Koet]», neem de lantaarn. Toon staken ze het erf over en be Ïaven zich naar de schuur, waar het oren in zakken bijeen stond. Op een kruiwagen werden er telkens twee geladen, die Klaas wegbracht naar een huurman, een handelaar, die door hein was gewaarschuwd. Uren lang werkte Klaas, de schuur werd langzamerhand leeg, totdat or nog vijf zakken over waren. Do handelaar wou hem betalen, doch Klaas zei Dat vinden we later wel Hij wischte zijn voorhoofd af, en ging met zijn vrouw naar huis. De ekster, die mee naar buiten gevlogen was, en de nachtelijke werkzaam lie den had aangezien, stootte eenige schelle kreten uit. alsof hij wou Oerneene dieven I Koren was het eenige, dat liet boerderijtje opleverde. Den volgenden dag was de toe stand van den zieke verergerd. Willem verzocht, zijn vader op te mogen passen, doch Klaas weigerde. Dit griefde Willem, die meende, dat hij een sterfbed ouda twisten op zij gezet moesten worden. Oui de waar heid te zeggen, had Willem zich niets te verwijten. Slec-hts door do afgunst van Klaas was de tweed, cht gesclto- pen, dm hen gescheiden had. En welk een misplaatst- .f-unst. Klaas verbeeldde zich, dat - diem als klompenmaker een hoop geld ver diende, doch het tegendeel was waar. De grootste moeite had hij, om zijn vrouw en vier kinderen behoorlijk te ©ten te geven en fatsoenlijk te klee- den. Den daaropvolgenden nacht relde Klaas tot zijn vrouw Nu moeten we het geld In veilig, heid brengen, vóór het te laat is. Gcrulschloos traden zij "t vertrek binnen, waar de oude boer lag te sterven Keetje opende de kast. De deur piepte en verschrikt wendden beiden het hoofd naar de bedstede, doch niets bewoog, tij hoorden slechts het hijgend reutelen Toen woelden de gretig© vingers van Klaas tus- echen het linnengoed, waaronder de oude kous verborgen was, waarin het geld word geborgen Negentig gou den tientjes bevonden zich daarin, die door den vader met groote zuinig heid en veel moeite langzamerhand waren bijeen gespaard. Waar laat je dat geld vroeg Keetje. Dat ls mijn zaak. Later zal ik je dat wei zeggen. Klaas ging naar buiten, en liep naar een boschje, op een halve mijl afstonds. Daar stond een groote eik, die door den bliksem getroffen was, en waarin zich een groote spleet be vond, diep genoeg, om de kous er in te verbergen. 'I oen dit geschied was, keerde Klaas zich om, en zag op eenige passen af- stands twee kleine cirkels schitteren, onbeweeglijk boven een tak. Een oogenblik beving hem een angstig ge voel, doch een oogenblik slechts, toen ging hij heen, in het bewustzijn, dat zijn schat daar veilig was. t Is maar een leeuwerik dacht hij, die wakker is gewor den. Den voLgenden dag was de oude landman gestorven Terugkeerende van de begrafenis, nam Klaas zijn broer ter zijde Ga mee naar buis, dan kunnen Wij den inventaris opmaken. Veel Ls er niet, want vader heeft van het yoorjaar zijn koren verkocht. Hij volgd* altijd zijn eigen hoofd, zonder er mij in te kennen. We zuilen den boel maar meteen verdeelen. Willem ging op het voorstel in, en oorst gingen ze naar de korenschuur. De ekster vloog angstig om hen heen en vervulde met scherpe kreten de lucht, als begreep zij, dat haar meester niet meer terug zou komen. X>it geschreeuw hinderde Klaas, die tot zijn vrouw zei Och, snij dat beest den hals toch af, men kan geen zaken doen door dat lawaai. Doch Willem bedacht, hoe zeer zijn vader aan het dier gehecht was, en dat het voor zijn oogen afgemaakt zou worden, hinderde hem bijzonder. Als je er niets tegen hebt, zei de hij, dan zal ik haar meene n*n Dat zal den kinderen piel- zier doen. Hoe eerder hoe liever, sprak Keetje. In de schuur vonden zij vijf zak ken. Willem geloofde vast, dat hij be stolen was. De kast werd geopend. Een oude portemonnale kwam uit een lade te voorschijn. Die had vader altijd bij zich, legde Klaas uit. Ik weet niet, wat er in zit. Kijk zelf maar. De portemonnale bevatte twee rijksdaalders 1 Willem verbleekte en «ei Vader heeft me toch gezegd, dat we na zijn dood een som gelds zou den vinden. Ja. dat weet ik Het was een stokpaardje vbd hem, dat oude men- schen wel meer hebben Hij wou laten gelooven aan het bestaan van een kous met geld, verkregen door zijn ijverMaar mij heeft hij dat nooit wijs kunnen maken. Willem hield zich flink. Goed. Wij zuilen morgen een deskundige raadplegen voor de waar de van den inventaris, dat is de beste manier, en dan is de zaak spoedig af- geloopen. Hij nam de ekster, en begaf zich naar zijn huis, aan de andere zijde van het dom. jfdorgol gewendde al zeer spoedig aan haar nieuwen meester. Zij keek opgewekt om zich heen, sprong van het eene meubel op bet andere, met het gezicht van een eigenaar, die een nieuwe woning in gebruik neemt. Toen zij haar onderzoek geëindigd had, vloog zo heen, en kwam eerst terug, toen het gezin zich aan tafel begaf. De kinderen begroetten haar met vreugdekreten. Margot vloog op tafel en liet uit haar gekromden snavel een goudstuk vallen, dat op een boterham terecht fcwain. Dievegge riep Willem. Hij nam het gouden tientje, bekeek het. en gaf het aan zijn vrouw. Bewaar datspoedig zal de ïen of ander hier komen, om het op eischen. In plaats van ©en bestraffing kreeg Margot een schoteltje mot melk, waar ,ar»n ze zich heerlijk te goed deed. Den volgenden dag vloog de ekster driemaal uil. en kwam telkens met een tientje terug. Dat begon den klompenmaker zeer te veroulrusten, doch hij durfde er niet In het dorp over te spreken, uit vrees vn zich moeilijkheden op den hals te halen. Klaas en hij waren het intusschen eens geworden oVer een schatter, en terwijl deze, in hun tegenwoordigheid de waarde berekende van het huis en het erf huns vaders, vervolgde Margot de taak, die haar instinct haar oplegde. Zij ontsnapte, zoodra ze merkte, dat niet op haar gelet werd, en vloog ver weg.... Dat gebeurde een keer of tien por dag De klompenmaker kon niet nagaan, waar ze heen ging, en waar al die tientjes vandaan kwa men. Willem en zijn vrouw beefden bij de gedachte, dat die diefstal uit zou komen, en in hun nadeel zou worden uitgelegd.... Doch geen enkel gerucht deed in het dorp ae ronde. Zoo ging een week voorbij. Op mistigen morgen kwam Margot thuis met oen oude kous, vol gaten, die Willem herkende als het eigendom van zijn gestorven vader. Toen begreep bij, dat het geld, door zijn broer voor hem verborgen, hem door de ekster werd gebracht Wanneer Klaas voorbij het huis van Willem gaat, neemt Margot een zeer brutale houding aan Zij rekt haar hals, steekt haar snavel ln de lucht, en knipt met de oogen. Als ze spreken kon, zou ze zeggen Dag, collega I Zeppelin komt. Humoreske naar 't Duitsoh van Nanny Lambrecht 't Is gebeurd tn een Duitsche stad. Er was een burgervader natuur lijk. De man was getrouwd, en zijn vrouw, z ij n vrouwdie signa leerde de Zeppelin III "t eerst. Ik za! u vertellen hoe H zoo kwam. De Zeppelin III was op een vlieg tocht, mei. een kleinen „omweg" zou hij over de stad kunnen vliegen, over do stad R., die er zoo trotsch op zou zijn. Dies was het hem verzocht. Tele grafisch had de groote luchtgraaf ge antwoord „Als het mij mogelijk is Sindsdien ré.kende men er in R. op, in afwachting van extra-tijdingen heerschte groote opwinding Het was zoo om en bij drie uur des namiddags, toen de telefoonschel tn het raadhuis klingelde, en juffrouw Güldleiu aan liet toestel een opgewon den stem hoorde vragen Waar is mijn man Waar is mijn man Neem me niet kwalijk, ant woordde de telefoonjuffrouw, maar wie bent u en wie is de man Vinnig snerpte liet antwoord terug: De burgemeester I De burgemece- ter 1 De juffrouw schrikte op. Zeker, mevrouw. Zoudt u een oogenblik willen wachten, mevrouw Wil mevrouw even plaats nemen Weg was ze en de telefonische roep ging snel naar den man, die ge bieder was over honderdduizend zio- len (alleen niet over die der burge meestersvrouw). Hij kwam aan de telefoon i Wat is er En nog eens j Wat Wa at Tot ze hem met volle kracht barer longen toeschreeuwde Zeppelin komt I Ik.... Zeppelin, zeg je Zeppelin, Zep pelin III zelf, werkelijk Ik heb hem gezien. Waar gezien Aan den horizon. Waar aan den horizon Recht afgaand op den toren Van ons raadhuis. Van ons raadhuis Ja zeker. Waar zag Je dat f Van het bosch uit, daar hadden we koffiekrans. Van het bosch uit zag je dus Iets in de lucht 1 Een verbazend lange ballon, met een klein schuitje er onder. Een verbazend lange ballon klein schuitje er onder.... Drie man waren aan boord. Eén er bij die er net uitziet als Bismarck, maar dan vriendelijker. Dat is Zeppelin, riep de bur gervader, en rende weg, terwijl hij links en rechts een paar opgewonden woorden in de bureaux wierp, en zijn secretaris hijgend een reeks bevelen gafVoor salvo zorgen kanon nen laten opstellen I Politiel Het gar nizoen waarschuwen I Alles in orde maken. Wachtwoord afwachten I Dan er maar op los l Even kreeg de secretaris Iets tus- schen den woordenstroom En wat is het wachtwoord f Zeppelin komt I Telefoon-toestellen rinkelden, tele graaftoestellen ratelden. De electri- sche stroom berichtte aan het politie bureau Zeppelin koint I Aan het officieel stedelijk blad werd bericht Zeppelin komt I Aon den plaatselijken comman dant Zeppelin komt I En ten slotte nog eens aan andere autoriteiten. Zeppelin komt I Boven op den trans van den raad huistoren stond de burgemeester, sta rend door een verrekijker. De com missaris van politie klom al naar bo ven. En daarop volgde de generaal, en dan de prelaat, en de andere auto riteiten. Ten slotte waren ze allen boven, drukten elkaar de hand en staarden ln den verrekijker. En vroegen of bet dan toch werkelijk waar was? Met nadruk zei de burgen": 'ester Mijne heeren, Zeppelin i .slg- ülcerd, in ieder geval moeten we onze voorbereidingen treffen. Toen holde de politie-commlssaris do trappen af naar de telefoon. Hij was een houterig, bijna stram man, en het kostte hein moeite zich naar dan hoorn over te buigen. Een politie- turent moest in hulp komen en de „kist" voor zijn gezicht honden. - Bent u daar, wachtmeester Een stem, klinkend als uit een slechte fonograaf Tot uw dienst, meneer de com missaris. Meld den inspecteur van dionst, dat Zeppelin is gesigna - Zooals u beveelt, meneer do commissaris. ls gesignaleerd 1 Posten ver dubbelen, poliüecordon op de markt, bereden manschappen aan de poort, ais ik liet beveel, meneer de..... I Afgebeld 1 Ais ik het beveel 1 riep do commissaris hem nog na. Maar de wachtmeester was al lang weg. Een doortastend man, hij wachtte niet op don staart, ais hij den kop al had. „Nauw gedacht, zij de weusch volbracht". Rinkelekiuk. Pceten in de straten verdubbe len Politiccordon op de markt, be reden agenten aan de ouda poort I Zeppelin is gesignaleerd I Twaalf mortieren werden ten hoog sten heuveltop gesleept. Op de kerk torens loerden de wachters, beneden grepen gespierde mannen reeds de klokketouweu, om ze op het gegeven oogenblik te luiden. Politiemannen inet blinkende helmen en parade handschoenen in de straten. Een af- deeliug infanterie met muziek, en daarachter een bende kinderen en leegloopers, schreeuwend eu zingend: Hoera, hoera, Zeppelin kornt I Uit de scholen klonk geraas en ge tier. De kinderen hadden vacantia Op de H. B. S. hield de directeur nog even te midden van trappelemie voe- cen korto vaderlandslievende toe spraak, en toen weg was bende I Op de daken verscheen uit luiken en valraampjes een gansche kolonie hoofden. Da&rtusschen aan uitgesto ken armen fladderende beddelakens, luiers en nog andere dingen. Leve Zeppelin I Vlaggen wapperden, honden blaf ten. Het werd etenstijd, maar nie mand dacht er aan. De huizen waren leeg, tn de propvolle straten raakten kinderen onder den voet Maar dan die last nog met de kranten I Onmiddellijk den burgemeester spreken, ais t u blieft, onmiddellijk Zeg hem anders, dat het dagblad in lichtingen betreffende de Zeppelin III wil hebben. We moeten onze lezers toch inlichten. De „Anzeiger" wilde weten waar- ooi het „Amtsblatt" inlichtingen be treffende de Zeppelin III ontving, en de andere bladen, b.v. de „Anzeiger", niet Of de Zeppelin officieel gesigna leerd was en waarom het bericht dan zoo laat bekend was De „Stad- en Landbode" meldde, dat haar officieele vertegenwoordi ger, een beproefd aviateur, die al meermalen ln een ballon captlf is op gestegen, in de hal van het raadhuis op nauwkeurig bericht wachtte. En de „Volksstem", die „de massa" op haar hand had. richtte een groot vraagteeken tot den burgemeester.... Ondertussclien had de telefoon jen oogenblik rust Waar zit de burgemeester toch. voor den drommelHaal hem s I - Wie bent u dan wel 1 - Do coiffeur uit „Tltus". Mijne klanten willen inlichting over de Zep pelin Hl. Maar denkt u dan, dat iedere bijna had de juffrouw „lummel" ge zegd dat ieder den burgemeester aan de telefoon kan roepen Wat heb ik met u te maken 1 U weet er niets van SlotAfbellen I De telefoonjuf frouw nam een zenuwpoeder om te bedaren. Maar za had er geen tijd •oor. En daar hoopten zich naast haar nog telegrammen, aanvragen om Inlichtingen, kennisgevingen, plannen voor Zeppelin-ovaties, geluk- wenschen voor de stad op. De meea ten eindigden metLeve Zeppelin I En boven op den toren stonden nog altijd de autoriteiten en staarden door den verrekijker. De avondhemel kleurde zachtrood, in de straten be neden werd het gaslicht aangestoken. Toen belde nog een laatkomer aan de telefoon en verwekte geweldige consternatie met de mfededeeling. die hem zooeven van porticuliero zijde seind was „ZEPPELIN III WEGENS MIST NIET OPGESTEGEN I" Bij den burgemeester thuis snikte de burgemeestersche in haar zak doek En ik heb hem toch gezien I Dat was op het oogenblik, dat men in alle stilte de twaalf mortieren van den heuveltop afsleepto. Eu toen zweefde er ook iets van verbazende lengte aan den zachtroo- den avondhemel, stiet tegen een tele graafdraad en scheurde. De schutterij van Schluubach had om drie uur ceu reusachtigen papie ren ballon laten opstijgen.... En meer vertel ik niet. Een artiste, Kom, beste juffrouw Nolrand, zei de jonge dokter, zich gereed makend weer zijn motorfiets te be klimmen. Het is niets ernstigs wat moeheid tn den leTer en de maag, ge brek aan slaap, en aan eetlustU hébt behoefte aan lucht, aan bewe ging. U moet daarom gebruik maken an dit mooie weer na het ontbijt wandelt u tot aan de brug. Daar vindt u rijtuigen, auto's en toiletten dat zal u afleiding geven. En u moet niet zoo n bedrukt gezicht zetten. U bent werkelijk niet te beklagen I Op ze ven tig jarigen leeftijd goed ter boen en scherp van oog u zult ons allen begraven. En dan geen andere zorg dan het knippen van uw coupons. O, als ik in uw plaats was 1 Tot ziens, juffrouw, tot Dinsdag En zijn hoed oplicntend, reed dok ter Baret, onder het geknetter en ge- pof Yan zijn motor, de vreedzame Ruo du Mont af, een van de oudste straten van Saint Cloud, die van de heuvoia afdaalt naar de Seine. Juffrouw Nolrand, lang, dor, tanig, bleef in haar deur een oogenblik den doklar nakijken, en op haar benig ge laat tusschen de vergeelde linten van haar zwarte muts kwam een blik van trotsverscheidene gordijnen werden bij het rumoer van de motor weggeschoven, de pet van den kruide nier werd zichtbaar boven de pyrami- de van sardineblikjes, de apotheker rekte zijn hals U't boven een groote greene bokaal, de hoefsmid kwam naar buiten op het modderige trottoir voor zijn smidse, zijn handen afve gend aan zijn voorschooten de oude vrouw vermoeide, dat al die men- echen mot een zekeren eerbied ln zich- zelf zeiden „Daar heb Je dokter Ba ret, die terugkomt van lijn YisUé bij mevrouw N'oirand". Op vaste dagen een dokter bij Je te krijgen, wekt eenig ontzag bij de buren 1 Dat was de groote weelde van de kleine rontenierster. Eigenlijk man keerde haar niets maar sedert ze na den dood van haar man haar bliksla- gerswinkeJ had verkocht, on zich had teruggetrokken ln dat huisje, was haar gezondheid haar eenige onge rustheid on haar eenige bezigheid. U hebt gelijk,u goed te verzor gen, tante, nu u er den tijd en de middelen voor hebt, herhaalden met zuurzoete glimlachjes de neven en nichten uit Parijs, wanneer ze haar Zondag bloemen en tulband kwamen brengen. Ja, ja, zei dan de oude vrouw. Op die manier zul Je me nog lang kunnen behouden De dokter liet Iedere week een voor schrift achter, bevattend wijze voor schriften voor levenswijze en hygiène. De heele week bracht de goede vrouw door met het ontcijferen, bespreken on critiseeren van d9 voorschriften, rnaar zo nauwgezet toepassend, om zich de volgende week toch weor te beklagen. Dezen morgen was ze bijzonder op roerig gestemd. Gaan wandelen I bromde ze, terwijl ze in haar keukentje met glim mend koper haar eieren en haar ma caroni kookte. Alsof ik niet iets anders te doen had, met al mijn linnengoed, dat hersteld moet worden, en met de stoffige ruiten, waar je niet meer door kunt zien I Al3 mijn arme bee- nen me maar dragen kunnen. Ja, juffrouw Bouillot had wel gelijk met te zeggen, dat de dokters de beulen zijn van de menschenDe jonge nog erger dan de oude. Maar toch, toen ze liet vaatwerk had afgewasschen, en haar heele huishouding net en blinkend was, trok de oude vrouw het gordijn op het ongelijke plaveisel was rood in de zon, en een zwarte kat rolde zich van welbehagen- Ze sloeg haar oogen op r den helderen hemel Daar ginds is een klein wolkje, mweren beginnen op die manier... Ik zal toch mijn japon aantrekken en mijn Zondagschen hoert op zetten, om dan naar de brug te sukkelen, voegde ze er met een uitdagend ge zicht aan toe Een oogenblik later was ze, brom mend en haar hoofd schuddend, ge kleed in een oude verstelde en ver kleurde japon, geleund op een witten stok, op weg voor haar gezondheids wandeling, In het voorbijgaan begroet door de boujours en de grapjes van de buren. Toen ze bij de brug was gekomen, verblind door het geschitter van het water, dat over de blauwe steenen danste, versuft door de ongewone wandeling, het gegons der auto's, het heen en weer loopen der voorbij gangers, na de kalmte van de provin- cïaalachtlg© straat, deed ze eenige wankelende schreden, en liet zich neervallen op ©en steenen bank, die in de brugleuning was uitgebouwd. En daar, een beetje bleek, met han gende armen, knippende oogen, grijs stof, en bezweet, keek ze vaag zich heen, voortdurend met halve stem ln zichzelf mompelend. Plotseling hield eeu grijze heer, keurig gekleed, die bij het voorbij gaan een ntedelijdenden blik op haar geworpen had, stil, sloeg haar een oogenblik gade, nam toen ©eu besluit en op zijn schreden terugkomend, duwde hij haar twee stuivers in de hand. Juffrouw Nolrand, verstomd, keek nog naar het kopergeld, toen een auto voor haar stilhield, en een blond at in een mauven sluier, zich naar den chauffeur voorover boog, roepend Geef eens wat nan die arme vrouw, Gaston.... Ze doet me denken aan mijn grootmoeder. Geef haar een zilverstukje, dat zal ons behoe den voor ongelukjes met de auto.... Een uur later liep juffrouw Noirand verbaasd, blij gestemd, met opgewekt geia&t, de Rue du Mont op, met vast beraden passen. In haar rechterhand hield zo een aantal stuivers en drie zilverstukjes. Eeo mooie historie, mompelde ze verrukt. Verbeeldt Je, dat ze mij met mijn rente en een dokter in mijn dienst, aangezien hebben voor eene vrouw zonder een cent. En ais ik van honger omkwam, zouden ze me geen radijsje geven, liet is een mooie fop perij Eu tot den avond liet de oud« vrouw telkens een gegrinnik van pleb zier hooren. Van dat oogenblik af was het be staan voor baar interessant gewor den, dank zij het geheim. Ze was een geboren comediante, zonder het ooit vermoed te hebben, en probeerde 's ochtends voor den spiegel een ver moeid en berustend gezicht te zetten, wat haar bijzonder goed gelukte de mond openvallend, de oogen naar den hemel, een beetje starend, met een traan In het hoekje. Zoodra ze haar ontbijt op had, en haar m»©9t verstelde klecren had aan getrokken, ging ze vroolijk op weg, eerst genietend van het ontzag, dat de bewoners van de straat baar be toonden, en later, als tegenstelling, genietend van het half aarzelende medelijden, dat aan de andere zijde van de brug haar eerwaardige en fat soenlijke armoede opwekte. Soms ging ze eenvoudig op de stee- :n bank zitten, waarop ze den eer sten dag was neergevallen soms, ge bogen over haar stokje, stak ze do brug over, en waagde ze zich met klei ne pasjes naar den kantsoms leun de ze zuchtend tegen een boom, en ai naar het geaicht van de voorbij gangers zwoeg ze, of mompelde ze een deerniswekkend geklaag. Maar lederen avond klom ze de straten op naar haar lekker, ordelijk huisje, in de palm van haar hand de koper- en zilverstukjes klemmend, die ze wegsloot in een geldkistje, en waarnaar ze uren lang zacht lachend kon zitten kijken. Die komedie, met veel bedrijven, waarvan zij tegelijkertijd de schrijf ster. de actrice eu de eenige toe schouwster was, bleef voor de oude vrouw sen nooit opdrogende bron van geluk U wordt bepaald jonger, tante I riepen de nerven en nichten met een verbazing, die i©2sr dan bl 'j O Ja, beweging en lucht 1 Er gaat niets boven dat I herhaalde de dokter. Juffrouw Nolrand liet hen praten, en glimlachte slechts met een sluw gezicht Maar todh, zooals alle ware artis- ten, overdreef te weldra baar talent Haar mhniek werd sterker, haar ge smeek werd veelvuldiger, en soms kwam ze er toe, de menschen te vol gen en lastig t© vollon. Zoo vaak, dat op zekeren dag een stevige hand haar bij den arm pakte. Zie zoo, daar heb ik Je. oudje I bromde een politieagent met groote snorren. Sedert verscheidene dagen heb Ik Je ai in het oog gehad. Bede larij en landlooperij. Vooruh t mee naar het bucau En in weerwil van haar protesten, word juffrouw Noirand meegenomen. In haar hart was dit avontuur haar niet ongevallig. Wist ze niet vooruit, hoe het zou afloopen En, als een fijnproever, genoot ze haar ontroe ring ©n toorn. Eenige uren later hadden getuigen de volkomen eenzaamheid, en de vaa- to inkomsten van de oude vrouw vastgesteld, en dokter Baret had ver klaard, dat hij zelf haar die dagolijk- sclie wandeling had voorgeschreven. Alweer eon stommiteit I brom de de commissaris met een nijdigea blik naar den lieechaamden agent. En aan den arm van haar dokter ging juffrouw Noirand triomfantelijk neen, overstelpt met excuses en be wijzen van eerbied. DAMRUBRIEK. HAARLEMSCHE DAMCLUB. Alle correspondentie, deze rubriek betreffende, gelieve mon te richten aan den heer J. Meyer, Kruisstraat 84. Telephoon 1543. Probleem No. 123 van M. COE. 1*846 W '1' '-*• i mmmmw m 9 1 f-.. - H m S 9 IS H m - ■§r| 9 9 m 1 Sfci 40 47 40 4b Zwart schijven op 2, 4, 7, 8, 0, 13, 14, 18, 19, 24, 26, 29 en dam op 21. Wit schijven op 17, 25, 28, 30, 32, 33, 35, 37, 38, 41, 46. 50 en dam op Probleem No. 124, van P. J. EYPE. Wit 47 48 4» 60 Zwart schijven op 2, 4, 7, 16, 20, 21, 24, 30, 31, 35. 36 en 37. Wit schijven op 11, 13, 19, 28, 38, 39, 42, 44, 45. 47, 48 en 49. Oplossingen van beide prohleera3 worden ingewacht aan bovengenoemd adres uiterlijk Dinsdag 15 Februari aanstaande. Oplossing van Eindspel No. 119, Wit 5 - 82, 32 - 28 28 - 22, Zwart 39 - 44, 44 - 49a, 49 - 40 c 7 - 1 22 -17 j 27 - 21!, s te, 40 - 35 of?, 35 - 49 gedw., 49 - 44 of?t 1 - 6 6 - 44, 21 - 27, 16 2711 44 - 40. 40 49, 49 21, Wit 28 - 6, 7-1 enz.! a Zwarl 44 - 50, 50 - 45 Goed opgelost door de heeren: W. Balkenende, J. Jacobson Azn., W. f. A. Mat la en F. M. v. d. Werff. Oplossing van probleem no. 120 van den auteur 44 - 35, 22 - 18, 42 - 43 39 enz.l bij leder antwoord Bladprobleem van S. van zwart ls deze verloren. Goed opgelost door de heeren W. J. Balkenende, R. Bouw, J. Jacobson Azn., D G. Koning, W. J. A. Ma tl a en J. v. dL Werff Gzn te Zandvoort. ABRAM. Zwart Wit Zwart schijven op 25 en 34. Wit schijven op 18, 45 en 50. Op te lassen van het blad, zonder bord en schijven te gebruiken. WEDSTRIJD IN HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN EN EIND SPELEN. Voor hot oplossen van de proble men en eindspelen Nos. 123 tot en met 162, stellen wij wederom twee pre mien beschikbaar onder de volgende voorwaarden: Hij die de meeste problemen en eindspelen goed heelt opgelost, ont vangt een premie van 3, de daarop volgende een premie von f 2. Zijn er verschillende oplossers met eeu gelijk aantal oplossingen, dan beslist het lot. Leden van de Haarlemsche Dam club en de damclub „Haarlem", zoo mede belangstellenden, worden er aan herinnerd, dat do Hear C. H- Broekkamp van Amsterdam, a.8. Maandag 7 Februari, des avonds te 7 1/2 uur in het gebouw Nijverheid, Jansstraat 85 alhier, een voordracht zal houden over de door hem gewij zigde Korte Contrum-Opening, waar bij op een aambord van een vierkan te Meter; alles duidelijk zichtbaar zal worden aa-«getoond. Ieder liefhebber en beoefenaar van het damspel warlt het bijwonen de zer voordracht ten zeerste aangeraden Da Haarlemsche Damclub houdt hare bijeenkomsten ieder en Maan dagavond van 8 tot 12 uur in het Ge bouw der Vereenlging van Industirl- eelen, Jansstraat 85. Liefhebbers van het damspel zijn daar steeds welkom.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1910 | | pagina 12