NIEUWS" en ADVERTENTIEBLAD. 27e Jaargang. No. 8162. Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. woensdag 2 februari 1910. b HAARLEM S DAGBLAD ABONNEMENTEN ^."^86ADVERTENTIE N: per drie maanden: Van regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement Voor Haarlemƒ1.20 Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat. gemeente)1-30 I\V. AdvertentiGn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing; Franco per post door Nederland1.65 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant. Geïllustreerd Zondagsblad, 'voor Haarlem* 037W Redac,ie en Administratie: Groote Houtstraat 53. de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724. Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122. Tot de plaatsing van advertentiön en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon in tere. 6229. TWEEDE BLAD. Büïteniandsch Overzicht T SCHANDAALTJE IN DEN DUIT- SCHEN RIJKSDAG, heeft een sle.artjo gehad. Men weet dat de conservatieve heer Von Oldenburg In deze volksvertegenwoordiging de stelling verkondigde, dat do keizer aan den eersten den besten luitenant moet kurrntn bevelen „neem tien sol daten en sluit den Rijksdag." 't Ge volg was een onbedaarl k hoongelach, en de voorzitter reddo nog voor een klein deeltje de reputatie van Von Ol denburg, door te zeggen, dat deze al leen bedoelde te laten uitkomen, hoe streng de tucht in 't leger moet zijn. Geen beleediging, geen kleineering van den Rijksdag o. neen I De socialist Ledebour nam met dit excuus geen genoegen en diende een protest in tegen de houding van den voorzitter, den vice-president Hohen- lohe. Gisteren werd over dit protest gestemd, 't Werd verworpen bij een- voud'ge stemming, want alleen de so- tiaal-democraten, de vrijzinnigen en de Polen stemden vóór. „De uitslag werd mei groote vroolijkheid ontvan gen" zoo melden de telegrammen. Eerlijk gezegd, begrijpen we deze vroolijkheid nietVrijdag protes teerde bijna elk tegen de woorden van Von Oldenburg, zoodat dit meteen een verwijl tegen den voorzitter was. En nu.... Maar, wanneer men 't pro test had aangenomen, dan was Ho- henlohe vertrokken, enmen heeft indertijd zoo veel moeite gedaan, om hem voor dit baantje te vinden I De pers blijft protesteeren tegen de uitlating van Von Oldenburg. Ben der bladen schrijft o. a. De heer Von Oldenburg heeft in den Rijksdag de tucht als de hoogste deugd genrezen en heeft haar boven recht, wet en grondwet gesteld. Wat zou hij nu zeggen, Indien eens een koning van Pruisen „een officier en tien man" bevel gaf. om hem 25 sla gen op zijn zitvlak te geven of wel, om hem in een gekkenhuis op te sluiten Indien de heer Von Oldenburg werke lijk zichzelven zoo gelijk blijft, als hij beweert, en indien hij inderdaad de tucht hooeer waardeert dan de wet, zal hij nog onder de 25 slagen „Leve de koning van Pruisenmoeten schreeuwen. Maar men mag aanne- moi, dal hij wel iets anders zou schreeuwen, iudien hij de tucht zoo van de keerzijde leerde kennen. Over DE ENGELSCHE POLITIEK blijft gereaeld veel te schrijven. Men bekommert zich nu niet meer om de vier oi vijf verkiezingen, die nog moe ten plaats hebben, maar is nu alge meen bezig met <io beschouwing oer vraag hoe zal '1 r.u verder gaan De premier Asquith is nu in 't Zuiden, i. g. om daar van de verkiezingsdruk- te wat uit te rusten, maar hij heeft nu een schoone gelegenheid, om eens kalm te overdenken, wat hem te doen staat. De Engelsche pers schrijft eiken dag over deze zank. Do unionistische bladen huldigende gei. atigdheid en degel ij keo zin van Asquith en verwachten, dal deze 't oor sluitende voor de heethoofden uit zijn partij geen avonturen zal gaan zoeken, maar, overeenkomstig de voorwaardelijke overwinning aan de stembus, tot onderhandelen met de te genpartij en een politiek van verzoe ning bereid zal zijn. De liberale bladen zijn 't hiermee niet eens en protesteeren er tegen, dat de unionisten den uitslag der verkie zingen willen wegredeneren. De re- geering heeft (zoo betoogen ze dan verder) èen meerderheid van 120 stemmen tegen het Hoogerhuis, en dat is ruim voldoende om de Lords op hun plaats te zetten. Trouwens, zoo nadrukkelijk mogelijk heeft Asquith voor de verkiezing gezegd, dat het mi nisterie alleen aan het bewind wil blijven, als het in staat wordt gesteld, het Hoogerhuis te „temmen". En As quith is er de man niet naar, om zijn woord ontrouw te worden. Blijft de moeilijkheid van de be^ grooting, die het ministerie onveran derd aangenomen wilde hebben, ter- wiil de Ieren, die bij de stemming daarover de beslissing in handen heb ben, er tegen zijn. Zullen de Redmon- disten (de volgelingen van John. Red mond, die er voor is, om met de libe ralen een regeerlnsspnrtij te vormen) er nu voor stemmen O'Brien (de Ier. die z'n partij onafhankelijk wil hou den) heeft hun in een rede voorgehou den, dat, als zij 't doen, het lersche volk hen bij de volgende verkiezing, die z. i. aanstaande is. er uit za' gooi en. Maar als zij zich onthielden, ge lijk verleden juar bij de derde lezing Dan treft hen stellig O'Brien's ban vloek evenzeer, want daardoor laten ze de begrooting aannemen. Memoree- ren we even waarom of de Ieren te gen deze begrooting zijn, dan moeten we allereerst er op wijzen, dat daar door den omvangrijken drankhandel in Ierland en ook den niet veeJ minder beteekenenden tabakshandel, veel schade zal worden toegebracht, meer dan 't ai-me Ierland, volgens de over tuiging van z'n bewoners, kan dragen. Inderdaad, de Engelsche quaestie blijft ook na de verkiezing interessant. De uitslag der gisteren gehouden verkiezingen is De liberalen hebben een zetel ver overd te Wick in Schotland. In Ierland wonnen de Obrienisten twee zetels op de aanhangers van Redmond. Gekozen zijn thans271 unionisten, 273 'dralen, 41 leden der arbeiders partij en 82 Ierschc nationalisten. On der de laatsten zijn inbegrepen 11 Obrienisten. Dit moet helaas ook van DEN WATERSNOOD IN FRANKRIJK gezegd worden. Wel blijft do daling van het water geregeld nog aanhou den, maar de gevaren verminderen niet of slechts zeer weinig. Een der ernstigste d'ngen te Parijs is al het water, dat onder de stad gekomen is. Het is onmogelijk te we ten welk ondermimend 'O-raderlIJk werk het daar verricht heeft Verschei dene straten en bijzonderlijk eenige kaden, die weer drooggeinopen zijn. toonen nu duidelijk door gaten en ver zakkingen <len boozen invloed van het water. Hoe is het daar, waar men het niet ziel De watersnood te Parijs is niet alleen verbijsterend en verschrik kend geweest, heeft niet alleen zicht bare gevaren en schade gebracht, maar hij was vol onzichtbare geva ren, die niet met het zakken van bet water verdwenen zijn. Nu zijn alle onderaardsche gangen, spoorwegtunnels, riolen, enz nog vol water, dat onder hoogen druk staat. Wanneer dit water evenwel gaat zakken, hebben de daarboven ge legen grond en straat geen voldoenden steun meer. en overal, waar de gewel ven door den waterdruk geleden heb ben, zijn instortingen te vreezen. Hoe groot de schade za] zijn is na tuurlijk nog niet te zegeen. Sommi gen spreken al van 500.000.000 francs. In elk geval slaat vast, dat de schade zeer, zéér groot zal zijn. Golukki" komt veel steun in, maar in vergelijking bij wat noodig is, nog veel te weinig. In Parijs wordt al veel voor de slachtoffers gedaan, om hen te helpen aan onderdak, voedsel, enz. Minder goed hebben de slachtoffers het op 't platteland, want 't is moeilijk hen te bereiken. De zwaar getroffen bevol king van Gennevilliers is thans van levensmiddelen voorzien en loopt thans geen gevaar meer te verhonge ren. Deze buitenstreken zijn ook blootge steld aan de apachen en plunderaars, die van de verwarring der ramp en het onbewaakt zijn van verlaten hui zen gebruik willen maken om te ste len. Aon soldaten, zeelieden, vela- wachters is last gegeven met de groot ste gestrengheid tegen deze ellende lingen op te treden- Volgens een bericht van enkele bla den zouden mariniers plunderaars .ictitervol"d hebben Dezen zouden ge schoten hebben. De zeelieden zouden daarvoor niet teruggedeinsd zijn, in tegendeel zo zouden twee der boos wichten verdronken en een derde op gehangen hebben.... Officieel wordt dit bericht evenwel niet bevestigd. De Fransche ministerraad besloot een commissie te benoemen om mid delen te beramen om in den vervolge overstroomingen te voorkomen. Be sluiten werden genomen om de wer king der openbare diensten te verze keren. De minister van handel zette den raad dc genomen maatregelen uiteen, teneinde langs de wegen de levensmiddelen aan te voeren, zon der dat de prijzen zouden stijgen. De Senaat heeft een rnotie aange nomen, waarin het vertrouwen wordt uitgesproken, dat de regeering de noodige maatregelen zal nemen ter ondersteuning van de slachtoffers der overetrooming. ONTPLOFFING. Door de ontploffing In de mijn bij Primero zie telegrammen in ons vorig nummer is de schacht geheel en a) vernield. Men vermoedt, dat aJlo mijnarbeiders, ten getale van 149, zijn omgekomen. De reddings manschappen hebben reeds 24 lijken opgehaald. Stadsnieuws „NUïerbBtd" en de Bakkerswet Gisteravond werd in de bovenzaal van ,De Kroon" de aangekondigde bijeenkomst gehouden van het Huar- lenisch departement der Nederland- sche Maatschappij van Nijverheid, waarin Mr. H. Blaupot ten Cate het woord voerde over hel ontwerp-Bak- kerswet van Minister Talma Een aantal bakkerspatroons woon de de vergadering bij. Vooraf sprak de heer J. Merens, voorzitter der afdeeling, een woord tot huldiging van de nagedachtenis van den heer Dr. M. Greshoff, die do Technische Boekerij heeft gesticht- De vacature, ontstaan door het overlijden van den heer Greshoff, zal vervuld worden door den heer Tade- ma Wieland. De heer J C. Peereboom bracht na mens de financieele commissie ver slag uit, omtrent de rekening en verantwoording. De heer Peereboom vestigde er de aandacht op, dat er In de rekening eenige vaste posten voorkomen, die op het oogenblik de draagkracht van het departement overschrijden. Zoo de post van het Natuurh. Gezel schap, wier ledental niet zulk een vlucht nam, als men verwachtte. Me de zijn de subsidies ten behoeve van het Bureau voor Handelsinlichtingen, het Koloniaal Museum en de Techni sche Boekerij van belang. Spreker gaf in overweging, om deze omstandigheid onder de oogen te zien, om te komen tot een oplossing, hetzij door vermeerdering van het ledental, hetzij door beperking der uitgaven. Xls secretaris en penningmeester wei-den onderscheidenlijk herkozen de heeren Mr. J. C. L. Vlaanderen en R Veth. In de plaats van den heer Meren®, die zich niet verk esbaar stelde, werd to: voorzitter gekozen de heer C. H Julius. Daarna verkreeg Mr. BLAUPOT TEN CATE het woord, om het „rampzalige wets ontwerp" uiteen te zetten. In den aanvang van zijn voor dracht zette spreker uiteen den toe stand van de bakkerij in het midden der vorige eeuw, vóór de broodfabrie ken ontstonden. De bakkerijen wa ren slecht ingericht, de gezellen wa nen inwonend, genoten een slecht loon en moesten 24 uur klaar staan, om de bevelen van den patroon op te volgen. vJn Zutfen bedroeg het loon van een gezel J 30 per jaar. Dr Sarphati was het, die de eerste broodfabriek te Amsterdam oprichtte Daarmee kwam een nieuwe toestand. De gezel kon niet meer inwonend zijn. liij moest een kosthuis zoeken. Het loon moest daardoor stijgen en de ondergeschki te werd losser van den patroon. In de fabriek kreeg men de goed in gerichte fabnekslokaleu, inplaats de keiderbakkerijen. Op de hygiène kon meer gelet worden en machines de den haar intrede. Door den invloed van de fabriek werden de particuliere bakkerijen beter. Op de hygiene werd ook daar meer gelet, liet internaat afgeschaft, het loon steeg en de ma chinale deegbereiding ingevoerd Behoefte ontstond daardoor aan groote omzetten. Daardoor daalde de prijs. In Amsterdam daalde de prijs b.v. met 6 cents na de oprichting der broodfabrieken. Groote omzet en oontinu bedrijf in de fabriek waren oorzaken, dat de arbeid ook des daags plaats had, waardoor de lokalen niet overdag on gebruikt bleven. De geheele week werd thans gewerkt, tot op den laat sten tijd ook op ZondAg. Den particulieren bakkers werd hierdoor de strijd om het bestaan moeilijk gemaakt. De broodprijs daal de De fabriek kon dit doen door grooteren omzet. De particuliere bak kers gingen hierom een zekeren haat tegen de fabrieken koesteren Uit dien haat spruit gedeeltelijk de sympathie van de bakkers voor dit ontwerp-bak. kerij voort- De coöperatieve bakkerij is door 't dividend-stelsel meer een spaarbank en een oefenschool voor politici Daar nevens heeft men de kleine- en de middel-bakkerijen. Met de uiterste in spanning kunnen de kleme bedrijven het houden. Zij zijn in liet leven ge roepen door net ongezonde streven der gezellen, om zelf patroon te wor den. Die kleine bakkers zijn de groot ste voorstanders der Bakkerij-wet van Minister Talma. Wat wil Minister Talma Hij wil een starre wetgeving, waarbij de kleinste plattelands-bakkerijen in Drente over denzelfden kam worden geschoren als de groote fabrieken in de steden. Een ethisch bezwaar is do dwang op de patroons, dat zij niet meer vrij zullen zijn in hun arbeid. De wet zal het bedrijf gedurende acht uren van den nacht stopzetten. De Mi nister zegt daarbij niet, wat hij onder nacht verstaat. De Bakkersraden zul len het aanvangsuur van den nacht bepalen Dat gaat te ver, want de nroductiviteit van het bedrijf wordt door de bepaling van dat aanvangs uur beheerscht. De Bakkersraden zijn voor de helft samengesteld uit gezel len, die niet alle bedrijfsvoorwaarden kunnen Overzien en zich zullen laten leiden door andere motieven, dan die in het belang van het bedrijf zijn. En als de bakker dan begint, vindt hij niets klaar. Hij moet nog deeg gaan maken en andere voorbereiden de werkzaamheden verrichten. Daar door zal het bedrijf ongeveer 101/2 uur stoornis ondervinden. De Zaterdag, wanneer voor twee dagen moet gebakken worden, is het moeilijke punt. Dat men des Zaterdagsmorgens om twee uur mag beginnen, gelijk de wet zegt, geeft niet veel. Des Zaterdags zal men het brood moeten bakken voor Zaterdag, Zon- dae en een dee! van den Maandag Daarom moet de ovenruimte uitge breid worden, sommige met 60 pCt. Wat dal beteekent, kan men nagaun, ais men bedenkt, dat sommige be drijven een ton of meer als kapitaal hebben. De fabrieken kunnen deze moei lijkheid ontkomen door verhooging van den broodprijs. Een onpartijdige autoriteit, prof. Folmer, buitengewoon hoogleeraar te Delft, geen van de leden van het Bakkers-comité kende den heer Fol- rner berekende, dat het brood met 1.03 cent per K.G. zal moeten stijgen; waarschijnlijk echter zal deze prijs- verhooging meer zijn De voorstanders der wet erkennen thans ook, dat de prijs zal moeten ver hoogd worden Vermoed wordt, dat de kleine bakker de prijzen niet zal doen stijgen. Spr. bestrijdt dit. De haat te gen de fabrieken zal er hun toe bren gen den prijs te verhoogen, die door de fabrieken gedrukt is. De patroons beginnen zich ook tegen het ontwerp tê keeren. b.v. hier >n Haarlem. De reden daarvan zocht spr. daarin, dat zij tot de erkentenis komen, dat hun bedrijf niet meer economisch Is te noemen. Zij zuilen gedwongen wor den om des morgens "te bakken voor 's avonds, en des avonds voor den volgenden morgen, dus twee malen per dag Spr bestrijdt, dat de fabrio ken plaatselijk zouden werken. De labnek te Zaandam beheerscht den prii® in geheel Noord-Holland; die in Amersfoort verzond haar brood zelfs naar Friesland. De fabrieken bebeer- schen dus T geheele land. liet is on juist van minister Talma, om te bewe ren, dat eike bakker des nachts bakt. Geheele streken, zelfs plaatsen als 's-Hertogeubosch, kennen geen nacht arbeid. In den Bosch vangt men eerst te half 4 aan. De qualiteit van het brood zal ver minderen. Bij afschaffing van den nachtarbeid zal de bakker gedwongen zijn om ten koste van alles versch brood te leveren, want dat wil 'i pu bliek Daardoor zal de hoedanigheid verminderen. Dat bewijst de ervaring in andere landen, waar de nachtar- beid niet meer bestaat Concurrentie zal alle patroons dwingen, om versch brood en dus brood van minder quali teit te leveren. De klein-industrie, waarbij slechte re toestanden heerschen. zal door de wet bevorderd worden. Hoe laat zal men des morgens versch brood kunnen krijgen Spre ker wijst op de proef met afschaffing van nachtarbeid bij „E'gen Hulp", hier ter stede. Men kon niet klaar ka. men vóór twaalf uren. Bij het koffie- drinken kreeg men ook dus geen versch brood. Wilde men dat, dan zou 't voor de gezellen een hoi in de bak kerij worden. Op die hel wenscht mi nister Talma aan te sturen Spreker wil thans zijn meening staven, dat de bijval voor de wet stamt uit haat van 't klein bedrijf tegen het groot-bedrijf. Spr wlist op een circulaire van den heer Ten Roek horst, die afwisselend gezel en patroon was. Spr. resumeert de voordeelen door de fabrieken 'n 't leven geroepen. Nu wil <Je wet aan het allerkleinste be drijf een voorsprong geven op ae groot-bedrijven. En die kleinste be drijven leven ten koste der gezellen. Z:j kunnen slechts bestaan door de lange arbeidstijden, internaat, brood- bezorgen door de gezellen. De wet verbetert niet de slechtste toestanden De overmatige arbeids duur in de bakkerijen is grooter kwaad, dan de nachtarbeid Er zijn bakkerijen, waar 100 uur in de week wordt .gewerkt. Sommige gezellen werken op Zaterdag en Vrijdag wel 20 uren. De minister vergat een overzicht bij de wet te voegen omtrent den invloed van de afschaffing van den nachtar beid in de bakkerijen In Italië, 't kan ton lessino. Finland en Noorwegen is de nachtarbeid afgeschaft. Finland zond pas de gegevens. Deze zijn nog niet bewerkt kunnen worden. De an dere landen gaven ongunstige ïnlich- tincen. Zoo de bakkersvereeuiging te Rome, die verklaarde, dat het geheele bedrijf in de war is. Het brood vóór 12 uur geleverd, is inferieur. Het eer ste baksel is bijna niet te eten. Eerst des middags twee uur kan goed brood geleverd worden. De broodprijzen zijn verhoogd en een ieder is ontevreden. Bakkers, gezellen, klanten, depot houders, iedereen gaat zich tegen do wet verzetten. Als dit rapport zijn ook de 40 ando re rapporten, die 't bakkerscomité uit Italië ontving. In Tessino heeft men wel eon wet, die den nachtarbeid vorbiedt, maar de Rijkswet maakt die wot krachteloos, dewijl gewerkt mag worden als vijl gezellen dit willen. Den gezellen hier tn Nederland heeft men naar hun meening ge vraagd In Amsterdam en Den Haag heeft men een geheime stemming ge houden. 53 pCt. van de uitgebrachte stemmen waren vóór afschaffing D>'t Meek ook te Hengelo, waar een derge lijke stemmingsresultaat werd verkre gen. In verband met de vraag, in ..Haar lem's Dagblad" gesteld, waarom een advocaat deze wet komt bespreken, zegt spr., dat hij geen enkelen rechts grond in de wet vond. Spreker merkt op, dat het bakkers bedrijf gezonder is, dan hel gemiddel de dei andere bedrijven. De bakkers Jijden echter veel aan typhus Dit komt door '1 gebruik van melkbrood, daar de gezellen veel ongekookte melk drinken. (Gelach; Spreker handhaaft zijn opmerking, trots het lachen in de zaid. In Amsterdam heeft de Gezond heidsdienst d't ook meermalen vastge steld. feuilleton Quïnnion de Philosoof. Naar het Engelsch van GUY BOOTHBY, 30) s Middags meldde zekere mijnheer Grigson zich aan, die mij vroeg te spreken. Ofschoon ik zijn naam niet kende, ging ik toch naar boneden, om hem in de zaal te ontmoeten, waar hij bezig was aandachtig te kijken naar den liop van den bison tegen den muur. Hij was een kleine, magere man, met grijzend haar, een gladgeschoren gelaat, en kleins bruine oogen, die iemand door en door schenen te wil len kijken. Toen hij mij hoorde binnenkomen, keerde hij zich om en nam zijn lorg net af. Mijnheer Armitage vroeg hij an als antwoord gaf ik to kennen, dat dit inderdaad mijn naam was, en Vroeg, wat ik voor hem kon doen. Daarop vertelde hij mij, dat hij Inspecteur van politie was, en dat hij tall kwam bezoeken met betrekking tot het vreemde verdwijnen van mijn heer Quinnion. Ik verzocht hem te gaan zitten en mij alle mogelijke vragen te doen, die hij noodig oordeelde, dan zou ik ze naar mijn beste weten beantwoor den. Om te beginnen, zei hij, zou ik graag de kamer willen zien, waaruit hij ontvlucht is, als u er niets te-gen heeft. De vraag, of hij langs die lijst geklommen is is van groot be lang, en het is mogelijk, dat daaruit gevolgtrekkingen te maken zijn, die eenig licht op de zaak zouden kun nen werpen. Ja. ik zou die kamer wel eens eerst willen inspecteeren. Ik had daar niets tegen, daarom ging ik hem voor naar boven. De deur aan den voet van de trap trok zijn aandacht Hij bleef staan, om liaar te onderzoeken. Dat is een merkwaardige inrich ting, zei hij. Mag ik naar de reden daarvan vragen Om ruimte uit te winnen, ver onderstel ik, was mijn antwoord. Ten minste dat is altijd mijn idéé ge weest. Zooais u zeker heeft opge merkt, de trap begint onmiddellijk bij de deur. Ik denk, dat mijnheer Quin nion verkoos het zoo te hebben, om dat anders de trap een uitbouwsel in de. kamer zou hebben noodig go- maakt. En van wlen was het Idéé Van mijnheer Quinnion zelf. Ook heeft hij het zelf uitgevoerd. Het pa neel hier, en ook boven, maakte hij zelf. Och kom I Dat was alles wat hij zei, maar de manier waarop die woorden er uit kwamen, gaf mij aanleiding om te kijken. Zijn toon sprak bookdeelen en ik kon zien, dat hij ook tot de con clusie was gekomen, dat de arme Quinnion niet wel bij het hoofd was. Wij gingen de trap op en ik bracht hem naar de kamer van den vermiste. Hij keek om zich heen en zijn scherpe oogjes schenen alles in zich op te nemen. Hij liep naar het venster, wierp het opeu en keek naar buiten. Eenigo minuten lang stond hij met de grootste aandacht naai- de lijst te kijken en den afstand tot de portiek en zijn hoogte van den grond op te nemen. Daarna draaide hij zijn hoofd om, om een duidelijken indruk te krijgen van het front van het huis, ik denk om te zien, of er met mogelijk heid ook iets te vinden was. waaraan een man zich zou kunnen vasthou den, als hij er langs liep. Maar er was hoegenaamd niets. Ik had mij al lang van dat feit overtuigd. Eindelijk trok bii zijn hoofd naar binnen en begon de kamer zelf weer te onder zoeken Weet u zeker, dat hij geen tasch heeft meegenomen Volkomen zeker, antwoordde lk. Zijn tasch ligt onder bet bed. U zegt, dat hij den vorigen avond opgewekter scheen te zijn dan in dagen gebeurd was Ja, veei.opgewekter. Het deed zijn nicht en mij allebei goed, hem zoo te zien, want wij waren juist dien morgen ernstig ongerust over hem geweest. Is hij den geheelen avond niet uit geweest Heelemaal niet. Na het diner zaten wij in de studeerkamer en Juftr. De Marcelle speelde piano voor ons. Hij hield bijzonder veel van muziek en zij scheen een kalmeerenden In vloed op hem te hebben. Ik vrees, dat wij wol wat veel van haar goedheid vergden, want het was bijna elf uur, voordat wij elkaar „goedennacht" wenschten. Hij scheen mijn laatste woorden niet te hooren, maar stond steeds peinzend met den wijsvinger en duim van zijn rechterhand langs zijn kin te strijken, steeds de oogen gericht op het schoenenrek, als verwachtte hij, dat dit hem een inspiratie zou ge ven. Ik stoorde hem niet in zijn over peinzingen, maar wachtte geduldig, tot hij weer zou beginnen te spre ken. Dat duurde niet lang. Mijnheer Quinnion bezit een goe den voorraad schoenen, merkte hij, naar T mij toescheen, wat Inconse quent op. En weer begon hij over zijn kin te strijken, een gewoonte, waarom hij, naar ik later hoorde, beroemd was als hij diep nadacht Eindelijk nam hij een van de schoenen op en onderzocht liem zorg vuldig, terwijl hij het breedste deel van de zool met een kleinen ivoren duimstok, dien hij uit zijn jaszak haalde, mat. Daarna ging hij weer uit het venster leunen. Hij was echter te klein om de Lijst te bereiken, en ik bood aan het voor hem te doen Ofschoon ik lang ben en lange ar men heb, kon ik het zoover niet bren gen. Eindelijk, door mijn eene been van den grond te lichten, wist ik haar te bereiken en berichtte, dat de breed te iets meer was dan zes duim In antwoord op mijn inlichting liet hij een kort gegrom hooren, dat misschien iets moest beteekenen, en begon w^er vol aandacht naar het schoenenrek te kijken. Wie poetst de schoenen in dit huis vroeg hij na een korte pauze, waarin hij op de gewone wijze langs zijn kin wreef. Ik berichtte hem, dat de Fransche kok dit deed, waarop hij verlof vroeg, om dien belangrijken dienaar eenige vragen te doen. Ik trok aan de hel en heel kort daarop kwam Alphonse binnen. Om dat het Fransch van mijnheer Grig- son begrensd was tot enkele woorden, zooals hij mij vertelde, en hel En gelsch van Alphonse aan duidelijk heid zeer vee! te wenschen overliet, bood ik aan de rol van tolk op mij te - Wil u hem vragen hoeveel paar schoenen mijnheer Quinnion bezit? zei hij tot mij. Ik bracht de vraag aan Alphonse /er, die na een poosje geteld te heb ben, tot de slotsom kwam, dat hij zes verschillende paren schoenen, zwarte en bruine, bezat, twee paar wandelschoenen, een paar van wit bokkenvel, een paar overschoenen en een paar van marocco-leer. Verder nog een paar avondschoenen van Oxfordleer en een paar gemaakt van de huid van een of ander dier, waar aan Alphonse geen naam wist te ge ven. Vraag hem als 't u blieft wat zijn meester gisterenavond droeg 1 zei Grigson. Die vraag behoefde ik niet over to brengen, want ik was in staat haar zelf té beantwoorden. Hij had zooals gewoonlijk de schoenen van rendier leer gedragen. Zijn er nog andere laarzen of schoenen beneden Neen I verklaarde Alphonse. Hij had ze dien morgen alle bo ven gebracht. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 5