NIEUWS" en ADVERTENTIEBLAD.
27e Jaargang. No. 8162.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen. woensdag 2 februari 1910. b
HAARLEM S DAGBLAD
ABONNEMENTEN ^."^86ADVERTENTIE N:
per drie maanden: Van regels 50 Cts.; iedere regel meer 10 Cts. Buiten het Arrondissement
Voor Haarlemƒ1.20 Haarlem van 1—5 regels ƒ1.elke regel meer ƒ0.20. Reclames 30 Cent per regeL
Voor de dorpen in den omtrek waar een Agent gevestigd is (kom der Bij Abonnement aanzienlijk rabat.
gemeente)1-30 I\V. AdvertentiGn van Vraag en Aanbod, hoogstens zes regels, 25 Cts. per plaatsing;
Franco per post door Nederland1.65 50 Cts. voor 3 plaatsingen contant.
Geïllustreerd Zondagsblad, 'voor Haarlem* 037W Redac,ie en Administratie: Groote Houtstraat 53.
de omstreken en franco per post „0.45 Intercommunaal Telefoonnummer der Redactie 600 en der Administratie724.
Uitgave der Vennootschap Lourens Coster. Directeur J. C. PEEREBOOM. Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 6. Telefoonnummer 122.
Tot de plaatsing van advertentiön en reclames van buiten het Arrondissement Haarlem in dit blad is uitsluitend gemachtigd het Algemeen Binnen- en Buitenlandsch Advertentie-Bureau D. Y. ALTA
Warmoesstraat 7678, Amsterdam. Telephoon in tere. 6229.
TWEEDE BLAD.
Büïteniandsch Overzicht
T SCHANDAALTJE IN DEN DUIT-
SCHEN RIJKSDAG,
heeft een sle.artjo gehad. Men weet dat
de conservatieve heer Von Oldenburg
In deze volksvertegenwoordiging de
stelling verkondigde, dat do keizer
aan den eersten den besten luitenant
moet kurrntn bevelen „neem tien sol
daten en sluit den Rijksdag." 't Ge
volg was een onbedaarl k hoongelach,
en de voorzitter reddo nog voor een
klein deeltje de reputatie van Von Ol
denburg, door te zeggen, dat deze al
leen bedoelde te laten uitkomen, hoe
streng de tucht in 't leger moet zijn.
Geen beleediging, geen kleineering
van den Rijksdag o. neen I
De socialist Ledebour nam met dit
excuus geen genoegen en diende een
protest in tegen de houding van den
voorzitter, den vice-president Hohen-
lohe. Gisteren werd over dit protest
gestemd, 't Werd verworpen bij een-
voud'ge stemming, want alleen de so-
tiaal-democraten, de vrijzinnigen en
de Polen stemden vóór. „De uitslag
werd mei groote vroolijkheid ontvan
gen" zoo melden de telegrammen.
Eerlijk gezegd, begrijpen we deze
vroolijkheid nietVrijdag protes
teerde bijna elk tegen de woorden van
Von Oldenburg, zoodat dit meteen
een verwijl tegen den voorzitter was.
En nu.... Maar, wanneer men 't pro
test had aangenomen, dan was Ho-
henlohe vertrokken, enmen heeft
indertijd zoo veel moeite gedaan, om
hem voor dit baantje te vinden I
De pers blijft protesteeren tegen de
uitlating van Von Oldenburg. Ben der
bladen schrijft o. a.
De heer Von Oldenburg heeft in den
Rijksdag de tucht als de hoogste
deugd genrezen en heeft haar boven
recht, wet en grondwet gesteld. Wat
zou hij nu zeggen, Indien eens een
koning van Pruisen „een officier en
tien man" bevel gaf. om hem 25 sla
gen op zijn zitvlak te geven of wel, om
hem in een gekkenhuis op te sluiten
Indien de heer Von Oldenburg werke
lijk zichzelven zoo gelijk blijft, als hij
beweert, en indien hij inderdaad de
tucht hooeer waardeert dan de wet,
zal hij nog onder de 25 slagen „Leve
de koning van Pruisenmoeten
schreeuwen. Maar men mag aanne-
moi, dal hij wel iets anders zou
schreeuwen, iudien hij de tucht zoo
van de keerzijde leerde kennen.
Over
DE ENGELSCHE POLITIEK
blijft gereaeld veel te schrijven. Men
bekommert zich nu niet meer om de
vier oi vijf verkiezingen, die nog moe
ten plaats hebben, maar is nu alge
meen bezig met <io beschouwing oer
vraag hoe zal '1 r.u verder gaan De
premier Asquith is nu in 't Zuiden,
i. g. om daar van de verkiezingsdruk-
te wat uit te rusten, maar hij heeft nu
een schoone gelegenheid, om eens
kalm te overdenken, wat hem te doen
staat.
De Engelsche pers schrijft eiken
dag over deze zank.
Do unionistische bladen huldigende
gei. atigdheid en degel ij keo zin van
Asquith en verwachten, dal deze 't
oor sluitende voor de heethoofden uit
zijn partij geen avonturen zal gaan
zoeken, maar, overeenkomstig de
voorwaardelijke overwinning aan de
stembus, tot onderhandelen met de te
genpartij en een politiek van verzoe
ning bereid zal zijn.
De liberale bladen zijn 't hiermee
niet eens en protesteeren er tegen, dat
de unionisten den uitslag der verkie
zingen willen wegredeneren. De re-
geering heeft (zoo betoogen ze dan
verder) èen meerderheid van 120
stemmen tegen het Hoogerhuis, en
dat is ruim voldoende om de Lords op
hun plaats te zetten. Trouwens, zoo
nadrukkelijk mogelijk heeft Asquith
voor de verkiezing gezegd, dat het mi
nisterie alleen aan het bewind wil
blijven, als het in staat wordt gesteld,
het Hoogerhuis te „temmen". En As
quith is er de man niet naar, om zijn
woord ontrouw te worden.
Blijft de moeilijkheid van de be^
grooting, die het ministerie onveran
derd aangenomen wilde hebben, ter-
wiil de Ieren, die bij de stemming
daarover de beslissing in handen heb
ben, er tegen zijn. Zullen de Redmon-
disten (de volgelingen van John. Red
mond, die er voor is, om met de libe
ralen een regeerlnsspnrtij te vormen)
er nu voor stemmen O'Brien (de Ier.
die z'n partij onafhankelijk wil hou
den) heeft hun in een rede voorgehou
den, dat, als zij 't doen, het lersche
volk hen bij de volgende verkiezing,
die z. i. aanstaande is. er uit za' gooi
en. Maar als zij zich onthielden, ge
lijk verleden juar bij de derde lezing
Dan treft hen stellig O'Brien's ban
vloek evenzeer, want daardoor laten
ze de begrooting aannemen. Memoree-
ren we even waarom of de Ieren te
gen deze begrooting zijn, dan moeten
we allereerst er op wijzen, dat daar
door den omvangrijken drankhandel
in Ierland en ook den niet veeJ minder
beteekenenden tabakshandel, veel
schade zal worden toegebracht, meer
dan 't ai-me Ierland, volgens de over
tuiging van z'n bewoners, kan dragen.
Inderdaad, de Engelsche quaestie
blijft ook na de verkiezing interessant.
De uitslag der gisteren gehouden
verkiezingen is
De liberalen hebben een zetel ver
overd te Wick in Schotland.
In Ierland wonnen de Obrienisten
twee zetels op de aanhangers van
Redmond.
Gekozen zijn thans271 unionisten,
273 'dralen, 41 leden der arbeiders
partij en 82 Ierschc nationalisten. On
der de laatsten zijn inbegrepen 11
Obrienisten.
Dit moet helaas ook van
DEN WATERSNOOD IN
FRANKRIJK
gezegd worden. Wel blijft do daling
van het water geregeld nog aanhou
den, maar de gevaren verminderen
niet of slechts zeer weinig.
Een der ernstigste d'ngen te Parijs
is al het water, dat onder de stad
gekomen is. Het is onmogelijk te we
ten welk ondermimend 'O-raderlIJk
werk het daar verricht heeft Verschei
dene straten en bijzonderlijk eenige
kaden, die weer drooggeinopen zijn.
toonen nu duidelijk door gaten en ver
zakkingen <len boozen invloed van het
water. Hoe is het daar, waar men het
niet ziel De watersnood te Parijs is
niet alleen verbijsterend en verschrik
kend geweest, heeft niet alleen zicht
bare gevaren en schade gebracht,
maar hij was vol onzichtbare geva
ren, die niet met het zakken van bet
water verdwenen zijn.
Nu zijn alle onderaardsche gangen,
spoorwegtunnels, riolen, enz nog
vol water, dat onder hoogen druk
staat. Wanneer dit water evenwel
gaat zakken, hebben de daarboven ge
legen grond en straat geen voldoenden
steun meer. en overal, waar de gewel
ven door den waterdruk geleden heb
ben, zijn instortingen te vreezen.
Hoe groot de schade za] zijn is na
tuurlijk nog niet te zegeen. Sommi
gen spreken al van 500.000.000 francs.
In elk geval slaat vast, dat de schade
zeer, zéér groot zal zijn.
Golukki" komt veel steun in, maar
in vergelijking bij wat noodig is, nog
veel te weinig.
In Parijs wordt al veel voor de
slachtoffers gedaan, om hen te helpen
aan onderdak, voedsel, enz. Minder
goed hebben de slachtoffers het op 't
platteland, want 't is moeilijk hen te
bereiken. De zwaar getroffen bevol
king van Gennevilliers is thans van
levensmiddelen voorzien en loopt
thans geen gevaar meer te verhonge
ren.
Deze buitenstreken zijn ook blootge
steld aan de apachen en plunderaars,
die van de verwarring der ramp en
het onbewaakt zijn van verlaten hui
zen gebruik willen maken om te ste
len. Aon soldaten, zeelieden, vela-
wachters is last gegeven met de groot
ste gestrengheid tegen deze ellende
lingen op te treden-
Volgens een bericht van enkele bla
den zouden mariniers plunderaars
.ictitervol"d hebben Dezen zouden ge
schoten hebben. De zeelieden zouden
daarvoor niet teruggedeinsd zijn, in
tegendeel zo zouden twee der boos
wichten verdronken en een derde op
gehangen hebben....
Officieel wordt dit bericht evenwel
niet bevestigd.
De Fransche ministerraad besloot
een commissie te benoemen om mid
delen te beramen om in den vervolge
overstroomingen te voorkomen. Be
sluiten werden genomen om de wer
king der openbare diensten te verze
keren. De minister van handel zette
den raad dc genomen maatregelen
uiteen, teneinde langs de wegen de
levensmiddelen aan te voeren, zon
der dat de prijzen zouden stijgen.
De Senaat heeft een rnotie aange
nomen, waarin het vertrouwen wordt
uitgesproken, dat de regeering de
noodige maatregelen zal nemen ter
ondersteuning van de slachtoffers
der overetrooming.
ONTPLOFFING.
Door de ontploffing In de mijn bij
Primero zie telegrammen in ons
vorig nummer is de schacht geheel
en a) vernield. Men vermoedt, dat
aJlo mijnarbeiders, ten getale van
149, zijn omgekomen. De reddings
manschappen hebben reeds 24 lijken
opgehaald.
Stadsnieuws
„NUïerbBtd" en de Bakkerswet
Gisteravond werd in de bovenzaal
van ,De Kroon" de aangekondigde
bijeenkomst gehouden van het Huar-
lenisch departement der Nederland-
sche Maatschappij van Nijverheid,
waarin Mr. H. Blaupot ten Cate het
woord voerde over hel ontwerp-Bak-
kerswet van Minister Talma
Een aantal bakkerspatroons woon
de de vergadering bij.
Vooraf sprak de heer J. Merens,
voorzitter der afdeeling, een woord
tot huldiging van de nagedachtenis
van den heer Dr. M. Greshoff, die do
Technische Boekerij heeft gesticht-
De vacature, ontstaan door het
overlijden van den heer Greshoff, zal
vervuld worden door den heer Tade-
ma Wieland.
De heer J C. Peereboom bracht na
mens de financieele commissie ver
slag uit, omtrent de rekening en
verantwoording.
De heer Peereboom vestigde er de
aandacht op, dat er In de rekening
eenige vaste posten voorkomen, die
op het oogenblik de draagkracht van
het departement overschrijden.
Zoo de post van het Natuurh. Gezel
schap, wier ledental niet zulk een
vlucht nam, als men verwachtte. Me
de zijn de subsidies ten behoeve van
het Bureau voor Handelsinlichtingen,
het Koloniaal Museum en de Techni
sche Boekerij van belang.
Spreker gaf in overweging, om deze
omstandigheid onder de oogen te
zien, om te komen tot een oplossing,
hetzij door vermeerdering van het
ledental, hetzij door beperking der
uitgaven.
Xls secretaris en penningmeester
wei-den onderscheidenlijk herkozen de
heeren Mr. J. C. L. Vlaanderen en
R Veth.
In de plaats van den heer Meren®,
die zich niet verk esbaar stelde, werd
to: voorzitter gekozen de heer C. H
Julius.
Daarna verkreeg
Mr. BLAUPOT TEN CATE
het woord, om het „rampzalige wets
ontwerp" uiteen te zetten.
In den aanvang van zijn voor
dracht zette spreker uiteen den toe
stand van de bakkerij in het midden
der vorige eeuw, vóór de broodfabrie
ken ontstonden. De bakkerijen wa
ren slecht ingericht, de gezellen wa
nen inwonend, genoten een slecht
loon en moesten 24 uur klaar staan,
om de bevelen van den patroon op te
volgen.
vJn Zutfen bedroeg het loon van een
gezel J 30 per jaar.
Dr Sarphati was het, die de eerste
broodfabriek te Amsterdam oprichtte
Daarmee kwam een nieuwe toestand.
De gezel kon niet meer inwonend
zijn. liij moest een kosthuis zoeken.
Het loon moest daardoor stijgen en
de ondergeschki te werd losser van
den patroon.
In de fabriek kreeg men de goed in
gerichte fabnekslokaleu, inplaats de
keiderbakkerijen. Op de hygiène kon
meer gelet worden en machines de
den haar intrede. Door den invloed
van de fabriek werden de particuliere
bakkerijen beter. Op de hygiene werd
ook daar meer gelet, liet internaat
afgeschaft, het loon steeg en de ma
chinale deegbereiding ingevoerd
Behoefte ontstond daardoor aan
groote omzetten. Daardoor daalde de
prijs. In Amsterdam daalde de prijs
b.v. met 6 cents na de oprichting der
broodfabrieken.
Groote omzet en oontinu bedrijf
in de fabriek waren oorzaken, dat de
arbeid ook des daags plaats had,
waardoor de lokalen niet overdag on
gebruikt bleven. De geheele week
werd thans gewerkt, tot op den laat
sten tijd ook op ZondAg.
Den particulieren bakkers werd
hierdoor de strijd om het bestaan
moeilijk gemaakt. De broodprijs daal
de De fabriek kon dit doen door
grooteren omzet. De particuliere bak
kers gingen hierom een zekeren haat
tegen de fabrieken koesteren Uit dien
haat spruit gedeeltelijk de sympathie
van de bakkers voor dit ontwerp-bak.
kerij voort-
De coöperatieve bakkerij is door 't
dividend-stelsel meer een spaarbank
en een oefenschool voor politici Daar
nevens heeft men de kleine- en de
middel-bakkerijen. Met de uiterste in
spanning kunnen de kleme bedrijven
het houden. Zij zijn in liet leven ge
roepen door net ongezonde streven
der gezellen, om zelf patroon te wor
den. Die kleine bakkers zijn de groot
ste voorstanders der Bakkerij-wet van
Minister Talma.
Wat wil Minister Talma Hij wil
een starre wetgeving, waarbij de
kleinste plattelands-bakkerijen in
Drente over denzelfden kam worden
geschoren als de groote fabrieken in
de steden. Een ethisch bezwaar is do
dwang op de patroons, dat zij niet
meer vrij zullen zijn in hun arbeid. De
wet zal het bedrijf gedurende acht
uren van den nacht stopzetten. De Mi
nister zegt daarbij niet, wat hij onder
nacht verstaat. De Bakkersraden zul
len het aanvangsuur van den nacht
bepalen Dat gaat te ver, want de
nroductiviteit van het bedrijf wordt
door de bepaling van dat aanvangs
uur beheerscht. De Bakkersraden zijn
voor de helft samengesteld uit gezel
len, die niet alle bedrijfsvoorwaarden
kunnen Overzien en zich zullen laten
leiden door andere motieven, dan die
in het belang van het bedrijf zijn.
En als de bakker dan begint, vindt
hij niets klaar. Hij moet nog deeg
gaan maken en andere voorbereiden
de werkzaamheden verrichten. Daar
door zal het bedrijf ongeveer 101/2
uur stoornis ondervinden.
De Zaterdag, wanneer voor twee
dagen moet gebakken worden, is het
moeilijke punt.
Dat men des Zaterdagsmorgens om
twee uur mag beginnen, gelijk de wet
zegt, geeft niet veel.
Des Zaterdags zal men het brood
moeten bakken voor Zaterdag, Zon-
dae en een dee! van den Maandag
Daarom moet de ovenruimte uitge
breid worden, sommige met 60 pCt.
Wat dal beteekent, kan men nagaun,
ais men bedenkt, dat sommige be
drijven een ton of meer als kapitaal
hebben.
De fabrieken kunnen deze moei
lijkheid ontkomen door verhooging
van den broodprijs.
Een onpartijdige autoriteit, prof.
Folmer, buitengewoon hoogleeraar te
Delft, geen van de leden van het
Bakkers-comité kende den heer Fol-
rner berekende, dat het brood met
1.03 cent per K.G. zal moeten stijgen;
waarschijnlijk echter zal deze prijs-
verhooging meer zijn
De voorstanders der wet erkennen
thans ook, dat de prijs zal moeten ver
hoogd worden Vermoed wordt, dat de
kleine bakker de prijzen niet zal doen
stijgen. Spr. bestrijdt dit. De haat te
gen de fabrieken zal er hun toe bren
gen den prijs te verhoogen, die door
de fabrieken gedrukt is. De patroons
beginnen zich ook tegen het ontwerp
tê keeren. b.v. hier >n Haarlem.
De reden daarvan zocht spr. daarin,
dat zij tot de erkentenis komen, dat
hun bedrijf niet meer economisch Is
te noemen. Zij zuilen gedwongen wor
den om des morgens "te bakken voor
's avonds, en des avonds voor den
volgenden morgen, dus twee malen
per dag Spr bestrijdt, dat de fabrio
ken plaatselijk zouden werken. De
labnek te Zaandam beheerscht den
prii® in geheel Noord-Holland; die in
Amersfoort verzond haar brood zelfs
naar Friesland. De fabrieken bebeer-
schen dus T geheele land. liet is on
juist van minister Talma, om te bewe
ren, dat eike bakker des nachts bakt.
Geheele streken, zelfs plaatsen als
's-Hertogeubosch, kennen geen nacht
arbeid. In den Bosch vangt men eerst
te half 4 aan.
De qualiteit van het brood zal ver
minderen. Bij afschaffing van den
nachtarbeid zal de bakker gedwongen
zijn om ten koste van alles versch
brood te leveren, want dat wil 'i pu
bliek Daardoor zal de hoedanigheid
verminderen. Dat bewijst de ervaring
in andere landen, waar de nachtar-
beid niet meer bestaat Concurrentie
zal alle patroons dwingen, om versch
brood en dus brood van minder quali
teit te leveren.
De klein-industrie, waarbij slechte
re toestanden heerschen. zal door de
wet bevorderd worden.
Hoe laat zal men des morgens
versch brood kunnen krijgen Spre
ker wijst op de proef met afschaffing
van nachtarbeid bij „E'gen Hulp",
hier ter stede. Men kon niet klaar ka.
men vóór twaalf uren. Bij het koffie-
drinken kreeg men ook dus geen
versch brood. Wilde men dat, dan zou
't voor de gezellen een hoi in de bak
kerij worden. Op die hel wenscht mi
nister Talma aan te sturen Spreker
wil thans zijn meening staven, dat de
bijval voor de wet stamt uit haat van
't klein bedrijf tegen het groot-bedrijf.
Spr wlist op een circulaire van den
heer Ten Roek horst, die afwisselend
gezel en patroon was.
Spr. resumeert de voordeelen door
de fabrieken 'n 't leven geroepen. Nu
wil <Je wet aan het allerkleinste be
drijf een voorsprong geven op ae
groot-bedrijven. En die kleinste be
drijven leven ten koste der gezellen.
Z:j kunnen slechts bestaan door de
lange arbeidstijden, internaat, brood-
bezorgen door de gezellen.
De wet verbetert niet de slechtste
toestanden De overmatige arbeids
duur in de bakkerijen is grooter
kwaad, dan de nachtarbeid Er zijn
bakkerijen, waar 100 uur in de week
wordt .gewerkt. Sommige gezellen
werken op Zaterdag en Vrijdag wel 20
uren.
De minister vergat een overzicht bij
de wet te voegen omtrent den invloed
van de afschaffing van den nachtar
beid in de bakkerijen In Italië, 't kan
ton lessino. Finland en Noorwegen
is de nachtarbeid afgeschaft. Finland
zond pas de gegevens. Deze zijn nog
niet bewerkt kunnen worden. De an
dere landen gaven ongunstige ïnlich-
tincen. Zoo de bakkersvereeuiging te
Rome, die verklaarde, dat het geheele
bedrijf in de war is. Het brood vóór
12 uur geleverd, is inferieur. Het eer
ste baksel is bijna niet te eten. Eerst
des middags twee uur kan goed brood
geleverd worden. De broodprijzen zijn
verhoogd en een ieder is ontevreden.
Bakkers, gezellen, klanten, depot
houders, iedereen gaat zich tegen do
wet verzetten.
Als dit rapport zijn ook de 40 ando
re rapporten, die 't bakkerscomité uit
Italië ontving.
In Tessino heeft men wel eon wet,
die den nachtarbeid vorbiedt, maar de
Rijkswet maakt die wot krachteloos,
dewijl gewerkt mag worden als vijl
gezellen dit willen.
Den gezellen hier tn Nederland
heeft men naar hun meening ge
vraagd In Amsterdam en Den Haag
heeft men een geheime stemming ge
houden. 53 pCt. van de uitgebrachte
stemmen waren vóór afschaffing D>'t
Meek ook te Hengelo, waar een derge
lijke stemmingsresultaat werd verkre
gen.
In verband met de vraag, in ..Haar
lem's Dagblad" gesteld, waarom een
advocaat deze wet komt bespreken,
zegt spr., dat hij geen enkelen rechts
grond in de wet vond.
Spreker merkt op, dat het bakkers
bedrijf gezonder is, dan hel gemiddel
de dei andere bedrijven. De bakkers
Jijden echter veel aan typhus Dit
komt door '1 gebruik van melkbrood,
daar de gezellen veel ongekookte melk
drinken. (Gelach; Spreker handhaaft
zijn opmerking, trots het lachen in de
zaid. In Amsterdam heeft de Gezond
heidsdienst d't ook meermalen vastge
steld.
feuilleton
Quïnnion de Philosoof.
Naar het Engelsch
van
GUY BOOTHBY,
30)
s Middags meldde zekere mijnheer
Grigson zich aan, die mij vroeg te
spreken. Ofschoon ik zijn naam niet
kende, ging ik toch naar boneden,
om hem in de zaal te ontmoeten,
waar hij bezig was aandachtig te
kijken naar den liop van den bison
tegen den muur.
Hij was een kleine, magere man,
met grijzend haar, een gladgeschoren
gelaat, en kleins bruine oogen, die
iemand door en door schenen te wil
len kijken.
Toen hij mij hoorde binnenkomen,
keerde hij zich om en nam zijn lorg
net af.
Mijnheer Armitage vroeg hij
an als antwoord gaf ik to kennen,
dat dit inderdaad mijn naam was, en
Vroeg, wat ik voor hem kon doen.
Daarop vertelde hij mij, dat hij
Inspecteur van politie was, en dat hij
tall kwam bezoeken met betrekking
tot het vreemde verdwijnen van mijn
heer Quinnion.
Ik verzocht hem te gaan zitten en
mij alle mogelijke vragen te doen,
die hij noodig oordeelde, dan zou ik
ze naar mijn beste weten beantwoor
den.
Om te beginnen, zei hij,
zou ik graag de kamer willen zien,
waaruit hij ontvlucht is, als u er niets
te-gen heeft. De vraag, of hij langs die
lijst geklommen is is van groot be
lang, en het is mogelijk, dat daaruit
gevolgtrekkingen te maken zijn, die
eenig licht op de zaak zouden kun
nen werpen. Ja. ik zou die kamer wel
eens eerst willen inspecteeren.
Ik had daar niets tegen, daarom
ging ik hem voor naar boven. De
deur aan den voet van de trap trok
zijn aandacht Hij bleef staan, om
liaar te onderzoeken.
Dat is een merkwaardige inrich
ting, zei hij. Mag ik naar de
reden daarvan vragen
Om ruimte uit te winnen, ver
onderstel ik, was mijn antwoord.
Ten minste dat is altijd mijn idéé ge
weest. Zooais u zeker heeft opge
merkt, de trap begint onmiddellijk bij
de deur. Ik denk, dat mijnheer Quin
nion verkoos het zoo te hebben, om
dat anders de trap een uitbouwsel in
de. kamer zou hebben noodig go-
maakt.
En van wlen was het Idéé
Van mijnheer Quinnion zelf. Ook
heeft hij het zelf uitgevoerd. Het pa
neel hier, en ook boven, maakte hij
zelf.
Och kom I
Dat was alles wat hij zei, maar de
manier waarop die woorden er uit
kwamen, gaf mij aanleiding om te
kijken. Zijn toon sprak bookdeelen en
ik kon zien, dat hij ook tot de con
clusie was gekomen, dat de arme
Quinnion niet wel bij het hoofd was.
Wij gingen de trap op en ik bracht
hem naar de kamer van den vermiste.
Hij keek om zich heen en zijn scherpe
oogjes schenen alles in zich op te
nemen. Hij liep naar het venster,
wierp het opeu en keek naar buiten.
Eenigo minuten lang stond hij met
de grootste aandacht naai- de lijst te
kijken en den afstand tot de portiek
en zijn hoogte van den grond op te
nemen. Daarna draaide hij zijn hoofd
om, om een duidelijken indruk te
krijgen van het front van het huis, ik
denk om te zien, of er met mogelijk
heid ook iets te vinden was. waaraan
een man zich zou kunnen vasthou
den, als hij er langs liep. Maar er
was hoegenaamd niets. Ik had mij al
lang van dat feit overtuigd. Eindelijk
trok bii zijn hoofd naar binnen en
begon de kamer zelf weer te onder
zoeken
Weet u zeker, dat hij geen tasch
heeft meegenomen
Volkomen zeker, antwoordde
lk. Zijn tasch ligt onder bet bed.
U zegt, dat hij den vorigen
avond opgewekter scheen te zijn dan
in dagen gebeurd was
Ja, veei.opgewekter. Het deed
zijn nicht en mij allebei goed, hem
zoo te zien, want wij waren juist dien
morgen ernstig ongerust over hem
geweest.
Is hij den geheelen avond niet
uit geweest
Heelemaal niet. Na het diner
zaten wij in de studeerkamer en Juftr.
De Marcelle speelde piano voor ons.
Hij hield bijzonder veel van muziek
en zij scheen een kalmeerenden In
vloed op hem te hebben. Ik vrees, dat
wij wol wat veel van haar goedheid
vergden, want het was bijna elf uur,
voordat wij elkaar „goedennacht"
wenschten.
Hij scheen mijn laatste woorden
niet te hooren, maar stond steeds
peinzend met den wijsvinger en duim
van zijn rechterhand langs zijn kin
te strijken, steeds de oogen gericht op
het schoenenrek, als verwachtte hij,
dat dit hem een inspiratie zou ge
ven.
Ik stoorde hem niet in zijn over
peinzingen, maar wachtte geduldig,
tot hij weer zou beginnen te spre
ken. Dat duurde niet lang.
Mijnheer Quinnion bezit een goe
den voorraad schoenen, merkte hij,
naar T mij toescheen, wat Inconse
quent op.
En weer begon hij over zijn kin te
strijken, een gewoonte, waarom hij,
naar ik later hoorde, beroemd was
als hij diep nadacht
Eindelijk nam hij een van de
schoenen op en onderzocht liem zorg
vuldig, terwijl hij het breedste deel
van de zool met een kleinen ivoren
duimstok, dien hij uit zijn jaszak
haalde, mat. Daarna ging hij weer
uit het venster leunen. Hij was echter
te klein om de Lijst te bereiken, en ik
bood aan het voor hem te doen
Ofschoon ik lang ben en lange ar
men heb, kon ik het zoover niet bren
gen. Eindelijk, door mijn eene been
van den grond te lichten, wist ik haar
te bereiken en berichtte, dat de breed
te iets meer was dan zes duim
In antwoord op mijn inlichting
liet hij een kort gegrom hooren, dat
misschien iets moest beteekenen, en
begon w^er vol aandacht naar het
schoenenrek te kijken.
Wie poetst de schoenen in dit
huis vroeg hij na een korte pauze,
waarin hij op de gewone wijze langs
zijn kin wreef.
Ik berichtte hem, dat de Fransche
kok dit deed, waarop hij verlof vroeg,
om dien belangrijken dienaar eenige
vragen te doen.
Ik trok aan de hel en heel kort
daarop kwam Alphonse binnen. Om
dat het Fransch van mijnheer Grig-
son begrensd was tot enkele woorden,
zooals hij mij vertelde, en hel En
gelsch van Alphonse aan duidelijk
heid zeer vee! te wenschen overliet,
bood ik aan de rol van tolk op mij te
- Wil u hem vragen hoeveel paar
schoenen mijnheer Quinnion bezit?
zei hij tot mij.
Ik bracht de vraag aan Alphonse
/er, die na een poosje geteld te heb
ben, tot de slotsom kwam, dat hij
zes verschillende paren schoenen,
zwarte en bruine, bezat, twee paar
wandelschoenen, een paar van wit
bokkenvel, een paar overschoenen en
een paar van marocco-leer. Verder
nog een paar avondschoenen van
Oxfordleer en een paar gemaakt van
de huid van een of ander dier, waar
aan Alphonse geen naam wist te ge
ven.
Vraag hem als 't u blieft wat zijn
meester gisterenavond droeg 1 zei
Grigson.
Die vraag behoefde ik niet over to
brengen, want ik was in staat haar
zelf té beantwoorden. Hij had zooals
gewoonlijk de schoenen van rendier
leer gedragen.
Zijn er nog andere laarzen of
schoenen beneden
Neen I verklaarde Alphonse.
Hij had ze dien morgen alle bo
ven gebracht.
(Wordt vervolgd).