Koet]», neem de lantaarn.
Toon staken ze het erf over en be
Ïaven zich naar de schuur, waar het
oren in zakken bijeen stond. Op een
kruiwagen werden er telkens twee
geladen, die Klaas wegbracht naar
een huurman, een handelaar, die door
hein was gewaarschuwd.
Uren lang werkte Klaas, de schuur
werd langzamerhand leeg, totdat or
nog vijf zakken over waren.
Do handelaar wou hem betalen,
doch Klaas zei
Dat vinden we later wel
Hij wischte zijn voorhoofd af, en
ging met zijn vrouw naar huis. De
ekster, die mee naar buiten gevlogen
was, en de nachtelijke werkzaam lie
den had aangezien, stootte eenige
schelle kreten uit. alsof hij
wou
Oerneene dieven I
Koren was het eenige, dat liet
boerderijtje opleverde.
Den volgenden dag was de toe
stand van den zieke verergerd.
Willem verzocht, zijn vader op te
mogen passen, doch Klaas weigerde.
Dit griefde Willem, die meende, dat
hij een sterfbed ouda twisten op zij
gezet moesten worden. Oui de waar
heid te zeggen, had Willem zich niets
te verwijten. Slec-hts door do afgunst
van Klaas was de tweed, cht gesclto-
pen, dm hen gescheiden had. En
welk een misplaatst- .f-unst. Klaas
verbeeldde zich, dat - diem als
klompenmaker een hoop geld ver
diende, doch het tegendeel was waar.
De grootste moeite had hij, om zijn
vrouw en vier kinderen behoorlijk te
©ten te geven en fatsoenlijk te klee-
den.
Den daaropvolgenden nacht relde
Klaas tot zijn vrouw
Nu moeten we het geld In veilig,
heid brengen, vóór het te laat is.
Gcrulschloos traden zij "t vertrek
binnen, waar de oude boer lag te
sterven Keetje opende de kast. De
deur piepte en verschrikt wendden
beiden het hoofd naar de bedstede,
doch niets bewoog, tij hoorden slechts
het hijgend reutelen Toen woelden
de gretig© vingers van Klaas tus-
echen het linnengoed, waaronder de
oude kous verborgen was, waarin het
geld word geborgen Negentig gou
den tientjes bevonden zich daarin,
die door den vader met groote zuinig
heid en veel moeite langzamerhand
waren bijeen gespaard.
Waar laat je dat geld vroeg
Keetje.
Dat ls mijn zaak. Later zal ik je
dat wei zeggen.
Klaas ging naar buiten, en liep
naar een boschje, op een halve mijl
afstonds. Daar stond een groote eik,
die door den bliksem getroffen was,
en waarin zich een groote spleet be
vond, diep genoeg, om de kous er in
te verbergen.
'I oen dit geschied was, keerde Klaas
zich om, en zag op eenige passen af-
stands twee kleine cirkels schitteren,
onbeweeglijk boven een tak. Een
oogenblik beving hem een angstig ge
voel, doch een oogenblik slechts, toen
ging hij heen, in het bewustzijn, dat
zijn schat daar veilig was.
t Is maar een leeuwerik
dacht hij, die wakker is gewor
den.
Den voLgenden dag was de oude
landman gestorven
Terugkeerende van de begrafenis,
nam Klaas zijn broer ter zijde
Ga mee naar buis, dan kunnen
Wij den inventaris opmaken. Veel Ls
er niet, want vader heeft van het
yoorjaar zijn koren verkocht. Hij
volgd* altijd zijn eigen hoofd, zonder
er mij in te kennen. We zuilen den
boel maar meteen verdeelen.
Willem ging op het voorstel in, en
oorst gingen ze naar de korenschuur.
De ekster vloog angstig om hen
heen en vervulde met scherpe kreten
de lucht, als begreep zij, dat haar
meester niet meer terug zou komen.
X>it geschreeuw hinderde Klaas, die
tot zijn vrouw zei
Och, snij dat beest den hals toch
af, men kan geen zaken doen door
dat lawaai.
Doch Willem bedacht, hoe zeer zijn
vader aan het dier gehecht was, en
dat het voor zijn oogen afgemaakt
zou worden, hinderde hem bijzonder.
Als je er niets tegen hebt,
zei de hij, dan zal ik haar meene
n*n Dat zal den kinderen piel-
zier doen.
Hoe eerder hoe liever, sprak
Keetje.
In de schuur vonden zij vijf zak
ken. Willem geloofde vast, dat hij be
stolen was. De kast werd geopend.
Een oude portemonnale kwam uit een
lade te voorschijn.
Die had vader altijd bij zich,
legde Klaas uit. Ik weet niet, wat
er in zit. Kijk zelf maar.
De portemonnale bevatte twee
rijksdaalders 1 Willem verbleekte en
«ei
Vader heeft me toch gezegd, dat
we na zijn dood een som gelds zou
den vinden.
Ja. dat weet ik Het was een
stokpaardje vbd hem, dat oude men-
schen wel meer hebben Hij wou laten
gelooven aan het bestaan van een
kous met geld, verkregen door zijn
ijverMaar mij heeft hij dat nooit
wijs kunnen maken.
Willem hield zich flink.
Goed. Wij zuilen morgen een
deskundige raadplegen voor de waar
de van den inventaris, dat is de beste
manier, en dan is de zaak spoedig af-
geloopen.
Hij nam de ekster, en begaf zich
naar zijn huis, aan de andere zijde
van het dom.
jfdorgol gewendde al zeer spoedig
aan haar nieuwen meester. Zij keek
opgewekt om zich heen, sprong van
het eene meubel op bet andere, met
het gezicht van een eigenaar, die een
nieuwe woning in gebruik neemt.
Toen zij haar onderzoek geëindigd
had, vloog zo heen, en kwam eerst
terug, toen het gezin zich aan tafel
begaf. De kinderen begroetten haar
met vreugdekreten.
Margot vloog op tafel en liet uit
haar gekromden snavel een goudstuk
vallen, dat op een boterham terecht
fcwain.
Dievegge riep Willem.
Hij nam het gouden tientje, bekeek
het. en gaf het aan zijn vrouw.
Bewaar datspoedig zal de
ïen of ander hier komen, om het op
eischen.
In plaats van ©en bestraffing kreeg
Margot een schoteltje mot melk, waar
,ar»n ze zich heerlijk te goed deed.
Den volgenden dag vloog de ekster
driemaal uil. en kwam telkens met
een tientje terug. Dat begon den
klompenmaker zeer te veroulrusten,
doch hij durfde er niet In het dorp
over te spreken, uit vrees vn zich
moeilijkheden op den hals te halen.
Klaas en hij waren het intusschen
eens geworden oVer een schatter, en
terwijl deze, in hun tegenwoordigheid
de waarde berekende van het huis
en het erf huns vaders, vervolgde
Margot de taak, die haar instinct
haar oplegde.
Zij ontsnapte, zoodra ze merkte,
dat niet op haar gelet werd, en vloog
ver weg.... Dat gebeurde een keer of
tien por dag De klompenmaker kon
niet nagaan, waar ze heen ging, en
waar al die tientjes vandaan kwa
men. Willem en zijn vrouw beefden bij
de gedachte, dat die diefstal uit zou
komen, en in hun nadeel zou worden
uitgelegd.... Doch geen enkel gerucht
deed in het dorp ae ronde.
Zoo ging een week voorbij. Op
mistigen morgen kwam Margot thuis
met oen oude kous, vol gaten, die
Willem herkende als het eigendom
van zijn gestorven vader.
Toen begreep bij, dat het geld, door
zijn broer voor hem verborgen, hem
door de ekster werd gebracht
Wanneer Klaas voorbij het huis
van Willem gaat, neemt Margot een
zeer brutale houding aan Zij rekt
haar hals, steekt haar snavel ln de
lucht, en knipt met de oogen. Als ze
spreken kon, zou ze zeggen
Dag, collega I
Zeppelin komt.
Humoreske naar 't Duitsoh van
Nanny Lambrecht
't Is gebeurd tn een Duitsche stad.
Er was een burgervader natuur
lijk. De man was getrouwd, en zijn
vrouw, z ij n vrouwdie signa
leerde de Zeppelin III "t eerst.
Ik za! u vertellen hoe H zoo kwam.
De Zeppelin III was op een vlieg
tocht, mei. een kleinen „omweg" zou
hij over de stad kunnen vliegen, over
do stad R., die er zoo trotsch op zou
zijn. Dies was het hem verzocht. Tele
grafisch had de groote luchtgraaf ge
antwoord
„Als het mij mogelijk is
Sindsdien ré.kende men er in R.
op, in afwachting van extra-tijdingen
heerschte groote opwinding
Het was zoo om en bij drie uur des
namiddags, toen de telefoonschel tn
het raadhuis klingelde, en juffrouw
Güldleiu aan liet toestel een opgewon
den stem hoorde vragen
Waar is mijn man Waar is
mijn man
Neem me niet kwalijk, ant
woordde de telefoonjuffrouw, maar
wie bent u en wie is de man
Vinnig snerpte liet antwoord terug:
De burgemeester I De burgemece-
ter 1
De juffrouw schrikte op.
Zeker, mevrouw. Zoudt u een
oogenblik willen wachten, mevrouw
Wil mevrouw even plaats nemen
Weg was ze en de telefonische
roep ging snel naar den man, die ge
bieder was over honderdduizend zio-
len (alleen niet over die der burge
meestersvrouw).
Hij kwam aan de telefoon i
Wat is er
En nog eens j
Wat Wa at
Tot ze hem met volle kracht barer
longen toeschreeuwde
Zeppelin komt I Ik....
Zeppelin, zeg je Zeppelin, Zep
pelin III zelf, werkelijk
Ik heb hem gezien.
Waar gezien
Aan den horizon.
Waar aan den horizon
Recht afgaand op den toren Van
ons raadhuis.
Van ons raadhuis
Ja zeker.
Waar zag Je dat f
Van het bosch uit, daar hadden
we koffiekrans.
Van het bosch uit zag je dus Iets
in de lucht 1
Een verbazend lange ballon, met
een klein schuitje er onder.
Een verbazend lange ballon
klein schuitje er onder....
Drie man waren aan boord. Eén
er bij die er net uitziet als Bismarck,
maar dan vriendelijker.
Dat is Zeppelin, riep de bur
gervader, en rende weg, terwijl hij
links en rechts een paar opgewonden
woorden in de bureaux wierp, en zijn
secretaris hijgend een reeks bevelen
gafVoor salvo zorgen kanon
nen laten opstellen I Politiel Het gar
nizoen waarschuwen I Alles in orde
maken. Wachtwoord afwachten I
Dan er maar op los l
Even kreeg de secretaris Iets tus-
schen den woordenstroom
En wat is het wachtwoord f
Zeppelin komt I
Telefoon-toestellen rinkelden, tele
graaftoestellen ratelden. De electri-
sche stroom berichtte aan het politie
bureau
Zeppelin koint I
Aan het officieel stedelijk blad werd
bericht
Zeppelin komt I
Aon den plaatselijken comman
dant
Zeppelin komt I
En ten slotte nog eens aan andere
autoriteiten.
Zeppelin komt I
Boven op den trans van den raad
huistoren stond de burgemeester, sta
rend door een verrekijker. De com
missaris van politie klom al naar bo
ven. En daarop volgde de generaal,
en dan de prelaat, en de andere auto
riteiten.
Ten slotte waren ze allen boven,
drukten elkaar de hand en staarden
ln den verrekijker. En vroegen of bet
dan toch werkelijk waar was?
Met nadruk zei de burgen": 'ester
Mijne heeren, Zeppelin i .slg-
ülcerd, in ieder geval moeten we
onze voorbereidingen treffen.
Toen holde de politie-commlssaris
do trappen af naar de telefoon. Hij
was een houterig, bijna stram man,
en het kostte hein moeite zich naar
dan hoorn over te buigen. Een politie-
turent moest in hulp komen en de
„kist" voor zijn gezicht honden.
- Bent u daar, wachtmeester
Een stem, klinkend als uit een
slechte fonograaf
Tot uw dienst, meneer de com
missaris.
Meld den inspecteur van dionst,
dat Zeppelin is gesigna
- Zooals u beveelt, meneer do
commissaris.
ls gesignaleerd 1 Posten ver
dubbelen, poliüecordon op de markt,
bereden manschappen aan de poort,
ais ik
liet beveel, meneer de..... I
Afgebeld 1
Ais ik het beveel 1 riep do
commissaris hem nog na.
Maar de wachtmeester was al lang
weg. Een doortastend man, hij
wachtte niet op don staart, ais hij
den kop al had. „Nauw gedacht, zij
de weusch volbracht".
Rinkelekiuk.
Pceten in de straten verdubbe
len Politiccordon op de markt, be
reden agenten aan de ouda poort I
Zeppelin is gesignaleerd I
Twaalf mortieren werden ten hoog
sten heuveltop gesleept. Op de kerk
torens loerden de wachters, beneden
grepen gespierde mannen reeds de
klokketouweu, om ze op het gegeven
oogenblik te luiden. Politiemannen
inet blinkende helmen en parade
handschoenen in de straten. Een af-
deeliug infanterie met muziek, en
daarachter een bende kinderen en
leegloopers, schreeuwend eu zingend:
Hoera, hoera, Zeppelin kornt I
Uit de scholen klonk geraas en ge
tier. De kinderen hadden vacantia
Op de H. B. S. hield de directeur nog
even te midden van trappelemie voe-
cen korto vaderlandslievende toe
spraak, en toen weg was
bende I
Op de daken verscheen uit luiken
en valraampjes een gansche kolonie
hoofden. Da&rtusschen aan uitgesto
ken armen fladderende beddelakens,
luiers en nog andere dingen.
Leve Zeppelin I
Vlaggen wapperden, honden blaf
ten. Het werd etenstijd, maar nie
mand dacht er aan. De huizen waren
leeg, tn de propvolle straten raakten
kinderen onder den voet
Maar dan die last nog met de
kranten I
Onmiddellijk den burgemeester
spreken, ais t u blieft, onmiddellijk
Zeg hem anders, dat het dagblad in
lichtingen betreffende de Zeppelin III
wil hebben. We moeten onze lezers
toch inlichten.
De „Anzeiger" wilde weten waar-
ooi het „Amtsblatt" inlichtingen be
treffende de Zeppelin III ontving, en
de andere bladen, b.v. de „Anzeiger",
niet Of de Zeppelin officieel gesigna
leerd was en waarom het bericht
dan zoo laat bekend was
De „Stad- en Landbode" meldde,
dat haar officieele vertegenwoordi
ger, een beproefd aviateur, die al
meermalen ln een ballon captlf is op
gestegen, in de hal van het raadhuis
op nauwkeurig bericht wachtte.
En de „Volksstem", die „de massa"
op haar hand had. richtte een groot
vraagteeken tot den burgemeester....
Ondertussclien had de telefoon
jen oogenblik rust
Waar zit de burgemeester toch.
voor den drommelHaal hem
s I
- Wie bent u dan wel 1
- Do coiffeur uit „Tltus". Mijne
klanten willen inlichting over de Zep
pelin Hl.
Maar denkt u dan, dat iedere
bijna had de juffrouw „lummel" ge
zegd dat ieder den burgemeester
aan de telefoon kan roepen
Wat heb ik met u te maken 1 U
weet er niets van
SlotAfbellen I De telefoonjuf
frouw nam een zenuwpoeder om te
bedaren. Maar za had er geen tijd
•oor. En daar hoopten zich naast
haar nog telegrammen, aanvragen
om Inlichtingen, kennisgevingen,
plannen voor Zeppelin-ovaties, geluk-
wenschen voor de stad op. De meea
ten eindigden metLeve Zeppelin I
En boven op den toren stonden
nog altijd de autoriteiten en staarden
door den verrekijker. De avondhemel
kleurde zachtrood, in de straten be
neden werd het gaslicht aangestoken.
Toen belde nog een laatkomer aan
de telefoon en verwekte geweldige
consternatie met de mfededeeling. die
hem zooeven van porticuliero zijde
seind was
„ZEPPELIN III WEGENS MIST
NIET OPGESTEGEN I"
Bij den burgemeester thuis snikte
de burgemeestersche in haar zak
doek
En ik heb hem toch gezien I
Dat was op het oogenblik, dat men
in alle stilte de twaalf mortieren
van den heuveltop afsleepto.
Eu toen zweefde er ook iets van
verbazende lengte aan den zachtroo-
den avondhemel, stiet tegen een tele
graafdraad en scheurde.
De schutterij van Schluubach had
om drie uur ceu reusachtigen papie
ren ballon laten opstijgen....
En meer vertel ik niet.
Een artiste,
Kom, beste juffrouw Nolrand,
zei de jonge dokter, zich gereed
makend weer zijn motorfiets te be
klimmen. Het is niets ernstigs wat
moeheid tn den leTer en de maag, ge
brek aan slaap, en aan eetlustU
hébt behoefte aan lucht, aan bewe
ging. U moet daarom gebruik maken
an dit mooie weer na het ontbijt
wandelt u tot aan de brug. Daar
vindt u rijtuigen, auto's en toiletten
dat zal u afleiding geven. En u moet
niet zoo n bedrukt gezicht zetten. U
bent werkelijk niet te beklagen I Op
ze ven tig jarigen leeftijd goed ter boen
en scherp van oog u zult ons allen
begraven. En dan geen andere zorg
dan het knippen van uw coupons. O,
als ik in uw plaats was 1 Tot ziens,
juffrouw, tot Dinsdag
En zijn hoed oplicntend, reed dok
ter Baret, onder het geknetter en ge-
pof Yan zijn motor, de vreedzame
Ruo du Mont af, een van de oudste
straten van Saint Cloud, die van de
heuvoia afdaalt naar de Seine.
Juffrouw Nolrand, lang, dor, tanig,
bleef in haar deur een oogenblik den
doklar nakijken, en op haar benig ge
laat tusschen de vergeelde linten van
haar zwarte muts kwam een blik
van trotsverscheidene gordijnen
werden bij het rumoer van de motor
weggeschoven, de pet van den kruide
nier werd zichtbaar boven de pyrami-
de van sardineblikjes, de apotheker
rekte zijn hals U't boven een groote
greene bokaal, de hoefsmid kwam
naar buiten op het modderige trottoir
voor zijn smidse, zijn handen afve
gend aan zijn voorschooten de oude
vrouw vermoeide, dat al die men-
echen mot een zekeren eerbied ln zich-
zelf zeiden „Daar heb Je dokter Ba
ret, die terugkomt van lijn YisUé bij
mevrouw N'oirand".
Op vaste dagen een dokter bij Je te
krijgen, wekt eenig ontzag bij de
buren 1
Dat was de groote weelde van de
kleine rontenierster. Eigenlijk man
keerde haar niets maar sedert ze na
den dood van haar man haar bliksla-
gerswinkeJ had verkocht, on zich had
teruggetrokken ln dat huisje, was
haar gezondheid haar eenige onge
rustheid on haar eenige bezigheid.
U hebt gelijk,u goed te verzor
gen, tante, nu u er den tijd en de
middelen voor hebt, herhaalden
met zuurzoete glimlachjes de neven
en nichten uit Parijs, wanneer ze
haar Zondag bloemen en tulband
kwamen brengen.
Ja, ja, zei dan de oude vrouw.
Op die manier zul Je me nog lang
kunnen behouden
De dokter liet Iedere week een voor
schrift achter, bevattend wijze voor
schriften voor levenswijze en hygiène.
De heele week bracht de goede vrouw
door met het ontcijferen, bespreken
on critiseeren van d9 voorschriften,
rnaar zo nauwgezet toepassend, om
zich de volgende week toch weor te
beklagen.
Dezen morgen was ze bijzonder op
roerig gestemd.
Gaan wandelen I bromde ze,
terwijl ze in haar keukentje met glim
mend koper haar eieren en haar ma
caroni kookte. Alsof ik niet iets anders
te doen had, met al mijn linnengoed,
dat hersteld moet worden, en met de
stoffige ruiten, waar je niet meer
door kunt zien I Al3 mijn arme bee-
nen me maar dragen kunnen. Ja,
juffrouw Bouillot had wel gelijk met
te zeggen, dat de dokters de beulen
zijn van de menschenDe jonge
nog erger dan de oude.
Maar toch, toen ze liet vaatwerk
had afgewasschen, en haar heele
huishouding net en blinkend was,
trok de oude vrouw het gordijn op
het ongelijke plaveisel was rood in de
zon, en een zwarte kat rolde zich van
welbehagen- Ze sloeg haar oogen op
r den helderen hemel
Daar ginds is een klein wolkje,
mweren beginnen op die manier...
Ik zal toch mijn japon aantrekken en
mijn Zondagschen hoert op zetten,
om dan naar de brug te sukkelen,
voegde ze er met een uitdagend ge
zicht aan toe
Een oogenblik later was ze, brom
mend en haar hoofd schuddend, ge
kleed in een oude verstelde en ver
kleurde japon, geleund op een witten
stok, op weg voor haar gezondheids
wandeling, In het voorbijgaan begroet
door de boujours en de grapjes van
de buren.
Toen ze bij de brug was gekomen,
verblind door het geschitter van het
water, dat over de blauwe steenen
danste, versuft door de ongewone
wandeling, het gegons der auto's,
het heen en weer loopen der voorbij
gangers, na de kalmte van de provin-
cïaalachtlg© straat, deed ze eenige
wankelende schreden, en liet zich
neervallen op ©en steenen bank, die
in de brugleuning was uitgebouwd.
En daar, een beetje bleek, met han
gende armen, knippende oogen, grijs
stof, en bezweet, keek ze vaag
zich heen, voortdurend met halve
stem ln zichzelf mompelend.
Plotseling hield eeu grijze heer,
keurig gekleed, die bij het voorbij
gaan een ntedelijdenden blik op haar
geworpen had, stil, sloeg haar een
oogenblik gade, nam toen ©eu besluit
en op zijn schreden terugkomend,
duwde hij haar twee stuivers in de
hand.
Juffrouw Nolrand, verstomd, keek
nog naar het kopergeld, toen een
auto voor haar stilhield, en een blond
at in een mauven sluier, zich
naar den chauffeur voorover boog,
roepend
Geef eens wat nan die arme
vrouw, Gaston.... Ze doet me denken
aan mijn grootmoeder. Geef haar
een zilverstukje, dat zal ons behoe
den voor ongelukjes met de auto....
Een uur later liep juffrouw Noirand
verbaasd, blij gestemd, met opgewekt
geia&t, de Rue du Mont op, met vast
beraden passen. In haar rechterhand
hield zo een aantal stuivers en drie
zilverstukjes.
Eeo mooie historie, mompelde
ze verrukt. Verbeeldt Je, dat ze mij
met mijn rente en een dokter in mijn
dienst, aangezien hebben voor eene
vrouw zonder een cent. En ais ik van
honger omkwam, zouden ze me geen
radijsje geven, liet is een mooie fop
perij
Eu tot den avond liet de oud«
vrouw telkens een gegrinnik van pleb
zier hooren.
Van dat oogenblik af was het be
staan voor baar interessant gewor
den, dank zij het geheim. Ze was
een geboren comediante, zonder het
ooit vermoed te hebben, en probeerde
's ochtends voor den spiegel een ver
moeid en berustend gezicht te zetten,
wat haar bijzonder goed gelukte de
mond openvallend, de oogen naar den
hemel, een beetje starend, met een
traan In het hoekje.
Zoodra ze haar ontbijt op had, en
haar m»©9t verstelde klecren had aan
getrokken, ging ze vroolijk op weg,
eerst genietend van het ontzag, dat
de bewoners van de straat baar be
toonden, en later, als tegenstelling,
genietend van het half aarzelende
medelijden, dat aan de andere zijde
van de brug haar eerwaardige en fat
soenlijke armoede opwekte.
Soms ging ze eenvoudig op de stee-
:n bank zitten, waarop ze den eer
sten dag was neergevallen soms, ge
bogen over haar stokje, stak ze do
brug over, en waagde ze zich met klei
ne pasjes naar den kantsoms leun
de ze zuchtend tegen een boom, en
ai naar het geaicht van de voorbij
gangers zwoeg ze, of mompelde ze
een deerniswekkend geklaag.
Maar lederen avond klom ze de
straten op naar haar lekker, ordelijk
huisje, in de palm van haar hand de
koper- en zilverstukjes klemmend, die
ze wegsloot in een geldkistje, en
waarnaar ze uren lang zacht lachend
kon zitten kijken.
Die komedie, met veel bedrijven,
waarvan zij tegelijkertijd de schrijf
ster. de actrice eu de eenige toe
schouwster was, bleef voor de oude
vrouw sen nooit opdrogende bron van
geluk
U wordt bepaald jonger, tante I
riepen de nerven en nichten met
een verbazing, die i©2sr
dan bl 'j
O Ja, beweging en lucht 1 Er gaat
niets boven dat I herhaalde de
dokter.
Juffrouw Nolrand liet hen praten,
en glimlachte slechts met een sluw
gezicht
Maar todh, zooals alle ware artis-
ten, overdreef te weldra baar talent
Haar mhniek werd sterker, haar ge
smeek werd veelvuldiger, en soms
kwam ze er toe, de menschen te vol
gen en lastig t© vollon.
Zoo vaak, dat op zekeren dag een
stevige hand haar bij den arm
pakte.
Zie zoo, daar heb ik Je. oudje I
bromde een politieagent met groote
snorren. Sedert verscheidene dagen
heb Ik Je ai in het oog gehad. Bede
larij en landlooperij. Vooruh t mee
naar het bucau
En in weerwil van haar protesten,
word juffrouw Noirand meegenomen.
In haar hart was dit avontuur haar
niet ongevallig. Wist ze niet vooruit,
hoe het zou afloopen En, als een
fijnproever, genoot ze haar ontroe
ring ©n toorn.
Eenige uren later hadden getuigen
de volkomen eenzaamheid, en de vaa-
to inkomsten van de oude vrouw
vastgesteld, en dokter Baret had ver
klaard, dat hij zelf haar die dagolijk-
sclie wandeling had voorgeschreven.
Alweer eon stommiteit I brom
de de commissaris met een nijdigea
blik naar den lieechaamden agent.
En aan den arm van haar dokter
ging juffrouw Noirand triomfantelijk
neen, overstelpt met excuses en be
wijzen van eerbied.
DAMRUBRIEK.
HAARLEMSCHE DAMCLUB.
Alle correspondentie, deze rubriek
betreffende, gelieve mon te richten
aan den heer J. Meyer, Kruisstraat
84. Telephoon 1543.
Probleem No. 123 van M. COE.
1*846
W '1'
'-*• i
mmmmw
m
9 1
f-..
-
H m
S 9 IS
H
m
-
■§r|
9 9
m
1
Sfci
40 47 40 4b
Zwart schijven op 2, 4, 7, 8, 0, 13, 14, 18, 19, 24, 26, 29 en dam op 21.
Wit schijven op 17, 25, 28, 30, 32, 33, 35, 37, 38, 41, 46. 50 en dam op
Probleem No. 124, van P. J. EYPE.
Wit
47 48 4» 60
Zwart schijven op 2, 4, 7, 16, 20, 21, 24, 30, 31, 35. 36 en 37.
Wit schijven op 11, 13, 19, 28, 38, 39, 42, 44, 45. 47, 48 en 49.
Oplossingen van beide prohleera3 worden ingewacht aan bovengenoemd
adres uiterlijk Dinsdag 15 Februari aanstaande.
Oplossing van Eindspel No. 119,
Wit 5 - 82, 32 - 28 28 - 22,
Zwart 39 - 44, 44 - 49a, 49 - 40 c
7 - 1 22 -17 j 27 - 21!,
s te, 40 - 35 of?, 35 - 49 gedw., 49 - 44 of?t
1 - 6 6 - 44, 21 - 27, 16 2711
44 - 40. 40 49, 49 21,
Wit 28 - 6, 7-1 enz.!
a Zwarl 44 - 50, 50 - 45
Goed opgelost door de heeren: W.
Balkenende, J. Jacobson Azn., W.
f. A. Mat la en F. M. v. d. Werff.
Oplossing van probleem no. 120
van den auteur 44 - 35, 22 - 18, 42 -
43 39 enz.l bij leder antwoord
Bladprobleem van S.
van zwart ls deze verloren.
Goed opgelost door de heeren W. J.
Balkenende, R. Bouw, J. Jacobson
Azn., D G. Koning, W. J. A. Ma tl a
en J. v. dL Werff Gzn te Zandvoort.
ABRAM.
Zwart
Wit
Zwart schijven op 25 en 34.
Wit schijven op 18, 45 en 50.
Op te lassen van het blad, zonder bord en schijven te gebruiken.
WEDSTRIJD IN HET OPLOSSEN
VAN PROBLEMEN EN EIND
SPELEN.
Voor hot oplossen van de proble
men en eindspelen Nos. 123 tot en
met 162, stellen wij wederom twee pre
mien beschikbaar onder de volgende
voorwaarden:
Hij die de meeste problemen en
eindspelen goed heelt opgelost, ont
vangt een premie van 3, de daarop
volgende een premie von f 2.
Zijn er verschillende oplossers met
eeu gelijk aantal oplossingen, dan
beslist het lot.
Leden van de Haarlemsche Dam
club en de damclub „Haarlem", zoo
mede belangstellenden, worden er
aan herinnerd, dat do Hear C. H-
Broekkamp van Amsterdam, a.8.
Maandag 7 Februari, des avonds te
7 1/2 uur in het gebouw Nijverheid,
Jansstraat 85 alhier, een voordracht
zal houden over de door hem gewij
zigde Korte Contrum-Opening, waar
bij op een aambord van een vierkan
te Meter; alles duidelijk zichtbaar zal
worden aa-«getoond.
Ieder liefhebber en beoefenaar van
het damspel warlt het bijwonen de
zer voordracht ten zeerste aangeraden
Da Haarlemsche Damclub houdt
hare bijeenkomsten ieder en Maan
dagavond van 8 tot 12 uur in het Ge
bouw der Vereenlging van Industirl-
eelen, Jansstraat 85.
Liefhebbers van het damspel zijn
daar steeds welkom.