN ANDERE LANDEN
wordt nog veel schade en ongemak
door den sionn en het hooge water
veroorzaakt, zoo in België en Zwit
serland. Bij Frankrijk vergeleken is
dit evenwel vrij onbeteekenend.
SCHIPBREUKEN
Uit Vlgo wordt geseind
Een schippersvaartuig is vergaan
op de Cantabrische kust, waarbij 10
mensciten om het leven kwamen.
Uit Lorient
Door den hovigen storm is de ..Dun
dee" vergaan. Zeven opvarenden zijn
verdronken.
PARIJSCHE BRIEVEN.
CXVIIL
Of de watersnood hier groot Is?
Sedert een week stijgt het water Ln
do Seine gestadig, voortdurend. En
het laat zich aanzieh, dat de stijging
nog minstens eenige dagen zal aan
houden.
Heden .Dinsdag 25 Januari, staat
het. er bij den Pont Royal op 7.59
meier, terwijl het in normale om-
gfandigheden geen grootere hoogte
burciki dan 2.48 meter. Een reusach
tig verschil1
Nog eenigo cijfers. Vergelijkende j
cijfers omtrent .bandjirs" der Seine.
Pont d'Austerlitz Dac. 1872: 8.10
M., Maart 1S766.69 M Jan. 1879
M., Dec. 1882 6.12 M.. Jan. 1883:
6.24 M Jan. 1910: 6.74 M.
Pont de la ToumeUeDec. 1872
5.85 M., Maart 1876: 6 50 M.. Jnn
1879 5.2Q-M., Déc. 1882 5.84 M.,
Jan. 1833 6.— M-, Jan 1910 6 57 M.
Pont Roval Dec 1S72 6 85 M.,
Maart 1876: 7.30 M.. Jan. 1879: 6.21
M Dec. 1882 - 6.84 M., .Tan. 1883 7;—
M Jan. 1910 7.59 "M.
Men ziet hetde diljarige bandjir
slaat riog het record.
Iloe zal ik u beschrijven, machtige
stortvloed van 't gebergte!Ach
neen, dat heeft Multatuli al gezegd.
Waaróp hij de beschrijving liet vol
gen Dies ontzinkt rne de moed, in bij
zonderheden te beschrijven, dat tien
arrondissementen van Parijs hun
..soussol" ik ge"leof dat men het in
Holland sousterrain" noemt on
dergedompeld zien, dat alle gemeente
werken in disorder zijn en te Choisy-
lc-Roi 5000 personen dakloos
Mijn kelder, ah mijn kelder bij
elke verdieping in mijn woning b:-
hoort een afzonderlijke kelder is
ook geheel onder water. De ficsschen
Bourgogne en Champagne, die er niet
zijn (net als „de piano, die er niet
was" in Gorter's „Mei"), zijn nu hee-
Ieinaal verdronken. Een paar dagen
vóór de onderstrooming raakte mijn
kolen voor raad uitgeput. Met den wa
tersnood coln.cldeerde rnijn geldnood,
zoodat ik op het oogenblik geen nieu
wen „stock" kon inslaan. En ziehier,
hoe alles zich ten goede heeft ge
keerd. Hadde ik toen do noodige
Louis d'or gehad, lk had een nieuwe
lading opgedaan. Hadde ik een nieu
we lading opgedaan, ik had nu gelde
lijk verlies geleden. Ik heb dus slechts
eon paar dagen'een i<-nou gelo
den, ©en heel klem beetje, want se
dert weken staat de barometer te Pa
rijs op „mooi weer", inet sléchts af
én toe kleine zwenkingen in de ande
re richting.
Het persoonlijke verheffend tctt het
algenieene. geloof ik, dat niet weini
gen, die er door den watersnood ach
terop zijn gelteiUép, er ten slotte wèl
bij zullen varop, Want de liefdadig-
hcidszln, zoo spontaan in Frankrijk,
is ai duchtig aan het werk. Valt er
nood to lenigen, dau Btaat de beurs
van den Franaopmah gauw open. Ik
houd van dergelijke „lichtzinnigheid"
1 en stel die zeits boven onze Bataaf-
sche koelzinnigheid c'est plus fort
que moi.
Menschen kunnen zich nog eeuigs-
zms redden. Doch de arme dieren I
Uok do J aid in des Plantes staat voor
een groot gedeelte onder water. Na
tuurlijk moest de berenkuil er het
eerst aan gelooven. Die kuil is nu om
geschapen in oen vijver waar de be
ren gebleven zijn, weet ik niet.
Toen ik hedenochtend den Jardin
des riantes bezocht, met liet doel, een
gier naar het leven te beschrijven,
was er bijna geen inenschelijko ster
veling te bekennen. Wel. wie wil er
ook zoo zonder dool, voor niets, tot
over de enkels in hot water baggeren'?
Ik zag hoofdzakelijk een groep van 20
A 25 druk gosticuleerende mensclien,
van beiderlei kunne. Het viel me op,
dat de gezichten der hoeren even glad
waren als die der dames.
Wat moet dat troepje hier loch
doen Tvroeg ik mezelf niet zonder ver
wondering af. Na eenige oogenbhkken
van attenlief regardeeren en minu
tieus obsei voeren, zooals slechts ge
wetensvolle journalisten dat vermo
gen te doeD, kwam ik tot do ontdek
king, dat hel lawaaierige troepje be
stond uit tooneelspelers en -speelsters
van d* Porte Saint-Martin, welke ar
tiesten diverse rollen in Rostand's
„Chanteclor' zullen hebben le vervul
len. Blijkbaar kwamen zij hier de be
trokken beesten naar de natuur be-
studeeren. Ik voel iets als bewonde
ring voor zooveel nauwgezetheid.
Ahl „Chanteclor Al dat geblèr!
Men weet in Holland natuurlijk al
eenigórrnato, welke grenzenlooze re
clame er voor dat tooneelstuk wordt
gemaakt, dat reeds sedert 7, zegge ze
ven jaar op zich tent wachten en
dat, vólgens een verklaring, onlangs.
kippetje gaal? Buffon heeft het ons
geleerd. Nu dan, Chantecler, meester
op de sporen en den snavel, bakkeleit
ten slotte met zijn jonger evenlxsest.
Evenals Cyrano de Bergerac vindt
Chantecler onder het schermutselen
allen tijd om, pralend gelijl; een Gas-
conJer, verzen te. zeggen. Ziehier het
dichterlijk fragment, moeizaam door
mij in het Hollandsch vertaald.
Chantecler.
Ik schud met veel gratie mijn kammc,
van 'Edmond Rostand zelf. vier jaar ik maak langzaam aan mij getrecd.
lang in een schrijftafellade heeft „ge- ik ben, weet dat wel ,o, gij lamme,
slapen". Men weet, dat „L'IUustra-j ik ben qua kemphaan gansch com-
tion'Mj et recht vun uitgifte van Chain- ploot,
tecler" bij'opbod heeft gekocht voorj Behendig on van zessen klaar,
eventjes l.OOO.OOl) francs de heele Vlug, licht als een aeroplaan ia,
journalistiek In Holland to zamen Waarschuw ik u, o, Peuteraar,
verdient niet zooveel por jaar dat Dat aan het eind 't met u gedaan is!
het itnüaansclio dagblad „11 Seco-i (Eerste gerinkel der sporen),
lo" dë> Ode aan den Nacht bij voor-Toon nu maar vrij je kunsten,
baat lioeft gereproduceerd; dat een, stramme,
paar Parijsche bladen die reproduc-' Waar zal 'k Jo treffen, lieve joch?...
tie uit. liét. Transtilpijnsche orgaan Zal 't in je pens zijn, de zoo klamme,
hebben overgenomen; dat dp heeren fn 't hart, of elders? 'k tiref jo toch.
Henri Hertz on Jean Coquelin, di-j Mijn sporen klett'ren, krik-krek-kroki
recteurcn van do Porte Saint-Mar- Mijn vlerken heffen zich 't maair
tin, vervolgingen hebben Ingesteld] waan isl
tegen'.bedoeld© kranten, benevens te-I Docli stellig is het, o, gij graanschrok,
gén acteurs en andoren, die heeten' Rat aan het eind 't met u gedaan is I
die Maden hoegvevradertijk le Imb. m'SSSï
bei, Ingelicht, beneveaa legen Hld-IS!1 Jïï, 1? «ra™»
schriften,' die fictieve grappige, onthul
lingén moeten hc-blxm gedaan en-
zóoVoort. enzoovoort, ad infinitum.
Iedereen vermoedt, en rnet veel
grond, dat bovenvermeld reclarne-ge-
doe'uitgaat van don uiterst mercan
tiel éh commercieel nangclegden Ed
mond. Rostand, schitterend bijge
staan dcrcv d? I wolverige handlan
gers Henri Hertz en Jean Coquciio.
Intusschen laat «ie première van
„Chantecler"1 nog altijd op zich wach
ten Zo zpu vanavond gaan ze is,
onder allerlei voorwendsels, voor den
zooveelslen keer uitgesteld voor onbe
paald en tijd. De reclame schijnt nog
niet gehéél uitgewerkt te liebbcn.
Rostand kon anders wel tevreden
zijn. Persoonlijk ken ik oen postze
gel handelaar, die reeds voor 10.000
francs plaatsen heeft opgekocht, met
de bedoeling er voor minstens het-
rk vind geen rijm 't kan m' ook
niks bamme.
Piets 1 Ik pareer uw aanval»-
koek.
Dacht gij m' er meê te raken, kind?
Nu is t mijn beurt... pas op
'k val aan wis
Thans staat het vast, mijn jonge
vrind,
Dat aan Iret eind 't met u gedaan is
(Hij kondigt piechlstatigiijk aan).
Mijn joch, maak nu maar veel mis
baar 1
lk klapwiek, kraai Koekzesmeerka-
nis 1
Ik snel, ik spring, ik vlieg
(Uitvallend).
Heb 'k jou daar 1
(Reikt zijn kam en zijn zporen
aan den souffleur).
Aan 't eind des strijds 't gedoe ge
daan is
(Scherm gaat herhaalde malen
op en neèr).
Dat t
i manhaftige, krijgshaftt-
üc umwriwj ci »ovi j ge, oorlogszuchtige scène,
zelfde bedrag aan winst uit te slaan. Er zijn echter ook ander© tooneel-
En een ondernemende man te New-'tjos. Meer huiselijke, schoon soms
York heeft een reek, ven uitstapjes ra allen deelt vreedzame. K.i-
r, - roktenstiek is bijvoorbeeld do scène
nane Porij. georg,,meeerd. op welker tMKhM chonteoler en madame Pon-
programs onder moer do bijwoning le h<3t tweede bedrijf oen scène,
van een opvoering van „Chantecler"di© met een scène oftewel ruzie be-
voorkpmt. Epatant, tout ga! gint en met een idylle eindigt
Het is me, op mijn beurt gelukt, del
overigens oogluikende waak- MadamePoule.
zaamheid van het hnndelslrlnmvieant Eolw Chtmtecter. U 't nit I
Ros.and-Hertz-Coquelln te vorschal- jc j)ent een schoelje, ©en schavuit I
ken. Dank zij een zeker aantal louisOm trouw geef je geen rooden duit
d'or en een paar hoogverraderlijke f Zoo ben je lief, zoo is 't weer uit
toorieelepelers van tie Porto Saint-1 do geeft geen steek meer om je bruid.
Martin, die natuurlijk l» rijnar t,jd,'k Verschiet aan tranen al mgn krult,
I O, dat de loop der wereld stuit 1
den rechters nlrt rullen ontloopen. I u,nt m JeSrha,„. dalr. i5
ken ik,den heelen „Chantecler" be
reids op mijn duimpje.
Het spreekt vanzelf, dat ik mijn
lezers de primeur van die mijn weten- Chantecler.
schap gun:
De korte Inhoud?
Ruk nu maar op 1
Kip zonder kop,
Eenige jaren geleden teekende de j Je bent m- 3trop.
karikaturist Roubille een haan, die,
parmantig staande op een mestvaalt,
de zon zag opgaan. Ten hoogste ver
wonderd sprak de haan: „Do zon
ontwaakt en toch heb ik nog niet
gekraaid!"
Welnu, dat is, In het kort, de In
houd van „Chantecler." Simple com-
me bonjour! Het is best mogelijk, dat
de spotprent van Roubille den rcuzen-
grooten schrijver op het idee van zijn
tooneelsiuk heeft gebracht. Eenige
spotgeesten beweren, dat Rostand, ln
een ontzaglijk lucide oogenblik van
uiterste zelfkennis eh minzaamste
oprechtheid, in .Chanteclerzijp
eigen verwatenheid heeft wachten te
symbolise eren. Mij is bel goed zoo.
Wilt go bijzondere mededeelingen
ol te wel onthullingen? AU right.
lil het dorde bedrijf krijgt Chante
cler hoogloopendo ruzie met een jon
geren haan, die eveneens op madame
Poulï, „la grande favorite", verliefd
is. Hebt gij wel opgemerkt, dat het
tusschen hanen altijd op vechten uit
loopt, zelfs wanneer het niét om een
Madame Poule (weenend).
'k Voel me zoo naar
Chantecler (hardvochtig).
Geen haan kraait er naar.
Madame Poule (wanhopig).
O. was ik maar dood
Je bent niet te temmen
Chantecler (onvermurwbaar)
Madame Poule (smeekend).
O, vent, hang den gebraden haan
weêr uit.
Ik smeek Je: min toch weer je bruid..
Chantecler (verteederd)
Viens,
Madame Poule (overgelukkig).
Juste ciel II «n'aitne encore, tiens l
(Klapperend omwiekeh zij elkan
der).
Apothéose
Voor ditmaal meen ik genoeg onfe
huid tc hebben. Do lezer kan zich in
elk geval reeds ©enigermate eeri voor
stelling vormen van hetgeen ons bij
de aanstaand© opvoeringen van
„Chantecler", het lang verbeide won
der, aangeboden zul worden. Mijn ge
reserveerde plaats voor de première
sta ik zelfs voor geen tien aandeelen
in de eene of andere weid ad igh<ï da-
club in Holland uf.
Ilet is mogelijk, dat het illuster©
triumviraat Rostand-Hertz-Coquelin
nu ook tegen mij een gerechtelijke
vervolging zal instellen. Misschien
zal het drietal echter genade voor
recht wiliep doen gelden. Sprak nie!
onlangs do bekende advocuat Lagas
se, ccn oudgediende in zake theater
en pers-delicten, onder meer de vol-
gende woorden
„Tot dusver had lk gedacht, dat
de auteurs niet afkoerig waren van
oen handig geleide reclame, die d
nieuwsgierigheid van het public
prikkelt en ze nooit verstikt heeft..
Voorts dacht ik, dat een uitgo-
ver
Ik vergat u nog te vertellen, dat
ook de uitgever Fasquelle. die d© uit
gave voor 1.000.000 francs heeft ge-,
kocht, links en rechts vervolgt, ol'
doet alsóf.....
.niet bung was, dat, wanneer
hij do spoedige verschijning van eeu
werk aankondigde, de bladen eenige
der beste bladzijden weêrgaven.
En ten 6lotte, afgescheiden van de
moreel© schade, waarvan de heer
Rostand gewaagt, denk ik, uit eeu
materieel en geldelijk oogpunt he-
sen hiwd. dat schrijvers en uitgevprs
bij dezen nieuwen vorm van publici-*
teit meer te winnen dan te verliezen
hebben."
Moitr© Lagasse kant zijn Pappen-
heimeis.
Ik ook zoon beetja.
Al die R os tend j..s zijn reclame plu»
bluf.
En, met hondorden anderen, vrees
ik, dut „Chantecler" gruwelijk zal
tegenvallen.
Nous verrons.
OTTO KNAAP.
Esperanto.
IN EEN HANDSCHOENEN- EN
WITTE GOEDERENWINKEL.
En magazeno de gantoj kaj MajoJ
Geef mij s. v. p. een paar band
schoenen.
Donu, ml petas, pa-ron da gantoj.
Glacé handschoenen, niet waar?
Ledajn gantojn, cu ne?
Bevalt u deze kleur?
Cu tiu ci koloro places al YlT
lk zou u deze tuit aanraden; die
zeer duurzaam.
Ml kontilus al vi ci tlom nuancov
^1 estas tre daurema.
Neen, ik zou gaarne wat lichte»
hebben.
Ne, ml dezirus ion pli helau.
2ial Ik ze een weinig oprekken?
Cu ju devas ilin iom plilar^igl?
De prijs is tamelijk hoog.
La prezo estas sufice alta.
Ik kan het onmogelijk goedkoop
doen; ik verdien oc niets aan.
Estas al mi neeble ilin lasi pli ma?
kare; mi tut© nenion per laboras.
Wenscht u ook nog iets? Niel
meer?
Cu vi dezlras ankorau ion plu? Cl
nenion plu
Ik moet nog een half dozijn hen»
den hebben.
Mi deziras ankorau duonon dekda
on da cemizoj.
Gewone of nachthemden?
Tag- au noktcemizojn?
Heeft u geen overhemden, ixoordei
of manchetten noodig?
Cu vi bezonas antaucemlzojn, kol»
mojn au manumojn
Dank u. op 't oogenblik Iwb
daar mets van noodig.
Dankon, momenta mi bezonas iW
nion de Üo.
Wil u het mij bezorgen. Hier I
mijn adres.
Sendu al mi don. Jen mia aJrest
Alios zal prompt bezorgd wix-daa,
Cio estas akurale prizorgita.
J. II. W. HABER.VEHL,
FEUILLETON
Naar het Engolsch
van
GUY BOOTIIBY.
27)
Maar welk soort van vrefis Icon het
geweest zijn, die zich zoo vun zijn ge-
heelen persoon had meester gemaakt,
'int hij zelfs niot den tijd had een
hoed te halen, inanr hlootshoofd* tic
Aoreld in moest, gaan op oen uur,
waarop leder© winkel gesloten was.
Hoe meer ik hierover nadacht, 'hoe
-nadselaehtigcr het, mij voorkwam.
Alvorens de hal to verlaten, onder
zocht ik de v oordeur, alleen om tot dé
ontdekking le komen, dat zij good ge
sloten was met grendel, slot. en ket
ting.
Toon ik mij omkeerde, om heen le
gaan, kwam AJphonse naar mij loc.
Ik vertelde hem het geheim van de
hoeden en vroeg er zijn opinie over.
Hii wist niet, wat er van tc moeten
denken.
Maar ook rk, mijnheer, heb een
ontdekking gedaan, riep hij uit Als
mijnheer zoo vriendelijk wil zijn even
met mij mee te gaan, zal ik het hem
vertellen.
Ik volgde bom naar zijn keuken, die
er, zooais gewoon!:.:k, onberispelijk
netjes uitzag ©n vandaar naar de. pro
visiekamer er achter. Met een thea
traal gebaar wierp hij (1e deur open
en verzocht mij binnen t© gaan. Ik
deed dat, ofschoon ik in de verste ver
te nioi. wist welke nieuwe ontdekking
jk nu weer doen zou. Ik kende Alpheu
se echter te goed om niet overtuigd te
zijn, dat, ais hij mij hierheen meenam
hij er ook wel zijn goede redenen voor
zou hebben. ïk keek om mij heen op
do wel voorziene planken, maar kon
nie! s ongewoons ontdekken en dat
vertelde ik hem.
Maar ziot mijnheer dan niets?
riep hij, zijn handen uitspreidend, en
de schouders ophalend, LoUIut zij bij
na zijn ooreu bereikten. Kijk dan,
mijnheerOkijk dan alstublieft.
Waar is do ham, die prachtige ham,
waarvan gisteren aan het ontbijt nau
welijks gebruikt is Waar is de koude
roaslbeef Waar is de kaas van Gar-
gonzola
En toen het deksel van den brood
trommel oplichtend, ging hij voort,
terwijl hi; er mot zijn vinger op wees.
Gisterenavond waren er nog twee
onaanposneden brooden waar zijn
zij nu? Zij zijn weg. Ja, mijnheer, zij
zijn wegl
Zij waren zéker weg, zóoals hi.1 ge
zegd had. en dat. feit gevoegd bii de
ontdekking betreffende de hoeden, die
ik gedaan luid, voord© mijn verba
zing ten toppunt. De zaak werd iedere
minuut ingewikkelder. Do gesloten
deur, het open venster, do moeilijk
heid om beneden op straat te komen,
tiet feit, dat de vermiste het huis
blootshoofds en zonder overjas ln een
bitter kouden nacht had verlaten,
daarbij "evoegd nog, dat hij zich op
zijn vlucht belast had met een groo-
ten ham, een biefstuk, oen halve kaas
en twee brooden dit alles scheen
haast al tc onmogelijk en toch had
den wij de feiten hier duidelijk voor
ons.
Ev>n minuut lang stond ik te storen
naar den ledigen broodtrommel, toen
verzocht ik Alphónse niets over dit on
derwerp aan juffrouw Sylvia te ver
tellen, ik ging bij hem vandaan en
snelde nog eens naar boven, naar de
slaapkamer vun mijn chef on vriend.
Ik was verlangend te weten of hij ol
die dingen had meegenomen in de
kleine Gladstonereistttsch, die altijd
onder zijn bed stond. Maar au stond
ik opnieuw verstomd, want do tusch
stend daar nog precies zooals ik het
do laatste maal gezien had. Hoe had
bij die artikelen dan mee kunnen ne
men Het was niet aan te nemen,
dat hij ze uit het venster in de straat
gegooid zou hebben, en ze later weer
opgeraapt, terwijl het aan den ande
ren kant absoluut onmogelijk was. dat
hij ze op zijn gevaarlijke ivis langs'
de lijst van het huis zou hebben mee
genomen. Blondiu zelf zou zoo n waag
stuk niet hebben volbracht, hoeveel
minder een man met gekwetste zenu
wen. die al beefde en sidderde, terwijl
hij gewoon op den vloer stond.
Als Ik'nog meer zulke ontdekkin
gen doe zei ik tot mijzelf, zal ik mijn
verstand er bij verliezen. Het eerste
wat mij nu te doen staat, is het
nieuws a«n juffrouw Sylvia bekend
te maken en hoe spoediger ik dut doe,
des tc beter voor alle partijen, di© er
mee te maken hebben. O, als hij mi]
maar vertrouwd had en go«xl gevon
den, dat ik hem hielp, dan zouden wij
nu niet in deze moeilijkheid zitten.
Maar gedane zaken nemen geen )'/.©r,
het eouigo wat ous nu te doen steal,
is tc trachten hom te vinden, lk ben
echter bang, dat het gelijk staat met
het zoeken van een naaid in een hooi
berg, vooral a'.s, wat ik vrees, do man
niet recht wel bij het hoofd is, Nie
mand is zoo scherpzinnig ais een
krankzinnige. Wat de Natuur hem in
één richting ontrooft, schijnt zij hem
in andere opzichten dubbel en dwars
te vergoeden.
Van die gedachte vervuld, koerd© ik
naar de studeerkamer terug, om daar-,
zooals ik verwachtte, juffrouw Sylvia
op mij te vinden wachten. Omdat lk
daartoe mijn woordenkeus niet ge
noeg tot mijn dienst heb, kan ik niet
hopen, u te doen begrijpen, hoe be-1
koorlijk zij er uitzag in haar nette,
donkergrijze japon mei de wit linnen
boord* en manchetten.
Toen ik de kamer binnen kwam, was
zij bezig de bloemen opnieuw te rang
schikken, als sneeuwvlokken lagen zij
op de tafel, terwijl haar vlugge hand
jes ze met zooveel bekwaamheid ieder
op haar plaats wisten te brengen, dat
het leek of er een tooverroede over het
geheel was heen gestreken.
Goeden morgen, mijnheer Armi-
tagc, zei ze, mij met een glimlach be
groetend, die mij duidelijker dan met
woorden to kennen gaf, dat zij tot nu
toe nog niets wist van de catastrophe,
die had plaats gehad, en oom zijn
allebei heel laat vanmorgen. Ik ge
loof, dat u niot opstaat ais u geroe
pen wordt. Weet u misschien ook of
oom nog lang denkt boven te blijven,
want als dut het geval is. moet ik do
dmgen naar boneden zonden om
warm te houden.
Er bleef mij .nu niet» anders over,
dan haar met het nieuws bekend te
maken. Maar hoe ik dat doen moest,
zag ik nog niet duidelijk in. ik wilde
haar niet bang maken, maar hoe
moest ik dat aanleggen Zij merkte
blijkbaar mijn aarzeling op, want
haar gelaat werd plotseling bleek, en
zij zette de vaas, die zij in do hand
hield weer op haar plaats. Wij keken
elkaar een oogenblik aan zonder te
ti. cm de ta»
spreken, en toen kwam
fel heou tiaar mij toe.
Mijnheer Arinitugo, i ze, ik kon
aan uw gezicht zien, d-'.i or lets ergs
is gebeurd. Wat is er Ik smeek u, het
mij te vertellen. Itotrefi. net rnijn oom*
Juffrouw Sylvia, u heeft goe-i ge
raden, hot spijt mij, dat te moeten zeg
gen, was mijn antwoord, ik heb in«"
derdar.d slecht nieuws voor u. Moar
u moet mij belooven dapper te zijn,
anders kan ik het u niot vertellen.
Ik zal dapper zijn, antwoordde;
zij, terwijl zij met haar ruooie ocgen
vol vertrouwen naar mij opkeek. Ver-1
berg mij alstublieft niets, vertel mif
alles, zoodat ik overtuig! kan z'jn,
dat ik het ergste weet. Wat is mijn ur
men oom overkomenLi wil toch niet
zeggen, dat hij dood is
Neon, zoo org is het gelukkig
niet, antwoordde ik. Muar hij is ner
gens te vinden. Wij vonden vanmor
gen zijn deur gesloten, lk brak huur
open, alleen 0111 lol ue ontdekking te
komen, dat zijn 1-ou niet beslapen, cn
hij void wenen was.
Maar kun hij ook zijn uitgegaatw
voor een wandeling? vroeg zij. U:
weet, dat hij dat dikwijls doet vóór
het ontlui t. Wat is ervoor angstigs in;
het feit. dat u hem niet in zijn kamen
vondt ou dat de deur gesloten was?
Heel waarschijnlijk zal hij den sleuW
hebben meegenomen.
(Wordt vervolgd)*^